'21
Smee-Sionin-Kachelkolen.
Haarlemsche Gasfabriek.
Praatjes ever Natuurkunde en
geneeskunde-
Prijsraadsel,
Brand verzeker» ig-
Maatschappij
Zijlstraat
G, Sfessels,
Kampervest 17rood.
Rookworst^
Assurantiekantoor,
T. C. NIEPHAUS,
s
a
hi
M «3
U
Gebr. VOGEL,
Prijs dier ©okes.
^ttirere Beschuit,
kippevel kreeg, „ze zuliea ldq toch
niet goedkeuren."
Maar zo keurden heoi goed, want
h| was slank en krachtig gebouwd
en de keuringscommissie zag in deze
ook als vole andere menschen „wat
roor oogeu was." Hadden zjj door zjjn
•chedel kunnen zien, wellicht ware
bjj vrijgekomen en bad hjj naar zjjoe
ossen kunnen terugkeeren, maar thans
werd hg op een goeden ochtend in
de uniform gestoken, zichzelven tot
}«ed en anderen ter kwelling.
De dienst begon en Meier gevoelde
z'ck gelukkiger d3n hjj in zjjne
stoutste droomen had duiven denken.
Sterk en krachtig als hg was, ver
droeg hjj de vermoeienissen van het
exerceeren met het grootste gemak
het leven in de kazerne, het verkeer
met even jonge en gelijkgezinde
kameraden beviel hem uitstekend, en
hij vond dat alles niet half zoo erg
was, al9 hjj zich had voorgesteld. Ja,
hg was bijna volkomen gelukkig en
tevreden, maar dat alles veranderde
opesDS, toen de „theorie" begon.
Wat daarbij verwacht werwas
meer dan tien meDSch6n met den besten
wil ter wereld vermochten te geven
iedere min out die hg rrjj had be
nutte hg om, met het „theorieboekje"
gewapend, het verlan.de in zijne
hersens te pompen, en als by dan na
lange marteling meende het te weten,
bemerkte bij een half uur later, dat
bjj nog dommer was dan te voren I
„Meier, uit hoeveel deelen bestaat
het geweer Maar de gevraagde wist
het nog cltgd niet. Evengoed had men
hem kunnen vragen waarom het om
twaalf- en niet om elf uur middag is.
„Nu, weetje het baast?i'
Dat klonk als bet dreigen vau een
geweldigen storm, die in staat is alles
wat vast staat neer te werpen
maar Meier zweeg nog altjjd.
Een oogenblik scheen het als wilde
de onderofficier zich op den armen
kerel werpen daarop evenwel stopte
hjj de handen in de onpeilbaar Jiepe
zakken van zjjn pantalon.
„Neen Meier, gjj zjjt te te te
te ontzettend dom. Hoe dikwijls heb
:k je riat reeds gezegd, dat een ge
weer vjjf deelen heeft, vjjf, vjjf, vjjf
kunt gjj dat nu niet onthouden
„Tot uw dienst, sergeant."
„Tot uwdieust zegje altjjd dqo
liever wat beter je dienst en steek je
■navel in jo theorieboek 1"
„Tot nw dienst, sergeant. Aan
ai het verschrikkelijke komt een
einde, en de onderofficier ademde
verlicht op, toen het uur sloeg dat
de theorie W33 afgeloopen. Het exer
ceeren begon en bjj het „handgrepen
doen" was Meier het beruchte golal
„vjjf" reeds lang weder vergeteu, toen
de sergeant nog altjjd in gedachten
bezig W38 hoe hjj den dommen re-
cruut het ongelukkige getal zoo in
stampen. Daar viel hem plotseling iets
in, da' hjj voor zjjD doel wel geschikt
acute, 't Was eeu oud rjjmpje en
onmiddellijk riep hjj Meior bjj zich.
