Het zilveren feest. V. vonden. Uit! dat land is ook de prach- photografieën, levensgroot, van mijn- ïpj) den schouder van haar man laat. tige smaragd afkomstig, die de „tiara" heer en mevrouw Verduret, toen ze rusten). „Arthur! Het zou toch zoo of drievoudige pauselijke kroon ver- vijf-en-twintig jaar jonger waren. zalig zijn, zoo poëtisch, zoo verrukke- Een kellner komt aangerend en gaat siert. Deze steen heeft den vorm van Wanneer men ze met de origineelenlijk. Dan, zonder anderen, onder de met ZIJ" servet mevrouw Verduret af- ecn korten cylinder, aan het eene ein- vergelijkt, moet men constateeren. dat vogelen des hemels en 's nachts de ^e£en' zonder zich met mijnheer bezig de afgerond; hij heeft een lengte van gedurende die kwart-eeuw het echt- sterren blinkend aan 't firmament bo-- die druipt. 27 millimeter en een doorsnede van 34 paar aanmerkelijk veranderd is. „Tante Sannie", de echtgenoote van Paul Kruger. erscheiden. Er is geen twijfel aan, dit middel om vuur te verwekken eenige was, waarover de mensch beschikken, dat het kwarts, we- deze onschatbare eigenschap, als kostbaarste van alle andere stee- geschat zou worden: immers het t van het vuur is het srondbegin- de macht des menschen. Maar, zij den vooruitgang der weten- wij bezitten tegenwoordig vele om vuur te maken, beter en elijker dan door staal en vuur- 3t heldere kwarts in den zuiver- toestand wordt gewoonlijk berg- ;al genoemd: het gelijkt volkomen raai kristalglas, doch het is lich- n veel harder. De grootste kwarts- allen worden op Madagascar ge men vindt daar volkomen prisma's met een lengte van en een omvang van 2 meter. Ie hoogste toppen der Zwitsersche n, in den omtrek van den St. Go- i, heeft men in 1720 losse kristal- bevonden van 200 kilogram, velen 100 tot 150 kilogram, en een me- van 25 kilogram zwaar. De kris- die tot decoratie dienen van het chtige praalgraf van San Carlo in de hoofdkerk van Mi- komen uit het zoogenaamde al dal, het Krystallinenthal. bij rs op den Grimsel. Zeer schoone allen komen ook voor in de om en van Bourg d'Oisans en in Dan- in Frankrijk. aat is ook niets anders dan d. w. z. onder deze voorwaarde het fijn gepolijst kan worden, is, en met heldere •aaie kleuren bedeeld is. laie agaten zijn als sieraden zeer it: men maakt er cachetten, oor- ars, snuifdoozen, doekspelden en menigte andere dingen van. De agaten die in den handel voor- n, komen uit Oberstein, een dorpje Nasse in het hertogdom Twee- hoog worden zulke agaten ardeerd, die in hun binnenste :e of bruine teekeningen vertoo- die op mosplantjes, kleine lila- oze boompjes enz. gelijken. Men hen boom-agaat, mos-agaat, iet-agaat. Men onderstelt dat de sfiguren of boomfiguren ontstaan het indringen van ijzer- of j aanoplossingen in de natuurlij- aarbarsten in het agaat. Zulke loffelijke indringsels zijn onder laaih van dentrfet of boomfigu- ekend. lint-agaat wordt ook wel onyx ten. De kleuren van het onyx i dunne banden of stroolcen, of gebogen gerangschikt. Onyx- worden vooral gebruikt tot het I van kameeën. Om een ka-mee jden, maakt men gebruik van lagen gelegene kleuren van het de eene kleur wordt ontbloot J or achtergrond te dienen, en de om er voorwerpen en relief uit te vormen. De Ouden hebben deze i kunst zeer vlijtig beoefend, en hebben ons kameeën nagelaten, merkwaardig door hun grootte en hun voortreffe- i lijke bewerking. Wij noemen hier vooral een ovale plaat van onyx, uit drie lagen bestaande, 31 centimeter breed bij een dikte van 27 centimeter, die onder den naam van de „Apothe- ose van Augustus" bekend is. De eene oppervlakte vertoont die apotheose en de andere zijde een Medusa-kop. Deze kamee heeft een zeer groote waarde: zij bevindt zich tegenwoordig in het mu seum