'21 Smee-Sionin-Kachelkolen. Haarlemsche Gasfabriek. Praatjes ever Natuurkunde en geneeskunde- Prijsraadsel, Brand verzeker» ig- Maatschappij Zijlstraat G, Sfessels, Kampervest 17rood. Rookworst^ Assurantiekantoor, T. C. NIEPHAUS, s a hi M «3 U Gebr. VOGEL, Prijs dier ©okes. ^ttirere Beschuit, kippevel kreeg, „ze zuliea ldq toch niet goedkeuren." Maar zo keurden heoi goed, want h| was slank en krachtig gebouwd en de keuringscommissie zag in deze ook als vole andere menschen „wat roor oogeu was." Hadden zjj door zjjn •chedel kunnen zien, wellicht ware bjj vrijgekomen en bad hjj naar zjjoe ossen kunnen terugkeeren, maar thans werd hg op een goeden ochtend in de uniform gestoken, zichzelven tot }«ed en anderen ter kwelling. De dienst begon en Meier gevoelde z'ck gelukkiger d3n hjj in zjjne stoutste droomen had duiven denken. Sterk en krachtig als hg was, ver droeg hjj de vermoeienissen van het exerceeren met het grootste gemak het leven in de kazerne, het verkeer met even jonge en gelijkgezinde kameraden beviel hem uitstekend, en hij vond dat alles niet half zoo erg was, al9 hjj zich had voorgesteld. Ja, hg was bijna volkomen gelukkig en tevreden, maar dat alles veranderde opesDS, toen de „theorie" begon. Wat daarbij verwacht werwas meer dan tien meDSch6n met den besten wil ter wereld vermochten te geven iedere min out die hg rrjj had be nutte hg om, met het „theorieboekje" gewapend, het verlan.de in zijne hersens te pompen, en als by dan na lange marteling meende het te weten, bemerkte bij een half uur later, dat bjj nog dommer was dan te voren I „Meier, uit hoeveel deelen bestaat het geweer Maar de gevraagde wist het nog cltgd niet. Evengoed had men hem kunnen vragen waarom het om twaalf- en niet om elf uur middag is. „Nu, weetje het baast?i' Dat klonk als bet dreigen vau een geweldigen storm, die in staat is alles wat vast staat neer te werpen maar Meier zweeg nog altjjd. Een oogenblik scheen het als wilde de onderofficier zich op den armen kerel werpen daarop evenwel stopte hjj de handen in de onpeilbaar Jiepe zakken van zjjn pantalon. „Neen Meier, gjj zjjt te te te te ontzettend dom. Hoe dikwijls heb :k je riat reeds gezegd, dat een ge weer vjjf deelen heeft, vjjf, vjjf, vjjf kunt gjj dat nu niet onthouden „Tot uw dienst, sergeant." „Tot uwdieust zegje altjjd dqo liever wat beter je dienst en steek je ■navel in jo theorieboek 1" „Tot nw dienst, sergeant. Aan ai het verschrikkelijke komt een einde, en de onderofficier ademde verlicht op, toen het uur sloeg dat de theorie W33 afgeloopen. Het exer ceeren begon en bjj het „handgrepen doen" was Meier het beruchte golal „vjjf" reeds lang weder vergeteu, toen de sergeant nog altjjd in gedachten bezig W38 hoe hjj den dommen re- cruut het ongelukkige getal zoo in stampen. Daar viel hem plotseling iets in, da' hjj voor zjjD doel wel geschikt acute, 't Was eeu oud rjjmpje en onmiddellijk riep hjj Meior bjj zich. „Meier, hoeveel deelen heeft het ge weer Maar Meier bleef weder het antwoord schuldighij bad een geheugen, als een zeef zonder bodem, en niet voor ai ie schatten ter wereld had hjj liet bewuste getal kunnen noemen. In stramme houding stond bij voor zijn superieur, maar een lichte siddering liep hem door zjjn leden en hjj dacht: „Nu zal het los barsten 1" Maar iets geheel onverwachts ge leurdede enderofficier legde wel willend de hand op zjjn schouder en zeide kalm „Meier, gjj zjjt een rechte schaapskop, maar dat hindert in «lit. geval nietik zal er voor zorgen, dal gjj mettertijd een nuttig lid der maat schappij zult worden. Daartoe is het evenwel in de eerste plaats noodzake ljjk, dat gjj weet uit hoeveel deelen het geweer bestaat, want bet geweer ïs in zekeren zin uwe bruid