NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen. Dagblad in Haarlem en Omstreken. .Be schnld ni dei meneeslteer. 18e Jaargang. Dinsdag 11 September 190U. No. 5276 MIMI ABONNEMENTSPRIJS Tooi' Haarlem per 3 maanden1.20 Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door Let geLeele Rijk, per 3 maanden. 1.65 Afzonderlqke nummer30.02J£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden. O» 0.37 3-^ M de omstreken en franco per post 0.45 ADVERTENTIËN: Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten Let Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regeL Bureaux: Gebouw Het Spaarnc, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122, Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht. tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan liet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad -verschijnt dagelijhs, "behalve op Zon- en Feestdagen Iloofdagmten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicilé Etrangère G. L. DAUBE Co. JOIIN F. JONESSucc., Barijs 31M* Faubourg Montmartre. „Haarlem's Dagblad" Tan 11 Sept. bsrat o. a. He Eng6lsclie regeerlng Tracht op „den beslissenden slag", om nieuwe verkiezingen nit te schrijven, He mogendheden die troepen te Peking laten, Een Pro- Hoar-meeting, Haagsche Brieven, Kamer van Koophandel te Haar lem, Stukken van don Gemeente raad, Nederlandsche Kolf bond, Be richt van Br. van Cappelle. Politiek Overzicht. De politieke toestand in Engeland wordt zeer juist geteekend door Fran cis Gould in een plaatje in de „Westm. Gazette". Chamberlain en Lord Salis bury staan beiden aan den waterkant, aan den oever der ongewisse baren van een general election" (algemeene geering lord Salisbury, die nog in zijn overhemd staat te bibberen, durft er niet in springen, maar Cham berlain, reeds gansch in zwemkostuum zegt„Spring er maar in, hoe langer je wacht, des te kouder wordt het wa ter." Dit beduidt dus, dat de Engelsche re geering lord Salihbury schijnt nog niet goed te durven van plan is, al gemeene .verkiezingen uit te schrijven. De „Daily News" wist reeds te vertel len, dat het Parlement in het laatst van September zal ontbonden worden, .en nieuwe verkiezingen uitgeschreven, indien ten minste de beslissende be richten, die de Regeering uit Zuid- -Afrika wacht, komen. En die beslissende berichten zouden dan moeten zijn, de tijding, dat men er in geslaagd is Botha's macht in het Lijdenburgsehe te vernietigen. Alge meen beschouwt men in Engeland de 'beslissende slag bij Lijdenburg als het finale einde van den oorlog; als Lij denburg is bezet, is de oorlog gedaan, zegt men. De „Times" o. a. schreef „Behalve de legermacht van Botha, waar generaal Duller en Ian Hamilton op 't oogenbl'ik bezig zijn, blijft er geen ernstige tegenstand meer te be strijden, en is dus de taak van de Brit- sehe regeering de orde te handhaven en oproertjes te onderdrukken als het beleg van Ladybrand, en den toestand rondom Johannesburg te verzekeren (waar nu, dit zij terloops opgemerkt, volgens een Reuter-telegram van 5 September De Wet zich met Theron bevindt.) Maar op Lijdenburg zijn thans aller oogen gevestigd. Lord Roberts heeft geseind, dat Don derdag de ruiterij van Brocklehurst met de krijgsmacht van Jan Hamilton dat gedaan hadden. Nu zijn het echter, volgens het laat ste telegram van Roberts niet Brockle hurst en Hamilton die Lijdenburg be- fet hebben, maar Brocklehurst en Dundonald, de aanvoerder van Bai ler's ruiterij. Wij stellen het ons dus ■zoo voor, dat Botha zijn stelling ont ruimd heeft, toen hij zag, dat de co lonne Hamilton-Brocklehurst rechts om hem heen getrokken was of