Borbonico te Napels. Heerlijk is het kleurenspel in ver schillende kwartsen. De opaal bijv. is helder blauwachtig wit, als van melk die met veel water is vermengd; doch wat deze fraaie delfstof vooral onder scheidt, zijn de schoone kleuren van den regenboog of van het prisma, die zij vertoont als men haar uit verschil lende oogpunten beschouwt. Ze heeft die te danken aan de wijze waarop ze lichtstralen ontleed en breekt in de on telbare barsten en spleetjes, die deze stof in alle /richtingen doorkruisen. Zoo ziet men dat het opaal schoon is door zijne, gebreken. Het kostbaarste van alle soorten van ODaal is het edele opaal of het arlequin-opaal, melkwit, vol tooveracn- tig lichtgebreek: een edele opaal van niet meer dan 1 centimeter doorsnede I is al ongeveer 500.waard. Het edele opaal, dat voornamelijk uit Czernowit- za, in Hongarije, komt, werd door de Romeinen ten tijde van Plinius zeer hoog geacht. Die schrijver spreekt van een edele opaal, die aan senator Ra mus toebehoorde, en die geschat wordt op een waarde van 20.000 sestercieën, dat is ongeveer 1.500.000 gulden, 't Is welletjes. De heeren der schepping zouden het allicht minder belangwekkend vinden, maar dames kunnen hun hart hier op- halen aan een volledige collectie edel gesteenten, al zijn ze niet alle gesle pen. Hier de gele topaas. In deze kleur j is ze het meest bekend, omdat ze zoo het meest voorkomt. Echter zijn er ook kleurlooze topazen, die onder den ka rakteristieken naam van „waterdrup- pels" bekend staan, en tot zekere lioog- j te bet diamant vervangen. De blauwe en violette komen uit Brazilië, daar worden ook de rosachtig gele gevon-1 den, die de eigenschap hebben dat hun J kleur in een min of meer helder roze rood verandert, als men ze matig ver-1 hit. Het ziet er dap precies uit als ro bijn. De beekjes in Brazilië, in Enge land, in Rusland en ver over zee in Nieuw-Holland (Australië) verbergen j deze schat in haar schoot, de zandige j bedding, waar de meeste edelgesteen ten voorkomen. Het helder en zuiver-grbene sma ragd is ook zeer zeldzaam. Is hij mooi dan betaalt men in den handel voor zulk een steen 150 tot 200 gulden het karaat (205 milligram). In Egypte heeft men eertijds zeer schoone smaragden in glimmerlei ge- millimeter. Een koopman uit Boekharië, Aehu Mahmed geheeten, heeft het diophaas ontdekt in een malactiek-kopermijn van dat land: hij hield het voor een verscheidenheid van smaragd, maar verscheidene delfstofkundigen, die zich met het ontleden, de analyse er van, bezig hielden, hebben uitgemaakt dat ze niet tot het smaragd behoort en een soort koper is. Het komt dan ook alleen als gi'oote zeldzaamheid in de verzamelingen voor. Het corindon neemt onder de edel gesteenten den eersten rang in na het diamant. Gelijk dit laatste, is zijn waarde afhankelijk van zijn bijzonde ren kristaltoestand en van zijn zeld zaamheid. Het corindon is zeer rijk in verscheidenheden, die men ge woonlijk den naam geeft van „ooster- sche" steenen. In zuiveren toestand is het wit en doorschijnend als het dia mant, en dan noemt men het wit saf fier. Toevallig vermengd met onder- seheidene mclaal-oxyden, vertoont hei coridon de schoonste en meest verschillende kleuren, en vormt, om zoo te zeggen, zooveel verschillende j edelgesteenten. De voornaamste, be halve het witte saffier, zijn: het oos- tersche robijn, helder rood van kleur, en een der rijkste en kostbaarste stee nen; het oostersche topaas, schoon geel. De schoonste corindonkristallen ko men uit Indië, Pegu, Ceylon enz. Siam vooral levert de prachtigste ro bijnen, die zelfs het diamant in waar Mijnheer, die toen een knappe, don kere man was, met een mooie snor, een rijken haartooi, een overrnoedigen blik, is thans op