NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
j Haarlsmsche Handelsvereeniging
geschiedenis van Haarlem
17e Jaargang.
baandag il September I8S9
He. 4970 b
HAAILEM'S DA8BLAD
AJBQITIïSrmEvdZSIISrTSIF'IR.XJ'S
^oor Haarlem per 3 maanden. 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een A eren t gevestigd is (kom dei
gemeen to), per S maanden1.80
franco door het geheele Rijk, per B maanden1.65
Afzonderlijke nummers0:05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.8U
„de omstreken en franco pet posr 0.37b?
Directeur-Uitgever
AJ3 v -Eiir&TEnsra'f ni n~:
Van 1 —5 regels 50 Gis.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per Tegel.
Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze
eu door alle Boekhandelaren en Courantiera.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux; Kleine Houtstraat. 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten poot to ÊmJenkind: Compugnu. General* >h FuhlHtê Eiranipre G. L. DAUBE Jt Co J<U!X F. .J"XfCS, $wc.. Parijs Slim Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjis der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloe.menda.al, Sandpoort en ScholenP. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; SpaarndamC. HARTENDORP; Zandvoort, G. ZWEMMER;
V eisen, W. J. RU IJ TER; BeverwijkJ. HOORNS; Hülegom, ARIE HOPMAN. Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eu Advertentiën aan.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Ooedgek. bij Kon. Besluit van
12 Nov. 1892, No. 29.
De Haaxlemsche Handelsvereen. telt
thans ruim 650 leden, dat is veel, doch
niet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar, zijn belang begrijpende, moet
rich aansluiten. De contributie bedraagt
slechts f 2.50, terwijl de voordeelen
groot zijn.
Rechtskundige adviseurs zijn de hee-
reu mrs. Th. de Haan Hugenholtz en
H. Ph. de Kanter, Spaarne 94, welke
gratis advies in handelszaken geven
aan de leden en voor hen gratis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, door bemiddeling der
I advocaten gedaan, wordt 5 berekend.
I Bankiers der vereeniging zijn de heo-
I ren Laane van Bemmel, Kruisstraat
I hl-
Alle brieven of aanvragen (ook opga-
ven voor het lidmaatschap) moeten ge
richt worden aan het bureau der ver
eeniging, 22 Lange Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogelijk is H.H.
leden nauwkeurige informaties te ver
schaffen omtrent alle firma's in Ne
derland.
De kosten dezer informaties bedragen
50 cents per adres, plus 5 cents voor
i porto, en moeten vooruit betaald wor
den aan het bureau. Informatien naar
binnen de stad wonende pc-rsonen gra
tis.
Ruim 650 infonuatiën en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloopen
jaar verstrekt.
In Augustus zijn 21 vorderingen tot
een bedrag van f 759.73betaald;
vorderingen -worden afbetaald, 8 vorde
ringen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 dient het Geheim
der Maandlijsten ongeschonden bewaard
te blijven.
H.H. Leden worden er op attent ges
maakt, dat pretentiën, buiten de stad
in te vorderen, niet worden behandeld,
tenzij portovergoeding (10 cts.) is bijge
voerd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend iederen werkdag van 's morgens
9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een der bestuursleden
aanwezig en bereid tot het geven van al
le gewenschte inlichtingen en wel Maan
dag en Vrijdag van 1112 uur v.m.,
de overige dagen van 34 nm.
Het Bestuur van de Haarlernsche
Handelsvereeniging bericht aan de le
den. dat C. VISSER. Haarlemmermeer
bij het stoomgemaal ..Lynden" en han
delende in Tabak, Sigaren en Maraufao-
turenpevesligd was Barrevoetestraat
3, en dat omtrent hem informatiën zijn
te bekomen aan het Bureau.
HET BESTUUR.
DOOR
W. P. J. O VERMEER,
Amanuensis der Gemeente-bibliotheek.
XL
De. Haarlernsche Schutterij.