„Meier, hoeveel deelen heeft het ge
weer Maar Meier bleef weder
het antwoord schuldighij bad een
geheugen, als een zeef zonder bodem,
en niet voor ai ie schatten ter wereld
had hjj liet bewuste getal kunnen
noemen. In stramme houding stond
bij voor zijn superieur, maar een
lichte siddering liep hem door zjjn
leden en hjj dacht: „Nu zal het los
barsten 1"
Maar iets geheel onverwachts ge
leurdede enderofficier legde wel
willend de hand op zjjn schouder en
zeide kalm „Meier, gjj zjjt een rechte
schaapskop, maar dat hindert in «lit.
geval nietik zal er voor zorgen, dal
gjj mettertijd een nuttig lid der maat
schappij zult worden. Daartoe is het
evenwel in de eerste plaats noodzake
ljjk, dat gjj weet uit hoeveel deelen
het geweer bestaat, want bet geweer
ïs in zekeren zin uwe bruid en even
goed als gg uwe bruid moet kennen,
moet gg ook uw geweer kennen. Dat
begrjjpt gg toch wel
„Jawel sergeant."
„Nu dan, let dan eeos op. Er is
een oud rjjropje, dat zal ik je voor
zeggen, en als we weer in de kazerne
zgn, komt ge by mg, dan zal ik het
voor je uitschrijven; dan leert gebet
van buiten, en als ge 's avonds slapen
gaat en ook als ge 's morgens wordt
gewekt, zegt ge het vjjftig maal op.
Verstaan
„Jawel sergeant". En Meier wil
het saluut maken en zich omkeer en,
maai de sergeant beduidt hem te
blyveu staan en voegt hem toe: „Meier,
je bent toch een ezel 1 heb ik je het
versje nu al voorgezegd?"
„Ne8U sergeant".
„Nq dan Luister en zet je ge-
hoorsche'.pen zoo wjjd mogeljjk open
-Vijf zinnen heet'teeu menschenbind
Vjjf deelen aan 't geweer men vindt."
Dat leer je vau buiten en als je du
maar aau niets anders denkt dan aan
deze woorden, zal je langzamerhand
wel leereu uit hoeveel deelen een ge
weer bestaat"
Daarmede was het onderhoud afge
loopen en het exerceeren werd voort
gezet.
In de kazerne teruggekeerd, ver
voegde zich Meier onmiddellijk bij
den onderofficier eu nam vaD hem
hei papier, met bovenstaand rjjmpje
keurig beschreven, in ontvangst mei
een eerbied en een voorzichtigheid als
kreeg bij een kostbaren schat te be
waren.
Onmiddellpk begaf hjj zich naar het
hoekje waar bjj gewoonlijk „studeerde",
nam er op zijn hooten bankje plaats
«leunde zjjn door zorgen gekweld
hoofd in de banden en ving aan
„Vijf zinnen enz.
En hjj leerde voortdurend.
De tjjd ging voorby en de dag dat
de reernten zouden afexcerceeren
naderde. Eene koortsachtige opgeffon-
heid had zich van al de kazernebe-
woners meester gemaakt, want die
dag is voor den soldaat de belang
rijkste van zijn geheelen diensttijd.
Dan komt het er op aan te toonen
wat men heeft geleerd en ieder koestert
natuurlijk den wensch dat alles
„klopt". Zelfs de vuilste soldaat
tracht er bij deze gelegenheid netjes
nit te zien, en na verloop van jaren,
als de soldatenrok reeds lang is uit
getrokken, denkt men nog met vreugde
aan dezen dag van africhting terug.
De eischen, dan gesteld, zgn niet
licht 6d in de laatste dagen voor den
gewichtigen dag wordt zóólang en
zóóveel geëxerceerd, dat alles eindelijk
van een leien dakje gaat.
„Dus morgen is het zeker de ge
wichtig8te dag", zeide sergeant Harde
tot zijne onderhebbende manschappen,
„en ik verwacht van jelui, dat je
mijne lessen niet te schande maakt
en zorg draagt, dat ik van den overste
een woord van goedkeuring ontvang,
want dat is het hoogste wat ons kan
te beurt vallen. Voor het exerceeren
bin ik niet bang, maar voor de
theorieKinderen, zal het ook
daar gaan I Dat zeg ik je, een supe
rieur kan meer vragen dau duizend
ondergeschikten kunnen beantwoorden.