dreig- de te trekken, en dus den weg naar Lijdenburg ook voor Bulier heeft over- j gelaten. Deze stond ergens ten N. van Badfontein, dat ongeveer in het mid-1 den van den weg MachododorpLij denburg ligt. De twee brigades ruiterij, van Brocklehurst en Dundonald zijn toen het voetvolk vooruitgesneld en hebben toen lijdenburg bezet. Maar Botha was al weg gedeeltelijk oostwaarts, misschien langs den weg, die bij Rietfontein Z.O.waarts en dan O.waarts door het hooge gebergte loopt. (Het kan zijn, dat Brocklehurst niet zijn weg vervolgd heeft, maar recht afgeslagen is om zich bij Rietfontein met Dundonald te vereeni gen.) Gedeeltelijk ging Botha met zijn kanonnen en voorraad N.waarts naar Krugerspost, vanwaar een weg vlak O.waarts naar Pelgrimsrust loopt. Zoo althans meent Roberts te weten. Er wordt nu door generaal Hart ge rapporteerd, dat Theron gesneuveld is, maar gelukkig is dit nog niet zeker. Het zou voor de Boeren natuurlijk v/eer een harde slag zijn. Bij Krugers- dorp zouden vier Bóeren-lijken gevon den zijn, waaronder dat van Theron men maakt dit op, uit ctó papieren, die bij hen gevonden werden. Doch 't zou net iets voor Theron wezen om ecnige papieren van hem in de zak van een gesneuvelde te steken. Ziehier nog een tweetal losse berich ten Roberts meldt in een telegram uit Belfast van G dezer De vijand gaat voort met pogingen om treinen te laten derailleeren en de spoorwegen te vernielen, maar alle p* vallen, van dien aard worden direct ge straft. Ilildyard heeft Wakkerstroom bezet. Een detachement Portugeesche troe pen van 160 man is Zaterdag naar Ressano-garcia hij Komatipoort ver trokken tot bewaking van de grens. Zooals men weet,kibbelen de mogend heden nog steeds over Ruslands voor stel om Peking te ontruimen. Duitsch- land zou een bemiddelingsvoorstel hebben gedaan, volgens 'twelk Peking voorloopig slechts gedeeltelijk zou worden ontruimd en een kleinere be zetting uit alle nationaliteiten bestaan de, als het ware als een bewijs van de macht der mogendheden daar zou blijven. Dit bemiddelingsvoorstel moet veeleer van Amerika uitgaan. Waar schijnlijk zullen, in den tegenwoordi- gen stand van zaken, Duitschland, En geland en Japan wel troepen te Pe king laten, maar daarentegen Frank rijk, Amerika en Rusland hunne (roe pen naar Tientsin terugtrekken. Daarmede stemt ook overeen cone openlijke uitlating van den Japanschen secretaris van legatie Mitsoendo, te Berlijn, dat Japan alleen dan Peking zal ontruimen, indien alle mogendhe den vandaar weggaan. Want" Japan oordeelt het bezet houden van Peking noodig, om met vrucht met China ie kunnen onderhandelen. Ook Japan is voor het handhaven van keizer Kwang Soe op den troon, maar dan zonder den invloed van de keizerin weduwe. De Duitsche Keizer heeft de Stettin een speech gehouden, waarin weer een ambtelijk gezuiverd 2de en 3de éditie gekomen is. Volgens de eerste leziug zou de Keizer aan 't einde daarvan naar aanleiding der Chineesche kwes tie gezegd hebben: „Ik ben in het geheel niet bezorgd voor de toekomst. Ik ben overtuigd, dat mijn plan zal gelukken, dat ook strekken zal tot welzijn van Stettin, van de provincie Pommeren, van het geheele vaderland." Doch volgens de gewijzigde lezing: „Ik heb in het geheel geen bezorgd heid voor de toekomst, want met ons is God. Hij zal ons er door helpen." Dat „ons" kan dus ook heel gevoeg lijk op de andere mogendheden in China slaan, terwijl volgens de eerste lezing de Keizer van „mijn plan" sprak. Het Oostenrijksche Huis van Afge vaardigden is dan, zooals we reeds me dedeelden, ontbonden. Het heeft lang geduurd eer deze stap werd gedaan. Bij het