NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
De schuld van den
Geneesleer.
18e Jaar"an"
Zaterdag 15 September 1900.
No. 5280
HAARLEM'S DABBLAB
ABONNEMENTSPRIJS
Yoor Haarlem per 3 maanden 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden r 1.30
Franco door liet gelieelc Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers. 0.021;
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37>5
de omstreken en franco per post 0.45
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Baiten bet Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke- regel meer 0.15.
Groote letters naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaus: Gebouw Het Spanme, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der üSedactie 600. Telefoonnummer der Administratie 123.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën
irden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Ah- neen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, "behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicilè Elrangèrë G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs Slbi* Faubourg Montmartre.
„Ilaarlem's Dagblad" yan 15 Sept.
beyat o. a.: Kruger's reis. Onge
vallenwet, De oplossing. Tijding
uit Ceylon, Do manoeuvres der
2de Divisie, De moord op den
I leiders clie politieagent, Het eten
in het Buitenbuis, enz.
AdyepeHUên
VOOR HET
Zaterdagavondnummer.
Meermalen zijn wij tot ons leedwe-
ze genoodzaakt Advertentiën af te wij
zen voor het Zaterdagavondnummer,
die des Zaterdagsmorgens pas worden
bezorsd.
Wil men zeker zijn. van de plaat
sing, dan is inzending op Vrijdag
avond noodig, uitgezonderd natuur
lijk kleine advertenties of familiebe
richten, die moeilijk vooraf kunnen
worden ingeleverd.
DE ADMINISTRATIE.
hebbenden, dat het inschrijvingsregis
ter en de daarbij behoorende alphabe-
tische naamlijst, betreffende de jonge-
lingen, die zich binnen deze gemeente,
in 1900 hebben doen inschrijven voor
de lichting der Nationale Militie van
1901, ter secretarie dezer gemeente (af-
deeling Militie, Schutterij, enz.) voor
ieder ter lezing (s nedergeiegd van he
den tot 21 September a. s.„ van des
morgens 10 tot des namiddags 4 ure
en dat tegen register en lijst binnen
genoemden tijd bezwaren kunnen wor
den ingebracht bij den Commissaris
der Koningin in deze provincie, door
middel van een bij den Burgemeester
in te leveren, door de noodige bewijs
stukken gestaafd, verzoekschrift op
ongezegeld papier en onderteekend
door hem, die ze inbrengt.
Haarlem, 13 Sept. 1900.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
A. C. WALLER, L. B.
De Secretaris.
PIJNACKER.
Weekblad voor de Jeugd.
Aan hen die daarop zijn geabon
neerd, wordt hierbij verzonden no. f.1
van het „Weekblad voor de Jeugd".
Dit keurig geïllustreerde weekblad,
onder redactie van den heer F. II. van
Leent, bevat in dit nummer:
Poesje lief.
Grootmoedertje.
Wie zal do erfgename zijn.
Op het hooiland.
In den lusthof.
Hij had de gave ontvangen.
Bericht.
Allerlei.
Raadsel.
Antwoord op het Raadsel.
Apen.
(Elk No., groot 8 bladzijden, beva
- tal van fraaie, gekleurde platen en
een voor kinderen alleraardigsten
tekst. De prijs per drie maanden is
slechts 50 Cents.)
Gfficieele Berichten.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van Haarlem
Maken bekend
dat de lijst van kiesgerechtigden
voor de Kamer van Koophandel en Fa
brieken in deze gemeente met ingang
van 12 September e. k. gedurende acht
dagen voor een ieder ter inzage is ne
dergelegd op de gemeente-secretarie,
afdeeling Onderwijs, op alle werkda
gen van 10 tot 4 uur
dat bezwaren tegen die lijst, hetzij
die den klager, hetzij die andere per
sonen betreffen, gedurende acht dagen
na heden bij den Gemeeuteraad schrif
telijk kunnen worden ingebracht.
Haarlem, 11 September 1900.