Het behoeft voorwaar geen betoog,
ïd-ait het „schutteren" in dein togenwoexr-
Id'igen! tijd mt juist niet één der aann
1 genaaimste plichten is, welke mem ts
I vervullen heeft als inwonen" van den
j'Stalat, (uitgezonderd natuurlijk de be-
voorrechte ingclijfden bij het rustend
gedeelte), ein een ieder oordeels voor
zich welk nut en voordeel uit dezen talk
Vaar verdediging voortspruit. Vroeger
I echter, toen, heb legc-a- niet bestond of
('geheel anders georganiseerd was dJairu
Rieden ten. dage, va.? de schutterij on-
I ent heerlijk en menig voorbeeld' van va>-
I dau'lamdsliefde en trouw is er van vcr-
(öeuwigd geworden, En al moge er blijdi-
.sahap heierscheni, wanneer zie eenmaal
[opgeheven wordt en da korte jassen en
'chaoot te alleen besteimidl zullen worden
I voor figuranten op die tooneelpl'anken,
I toch gaat er -data een traditie verloren,
I die reeds sedert 10 eeuwen oud is en
(dagt.eekent van de opkomst der stedien.
I De toestand vain de inwoners van
(ons land, ook vain de stedelingen, was
do eerste tijden, volstrekt niet te
f benijden, en hun staat grensde zeer nar
I bij aan slavernij'. In de 12e en 13e eeuw
I kwam Iiier echter verandering ini dooren valn het recht om dien te dragen.
het- ontwakend gevoel van vrijheid, en
het zijn vooral de kruistochten die hier
een zeer grooten invloed op hadden. Het
spreekt van zelf, dat handel en, nijver
heid hierdoor meejr en nneer begonnen
te bloeien, diat de welvaairt vermeerder-
die en de zucht naa/r zelfstandigheid de
verzwakking van dia macht- van den, atdel
tengevolge had. De vrijgeworden lijfei
genen vórmden zich tot vereenigingen
oonrniiuni taties) fcr onderlinge bescher
ming en i>ed:cr lid legde den eed; af, dat
hij bij1 gevaar het recht dier gemêemte,
zou helpen verdedigen. Deze steun was
voor de vorsten, hoogst belangrijk en;
op hun beurt begunstigden, zij- d'Q bur
gers ook door het geven van rechten-
en pr ivilegies. Het aantal manschappen
dlajt de graaf kon. oproepen was bij oude
haradivesten bepaald'; zoo' moest Haar
lem bv. 64 en, Leiden 25 man te velde-
brengein, terwijl Rotterdam eveneens 25
man met nog 'n koggeschip geven moest.
Uit bovenstaande omstandigheden ont
leen en de schutterijen haar oorsprong.
Men begon thans met zich te oefenen
in -den. wapenhandel, eene bezigheid,
welke tot nu toe alleen door dien adel
beoefend was, doch stuitte daarbij op
verschillende moeielijkheden, daar me
nigeen hierin verhinderd werd tenge
volge van zijn bedrijf of ambacht, en
bovendien de kosten tot het aanschaf
fen der wapenen,, d;s finamcieeLe krach
ten van velen te boven gingen. Spoe
dig vormden zich echter vereenigingen,
die zich op ge-zette tijden oefendien in
het hantearen, dea^.wapen,en. Om. zich
beter tegen de woeste invallen dc-r Ha
nen. te kunnen beveiligen, werdteni de
ingezetenen in den wapenhandel geoe
fend door Dirk II, en hij- liet zoo nu en
dan ren- en steekspelen houdten, waiapr-
door niet alleeni een gi-oote handigheid
werd verlu-egen in: het- omgaan met de
wapenen, dóch waarin, vooral paardrij
den, vlugheid' emi moed op deni voor
grond traden. Eene zoodanige -schutte
rij- was ook in onze Spaarnsistaidi en hoe
wel ze niet van de 10 eeuw dagt eekent,
is ze reedis zeer oud en. steeds een, op-
misbare steun geweest voor de inwendi
ge rust. onzer stad eoi de- veiligheid' ba
rer inwoners.