den drempel van den ouderdom, heeft een langen wit ten baard, een kalen schedel en een dik buikje. Mevrouw is op haar portret slank, maar nu aanmerkelijk in omvang toe genomen, en 't zal niet lang meer du ren of ze vult geheel haar breeden leun stoel: zij ziet er melancholiek en pein zend uit. Mijnheer Verduret leest zijn avond blad en drinkt zijn cognac: mevrouw Verduret is bezig met borduurwerk, doch telkens vallen hare handen neer, en staart zij voor zich heen, alsof zij een verijlend droombeeld grijpen wilde, terwijl telkens een zucht ontsnapt aan hare dikke lippen, wa)arvan de bo venste met een weinig dons is bedekt, i ven ons; dan zou je me je beloften enmevmZ'Ke,lsd,en miinlleer herhalen, die ik vijf-en-twintig jaar, Mijnheer (zeer somber). Diner vol- geleden blozend en verlegen heb aan-geus menu. gehoord. Bovendien heb je ine beloofd,Mevrouw. I-Iors i ,-uvre, voelhors dat ik mijn zin zou krijgen. Ziedaaroeuvreen champagne vooral, nu mijn keuze." 1 Mijnheer (bedeesd). Soep. Mijnheer. „Hm." Heb je geen wild v, De kellner. Neen mevrouw, m dit Mevrouw. „Weiger je?" j seizoen niet. Mijnheer. „Neen, neen, ik hoestMevrouw. Nu, geef dan maar wat maai*." j je hebt, vleesch, kreeften. En zeg aan Mevrouw. „Het is dus afgesproken. den kok, dat hij de kruiden niet ver- En nu, denk ik er nog niet eens aan, 'dat geeft honger, iets wat voor jou van groot belang (,,.e. kenner verwijdert zich. i Mijnheer. Maar mijn beste, waar Maar denk je aan. Hors d'oeuvre, croquettes, j champagne, 't kost me de ooren van 1 mijn hoofd. Jij bestelt maar. Mevrouw. Natuurlijk bestel ik. Dat moet wel. jij durft niet. Je hebt geen j greintje wil, zeg ik je. Bovendien, wat j de kosten betreft, ben jij liet soms ge- I weest. die de bruidschat hebt aange- i bracht, toen ik zoo gek was je te trou- Ik heb toch wel het recht om schijnt, dat ons feest zoo goedkoop za! zijn." Mijnheer (getroffen door dit laatste argument). „Mooi zoo, in orde." Mevrouw (hem omhelzend), thur, je bent een engel, ik aanbid je." Mijnheer (die zich losmaakt). „Ik i ga naar mijn café, daar zal ik zeker Landremont vindein die me wel zal I 4töi. 1CV1J„ Ulit vertellen waar we het best heen kun- eensin vijf en twTntig'jaar Weten wat nen gaan." ik wil, omdat ons geheele fortuin van M. Mevrouw. „Waar het heel poëtisch mijn kant komt. i ,J.-" Mijnheer. Als ik ten minste genoeg Mevrouw: „Arthur!" Mijnheer. „Ja. ja (zachtjes), en goed ffil 5^' "ie.,heb- To<-n >k naar buiten Mijnheer (opspringend) „Wat is er, i koop. Dat komt goed bij elkaar. O, *y,oor> kind. Maar, wat -drommel, waarom die vrouwen, vooral de mijne (luid). Bewaar mijn krant goed, want ik wil het slot van de geschiedenis van de slangen van den commissaris lezen." noem je me Arthur. Ik heet toch Fran cois. Mevrouw: Dat klinkt poëtischer. Wanneer zullen we ooit poëtisch we zen, als we het nu niet zijn? Ik noem je zoo graag Arthur. Mijnheer. „Ga je gang, als je dat genoegen doet. Welnu, wat wil je van Arthur? Ik was juist bezig een zeer interressant verhaal te lezen: een da me, die wegens diefstal vervolgd III. In het bosch van Meudon. Mijnheer en Mevrouw Verduret zijn, volgens programma, om zes uur 's morgens i vertrokken. De lucht was somber. Aan i ging dacht ik. meende ik Mevrouw. Bah. als je geen ccld ge- i noeg bij je hebt. blijf je'zelf in gijze ling en dan zal ik je liet geld uit Parijs zenden. Mijnheer (teeder). O. lieveling zou I je nu op den dag van ons vijf en twin- tigjarig huwelijk nog willen scheiden. Mevrouw. Als het moest,.. Maar nu I aan tafel, daar is de soep. VI. Mijnheer en mevrouw Verduret zet ten zich aan tafel. Mevrouw at als een jde te boven gaan. Een steen van 2^1 wordt, heeft een massa slangen, boa- 't station