ontbindingsbesluit behoort feitelijk een artikeltje dat in het nïet- officiëele gedeelte van de Wiener Zeï- tung staat, maar zoo officieus moge lijk is. Sedert drie jaar, leest men daar, mist de staatshuishouding de constitutioneele bekrachtiging en toe zicht alle hervormingen, al zijn ze nog zoo dringend, staan stil, alle wets ontwerpen. zijn onafgedaan gebleven, alle wenschen van de bevolking heb ben moeten wijken voor net eene taal vraagstuk, dat volstrekt niet den ge- heelen slaat aangaat. Alle krachten zijn verlamd, en degenen die o econo misch het zwakste zijn, de hoeren, handwerkslieden en fabriekwerkers, lijden onder de onverantwoordelijke verwaarloozing het meeste. Dat is een onhoudbare toestand. De welwillende tegemoetkoming van de regeering maakt het de kiezers gemakkelijk, bij de nieuwe verkiezingen hun occono- misclie belangen te behartigen. Zij moeten beslissen, of het onschatbaar goed dat gelegen is in het onafgebro ken voortbestaan van constitutioneele instellingen, geheel en al van zijn waarde zal worden beroofd doordat zij telkens in de praktijk het werk weige ren. Deze kennisgeving bevat niets nieuws en niets onverwachts Zij tracht nogmaals, door de oeconomi- sehe behoeften op den voorgrond te stellen, de Oostenrijkers over te halen hun twisten achter te stellen hij ver vulling van die behoeften. Hetzelfde is al zoo dikwijls gebeurd, dat men wei nig vertrouwen kan hebben in den uit slag. Buitenlandsch Nieuws. Eon Pro-Bosr-moating' te Londen. Professor Devos' en cle drie afgevaar digden van Graaf Reinst hielden Za terdag hunne eerste meeting in Lon den in Victoria-Hall, Bayswater. Victor Fischer presideerde. Professor Devos eischte het recht, om gehoord te worden, daar hij meer weet dan het Engelsche volk van deze mensckcn, die van hetzelfde ras zijn als zij, die door Engeland worden be streden. Zijn eigen zoon, zeide hij, is een burger, die strijdt in het Trans- vaalsche leger. De professor grondde hst recht om vrijuit te spreken, op de loyaliteit, die de Kaapkolonisten getoond hebben zij zijn allen standvastig gebleven niet uitzondering van eenige weinigen aan de grenzen, die door omstandigheden in een zeer moeilijken toestand ver keerden. Indien gij vrede wilt, zeide de pro fessor, laat dan aan de Republieken hun onafhankelijkheid. Ik ken het volk, en ik weet, dat gij nooit vrede hebben zult, zoo gij het onderwerpt als een overwonnen vijand. Botha sprak eveneens over de loyali teit, waarvan de kolonisten zoovele be wijzen hebben geleverd. Hij zette uit een, dat de grieven der uitlanders leu gens waren, die nooit zouden geuit zijn, zoo Johannesburg een aardappel land was geweest. De Engelsche Re- geeripg doet eenvoudig handlangers- diensten voor de kapitalisten. Engeland moge de Transvaal vero veren, het zal nooit van de Transva lere tevreden onderdanen maken. Broe ders en bloedverwanten staan tegen over elkander en het volk van Enge land zou nooit op zulk een wijze weer stand hebben kunnen bieden aan den druk op zijn loyauteit uitgeoefend, als de Afrikaanders deden. Du Plessis besprak de Kaffer-quaes- tie op zeer keurige wijze. Hij wees er op, dat blanke vrouwen in Europa ge noodzaakt zijn op het land (c werken, terwijl geen Boer dit ooit door een zwarte vrouw zou laten doen. De Wet zeide dat als cle zendelingen en predikanten in Engeland hun plicht hadden gedaan, de oorlog nooit zou zijn uitgebroken. Toen De Wet opstond om te spreken, werd hij uitbundig toegejuicht, ter wille van zijn beroemd geworden naam. Een verhaal omtrent de Wet, De Pretoria-correspondent van de „Cape Times" zegt, „onder de vele ver halen omtrent hem is er