De schutterijen, opgericht in. alle ste
den van Holland, noemlde men- „de, se-
nuw-en end ei d!ei raagt van het .gemeyne
beste"." Zij; warenverdeieldi in. twee af-
deelingen, nl. -die van den kruis- en die
Vara, den handboog, naar gelang van
wapenen, welke zie hattiteerdle-n. vóór de
uitvinding vara, het buskruit. D'ci edele
ridder van Sint Joris, (men denke aan
die nog bekende afbeelding van: S-t. Jo
ris met deni draak), wais verreweg dóór
de meeste schuttersgilden als1 bescherm
heilige c-f na-troon aangenomenterwijl
Si.ut Sebastiaau d'e patroon was dter
handboogschul-teiis. Toen. de vuurwape*-
nen meer en meer in zwang kwamen,
werd- er nog eene der d'e- sóórt «óbubteirs
ppgeriaht, die- zich oefen-den. in liet ge
bruik d'«|r Kolveren (geweren), en daiar-
oni den naam verkregen van Kolveniers,
C loven iers of Cluveniea-s.
De Haaa'lcmsche schutterij-kleeding
bestond uit tweekleurige rekken met.
zilveren uitmonstering en een zilveren
eereteeken, n-aajr het wapenschild! dei-
stad. Aan zienlijke sommen werden-
jaarlijks aan d.o kleeding besteed door
die stedelijke regeeringen, ten cin.de te
gen andere planteen te kunnen, wedijve
ren en dikwijls vermeerderden. ze de
praial dter plechtigheid door dc pracht
lrann er uitrustingen
Teen in 1474 Hprlcg Karei van
Bcurrgcndië helt beleg voor Nitys had
opgeslagen, eu „die steden van. Holland
aide ar hun volk van wapen,en- sondlen,
poortaren en soudteniereai met verschil
lende kleeding en elk van zyne stad
over het harnas", riepen. d,e belegerdlen
hun aanvallers spottend to;e Da win
ter komt, want) cue bonte kraaien- ko
nreu. in het land en ze moet. wel een
bont gezicht opgeleverd hebben, zulle
eene legerplaats, waar de' poorters van
versshillénidta stelden, vea-eenigd waren,
allen in de kleuren hunner stad' gedost,
doch voqraiT do schutters, die met covel
en p al our versierd!, in pracht van. uit
rusting voor die edele-n niet bekoefdlen.
te wijken. De twee voornam ei deel en.
dtea* schu t ter ski eed i ng bestond.'cn uit een,
schut- of wapenrok en hef hoofddeksel,
-schut covel genaamd. Het dragen van
zoo'n hoofddeksel werd voor zeer eeivol
gehouden, en in Utrecht bood men
zelfs den Bisschop zoo'n muts aan. Ver
wijdering uit het schuttersgilde ging
gepaard met ontneming van, den. ooval.
Er werden- schutterghuizen opgericht,
waarin behalve eene achutterszaal, ook
een bui ten terrein, was, waar ze geoev-
fend weiden in het -schieten.,
Deze gebouwen kregen, dletni naam van
Doelen, (zooais hedien nog), en- die naam
werd ontleend! aan bet feit, dia.t men
op deze plaats) schoot naar het „wit"
of „doel". Deze Doelen, waren prach
tig ingericht., voorzien van verschillen
de zalen voor da hoofdlieden en het
houden van schuttersmaaltijden. Hier
ter stede had men in 1456 de Doelen dei-
Sint J oris-schutters, welke zich bij de
Ramen bevond en die Doel'en, van de
Oude Sc-huts heette.
Later bevond zich in. d!e Gasthuis
straat-de Doelen der cluveniers.welke-nog
bestaart, en lio-ejn; bij; ejenl hlelvigsni bratnd,,
waarmede Haarlem, in 1576 geteisterd
werd, 449 huizen in die asch -gelegd' of
beschadigd werden, verbrandde eerst
genoemde Doelen en werd: het Klooater
der Nonnen van Sint, Miehiel in. de
Groote Houtstraat hiervoor bestemd,
dat later weer d,e bestemming van Hee-
reinlogeanient en Proveniershuis ver
kreeg. De in,ag bestaand'ei Dóellsh-aati
dankt halar naam aan dit gebouw. Laat-
ons eqrst echter de Doelens alhier even
laten rusten en ons bezighouden: met
één dor excereitiën, nl. het schieten,.
