NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen. Dagblad, in Haarlem, en Omstreken. De scMd van den üreneesleer. 18e Jaargang. Vrijdag 14 September 1900. No. 5279 HAARLEM'S DABBLAB ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden 1.30 Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02f£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J£ M de omstreken en franco per post 0.45 ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie COO. Telefoonnummer dor Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid, en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam, JDit blad -verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PublicHé Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31Faubourg Montmartrc. „Haarlem's Dagblad" Tan 14 Sept. beyat o. a.: President Krnger te Iionrengo Marques, Prins Tsjing en Li Hung Tsjang als vredes- onderhandelaars, Nabetrachting van den Gemeenteraad, Haarlem- scke Toynbeevereeniging, Inter nationale Arbeidsvereeniging, De Engelsclie Jingo-pers, Eenvalsche munter, Ongegronde klachtent enz. NABETRACHTING van den gemeenteraad. Wanneer er een geheime vergade ring door den Raad gehouden moet worden, dan heeft onze Burgemeester de gewoonte, die na afloop van de agenda te openen, ten gerieve van de verslaggevers, die dan naar huis kun nen gaan. Gisteren is dat evenwel niet gebeurd. Nauwelijks was de vergade ring geopend of ze werd weer gesloten en de Raad hield zijn onder-onsje. Eigenlijk druk ik me niet goed uit ilc had van een onder-ons moeten spre ken. Het duurde namelijk ruim ander half uur. De leden van den Raad heb ben dus blijkbaar over gewichtiger on derwerpen gesproken, dan over el- kaars gezondheid en het mooie weer. Het waarschijnlijkste is"wel, dat de gemeente-reiniging het onderwerp van discours is geweest. En zoo ja, dan is uit de beraadslaging een m. i. ver standig besluit geboren, want de Raad heeft den tijdelijken directeur van de reiniging niet willen benoemen en daarmee als 't ware geconstateerd, dat hij geen toorn meer koesterde tegen over de ambtenaren van dien tak van dienst. Ja zelfs werden de verdiensten van Boerkoel geprezen, onder anderen door den Schürmann, die vroeger heel wat oorlogzuchtiger tegenover hen gestemd was. Maar, zooals ik al eens gezegd heb hij is niet van de kwaadste en wanneer hij vandaag uit pure boosheid iemand wel zou kunnen verslinden, dan is hij morgen niet eens meer van plan om hem zelfs maar aan zijn haren te trekken. De dienst van de reiniging blijft dus vooreerst, zooals ze tot nog toe is. Waarom zou ze ook niet? Alles gaat goed op de reiniging, men leeft er met elkander in vrede en vriendschap en de eenige, die er een beetje schuin wordt aangekeken is de heer Van Ui- den, de pachter van de reiniging te Leiden. Ambtenaren en werklieden zien en het is niet onverklaarbaar met eenige vrees de mogelijkheid van verpachting tegemoet, omdat daarbij hunne* positie op losse schroeven zou komen te staan. Het is daarom ver gefelijk, als is 't niet beleefd, dat wan neer de heer Van Ulden op de reini ging verschijnt, zijn komst wordt aan gekondigd door de van mond tot mond gaande mededeéüng „daar is Leiden's ontzet 1" Misschien zou iemand na dit debat de ondeugende opmerking kunnen ma ken, dat wanneer de gemeente-reini ging ook zonder hoofdopzichter goed marcheert, zulk een titularis eigenlijk overbodig is. Deze opmerking zou bij- voorbeeld hebben kunnen komen uit den mond van den heer Hofland, die niet heel veel gevoelt voor toezicht. Hij vond het bijvoorbeeld niet noodig, dat Van Waard, de