een dat meldt dat toen wij zijn woning op 9 Juni ver brandden, hij aan generaal Knox te Kroonstad schreef, en zeide dat zijn huis C90 pd. st. waard was, maar het zou de Britten l.OOO.OGO pd. st. kosten voor hij met hen klaar zou zijn. Hij is nu reeds ver over een half miilioen, de schade aan zijn 700 gevangenen, nu vrijgelaten, niet meerekenend, en de 2000 mailzakken te Roodewal vernield voor een kleine som opbrengende. Had hij verleden week 2 uren langer ge wacht. dan zou hij een trein gekregen hebben, die 200.000 pd. st. aan goud naar Pretoria vervoerde. De trein was 12 mijlen achter hem en toen hij ver nam wat er gebeurd was ging de guard terug naar Kroonstad." Twee broeders van generaal De Wet zijn te Durban (Natal) op parooL Algemeene bsrichtsn. Te Glasgow zijn Zaterdag weer twee nieuwe gevallen van pest voorgeko men. De Parijsché correspondent van de Petit Bleu, van Brussel, verzekert, dat aan het voorsteAPaschal Grousset, tot verlenging van de tentoonstelling in 1901, geen gevolg zal worden gegeven. De regeering is er bepaald tegen de tentoonstelling zelfs slechts korten tijd na 5 November, den bij wet vastgestel- den sluitingsdag, open te laten. Alleen zal aan enkele theaters en restaurants worden toegestaan de exploitatie nog eenigen tijd voort te zetten. Te Rome is een congres bij elkaar gekomen van Italiaansche socialisten, dat drie dagen zal duren. Het kan wor den verwacht, dat daar heftige discus- siën zullen worden gevoerd, vooral over de richting en het programma der partij. Er is toch een sterke strooming in onderscheiden provinciën ontstaan, tegen de richting, welke door de parle mentaire socialisten wordt ingeslagen. ITun wordt verweten, dat zij zich "aan de propaganda niets gelegen laten lig gen en zich alleen maar met politiek bezighouden. Men meent, dat de intransigente so cialisten. die eischen dat de socialisti sche groep in de Kamer zich van de andere zoogenaamde volkspartijen zal afscheiden, de overwinning zullen be halen. Aan alle hofbeambten, die minder dan tien dienstjaren hebben, wordt ontslag gegeven. Koning Victor Ema nuel is van plan belangrijke bezuini gingen in zijn hofhouding te brengen. Het congres van katholieke studen ten te Rome is Donderdag door den Paus ontvangen. Te Koemassi hebben zich twee op roerige hoofden overgegeven. Men ge looft dat anderen het voorbeeld zullen volgen, en dat de vijandelijkheden zul len worden gestaakt. Stadsnieuws HAARLEM, 10 Sept. 1900. Kamer van Koophandel. Blijkens het ons toegezonden ver slag van de Dinsdag 4 September ge houden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, werd voorlezing gedaan van: a. een missive, gedagteelcend 12 Juli aan den heer Directeur-Generaal der Posterijen te 's-Gravenhage, waarin instemming wordt betuigd aan het adres van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Utrecht, strekkende tot invoering van een VERLAAGD TARIEF VOOR PLAAT SELIJKE BRIEFKAARTEN. Het porto, thans bedragende twee en een halven cent, wenschi men te zien veranderd, bijv. tot an- derhalven cent. Daardoor zou aan het onderling verkeer in de sleden een groots dienst worden bewezen. b. een missive aan Z. E. den Minis ter van Financiën, adhaesie betuigen de aan een adres van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Zwolle, die den minister wees op de SCHAARSCHTE VAN MUNTBILJET TEN VAN f 10, met verzoek het bedrag in omloop, voor zoover de wettelijke beperking der uitgifte dit toelaat, meer in over eenstemming te brengen met de bestaande behoefte. Ook hier, zegt onze Kamer, deed zich die behoefte meermalen gevoelen, daar om werd sedert met genoegen