Het schieten was eiene hoofdzaak era, er
•werd' dian aok zeqr veel wenk vara- ge
maakt-. Het bestond' hoofdzakelijk in
het schieten naar den papegaai, een vo
gel op een spar geplaatst-. Deze gewoon
te vinden we nog in onze dagen terug
in de .jaahlijikselie feesten \un scherp-
■sehut tcirsv ereenigingon, waarvan; enkele
nog werkelijk voortzettingen! zijn. van
een. oud' schuttersgilde. Doch onze Haiaa-
lernsch.e schuttea-s waren niet alleen te
vreden met- hun kunst- te toonen op, de
binnenplaats dar Doelen, doch namen
ook deel aan wedstrijden in. vreemde
plaatsen, en onze bekende dichter Amp-
zing, bezingt ze ook na. een gehouden
wedstrijd) te Mechalen, waar ze juwee-
len als prijs wonnen. Hij zegt d!an o.a.
..En dat zij; ook van ouds dten, boog,
wel hand! en konneini,
..Getuigt de padje genoeg, die zij te
Meoheleai wonnen.
..Dat hier d'e kerk vertoont, hoewel
geen Kerken werk,
„Het voegt wel in een Doiel, maiar niet
in Go-de? Kerk".
Uit het bovenstaande blijkt ook, dat
hoe ingenomen de dichter ook is, met
de e.er dor overwinning der Haarlern
sche schutters, hij; het toch laakt, dlat
zoo'n wedstrijd gehouden we-rd in een
Godshuis en de plaats hiervoor een
Doelen is.
Da naimeu der schutters onzer stad,
die in genoemden wedstrijd de juwee-
len wonnen, sijn d'e volgend!©Claes
Bogema-ker. Govert Arentez. Simon
Moenens, Laurens Ja-nsz., Cla,es Ha-
rinc, Timon Jaicobsa,, Henirio Jacob
Broers, Gysbert Jaicobsz., Cla-ea en Si
mon Outvaer,
In 1420 -stelde d'e magistraat van
Haarlem eene schutterij in, de oude of
kruisboogschutters, ter sterkste va,n 120
man, era. twee jaar hierna werd' d'e voet-
boogschutterijl met Sint Joris tot. par
troon, opgericht. Het wa.s deze laatste
schutterij, welke haar Doelen bij db
Ramen had-.
(Wordt, vervolgd)
coustruetie uitblinken en volgens de
nieuwste fabricage zijn vervaardigd,
zijn bestemd voor het pas opgerichte
fanfare corps „St. Caecilia," onderaf
deeling van den Ned. R K. Volksbond.
De keurige verzameling blijft tot.
5. Maandag geëxposeerd.
Installatie.
In een plechtige zitting van de
Arrondisseoients Rechtbank alhier
van Viydag 15 September 1899,'s na
middags te 3 uur, zai de installatie
plaats hebben van den beer mr. C.
G. ven Reeken, als rechter in gemeld
college.
Op het Museum van Kunsiuiiver
heid alhier züllen aanslaande Zin-
dag de afgietsels der medailles en
penningen, vervaardigd door béden-
daagsche Fransche ar listen, voor het
laatst in de raadzaal tentoongesteld
z\ju.
De verzameling aardewerk werd
weder met eeuige good geslaagde
werkstukken, vervaardigd door Bel
gische en Diutsche poltebakkers, aan
gevuld.
Zondag is het Museum geopend
van 10 - 4 uur.
Muziekvereniging „St.
Caecilia
Konden wij voor oenigen tyd mel
den, dat de heer J. Blad eeu geheel
muziekkorps en wel de muziekvereeni
ging „Na Arbeid Kunst", die onder
zyue leiding nu reeds goede vorde
ringen begint te maken, van de uoo-
dige Instrumenten had vootzier_
thans piykt voor het raam iu hei
magazjja Kleine Houtstraat msschen
groen 011 planton wederom eene zeer
fraaie collectie.
Deze instrumenten, die door fraaie
BlUMEMLÈkUQ.
Ned. Journalistenkring.
Het Secretariaat vsd den „Neder-
landscLen Journalistenkring" verzoekt
het volgende mode te deelen
HetBestuurvao den Nederlandsehen
Journalistenkring beeft, na gepleegd
overleg, inzake eener actie van de
Nederlandsche Pers ten gunste van
de Transvaal, bezwaar om in te gaan
op het voorstel, door den heer Vau
Gilse op de laatste Algem6ene Ver-
adering te Rotterdam ter tafel ge-
racht, aangezien bet deu Kring
brengen zoude op eeD weg, tot nog
toe niet betreden en die ligt buiten
het terrein, door de statuten afgeba
kend. Het Bestuur meende te moeten
betwijfelen, of het de goedkeuring van
de leden zóude wegdragen, indien, zy
het dan ook by uitzondering, op deze
wy'ze werd opgetreden, alsmede of
zoo'n optreden by de continentale
Pers wel het gewenschte gevolg zou
hebben.
