Chapellerie du Sport,
Ed. MEUWSEN,
Hoeren Fantaisiehoeden.
lating ran zyn hoofddoek in handen
van de kranige mej. B. De eerste die
ter hnlp kwam, was mevr. B., maar
ook te laat om den vluchteling te
vatten of tegen te honden, want wat
had deze gedaan, nadat hg de lampen
had nitgeblnscht De gordijnen van
mevrouws bed zoo diep mogelijk onder
het matras gestopt, zoodat mevrouw
op het hulpgeroep van haar dochter
nog eeuige moeite had om uit ha3r
vreemde gevangenis te komen. Blijk
baar was dus de man op weg naar
het bed van ruej. B. om daar even
eens de gordijnen onder het matras
te stoppen.
Mevrouw B. wachtte niet tot haar
dochter alles verteld had, wat haar
overkomen was. Op het hooren van
het woord „dief" overzag zij den toe
stand en snelde naar de deuren om
te zien, of die gesloten waren. De
zijdeur, die zij open vond; sloot zij
en schoof er de palang pin toe voor,
in de hoop den dief in zijne vlucht
vóór te zijn. Het hnis werd doorzocht,
maar niets verdachts is gevonden.
INGEZONDEN MEDSEE-
LINGEN
30 cent* per regel.
denkt Paléologue Diet dat de minister opantwoorden met de getuigenissen die Wat de aan den grooten Dnitschen
van bnitenlandsche zaken zich zal hij vandaag bij zich heeft, en die naar staf geleverde stukken betreft., moet
verzetten tegen het zenden van een hij hoopt de leden van den krijgsraad men niet cmclüdeeren wat bij
rogatoire commissie. Hij maakt voor- zullen overtuigen
behoud ten aanzien van het gebruiken i Mercier houdt vol dat hij in 1894
van den telegraöschen weg. bevel gaf, in het geheel geen rekening
De president meent geen gebruik;te houden mot de achtereenvolgende
te moeten maken van zyn recht totvertalingen van het telegram van Pa-
het gebruiken van den telegrafischenuizzardi, die de minister van buiten
weg. landsche zaken hem had gegeven.
Carrière verzet zich niet tegen het Hij verklaart dat men te dien aanzien
gebruikeu van een rogatoire commissie het getuigenis van-Boisdeffre enGri-
mits zij de debatten niet ophoudt. beiin kan inroepen. Hy vertelt hoe
Labori merkt op dat de wet een Sandherr het pak, dat aan den krijgs-
schorsing van 48 uur toelaat. raad van 1894 is overgelegd, maakte
Labori gaat nu zyn conclusies aan en in zijn te enwoordigheid verze
't opstellen. Onderwijl constateert een golde. Du Paty kreeg last, het aan
lid van den krijgsraad dat een zeker den krijgsraad te brengen. De gene-
aantal stukken, waarvan du Paty in raai heeft by de loden van den krijgt*
zyn getaigenis heeft gesproken, nochraad in 1894 inlichtingen ingewonnen
in de statistische archieven noch in omtrent de aanwezigheid van dat te-
het dossier zjjn. I legrara in het geheime pak. Allen op
21 Anegang 21.
Ontvangen de nieuwste modellen
Ontvangen de nieuwste modellen
voor het Najaar.
Demange zegt dat deze stukken
misschien verzegeld zyn.
Het lid van den krijgsraad zegt er
naar gekeken, maar ze niet gevonden
te hebben.
Daarna hoort men Coehefert. Op een
vraatr van Demange, zegt Coehefert
dat hij geconstateerd heeft dat Dreyfns
bij de uictée scène verward deed, maar
dit was eerst nadat du Pa y hem een
vraag had gesteld. Sprekende van de
revolver die op tatel lei in de na
bijheid van den beschuldigde, zegt
Coehefert: „Toen Dreyfus die be
merkte, riep hij uitIk wil me niet
doodschieten, ik wil leven om mijn
onschuld aan te toonen."
Labori dieot zijn conclusiën in voor
een rogatoire commissie, die als volgt
luiden
„overwegende dat overwegingen in
verband met de openbare orde de hee-
ren Scbwartzkoppen en Panizzardi
verhiuderen te verschijnen, worde een
rogatoire commissie gezonden om on
der eede antwoord te ontvangen op
de volgende vragen
Op welken datum hebt gij de in het
borderel opgenoemde stukken ont-
vangeu
Waren zy van hetzelfde handschrift
als dat van iiet borderel, dat gij kent
door het facsimile?