uit de dagbladen gezien dat op dit adres be reids door den Minister in gunstigen zin is geantwoord en de toezegging is gedaan, dat maatregelen zullen wor den genomen, ten einde aan het be zwaar Aan de te geringe hoeveelheid van dit betaalmiddel weldra tegemoet te komen. Ten aanzien van den door genoem de Kamer mede uitgesproken wensch, dat OOK BILJETTEN VAN f 5, in omlcop zouden worden gebracht, bleek het onze Kamer echter,"dat hier tegen bij den Min. bezwaar bestaat. Gaarne zou onze Kamer zien, dat hier op alsnog door den Minister kon wor den teruggekomen. Een dergelijk be taalmiddel zou toch naar haar gevoe len zeer ten gerieve zijn van den kleinhandel, en de Kamer twijfelt niet of daarvan zou evenals vroeger van de gouden muntstukken van 5, door het publiek een ruim gebruik gemaakt worden.Als voorbeeld zou hier kunnen genoemd worden liet in Duitscixlond in omloop zijnde ö-markbiljet, dat, zoo de Kamer meent, veel wordt ge bruikt. Een bedrag van tien gulden aan zil ver is vrij bezwarend, en het zou me-: nigeen welkom zijn, zoo hij de helft daarvan in papier kon verwisselen. De Kamer heeft tevens de aandacht van den Minister gevestigd op liet ge brek dat zich in den laatsten tijd in de circulatie doet gevoelen aan 2 1/2 CENTSTUKKEN. Terwijl de behoefte daaraan, door de invoering van allerlei automatischs betaaltoestellen, als muntgasmeters en dergelijke, steeds klimmende is, wor den ten vorigen jare voor de biimen- landsche circulatie door de Munt geen 2 1/2 centstukken afgeleverd. Het ge volg is, dat hier ter stede die munt soort zelfs boven de nominale waar dé wordt ingewisseld, zoodat verstcrlung van den voorraad zeer wenschelijk ge acht moet worden. IIET ANTWOORD VAN DEN MINISTER, dat levens in de stukken is opgenomen luidt als volgt: dat er voor Z. E. geen reden bestaat om terug te komen van zijne mee ning, dat uitgifte van muntpapier van lager bc-drag dan f 10 niet raadzaam is. Naar aanleiding van door de Kamer gemaakte opmerking omtrent de be hoefte aan 2 1/2 centstukken, deelde voorts de Minister mede, dat voor zoo ver hem bekend er tot dusver nergens bepaalde vraag naar die pasmunt be stond, zoodat voor eene nieuwe aan munting niet de minste reden was of is. Intusschen wilde de Minister gaar ne medewerken om in de plaatselijke behoefte van Haarlem aan 2 1/2 cent stukken te voorzien. Daartoe was door hem last gegeven om aan den ontvanger der directe be lastingen alhier en aan den ontvan ger der invoerrechten en accijnzen ie der voor f 1000 AAN 2 1/2 CENT-STUKKEN toe te zenden, terwijl die ontvangers waren aangeschreven, die pasmunt le gen bank- of muntpapier of zilvergeld verkrijgbaar te stellen. In aansluiting aan hetgeen dc Mi nister verder schrijft, noodigt de Ka mer maatschappijen, lichamen of kan toren te Haarlem uit, zoo zij speciaal behoefte aan 2 1/2 centstukken moch ten hebben daarvan aan de Kamer ms- dedeeling te doen. Door den minister zal alsdan de betaalmeester te Am sterdam gemachtigd worden aan deze maatschappijen enz. tegen ontvangst van munt- of bankpapier, ren gelijk bedrag in 2 1/2 cents'u' doch al tijd voor oen bedrag \;w. ,25, of het. veelvoud daarvan) franco toe te zen den. Het adres van de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Dordrecht aan de Tweede Kamer om HERZIENING VAN DE DRANKWET, werd voorloopig aangehouden. Evenzoo werd de adhaesie alsnog onthouden aan de circulaire van de Kamer van Koophandel te Londen in zake de jam-INDUSTRIE in Nederland, gericht aan den Minis ter van Financiën. De adressen van de Vereeniging van Nederlandsche werkgevers aan do Tweede Kamer der Staten-Generaal, in zake