Tweede Blad,
[aarlem in 1830—1831.
behoorende bij
Haarlem's Dagblad'
van
Donderdag 10 Mei 1900.
Na. 5/73
Eene historische schets
uit onderscheidene bronnen,
door
"VV. P. J. OVERMEER.
ril
IX.
de Factor Yt. Loo\jes een dichtstuk
uitsprak.
De steen was gebeiteld door de
steenhouwers Sabelis en van Bre-
derode.
Thans naderen we de zoo gewich
tige dagen van het jaar 1831 en we
zullen ons nu bezig houden met de
uitgetrokken Haarlenasche burgers.
(Wordt vervolgd).
Set behoeft geen nadere verklaring
1st men in deze dagen van militaire
lefeningen en troepenbewegingen
roortdorend in een gespannen toe-
stand verkeerde. Een elk nam er deel
ian, en gevoelde als burger een plicht
pp zich rusten. Reeds half Januari
vertrok er weder een detachement
ran 50 man, van het depot der af-
■Éeeling Kurassiers no. 9 naar de
^renzeD, welke uitgerust en goed be
reden waren. Den 27en Februari be
gaf zich het corps vrijwillige jagers,
onder bevel Yan kapitein Rookmaker,
gjnaar het terrein vóór het Gouverce
1 mentsgebouw, en aiöaar werd hun
door eenige jonge dames een gebor
duurd vaandel aangeboden.
De jongste dochter van den gouver
neur. Baronesse van Tuyl, overhan
digde bet vaandel waarop te lezen
stond„Getrouw tot in den dood",
en het corps werd hierbij hartelijk en
met vuur toegesproken, na welke
ileclitigheid het geïospeciesrd werd
oor dan generaal Cort Heyligers.
Den 2den Maart vertrok het corps
I H. H. Jagers met voorloopige bestem-
u 'rning naar 's-Hertogenbosch, na al-
torens te zijn toegesproken door den
G6neraal-Majoor de Perpoocber, en
twee dagen hierna deed bet le batail-
lon 3e afd, schutterij N, Holl. zijn
uittocht onder majoor van Wickevoort
jCrommelin.
Den 8en April hadden we bier bet
jjcbouwspel van het passeeren van den
jKocing en de Koningin naar Amster
dam, en zoo iemand nog had kunnen
twijfelen, hoe de geest van Haarlem's
W burgerij ten aanzien van den Koning
Kestomd was, bleek het bij dezer,
«•doortocht, dat de Koning de liefde
^eu toewjjdiGg der bevolking in hooge
mate tot zich trok.
Een doortocht des Konicgs was te
dien tijde iels bijzonders, dat geheel
op de ouderwetscbe manier -ring en
waarop men zich kon voorbereiden.
In den stal by Gerrit Boer aan
de Groote Houtpoort stonden ge
wooniyk zes paardöD gereed om te
verspanoco. Wijion de heer Gerlings
zegt. biervanNog liever maakte de
Koning op het voetspoor van den
Prins, zyn overleden vader, gebruik
van de herberg „de Geleerde Man",
aan den Keereweg te Bennebroek,
waar men dan het prachtige zesspan
ton zien staan met het vlugge paard
van den voorrijder.
Welk Haariemsch jongeling zou bij
zulk eene gelegenheid zijn thuis ge
bleven en niet een kijkje hebben ge
nomen van die fraaie paarden, sieriyk
opgetuigd, in den stal bij Jan Duin
„de Geleerde Man".
We kunnen aannemen, dat de af-
and tussehen de verspacniDgen on
der Prins Willem Y korter zal heb
ben moeten zijn, dan in 1830, want
de weg van den Haag naar Haarlem
was toen nog niet bestraat, doch een
zandweg. Om met een familie rijtuig
van Bönnebroek naar Haarlem te
komen, bad men vier paarden coodig.
Dit was geen weelde, maar een be
hoefte.
Den 25en April gaf de heer San-
denbergh Matthiesen, dien wo reeds
hebben leeren kenn6D, wegens zyne
groote opofferingen, wederom een be
wijs van zyn groote verknochtheid.
Ia de dagbladen van 1. g. datum
komt een bericht voor, dat de Kolonel-
Kommandant van de 2e brigade 3a
divisie infanterie te Helmond, aan
den heer Sandenbergh Matthiesen
vrijwillige jager bij het corps Rook
maker had aangeboden, om tot zyn
adjudant te worden aangesteld.