Wat hie'den deze stukken in?
Hebt gij de sohietbandeling in het
oorspronkelijke of in afschrift ont
vangen
Hebt gy sedert een richttabel ont
vangen
Wanneer en tot wanneer hebt gij
stukken ontvangOD
Hebt gij tot denzelfden leveraar het
petit bleu gericht, vermeld in het ge
sprek tusschen Milnsteren Deleassé?
Hebt gjj in rechtstreeksche betrek
kingen gestaan tot den beschuldigde
De regeeringscommissaris doet voor
lezing van ari. 129 zeggende dat La
bori uit naam van den beschuldigde
conclusies beeft ingediend, strekkende
om het getuigenis te hooren van twee
vreemde officieren, diplomatieke agen
ten, by rogatoire commissie. De presi
dent is bevoegd om aan dat verzoek
te voldoen en de regeert gscoramissa
ris verzet er zich niet tegen, onder
voorbehoud van den cliënt dat de
woorden van bet eerste lid van art.
125 van de Code Militaire zullen ge
ëerbiedigd worden. (Schorsing van de
debatten gedurende 48 uren.)
Labori betoogt, hoe belangrijk het
is deze twee getuigen te hooren, die
by heeft lateu dagvaarden. Hy zou liet
niet gedaan hebben als Orousky niet
gedagvaard was. Hij bei oogt dat bet
mogelyk is de debatten te schorsen
gedurende een tyd, die voldoende is
om de autwoordeu af te wachten, die
hy onmisbaar acht voor de vragen die
bij zou willen stellen.
Na een lange beraadslaging van cien
krijgsraad verklaart president Jonaust
dat hy alleen bevoegd is om een ro
gatoire commissie le zenden naar
Schvyartzkoppen en Panizzardi. De
krijgsraad verklaart zich e nstemmig
onbevoegd om de conclusies van La
bori in te willjgen. Op een vraag Van
Labori antwoordt de president dat by
weigert een rogatoire commissie te
één na antwoordden dat zy zich niet
herinnerden het gezien te hebben,
maar zy voegden er by dat ze het niet
ODder eede konden verklaren, want
na vijf jaar kunnen zij het vergeten
zyn.
Hij noemt eenige dingen op uit de
verklaringen van Freystaetter die
volgens hem met elkaar in strijd zijn,
en leest een brief vau Freystaetter
overigens in't geheel niet weet dat
zy niet door Dreyfus geleverd zyn.
Mercier bevestig! dat de inlichtin
gen die Esterhazy bad koDiien leve
ren over het effectief geen waarde
hadden. In Mei 1894 was het effectief
van bet Oosterleger 175 man per
compagnie. Na stelde Esterhazy hot
voor alsof deze slechts over enkele
manschappen beschikten.
De president weigert het woord aan
Defoud-Lamotte
Labori leest eeu 'orief voor van Es
ter hazy aan Roget, verklarende dat
Bertillon rjjp is voor bet ffekken-
'huis of voor de galeien. Hij noemt
de Boisdeffre een ellendeling en zegt
dat de Echo do Peris een vuil joden-
blad is. Hij zegt dat meu verkeerd
heeft gedaan met hem in den steek
te laten. Hy valt alle officieren Yan
den grooten 3taf aan. Labori vindt
het niet noodig om den brief nog ver
der te lezen.
Carrière verzet er zich t- genhij
is zeer belan wekkend.
„Ze zyn alle belangwekkend", ant
woordt Labori.
Carrière antwoordt: „'tis een vuil
voor, waa-in deze nog zijn overtuiging zootje."
van Dreyfus'schuld uitspreekt. Daar Picquart doet nog eenige verklario
na deelt by een reeks verklaringen gen over de verdwijning van stukkeu
in denkeifdon geest mee en gaat het in 1893.
getuigenis vau Freystaetter voor het Daarna wordt voorlezing gedaan
hof van cassatie na'. van het getuigenis van liet Hof van
De polemiek in de pers, zegt hy, Cassatie vau dan teakenaar Ec
heeft misschien ten gevolge gehad dat wien Esterhazy vroeg, platen" i:a ij
Freystaetter datgene wat hy gelezen teekenen, welke verschillende gedeel-
had in de plaats stelde van of hooger ten vau een geweer voorstel icu.
dan z$n herinneringen. Hy noemt; Da zitting wordt om tien minuten
eenige voorbeelden van ongehoorzaam vóór tienen geschorst,
beid en wreedheid, waaraan Frey-,
staetter, blijkens een brief van adrni- ei -Kequisttotr.
raai Cuverville, zich zou hebben j By de heropening, o.n ha'f elf, staat
schuldig gemaakt. Deze feiten, zegt; de regeeringscommissaris Carrière op.
