NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen. Dagblad in Haarlem en Omstreken.
.Be schnld ni dei
meneeslteer.
18e Jaargang. Dinsdag 11 September 190U. No. 5276
MIMI
ABONNEMENTSPRIJS
Tooi' Haarlem per 3 maanden1.20
Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door Let geLeele Rijk, per 3 maanden. 1.65
Afzonderlqke nummer30.02J£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden. O» 0.37 3-^
M de omstreken en franco per post 0.45
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten Let Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regeL
Bureaux: Gebouw Het Spaarnc, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122,
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht. tot plaatsing van Advertentien
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan liet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad -verschijnt dagelijhs, "behalve op Zon- en Feestdagen
Iloofdagmten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicilé Etrangère G. L. DAUBE Co. JOIIN F. JONESSucc., Barijs 31M* Faubourg Montmartre.
„Haarlem's Dagblad" Tan 11 Sept.
bsrat o. a. He Eng6lsclie regeerlng
Tracht op „den beslissenden slag",
om nieuwe verkiezingen nit te
schrijven, He mogendheden die
troepen te Peking laten, Een Pro-
Hoar-meeting, Haagsche Brieven,
Kamer van Koophandel te Haar
lem, Stukken van don Gemeente
raad, Nederlandsche Kolf bond, Be
richt van Br. van Cappelle.
Politiek Overzicht.
De politieke toestand in Engeland
wordt zeer juist geteekend door Fran
cis Gould in een plaatje in de „Westm.
Gazette". Chamberlain en Lord Salis
bury staan beiden aan den waterkant,
aan den oever der ongewisse baren
van een general election" (algemeene
geering lord Salisbury, die nog
in zijn overhemd staat te bibberen,
durft er niet in springen, maar Cham
berlain, reeds gansch in zwemkostuum
zegt„Spring er maar in, hoe langer
je wacht, des te kouder wordt het wa
ter."
Dit beduidt dus, dat de Engelsche re
geering lord Salihbury schijnt nog
niet goed te durven van plan is, al
gemeene .verkiezingen uit te schrijven.
De „Daily News" wist reeds te vertel
len, dat het Parlement in het laatst
van September zal ontbonden worden,
.en nieuwe verkiezingen uitgeschreven,
indien ten minste de beslissende be
richten, die de Regeering uit Zuid-
-Afrika wacht, komen.
En die beslissende berichten zouden
dan moeten zijn, de tijding, dat men
er in geslaagd is Botha's macht in het
Lijdenburgsehe te vernietigen. Alge
meen beschouwt men in Engeland de
'beslissende slag bij Lijdenburg als het
finale einde van den oorlog; als Lij
denburg is bezet, is de oorlog gedaan,
zegt men. De „Times" o. a. schreef
„Behalve de legermacht van Botha,
waar generaal Duller en Ian Hamilton
op 't oogenbl'ik bezig zijn, blijft er
geen ernstige tegenstand meer te be
strijden, en is dus de taak van de Brit-
sehe regeering de orde te handhaven
en oproertjes te onderdrukken als het
beleg van Ladybrand, en den toestand
rondom Johannesburg te verzekeren
(waar nu, dit zij terloops opgemerkt,
volgens een Reuter-telegram van 5
September De Wet zich met Theron
bevindt.)
Maar op Lijdenburg zijn thans aller
oogen gevestigd.
Lord Roberts heeft geseind, dat Don
derdag de ruiterij van Brocklehurst
met de krijgsmacht van Jan Hamilton
dat gedaan hadden.
Nu zijn het echter, volgens het laat
ste telegram van Roberts niet Brockle
hurst en Hamilton die Lijdenburg be-
fet hebben, maar Brocklehurst en
Dundonald, de aanvoerder van Bai
ler's ruiterij. Wij stellen het ons dus
■zoo voor, dat Botha zijn stelling ont
ruimd heeft, toen hij zag, dat de co
lonne Hamilton-Brocklehurst rechts
om hem heen getrokken was of dreig-
de te trekken, en dus den weg naar
Lijdenburg ook voor Bulier heeft over- j
gelaten. Deze stond ergens ten N. van
Badfontein, dat ongeveer in het mid-1
den van den weg MachododorpLij
denburg ligt. De twee brigades ruiterij,
van Brocklehurst en Dundonald zijn
toen het voetvolk vooruitgesneld en
hebben toen lijdenburg bezet.