De heer S. M. wees dit echter open
lijk af en gaf te kennen, dat by lid
wenschte te blijven van het corps
jagers en betuigde hierby zijne groote
aanhankelijkheid aan de vele vrienden,
die bij daarbij verworven had.
Den 30en April had er hier ter
stede iets plaats, dat wel eene bijzon
dere vermelding verdient en tovens
eene afwisseling is van de verschil
lende daggebeurtenissen welke we
Ibans bespreken.
De Kamer de Wijngaardranken
onder höt blazoen „Liefde Boven al"
- de lezers van „Haarlem's Dagblad"
hebben in de laatstverschenen Zater-
dagavondtmmraers reeds vluehtig ken
nis gemaakt met deze Kamer eene
herleving van de oude Rederijkers
kamer van dien naam, hield zich se
dert 1825 met letterkundige onder
werpen bezig en meende dat de kloek
moedigheid van Wybout van Rip-
perda den welbekenden bevelheb
ber tijdens het Bpaanscbe beleg V2n
1572—1573 door een uiterlijk te6ken
in herinnering moest worden gebracht.
Door dit gezelschap werd een steen
in den schoorsteen op de groote zaai
vau den Stads Doelen geplaatst.
Dit gedenkteeken, waarin ter weers
zijden twee harnassen en helmen met
open vizier gebeiteld zijn, met het
opschrift„Ter gedachtenis van Rip-
perda en van Haarlems burgerij
1572—1573", werd den 30 April 1831,
in tegenwoordigheid van Burgemeester
en Wethouders plechtig "ingewijd,
terwyl de voorzitter (Keizer) C. de
Koning eene boeiende rede hield en
kaansche kost zijn niet Engelsch en belangsteiïing er roor is o zoo gering.
Uit de Pers.
Regel en Beginsel.
De Zuid-Afrikaansche oorlog heeft
ons zegt de Yan-dag-tot-dag-schrij
ver in het „H.blad" beter Hol-
landsch doen spreken.
Het misleidend misbruik, dat van
het diepe en plechtige woord b e-
g i n s e 1 wordt gemaakt, moet velen
even hinderlyk en dnidelyk zyn ge
worden als 't my sinds lang is.
Hoe dikwijls hoort men iemand
vooral een, die koppigheid met kracht
van karakter verwart weigeren
iets te doen of toe te geven, omdat
:t met zyn of haar „beginsel" in
strijd is.
En wat blijkt dat „beginsel" dan
yaak te zyn Een regel, dien men
zichzelf gesteld heeftEen gewoonte,
mot welke langdurige intimiteit ons
vertrouwd heeft gemaaktDus ver
wart. men, niet scherp doordenkend,
op lauwe wjjze een regel met een
beginsel iets menschelijks
mot iets goddelijks.
Wil men dadelijk den toetssteen
by de hand hebben om het goud van
het beginsel ie onderkennen
Men maakt een regelmen
maakt geen beginselMén s t e 11 een
regel men sielt geen beginsel. I
Het beginsel wordt ons g c-
maakt, ons gesteld door de
groote Macht buiten ons.
Deze oorlog heeft ons Hoüandsch
geleerd heeft ons doen beseffen,
dat wie een regel met een beginsel
verwart, het eindige voor het onein
digs aanziet.
Er waren er, die zeiden
„Het is altyd rayn vast beginsel
I ceweest om als onderdaan van een
kleinen staat nooit iets te zeggen of
tc doen, dat maar eenigszins" onaan
genaam kan zijn aan machtige staten,
vooral ais ze" rlak in de buurt zijn
en wy er veel zaken mede doen."
Dit nu gevoelt menigeen thans
was geen beginsel, maar een zeer
verstandige regel voor het dagelyksch
leven.
Geen verstandiger en vaderlands
lievender gedragslijn is c-r voor een
Hollander, dan om zich niet te be
moeien met de binnenlandsche staat
kunde van Duitscbland van
steeds al zijne krachten in te span
nen om Hollanders het zoo na aan
bun verwante volk beter te doen be-
grypen en le waaröeereu van
allyd liever te denken aan wat ons
goede en trouwe buren vereenigt dan
aan wat ons scheidt.
Dus was het een goede gedrags
regel te pogen te vergeten, wat het
Holiandsch ras de eeuwen door van
Engeland geleden heeft, en ons te
sterken door zijn krachtig voorbeeld
in vryen handel, in nijverheid, in zee
vaart en democratisch zelfbestuur.