Mercier, wyzon aan dat FreystaetterOp hetzelfde oogenblik staan ook alle
min of meer aan zinsverbijstering lijdt, j officieren op; zij groeten den krygs-
en zullen de rechters ten volle over- j raad om, overeenkomstig het bevel
tuigen dat zy geen rekening moeten ,Van den minister van oorlog, de ge
houden met het getaigenis van Frey- rechtszaal te verlaten eu naar hun
staetter en geen vertrouwen stellen
in zyn getuigenis.
Daar de voorlezing van die verha
len bewegiug veroorzaakt, verzoekt
do voorzitter Mercier, niet door te
gaan.
De griffier ieest het rapport voor
van de deskundigen, beiast met het
onderzoek van het geruite m dlpapier,
waarin dezen tot do siotsom komen
garnizoensplaatsen terug te keeren.
Carrière brengt, het arrest vau het
Hof vau cassatie ia herinnering. Hij
zegt dat de taak van dezen krijgsraad
geen andere is. dan die van deu krijgs
raad van '94. Onze debatten, zegt hy.
zyn zoo veelomvattend geweest als
maar mogelijk was, daarmede is vol
daan aan het verlangen vau deopen-
ibare meening en de eischen derjusti-
t'. Tir "I ..l.ni.t Trt i n.
dat het papier van het borderel en tie. Ik heb mij tot plicht gosteld, mijn
dat van do brie en van Esterhazy de
groytst mogelijke overeeukomsfc ver-
toonen.
Labori verwondert zich over de.
afwezigheid v,an Cernnsky. Hy zou!maatschappij kan slechts één ding
hem vragen willen stellen. De raad verlangende volstrekte waarheid,
herinnert zich dat Cernusky, al hand
haafde bij zekere beweringen, gisteren
taak met, kalmte, en vastberaden beid
te rorvulleD. Ik bad niet het recht,
een meeniug te hebben. Ik heb bet
dossier zorgvuldig bestudeerd. De
Daar ik het voorbeeld moest geven
van tucht ia de rechterlijke macht
legde ik my neer by hot arrest van
hét Hot vau cassatie.
De regeeringscommissaris geeft eeu
gezegd heeft„Ik had gemeend op de
fotografie Dreyfus te herkennen. Ik
heb my vergist." Hy verzoekt brieven
by het dossier te voegen, welke be- overzicht van de zaak. Hij herinnert
wijzen dat het verstand van den ge-[aan de ontdekking van de feiten van
tuice gekrenkt is. Labori leest eeu jspionuage mot medeplichtigheid van
afschrift voor van den brief van zeke- j de vreem ie agenten die samenwerken,
ren hear Grenier, raededeeieude dat.'en aan do staart die daarover in het
hij een brLf bad opgezonden van officierskorps gevoeld werd. Hy gaat
ter'uazy, waaruit bleek dat óez^ de enquête, de vervolging, de debat-
zich inliet met kwesties die vreemd ten en liet vonnis van 1894 na. Men
waren aan zyn functie, dat by belang- handelde volgens den gewonen gang
rijke stukken bezat over de raobiit- van zaken, zegt Carrière,
3E9SE9I3& RfcEVVfS
Het proces-Dreyfus.
By het begin van de zitting van
Donderdag zegt Carrière dat hy van
Cernusky een brief beeft ontvangen,
hem mededeelende dat deze getuige
ziek is en onmogelijk voor den krijgs
raad kau verschijnen maar hy houdt
zich in zyu hotel ter beschikking van
den raad. (sic.)
Daarna doet de griffier voorlezing
vau een verzoekschrift van Savignaud,
den raad verzoekeude hem acte te
willen geven dat Trarieux hem een
•valschen getuige heeft genoemd.
Carrière zegt dat de raad er een
voudig acte vau kan geven.
Trarieux handhaaft wat hjj gezegd
heeft. Er bestaat tusschen de verkla
ringen van Schenrer- Kestner, Picquart
en Roque aan den eenen en öavignaud
aan deu anderen kant, een tegenspraak,
die in zich sluit dat er een valsche
getuige is aan de eene of andere zyde.
Die valsche getuige is noch Scheurer
noch Roque noch Picquart. „Zoo er
wetten zyn, besluit Trarieux, laten
zy dan op my toegepast worden. Maar
er zyu ook wetten tegen valsche ge
tuigen."