Feuilleton. oan uit het Duitseh DOOE JUL. MARY. <1) En met een glimlach op de lippen stierf ze, het aangebeden beeld van haar kind meenemend. Toen men het testament opende, las men de volgen de regels Daar ik, als dit gelezen wordt, niet meer in leven zal zijn, vermaak ik aan dokter Vandale mijn kind. Voed het op, vorm het tot een nuttig lid van de maatschappij. De lieve God zal u ervoor beloonen. Ge hebt het mij be loofd denk aan uwe belofte 1 En Jean Vandale aarzelde niet, maar nam de vreemde erfenis in bezit. Hij liet het kind het was een knaapje doopen met den naam Noël en voedde het naar zijn beste weten en kunnen op. Dit verschafte hem vrij wat aflei ding, en naarmate Noël grooter en ontwikkelder werd, kreeg hij hem steeds liever. De jonge arts had inlichtingen inge wonnen over Elïse Labarthe, de moe der, en haren echtgenoot. Beiden wa ren rechtschapen, arbeidzame, gezon de menschen geweest. De kleine Noël had geene andere familie, niemand zou zich om hem bekommeren,niemand hem voor zich opeischen. Jean Van dale kon dus in waarheid zijn vader wezen. Het deed hem veel genoegen, dat hij deze taak en deze verantwoor delijkheid op zich genomen had ze vulden een deel van zijn tijd. Nu was hij niet meer alleen. Hij had den kleine op het land uitbesteed bij wakkere lie den, die midden in 't bosch een klein huis bewoonden en hun levensonder houd verdienden met bijenteelt en den verkoop van honig. 1-Iet huis, 't welk slechts weinige mijlen van Parijs ver wijderd lag, was onder den dichterlij ken naam „De Bijenkorf" hekend en gemakkelijk te bereiken. Rougeard en zijne vrouw, de eigenaars van „De Bijenkorf", voedden Noël op tegelijk met hun dochtertje, zijn zoogzuster. Als Jean Vandale vrijen tijd had, bracht hij dien steeds in „De Bijen korf" door. Deze omstandigheid had een welda- digen invloed op hem daar hij eene verplichting op zich had genomen, moest hij die ook naar eisch vervullen en hij was met een vernieuwden ijver aan 't werk gegaan. De geschiedenis van de_ aanneming van het kind had de rondë gedaan door de bladen, groot opzien gebaard en was voor den jon gen arts de gelukbrengster geweest Zijne practijk breidde zich dagelijks uit. Maar in weerwil daarvan speelde er nooit een glimlach om zijne lippen. 1-Iij had zichzelven de gelofte gedaan Christine nooit terug te willen zien, maar de rekening buiten den waard gemaakt. De kinderen der jonge vrouw werden ziek en mevrouw Richardier, de grootmoeder, wensehte een dokter te raadplegen. Toen dacht men aan hem. Op deze wijze kreeg hij toegang tot het huis van den architect, waar hij echter slechts in zijne qualifeit als geneesheer, nooit, als vriend kwam. Zoo dikwijls hij het verliet, gevoelde hij zich door zielesmart den waanzin nabij de aanblik van de bloeiende schoone jonge vrouw scheurde de nooit geheel gesloten wonde weer geheel open, en op zekeren dag, toen hij haar allec-n trof, kwam ook de bekentenis over de lippen, die zoo lang gezwegen hadden. Tegen zijn wil, in een woor denstroom, die als een woeste beek in 't gebergte alles met zich voortsleept, openbaarde hij alles, wat hij geleden, gedroomd en tevergeefs gehoopt liad. Toen hij uitgesproken had, vroeg bij om vergiffenis, dat hij dit alles had ge zegd; hij beloofde dat nooit weer een zoodanige toespeling over zijne lippen zou komen. Langen tijd hield hij woord, maar hij beminde Christine te zeer. llij richtte hartstochtelijke brieven iot haar, waarin hij niets van haar eisch te, niet om hare wederliefde vroeg, want hij verzekerde en geloofde reeds gelukkig te zijn, omdat hij haar het geheim van zijn hart had kunnen openbaren. Ze las