Nq Meier, hoe staat het er nu by
jon mede, uit hoeveel doelen be
staat bet geweer?"
Maar de gevraagde bleet weder bet
antwoord schuldig. Dagen en weken
had hg op het versje gebeten en het
zóó goed van bniteu geleerd, dat hjj
het van voren naar achteren en van
achteren naar voren kon opzeggen
maar nu bij er zoo plotseling werd
voorgezet, was alles weder verdwenen
en hjj gaf het antwoord, dat hg ge
woonlijk gaf:
„Moet jij, stomme kerel, mjj nu den
avond nog bederven 1" brulde de onder
officier: toen evenwel bedenkend dat
een recruut, als men hem niet geheel
van streek wi! maken vóór het af-
exerceeren, met zachtheid en welwil
lendheid. dient te worden behandeld,
voegde hg er op hartelgken, bemoe
digenden toon aan toe
„Nu, Meier, maak je maar niet on
gerust, je hebt nog 2-4 uren tyd eu
dien tyd kan men nog veel leeren.
Als ik morgen „theorie" vraag, zal
ik het zóó inrichten, dat ik jou vraag
uit, hoeveel deelen het geweer bestaat;
dat antwoordt ge vijf, en dan is het
in orde. Je moet maar gedurig aan het
ersje denken, dan loopt bet wel
goed af."
Een kwartier later zat Moier weer
in zjjn hoekje, maar thans was het niet
stil. want een onafgebroken komen
eu gaan, een telkens nieuw onderzoek
van het gepoetste on ingepakte be
letten hem geregeld te leereu, terwijl
by bovendien nog aan allerlei dingen
moest deeinemeD en doodmoede was.
toen hg ging rusieD. Gedachtig aan
bet voorschrift van den onderofficier,
ging Mj evenwel niet slapen vóór hjj
nog eens vijftigmaal had herhaald
„Vijf zinnen heeft een menacheukind -
Vijf deelen aan 't geweer men vindt."
Een halve minuut later sliep by in
maar zyn slaap was onrastig; het
getal 5 kwelde hem als een nacht
merrie en allerlei schrikbeelden plaag
deu hem waarin het getal 5 eene eerste
rol speelde.
Eu toen hot 5 uur sloeg, werd hij
met, zijne kameraden gewekt.
Het gewichtige uur was aange
broken. De voormiddag was door de
inspectie en het exerceeren in beslag
genomen en IJaide's afdeeling had
een goedeu indruk gemaakt. Hoe meer
evenwel het uur van het „hersenonder
zoek" naderde, hoe meer Hard6's trots
begon te verminderen, tot hy eindelijk
zoo ver kwam, dat hy met een bang
hart het uur van bet theoretisch ge
deelte zag aangebroken.
Daar betradt de overste, gevolgd
door eenige officieren, de kamer. „Wel,
onderofficier Harde, wilt ge met het
onderzoek van het geweer aauvangen
't Is niet zoo heel gemakkelijk, maar
uwe manschappen hebben dezen mor
gen zulk een goed figuur gemaakt,
dat ik niet bang ben of dit zal ook
wel goed afloopen. B -giti maar
„Tot uwen dienst, overste 1 Peter
sen, waarmede is de Duitsche infanterie
gewapend
'88,
„Met het infanteriegeweer model
uit hoeveel deelen bestaat,
het geweer?"
Maar Meier bleef het antwoord
schuldig-, Nog geen minuten geleden
had hjj het versje prompt opgezegd
maar nu deed de angst het hem weer
vergeten.
De chef keek hem opmerkzaam aan
eu zeide op viiendelykeu toon „Kom
mjjn jongen, deuk eens goed nage
weet toch wel uit hoeveel deelen het
geweer be t rat
„Tot uw dienst overste 1"
„Nu, zeg het dan maar."
Maar Meier zweeg, hy dacht en
dacht eu deed alle moeite om het zich
te herinneren, uiaar ofschoon zyu hoofd
scheen te barsten, het getal 5 kon hy
er maar niet uitkrijgen.