en even goed als gg uwe bruid moet kennen, moet gg ook uw geweer kennen. Dat begrjjpt gg toch wel „Jawel sergeant." „Nu dan, let dan eeos op. Er is een oud rjjropje, dat zal ik je voor zeggen, en als we weer in de kazerne zgn, komt ge by mg, dan zal ik het voor je uitschrijven; dan leert gebet van buiten, en als ge 's avonds slapen gaat en ook als ge 's morgens wordt gewekt, zegt ge het vjjftig maal op. Verstaan „Jawel sergeant". En Meier wil het saluut maken en zich omkeer en, maai de sergeant beduidt hem te blyveu staan en voegt hem toe: „Meier, je bent toch een ezel 1 heb ik je het versje nu al voorgezegd?" „Ne8U sergeant". „Nq dan Luister en zet je ge- hoorsche'.pen zoo wjjd mogeljjk open -Vijf zinnen heet'teeu menschenbind Vjjf deelen aan 't geweer men vindt." Dat leer je vau buiten en als je du maar aau niets anders denkt dan aan deze woorden, zal je langzamerhand wel leereu uit hoeveel deelen een ge weer bestaat" Daarmede was het onderhoud afge loopen en het exerceeren werd voort gezet. In de kazerne teruggekeerd, ver voegde zich Meier onmiddellijk bij den onderofficier eu nam vaD hem hei papier, met bovenstaand rjjmpje keurig beschreven, in ontvangst mei een eerbied en een voorzichtigheid als kreeg bij een kostbaren schat te be waren. Onmiddellpk begaf hjj zich naar het hoekje waar bjj gewoonlijk „studeerde", nam er op zijn hooten bankje plaats «leunde zjjn door zorgen gekweld hoofd in de banden en ving aan „Vijf zinnen enz. En hjj leerde voortdurend. De tjjd ging voorby en de dag dat de reernten zouden afexcerceeren naderde. Eene koortsachtige opgeffon- heid had zich van al de kazernebe- woners meester gemaakt, want die dag is voor den soldaat de belang rijkste van zijn geheelen diensttijd. Dan komt het er op aan te toonen wat men heeft geleerd en ieder koestert natuurlijk den wensch dat alles „klopt". Zelfs de vuilste soldaat tracht er bij deze gelegenheid netjes nit te zien, en na verloop van jaren, als de soldatenrok reeds lang is uit getrokken, denkt men nog met vreugde aan dezen dag van africhting terug. De eischen, dan gesteld, zgn niet licht 6d in de laatste dagen voor den gewichtigen dag wordt zóólang en zóóveel geëxerceerd, dat alles eindelijk van een leien dakje gaat. „Dus morgen is het zeker de ge wichtig8te dag", zeide sergeant Harde tot zijne onderhebbende manschappen, „en ik verwacht van jelui, dat je mijne lessen niet te schande maakt en zorg draagt, dat ik van den overste een woord van goedkeuring ontvang, want dat is het hoogste wat ons kan te beurt vallen. Voor het exerceeren bin ik niet bang, maar voor de theorieKinderen, zal het ook daar gaan I Dat zeg ik je, een supe rieur kan meer vragen dau duizend ondergeschikten kunnen beantwoorden. Nq Meier, hoe staat het er nu by jon mede, uit hoeveel doelen be staat bet geweer?" Maar de gevraagde bleet weder bet antwoord schuldig. Dagen en weken had hg op het versje gebeten en het zóó goed van bniteu geleerd, dat hjj het van voren naar achteren en van achteren naar voren kon opzeggen maar nu bij er zoo plotseling werd voorgezet, was alles weder verdwenen en hjj gaf het antwoord, dat hg ge woonlijk gaf: „Moet jij, stomme kerel, mjj nu den avond nog bederven 1" brulde de onder officier: toen evenwel bedenkend dat een recruut, als men hem niet geheel van streek wi! maken vóór het af- exerceeren, met zachtheid en welwil lendheid. dient te worden behandeld, voegde hg er op hartelgken, bemoe digenden toon aan toe „Nu, Meier, maak je maar niet on gerust, je hebt nog 2-4 uren tyd eu dien tyd kan men nog veel leeren. Als ik morgen „theorie" vraag, zal ik het zóó inrichten, dat ik jou vraag uit, hoeveel deelen het geweer bestaat; dat antwoordt ge vijf, en dan is het in