Maar als die regel ons zen dwingen
onzen plicht te verzaken, dan kwam
bjj in stryd met iets hoogers
met een beginsel
Laat ous dan trouw blijven aan
den verstaiidigen regel om geen
noodeloozeergernis te geven aan mach
tige buren.
Maar laat ons tevens het groote
beginsel eeren, dat een vrij volk
openlijk moet getuigen voor de ge
rechtigheid.
ieder degelijk oorlogsschip in kolen
nood maakt van den daar aanwezigen
voorraad une seule bouchée, nentrali-
teita-schending of niet, dat is het on
verschillig.
Ook Frankrijk schijnt 't geval voor
zien te hebben, want er zjyn proeven
genomen om van zoogenoemde „rolg-
scbepen" op hooge zee kolen over te
nemen. Gegeven dat by oorlog Enge
land dadelijk bet Önez-kanaal sluit,
met verkrachting van elke conventie,
zou een Fransch schip „buitenom"
varende, eerst in den omtrek van de
Roode Zee op de Afrikaansche kust
kolen kunnen opnemen, omdat daar
een paar kleine Fransche kolensta
tions zyn, die trouwens eerst kort
geledon werden ingericht. Rnsland
mag in Perzië op dit oogenblik een
baven hebben, maar zoowel als Frank
rijk ia het van Engelands goedheid
afhankelijk als het thans in vollen
vrede, kolen noodig heeft.
Een belligerante Mogendheid alzoo,
zal dus dadelijk uit kolennood zoeken
Daar een haven, die onafhankelijk van
Europa, altyd steenkolen voorraad kan
hebben, gemakkelijk is te bereiken en
een veilige ankerplaats voor de sche
pen aanbiedt.
En dan rest alleen nog maar onze
haven by Padang op Sumatra, de
Emmahaven, die aan al die eischen
voldoet.
Zoolang er nu kolen te krijgen zyn,
worden de oorlogschepen voor kolen-
verbruik ingericht en hun vernielings
vermogen is zóo groot, dat zy gewis
zijn, neutraliteit naar gelieven te~kun
nen schenden van aiie kleine Staten,
die juist ais wy, Nederland, zoo
onvoorzichtig zyn onze schatten voor
't gry'pen te laten liggen, in 't pla
tonisch vertrouwen op de goedgunstig
heid dor Mogendheden.
Bij verkiezing van leden kwamen er
enkelen oponlangs in Schiedam
slechts res. En reeds hieruit blijkt
afdoende, dat de arbeid als zoodanig,
dat patroons en werklieden van die
Kamers niets verwachten.
Inderdaad heel de beweging in
de laatste maanden over loons-ver-
hooging is geheel buiten de Kamers
omgegaan. Ze hebben er niet den ge-
ringsten invloed op uitgeoefend. In
Amsterdam breekt een zeer ernstige
werkstaking ondör de typografen oit
en er is niemand, die eraan denkt om
de Kamers van Arbeid er by te pas
te brengen.
Het is alsof zy niet bestaan.
Welk een teleurstelling moet dit
toch zyn voor hen. die zooveel van
die instelling hebben verwachten zij,
die er weinig van hoopten, zullen by
de trvaring van de jongste werk
stakingen nog moeten betuigenzóó
erg hebben we 't niet gedacht.
Lapwerk was het. Minder nog dan
dat. De werklieden praten er niet
meer over; de patroons hechten er
niet aan.
WanDeer zal men nu beginnen aan
heosche Kamers van Arbeid, gelijk
die door dr. Kuyper en onze party
worden gew6nscht?
Het „Centrum" teekent hierby aan
Of de „Hollander" hier niet aan
eenige overdrijving zich schuldig
maakt Ons dunkt van wel. Zeer
zeker hebben de Kamers van Arbeid
tot dusver niet beantwoord aan de I
verwachting. Maar zy bestaan nog te
kort en zyn nog te weinig „inge
burgerd", om reeds voor een definitief
oordeel in aanmerking te komen.
De „Hollander" lykt ons minstens
te voorbarig in zyn ai te „verplet
terende" critiek.
Staten te vragen tnsschen ons recht met herten en een jachtslot, de Fasa-
Onze Neutraliteit.
De gebeurtenissen dor laatste maan
den bevatten voor de kleinere Staten
van Europa oen wenk om zich toe te
rusten tot een „self help" by 't be
waren der neutraliteit. Hun grootere
naburen kunnen in sommige gevallen
genoopt zyn hen by te staan, maar
dan alleen in 't geval, dat 't eigen
belang des grooteren zulks gebiedend
vordert.