aangekomen, beklommen zij j |roeP uitgehongerde wolven, waardoor karaat, die als diamant een waarde constrictors verheeld je in haar de zeer steile heuvelhelling en gingen (°rpulentie barer persoon 1 bewezen werd. Haar man raakte de van 1100 tot 1200 francs zou hebben gehad, is te Parijs op een verkooping voor 1400 francs verkocht, en een an dere van 2 karaat, als diamant 750 francs waard, voor 1000 francs. Het turkoos is een blauw gesteente, volkomen ondoorschijnend, en dat wel als sieraad wordt gebruikt. Men slijpt het turkoois veelal ,,en cabo- chon", dat is bol van hoven en vlak van onderen. Door kleine diamanten omringd, heeft zulk een turkoois een zeer fraai voorkomen. Er j?ijn twee verscheidenheden van turkoois; de eene wordt oud-turkoois, „de vieille i roche", genoemd: dit is een delfstof; I en de andere wordt nieuw-turkoois of 1 „de nouvelle roche" geheeten, en be- i staat uit brokjes van tanden en been deren van voorwereldlijke olifanten, I die doordrongen en gekleurd zijn [door pliosphorzuur ijzer. Zulke tur- j kooisen komen vooral voor in Perzië j en Turkije. Een volgende maai iets over het dia mant. Het zou ons nu te ver voeren, te meer daar over dit edelgesteente bij uitnemendheid nog wel wat ex i tra's te zeggen valt. kamer, en toen de commissaris van in een klein restaurant, waarvan de gerechten nauwelijks aan Hii had®vL Politie binnen kwameigenaar verzekerde, dat ze een prach- j croquettes bijna, een even grooten af Mevrouw. „Arthur denk je niet er- tig gezicht op Parijs hadden, hun keer als van aether, gens aan?" chocolade gebruiken. i Hij voelde ook 't zwaard van Damo- Mijnheer. „Wel zeker, je ziet dat ik Ongelukkigerwijze steeg ten gevolge' cles boven zijn_hoofd hangen, aan boa-constrictors denk, en boven- van de zware regenlucht de rook i v'cl52 francs 60 kost dien aan het hoofd van den commis- der schoorsteenen niet op, doch bleef j sarls van politie!" i dik hangen, zoodat men in 't geheel j j-qj zi~cb Mevrouw. „Welke dag is het mor- niets zien kon. Geef een flinken fooi aan den koll- gen?" Het echtpaar trok naar de bosschen, ner, zei mevrouw, liet diner was u'it- Mijnheer. „Morgen? Woensdag." en daar werd Mevrouw Verduret aan- stekend. Je weet toch ook niets uit je Mevrouw. „En welke datum, kijk gegrepen door hevig enthousiasme *=--«■-- eens naar je krant." Mijnheer Mei 1900... Nu wat zou Uat?" u.jgaugers moven naar aaumjaeu vr00lijt lachelld maar h Mevrouw (gemelijk). „En zegt die omdat ze met begrijpen konden wat Hoeveel lleb je ,m i v/W' kostte het I diner. Mijnheer Verduret had 5S francs 50 door hevig enthousiasme. zelf, ik moet je alles zeggen, dat maakt Vreugdekreetjës uitte ze, als een ont-i me toch ten laatse zenuwachtig, (lezend). „Woensdag 24! vlucht kostschoolmeisjes en de voor-hteh.Mlon wandelden naar het *u wat zou dat?" bijgangen. bleven haar aankijken vroomi |achen» h™W (gemelijk). „En zegt die I omdat ze niet begrijpen konden wat datum je dan niets?' Mijnheer. „NietsAch, ja, dat is waar ook, het is onze trouwdag." Mevrouw (staat op en loopt naar haar echtgenoot). „Wat een moeite voor poësie er school in die corpulente dame. Om zich goed te kunnen terugden ken in den tijd, dat ze bedeesd jong I meisje was, had ze zich in 't wit gesto- mevrouw Verduret. Achttien sous, gaf mijnheer op naargeestigen toon ten antwoord. Meer hebben we ook niet noodig. Koop een tweede voor me. 60 centimes, Mijnheer en mevrouw Verduret zit ten in hun salon voor een tafel. om je dat te doen herinneren. Ja, het I ken en geleek ze veel op een Sultane j Zgnkan l°liet 06106 r6i" is onze trouwdag, en wel onze vijf-en- van Siam hijvoorbeeld. —En ik dan? twintigste, ons zilveren huwelijksfeest Mijnheer Verduret, die bemerkte dat Jij wandelt over Vauves. Clamart Gedurende vijf en twintig jaren bende excentriciteiten nog al de opmerk- en Vaugirard. Da tis maar een uurtje, ik uw teederen, trouwen vrouwtje ge- zaamhoid trokken, had vreeselijk het Het regent ook niet meer. Neem mijn weest, gedurende vijf en twintig jaar land. Hij moest elk oogenblik stil hou- parasol, liet is goed voor je te_ loopen tracht ik om uw dagen te weven het den om onnoozele grasbloempjes te heb!