orde. Je moet maar gedurig aan het ersje denken, dan loopt bet wel goed af." Een kwartier later zat Moier weer in zjjn hoekje, maar thans was het niet stil. want een onafgebroken komen eu gaan, een telkens nieuw onderzoek van het gepoetste on ingepakte be letten hem geregeld te leereu, terwijl by bovendien nog aan allerlei dingen moest deeinemeD en doodmoede was. toen hg ging rusieD. Gedachtig aan bet voorschrift van den onderofficier, ging Mj evenwel niet slapen vóór hjj nog eens vijftigmaal had herhaald „Vijf zinnen heeft een menacheukind - Vijf deelen aan 't geweer men vindt." Een halve minuut later sliep by in maar zyn slaap was onrastig; het getal 5 kwelde hem als een nacht merrie en allerlei schrikbeelden plaag deu hem waarin het getal 5 eene eerste rol speelde. Eu toen hot 5 uur sloeg, werd hij met, zijne kameraden gewekt. Het gewichtige uur was aange broken. De voormiddag was door de inspectie en het exerceeren in beslag genomen en IJaide's afdeeling had een goedeu indruk gemaakt. Hoe meer evenwel het uur van het „hersenonder zoek" naderde, hoe meer Hard6's trots begon te verminderen, tot hy eindelijk zoo ver kwam, dat hy met een bang hart het uur van bet theoretisch ge deelte zag aangebroken. Daar betradt de overste, gevolgd door eenige officieren, de kamer. „Wel, onderofficier Harde, wilt ge met het onderzoek van het geweer aauvangen 't Is niet zoo heel gemakkelijk, maar uwe manschappen hebben dezen mor gen zulk een goed figuur gemaakt, dat ik niet bang ben of dit zal ook wel goed afloopen. B -giti maar „Tot uwen dienst, overste 1 Peter sen, waarmede is de Duitsche infanterie gewapend '88, „Met het infanteriegeweer model uit hoeveel deelen bestaat, het geweer?" Maar Meier bleef het antwoord schuldig-, Nog geen minuten geleden had hjj het versje prompt opgezegd maar nu deed de angst het hem weer vergeten. De chef keek hem opmerkzaam aan eu zeide op viiendelykeu toon „Kom mjjn jongen, deuk eens goed nage weet toch wel uit hoeveel deelen het geweer be t rat „Tot uw dienst overste 1" „Nu, zeg het dan maar." Maar Meier zweeg, hy dacht en dacht eu deed alle moeite om het zich te herinneren, uiaar ofschoon zyu hoofd scheen te barsten, het getal 5 kon hy er maar niet uitkrijgen. Da onderofficier siak achter den rug van den overste de hand mot vjjf uitgespreide vingers omhoog. Een ge lokkig lachje gleed over Meier's ge zicht, en luidde klonk het „Vjjf zinnen heeft eeu menschen- kind maar verder kwam hy niet, Radeloos blikte by rond eu verwonderd keken de officieren hein aan. „Wat zeidet gy daar?" vroeg de commandant. „Zeg dat nog eens weder." „Vjjf ziunen heeft een menschen- kiud De overste zette eeo gezicht alsof hjj niet wist of by wilde lachen of heftig uitvallende officieren glim lachten tegen elkander; de soldaten 6tieten elkander heimelijk aan. Harde evenwel stond met woedende blikken naar den dommen recruut te kjjkeD. „Wel, onderofficier Harde", begon de overste eindelijk, „dat rait my niet mee, reeds van den tweeden man een antwoord te ODtvangen. dat nergens op gelijkt Wees zoo goed verder te gaaa Harde ging verder, maar hy scheen de kluts kwjjt te zjjD, want de meeste antwoorden, die hy op zjjne vragen, van te voren zoo goed overlegd, maar thans in het wild gedaan, kreeg, waren onjaist. t Was dan ook allesbehalve een pluimpje, dat hjj van den overste ontving en slechts de gedachte aan bet flinke exerceeren van dien morgen verzachtte de gestrenge berisping. ,.Tk verwacht, dat hot een volgenden keer beter zal zyn", met deze woorden ging de chef been. Nauwelyks had hy de kamer ver laten, of als een wild dier wilde Harde zich op den recruut, storten, maar deze stond in militaire houding voor zjjn superieur; eer. gelukkig