Burg. en Weill, voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van Haarlem
Brengen ter kennis van de belang-
Politiek Overzicht.
De reis van den staats-nresident.
waaraan we in onze rubriek Buiten-
landscl» Nieuws een speciaal artikel
wijden, is het belangrijkste, waarover
on dit moment in Zuid-Afrika te den
ken valt. Het staat o. i. als een paal
boven water, dat die reis de bedoeling
hoeft in Europa steun te zoeken, en
van harte hopen wij, dat hem die
steun geworden moge, al bestaat er
cok veel vrees, dat 't hem gaan zal
als 't Transvaalsche driemanschap.
Telkens duikt weer het gerucht op,
dat Botha onderhandelt over de over
gave: maar telkens blijkt dit gerucht
uit de lucht gegrepen te zijn. En de
andere geruchten, die door Engel sche
bladen verspreid worden, zijn al even
onbetrouwbaar. Botha en De Wet
zouden naijverig op elkander zijn ar
daarom zou De Wet naar den Vrij
staat zijn teruggekeerd om daar op
eigen gelegenheid de guerilla voor!
te zetten. Dat de Wet naar den Vrijstaat
is getrokken, is zeer waarschijnlijk;
maar hij deed dit om Fourie te hel
pen, die in de buurt van Ladybrand
voortdurend den Engelschen verlie
zen toebrengt.
En Botha denkt niet aan overga va.
Hij heeft, in het moeilijke en voor
vreemde troepen bijna onbegaanbare
terrein benoorden en beoosten Lijden
burg, een macht van 4000 tot 10,000
man bij zich en een groot aantal ka
nonnen, waardoor hij in staat is Bul-
ler's voortrukken zeer te bemoeilij
ken. En daar komt dan nog bij, dat
Buller, in zijn haast om Botha's macht
achterna te zetten, somtijds zonder
artillerie zit, zooals na de bezetting
van Mauchberg, toen de Gordons de
Boeren op 8000 yards voor zich zagen,
doch door gebrek aan artillerie hen
niet konden deren.
Omtrent den tocht van lord Metliu-
en in het westen der Z. A. Republiek
bevat de „Times" de volgende be
richten:
Lord Metliucns ftoepenmacht ver
liet Mafeking den 8en September;
reeds hij Grootfonteïn werden de En
gelschen door de Boeren beschoten.
Een Boerenconvooi werd gezien op de
linkerflank der Engelschen, gaande
in de richting van Molopo. Des avonds
werd door lord Methuen gekampeerd
te Grootfontein, waar de posten der
Engelschen beschoten werden door de
Boeren-snipers, totdat de duisternis
viel.
Den volgenden dag rukte lord Me
thuen op in de richting van Molopo.
Volgens zijn verkenners was daar
een Boerencommando onder com
mandant Vermaak. Bij het voortruk
ken der Engelschen werden deze door
de Boeren hevig beschoten. Op de lin
kerflank van lord Methuen opereerde
generaal Douglas, die blijkens zijn
geschutvuur eveneens in gevecht ge
wikkeld was.
De yeomanry, onder lord Ches-
hara, werden uitgezonden om de rech
terflank van lord Methuen's colonne
te beschermen.
Nadat de Engelschen te Molopo wa
ren aangekomen, achtervolgden de be
reden troepen de Boeren, waarbij zij
30 gevangenen maakten, 22 wagens,
2 heliografen, een aantal paarden en
40,000 rounds ammunitie buit maak-
teu.
De vermoeide toestand van de paar
den der Engelschen maakte aan de
vervolging der Boeren een einde.
Den volgenden dag rukte lord Me
thuen naar Ofctoshoop, waar hij zijn
troepje rust moést geven.
Rij Johannesburg heeft de cavalc-
rie-briga.de vankolonel Dalgety een
hevig gevecht moeten leveren, waar
in hij 12 dooden cn 30 gewonden ver
loor; de Boeren hadden vijf dooden
en 9 gewonden. Generaal Little is ge-,
wond. De brigade is op weg naar
Kroonstad.