plantsoenwachter, die met 1 October eervol ontslag krijgt, zou worden vervangen door een ander. Er waren werklieden van de plantsoe nen bij den heer Hofland geweest, die hem dat hadden meegedeeld. Ik denk gunstig genoeg over de werklieden van de plantsoenen om te gelooven, dat zij zonder baas even hard zullen werken als met een baas, maar over 't algemeen kan men toch zeggen, dat niemand bijzonder op con trole gesteld is. De soldaat ziet maar liefst den rug van zijn korporaal, de majoor zou het best kunnen stellen (althans naar zijn eigen meening) bui ten de bevelen van zijn generaal. Zoo gaat het overaliedereen vindt het noodig dat gezag door, maar niet over hem uitgeoefend wordt. En daarom is dunkt mij de opinie van de werklie den in dit geval niet van groot aanbe lang. Wan meer beteekenis mag het hee- teu, dat twee van de sociaal-democra tische leden thans zitting hebben in speciale Raadscommissiën. Tot dus ver waren zij nog in geen enkele com missie benoemd, want dat de heer Hof land deel uitmaakt van de commissie voor de bezwaarschriften telt niet mee. Het lidmaatschap daarvan wordt door de Raadsleden zeiven meer als eene straf, dan als een genoegen beschouwd. Nu zit evenwel de heer Hofland ook in de commissie voor de gemeentebedrij- van èn de heer Modoo in die voor de openbare werken. Het verdient tevens vermelding, dat de heer De Breuk geen benoeming heeft willen aanvaarden in de com missie ter voorbereiding van den bouw van de gemeentelijke lichtfabrieken. Een zeer verstandig besluit daar de heer De Breuk de handen al vol ge noeg heeft. De merkwaardigste benoeming is ze ker wel die van den heer Leupen in de commissie voor den bouw van het abattoir. Immers, hij heeft tegen dien bouw gestemd en men kan dus begrij pen, met welk een enthousiasme hij nu den bouw zal helpen voorbereiden. In elk geval is er dan nu een dwarskijker in de commissie, die kan trachten te voorkomen, dat het abattoir al te veel geld gaat kosten. De heer Van de Ivamp heeft een suc cesje behaald. Vroeger stemde hij al tijd tegen de begrooting van het St.ads- Armen-Ziekenhuis, omdat naar zijne meening de post voor de spijzen uit getrokken te laag was. Die post is nu verhoogd. Waaruit volgt, dat de heer Van de Kamp thans vóór stemde. Het leven van een Raadslid heeft ook aangename oogenblikken. Mag ik evenwel de verzekering van der zake kundigen gelooven, dan zijn de onaangename momenten talrijker. Politiek Overzicht. Nadat eenigen tijd geleden de ge ruchten de ronde deden, dat Ivruger en Ste3Ti in de richting van de Dela- goabaai gevlucht waren, komt thans uit Lourengo Iiferquez het bericht, dat de Staatspresident zich aldaar be vindt. Van Steyn is in dit telegram geen sprake. Het bericht is reeds nader bevestigd door de mededeeling, dat de Staatspre sident zich met verscheiden Transvaal- sche ambtenaren ten huize van de con sul Pott bevindt, en naar men wil zich den 24en met de Herzog naar Europa zal begeven, 't Is dus volstrekt geen vlucht, zooals de Engelsche bladen 't wel willen doen voorkomen, maar vermoedelijk zal Oom Paul in Europa zijn persoonlijken invloed willen aan wenden om steun te verzoeken voor zijn Republiek. Buller zet zijn tocht noordwaarts van Lijdenburg krachtig voort. Het is uit de telegrammen van lord Roberts gebleken, dat Lyttelton en lan Ha milton Zaterdag de Boerenstelling aanvielen tusschen Lijdenburg en Spitskop, met het gevolg dat de Bueren op Spitskop terugtrokken. De Boeren troldien langs een smal voetpad terug. Waarschijnlijk zullen zij in Noordelijke richting trekken, zoo zij tenminste bekend zijn met den tocht van French, die van Carolina over Barberton langs de Komati-rivier oprukt, en volgens „Central News" reeds te Barberton is aangekomen en 60 Engelsche officieren heeft bevrijd. Deze gevechten worden in het N.