Da onderofficier siak achter den
rug van den overste de hand mot vjjf
uitgespreide vingers omhoog. Een ge
lokkig lachje gleed over Meier's ge
zicht, en luidde klonk het
„Vjjf zinnen heeft eeu menschen-
kind maar verder kwam hy niet,
Radeloos blikte by rond eu verwonderd
keken de officieren hein aan.
„Wat zeidet gy daar?" vroeg de
commandant. „Zeg dat nog eens
weder."
„Vjjf ziunen heeft een menschen-
kiud
De overste zette eeo gezicht alsof
hjj niet wist of by wilde lachen of
heftig uitvallende officieren glim
lachten tegen elkander; de soldaten
6tieten elkander heimelijk aan. Harde
evenwel stond met woedende blikken
naar den dommen recruut te kjjkeD.
„Wel, onderofficier Harde", begon
de overste eindelijk, „dat rait my niet
mee, reeds van den tweeden man een
antwoord te ODtvangen. dat nergens
op gelijkt Wees zoo goed verder te
gaaa
Harde ging verder, maar hy scheen
de kluts kwjjt te zjjD, want de meeste
antwoorden, die hy op zjjne vragen,
van te voren zoo goed overlegd, maar
thans in het wild gedaan, kreeg, waren
onjaist. t Was dan ook allesbehalve
een pluimpje, dat hjj van den overste
ontving en slechts de gedachte aan
bet flinke exerceeren van dien morgen
verzachtte de gestrenge berisping. ,.Tk
verwacht, dat hot een volgenden keer
beter zal zyn", met deze woorden
ging de chef been.
Nauwelyks had hy de kamer ver
laten, of als een wild dier wilde
Harde zich op den recruut, storten,
maar deze stond in militaire houding
voor zjjn superieur; eer. gelukkig
lachje speelde om zyne lippen, terwjjl
b\i zeide„Sergeant, do weet ik hoe
het versje is:
„Vjjf zinnen heeft een menschel.kind-
Vjjf deelen aan 't geweer men vindt'
De onderofficier liet de armen
zinken „Mensch, gjj zjjt dom,zeide
hjj, „boven alle beschrijving of ver
beelding dom. Vervloekt zjj het. uur
waarop ik je dit versje heb geleerd, dat
bovendien onwaar is. „Vjjf zinnen
heeft eeu menschenkind" waar is
de mensch, die zou willen gelooven
dat gjj vjjf zinnen hebt
II.
De pest is een van ouds bekende
ziekte. In de geschiedenis vinden we
bjj herhaling vreeseljjke epidemiën ver
meld die landen ontvolkten, demensch-
beid met ontzetting sloegen en jaren
duurdeD. In het midden van de zesde
eeuw werd 50 jaar IaDg Europa be
zocht door deze gevreesde ziekte.
Eerst van later, het midden van de
14e eeuw, vinder, we de eerste weten
schappelijke beschrijving van de pest.
en het moest nog 2 eeuwen duren
voor men er aan dacht zich ertegen
te verweren door het nemen van voor
behoedende maatregelen. Later kwa
men herhaaldelijk in Europa minder
uitgebreide epidemiën voor, totdat in
1845 de pest soheen te zjjn verdwenen
van het aardryk. Evenwel stak ze
toch bier eu daar het hoofd weer op.
Voor 35 jaar zwaaide de pest haar
geesei in Mesopotamië en vervulde
Europa met vrees. Dit laatsto her
haalde zich in Astrakan in '78—'79,
en ook in '81 en 84 bestonden epide
miën resp. in Mesopotamië en bjj
Bagdad.
De vraag die ons op dit oogenblik
het moest interesseert is deze Heb-
btn we hier in Europa kans een her
haling te krygen van wat in vroegero
eeuwen geschiedde, toen de pest de
sterfie ontzagljik deed stjjgen, toen
de schrik ieder om hef hart sloeg, en
niemand eenige zekerheid had dat hjj
morgen nog zou loven De kans b -
staat zeker, maar bóa groot is die
kans Laat ons zien wat de medici
daarvan tegenwoordig ongevoer zeggen.