Maar Botha was al weg gedeeltelijk
oostwaarts, misschien langs den weg,
die bij Rietfontein Z.O.waarts en dan
O.waarts door het hooge gebergte
loopt. (Het kan zijn, dat Brocklehurst
niet zijn weg vervolgd heeft, maar
recht afgeslagen is om zich bij
Rietfontein met Dundonald te vereeni
gen.) Gedeeltelijk ging Botha met zijn
kanonnen en voorraad N.waarts naar
Krugerspost, vanwaar een weg vlak
O.waarts naar Pelgrimsrust loopt. Zoo
althans meent Roberts te weten.
Er wordt nu door generaal Hart ge
rapporteerd, dat Theron gesneuveld
is, maar gelukkig is dit nog niet zeker.
Het zou voor de Boeren natuurlijk
v/eer een harde slag zijn. Bij Krugers-
dorp zouden vier Bóeren-lijken gevon
den zijn, waaronder dat van Theron
men maakt dit op, uit ctó papieren, die
bij hen gevonden werden. Doch 't zou
net iets voor Theron wezen om ecnige
papieren van hem in de zak van een
gesneuvelde te steken.
Ziehier nog een tweetal losse berich
ten
Roberts meldt in een telegram uit
Belfast van G dezer
De vijand gaat voort met pogingen
om treinen te laten derailleeren en de
spoorwegen te vernielen, maar alle p*
vallen, van dien aard worden direct ge
straft.
Ilildyard heeft Wakkerstroom bezet.
Een detachement Portugeesche troe
pen van 160 man is Zaterdag naar
Ressano-garcia hij Komatipoort ver
trokken tot bewaking van de grens.
Zooals men weet,kibbelen de mogend
heden nog steeds over Ruslands voor
stel om Peking te ontruimen. Duitsch-
land zou een bemiddelingsvoorstel
hebben gedaan, volgens 'twelk Peking
voorloopig slechts gedeeltelijk zou
worden ontruimd en een kleinere be
zetting uit alle nationaliteiten bestaan
de, als het ware als een bewijs van de
macht der mogendheden daar zou
blijven. Dit bemiddelingsvoorstel moet
veeleer van Amerika uitgaan. Waar
schijnlijk zullen, in den tegenwoordi-
gen stand van zaken, Duitschland, En
geland en Japan wel troepen te Pe
king laten, maar daarentegen Frank
rijk, Amerika en Rusland hunne (roe
pen naar Tientsin terugtrekken.
Daarmede stemt ook overeen cone
openlijke uitlating van den Japanschen
secretaris van legatie Mitsoendo, te
Berlijn, dat Japan alleen dan Peking
zal ontruimen, indien alle mogendhe
den vandaar weggaan. Want" Japan
oordeelt het bezet houden van Peking
noodig, om met vrucht met China ie
kunnen onderhandelen. Ook Japan
is voor het handhaven van keizer
Kwang Soe op den troon, maar dan
zonder den invloed van de keizerin
weduwe.
De Duitsche Keizer heeft de Stettin
een speech gehouden, waarin weer een
ambtelijk gezuiverd 2de en 3de éditie
gekomen is. Volgens de eerste leziug
zou de Keizer aan 't einde daarvan
naar aanleiding der Chineesche kwes
tie gezegd hebben:
„Ik ben in het geheel niet bezorgd
voor de toekomst. Ik ben overtuigd,
dat mijn plan zal gelukken, dat ook
strekken zal tot welzijn van Stettin,
van de provincie Pommeren, van het
geheele vaderland."
Doch volgens de gewijzigde lezing:
„Ik heb in het geheel geen bezorgd
heid voor de toekomst, want met ons
is God. Hij zal ons er door helpen."
Dat „ons" kan dus ook heel gevoeg
lijk op de andere mogendheden in
China slaan, terwijl volgens de eerste
lezing de Keizer van „mijn plan"
sprak.
Het Oostenrijksche Huis van Afge
vaardigden is dan, zooals we reeds me
dedeelden, ontbonden.
Het heeft lang geduurd eer deze stap
werd gedaan.