In die omstandigheden meendo het
Bestuur, hoezeer ook de gevoelens
waardeerende, die den beer Van Gilse
tot het doen van zyn voorstel dreven,
dat onthouding cie allen evenzeer ter
harte gaande belangen van de Trans
vaal niet schaden zal.
Een telegram aan Koningin
Victoria.
Uit Amsterdam werd Donderdag
het volgend telegram door liet Neder
landsche Comité voor Transvaal aan
Koningin Victoria verzonden.
„Aan Hare Majesteit Victoria,
Koniugin van Groot-Britan-
nië en Ierland, Balmoral
Castla, Schotland.
„Met diepen eerbied richt zich het
Nederlandsche comité voor Transvaal
tot U. Engeland's edele Sonvereiue.
Plichtsbesef rechtvaardigt, deze stoute
daad. Ons woord draagt het karakter
van eeu bede en die bede luidt
„Machtige Vorstin, verklaar onzen
Tranwaalscheu broeders den oorlog
niót.l"
Het Nederlandsc.be Comité voor
Transvaal vraagt n dit, uituaamvan
duizenden zyner landgeuooten, ter
wille van het Engelsche volk, dat te
hoog staat, om ontelbare levens te
offeren op het altaar van den Mam
mon, ter wille van de burgers der
Zaidafrikaansche Republiek, wier
oaafhankelykheidsgi voelen godsdienst
zin aan uwe Christenuatie gewis eer
bied afdwingt; ter wille van do ge
heele blanke bevolking vaD Zuid-
Afrika, die door een oorlog aan eene
zee van rampen wordt blootgesteld;
tor wille van de gansche beschaafde
wereld, in wier hart de teedersie
snaren, by het vernemen der vredeleuze
hebben getrild; ter wille van Uwe
Majesteit zelf, wier naam bij tydge
noot en nazaat in dubbele mate zal
gezegend worden, als uwe vorsteiyke
hand den draad van de eendracht om
don aardbol blijft spannenIn naam
van de beiangen van de raeuschheid
en van bet Koninkrijk Gods, heilig
voor Vorst en onderdaan, landgenoot
en vreemde, smeekt bet Nederlandsche
Comité voor Transvaal Uwer Maje
steit om behoud van den vrede. Dit
ware de schitterendste kroon op Uwer
Majesteit's gezegende regeering."
Machinisten en Stokers.
De Bond van Machinisten en Sto
kers heeft besloten, dat zoo Zondag
niet vi6r vyfdeder sleepbooleigenaars
het nieuwe contract heeft geteekend,
wederom een werkstaking zal worden
uitgelokt.
Gemengd ÜSieuws.
Proces-Dreyfus.
Voor een zaal die letterlijk bestormd
is door liet publiek wordt Vrijdag
ochtend de zitting van den krijgsraad
geopend. Het is vijf minuten over
half ze?en. Het kleinste hoekje is be
zet. Alleen blijven enkele voor de ge
tuigen bewaarde plaatsen onbezet ten
ge?olge vau de afwezigheid van de
officieren. Dreyfus wordt binnengeleid,
zoodra Jouaust de zitting geopend
verklaart. Hy is volmaakt kalm en
schrijdt voort met denzelfden krani-
gen en zekeren tred dien men van
hem gewoon is sedert het begin van
het proces. Hy salueert voor den
krijgsraad on de verdedigers en gaat
dan zitten aan den voet van de tri
bune.
Demauge begint zyn pleidooi. Hij
teekent allereerst verzet aan tegen de
woorden van een getuige die heeft dnr-
durven dat alwie geloofde in de on
schuld van Dreyfus tegen het leger
en het vaderland front maakte. Ik
verklaar, zegt Demange, dat deze ge
tuige mij niet kent; hij kent evenmin
de gevoelens van Labori. Ik zeg u
eenvoudig dat wy hier niet zoudsn
8'aan, indien deze woorden waar wa
ren. Toen ik de hartstochten ontke
tend zag en ons land in gevaar, heb
ik, een soldatenzoon, alle leed mede
geleden. Ik had altijd mijn oogen ge
vestigd gehad op het Duivelseiland,
waar bij lerend begraven was die,
ik verklaar het uit den grond van
myn hart, een martelaar is. Ik heb
myn plicht gedaan, een plicht die ook
de uwe is, en die plicht eisebt dat het
werk der gerechtigheid voltooid wor
de. (Beweging).