De pest is een besmettelijke ziekte
die niet ergens vanzelf optreedt, maar
slechts kan worden geïmporteerd. Ze
heerscht voornamelijk: in warme lan
den en men beweert dat in Engelsch-
Indië ze nooit verdwijnt. Zeker is het,
dat in Egypte haar optreden steeds
gepaard gaat met eeo grooten voch
tigheidstoestand van de lucht.
Van groot belang schjjnt voor de
vatbaarheid het ras te zjjn waartoe
men behoort. Oporto werd voor korteu
tyd door de pest bezocht, maar of
schoon de eerste slachtoffers behoor-
deu tot de hygiënisch slecht begun
stigden en de omgeviug om diezelfde
reden in groot gevaar verkeerde, heeft
de ziekte maar een geringe uitbreiding
verkregen, terwjjl in Oct. van het
vorig jaar in Bombay ongeveer 5000
menschen per week stierven. Toch is
dit rassenverschil zeer zeker niet de
eenige of zeifs maar de voornaamste
oorzaak van deze tegenstelling, maar
moet die wel behalve in het klimaat
voornameljjk gezocht worden in de
hygiënische verhoudingen die zelfs voor
de Indiërs in net district Bombay yeel
slechter zjjn dan voor de bewoners
van Afrika of Alexandrie wanr dit
maal ook [maar een gering aantal
raeDschen, met de langzaamheid van
een in de tien of veertien dagen wer-
deu aangetast. Die Oosterlingen zjjn
veel raiDder in .staat aan schadelijk
heden van buiten weerstand te bieden
dau ,wjj iu het Westen wonenden die
in het algemeen veel beter gevoed
zyn, zelfs de slecht bedeelden onder
ons. Zoo'n Indiër, die eens per dag
een weinig plantaardig voedsel tot.
zich neemt, te weinig om van te leven,
en te veel om te sterven, is niet be
stand tegeu den amival van een smet
stof die een in betere condities ver-
keerende misschien niet eens ziek
maakt.
Dr. Weir in Bombay heeft opgemerkt
dat de sterfte van pest omgekeerd
evenredig is met de zuivorheid der
lucht. In de stad zelf was het in het
oog vallend dat pestzieken die hoog
woonden minder sterftekaus hadden
dan de lager wonenden. De 5de ver
dieping gaf eeD cjjfer 45 tegen de
onderverdieping 84. Dat de sterfte op
het platteland hooger was dan in de
stad zelf, is met deze opvatting Diet
in strjjd, want op net platteland is de
wouingbygiène veel slechter dan in
de stad.
Een belangrjjke rol in het over
brengen van de besmetting wordt ver
vuld door ongedierte. De op den pest-
ljjder wonende parasieten verlaten het
lichaam bjj den dood en zoeken een
good heenkomen, met. zich roerende
de smetstof, in het bloed van den ge
storvene asnwezig. Komen ze nu bjj
huisdieren dan worden dezen ziek,
krjjgen pest en sterven. Of een ander
mensch wordt door de parasiet aan
gevallen, en wordt ziek. Zoo kan op
deze wjjze, bjj groote onreinheid, de
besmettiog, met of zonder bemidde
ling van huisdieren, van mensch op
mensch overgaan.
Vergelijken wjj nu de hygiënische
toestanden van onze Europeesche lan
den met die in ludië, en met die in
datzelfde Enropa van voor eeuwen,
dan is het duidelijk dat bet pestgift
hier zeker niet zulke gunstige ver
houdingen tot zjjn verbreiding zal
vinden als iu Azië en het vroegere
Europa. Want met de meerdere be
schaving moge dan ook al de dicht
heid van bevolking toenemen, wat eeo
oorzaak van het tegendeel zou kun
nen schijnen, mil de beschaving ver
betert de hygiëne. Zyn onze huizen
niet beter dan in de Middeleeuwen,
is de verwarming, de luchtverver
sching niet oneindig gezonder Wordt
niet op zuiver drinkwater allernauwst
gelet, en zjjn niet hongersnooden hier
nagenoeg uitgesloten Met dit alles
voor oogeD, en buitendien nog daartoe
gerechtigd door de zorg die do
?egeeringen der verschillende Staten
wjjden aan het weren van besmetting
uit den vreemde, en het beperken van
die besmettingv als ze er eenmaal is,
kunnen we de vraag aan het be
gin aldus beantwoorden de kans be
staat zeker, maar groot is ze niet,
uitsluitend voor Goabonneerden op
„Haarlem's Dagblad" en hunne
haisgenooten.