- Ooslen geleverd, en onderwijl houden de Boeren bijna in alle andere cleelen van de Republiek de Engelschen bo zig. Clery meldt, dat hij op den Gen Sep tember bij Rooikop, in de nabijheid van Standerton (in het Z. O. der Zuid- Afrikaansche Republiek) op een Boe- renafdeeling stootte, die hem tot een gevecht dwong, waarin vier man ge dood werden en kapitein Molyneux van de Bengaalsche cavalerie ernstig werd gewond. Hildyard heeft voortdurend scher mutselingen met de Boeren in Walc- kerstroom, len noorden van Natal. In een dier gevechten, bij Doornkop, werd majoor I-ïilliard van liet korps officie ren van gezondheid, ernstig gewond. Methuen, die in den omtrek van Mafeking is wordt voortdurend ver ontrust door Boerentroepjes. ÏIij is thans opgerukt van Mafeking naar Lichtenbu rg. Clements, die belast is met het toe zicht in liet district Krugersdorp, komt dagelijks in aanraking met Bcerenaf- deehngen die zijn troepen beschieten. Verder vinden wij in de Engelsche bladen de volgende berichten over aan vallen der Boeren: op een kleine af- deeling, Oostelijk van Middelburg en op Paget's troepen bij Warmbad. The- ron en De Wet maken het terrein rond om Johannesburg onveilig, en Fourie heeft- alweer een poging om hem bij Ladybrand te pakken, doen misluk ken. We kunnen dus, terwijl de zaken nog zóó staan, niet aannemen, dat het niet officieele telegram uit Pretoria, meldende dat Botha onderhandelingen heeft aangeknoopt voor de overgave waarheid bevat. Zou 't ook een truc kunnen zijn om de Boeren, die 't de Engelschen in de overige deelen van Transvaal zoo las tig maken, te ontmoedigen? Met Li-Hoeng-Tsjang is thans ook Prins Tsjing door den Keizer aangewe zen als gevolmachtigd vredesonder- handelaar. Prins Tsjing is reeds vroeger ge noemd als een der mannen van wien men geloofde, dat hij geneigd was tot hervormingen en niet behoorde tot de Chineesche nationalisten, de vreem den-hatende paleiskliek. Dat de onderhandelingen tusschen de gezanten en de gevolmachtigden der Chineesche regeering reeds zouden zijn begonnen, acht de „Times" onmo gelijk. Het schijnt, naar het blad zegt, dan ook minstens voorbarig als ae Fransche pers nu reeds juicht over het gelukken van het plan, om de po- Ftieke actie te beginnen, voordat graaf Waldersee zal zijn aangekomen, en daardoor diens komst tot een sinecure te maken. I)e^„Times" kan niet aannemen, dat Mac Donald, of de Britsche Regecring, of ei.f>:ge andere mogendheid, onder handel r.gen zou aanknoopen met Tsjing o.- met Li-IIoeng-Tsjang of met i.eingen anderen Chineeschen :nauda- riju, i'Ov lang China niet een Lavredi- genuen grondslag voor die onderhan delingen heeft aangenomen. De voort durend aan den dag komende gebeur tenissen en omstandigheden maken 't steeds duidelijker, dat geen goede en duurzame oplossing kan worden ver wacht, zoolang de Keizerin het g^zag behoudt, dat zij zich onrechtmatig toe- geëindigd heeft. De Pelcingsche correspondent van de „Times'", aarzelt niet over haar het schuldig uit te spreken. II,j beweert, dat de Keizerin en prins Toean het plan opmaakten om de gezanten te ver moorden, dat zij bevel gaven tot den aanval op de legaties, en dal zij de aanvallen op de Christenen en de vreemde troepen heeft bevolen. Met zulk een vrouw, of met hare f.evol machtigden te onderhandelen, a htde „Times" onmogelijk voor mogendhe den die zich christelijk of beschaafd noemen. Dezelfde correspondent geeft in een telegram van 31 Augustus een beschou wing over de overlieersching van den Russisohen invloed en over Japan's on derworpenheid daaraan. Hij zegt, dat Rusland's doordringen in Peking (Manisjoerije?) en het blijven daar, ge heel het karakter van duurzaamheid aannemen. De Japanners zijn ontevreden over de geringe sterkte van de Britscke le germacht. Buitenlandsch Nieuws. Het Fransclio ministerie. Het „Journal des Débats" brengt een onverwachte tijding. 