De ernst van den toestand in China
neemt met den dag toe.
De „Times" bevat een lang tele
gram van dr. Morrison, zijn correspon
dent te Peking, die seint, dat Ruslands
plan tot ontruiming van Peking in
het geheel niet in overeenstemming
is met Ruslands houding.
Voortdurend worden meer Russi
sche troepen naar Peking gezonden,
seint dr. Morrison; den 29n Augustus
kwamen 2800 man aan, den 30n Aug.
weer 1500. De intocht in de verboden
stad werd dan ook, naar de „Times"
meldt, een schitterende triomftocht
voor Rusland, gevolgd door de ande
re mogendheden. Het keizerlijk paleis
is geheel in de macht der Russische
troepen, en alles toont ten duidelijk
ste, dat het overwicht van Rusland
steeds toeneemt.
De geheelc wijze van optreden van
de Russische ambtenaaren en de Rus
sische troepen, en de overmachtige
positie die Rusland thans in Peking
inneemt doen het vermoeden rijzen,
dat Rusland de bezetting van Peking
als een permanente bezetting be
schouwt..
Deze meening wordt nog versterkt
door de aankomst van admiraal Ale-
xejef, de hoogste Russische ambte
naar in Oost-Azië, die, naar gemeld
wordt, den geheelen winter in Peking
zal blijven.
Rusland is dus, naar dr. Morrison
meent, voornemens zoo wat geheel
China te bezetten. Het bezette King-
Tsjau en de zijlijn van den spoorweg
naar de Nan-Piou-mijnen, waardoor
het 0e rijkste kolenmijnen van Noord-
China onder zijn beheer krijgt; het
bezette Sjan hai-Kwan, liet eindpunt
van de spoorweglijn naar Peking,
en het bezette Mantsjoerije met zoo
veel troepen, dat niemand het er uit
zal kannen verdrijven. En thans zendt
het een overstelpende troepenmacht
naar Peking.
Buitenlandsch Nieuws.
Kirsjger's reis.
Natuurlijk wordt op verschillende
manier het gaan van Kruger naar Lou-
rengo Marquez uitgelegd. De Engelschc
jingo-bladen schetteren begrijpelijker
wijs van de vlucht van president Kru
ger, selfs een blad als de „YVestm. Ga-
zette" zegt, dat de „overijlde vlucht"
waarschijnlijk het gevolg zal zijn van
tie operation van generaal French bij
Barberton, en het vooruitdringen van
Bullër's troepen naar Pelgrimsrust, en
gaat zelfs zoover te beweren, dat de
telkens opduikende berichten van Bo-
thAVonderhandelingen over de overr
gave. die eerst nletwaarseb ijnlijk sche
nen, in 't licht van dozo vlucht zeer
aannemelijk worden.
Andere bladen dan de Engelsche jin-
go-pers tneenen, dat Kruger van Lou-
rengo Marquez uit de zaken in zijn
Republiek zal gaan besturen, maar
over 't algemeen is men toch van oor
deel, de overige buitenlandsche pers
bijna eenstemmig, dat de reis van den
bijna 75jarigén grijsaard ten doel heeft
bij de mogendheden steun te zoeken.
Een droeve reis voorwaar, en 't resul
taat... Ja, wat zal dat zijn?
Dit, deze moeilijke zware reis op zijn
leeftijd is de laatste opoffering mis
schien, die de oude man zich voor zijn
dierbaar land, waar hij al zijn kracht
en energie, zijn leven lang, aan gewijd
heeft, getroost.
En dan moet men een smerig jingo-
blad als de „Daily Mail" daarover hoo-
ren schelden. Dat blad spreekt "Van den
ex-President, die nooit .een greintje
waardigheid en eergevoel bezat; die de
uitlander-rechten verkortte, en nu de
ruines ziet, die hij door dat werk heeft
gemaakt. Maar, we willen van die vuile
schendtaal liever afstappen. Hoe dur
ven de gemeene roovers en plunderaars
nog te spreken van rechten van uitlan-
ders. Zij, die zelf op alle mogelijke wij
ze den spot staken met alles wat recht
heette, geschreven of ongeschreven. De
geschreven wetten hebben ze verkracht,
het oorlogsrecht geschonden, geroofd
en geplunderd en van moreel recht
doen is zelfs in de verte nooit sprake
geweest.