Er moest, vervolgt Demange, een
ernstig vermoeden van onschuld be
staan, om het eerste vonnis te kunnen
vernietigen. De taak om de onschuld
van Dreyfus te bewijzen rust niet op
onshet openbaar ministerie moet
aactoonen dat Dreyfus schuldig is.
De onschuld van Dreyfus moet schit
terend en volkomen bly'ken, gy moet
haar verkondigen. De rechters van
1894 waren rechtschapen zuanueu
evenals gij het zijt. Hun overtuiging
is voortgesproten uit het borderel. In
dien zij op dat oogenbük bot schrift
van Esterhazy hadden gezien, zouden
zy anders gevonnist hebben. Demange
spreekt van de inlichtingen in 1894
aangaande Dreyfus verschaft.
In tegenwoordigheid van Forzinetti
heeft hij altoos zyn onschuld betuigd.
De verdediger least gedeelten voor uit
de roerende brieven, door Dreyfus
aan zijn gezin geschreven. Daaruit
spreekt wet do hoop vau zyn hart dat
zyn onschuld aan 51 licht moge komen.
Hij brengt de kraten van Dreyfus
„Binnen drie jaar zal men myn on
schuld erkenaeu" in herinnering. Uit
mijne bemoedigingen, vervolgt- Deman
ge, had Dreytus deze hoop op gerech
tigheid geput. Demange zegt, waarom
hy, bewogen door de roerende klach
ten van deu veroordeelde, hem dezen
troost niet heeft kannen onthouden.
Dan spreekt hy van den brief, waarin
Dreyfus zyo onschuld betuigt eu zich
beklaagt over hot galeiboefregime, dat
men op hem toepast.
Op zekeren dag, ua eeu hartaan-
doemng, gebroken naar lichaam en
ziel, spreekt Dreytus nog den wensch
uit om te mogen ieven, opdat. hein.
gerechtigheid en eer geschiede. Op
nienw bezweert hij dat hy geeu ver
raad heeft gepleegd, dat hy het bor
derel niet geschreven beeft, en smeekt
hy uit naam van zyn vrouw eu kin
deren dat rnea hei- ouderzoek hervatte
waarvan liy niets te vreezen hoeft, lu
eeu brief aan zijn broer is iiy eeu mau
die schrijft aan een ander man. „Ster
ven, zegt by, zou eeg weldaad voor my
zyn; maar het zou een schande zyn voor
Lucïe en mijn kinderen.Zich op teoffe-
ren een voor edele zaak is goed, maar
lyden voor een ellendeling is afschu
welijk." Eu de veroordeelde hernieuwt
dan zyu smeekiugen om het onderzoek
voort te zetten. Ik wil leven, zegt
Dreyfus iu zijn brievenen hy ver
klaart altoos met- toewijding de eer
van de driekleurige vlag gediend te
hebben. Ik verdedig liever, vervolgt
Demange, handige comedianteu dau
een af te oprecht beschuldigde. Hij
leest tal vau brieveu voor, mei name
één aan Boisdeffre van 1897, waarin
Dreyfus hem oui zijn edelmoedige
medewerking vraagt om hem de vry
heid terug te geven waarvan men hem
heeft beroofd, terwijl ellendelingen
vry rondloopen. Id brieven aan zijn
broer smeekt bij hem zijn ODderzoek
voort te zetten, maar het belang van
het land te ontzien. De Boisdeffre
ontving den brief, maar heeft hem niet
verder doorgegeven. Is dat geen kreet
van een onschuldige? Vijf ministers
van oorlog hebben hem schuldig ver-
klaardmaar er bijgevoegd dat hst
bewys onmogelijk te leveren was.