Labori zegt dat Panizzardi en
Schwartzkoppen niet in het openbaar
kunnen komen gotnigeu voor den
krygsraad te Rennes om redenen van
openbare orde; maar zy zullen een
rogatoire commissie, zoo die afgezon
den wordt door den voorzitter van
den krygsraad, te woord staan. De
verdediger verzoekt nu het zenden
van een rogatoire commissie. Labori
zegt nog
„Ik zal u erkentèljjk zyn, als u
Paléologue vraagt, of w dit geval de
telegrafische weg niet de aangewezene
is. Ik ben vau raeeoing dat het mid-1 zenden. (Beweging.)
del zeer snel is on ben overtuigd dat Er wordt een brief voorgelezen vau
de president van den krijgsraad zelf den kapitein van do genie Humbert,
niet de verdediging zou willen wei die tegelijk met Dreyfus in 1894 by
gereu de waarheid te laten uitschijnen, den geueralen staf was gedetacheerd.
Paléologue verklaart dat het zeker Volgeos dieu brief had Dreyfus den
is dat overwegingen met het oog op vurigeu wensch geuit, bij hei bureel
de openbare orde beletten dat vreemde van de statistiek te komen.- Dreyfus
militaire attachés voor een Franscbe betwist dat.
rechtbank verse..ijnen om feiten te Generaal Mercier komt voor en zegt
getuigen, die zij in de uuoefooiog dat het getuigenis van FréysUetter .»>«-.-
van han diplomatieke fuuctiën hebben grooten indruk heeft moeten malcéöjzy de onbescneideuheid vau iemand het niet ook oude: ei kaar met eens ultimatum naar Pretoria zaï worden
leerenkennen. PaDizz-irdienBctwartz op bet gemoed van de rechters. We-;dien hy niet wil noemen om hem niet zyn. Maar al kan ik netborderel niet gezonden.
satie co dat by zyn souvereine min
achting betuigde voor het Fraosehe
leger.
Naar aanleiliug vau den brief vau
Grenier, zegt da voorzitter dat indien
hy deu bewusten brief had onI.van
gen, by er geen voorlezing van gedaan
zou hebben. Carrière heeft den brief
ontvangen, maar hy achtte liern onbe
langrijk.
Nu least Labori een afschrift voor
van den brief van Esterhazy.
Van de zin: „Ik ga op manoeuvre",
spekonde, zegt Carr ère: Esterhazy
heeft dat nooit, kunnen schrijven;
Dreyfus wel, want tot 29 Augustus
lieert hy kunueu geWveu dat hij die
zou bijwonen.
Wat het schrift van het borderel
betreft, zoowei d«: van Dreyfus als
dat van Esterhazy iykt daaropdat
van Mathieu Dreyfus ook. Dreyfus
hoeft, om zijn sen rif t onkenbaar te
maken, misschien het borderel ge-
De president is van meeuing datschreven op doorschijnend papier,
jlö brief goeu betrekking heeft op de waarooder'hij een blad met bet nar1-
zaak. maakte schrift vau Esterhazy had
Labori meent het tegendeel, want [gelegd. Ik Leb, zegt by, het dossier
zoeken op het stuk van de bedek-
kingstroepon. Het wordt zeer kenmer
kend geacht, dat er over deze troepen
in het borderel gesproken wordt. De
indiscretie over Madagaskar stelt den
datum van het borderel iD Augustus
vast. Esterhazy heeft niet kannen
schryven, dat het hem moeilijk was,
zich de schiothand'eiding te verschaf
fen, want het was voor hem gemak
kelijk. Maar Dreyfu< kon het zeggen,
omda: het voor hem moeilyk was aan
den generalen staf.
Carrière eindigt zyn requisitoir al
dus: Ik had gehoopt, dat wy Dreyfus
zouden kunnen vrijspreken eu 'een
onschuldige iu zijn eer herstellen. Het
zou alle voordeelen hebben eu geen
enkel nadeel, een rechterlijke dwaling
te herstellen van de rechters van 1894,
wier eerbiedwaardigheid nooit ver
dacht is geweest, te meer ouidat dan
noodzakelijkerwijze de gemoederen be
vredigd zouden zyn. Maar er moesten
bewijzen hygebracht worde-..». Eu ik
heb bemerkt dat het gebouw, door
Picquart opgetrokken, van de grond
slagen af verkeerd is. eu scheuren
vertooi-i. Mijn overtuiging van rey-
fus' onschuld is gewijzigd, myn ge
loof aan zijn schuld versterkt.