1-Iet ministerie zou zijn ontslag nemen, vóórdat de kamers weer bijeenkomen en hen tot heengaan dwingen. Verschillende mi nisters moeten met dit plan erg op hebben. Deze regeering, zoo rede^ee- ren zij, is geconstitueerd voor een bepaald omschreven doel en dat is thans bereikt. De „Zaak" is geëindigd de Republiek is tegeu aanvallen bevei ligd en de tentoonstelling is nu zoo goed als afgeloopen. Waarvoor zou nu het ministerie nog langer aanblijven? Te meer, omdat de regeering, door thans af te treden, het land een goeden dienst zal bewijzen... en zich zelf uit allerlei moeilijkheden halen. Tallooze interpellation dreigen reeds, en het laat zich aanzien dat in de Kamer weer heftige tooneelen zul len voorvallen. Om nu die alle te voor komen zal het ministerie aan Loubet voorstellen, hun nog vóór het eind der vacantia ontslag te verleenen, en een nieuw ministerie te benoemen, dat bij de opening van de Kamers eene verklaring' moet afleggen over de re denen die het vorige kabinet tot zijne ontslagneming brachten. Daardoor feuilleton. Roman uit het Duitsch DOOS JUL. ïü^RSr. 14) Maar na deze mededeeling kreeg ook de arts het woord, en ik zal u nu de woorden van den dokter overbren gen, die over zich zeiven heeft nage dacht en zich van de eigen ziel, het eigen lichaam zocht los te maken om mij te bewijzen, dat hij, ofschoon hij schuldig was, het tegen zijn wil en onwetend geworden is. En de on bekende leverde nu een heel betoog, waaruit moest blijken, dat Jean Van- dale onder den invloed van den waan zin had gehandeld, en hij eindigde met de volgende woorden, die hij uitsprak zachtkens, als eene klacht: Het is een bekende waarheid, dat de natuur geene sprongen maakt, maar de teleurstel lingen met zoo zachte overgangen tot elkander brengt, dat ze in elkander vloeien on het onmogelijk is de lijn van scheiding nauwkeurig vast te stellen. En deze stelling wordt nergens beter bewaarheid, meneer de procureur, dan bij verstand en waanzin! Er ontstond wederom eene lange pauze. De onbekende scheen diep ter neergedrukt te zijn. Blijkbaar vergat hij langzamerhand wat hij misschien nog te zeggen had, de plaats, waar hij zich bevond, den man, die liein gade sloeg en geen oog van hem afwendde. Wat de vreemde had verteld, had den staatsprocureur noch geroerd, noch overtuigd; integendeel, de zeker heid, welke hij thans had gekregen, dat Christine Richardier Jean Van- dale nooit had bemind, versterkte nog het gevoel van afschuw, dat de mis daad hem had ingeboezemd. Hij stond op, ging naar den onbekende, die. dat niet scheen te bemerken, en sprak: Gij wilt in 't belang van Jean Van- dale de krankzinnigheid en ontoere kenbaarheid laten gelden, met andere woorden bewijzen, dat zijn wil geen deel heeft gehad aan de misdaad. Be antwoord mij thans eene vraag: hoe zulen de zoon en de dochter van de vermoorde, Martial cn Margarete Ri chardier, over de misdaad en den be drijver denken, als ze twintig jaar oud geworden zijn? De vreemde gaf geen antwoord, maar liet onder den druk dezer woor den het hoofd nog dieper op de borst zinken. Nu