zijne brieven en op zekeren dag zocht ze een kalm onder houd met hem. Ze beminde haren man als in de eerste dagen van haar huwelijk en de brieven van Jean brachten haar in groote verlegenheid. Ze verzocht hem om toch niet meer te schrijven, ze zou toch nooit een anderen man bemin nen dan haren echtgenoot. Dat zei ze hem, en hij gehoorzaamde haar cn schreef niet weer. Ze gevoelde echter in weerwil daarvan, dat de hartstocht van den jongen man haar als 't ware omgaf, en ofschoon zij den beklagens waardige niet voor zich zag, raadde ze toch, dat hij haar soms op een afstand beschouwde, dat hij niet ver van haar was en haar ongezien volgde hij hield zich schijnbaar op verren afstand van haar en ze gevoelde toch, dat hij dicht hij haar was. Ze schrikte hevig, toen zij zijn laat sten brief ontving. Ze had niet de kracht om niet aan zijn verzoek te vol doen. En zoo was ze dan gekomen. -Jean, zei ze thans ernstig, ga naast mij zitten. En toen hij haar gehoor zaamd had, ging ze voort: Wij willen thans ernstig met elkander spreken, mijn vriend. Ik zei u reeds, Jean, dat ge mij met uwen brief van gisteren veel pijn hebt gedaan. Ge weet, dat ik u van ganscher harte liefheb, wel- is waar niet zooals gij mij bemint, maar met de liefde eener zuster, die elk offer wil brengen om uw leven, mijn vriend, gelukkig te doen zijn. Zonder u kan ik niet gelukkig we zen. De zekerheid, dat ge mijn beste vriend zijt, moest u reeds senig geluk schenken. Ik ben gewoon geraakt in u een broeder te zien, en toen ik uwen brief ontving, was ik inderoaad over tuigd, dat ge u zoudt dooden, daar ge in eene van die wanhopige stem mingen verkcerdet, waarin elke mis daad mogelijk is. En daar ik u zoo iicf heb, mijn arme Jean, deed mij die ze kerheid zoo pijnlijk aan, dat ik bewus teloos werd. Dat is verkeerd van u. W aarom veroorzaaktet ge mij zoovee) leed? Meent ge misschien, dat ik niet lijd? Is dat mijne schuld? Tk ben alleen maar gekomen, mijn vriend, om van u de plechtige belofte te vragen dat ge u niet zult dooden en deze sombere ge dachte voor altijd van u zult zetten. Denk aan het roemrijke, aan de weten schap gewijde leven, dat voor u ligt en dat ge niet den rug moogt toekee- ren; denk aan het kind, 't welk ge hebt geadopteerd, 't welk een hooge, heilige plicht voor u beleekent, waaraan ge u niet moogt onttrekken. Denk er einde lijk ook aan hoe waar de woorden van uwen brief zijn en welk een ondraag lijke last inïjn dood voor u zou wezen. Maar, Jean, als ge sterft, dan zal ik ook zeggen, dat ge mijne zusterlijke liefde niet waardig waart, en ik zul u trachten te vergeten. Neem Gij hebt geen medelijden met mij... ik zal het niet met u hebben,, want ge zult me nooit vergeten, in weerwil van de woorden, die gc straks hebt gesproken. De gewetenstnagin gen over mijn dood zullen u nooit met rust laten. En hoe bemin ik u ia weer wil van alles! IIoo lang bemin ik u reeds! De vriendschap mijner kinder jaren was immers reeds liefde! Ge wilt me vandaag laten zweren, dat ik me: niet zal dooden. Ge weet dus niet, dat ik me niet zal dooden. Ge weet dus niet, dat ge op den dag van uw huwe lijk mijne ziel hebt gedood. En toen, op eens: Uw echtgenoot bemint u? Ja. En gij bemint hem? vroeg hij somber. Gij bemint hem nog altijd Ja, ik bemin hem vol innigheid als op den eersten dag. Hij slaakte een uitroep van toorn en steunde het hoofd met beide han den, terwijl zijn geheele lichaam tril de. En ik haat uwen echtgenoot! sprak hij na eene poos. Ik haat hem, want hij heeft mij van mijn geluk beroofd. Bij deze woorden stond ze op en zei treurig:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1