Ik heb kolonel P.cquart bestudeerd,
want hij is de/een dio de revisie be
werkt beefr. Ik heb bevonden dat
zijo requisitoir grachtig in elkaar zat.
eu ik had hoop "dat men Dreyfus zou
kunnen redden. Maar het gebouw ?au
Picquart berust op een verkeerden
grondslag. Mjjo overtuiging van de
schuld vaagden beklaagde is versterkt
door het hooren van de getuigen en
thans verklaar ik met da hand op
Let hart dat Dreyfus schuldig is. Ik
verzoek u om toepassing van art. 76
van de Code Péna' (dat is ter dood
veroordeeliog/ (Beweging).
De zitting wordt om kwart voor
twaalveu geslote;;. Heden half zeven
het pleidooi van Demange
By let heengaan drukt Dreyfus
rar. Demaoge en mr. Labori de band.
Deze laatste zegt: Moei houden!
Eeoige personen die Dreyfus iu de
zaal voorbijgaat, zeggen hetzelfde.
Niets bijzonders bij het uitgaan.
Zooals men ziet is het requisitoir
van Carrière geheel onbeteekeuend
geweest. Overzicht der geschiedenis,
rangschikking van do feiten, argu-
menteering, alles even zwak. Trouwens
het maakte ook niet den geringsten
indruk op het publiek.
Op het oogeabiik is er nog evenmin
als by den aanvang van het proces
iets te zeggen over den uitslag. Eeu
kleine minderheid :.o Rennes verwacht
de vrijspraak. Zoo is rechter Bertuius
overtuigd van de vrijspraak, op grond
dat er geen eukel bewijs legeu Dreyfus
is aangevoerd Bovendien heeft deze
zijü verklaring aangevuld met de
verzekering, dat het Hof van Cassatie
e9n veroordeeling onmiddellijk zou
vernietigen. Vrij algemeen beschouwt;
men ook de weigering van den presi
dent om oen rogatoire commissie to
zenden als een gunstig voorteeken.
Maar de advocaten van den beklaagde
zien de zaak erg duister in. Labori
blijft pessimistisch gestemd Demange
ennigd dit hut den leden vau
den krygsraad iu de eerste piaats te
dooa is om de generaals MercieY,;
Gouse eu B-oisdeffre te redden. In
verband met Mercier's standpunt
„Hy of ik" zou Uit streven voor
Dreyfus niet anders dan noodlottig!
kuüuon zyn. Gabrio! Monod vil Ren
nes een dag voor de uitspraak ver
laten omdat hei, hém te pynlyk zou:
zij-.: een mogelijke veroordeeling aan
te hooren.
Tijdens d laatste zitting van den
krijgsraad zullen de gendarmes ie
a io straten der stad opgesteld worden.
De binnenplaats van bet Lyceum
wordt door militairen bozet, ook het
station. De afzettingen worden ver
drievoudigd en pairo alles paardenvolk
zullen de sta i doorkruisen Hot ge
heele garnizoen zil op de been zyn,
en iu deu omtrek worden trorpen irt
regimenten cavalerie, vier regimenten
infanterie, drie batteryen veld-arlille-
rie, vier afdcelingen veldhospitaal
bovel ontvangen hebben zich gereed
te houden, om ten spoedigste naar
Zuid-Afrika te vertrekken.
In Bloemfontein wordt het zeker
geacht dat ai de artillerie reserve is
opgeroepen, en dat de burgers is aan
gezegd zich gereed te houden. Het
antwoord var. do Transvaalsche re-
jgeering wordt daar in 't somberste
j licht beschouwdals de verijdeling
van de laatste hoop op het behoud
van deu vrede.
Cbamoin heeft den raad werkelijk eeu onpartijdig nagegaan,
brief medegedeeld van den agent A. Carrière zegt, dat. bij uki verder j de naburige garnizoenen gestationeerd.