Ons Prjjsraadsel van de vorige week
heeft eeu zeer groot succes gehad. Er
kwamen niet minder dan 338 ant
woorden in, waarvan 42 niet goed
waren, zoodat 296 inzenders het raad
sel goed hebben opgelost-
Die oplossing is als volgt
Java, eiland in den archipel.
Orelio, operazanger.
Utrecht, nederlandsehe stad.
"Burgers. Rjjwielfabrikant.
Egrnont, ongelukkige graaf.
Robert, haarlemsche musicus.
Transvalers kleio. maar dapper
volk.
Het geheel is Joubert, vermaard
krijgsoverste uit den oorlog in Zuid
Afrika.
Een van de ;;oede inzendingen ver
toonde een lang niet onaardig portret
vau Joubert, omgeven door een wa-
peotrophee. Bovendien waren er onder
de inzendingen in versmaat, waarvan
wjj een tweetal hier afdrukken.
O zeg, wie kent die parel niet,
Yan 't scbr.one Iusalinde?
Het eiland Java is baar naam,
Geen schooner is te vinden.
Wio kent ook niet Orelio,
Beroemd tut in den -reemde,
En Utrechts grjjze bisschopsstad,
Al in de Stichtsch9 boemde.
Dan Burgers als fabrikant,
Bekend iu binneu- en buitenland.
Graaf Egmout, die zjjn leven liet
Op het schavotwie kent bem niet?
En dan die Robert, welbekend
Om zjjn groot muzikaal talent;
Dat moedig volk uit de Transvaal,
Met Joubert als hun generaai.
En het andere gedicht
Java, schoou en vruchtbaar land,
Orelio, ster van Noerlands strand,
Utrecht met uw grjjze veste,
Burgers' rjjwiel is bot beste,
Egmonts hoofd viel door het zwaard,
Robert Zang en Vrieidschap
[waard,
Transvalers strjjden voor Transvaal,
Met Joubert als hun generaal.
Nadat wjj al de goede antwoorden
hadden genummerd, hebben wjj van
1 tot 296 op gelykvormige briefjes de
getallen van 1 tot 296 geschreven, die
flink doorgeschud en daarna een uit
den hoop getrokken. Deze is de win
ner van den nriis. Het is
Vo. 140,
J. KROON, Pieter Kiesstraat 47.
.Wjj verzoeken den winner zich
Donderdag te 12 uur even aan ons
Bureau te vervoegen, ten einde een
boek te kiezen.
Laten de anderen niet teleurgesteld
wezen. Eén kan toch maar de win
ner zyn. Wie nu niets kreeg, is mis
schien een volgenden keer gelukki
ger. We hebben nu weer een ander
raadsel ontworpen, dat wat moeieljj-
ker is dan het eerste. Men zei al't
eerste was wat geraakkeljjk eu een
van de inzendsters schreef: „Geeft u
een volgenden keer een moeiljjker op".
Na danhier volgt er een dat wat
meer inspanning kosten zal.
Het geheel bestaat uit 4 woorden
te zamen 34 letters eu is de naam
van eene maatschappij.
32, 19, 6, 4, 2, 28 is een jongens
naam.
10, 26, 12, 24, 31 is een ster.
1, 20, 16, 3, 5 is een Engelsche
provincie in Zuid-Afrika.
13, 2. 7, 21, 22, 11, 14, 12 was een,
Fransche Keizer.
8, 15, 1 is oen hemellichaam.
24, 16, 34, 33, 18, 19, 16 is een stad
en provinoie iu Nederland.