Op deze stelling bouwt het „Dag
blad van Zuid-Holland en's Graven-
hage" het betoog, dat men het bo-
twijfelen moet of Nederland in staat
zou wezen als de kwaker in de „Ne
gerhut" te zeggen: „Yriend, gy hebt
hier niets te doen", wanneer onze
neutraliteit in onze Koloniën dreigde
geschonden te worden.
Na geld is steenkool de sterkste
nervus rerum der moderne oorlogs
voering, zegt het blad, en als straks,
is bet "niet vroeg, dan is h- t laat, de
botsiDg tussehen de Europcescbe
grootmachten plaats heeft, die elk
staatsman voorziet, dan zal bet oor
logsveld vermoedelijk niet is Europa
liggen. Een paar jaar geleden ver
wachtte men die botsing op de kust
van China, nu vindt zjj misschien te
Lorenzo Marquez plaats. De Phiiip-
pynec en Cuba hebben kans j.-ebad
't theater van den wereld-oorlog te
worden, en dos zullen oorlogsschepen
alsdan in alle richtingen over den
Oceaan gaan om havens te beschieten
of troepen over te brengen.
Het is dus voor de mogendheden
van hst grootste belang kolenstations
te bezitten. Engeland scbynfc dat voor
zien te hebben, want op het traject
Earopa—-China, zyn, met inbegrip van
't Suez-kanaal, alle kolenstations van
aanbelang in zyn bezit. Gibraltar,
Malta, Port-Saïd, Suez, Aden, Colom
bo, Malakka, Singapore, Penang zyn
allen kolenstations, wier voorraad
altyd opnieuw van uit het moeder
land aangevuld kan worden. Alleen
St. ViDcent en Madeira en eenige
onbeduidende haventjes op de Afri
De zaak Hogerhuis.
De heeren Mr. Z. v. d. Bergh,
Mr. F. Troelbtra en Mr. P. A. Pyu- j
appel verdedigen ongeveer de leer,
dat de Hooge Raad de waarde van
de bewysmiddeien der nova al
moeten deze, nog wel „op stralfe van
niet-ODtvankelykheid". in de „aan
vrage tot herziening" worden opge
geven. niet heeft te heoordeeieo1
zóó zolfs, dat Ly de geloofwaardig
heid der getuigen in de door hem
zelf overeenkomstig de wet bevolen
enquête niet mag „toetser.1" (Mr. v.
d. B.) en dat 'i hem „verboden" is
hunne „betrouwbaarheid" te onder
zoeken (de heer P.).
Het „Weekbl. v. h. Recht" wil
over deze leer niet in discussie tre
den. maar merkt later op:
„Wy eerbiedigen volkomen het on
geschokte geloof van den Heer Pyn-
appel in der Hogerhuizen onsebnld,
en willen onderstellen, dat hy daar
voor goede gronden heeft. Hierin
echter ligt rechtvaardiging noch ver
ontschuldiging voor zyu bedrijf om
d6n rechter, die alleen te beoordee'.en
had of de aangevoerde nova voi-
doende waren gestaafd en. zoo ja,
of zy ernstigen twijfel wekten aaG
de schuld der veroordeeldeD, licht
vaardig te beschuldigen van wet-
schennis en partijdigheid, of wel dien
rechter aansprakelijk te stellen voor
des wetgevers fouten."
De quintessence van Prof. Simons
meening over de revisie-weigering
komt hierop neer:
„De Hooge Raad heeft niet ge
geven zyn oordeel over schuld of on
schuld der veroordeelde Hogerhuizen.
Bjj de alleen besliste vraag of er een
novum bestond, kwam het uitspreken
van zoodanig oordeel niet te pas.
Daarom is de twijfel, steunende op
bet in zich zelf zwakke bewijsmate
riaal, niet aangetastdaarom is voor
hen, die dien twijfel koesteren, jam
mer genoeg, de verkregen uitspraak
geene' beslissende. Die twyfel ts by
mjj zeker niet verzwakt, nadat ik
door na myu opstel gepubliceerde be
scheiden, een blik kon slaan op de
•vyze, waarop de belastende verkla
ringen zyn ontstaan."
Gratie is volgens den Hoogleeraar
niet te verwachten, en eene vervol
ging zou er toe kunnen leiden Al-
berda en de zycen te stellen voor het
ontzettend dilemma: zelfbeschuldi
ging of meineed.