Bij het ontbindingsbesluit behoort
feitelijk een artikeltje dat in het nïet-
officiëele gedeelte van de Wiener Zeï-
tung staat, maar zoo officieus moge
lijk is. Sedert drie jaar, leest men
daar, mist de staatshuishouding de
constitutioneele bekrachtiging en toe
zicht alle hervormingen, al zijn ze
nog zoo dringend, staan stil, alle wets
ontwerpen. zijn onafgedaan gebleven,
alle wenschen van de bevolking heb
ben moeten wijken voor net eene taal
vraagstuk, dat volstrekt niet den ge-
heelen slaat aangaat. Alle krachten
zijn verlamd, en degenen die o econo
misch het zwakste zijn, de hoeren,
handwerkslieden en fabriekwerkers,
lijden onder de onverantwoordelijke
verwaarloozing het meeste. Dat is een
onhoudbare toestand. De welwillende
tegemoetkoming van de regeering
maakt het de kiezers gemakkelijk, bij
de nieuwe verkiezingen hun occono-
misclie belangen te behartigen. Zij
moeten beslissen, of het onschatbaar
goed dat gelegen is in het onafgebro
ken voortbestaan van constitutioneele
instellingen, geheel en al van zijn
waarde zal worden beroofd doordat zij
telkens in de praktijk het werk weige
ren.
Deze kennisgeving bevat niets
nieuws en niets onverwachts Zij
tracht nogmaals, door de oeconomi-
sehe behoeften op den voorgrond te
stellen, de Oostenrijkers over te halen
hun twisten achter te stellen hij ver
vulling van die behoeften. Hetzelfde is
al zoo dikwijls gebeurd, dat men wei
nig vertrouwen kan hebben in den uit
slag.
Buitenlandsch Nieuws.
Eon Pro-Bosr-moating'
te Londen.
Professor Devos' en cle drie afgevaar
digden van Graaf Reinst hielden Za
terdag hunne eerste meeting in Lon
den in Victoria-Hall, Bayswater.
Victor Fischer presideerde.
Professor Devos eischte het recht,
om gehoord te worden, daar hij meer
weet dan het Engelsche volk van deze
mensckcn, die van hetzelfde ras zijn
als zij, die door Engeland worden be
streden. Zijn eigen zoon, zeide hij, is
een burger, die strijdt in het Trans-
vaalsche leger.
De professor grondde hst recht om
vrijuit te spreken, op de loyaliteit, die
de Kaapkolonisten getoond hebben
zij zijn allen standvastig gebleven niet
uitzondering van eenige weinigen aan
de grenzen, die door omstandigheden
in een zeer moeilijken toestand ver
keerden.
Indien gij vrede wilt, zeide de pro
fessor, laat dan aan de Republieken
hun onafhankelijkheid. Ik ken het
volk, en ik weet, dat gij nooit vrede
hebben zult, zoo gij het onderwerpt als
een overwonnen vijand.
Botha sprak eveneens over de loyali
teit, waarvan de kolonisten zoovele be
wijzen hebben geleverd. Hij zette uit
een, dat de grieven der uitlanders leu
gens waren, die nooit zouden geuit
zijn, zoo Johannesburg een aardappel
land was geweest. De Engelsche Re-
geeripg doet eenvoudig handlangers-
diensten voor de kapitalisten.
Engeland moge de Transvaal vero
veren, het zal nooit van de Transva
lere tevreden onderdanen maken. Broe
ders en bloedverwanten staan tegen
over elkander en het volk van Enge
land zou nooit op zulk een wijze weer
stand hebben kunnen bieden aan den
druk op zijn loyauteit uitgeoefend, als
de Afrikaanders deden.
Du Plessis besprak de Kaffer-quaes-
tie op zeer keurige wijze. Hij wees er
op, dat blanke vrouwen in Europa ge
noodzaakt zijn op het land (c werken,
terwijl geen Boer dit ooit door een
zwarte vrouw zou laten doen.
De Wet zeide dat als cle zendelingen
en predikanten in Engeland hun plicht
hadden gedaan, de oorlog nooit zou
zijn uitgebroken.
Toen De Wet opstond om te spreken,
werd hij uitbundig toegejuicht, ter
wille van zijn beroemd geworden
naam.