lachje speelde om zyne lippen, terwjjl b\i zeide„Sergeant, do weet ik hoe het versje is: „Vjjf zinnen heeft een menschel.kind- Vjjf deelen aan 't geweer men vindt' De onderofficier liet de armen zinken „Mensch, gjj zjjt dom,zeide hjj, „boven alle beschrijving of ver beelding dom. Vervloekt zjj het. uur waarop ik je dit versje heb geleerd, dat bovendien onwaar is. „Vjjf zinnen heeft eeu menschenkind" waar is de mensch, die zou willen gelooven dat gjj vjjf zinnen hebt II. De pest is een van ouds bekende ziekte. In de geschiedenis vinden we bjj herhaling vreeseljjke epidemiën ver meld die landen ontvolkten, demensch- beid met ontzetting sloegen en jaren duurdeD. In het midden van de zesde eeuw werd 50 jaar IaDg Europa be zocht door deze gevreesde ziekte. Eerst van later, het midden van de 14e eeuw, vinder, we de eerste weten schappelijke beschrijving van de pest. en het moest nog 2 eeuwen duren voor men er aan dacht zich ertegen te verweren door het nemen van voor behoedende maatregelen. Later kwa men herhaaldelijk in Europa minder uitgebreide epidemiën voor, totdat in 1845 de pest soheen te zjjn verdwenen van het aardryk. Evenwel stak ze toch bier eu daar het hoofd weer op. Voor 35 jaar zwaaide de pest haar geesei in Mesopotamië en vervulde Europa met vrees. Dit laatsto her haalde zich in Astrakan in '78—'79, en ook in '81 en 84 bestonden epide miën resp. in Mesopotamië en bjj Bagdad. De vraag die ons op dit oogenblik het moest interesseert is deze Heb- btn we hier in Europa kans een her haling te krygen van wat in vroegero eeuwen geschiedde, toen de pest de sterfie ontzagljik deed stjjgen, toen de schrik ieder om hef hart sloeg, en niemand eenige zekerheid had dat hjj morgen nog zou loven De kans b - staat zeker, maar bóa groot is die kans Laat ons zien wat de medici daarvan tegenwoordig ongevoer zeggen. De pest is een besmettelijke ziekte die niet ergens vanzelf optreedt, maar slechts kan worden geïmporteerd. Ze heerscht voornamelijk: in warme lan den en men beweert dat in Engelsch- Indië ze nooit verdwijnt. Zeker is het, dat in Egypte haar optreden steeds gepaard gaat met eeo grooten voch tigheidstoestand van de lucht. Van groot belang schjjnt voor de vatbaarheid het ras te zjjn waartoe men behoort. Oporto werd voor korteu tyd door de pest bezocht, maar of schoon de eerste slachtoffers behoor- deu tot de hygiënisch slecht begun stigden en de omgeviug om diezelfde reden in groot gevaar verkeerde, heeft de ziekte maar een geringe uitbreiding verkregen, terwjjl in Oct. van het vorig jaar in Bombay ongeveer 5000 menschen per week stierven. Toch is dit rassenverschil zeer zeker niet de eenige of zeifs maar de voornaamste oorzaak van deze tegenstelling, maar moet die wel behalve in het klimaat voornameljjk gezocht worden in de hygiënische verhoudingen die zelfs voor de Indiërs in net district Bombay yeel slechter zjjn dan voor de bewoners van Afrika of Alexandrie wanr dit maal ook [maar een gering aantal raeDschen, met de langzaamheid van een in de tien of veertien dagen wer- deu aangetast. Die Oosterlingen zjjn veel raiDder in .staat aan schadelijk heden van buiten weerstand te bieden dau ,wjj iu het Westen wonenden die in het algemeen veel beter gevoed zyn, zelfs de slecht bedeelden onder ons. Zoo'n Indiër, die eens per dag een weinig plantaardig voedsel tot. zich neemt, te weinig om van te leven, en te veel om te sterven, is niet be stand tegeu den amival van een smet stof die een in betere condities ver- keerende misschien niet eens ziek maakt. Dr. Weir in Bombay heeft opgemerkt dat de sterfte van pest omgekeerd evenredig is met de zuivorheid der lucht. In de stad zelf was het in het oog vallend dat pestzieken die hoog woonden