Daarna hebben de Boisdeffre, Gouse
en Roget hem schuldig verklaard
gelukkig hebben zij hier getoond dat
huu overtuiging bewijzen behoeft- Zjj
zyn slechts met vermoedens aangeko
men, terwy'l Mercier hier gezegd heeft:
Hier is het materieele bewysmaar
hy kwam slechts met waarschijnlijk
heden aan. De generaals hebben ech
ter de zaak bestudeerd op het oogen
bük dat de kwestie van de eer van
het leger zich opdeed en zy werden
dagelijks aangevallen. Zij waren voor
ingenomen tegen Dreyfus, wat hen
belette aan zyn onschuld tegelooven.
Hy brengt aau de generaals, die ech
ter niet anders hebben kunnen han
delen, hulde.
Demange gaat de kwestie van de
bekentenissen na on de bewoordingen,
waarin Lebrnn-Renault ze den 7den
Januari 1895 heeft overgebracht. Den
4deu Juli 1898 bracht Renault aan
Gavaignac een ten naasten by gelijke
verklaring over, opgeteekend in zijn
zakboekje, den dag na de degradatie
De woorden van Dreyfus geven slechts
de gedachten van du Paty weer. Deze
beweert het tegendeel, maar het is
Diet noodig veel over du Paty te
spreken. Zeker is dat de verbeeldings
kracht een veel grootere rol speelt in
de daden van du Paty dan de rede
neering. Het rapport van du Paty
van den dag na de samenkomst met
Dreyfus is verdweueD. Waarom?
Maar er bestaat een brief, door Drey
fus den 31sten December 1894, den
dag Da verwerping van sy'n voorzie
ning in hooger beroep, overhandigd.
Daarin wordt verslag gedaan van zijn
gesprek met du Paty, wien by ver
klaarde nooit eenige betrekking gehad
te hebbeu met een vreemden agent
en dat hy onschuldig was. Hy gaat
de bewoordingen na, waarin Gonse
de door Renault opgegeven woorden,
aan deu minister overbracht, woorden
die hij beschouwde als een bekentenis
of het begin vac een bekentenis, als
een mengsel van lengen eu verzwij
ging. Demange vindt de door Renault
opgegeven redenen om zich te recht
vaardigen dat hy Perier niet over de
bekeutenissen had gesproken zonder
ling. Hij verwondert zich dat Renault
in het rapport van 1897 niet den in
vloed heeft vermeld van dn Paty op
de woorden van Dreyfus. Hoe is te
vei klaren dat in 1895 Saussier zich
niet- heett bezig gehouden met de be
kentenissen en Mercier du Paly niet
naar Dreyfus heeft, gezonden om ver
der aan te dringen, toen 5y vau de
bekentenissen vernomen had. Het Hof
van Cassatie heeft de legende van de
vermeende bekentonissen t9 niet ge
daan.
Demange behandelt nu het geheime
dossier dat. hier samengesteld is en
niet uit het buitenland is gekomen.
Hy gaat het si uk „Zweifel-Beweis"
na en komt tot de slotsom dat dit
veeleer op Esterhazy slaat. Men kan
er de sporen in vinden van een hor-
iuneriog aau de diensten van Esior-
hizy, want men weet dat Esterhazy
bekend heeft in 1894 en 1895 op aan-
8t ch'.ing van Handhorr iu betrekking
gestaan te hebben met vreemde agen
ten. Demange verzoekt de rechters dit
stuk ingedachte te houden, het siaat
niet. op Dreyfus. Ten aanzien van den
„brief van Dayignon" komt by tot
dezelfde conclusies, toespelling ma
kende op de verdwyning van stuk
ken di8 aau bet ministerie van oorlog
zijn goconstateerd. Hy merkt op dat
er nooit meer dan Óen verdwijning is
geweest van plans directeurs,w wat
bewezen wordt' door de stukkeu 17
en 18 van hot geheime dossier. Men
zegt dat Dreyfus zich „plans direc
teurs" heeft kunnen verschaffen, maar
in het stuk „Ce cauaille de D." zegt
men dat 10 tot 12 plans zyn geleverd.
Nu zyn de plans van het ministerie
vereeoigd en vormen slechts éen groote
kaart, waarvan het onmogelijk ge
weest zou zyn 10 of 12 exemplaren
mee te riemen.
De brief van den agent B. (Paniz-
zardi) aan A. (Schwartzkoppen), om