Een verhaal omtrent de Wet,
De Pretoria-correspondent van de
„Cape Times" zegt, „onder de vele ver
halen omtrent hem is er een dat meldt
dat toen wij zijn woning op 9 Juni ver
brandden, hij aan generaal Knox te
Kroonstad schreef, en zeide dat zijn
huis C90 pd. st. waard was, maar het
zou de Britten l.OOO.OGO pd. st. kosten
voor hij met hen klaar zou zijn. Hij is
nu reeds ver over een half miilioen, de
schade aan zijn 700 gevangenen, nu
vrijgelaten, niet meerekenend, en de
2000 mailzakken te Roodewal vernield
voor een kleine som opbrengende. Had
hij verleden week 2 uren langer ge
wacht. dan zou hij een trein gekregen
hebben, die 200.000 pd. st. aan goud
naar Pretoria vervoerde. De trein was
12 mijlen achter hem en toen hij ver
nam wat er gebeurd was ging de
guard terug naar Kroonstad."
Twee broeders van generaal De Wet
zijn te Durban (Natal) op parooL
Algemeene bsrichtsn.
Te Glasgow zijn Zaterdag weer twee
nieuwe gevallen van pest voorgeko
men.
De Parijsché correspondent van de
Petit Bleu, van Brussel, verzekert, dat
aan het voorsteAPaschal Grousset, tot
verlenging van de tentoonstelling in
1901, geen gevolg zal worden gegeven.
De regeering is er bepaald tegen de
tentoonstelling zelfs slechts korten tijd
na 5 November, den bij wet vastgestel-
den sluitingsdag, open te laten. Alleen
zal aan enkele theaters en restaurants
worden toegestaan de exploitatie nog
eenigen tijd voort te zetten.
Te Rome is een congres bij elkaar
gekomen van Italiaansche socialisten,
dat drie dagen zal duren. Het kan wor
den verwacht, dat daar heftige discus-
siën zullen worden gevoerd, vooral
over de richting en het programma der
partij. Er is toch een sterke strooming
in onderscheiden provinciën ontstaan,
tegen de richting, welke door de parle
mentaire socialisten wordt ingeslagen.
ITun wordt verweten, dat zij zich "aan
de propaganda niets gelegen laten lig
gen en zich alleen maar met politiek
bezighouden.
Men meent, dat de intransigente so
cialisten. die eischen dat de socialisti
sche groep in de Kamer zich van de
andere zoogenaamde volkspartijen zal
afscheiden, de overwinning zullen be
halen.
Aan alle hofbeambten, die minder
dan tien dienstjaren hebben, wordt
ontslag gegeven. Koning Victor Ema
nuel is van plan belangrijke bezuini
gingen in zijn hofhouding te brengen.
Het congres van katholieke studen
ten te Rome is Donderdag door den
Paus ontvangen.
Te Koemassi hebben zich twee op
roerige hoofden overgegeven. Men ge
looft dat anderen het voorbeeld zullen
volgen, en dat de vijandelijkheden zul
len worden gestaakt.
Stadsnieuws
HAARLEM, 10 Sept. 1900.
Kamer van Koophandel.
Blijkens het ons toegezonden ver
slag van de Dinsdag 4 September ge
houden vergadering van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken alhier, werd
voorlezing gedaan van:
a. een missive, gedagteelcend 12 Juli
aan den heer Directeur-Generaal der
Posterijen te 's-Gravenhage, waarin
instemming wordt betuigd aan het
adres van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken te Utrecht, strekkende
tot invoering van een
VERLAAGD TARIEF VOOR PLAAT
SELIJKE BRIEFKAARTEN.
Het porto, thans bedragende
twee en een halven cent, wenschi
men te zien veranderd, bijv. tot an-
derhalven cent. Daardoor zou aan het
onderling verkeer in de sleden een
groots dienst worden bewezen.
b. een missive aan Z. E. den Minis
ter van Financiën, adhaesie betuigen
de aan een adres van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Zwolle,
die den minister wees op de
SCHAARSCHTE VAN MUNTBILJET
TEN VAN f 10,
met verzoek het bedrag in omloop,
voor zoover de wettelijke beperking
der uitgifte dit toelaat, meer in over
eenstemming te brengen met de
bestaande behoefte. Ook hier,
zegt onze Kamer, deed zich die
behoefte meermalen gevoelen, daar
om werd sedert met genoegen uit de
dagbladen gezien dat op dit adres be
reids door den Minister in gunstigen
zin is geantwoord en de toezegging is
gedaan, dat maatregelen zullen wor
den genomen, ten einde aan het be
zwaar Aan de te geringe hoeveelheid
van dit betaalmiddel weldra tegemoet
te komen.