minder sterftekaus hadden dan de lager wonenden. De 5de ver dieping gaf eeD cjjfer 45 tegen de onderverdieping 84. Dat de sterfte op het platteland hooger was dan in de stad zelf, is met deze opvatting Diet in strjjd, want op net platteland is de wouingbygiène veel slechter dan in de stad. Een belangrjjke rol in het over brengen van de besmetting wordt ver vuld door ongedierte. De op den pest- ljjder wonende parasieten verlaten het lichaam bjj den dood en zoeken een good heenkomen, met. zich roerende de smetstof, in het bloed van den ge storvene asnwezig. Komen ze nu bjj huisdieren dan worden dezen ziek, krjjgen pest en sterven. Of een ander mensch wordt door de parasiet aan gevallen, en wordt ziek. Zoo kan op deze wjjze, bjj groote onreinheid, de besmettiog, met of zonder bemidde ling van huisdieren, van mensch op mensch overgaan. Vergelijken wjj nu de hygiënische toestanden van onze Europeesche lan den met die in ludië, en met die in datzelfde Enropa van voor eeuwen, dan is het duidelijk dat bet pestgift hier zeker niet zulke gunstige ver houdingen tot zjjn verbreiding zal vinden als iu Azië en het vroegere Europa. Want met de meerdere be schaving moge dan ook al de dicht heid van bevolking toenemen, wat eeo oorzaak van het tegendeel zou kun nen schijnen, mil de beschaving ver betert de hygiëne. Zyn onze huizen niet beter dan in de Middeleeuwen, is de verwarming, de luchtverver sching niet oneindig gezonder Wordt niet op zuiver drinkwater allernauwst gelet, en zjjn niet hongersnooden hier nagenoeg uitgesloten Met dit alles voor oogeD, en buitendien nog daartoe gerechtigd door de zorg die do ?egeeringen der verschillende Staten wjjden aan het weren van besmetting uit den vreemde, en het beperken van die besmettingv als ze er eenmaal is, kunnen we de vraag aan het be gin aldus beantwoorden de kans be staat zeker, maar groot is ze niet, uitsluitend voor Goabonneerden op „Haarlem's Dagblad" en hunne haisgenooten. Ons Prjjsraadsel van de vorige week heeft eeu zeer groot succes gehad. Er kwamen niet minder dan 338 ant woorden in, waarvan 42 niet goed waren, zoodat 296 inzenders het raad sel goed hebben opgelost- Die oplossing is als volgt Java, eiland in den archipel. Orelio, operazanger. Utrecht, nederlandsehe stad. "Burgers. Rjjwielfabrikant. Egrnont, ongelukkige graaf. Robert, haarlemsche musicus. Transvalers kleio. maar dapper volk. Het geheel is Joubert, vermaard krijgsoverste uit den oorlog in Zuid Afrika. Een van de ;;oede inzendingen ver toonde een lang niet onaardig portret vau Joubert, omgeven door een wa- peotrophee. Bovendien waren er onder de inzendingen in versmaat, waarvan wjj een tweetal hier afdrukken. O zeg, wie kent die parel niet, Yan 't scbr.one Iusalinde? Het eiland Java is baar naam, Geen schooner is te vinden. Wio kent ook niet Orelio, Beroemd tut in den -reemde, En Utrechts grjjze bisschopsstad, Al in de Stichtsch9 boemde. Dan Burgers als fabrikant, Bekend iu binneu- en buitenland. Graaf Egmout, die zjjn leven liet Op het schavotwie kent bem niet? En dan die Robert, welbekend Om zjjn groot muzikaal talent; Dat moedig volk uit de Transvaal, Met Joubert als hun generaai. En het andere gedicht Java, schoou en vruchtbaar land, Orelio, ster van Noerlands strand, Utrecht met uw grjjze veste, Burgers' rjjwiel is bot beste, Egmonts hoofd viel door het zwaard, Robert Zang en Vrieidschap [waard, Transvalers strjjden voor Transvaal, Met Joubert als hun generaal. Nadat wjj al de goede antwoorden hadden genummerd, hebben wjj van 1 tot 296 op gelykvormige briefjes de getallen van 1 tot 296 geschreven, die flink doorgeschud en daarna een uit den hoop getrokken. Deze is de win ner van den nriis. Het is Vo. 140, J. KROON, Pieter Kiesstraat 47. .Wjj verzoeken den winner zich Donderdag te 12 uur even aan ons Bureau te vervoegen, ten einde een boek te kiezen. Laten de anderen niet teleurgesteld wezen. Eén kan toch maar de win ner zyn. Wie nu niets kreeg, is mis schien een volgenden keer gelukki ger. We hebben nu weer een ander raadsel ontworpen, dat wat moeieljj- ker is dan het eerste. Men zei al't eerste was wat geraakkeljjk eu een van de inzendsters schreef: „Geeft u een volgenden keer een moeiljjker op". Na danhier volgt er een dat wat meer inspanning kosten zal. Het geheel bestaat uit 4 woorden te zamen 34 letters eu is de naam van eene maatschappij. 32, 19, 6, 4, 2, 28 is een jongens naam. 10, 26, 12, 24, 31 is een ster. 1, 20, 16, 3, 5 is een Engelsche provincie in Zuid-Afrika. 13, 2. 7, 21, 22, 11, 14, 12 was een, Fransche Keizer. 8, 15, 1 is oen hemellichaam. 24, 16, 34, 33, 18, 19, 16 is een stad en provinoie iu Nederland. 5, 6, 7, 16, 17 vormen den naam van een Haarlemsch componist. 29, 30, 27, 2, 4, 23,25, 6 is de naam van een operette-gezelschap, dat hier vroeger bestond, maar nog niet lang geleden ontbonden is. Het eerste woord telt negen letters het tweede twaalf, het derde zeven, het vierde zes. Oplossingen worden ingewacht tot en met a. s. Maandag in de brieven bus aan ons Burean, Kleine Hout straat 14. Onder de goede oplossers zal wor den verloot: een Roman (gebonden) of een Jongensboek of Meisjesboek naar gelang van den leeftjjd des win- ners. fSjpT** Wanneer een kind prjjs- winner is, worden de ouders geraadpleegd over de soort van het boek, dat zjj wenschen. Advertentiën. DE HAARLEMSCHE QpgerlcM iis 78.) ,S, Santoor te HAARLEM: le verdieping (naast het Postkantoor). -erzekert tegen vaste en hillijk, prernién alle Onroerende en Hoe rende Goederen binnen het Ko ninkrijk der Nederlanden tegen schade, ontstaan door brand, door het inslaan van den bliksem en •jet ontploffen van gas, ook ai heeft Jit inslaan of dit ontploffen geen wand tengevolge gehad Veria tilsds STÜCADOOE, van Kleine Houtstraat 55rood, naar De tijne ie soort Geldepsche scheikundig onderzocht, is ver krijgbaar a f0.50 per Kilo, T, A. DONNEE, KI. Houtstraat 62. Algemeen Nassaulaan 27''ood. BRAND SPIEGELGLAS- I TRANSPORT- (ZEE-, RIVIER- en LAND-) CASOO- ONGELUKKEN- LEVENS- WATERLEUÜNGS- SCHADE- iNBRAAK- POST- WASCH- BORG- NERING- KRIJGSBIENST. BAGAGE- RIJWIEL- HAGEL- PENSION- Soliede en flinke AGENTES gevraagd. V zeer fijn gesneden, 16 Cent per ons. Oven-veen. Geregelde aanvoer pep ©ï8 schip. Coneurrcerende prijzen. Qualiteit en quantiteit gegarandeerd. Beleefd aanbevelend. Haarlemsche Steenkolen-Maatschappij, A. SWITZER Jzn P. G. OTTER Handelaars in alle soorten van Brandstoffen. Kantoor: Kenaustraat 12. Leveren prima qualiteit Engelsche en Belgische Anthraciet-Nootjes- kolen en Halfvet-Nootjes. Afgehaald aai. de Fabpiek. Grove COKES 70 Cent per Hectoliter. Geklopte 75 Bezorglooti binnen de gemeente 5 Cent per Hectoliter. RE DIRECTIE. Wferierirerkocspeps genietere rabat. (zonder zeep- of soda-deelen) is zeer aan te bevelen voor kinderen en ouden, voor zwakken en zieken. GROOTE RONDE BESCHUIT, 10 stuks a 10 Cts. KLEINE v> 20 a 10 KEUKEN y> 12 a iö LANGE 20 a 10 Dagelij ksch versch. Steeds verkrijgbaar bij W. J. VAN TI EL, Brood- en Beschuitbakker, Margarethastraat 48. Wegens de ongekend lage prijzen is het ver voer van Bestel- en Vrachtgoederen per Stoom- Iram het voordeeligst. Goederen worden vervoerd naar HEEMSTEDE, BENNEBROEK HILLEGOM, LISSE, SASSEN HEI M. OEGSTGEEST en LEIDEN tm 7.29 en 11.21 v.m. en 3.13 en 7.05 n.m. Amsterd. tijd. Inlichtingen worden verstrekt aan het Bestelkantoor Klein Hei ligland No. 20.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 6