^n-52 fr- co- net mijner liefde." Plukken, omdat zijn vrouw het zelf ?n°V»nfrL, o v..f aV knlgei- Mijnheer. „Tutoyeer je me niet niet doen kon. In een van zijn zakken je over hebt> de 0mnibus nemei>S' meer?" droeg hij een deeltje van Lamastine, De trein'vertrok en Verduret zette Mevrouw: „Het is poëtischerIk[ in de andere een van Alfred de Mus- zich en route, heentrekkend. Omstreeks voel me weer dezelfde emotie, als in, set en in zijn derde zak een groote j middernacht kwam hij thuis, uitge- dat uur, toen ik zalig en bevend, als omslagdoek, voor t geval dat zijn put. dood-op. bedeesd jong meisje mijn hand in de I noodig mocht hebben Op tafel vond bij een briefje, met uwe lief vallen en ie zei - Men dejeuneerde heel landelijk m kolossale letters zooals de schrijfster uwe nei vauen en je zeieen maar aangezien de zelfwas: Mijnheer. „Je ligt al aardig over- J boerderijen rondom Parijs iets van) „Mijn lieveling, hoop met ,,u" en „jij". We zijn er bun primitieve zeden verloren heb- Kom heel zachtjes thuis en maak me niet minder op geworden, die vijf en j ben. moest men het schandelijk duur niet wakker, ik heb zoo'n slaap, twintig jaar. Ik heb een aardig em-1 betalen, zonder^ nog liet^ ongeluk Verbeeld je. ik heb onderweg uitee- In "t midden staat een hooge lamp, bonpoint, en jij ziet er ook niet slecht1 tellen dat er bij lywam! Een jeug- l ekend, dat we ons vergist hebben. We vie door een breede kap een egaal j uit. Hoe zullen we ons zilveren feest j dige telg van de boerderij namelijk zijn in 1876 getrouwd, dus nu vier en onpmiUg gedempt licht nitstraMt het host vieren? Men vraagt zijn on- Viedis inteiieur. Op den schoorsteen ders, zijn vrienden. Dat zijn groote ^ap0li van mevrouw Verduret werd En zie nu eens. hoe lief ik ben. Naast een cuivre pendule georneerd met een kosten, en daarom wordt het feest dan gestort, die nu den heelen dag niet. je kaars ligt de krant, dun kun je di door haar bekladderd kleedingstuk de bosschen kon zwerven. Dit Incident bekoelde het enthousi- j asme van mijnheer Verduret we.1 at, en bracht zijn vrouw hevig I Apollo op zijn kar. Twee candelabres zeker ook ..zilveren" feest genoemd. zijn, evenals de spiegellijst met gaas Ouders? We hebben er geenVrien- bedekt, tegen de vliegen. Aan den wand den?" lithografieën. Frangoise de Rimini, Mevrouw ..'Neen, neen, niemand, door de ruimte zwevend, Roméo voor Alleen samen zooals viif-en-twintis I cu, 1JIiluu v'uuvv /Tv*1 t balkon van Jnlia, Gretchen dvoo- jj^elcden. Dat is veel mend van den schoonen jongeling, dien Mijnheer. „Mooi zoo. Dat bevalt baar man geen Arthur meer, futo- zïj ontmoeten zal. I me uitstekend. En omdat je zoo ver- veerde hem weer, maar alleen om hem De vierde penant is ingenomen door standig bent, laat ik je zelf beslissen, j stekelige dingen te zeggen. wat er nu verder gebeuren zal. Zullen, dag scheen niet^om te^komen. we ergens gaan dineeren? Naar 't the- -"f ater, naar 1'Ambigu bijv., neen, dat is te somber,naar Dejazetof, voor één keer, naar de Moulin Rouge? Mevrouw: „Neen, Arthur. Die ij dele vermaken beantwoorden niet aan cle ideeele aspiratiën van mijn ziel. Ik dorst naar een dag van poësie en ethe risch genieten." Mijnheer. „O, ether, ik schrik al als ik er aan denk." geschiedenis van den bok en den com missaris