Ten aanzien van den door genoem
de Kamer mede uitgesproken wensch,
dat
OOK BILJETTEN VAN f 5,
in omlcop zouden worden gebracht,
bleek het onze Kamer echter,"dat hier
tegen bij den Min. bezwaar bestaat.
Gaarne zou onze Kamer zien, dat hier
op alsnog door den Minister kon wor
den teruggekomen. Een dergelijk be
taalmiddel zou toch naar haar gevoe
len zeer ten gerieve zijn van den
kleinhandel, en de Kamer twijfelt niet
of daarvan zou evenals vroeger van
de gouden muntstukken van 5, door
het publiek een ruim gebruik gemaakt
worden.Als voorbeeld zou hier kunnen
genoemd worden liet in Duitscixlond
in omloop zijnde ö-markbiljet, dat,
zoo de Kamer meent, veel wordt ge
bruikt.
Een bedrag van tien gulden aan zil
ver is vrij bezwarend, en het zou me-:
nigeen welkom zijn, zoo hij de helft
daarvan in papier kon verwisselen.
De Kamer heeft tevens de aandacht
van den Minister gevestigd op liet ge
brek dat zich in den laatsten tijd in
de circulatie doet gevoelen aan
2 1/2 CENTSTUKKEN.
Terwijl de behoefte daaraan, door
de invoering van allerlei automatischs
betaaltoestellen, als muntgasmeters en
dergelijke, steeds klimmende is, wor
den ten vorigen jare voor de biimen-
landsche circulatie door de Munt geen
2 1/2 centstukken afgeleverd. Het ge
volg is, dat hier ter stede die munt
soort zelfs boven de nominale waar dé
wordt ingewisseld, zoodat verstcrlung
van den voorraad zeer wenschelijk ge
acht moet worden.
IIET ANTWOORD VAN DEN
MINISTER,
dat levens in de stukken is opgenomen
luidt als volgt:
dat er voor Z. E. geen reden bestaat
om terug te komen van zijne mee
ning, dat uitgifte van muntpapier van
lager bc-drag dan f 10 niet raadzaam
is. Naar aanleiding van door de Kamer
gemaakte opmerking omtrent de be
hoefte aan 2 1/2 centstukken, deelde
voorts de Minister mede, dat voor zoo
ver hem bekend er tot dusver nergens
bepaalde vraag naar die pasmunt be
stond, zoodat voor eene nieuwe aan
munting niet de minste reden was of
is. Intusschen wilde de Minister gaar
ne medewerken om in de plaatselijke
behoefte van Haarlem aan 2 1/2 cent
stukken te voorzien.
Daartoe was door hem last gegeven
om aan den ontvanger der directe be
lastingen alhier en aan den ontvan
ger der invoerrechten en accijnzen ie
der voor
f 1000 AAN 2 1/2 CENT-STUKKEN
toe te zenden, terwijl die ontvangers
waren aangeschreven, die pasmunt le
gen bank- of muntpapier of zilvergeld
verkrijgbaar te stellen.
In aansluiting aan hetgeen dc Mi
nister verder schrijft, noodigt de Ka
mer maatschappijen, lichamen of kan
toren te Haarlem uit, zoo zij speciaal
behoefte aan 2 1/2 centstukken moch
ten hebben daarvan aan de Kamer ms-
dedeeling te doen. Door den minister
zal alsdan de betaalmeester te Am
sterdam gemachtigd worden aan deze
maatschappijen enz. tegen ontvangst
van munt- of bankpapier, ren gelijk
bedrag in 2 1/2 cents'u' doch al
tijd voor oen bedrag \;w. ,25, of het.
veelvoud daarvan) franco toe te zen
den.
Het adres van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Dordrecht aan
de Tweede Kamer om
HERZIENING VAN DE DRANKWET,
werd voorloopig aangehouden.
Evenzoo werd de adhaesie alsnog
onthouden aan de circulaire van de
Kamer van Koophandel te Londen in
zake de jam-INDUSTRIE
in Nederland, gericht aan den Minis
ter van Financiën.
De adressen van de Vereeniging van
Nederlandsche werkgevers aan do
Tweede Kamer der Staten-Generaal,
in zake
Feuilleton.
oan uit het Duitseh
DOOE
JUL. MARY.