Kruger is nog geen ex-President,
maar al ware hij het, dan nog paste
het geen mannen van e.er hem uit te
jouwen. Hoe nobel steekt hierbij af het
gedrag van de Boeren, die indertijd,
toen de eerste Engelsche gevangenen
in Pretoria werden gebracht, niet dul
den konden dat een jongen zich ten
hunnen koste vroolijk maakte.
De houding van de Duitsche pers is
zeer sympathiek.
Met diep medelijdon geven Duitsche
bladen hun overtuiging te kennen dat
ook Kruger met zijn reis naar Europa
bij de mogendheden niets zal uitwer
ken.
De radicale Berliner Zeitung zegt
b. v., dat wel onder het volk de deelne
ming voor hem en de Boeren opnieuw
zal opvlammen, maar dat de prakti
sche politiek, die iederen staat nood
zaakt allereerst zijn eigen belangen te
behartigen, zich daardoor niet uit haar
vaste haan zal laten brengen.
De Vossische Zeitung is van oordeel
dat in de wijze waarop Engelsche bla
den over Kruger's terugtocht spreken
weinig te vinden is van de gezindheid
die een edelmoedig volk moest betoo-
nen jegens een dapperen tegenstander
die voor zijn hoogste goederen strijdt.
Misschien heeft de zwaarbeproefde
man, toen hij zijn vaderland verliet,
gedacht aan het lot dat de Engelsche
jingo's hem dachten te bereiden als
een zeldzaam dier dreigden zij den
ouden man in een kooi naar Londen te
brengen, om hem uit te leveren aan
den spot cn hoon van het creneupel.
Wat de Engelschen ook mogen zeggen,
Kruger verlaat niet onteerd zijn ge
boortegrond, en geen smaad kan doen
vergeten wat hij voor zijn vaderland
is geweest.
De Natïonal-Zeitung denkt dat Kru
ger in Europa zelf wel niet meer zal
uitrichten dan het driemanschap. Ook
zegt men al lang dat hij aan een ern
stige nierkwaal lijdt, zoodat hij onder
de vermoeienissen van een reis naar
Europa nog te minder voor zijn vader
land zou kunnen doen. Al bcteckent
zijn reis ook niet dat de tegenstand
van de Boeren uit is, zij is toch lvet
einde van een verdediging met hoop
op goeden uitslag <n dus het einde van
don Zuid-Afrikaanschan oorlog. Mis
schien is Kruger weggegaan om aan
iemand die mindet- in alles betrokken
is geweest de onderhandelingen met
Engeland over te latenmaar dat is
waarlijk geen reden voor spotternijen
van de Engelsche bladen. Het eind. als
het er is, zal toch het slot zijn van een
verpletterend treurspel vol helden
moed en rampen."
De Berliner Neueste Nachrichten
zegt..De Engelsche pers toont zich
een groot volk onwaardig, door een
man van vijf-en-zeventig jaar schimp
redenen toe te werpen, instede van den
grijzen tegenstander den eerbied to be
wijzen dien hij verdient, als de ziel van
een dapperen tegenstand tegen een
tienvoudige overmacht en om zijn bui
tengewone staatsraanswerkzaamheid.
Engeland zou zijn eigen belang het
beste dienen met alle beleedïging van
den ecrwaardigen man, die jarenlang
het hoofd van de Boeren is geweest, te
vermijden." Kruger wordt in de gan-
sche beschaafde wereld oprecht geëerd,
en elke smaad die hem persoonlijk
wordt aangedaan, zal opnieuw de
openbare meening tegen Engeland en
zijn politiek van geweld diep veront
waardigd maken. Engeland moet trou
wens nog niet erop bouwen dat het ge
heel gewonnen spel heeftde oorlog in
Zuid-Afrika heeft al zoo vaak verras
singen gebaard.