(Schwartzkoppen) aan zyu regeering,spreken zal vau de zedelijkheid van Al ie kreten en alle betoogiogon zulten
de afzending meldende van ïalichtin- i den beschuldigde. I)e zaak kon zonderdadelijk onderdrukt worden.
gen over het, effectief van het Fran-dat opgehelderd worden. Wy hebben
sc' e leger. Do agent A. spreekt ver- niet het proces van onze voorgangers i UIT TR AN - VAAL
volgens vau de mauoeuvt es bij Paryste voeren. Men heeft gezegd,'dat wy
en Toul,. wal de zinswending: „Ik geen handige lieden zy.dat is waar, De Morning Post bevat in baar j
i up manoeuvie" zou verklaren. wij zyu eenvoudige lieden, die recin tvee.e editie een telegram uitPieler-
Rogef. zegt dat de Revue Bleue over op het doel afgaan. L i 1894 werd hetniaritzburg, dd. 6 September, zeggen
de mobilisatie van hot Russische leger borderel ge.iouden voor een element ;Gö: telegram uit Kaapstad, van
een op goede inlichtingen berustend van overtuiging. Ik Leb het meteense01? '-y ie die »uor gezaghebbend wordt
artikel heeft openbaar gemaakt, dank te worden met de schriftkundigen, die 'gebonden, meldr, dot r morgen een
koppen zullen dus niet voor deu krygs gêns dat getuigenis heeft men hem,Mer-te comprouiutesren. beschouwen uit bet oogpunt van de
raa t te Renoos verschijnen. Overigens cier, een falsaris genoemd. Hy za! daar-Cuignet bevestigt deze verklaring, artilloriezakeu. ik kon het wel onder-
Uit Simla wordt gemeld, dat drie
men hem zonder role eax vest. over het
biljart gebogen zag, mot hert eene been
oniihoog geheven, om hcmi in, staat te
stellen oen verlokkelijken stoot te be
reiken.
Het was beiden aan ie zien dat zij
slimme klanten waren, en hoewel men
moeielijk liad kunnen beslissen wie in
de gewone zaken des levens liet best
voor zijne eigene belangen zorgde, zou
•men zeker honderd tegen één gewed
hebben dat de lei- de beste biljartspe
ler was. in weerwil van de partijen,
die hij reed;- verloren had.
Die. welke zij nu speelden, werd veel
vinniger betwist, en- na verscheidene
wisselingen der fortuin, won de> Ier
eindelijk met iwee punten moer.
..Nu zijn wij quite," zeide hij. .Weet
gij wait - wij moesten nog ééne partij
spelen, om dezelfde som honderd acht
en tachtig francs".
..O. neon. volstrekt niest!" protes-
teerde do ander; ..bovendien ziet gij
dat ik niet legen u bestand) ben mot
slechts vijftien op de honderd vóór."
..Gekheid; op die voorwaarde zult
gij van dè vier partijen, drie van mij
winnen maar. hoor eens ik zal u
ditmaal twintig vóórgeven."
De Engelschman bleef zijn grog van,
brandewijn drinken, terwijl de Ier eeni
ge stoot en op hot biljart beproefde, wel
ke hij. miste. Of de brand'ewijn of de
verzoeking te sterk voor zijne voorzich
tigheid was, weten wij niet, maar hij
zwichtte, en stemde toe om de honderd
acht en tachtig francs, te spelen. De
paa-tij stond tot op eene zekere hoogte
vrij gelijk, maar nu zette de Ier, die
tot. du«vervc klaarblijkelijk zijne ware
kracht verborgen gehouden had; eens
klaps gang, zoo als men het noemt, en
won met gemak.
,,En nu, beste vriend, zal ik u om
honderd acht cn tachtig francs lastig
vtallen." riep hij, den Engelsehman een
harden slag op don rug gevende.
...Gij hebt wel gezorgd zoo niet te
spelen totdat het u-die moeite waard
was," bromde de Engelschman.
..Wait zeg je. 'daar, leelijike tkléfino
schavuit riep de ander. „Wilt gij eene
blaam op mijne eer weipen, hè. mijn
heer V'
..Ikwil zeggen d'a.t gij, uw spel ver
borgen hebt gehouden," amtwoorddie de
ander „èn ik laat mij nieit door uw ge
zwets overschrop|irwe.iimijtnhefejr."
„Gij wilt mij dus beschuldigen van
u bedrogen te hebben De zal u armen
en been cm stuk slaan, kleine dief ran
een zaakwaarnemeren hij trad naar
hem toe, en zwaaide dreigend zijne
queue „Op uwe .knieën, en vraag mij
versohooning, kleine dief," riep lüj, „of
ik zal u zoo zwart kloppen als uw eigeru
rok of uwe eigene smerige daden".
..Dat dóe ik niet." zeide de ander, in
een hoek wijkende. „Politie!" begon
hij te roepen.