„Ik voor my zie de oplossing niet",
zegt Prof. Simons, en leg de pen
neer in de troostelooze gedachte aan
menschelyke feilbaarheid, aan ons
beperkt weten, in de helaas slechts
lauwe verwachting, maar levendig
gekoesterde hoop, dat moge het zyn
spoedig, er licht kome in het ons nog
omringende duister."
„Het Yolk" teekent bierbij aan:
„Zulk een certificaat van onver
mogen, aan onze Nederlandscbe
Staatsregeling uitgereikt, zal menig
een de oogen openen voor het feit,
dat de belangen van het Nederland
scbe volk in de handen der thans
regeerende klasse, ondanks haar ken
nis en bekwaamheid, niet veilig zyn.
Teleurstelling.
Slecht te spreken over de Kamers
van Arbeid is de „Hollander". Groote
verwachtingen hebbeD velen van die
Kamera gehad, maar thans is er, vol
gens het anti-revolutionnaire orgaan,
teleurstelling.
De arbeid zou door de Kamers zich
kunnen doen gelden. Patroons en
arbeiders zouden samen bun gemeen-
scbappeljjke belangen en geschillen
kunnen besprekeD.
Yerzoeningsraden zouden ze zyn.
Zoo de Kamers van Arbeid in ge-
noegzamen getale wEren, er zou geen
werkstaking meer noodig bljjken, in-
dien slechts arbeiders eu patroons van
de Kamers gediend wilden zjjn.
Hoe luidt de werkelijkheid anders!
Er wordt haast over die Kamers
van Arbeid niet meer gesproken. De
te spreken.
Maar zal Engeland daarin toestem
men Doet bet dit niet, dan zuilen
al deze leugens de Amerikanen niet
bedriegen, want zy zullen begrypen
dat Engeland onze onafhankelijkheid
tracht te vernietigen, zooals het go-
tracht heeft, vergeefs Goddank, de
onafhankelijkheid van Amerika in de
vorige eeuw te vernietigen.
Zy die andere doeleinden aan onze
zending toeschrijven, zij die ons be
schuldigen dezen oorlog uitgelokt te
hebben, zyn dezelfden die ons er toe
gedreven hebben. Indien zy echter
niet zeiven de aanstichters van den
oorlog zyn geweest, om han politieke
en financieels eerzucht te bevredigen,
zjjn zy op een dwaalspoor gebracht
door de eigenlijke bewerkers van den
oorlog.
Eiken dag zyn interviews versche
nen die ons verklaringen toeschrijven
die wy nooit gedaan hebben, inter
views die nooit hebban plaatsgehad,
en waarvan het doel was een verbe
tering van onze zyde uit te lokken
en ons te bewegen het doel van onze
zending te openbaren.
Tot hiertoe hebben wy het stilzwij
gen bewaard omdat dit noodig was.!
Maar op het oogeublik voor ocsver-1
trek naar Amerika, meenen wy ge
rechtigd te zyn, deze openhartige
verklaring aan het Amerikaanscbe
volk te zenden, de leugens ts niet te
doen en bet te vragen ons een wel
willend oor te leenen wanneer wy het
onzen toestand eer.'yk zullen bloot
leggen.
nerie, bebooren bij het kasteei.
Yan Sehwarzbure zyn. behalve den
tocht door het heerlijke dal, veel uit
stapjes te makennaar den Tripp-
stein, de Hüoenkuppe, den prachtigen
Eberstein, eDZ. Blankenburg ligt op
korten afstand ten noorden, I.llmenau
ten westen van Schwarzburg.
Bier als tegengif.
In het -Maandblad tegen de Ver-
valschingen" lezen wii hot volgende om
trent dc gunstige werking van bier
ls tegengif bij locdvergift iging.
Twee professoren, van de Britscho
gouvoTi) ements-labara-tori luns. Thorpe
en Oliver, hebben bij gelegenheid vau
hinuio onderzoekin.grn in zake loodver-
giftiging bij werklieden op porselein
en aardewerkfabrieken in Engeland,
mededeeling gedaan, dat het gebruik
van bier aan die fabrieken, als een voor-
banoedmiddel tegen loxxivergiftiging
eordt beschouwd. Dit rapport werd kor
telings in liet Parlement besproken.
Ofschoon genoemde professoren wvi-
ig g-wicht hechten aan het gebruik
an bier als tegengift van genoemde
vergiftiging, kunnen zij toch tiet na
laten aan to stippen, dat bier in den
regel oplosbare sulfaten la vat,, welke
inderdaad gunstig kunne n werken.