schrikte hij even, want d'- Aigurande bad hem de hand op den schouder gelegd en zei: Gij zijt Jean Vandalel Het gebogen lichaam van den man rilde als van de koorts en bet hoofd zonk telkens dieper. Ge zijt Jean Vandale! herhaalde de staatsprocureur. Ja, kwam het over de lippen van den ander, cn toch zeide ik u straks de waarheid. Jean Vandale is dood. Als ik mij onder dezen naam bij u had laten aandienen, zoudt ge mij niet hebben ontvangen. Ik had u dadelijk in hechtenis la ten nemen, zooals mijn plicht mij ge bood. En wat zult ge thans doen? Bedenk, dat ik u nog niet alles gezegd heb. Tot dusver heb ik mij alleen be schuldigd, nu moet ge ook mijne recht vaardiging hooren. Ik ben uit waan zin een misdadiger en ben een onge lukkig, zeer ongelukkig mensch. Ik lieb noch over u te oordeelen, noch voor u partij te kiezen. En op den knop der electrische schel druk kend, vroeg hij den binnentredenden bediende: Heb je gedaan, wat ik je ge last had? Ja, meneer de procureur; maar er was alleen een wachtmeester op post, zoodat hij eerst na eenige minuten met een zijner manschappen hier kan zijn. Goed; meld het me dan dadelijk. De deur viel achter den bediende dicht, en Jeani Vandale haalde ver ruimd adem. Ge zult me dus nog aanhooren en dan misschien een.e andere mee ning omtrent mij krijgen, begon hij opnieuw op zachten toon. Ge hebt eene afschuwelijke mis daad gepleegd, want ge hebt niet al leen eene vrouw gedood, waarop ge niet de minste aanspraken had. maar ge hebt bovendien hare eer vernie tigd. Ge hebt den echtgenoot aanlei ding gegeven oni aan haar te twijfe len, die hij voor trouw en rechtscha pen had gehouden, en zult de kinde ren dwingen om hunne moeder te ver geten. Eene afschuwelijke misdaad, grooter dan elke andere, want we hebben hier naast de physische de moreele. Spreek nog langer op deze wijze, ja, doe dat! Ge zult mijne gewetens wroegingen niet vermeerderen, mij niet nog ellendiger kunnen maken, dan ik reeds ben. En toch heb ik u nog veel te zeggen, meneer de pro cureur, en ik smeek u mij nog aan te willen hooren. Ik moet u immers nog zeggen, waarom ik lafhartig vluchtte, toen ik mij bij het lijk be vond, bij het slachtoffer van mijne daad, de daad van een waanzinnige. En zonder een antwoord af te wach ten vervolgde hij op zeer gejaagden toon: Ik was laf, ik weet het maar al te goed. Ik had moeten sterven, doch toen mijn bewustzijn terugkeerde, was ik niet meer dezelfde mensch, ik was een ander, dien ilc nog niet kende; de beide wonden, waardoor mijn worden dan alle interpellation en er worden er verwacht over de werk stakingen, over de ongelukken die op de tentoonstelling hebben plaats ge had, over de kwestie Voulet-Chanoine, en over allerlei incidenten die zich in den vacantietijd hebben voorgedaan van de baan geschoven, de debat ten kunnen zich bepalen tot de algemee- ne politiek, voornamelijk over China, en daarna zou dan de Kamer van het jaar eens op tijd met de begrooiing kunnen beginnen. In het nieu e ministerie zullen gee ne leden van de tegenwoordige regee ring cn geen socialisten meer zitting nemen. De ramp in Texas. Met d<a schattingen der New-York- sche bladen hebben wij geleerd voor zichtig te zijn. De „Evening News" stelt het aantal slachtoffers van de ramp in Texas op 10,000 en de schade aan eigendommen op 50 millioen dol lars, waarbij nog geen rekening is gehouden met het vernielen van den katoenoogst.die den schadepost met nog wel 12 millioen dol' zou kun- neu doen stijgen. Aan Newyork- sche beurs wordt gesproken van 5000 menschenlevens die verloren zijn ge gaan en 10 