Do Börsen-Courrier is het met dit
laatse niet eens en roept uit..Het wild
is neergeveld Transvaal ligt. bloedend
en uitgeput op den grond. Maar als
Engeland voor de vraag wordt gesteld
of het de „zaak" nog eens zou willen
ondernemen, zou het in stilte mis
schien ontkennend antwoorden. De
overwonnenen behouden den roem,
zich als leeuwen een jaarlang te heb
ben verdedigd tegen een twintigvou
dige overmacht. Als een met roem
overwonnene gaat president Kruger in
ballingschap en als dapperste der flap
peren is generaal Botha bezweken,
nadat hij zijn vaderland voet voor voet
heeft verdedigd. Het zal voor hem geen
schande zijn als hij zich nu overgeeft,
zoomin als er eenige blaam op Kruger
valt, nu hij zonder leger en vadcrlani
in den vreemde een toevl'i ditsoord
voor zijn laatste dagen gaat zoeken."
Dc Reichsboto vreest dat de Eigel-
schen als ze Kruger in volle zee op eux
schip vinden, een gewelddiülgheid
zullen begaan.
Anarchisten.
Uit Turijn wordt bericht, dat de po
litie eindelijk het spoor ontdekt heeft
van den geweldigen blonden jongeling,
die te Monza met Bresci was geweest.
Hij zou Granotti heeten en een tijd te
Grcssoney-St. Jan hebben vertoefd.
Maar daar was de politie er meer op
uit om Lanner te vinden en schijnt Gra
notti over het lioofd te hebben gezien.
Na eenige dagen werdliet Granotti daa
.echter toch te benauwd, en week hij
naar Zwitserland uit.
Granotti was aangewezen om ko
ningin Margaretha te vermoorden.
Te St. Sebastiaan is een Zwitser ge
arresteerd, die uit Amerika was geko
men. Hij kwam te Santander aan land
en reisde te voet naar St Sebastiaan
door. Hij bleek een anarchist te zijn,
en een aanslag, op het leven van een
'dor Europeesche staatshoofden in den
zin te hebben. Er wordt beweerd, dat
Loubet bedoeld was.
Algemeene berichten.
De broeder van Bresci, luitenant dei
artillerie, die sedert 5 Augustus op non-
activiteit was gesteld, is weder in hel
actieve leger opgenomen. Hij is ge-
machli^i zijnen naam te veranderen
in dien van Godi, den familienaam zij
ner moeder.
Bij ëe Duitsche spiegelgevechten
zijn onlangs ernstige ongelukken ge
beurd. Bij Scherfcde kwamen vier man
onder een kanon, dat bij het rijden
over een greppel omviel. Een was da
delijk dood, een werd gevaarlijk en de
beide anderen zwaar gekwetst. Bij
Blomberg vielen twee huzaren van hun
paard in een afgrond en bleven op de
plek dood.
Het getal slachtoffers van den wer
velstorm in Texas wordt thans opgege-
ven tusschen de acht- en tienduizend.
In Galveston is de orde hersteld, nadat
negentig plunderende negers waren
doodgeschoten. De lijken van de slacht
offers worden in menigte verbrand,
Donderdag duizend tegelijk.
Parrs. de bankbiljettendief, is ver
oordeeld tot zeven jaar tuchthoLsstrat
Stadsnieuws
HAARLEM, 14 Sent. 1900.
De Broederschap van Hoofd
Commissarissen en Com
missarissen van politie
in Nederland
hield Woensdag hare 5e algemeene
vergadering in de bovenzaal van het
Brongebouw alhier. Men schrijft ons
daaromtrent het volgende:
Fefflilleton.
Roman uit het Duitsch
DOOR
JUL. M.ARY.