„Zij verstaan hier geen Engelsch,"
zeide de Icrr. hief zijne queue op. en
sloeg na&r hem, maar de kleine man
weerde den slag met zijne eigene queue,
af. Niettemin was zijne stelling tegen
over dezen verwoeden reus verre, van
aangenaammaar juist toen de laatste
een tweeden slag naar hem wilde doen,
werd d'e deur geopend, en hield Lorimer j
Liltlegood; met een blik van. verbazing
van den een op den ander, d'eai arnu van i
d'etn Ier tegen,.
..Mijnheer Littlegoodriep de En-'
golschman uit.
„Ei, Littlegood riep dè Ier.
.Goeden dag, mijnheer Boslier
goeden dag. Kapitein Kelly," zeide Lo
mmer, beiden toesprekende. „Het ver
heugt mij u beiden, zooi wel, en in. zulk
goed: gezelschap te zien. Maar ik vrees
dat ik juist op een kleinen twist aan
kwam."
„Kijk. Littlegood, dit is de gelukkig
ste dag van mijn leven," riep Kapitein
Kelly uit. .Hoe toevallig dat wij el
kander zoo weder ontmoeten
„Gij vepnvalqkbteb 'het niet, daar twij
fel ik niet aan," zeldle Lorimer, met een
glimlach.
„Beste vriend, het is een geluk wa uv
op ik niet had durven hopen. En dat
mijnheer Boeker ook een vriend van u
isl Wel, dat hebt gij mij nooit gezegd,
Bosher; laat mij u de hand drukken,
Beslier; geen twist meer tusschen .ons,
nu ik weel dat gij een vriend zijl. van
dèn besten vriend, dien ik ooit gehad
heb."
„Gij behandelt uwe beste vrienden
op eene zonderlinge taan;er. dat moet
ik zeggen, Kapitein", merkte Lorimer
aan
„Odh, mijn. waarde, ik zie dat gij in
eene dlwaling verkeert betreffende dab
zaakje met La versdat zal ik xi alles
wel eens uitleggen. Maar laat mij u
niet ophouden gij wilt- Boslier zeker
spreken goeden dag Kunt gij> niet
even een acceptatie sclirijven V' fluister
de hij den. zaakwaarnemer toe.
„Hior is het geld, mijnheer," ant-
woordde d'e Laatste, den Kapitein de
honderd acht- en tachtig francs over
handigende. eene grooter som dan
deze sedert verscheidene dagen in zijn
bezit had gehad.
De Kapitein verliet de kamer, en
Lorimer en, Basher bleven te zamen
alleen,
„Gij zult wed verwonderd zijn; mij'
te zien V' begc: Lorimer.
„Ja, zeker ben ik," was hot eenigs-
zi n -S verward a n twoord1.
..Wilt gij met mij naar mijne kamer
gaan." zeide Lorimer; „ik wenschte
xi te spréken, en eene biljartkamer is
juist gcenet geschikte plaats voor een
gesprek als het onze."
Bosher maakte eene buiging, en volg
de hem
Na het middagmaal, in het Hotel dxx
Nordc had Lorimctr dén knecht ge
waagd of hij een heer kende, Bosher
genaamd De gasbom verklaarde dat hij
zich niet kon herinneren dien naam;
ooit. gehoord te hebben maar de Enr
gelsche namen waren ook zoo moeieJijk
te onthouden, en bovendien werd er zoo
dikwijls naar lxeeren gewaagd onder
geheel andóre. namen dan zij zich zeiven
gegeven hadden. Hij verondersteld© dat
eenige Éngelsohe» 'hccrcn bij; hun gewol
nen naam nog een nom dè voyage had
den. Dit alles zeide hij met veel deftig
heid, zoodat het onmogelijk was ie
beslissen of hij in zijn. vuist lachte
of niet, want een Fiansch gar^on over
treft zelfs dón meest geoefenden Engel-
schen waiter in liet behouden van een
Rubriek voor Dames.
Meoigo aanstaande huisrrouw. die
het vooruitz cht heeft van een klein
inkomen te uioeteu rondkomen, heeft
zeker wel het boekje geraadpleegd:
„Hoe men van f 1500'sjaarsgetrouwd
kan leven", en menigeen beeft zeker
met een min neetenden glimlach dat
boekje ter zyde gelegd met de op
merking, dat men zich in dat geval
zooveel ontzeggen moet, dat het maar
beier is voorloopig niet aan trouwen
te deuken. Er zyu tegenwoordig zoo
veel jonge meisjes, die zich zoo lang
zy oog by hare ouders zyn geen we-
reldscbe genoegeus behoeven te ont
zeggen, dat het haar ouorerkome'yk
sc'oy-1 vau dat a'les in haar huweiyk
afstand te moeten doen.