mill, materieele schade. Uit Galveston zelf komen de treu rigste berichten; na de ramp volgden hongersnood en gebrek aan drinkwa ter; de arme bevolking is aan het plunderen geslagen en president Mc Kinley beval het departement van oorlog de grootste haast te maken met het zenden van rantsoenen en voor de ongelukkige bewoners. In de stad lag een compagnie solda ten in de San-Tacinto-kazerne in gar nizoen; men vreest dat de geheele compagnie omgekomen is. Men komt handen en werktuigen te kort om al die lijken een behoorlijke begrafenis te geven en men kan nu dagelijks scheepjes in zee zien gaan, die de lij ken in volle zee overboord zetten. Men gelooft dat Galveston als han delsstad totaal geruineerd is. Niet slechts zijn al haar handelsetablisse menten, electrische werken, spoor-en tramwegen verdwenen, doch de ver zekeringmaatschappijen zullen de reusachtige schade, door zulk een bui tengewoon natuurverschijnsel veroor zaakt, niet wilen vergoeden en de stoomvaartmaatschappij cn zullen haar schepen niet weer in een haven wilen riskeeren, waar zij zooveel ge vaar loopen." liet blijkt nu dat het Meteorolo gisch Instituut Galveston gewaar schuwd had voor den aankomenden storm, Vrijdag reeds. De kracht van den wind tijdens den orkaan was 134 M. per seconde volgens de instrumen ten. maar deze werden weggeblazen. Het is dus niet mogelijk de maximum snelheid na te gaan. Men berekent dat de handelswijk geheel, de andere wijken der stad voor twee derde vernield of ernstig bescha digd zijn, en men gelooft vrij algemeen dat Galveston niet weer opgebouwd zal worden op de tegenwoordige plaats ,daar een herhaling van de ramp altijd mogelijk blijft: de stad lag zoo ongunstig mogelijk. Stadsnieuws HAABLEM. 13 Swt. 1900. Haarlemsclie ïoyubee- Vereeniging. In ons nummer van Zaterdag haal den we een en ander aan uit het jaar verslag van de Haarleinsche Toynbee- Vereeniging. Dat jaarverslag geeft ons aanleiding nog eens met een enkel woord, en wel met een woord van war-, me aanbeveling, terug te komen opi deze nuttige vereeniging. Het mag ais bekend worden veron dersteld, dat het doel van den grooten stichter, naar wien de vereeniging zich noemt, geweest is de verschillende maatschappelijke lagen nader tot el kaar te brengen, opdat de meer bevoor-' rechten van hun meerdere kennis en ontwikkeling zouden afstaan aan de! minder door de fortuin begunstigden,, die weer op hun beurt de anderen een' duidelijken blik zouden kunnen doen' slaan in hun eigen leven van moeilij ken strijd en harden arbeid. In de allereerste plaats hebben de arbeiders er belang bij. Om in onzen tijd van zwaren strijd om het bestaan het hoofd boven water te houden, is het een kwestie van allereerste nood zakelijkheid dat de arbeiders zich zoo veel mogelijk toerusten met kennis.! Kennis toch is macht, en waar op zoo inderdaad gemakkelijke wijze de gele genheid geboden wordt om zich ken nis te verschaffen, is het te betreuren,' dat nog zoo weinig arbeiders daarvan' gebruik maken. Niet alleen van stof-i fel ijk, iuaar ook van hoog zedelijk be-i lang is het dat de arbeiders de som van hun weten vermeerderen, hun ge-, zichtskring wijder wordt. Hoe meer' men weet, hoe krachtiger de drang tot meer-willen-weten wordt, cn dat is de beste waarborg om als zedelijk mensch' vooruit te gaan. En zouden de brooddronkenheid eiu^ baldadigheid, de ruwe toon van onbe schaafdheid en ae drankellende niet h ierdoor in groote mate worden bestre den Maar er zijn nog anderen, die ook met zeer veel profijt voor zich zelf plaats kunnen nemen In de rijen van hen, die in Toynbee's geest