De fabrieksarbeidster.-! die de lood-
[•.brui-
houdencle
ken voor
het oog c
hardheid
districten.
I ringt* hoe
mengsel» bewerke:
moor end cel thee.
p de betrekkelijk
•;ui het water, in
beaat de-ze drank
i zoodat in deze
Het manifest van het Bóeren-
gezantschap aan het Ame-
rikaansciie volk.
In de „Gaulois" vinden wy den tekst
van het manifest, dat het drieman
schap voor zijn vertrek naar New-
York aan bet Amerikaanscbe volk
heeft gericht en waarvan bet „Haag-
sche Dagblad," naar men zich herin
nert, reeds korteljjk de strekking had
medegedeeld. Wy laten hier de ver
taling van den Franschen tekst in zyn
geheel volgen
Wij hebben vernomen dat er veel
onjuiste diugen zijn yezes?d over het
doel van onze zending. Nu wij op het
punt zjjn om den Atlantiscbeu Oce
aan over te steken, meentn wy dat
het oogenblik om te spreken geko
men is.
Wy gaan naar Amerika om aan de
regeering en aan het voik van de
Yereenigde Siaten hun hulp te vra
gen, teueinde den vrede ran Zuid-
Afrika te herstellen.
Tot op bet tegenwoordige oogen-
blik is ons eerste en eeaig beroep ge
richt geweest tot Nederland, waar-
mede wij door banden des bloeia
nauw zyn verbonden. Bovendien is in
Nederland het beginsel aangenomen
van de handhaving en het herstei
van den vrede ouder de voIkereD door
bemiddeling of scheidsrechterlijke be
slissing.
Het doel dat wy najagen, is de
vGikeren over te halen om de begin
selen toe te passen die op de vredes
conferentie zyn verkondigd.
Nu wij ods bezoek aan Nederland
gebracht* hebben, waar wij met ver
trouwelijke hartelykbeid zyu ont
vangen en met de warmste verzeke
ringen dat wy kunnen rekenen op al
geheels medewerking en op de ernstige
pogingen tot herstel van den vrede,
hebben wy gemeend dat het beste wat
wy konden doen, was ons oumiddei
lyk te wenden tot het voik dat, een
eeuw geleden, de beproevingen heeft
doorstaan die wy thans beleven.
De Amerikaoon hebben geworsield
voor de verdediging vso-hun heilige
rechten en voor hun vryheid. Dit en
dit alleen is het doel, dat wy najagen.
Waar laster en logen ons zyn voor
gegaan, gaan wy niet het voornemen
om de waarheid bekend te makeD,
vertrouwende dat ons beroep op een
vry volk en op de groote zusterre
publiek niet vergeefs zal gedaan
worden.
Wij richten ons niet tot de een of
andere party. Wij gaan naar het
AmerikaaDsche volk, ia zyn geheel,
dat in onze dagen deu grootsteu fac
tor voor den wereldvrede vormt, en
de wereld wacht slechts op zyn wenk
om eenstemmig te verklaren dat dit
noodelooze bloedbad zal en moet op-
ludcli.
Wij gaan de Amerikaanscbe natie
vragen om ons te helpen, teneinde die
wreede en onnoodige slachting te laten
ophouden van hen die haar het naast
bestaan en het dierbaarst zyn, want
Amerikaaische burgers zijn in onze
gelederen, worstelende voor de vry
heid, gevallen.
Wy gaan nasr Amerika om de
oatie te vragen een einde te maken
aan een oorlog die in workelykheid
een broedermoord is, waarvan de ait-
sl&g, wat die ook zy, niet in verhou
ding zal staan tot de offers, die hy
vergt. Deze uitslag kan even gemak
kelrjk bereikt worden door een zestal
oordeelkundige mannen, die de zaak
vreedzaam rondom een tafel over
wegen, mits dit slechts eerlyfee, goed
gezinde mannen zyn.
Wy gaan het Amerikaaasche volk
zeggen dat wy bereid zyn de zaak
aan zyn scheidsgerecht voor te leggen,
en wy zyn overtnigd dat wy niets
meer vragen dan een onpartijdige en
vrijheidslievende natie kan toestaan.
De Engelsche pers verspreidt een
menigte van valsche voorstellingen,
waarmode zy het Amerikaansche volk
zand iu de oogen tracht te strooien.
Wy zyn bereid deze leugen onder
de oogen te zien, door de Yereenigde
Da Villebois-Mareuil. gegeven orden.