uitlezen. Je lief vrouwtje." Een kwajongensstreek. Eindelijk, tegen vijf uur, kon mijn heer Verduret niet meer, hij vroeg gratie en men ging naar een café om, bij een flink diner nieuwe krachten op te doen. IV. Mijnheer. Komaan, kind, moed houden we zijn er haast. Mevrouw. Wat een dag. Mijnheer. Jij hebt het gewild, mijn Mevrouw (die hem droef-lachend schat, aanziet) ..Ik bedoel den azuren ether. Mevrouw. Gewild, gewild, je bedoelt die de ruimte der hemelen vult en dat ik toevallig dit plan heb geopperd waarin wij, tegen elkander geleund, vlucht kunnen nemen naar de hooge- re sfeer en." Mijnheer. „Zonder je te willen be- leedigen, moet ik je toch opmerken, dat we daar wel wat heel zwaar voor zijn." Mevrouw. „Ik meen onze zielen. De mijne heeft nog vleugelen, als toen ik achttien jaar was." Mijnheer. „En waarheen wil je ziel dan dat ik haar geleide om haar he melvaart aan te vangen?" Mevrouw. „Arthur, ik heb een heer lijken droom. Wij vertrekken morgen heel vroeg, met het opgaan van den dageraad, en dat heerlijke zachte Meiweer van de maand van bloemen, vogels en liefdeDan trekken we de bosschen in ergens buiten Parijs, ver, ver weg, naar Meudon, of naar Enghien, of naar Montmorency Daar zullen we genieten in den schoot der natuur. We hooren er woudduif toen je mij de keuze hebt gelaten. Jij bent een man zonder eigen wil. 't Lijkt de verkeerde wereld wel. En boven dien, zijn we hier nu buiten? We heb ben nog geen schaap gezien. Buiten zonder schapen te zien Wat valt daar op mijn neus Mijnheer. Een vogel, zeker, die... in 't voorbijvliegen. Mevrouw. Mooi zoo, alweer wat. Zijn die dieren hier zoo onopgevoed Dat komt heelemaal niet te pas. Alweer een. Mijnheer (die Maar, lieve kind, dat zijn geen vogels, dat is heel eenvoudig de regen. Mevrouw. De regen Nu is 't spel volmaakt. Je hebt zeker je parapluie weer niet meegenomen Mijnheer. Jij hebt gezegd, dat het niet noodig was. Mevrouw. Wist ik, dat het zulk slecht LASTIGE VRAAG. HijEr is nooit liefde geweest de hand uitsteekt). ZOnder jalousie. Zij En Adam en Eva dan De burgers van Oggers- lieim. In den dertigjarigen oorlog kwamen weer zou worden. Jullie mannen, moet de Spanjaarden ook in de nabijheid wetenschappelijk zijn, verstand hel)-1 van Oggersheim, een kleine stad aan fen van het weer en den barometer. den Rein, niet ver van Mannheim Eele- Mijn japon is nu heelemaal bedorven. Dl! imvoners nanMn verschrikt Mijnheer. Van de wijn, vanmorgen. I y'"1KL Maar door t water zal ze wel weer <le vlllcht; fle'hls een twintigtal huis- schoon worden. i fTZ'noen bleef over. Zij meenden, dat Mevrouw. Ja, maak er nu nog maar men den vijand wel kon weren door jes kirren en het gekweel der nachte galen, we gaan korenbloemen pluk ken en vergeet-me-nietjes. Aan den j gekheid over ook. Je kiest het"oogen- j de bruggen op te halen en de poorten voet van een boom op 't lentemos ge- blik wel gelukkig een arme vrouw te j te sluiten. Toen de Spaansche veldheer bespotten, als de elementen tegen haar de stad echter liet opeischen. met de be- zijn. Ik zal het je maar ronduit zeg-j dreigi dat hj- bij gen je hebt geen hart. Had ik dat ge-J' 1 »uct> weten, na vijf en twintig jaar. Maar, waar blijft je restaurant nu? Mijnheer. Hier zijn we er. Mevrouw. Dat is niet te vroeg. zeten lees je me dan de gedichten van Lamartine voor Mijnheer (die gedurig zijn wenk brauwen gefronst heeft). „Hm., hm, een dag buiten valt nu juist niet zoo bijzonder in mijn smaak." Mevrouw (die het hoofd theatraal over de kling zou jagen, maakten de babbelaars zich des nachts uit de voe ten en vluchtten naar Mannheim. Slechts één had den moed om te blij ven. Zijne vrouw had hem pas een zoon

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 7