15)
En men kan er niet heen rijden,
is 't wel
O zeker, daar op het plein staat de
kalos van meester Lavardet, die de
communicatie met de plaats onder
houdt. Zeer uitlokkend ziet het ding
er weliswaar niet uit, voegde de be
ambte er lachend bij, maar 't is altijd
nog beter zoo te rijden dan den langen
weg te voet te moeten afleggen.
De reiziger sprak een vluchtig woord
van dank, gaf zijn kaartje derde klasse
af en verwijderde zich, terwijl hij met
zijn stok zwaaide, die al zijne bagage
uitmaakte. Als men hem oppervlakkig
bekeek, scheen hij tot den gegoeden
stand te behooren, maar als men wat
scherper zag, ontdekte men, dat deze
indruk niet juist kon zijn.
De man droeg in den regel zeker al
leen een knevel, maar had zich zeker
in de laatste veertien dagen niet laten
scheren, en de korte, stijve baardstop
pels gaven aan het gezicht iets afstoo-
tends. Zijne jas scheen van goede stof
te zijn, maar de uitgescheurde knoops
gaten, de met laken overtrokken knoo-
pen, waarvan nauwelijks een enkele
vastzat, de vettige kraag en de ge
scheurde zoom maakten dadelijk een
onaangenarnen indruk. Een breede,
vettige halsdoek verborg het hemd, ze
ker op goede gronden, en de vroeger
witte, maar thans bruingele hemds
kraag scheen blootgesteld geweest te
zijn aan herhaalde regenbuien. De
broek en de schoenen pasten bij deze
jas.
De reiziger kon ongeAreer vijfender
tig jaar oud zijn, zijn gezicht zou men
mooi hebben kunnen noemen, als er
niet zulk eene uitdrukking van ver
waandheid en listigheid op gelegen
had.
Lavardet, de koetsier van de kales,
klauterde juist naar zijne verheven
zitplaats, om zich daar neer te zetten,
toen de man bij don wagen kwam met
de woorden
Je rijdt naar Saint-Laurent-des-
Eaux
Ja meneer. Stap maar in. Ik ga
dadelijk weg.
Heel graag, maarHij aarzel
de een oogenblik en vervolgde toen
met een gedwongen lachjeHoe lang
duurt de rit
Vijftig minuten.
En hoeveel kost het
Vijfenzeventig centimes.
De man tastte in zijn vestzak en zei
Hier zooveel baar geld heb ik
nognu ben ik volkomen zonder con
tanten. Vooruit dus maar
Lavardet bekeek den vreemdeling
met een verwonderden blik van boven
tot onderen, maar stak het geld in den
zak en sprak geen woord, terwijl de
reiziger in het rijtuig stapte. Hij gaf
zijn paard een flinken zweepslag en
de zware wagen zette zich ratelend in
beweging. Verstrooid zag de reiziger de
landstreek aan zijn oog voorbijtrekken,
waar hij thans voor 't eerst den voet
had gezet en waarover de brandende
Julizon hare stralen wierp.
Er mocht reeds een uur vevloopen
zijn, toen het rijtuig in een zeer net
dorp kwain, welks lage huizen van
baksteen waren gebouwd, en voor een
herberg staan bleef.
Lavardet klauterde van zijn zetel
naar beneden.
Ge zult bij deze hitte gaarne iets
verkoelends willen gebruiken, zei hij
tot zijn passagier.
Zeer gaarne, antwoordde deze.
Maar je weet en hij wees op zijn
vestzak.
Nu, zei de koetsier, op een glas
wijn komt het mij niet aan.
Dan neem ik het in dank aan.
Ze gingen naar binnen, en nadat
men hun den gevraagden wijn had
%roorgezet, klonken ze met elkander.
De kastelein keek daarbij den vreem
deling nieuwsgierig aan en eindelijk
kon hij zich niet onthouden van te
vragen
Heeft u zaken in deze buurt
Ik wil naar het slot Beuvron en
zou u zeer dankbaar wezen, als ge mij
den weg wildet beschrijven.