Do „Gaulois" maakt den laatster.
brief openbaar vau den gesneuvelden n
kolanol do Viliebois-Mareuil, die van PfaatjGS GV6l' NSfüUrkUÜliB 611
13 Maart uit den omtrek van Kroon- j
stad gedagreekend is. De kolonel üSUBBSkilRuB.
scbryft daarin o. m.„Ik bon de i
terugtrekkende Boeren gevolgd eu j
heb opnieuw aan de krygsverricb-
tinken, of veeleer het kiezen van j
stellingen deelgenomen, tegen myn zin,
eu moest dc Boeren ais sneeuw voor
de zon zien smelten, zooiat ik byoa
alles verloren waande. Gelukkig vond
VIII.
in mij» tv»-- vorige praatjes
vergeleken uc waarde van fiet
andere lichaamsoefeningen lui
r, te v.n,u hun invloed op lichaarn en
ik echter Dy presidenten Steyn en I \ri: i,^ op
Kruger den oubuigzamen wil om
tegenstand te bieden en hun troepee t
opnieuw te orgauiseerc-n. Ditmaal j
vond, helaas te laat, dc door m;j be
pleite guerrilla-takliek algemeene
goedkearïng. Eik geeft my overigens
de eer daarvoor, eu de betuigingen
van vertrouwen en achting, die ik
van de beide presidenten en generaal
Joubert heb outvangeö, verplichten
my, myu raadgevingen in praktyk te
bre&gen. Ik neem het oppêrbeve: op
mij over een uit alle buitenlanders
gevormd vreemdenlegioen. Dit is een
moeilijke taak, maar ik ben hier ge
komen, om rnyn party tegen Enge
land ten einde toe uil te spelen, en,
zoolang my een middel verblijft om
dat land ie benadeelen, zal ik dan
degen niet in de scheede steken."
Ten slotte deelt de kolonel mede.
dat men herhaaldelijk opzettelijk op
hem geschoten heeft. Maar hy ver
loor reads het geloof aan de gevaar
lijkheid vau de dum-dum-kogelstoch
zou hij liever niet op zyu bed sterven.
Zoo is dan zijn wansch vervuld, hij
is gebleven op 'net veld van eer. en
Lord Methnen heeft voor zyu dooien
vijand e6n grafzerk laten houwen,
waarin onder zyn titels „Requiescat
in pace" staat gebeiteld. Eea iiivau
het Lagerhuis is zoo kleinzielig ge
weest om daar aanmerking op te
maken en beeft gevraagd, of Metnuen
gehandeld had met goedvinden van
de regeering. Wyndbam gaf hem een
flink antwoord. Hy zeide dat de re
geering dienaangaande geen mede-
dee'ing had ontvangen maar hy voor
zich zag niet in. waarom de eene
dappere man een anderen dappere, al
was dit zyu vyand, geen eer zou be
wijzen.
'c31 c
\t\
•n zelf.
>mmigeii vinden, in h> wielrijden
dat geno-niet die ontspanning,
iiiot. die opwekking' waarvan zo door
aaiden- mensolien hebben liooivn gewa
gen. Afgezien van de mogelijkheid dat
hun lichamelijke gesteldheid, of nog
.eerder lmn geestelijke gtstoldhtid, de
oorzaak hiervan is, moet men dc oorzaak
vanclit feit om stal zoeken in hun fiets.
Dit lijkt vreemd, als men bedenkt dat
reeds jaren hing het publiek door sport-
biadui wordt voorgelicht, eu. dat i« <fe»
eefêto pbrats dc rijfwielhandelaars eH
constructeurs degenen ?.ijn die op de goe
d-- verhoudingen van allerlei onderde
len van het rijwiel hebben heren let
ter.. Toch is het zoo. F.n dan is de
hoofd: .huidige bijna aUi'nl hot zadc-l.
En aan h t z .del wil ik dm ook c r.; -
Oemengd iMieuw»
Schwarzburg.
waar onze Koninginnen eenigen ty-1
verblijven, is een dorp met om
a'.reeks 700 inwoners, mooi gelegen
in het verrukkelijke dal van de
Schwarza, een zijtak van de Saaie.
Het dal doorkruist het zuidelijke ge
deelte van het Thuriogerwald van het
zuidwesten Daar het noordoosten.
Schwarzburg is met zyn omgeving hot
glanspunt van oostelijk Thuringen.
Het dorp en het kasteel (80 meter
boren Let dorp) liggen ia eeuboscL-
ryke streek die door den Trippstein
beheerscht wordt. Heeft men deze w
v raagt men mij welk z
goed is en welk zadel ui'
ik ei ïi op»: aiming hiervan
idel daji
ik niet alle
ven vermei
-« li goed
viriels ken. All-..
:i aan \v
lel moei
har
rijde*
'rib
t begin
het 'rij-
rots, ongeveer 500 meter boven den
zeespiegel en 200 meter boven de
Schwarza gelegen, beklommen, dan
ziet men het riviertje door het dal j d-
kronkelen, om een soort van voorge- j
bergte heen, het Tüonigshaupt, dat c.
als een klein rotseiland oit de weide L
'lot, deze soort behooren tic
do's die gebruikt, werden in
van hot. populair wolden va
wie., en ofschoon die soort allengs dpor
een beter wordt verdrongen, wordt zii
nog veel te veel gebruikt En da.a: i>
een reden voor Men zit er namelijk
zeer vu.it op Het aonrakingsoppevvlak
van het lichaam -c-n dit zadel is nl. zeer
groot, ui hierin ligt het gemak eu ook
liet muk-c-I. Er worden lichaamsdeel en
gedrukt diie niet gedrukt mogen wor
den. Het. ideale- zadel, maar dit i- in
de pralktijk onmogelijk, bi-staat slechts
uit twee kleine oppervlakten, waarop
de zit beenderen kunnen rusten. Een
dergelijk zadel is indertijd in dc ..Kam
pioen" beschreven, maar t ei echt werd
gevreesd dat bij. de onmog» irkheid waar
in de rijder zich bevindt om altijd iu
aanraiking te blijven met d< zelfde plek
van het zadel, er be 1 eedigingen van
huid etc. zouden kunnen p'.aaUs hebben.
Maar toch moet de voornaamste- eigen
schap van ecu zadel deze zijn dat men
er op zit met de zit beenderen en niets
anders lot steun, en moet elk zadel
veroordeeld worden dat veli
.i:,making biedt.
Een der eerste van de g
hot Chris t v-zadel.
munten van
udc
Toe
werd
oprjjst, gekroond door het kasteel.
De bergen die dit fraaie keteldal om-
ricgeD, zjjn bedekt met hoog opgaand
geboomte van verschillende soorten,
zoodat bet donkere naaldbout door
vroolyker tinten wordt afgewisseld.
Het kasteel zelf is in den kazeroen-
styl van de vorige eeuw gebouwd, en
dus alleen merkwaardig om zyn prach
tige ligging, ook het inwendige mant
niet uit door vorstelijke pracht. In
de kapel vindt men do, nu Diet meer
gebruikte, begraafplaats der vorsten
van Sehwarzbarg-Rudolstadt. In bet
slot zyn de gangen met hertenge
weien versierd er zyn een paar zalen
met merkwaardigheden, o. a. een ka
mer met wapenrustingen en ouder
wetscbe vuurwapenen, en een keizer-
zaal, die hoewel gerestaureerd, met
den toren nog overgebleven is van het
zeer oude kasteel dat in 1726 grooten-
deels af brandde. Een zeer mooi park
dit door sommigen, die het beproefde;
veroordeeld. Evenwel ten onrechte. Er
d beweerd dtil dc metalen ramde»
bLiuieimijiien der dij.ai drukten en
groote zenuw va» let U n U-leg
den. En dit is werkelijk het geval
nic-ii het Clirlstvzade! vlak of zelf?
ichtorver op de zadelpen plaatst.. Dit
taded moet. wil men zijn goede eigen-
schappen ten volle lei ren w-.iiaaxleeren
cenig?ziȕj voorover hellen. Het nadeel
hiervan ie- dat men het b<?\-en.lichcam
ook eenigszins voorover moet buigen,
ui met de handen cp de stuurstang
meet rusten, omdat men er ander- af
glijdt. Wie dan ock op doze wijze rijdt
zal niet in staat zijn al rijdende een
sigaar aan te steken of met dc handen
op den. rug den kunstenmaker uit te
hangcai. Is dit nadeo! groot Dc geloof
uccii. Zin men nu op c:n dergelijk ?.i-
del met dc annen. gestrekt op het stuur,
het lichaam iets voorover Hellende, den
afstand van peda lot tot zadel niet te
groet cn niet te klein, dan lieeft men
do in. i bcete houding. Nooit zal men
over zitpijn gaan klagen, behalve- mis
schien over eenige gcr\*oelighcid v.ni
'de huid op lu.'t ecai.igsans hartk- zadel.
I hetgeen evenwel liecl gauw verdarijnt.