Zy hooren van haar ouders, dat er
jaarlyks zooveel geld noodig is. maar
zij bedenken uiet, dat",hare ouders iu
de eerste huwelijksjaren ook de dub
beltjes wel omgekeerd hebben, voor
dat zy uitgegeven werden. Dat was
echter een anderen tyd. Toen ble-
veu de jonge meisjes uit de middel
klasse nog hoofdzakelijk thuis eu daar
ontmoetten zy de jongelui, die ook
niet gewoon waren hun genoegens al
leen buitenshuis te vinden. Dat hui
selijke leven was veel miuder kostbaar
eu een jooge mau wist, dat hy voor
uitgaanskosteu niet veel behoefde uit
te trekken. Die tyden zya echtsr ver
anderd eu het is een zekere waarheid
en ook eeu natuurlijke zaak, dat sinds
het verkeer zooveel gemakkelijker
geworden is, een man niet by doa
huiselykeu haard kau blyveu om
vooruit, te komeu iu de wereld.
Hij raakt er eau gewoon om
niet veel thuis ie zijn en ontwent
daardoor de huiselijke genoegenshet
wordt daarom eeu moeilijke taak vcor
de vrouw urn haar man aan huis te
binden eu zeker krijgt zij dat niet
gedaan door altijd te mopperen, dat
hij zoo weinig thuis is of door er zelf
ook maar op uit to gaan. Haar plicht
is te zorgen, dat het thuis zoo gezel
lig mogeljjk is en dat altijd een opge
wekt gezicht haar itun verwelkomd
dan moet het ai een verstokten zon
daar van een uitgaan der zijn die zich
daardoor niet mot /.ach, en dwang op
het goede pad laat houden. Bsgryp
my wel, ik bedoel niet, dat de vrouw
verplicht is altijd thuis t.- zitten. Dat
zou zeker haar opvoeding in aanmer
king genomen op haar opgewektheid
een zeer slechten invloed hebben, neen
maar zij moet zich weten te matigen
en geen enkele huishoudelijke plicht
er voor opofferen. Zij moet haar best
doen, dat de uitgaven de inkomsten
niet overse ryden eu nooit denken,
dat zai ik later wel weer inhalen,
want daar komt gewoonlijk weinig
vau.
De beroemds Micamber leerde oos
dat al met de wyze woorden: „Jaar-
lyksch iiikomou twintig pond. jaarlyk-
sche uitgaven negentien en een half
pond go volgge uk."
Jaarlyksch inkomen iwiotig poutfj
jaariykgche uitgaven twiutig'en een
half pond, gevolg: ellende."
Wanneer eeD joug paar van <en
zee; beperkt inkomen moot leven, dan
is het zeer zeker aan te bovelen, voor
uit op te maken, hoeveel r voor huis-
huur, voor belasting, voor huishou
ding, k'eeding, levensverzekering enz.
betaald moet worden eu bet moei een
vast voornemen zyn dat budget van
een der onderdeelen niet te overschrij
den,
Nooit mag de uiooie lioe-i van een
goede keunis of het aardige uitstapje
vau ecu andere, er toe verleiden om
dat, goede plau te verwaarloozen..
Het is zek r waar, dat eeu vrouw
niets kan do n zonder de medewer-
king vau haar man, maar ik geloof
toch, dat, de vrouw in dat opzicht on-
treloofelyk veel lot stand kan brengen.
Zy kau zich op die munter minstens
even nuttig maken als haar echtge
noot, die zorgt, nat wal er noodig is,
onverstoorbaar gezicht onder beproeven-
d'ci omstandigheden
Lorimer gaf glimlachend' eone be- j
v.hrijving van Bodier's eenigszins bij-
zoixdór persoonlijk- voorkomen. De gar-
?on vond daarin zeer veel pxxnten va»
ov.i ccnkomsx met dat van monsieur
Smith, die sedert, ocnigen tijd zijn ver
blijf in: die stad hield, en een pat®, dagen
in dat hotel was geweest.
„Nafiixirlijk in liet Smith; hij heet
hier zeker Smith cf Jones," zeide Fred
Stanley.
„Volstrekt mat onwaarschijnlijk,"
stemde Lorimer in.
..Kunt gij mij zeggen waar die Mon
sieur Smith, tegenwoordig woont
„Ja, dliit kan ik wel te weten komen",
antwoordde clie gar§on.
(Wordt vervolgd).