5, 6, 7, 16, 17 vormen den naam
van een Haarlemsch componist.
29, 30, 27, 2, 4, 23,25, 6 is de naam
van een operette-gezelschap, dat hier
vroeger bestond, maar nog niet lang
geleden ontbonden is.
Het eerste woord telt negen letters
het tweede twaalf, het derde zeven,
het vierde zes.
Oplossingen worden ingewacht tot
en met a. s. Maandag in de brieven
bus aan ons Burean, Kleine Hout
straat 14.
Onder de goede oplossers zal wor
den verloot: een Roman (gebonden)
of een Jongensboek of Meisjesboek
naar gelang van den leeftjjd des win-
ners.
fSjpT** Wanneer een kind prjjs-
winner is, worden de ouders
geraadpleegd over de soort van het
boek, dat zjj wenschen.
Advertentiën.
DE HAARLEMSCHE
QpgerlcM iis 78.) ,S,
Santoor te HAARLEM:
le verdieping (naast het
Postkantoor).
-erzekert tegen vaste en hillijk,
prernién alle Onroerende en Hoe
rende Goederen binnen het Ko
ninkrijk der Nederlanden tegen
schade, ontstaan door brand, door
het inslaan van den bliksem en
•jet ontploffen van gas, ook ai heeft
Jit inslaan of dit ontploffen geen
wand tengevolge gehad
Veria tilsds
STÜCADOOE,
van Kleine Houtstraat 55rood, naar
De tijne ie soort
Geldepsche
scheikundig onderzocht, is ver
krijgbaar a f0.50 per Kilo,
T, A. DONNEE,
KI. Houtstraat 62.
Algemeen
Nassaulaan 27''ood.
BRAND
SPIEGELGLAS- I
TRANSPORT- (ZEE-,
RIVIER- en LAND-)
CASOO-
ONGELUKKEN-
LEVENS-
WATERLEUÜNGS-
SCHADE-
iNBRAAK-
POST-
WASCH-
BORG-
NERING-
KRIJGSBIENST.
BAGAGE-
RIJWIEL-
HAGEL-
PENSION-
Soliede en flinke AGENTES
gevraagd.
V
zeer fijn gesneden,
16 Cent per ons.
Oven-veen.
Geregelde aanvoer
pep ©ï8 schip.
Coneurrcerende prijzen.
Qualiteit en quantiteit gegarandeerd.
Beleefd aanbevelend.
Haarlemsche Steenkolen-Maatschappij,
A. SWITZER Jzn
P. G. OTTER
Handelaars in alle soorten van Brandstoffen.
Kantoor: Kenaustraat 12.
Leveren prima qualiteit
Engelsche en Belgische Anthraciet-Nootjes-
kolen en Halfvet-Nootjes.
Afgehaald aai. de Fabpiek.
Grove COKES 70 Cent per Hectoliter.
Geklopte 75
Bezorglooti binnen de gemeente 5 Cent per
Hectoliter.
RE DIRECTIE.
Wferierirerkocspeps genietere rabat.
(zonder zeep- of soda-deelen) is zeer aan te bevelen voor kinderen
en ouden, voor zwakken en zieken.
GROOTE RONDE BESCHUIT, 10 stuks a 10 Cts.
KLEINE v> 20 a 10
KEUKEN y> 12 a iö
LANGE 20 a 10
Dagelij ksch versch. Steeds verkrijgbaar bij
W. J. VAN TI EL,
Brood- en Beschuitbakker, Margarethastraat 48.
Wegens de ongekend lage prijzen is het ver
voer van Bestel- en Vrachtgoederen per Stoom-
Iram het voordeeligst.
Goederen worden vervoerd naar HEEMSTEDE, BENNEBROEK
HILLEGOM, LISSE, SASSEN HEI M. OEGSTGEEST en LEIDEN tm
7.29 en 11.21 v.m. en 3.13 en 7.05 n.m. Amsterd. tijd.
Inlichtingen worden verstrekt aan het Bestelkantoor Klein Hei
ligland No. 20.