<1)
En met een glimlach op de lippen
stierf ze, het aangebeden beeld van
haar kind meenemend. Toen men het
testament opende, las men de volgen
de regels
Daar ik, als dit gelezen wordt,
niet meer in leven zal zijn, vermaak
ik aan dokter Vandale mijn kind. Voed
het op, vorm het tot een nuttig lid van
de maatschappij. De lieve God zal u
ervoor beloonen. Ge hebt het mij be
loofd denk aan uwe belofte 1
En Jean Vandale aarzelde niet, maar
nam de vreemde erfenis in bezit. Hij
liet het kind het was een knaapje
doopen met den naam Noël en voedde
het naar zijn beste weten en kunnen
op. Dit verschafte hem vrij wat aflei
ding, en naarmate Noël grooter en
ontwikkelder werd, kreeg hij hem
steeds liever.
De jonge arts had inlichtingen inge
wonnen over Elïse Labarthe, de moe
der, en haren echtgenoot. Beiden wa
ren rechtschapen, arbeidzame, gezon
de menschen geweest. De kleine Noël
had geene andere familie, niemand
zou zich om hem bekommeren,niemand
hem voor zich opeischen. Jean Van
dale kon dus in waarheid zijn vader
wezen. Het deed hem veel genoegen,
dat hij deze taak en deze verantwoor
delijkheid op zich genomen had ze
vulden een deel van zijn tijd. Nu was
hij niet meer alleen. Hij had den kleine
op het land uitbesteed bij wakkere lie
den, die midden in 't bosch een klein
huis bewoonden en hun levensonder
houd verdienden met bijenteelt en den
verkoop van honig. 1-Iet huis, 't welk
slechts weinige mijlen van Parijs ver
wijderd lag, was onder den dichterlij
ken naam „De Bijenkorf" hekend en
gemakkelijk te bereiken. Rougeard en
zijne vrouw, de eigenaars van „De
Bijenkorf", voedden Noël op tegelijk
met hun dochtertje, zijn zoogzuster.
Als Jean Vandale vrijen tijd had,
bracht hij dien steeds in „De Bijen
korf" door.
Deze omstandigheid had een welda-
digen invloed op hem daar hij eene
verplichting op zich had genomen,
moest hij die ook naar eisch vervullen
en hij was met een vernieuwden ijver
aan 't werk gegaan. De geschiedenis
van de_ aanneming van het kind had
de rondë gedaan door de bladen, groot
opzien gebaard en was voor den jon
gen arts de gelukbrengster geweest
Zijne practijk breidde zich dagelijks
uit. Maar in weerwil daarvan speelde
er nooit een glimlach om zijne lippen.
1-Iij had zichzelven de gelofte gedaan
Christine nooit terug te willen zien,
maar de rekening buiten den waard
gemaakt. De kinderen der jonge vrouw
werden ziek en mevrouw Richardier,
de grootmoeder, wensehte een dokter
te raadplegen. Toen dacht men aan
hem. Op deze wijze kreeg hij toegang
tot het huis van den architect, waar
hij echter slechts in zijne qualifeit als
geneesheer, nooit, als vriend kwam.
Zoo dikwijls hij het verliet, gevoelde
hij zich door zielesmart den waanzin
nabij de aanblik van de bloeiende
schoone jonge vrouw scheurde de nooit
geheel gesloten wonde weer geheel
open, en op zekeren dag, toen hij haar
allec-n trof, kwam ook de bekentenis
over de lippen, die zoo lang gezwegen
hadden. Tegen zijn wil, in een woor
denstroom, die als een woeste beek in
't gebergte alles met zich voortsleept,
openbaarde hij alles, wat hij geleden,
gedroomd en tevergeefs gehoopt liad.
Toen hij uitgesproken had, vroeg bij
om vergiffenis, dat hij dit alles had ge
zegd; hij beloofde dat nooit weer een
zoodanige toespeling over zijne lippen
zou komen.
Langen tijd hield hij woord, maar
hij beminde Christine te zeer. llij
richtte hartstochtelijke brieven iot
haar, waarin hij niets van haar eisch
te, niet om hare wederliefde vroeg,
want hij verzekerde en geloofde reeds
gelukkig te zijn, omdat hij haar het
geheim van zijn hart had kunnen
openbaren. Ze las zijne brieven en op
zekeren dag zocht ze een kalm onder
houd met hem.