willen werkzaam zijn. Dat zijn de meer be-' voorrechten. Immers, hoe zullen ze anders zich een ooi-deel kunnen vor men over de maatschappelijke vraag-! stukken onzer dagen, als ze niet door eigen aanschouwing ieeren kennen helj leven van den arbeider, als ze zich niet zelf in aanraking brengen met dié kringen, waarom het geheele maat schappelijke vraagstuk draait. En niet alleen nut, doch ook genoe gen, heerlijk genoegen is hier voor ben weggelegd. Wij hebben verschillende werkende leden van de Toynbec-vereeniging, leidsters of leiders van clubs of cursus sen gesproken, en allen waren een stemmig van oordeel, dat het een genot was zijn krachten aan dit werk te wij den. Wel weten wij, dat niet ieder in' staat is les te geven of clubs te leiden,! doch zedelijken, en, wat vooral noodig is, finantieelen steun, kan wel ieder verleenen. en heusch, deze goede daad vindt in zichzelf de belooning. Gaarne zon de vereeniging haar bloed wegstroomde, redden mij van krankzinnigheid en nu zag ik eerst volkomen duidelijk, wat ik had ge daan de ontzettende misdaad, die ik had gepleegd! Ik begreep, dat ik in een aanval van waanzin een moord pleegde en dat men mij van de maat schappij zou afzonderen als een ge vaarlijk mensch, die op den een of an deren dag weer iemand kon dooden. Men zou mij in de gevangenis of in het krankzinnigengesticht brengen en 't zou mij onmogelijk zijn dat te dra gen. En in de ontzetting van 't eerste oogenblik, door eene plotselinge laf heid overmeesterd, ontvluchtte ik, al leen om maar niets meer van mijne omgeving te zien, om het sombere vi sioen te ontloopen, waarin mij de ge opende deur van het krankzinnigen gesticht werd getoond! Ik was niet meer waanzinnig, ik zag en kon reeds ctënken en oordeelen. Nu begon Vandale luide te snikken, terwijl hij beide handen voor 't gelaat had geslagen. Dit duurde heel lang. Maar plotseling hielden de tranen op tusschen de vingers door te vloeien en ook het krampachtig snikken ver stomde. Vandale hief het hoofd op, terwijl hij vervolgde: Voor ge mij in hechtenis laat ne men, meneer de procureur ik wist aan welk gevaar ik mij blootstelde, toen ik mij hier heen begaf, moet ge vernemen, dat, wanneer ik mijne vrijheid behoud, mijn geheele leven gewijd zal zijn aan berouw cn liet streven om het gepleegde onrecht te vergoeden. Op welke wijze ik het' kwaad, dat ik heb veroorzaakt, zal herstellen, weet ik zelf nog niet. God; die in de verborgen schuilhoeken vanj mijn hart leest, zal middelen en wegen vindon om mijne offervaardigheid op de proef te stellen; mijn leveu za( voortaan eene onafgebroken reeks van, opofferingen zijn. Tot mijnen dood wil ik den last van 't vergoten bloed op mijn hart dragen. Wanneer ilc vrij en ongehinderd kan blijven kan ik door mijne wetenschap, die elk uur grooter wordt, nuttig zijn, kan ik der geheele menschheid door mijn werk en mijne intelligentie diensten bewij-J zen. Legt de door u vertegenwoordig de maatschappij echter de hand op mij, om mij te straffen, dan maakt za alle geschiktheid en kracht in mij werkeloos; zij straft mij, zonder uit mijn berouw, uit mijne diepe versla genheid eenig voordeel te trekken, en van uit de gevangeniscel zal ik het' bedreven kwaad niet weer goed ma- kon. Om u dat te zeggen, kwam ik tot u, meneer de staatsprocureur, want ik ben geen gewone misdadiger; ilc blijf er pertinent bij, dat ik aan den moord, dien ilc heb gepleegd, en dien ik nog veel meer veroordeel dan gij kunt doen, volkomen onschuldig ben. Alleen de waanzin heeft mijne" hand gericht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1