Heel gaarne. Kent u graaf Renaud
d'Alberon, die met zijne zuster daar
woont
Ik heet Savinien d'Alberon en ben
een neef van den graaf.
Ah klonk het uit den mond van
Lavardet, en terwijl deze een onder
zoekenden blik op de kleeding van den
ander wierp, mompelde hij Dan zal
liet gebrek bij de armoede op bezoek
komen.
Savinien hoorde deze woorden niet,
want hij dronk juist zijn glas leeg,
waarop hij zeide
En nu, wijs me alsjeblieft den
weg.
Dat is heel gemakkelijk, en met
weinige woorden gaf hij hem de noo
dige inlichtingen.
Savinien drukte hem de hand, be
dankte hem en vertrok.
Lavardet riep hem lachend na
Waarachtig, mijn beste meneer,
het zou veel beter voor u zijn als u een
bloedverwant van den heer Richardier
in plaats van de neef van den graaf
was.
Savinien liet hem praten. Flink
voortstappend had hij het dorp weldra
achter den rug enwas hij op 't vlakke
veld gekomen. Hij ging over een klein
riviertje en keek onderzoekend rond.
Als Lavardet me niet heeft bedro
gen, sprak hij op half luiden toon.
dan moet ik mij reeds op het landgoed
en heel dicht bij het slot bevinden.
Maar waar is dan dat slot
Hij zag een boer, die met een zeis
over den schouder den weg naar het
dorp volgde, en vroeg hem
Ik ben hier immers op het land
goed Beuvron, niet waar
Ja, meneer, alles wat u daar ziet,
zoover het oog reikt, bouwakkers,
wouden, wijnbergen en weiden behoo
ren er toe. Meneer Richardier is geen
arm man.
Voor den tweeden keer trof deze
naam het oor van Savinien.
Beuvron behoort immers aan
graaf d'Alberon? vorschte hij.
O neen, maar aan den heer Ri
chardier. De graaf bezit bijna niets
meer.
Niets meer? herhaalde de jonge
man, terwijl hij verbleekte. De graaf
bewoont dus het slot niet meer
Het slot bestaat zelfs niet meer.
Meneer Richardier liet alles afbreken,
want de oude steenklomp beviel hem
niet.
Dus heeft Renaud d'Alberon deze
streken verlaten?
Ook dat niet. Hij bewoont eene
vroege hofstede van „Beuvron," waar
hij zijne residentie heeft gevestigd en
dat hij en zijne zuster werkelijk „slot
Beuvron" noemen.
De man wees naai* een klein eiken
bosch en zei:
Achter dit boschje ligt het slot
„Landepereuse", de woning van me
neer Richardier, en niet zoo heel ver
daar vandaan zult ge aan den linker-
oever der rivier de hofstede vinden,
waarvan ik sprak.
En daar woont...
De graaf om u te Bienen, me-
neer.
Na dit gezegd te hebben ging de boer
verder, en de zeis, die hij op den schou
der droeg, glinsterde in de zon en be
woog zicli heen en weer, terwijl hij
liep.
Ook Savinien zette zijn weg voort
en spoedig daarop had hij een nieuw
slot, in renaissance-stijl gebouwd, be
reikt, dat eene heerlijke ligging op den
heuvel had, aan welks voet de Loire
stillckens langs vloeide. Maar de jon
ge man hield zich hier niet op. maar
liep met onverminderde snelheid voort,
tot liij in de vlakte een eenvoudig ge
bouw, eene boerenhofstede, zag, het
welk ongetwijfeld het door zijne bloed
verwanten „slot Beuvron" gedoopte
huis was.
Eens had het werkelijke, thans ver- -
dwenen slot „Beuvron" tot de histo
rische gebouwen van deze streken be
hoord. De oudste gedeelten ervan wa
ren uit de elfde eeuw. Op het einde der
twaalfde eeuw werd het door Bouchard
de Vendume herbouwd en ten derden.