Ze beminde haren man als in de
eerste dagen van haar huwelijk en de
brieven van Jean brachten haar in
groote verlegenheid. Ze verzocht hem
om toch niet meer te schrijven, ze zou
toch nooit een anderen man bemin
nen dan haren echtgenoot. Dat zei ze
hem, en hij gehoorzaamde haar cn
schreef niet weer. Ze gevoelde echter
in weerwil daarvan, dat de hartstocht
van den jongen man haar als 't ware
omgaf, en ofschoon zij den beklagens
waardige niet voor zich zag, raadde ze
toch, dat hij haar soms op een afstand
beschouwde, dat hij niet ver van haar
was en haar ongezien volgde hij hield
zich schijnbaar op verren afstand van
haar en ze gevoelde toch, dat hij dicht
hij haar was.
Ze schrikte hevig, toen zij zijn laat
sten brief ontving. Ze had niet de
kracht om niet aan zijn verzoek te vol
doen. En zoo was ze dan gekomen.
-Jean, zei ze thans ernstig, ga naast
mij zitten. En toen hij haar gehoor
zaamd had, ging ze voort: Wij willen
thans ernstig met elkander spreken,
mijn vriend. Ik zei u reeds, Jean, dat
ge mij met uwen brief van gisteren
veel pijn hebt gedaan. Ge weet, dat
ik u van ganscher harte liefheb, wel-
is waar niet zooals gij mij bemint,
maar met de liefde eener zuster, die
elk offer wil brengen om uw leven,
mijn vriend, gelukkig te doen zijn.
Zonder u kan ik niet gelukkig we
zen.
De zekerheid, dat ge mijn beste
vriend zijt, moest u reeds senig geluk
schenken. Ik ben gewoon geraakt in
u een broeder te zien, en toen ik uwen
brief ontving, was ik inderoaad over
tuigd, dat ge u zoudt dooden, daar
ge in eene van die wanhopige stem
mingen verkcerdet, waarin elke mis
daad mogelijk is. En daar ik u zoo iicf
heb, mijn arme Jean, deed mij die ze
kerheid zoo pijnlijk aan, dat ik bewus
teloos werd. Dat is verkeerd van u.
W aarom veroorzaaktet ge mij zoovee)
leed?
Meent ge misschien, dat ik niet
lijd?
Is dat mijne schuld? Tk ben alleen
maar gekomen, mijn vriend, om van u
de plechtige belofte te vragen dat ge u
niet zult dooden en deze sombere ge
dachte voor altijd van u zult zetten.
Denk aan het roemrijke, aan de weten
schap gewijde leven, dat voor u ligt
en dat ge niet den rug moogt toekee-
ren; denk aan het kind, 't welk ge hebt
geadopteerd, 't welk een hooge, heilige
plicht voor u beleekent, waaraan ge u
niet moogt onttrekken. Denk er einde
lijk ook aan hoe waar de woorden van
uwen brief zijn en welk een ondraag
lijke last inïjn dood voor u zou wezen.
Maar, Jean, als ge sterft, dan zal ik
ook zeggen, dat ge mijne zusterlijke
liefde niet waardig waart, en ik zul u
trachten te vergeten.
Neem Gij hebt geen medelijden
met mij... ik zal het niet met u hebben,,
want ge zult me nooit vergeten, in
weerwil van de woorden, die gc straks
hebt gesproken. De gewetenstnagin
gen over mijn dood zullen u nooit met
rust laten. En hoe bemin ik u ia weer
wil van alles! IIoo lang bemin ik u
reeds! De vriendschap mijner kinder
jaren was immers reeds liefde! Ge wilt
me vandaag laten zweren, dat ik me:
niet zal dooden. Ge weet dus niet, dat
ik me niet zal dooden. Ge weet dus
niet, dat ge op den dag van uw huwe
lijk mijne ziel hebt gedood. En toen,
op eens:
Uw echtgenoot bemint u?
Ja.
En gij bemint hem? vroeg hij
somber. Gij bemint hem nog altijd
Ja, ik bemin hem vol innigheid
als op den eersten dag.
Hij slaakte een uitroep van toorn
en steunde het hoofd met beide han
den, terwijl zijn geheele lichaam tril
de.
En ik haat uwen echtgenoot! sprak
hij na eene poos. Ik haat hem, want
hij heeft mij van mijn geluk beroofd.
Bij deze woorden stond ze op en
zei treurig: