Het zilveren feest.
V.
vonden. Uit! dat land is ook de prach- photografieën, levensgroot, van mijn- ïpj) den schouder van haar man laat.
tige smaragd afkomstig, die de „tiara" heer en mevrouw Verduret, toen ze rusten). „Arthur! Het zou toch zoo
of drievoudige pauselijke kroon ver- vijf-en-twintig jaar jonger waren. zalig zijn, zoo poëtisch, zoo verrukke- Een kellner komt aangerend en gaat
siert. Deze steen heeft den vorm van Wanneer men ze met de origineelenlijk. Dan, zonder anderen, onder de met ZIJ" servet mevrouw Verduret af-
ecn korten cylinder, aan het eene ein- vergelijkt, moet men constateeren. dat vogelen des hemels en 's nachts de ^e£en' zonder zich met mijnheer bezig
de afgerond; hij heeft een lengte van gedurende die kwart-eeuw het echt- sterren blinkend aan 't firmament bo-- die druipt.
27 millimeter en een doorsnede van 34 paar aanmerkelijk veranderd is.
„Tante Sannie", de echtgenoote van Paul Kruger.
erscheiden. Er is geen twijfel aan,
dit middel om vuur te verwekken
eenige was, waarover de mensch
beschikken, dat het kwarts, we-
deze onschatbare eigenschap, als
kostbaarste van alle andere stee-
geschat zou worden: immers het
t van het vuur is het srondbegin-
de macht des menschen. Maar,
zij den vooruitgang der weten-
wij bezitten tegenwoordig vele
om vuur te maken, beter en
elijker dan door staal en vuur-
3t heldere kwarts in den zuiver-
toestand wordt gewoonlijk berg-
;al genoemd: het gelijkt volkomen
raai kristalglas, doch het is lich-
n veel harder. De grootste kwarts-
allen worden op Madagascar ge
men vindt daar volkomen
prisma's met een lengte van
en een omvang van 2 meter.
Ie hoogste toppen der Zwitsersche
n, in den omtrek van den St. Go-
i, heeft men in 1720 losse kristal-
bevonden van 200 kilogram, velen
100 tot 150 kilogram, en een me-
van 25 kilogram zwaar. De kris-
die tot decoratie dienen van het
chtige praalgraf van San Carlo
in de hoofdkerk van Mi-
komen uit het zoogenaamde
al dal, het Krystallinenthal. bij
rs op den Grimsel. Zeer schoone
allen komen ook voor in de om
en van Bourg d'Oisans en in Dan-
in Frankrijk.
aat is ook niets anders dan
d. w. z. onder deze voorwaarde
het fijn gepolijst kan worden,
is, en met heldere
•aaie kleuren bedeeld is.
laie agaten zijn als sieraden zeer
it: men maakt er cachetten, oor-
ars, snuifdoozen, doekspelden en
menigte andere dingen van. De
agaten die in den handel voor-
n, komen uit Oberstein, een dorpje
Nasse in het hertogdom Twee-
hoog worden zulke agaten
ardeerd, die in hun binnenste
:e of bruine teekeningen vertoo-
die op mosplantjes, kleine lila-
oze boompjes enz. gelijken. Men
hen boom-agaat, mos-agaat,
iet-agaat. Men onderstelt dat de
sfiguren of boomfiguren ontstaan
het indringen van ijzer- of j
aanoplossingen in de natuurlij-
aarbarsten in het agaat. Zulke
loffelijke indringsels zijn onder
laaih van dentrfet of boomfigu-
ekend.
lint-agaat wordt ook wel onyx
ten. De kleuren van het onyx i
dunne banden of stroolcen,
of gebogen gerangschikt. Onyx-
worden vooral gebruikt tot het I
van kameeën. Om een ka-mee
jden, maakt men gebruik van
lagen gelegene kleuren van het
de eene kleur wordt ontbloot J
or achtergrond te dienen, en de
om er voorwerpen en relief uit
te vormen. De Ouden hebben deze
i kunst zeer vlijtig beoefend, en hebben
ons kameeën nagelaten, merkwaardig
door hun grootte en hun voortreffe-
i lijke bewerking. Wij noemen hier
vooral een ovale plaat van onyx, uit
drie lagen bestaande, 31 centimeter
breed bij een dikte van 27 centimeter,
die onder den naam van de „Apothe-
ose van Augustus" bekend is. De eene
oppervlakte vertoont die apotheose en
de andere zijde een Medusa-kop. Deze
kamee heeft een zeer groote waarde: zij
bevindt zich tegenwoordig in het mu
seum Borbonico te Napels.
Heerlijk is het kleurenspel in ver
schillende kwartsen. De opaal bijv. is
helder blauwachtig wit, als van melk
die met veel water is vermengd; doch
wat deze fraaie delfstof vooral onder
scheidt, zijn de schoone kleuren van
den regenboog of van het prisma, die
zij vertoont als men haar uit verschil
lende oogpunten beschouwt. Ze heeft
die te danken aan de wijze waarop ze
lichtstralen ontleed en breekt in de on
telbare barsten en spleetjes, die deze
stof in alle /richtingen doorkruisen.
Zoo ziet men dat het opaal schoon
is door zijne, gebreken.
Het kostbaarste van alle soorten
van ODaal is het edele opaal of het
arlequin-opaal, melkwit, vol tooveracn-
tig lichtgebreek: een edele opaal van
niet meer dan 1 centimeter doorsnede
I is al ongeveer 500.waard. Het edele
opaal, dat voornamelijk uit Czernowit-
za, in Hongarije, komt, werd door de
Romeinen ten tijde van Plinius zeer
hoog geacht. Die schrijver spreekt van
een edele opaal, die aan senator Ra
mus toebehoorde, en die geschat wordt
op een waarde van 20.000 sestercieën,
dat is ongeveer 1.500.000 gulden, 't Is
welletjes.
De heeren der schepping zouden het
allicht minder belangwekkend vinden,
maar dames kunnen hun hart hier op-
halen aan een volledige collectie edel
gesteenten, al zijn ze niet alle gesle
pen. Hier de gele topaas. In deze kleur
j is ze het meest bekend, omdat ze zoo
het meest voorkomt. Echter zijn er ook
kleurlooze topazen, die onder den ka
rakteristieken naam van „waterdrup-
pels" bekend staan, en tot zekere lioog-
j te bet diamant vervangen. De blauwe
en violette komen uit Brazilië, daar
worden ook de rosachtig gele gevon-1
den, die de eigenschap hebben dat hun J
kleur in een min of meer helder roze
rood verandert, als men ze matig ver-1
hit. Het ziet er dap precies uit als ro
bijn. De beekjes in Brazilië, in Enge
land, in Rusland en ver over zee in
Nieuw-Holland (Australië) verbergen j
deze schat in haar schoot, de zandige j
bedding, waar de meeste edelgesteen
ten voorkomen.
Het helder en zuiver-grbene sma
ragd is ook zeer zeldzaam. Is hij mooi
dan betaalt men in den handel voor
zulk een steen 150 tot 200 gulden het
karaat (205 milligram).
In Egypte heeft men eertijds zeer
schoone smaragden in glimmerlei ge-
millimeter.
Een koopman uit Boekharië, Aehu
Mahmed geheeten, heeft het diophaas
ontdekt in een malactiek-kopermijn
van dat land: hij hield het voor een
verscheidenheid van smaragd, maar
verscheidene delfstofkundigen, die
zich met het ontleden, de analyse er
van, bezig hielden, hebben uitgemaakt
dat ze niet tot het smaragd behoort en
een soort koper is. Het komt dan ook
alleen als gi'oote zeldzaamheid in de
verzamelingen voor.
Het corindon neemt onder de edel
gesteenten den eersten rang in na het
diamant. Gelijk dit laatste, is zijn
waarde afhankelijk van zijn bijzonde
ren kristaltoestand en van zijn zeld
zaamheid. Het corindon is zeer rijk
in verscheidenheden, die men ge
woonlijk den naam geeft van „ooster-
sche" steenen. In zuiveren toestand is
het wit en doorschijnend als het dia
mant, en dan noemt men het wit saf
fier. Toevallig vermengd met onder-
seheidene mclaal-oxyden, vertoont
hei coridon de schoonste en meest
verschillende kleuren, en vormt, om
zoo te zeggen, zooveel verschillende
j edelgesteenten. De voornaamste, be
halve het witte saffier, zijn: het oos-
tersche robijn, helder rood van kleur,
en een der rijkste en kostbaarste stee
nen; het oostersche topaas, schoon
geel.
De schoonste corindonkristallen ko
men uit Indië, Pegu, Ceylon enz.
Siam vooral levert de prachtigste ro
bijnen, die zelfs het diamant in waar
Mijnheer, die toen een knappe, don
kere man was, met een mooie snor,
een rijken haartooi, een overrnoedigen
blik, is thans op den drempel van
den ouderdom, heeft een langen wit
ten baard, een kalen schedel en een
dik buikje.
Mevrouw is op haar portret slank,
maar nu aanmerkelijk in omvang toe
genomen, en 't zal niet lang meer du
ren of ze vult geheel haar breeden leun
stoel: zij ziet er melancholiek en pein
zend uit.
Mijnheer Verduret leest zijn avond
blad en drinkt zijn cognac: mevrouw
Verduret is bezig met borduurwerk,
doch telkens vallen hare handen neer,
en staart zij voor zich heen, alsof zij
een verijlend droombeeld grijpen wilde,
terwijl telkens een zucht ontsnapt aan
hare dikke lippen, wa)arvan de bo
venste met een weinig dons is bedekt, i
ven ons; dan zou je me je beloften enmevmZ'Ke,lsd,en miinlleer
herhalen, die ik vijf-en-twintig jaar, Mijnheer (zeer somber). Diner vol-
geleden blozend en verlegen heb aan-geus menu.
gehoord. Bovendien heb je ine beloofd,Mevrouw. I-Iors i ,-uvre, voelhors
dat ik mijn zin zou krijgen. Ziedaaroeuvreen champagne vooral,
nu mijn keuze." 1 Mijnheer (bedeesd). Soep.
Mijnheer. „Hm." Heb je geen wild
v, De kellner. Neen mevrouw, m dit
Mevrouw. „Weiger je?" j seizoen niet.
Mijnheer. „Neen, neen, ik hoestMevrouw. Nu, geef dan maar wat
maai*." j je hebt, vleesch, kreeften. En zeg aan
Mevrouw. „Het is dus afgesproken. den kok, dat hij de kruiden niet ver-
En nu, denk ik er nog niet eens aan, 'dat geeft honger,
iets wat voor jou van groot belang (,,.e. kenner verwijdert zich. i
Mijnheer. Maar mijn beste, waar
Maar
denk je aan. Hors d'oeuvre, croquettes,
j champagne, 't kost me de ooren van
1 mijn hoofd. Jij bestelt maar.
Mevrouw. Natuurlijk bestel ik. Dat
moet wel. jij durft niet. Je hebt geen
j greintje wil, zeg ik je. Bovendien, wat
j de kosten betreft, ben jij liet soms ge-
I weest. die de bruidschat hebt aange-
i bracht, toen ik zoo gek was je te trou-
Ik heb toch wel het recht om
schijnt, dat ons feest zoo goedkoop za!
zijn."
Mijnheer (getroffen door dit laatste
argument). „Mooi zoo, in orde."
Mevrouw (hem omhelzend),
thur, je bent een engel, ik aanbid je."
Mijnheer (die zich losmaakt). „Ik i
ga naar mijn café, daar zal ik zeker
Landremont vindein die me wel zal I 4töi. 1CV1J„ Ulit
vertellen waar we het best heen kun- eensin vijf en twTntig'jaar Weten wat
nen gaan." ik wil, omdat ons geheele fortuin van
M. Mevrouw. „Waar het heel poëtisch mijn kant komt.
i ,J.-" Mijnheer. Als ik ten minste genoeg
Mevrouw: „Arthur!" Mijnheer. „Ja. ja (zachtjes), en goed ffil 5^' "ie.,heb- To<-n >k naar buiten
Mijnheer (opspringend) „Wat is er, i koop. Dat komt goed bij elkaar. O, *y,oor>
kind. Maar, wat -drommel, waarom die vrouwen, vooral de mijne (luid).
Bewaar mijn krant goed, want ik wil
het slot van de geschiedenis van de
slangen van den commissaris lezen."
noem je me Arthur. Ik heet toch Fran
cois.
Mevrouw: Dat klinkt poëtischer.
Wanneer zullen we ooit poëtisch we
zen, als we het nu niet zijn? Ik noem
je zoo graag Arthur.
Mijnheer. „Ga je gang, als je dat
genoegen doet. Welnu, wat wil je van
Arthur? Ik was juist bezig een zeer
interressant verhaal te lezen: een da
me, die wegens diefstal vervolgd
III.
In het bosch van Meudon. Mijnheer
en Mevrouw Verduret zijn, volgens
programma, om zes uur 's morgens i
vertrokken. De lucht was somber. Aan
i ging dacht ik. meende ik
Mevrouw. Bah. als je geen ccld ge-
i noeg bij je hebt. blijf je'zelf in gijze
ling en dan zal ik je liet geld uit Parijs
zenden.
Mijnheer (teeder). O. lieveling zou
I je nu op den dag van ons vijf en twin-
tigjarig huwelijk nog willen scheiden.
Mevrouw. Als het moest,.. Maar nu
I aan tafel, daar is de soep.
VI.
Mijnheer en mevrouw Verduret zet
ten zich aan tafel. Mevrouw at als een
jde te boven gaan. Een steen van 2^1 wordt, heeft een massa slangen, boa- 't station aangekomen, beklommen zij j |roeP uitgehongerde wolven, waardoor
karaat, die als diamant een waarde constrictors verheeld je in haar de zeer steile heuvelhelling en gingen (°rpulentie barer persoon
1 bewezen werd. Haar man raakte de
van 1100 tot 1200 francs zou hebben
gehad, is te Parijs op een verkooping
voor 1400 francs verkocht, en een an
dere van 2 karaat, als diamant 750
francs waard, voor 1000 francs.
Het turkoos is een blauw gesteente,
volkomen ondoorschijnend, en dat
wel als sieraad wordt gebruikt. Men
slijpt het turkoois veelal ,,en cabo-
chon", dat is bol van hoven en vlak
van onderen. Door kleine diamanten
omringd, heeft zulk een turkoois een
zeer fraai voorkomen. Er j?ijn twee
verscheidenheden van turkoois; de
eene wordt oud-turkoois, „de vieille
i roche", genoemd: dit is een delfstof;
I en de andere wordt nieuw-turkoois of
1 „de nouvelle roche" geheeten, en be-
i staat uit brokjes van tanden en been
deren van voorwereldlijke olifanten,
I die doordrongen en gekleurd zijn
[door pliosphorzuur ijzer. Zulke tur-
j kooisen komen vooral voor in Perzië
j en Turkije.
Een volgende maai iets over het dia
mant. Het zou ons nu te ver voeren,
te meer daar over dit edelgesteente
bij uitnemendheid nog wel wat ex
i tra's te zeggen valt.
kamer, en toen de commissaris van in een klein restaurant, waarvan de gerechten nauwelijks aan Hii had®vL
Politie binnen kwameigenaar verzekerde, dat ze een prach- j croquettes bijna, een even grooten af
Mevrouw. „Arthur denk je niet er- tig gezicht op Parijs hadden, hun keer als van aether,
gens aan?" chocolade gebruiken. i Hij voelde ook 't zwaard van Damo-
Mijnheer. „Wel zeker, je ziet dat ik Ongelukkigerwijze steeg ten gevolge' cles boven zijn_hoofd hangen,
aan boa-constrictors denk, en boven- van de zware regenlucht de rook i v'cl52 francs 60 kost
dien aan het hoofd van den commis- der schoorsteenen niet op, doch bleef j
sarls van politie!" i dik hangen, zoodat men in 't geheel j j-qj zi~cb
Mevrouw. „Welke dag is het mor- niets zien kon. Geef een flinken fooi aan den koll-
gen?" Het echtpaar trok naar de bosschen, ner, zei mevrouw, liet diner was u'it-
Mijnheer. „Morgen? Woensdag." en daar werd Mevrouw Verduret aan- stekend. Je weet toch ook niets uit je
Mevrouw. „En welke datum, kijk gegrepen door hevig enthousiasme *=--«■--
eens naar je krant."
Mijnheer
Mei 1900... Nu wat zou Uat?" u.jgaugers moven naar aaumjaeu vr00lijt lachelld maar h
Mevrouw (gemelijk). „En zegt die omdat ze met begrijpen konden wat Hoeveel lleb je ,m
i v/W' kostte het
I diner.
Mijnheer Verduret had 5S francs 50
door hevig enthousiasme. zelf, ik moet je alles zeggen, dat maakt
Vreugdekreetjës uitte ze, als een ont-i me toch ten laatse zenuwachtig,
(lezend). „Woensdag 24! vlucht kostschoolmeisjes en de voor-hteh.Mlon wandelden naar het
*u wat zou dat?" bijgangen. bleven haar aankijken vroomi |achen» h™W
(gemelijk). „En zegt die I omdat ze niet begrijpen konden wat
datum je dan niets?'
Mijnheer. „NietsAch, ja, dat is
waar ook, het is onze trouwdag."
Mevrouw (staat op en loopt naar
haar echtgenoot). „Wat een moeite
voor poësie er school in die corpulente
dame.
Om zich goed te kunnen terugden
ken in den tijd, dat ze bedeesd jong I
meisje was, had ze zich in 't wit gesto-
mevrouw Verduret.
Achttien sous, gaf mijnheer op
naargeestigen toon ten antwoord.
Meer hebben we ook niet noodig.
Koop een tweede voor me. 60 centimes,
Mijnheer en mevrouw Verduret zit
ten in hun salon voor een tafel.
om je dat te doen herinneren. Ja, het I ken en geleek ze veel op een Sultane j Zgnkan l°liet 06106 r6i"
is onze trouwdag, en wel onze vijf-en- van Siam hijvoorbeeld. —En ik dan?
twintigste, ons zilveren huwelijksfeest Mijnheer Verduret, die bemerkte dat Jij wandelt over Vauves. Clamart
Gedurende vijf en twintig jaren bende excentriciteiten nog al de opmerk- en Vaugirard. Da tis maar een uurtje,
ik uw teederen, trouwen vrouwtje ge- zaamhoid trokken, had vreeselijk het Het regent ook niet meer. Neem mijn
weest, gedurende vijf en twintig jaar land. Hij moest elk oogenblik stil hou- parasol, liet is goed voor je te_ loopen
tracht ik om uw dagen te weven het den om onnoozele grasbloempjes te heb!^n-52 fr- co-
net mijner liefde." Plukken, omdat zijn vrouw het zelf ?n°V»nfrL, o v..f aV knlgei-
Mijnheer. „Tutoyeer je me niet niet doen kon. In een van zijn zakken je over hebt> de 0mnibus nemei>S'
meer?" droeg hij een deeltje van Lamastine, De trein'vertrok en Verduret zette
Mevrouw: „Het is poëtischerIk[ in de andere een van Alfred de Mus- zich en route, heentrekkend. Omstreeks
voel me weer dezelfde emotie, als in, set en in zijn derde zak een groote j middernacht kwam hij thuis, uitge-
dat uur, toen ik zalig en bevend, als omslagdoek, voor t geval dat zijn put. dood-op.
bedeesd jong meisje mijn hand in de I noodig mocht hebben Op tafel vond bij een briefje, met
uwe lief vallen en ie zei - Men dejeuneerde heel landelijk m kolossale letters zooals de schrijfster
uwe nei vauen en je zeieen maar aangezien de zelfwas:
Mijnheer. „Je ligt al aardig over- J boerderijen rondom Parijs iets van) „Mijn lieveling,
hoop met ,,u" en „jij". We zijn er bun primitieve zeden verloren heb- Kom heel zachtjes thuis en maak me
niet minder op geworden, die vijf en j ben. moest men het schandelijk duur niet wakker, ik heb zoo'n slaap,
twintig jaar. Ik heb een aardig em-1 betalen, zonder^ nog liet^ ongeluk Verbeeld je. ik heb onderweg uitee-
In "t midden staat een hooge lamp, bonpoint, en jij ziet er ook niet slecht1 tellen dat er bij lywam! Een jeug- l ekend, dat we ons vergist hebben. We
vie door een breede kap een egaal j uit. Hoe zullen we ons zilveren feest j dige telg van de boerderij namelijk zijn in 1876 getrouwd, dus nu vier en
onpmiUg gedempt licht nitstraMt het host vieren? Men vraagt zijn on-
Viedis inteiieur. Op den schoorsteen ders, zijn vrienden. Dat zijn groote ^ap0li van mevrouw Verduret werd En zie nu eens. hoe lief ik ben. Naast
een cuivre pendule georneerd met een kosten, en daarom wordt het feest dan gestort, die nu den heelen dag niet. je kaars ligt de krant, dun kun je di
door
haar bekladderd kleedingstuk
de bosschen kon zwerven.
Dit Incident bekoelde het enthousi- j
asme van mijnheer Verduret we.1
at, en bracht zijn vrouw hevig I
Apollo op zijn kar. Twee candelabres zeker ook ..zilveren" feest genoemd.
zijn, evenals de spiegellijst met gaas Ouders? We hebben er geenVrien-
bedekt, tegen de vliegen. Aan den wand den?"
lithografieën. Frangoise de Rimini, Mevrouw ..'Neen, neen, niemand,
door de ruimte zwevend, Roméo voor Alleen samen zooals viif-en-twintis I cu, 1JIiluu v'uuvv /Tv*1
t balkon van Jnlia, Gretchen dvoo- jj^elcden. Dat is veel
mend van den schoonen jongeling, dien Mijnheer. „Mooi zoo. Dat bevalt baar man geen Arthur meer, futo-
zïj ontmoeten zal. I me uitstekend. En omdat je zoo ver- veerde hem weer, maar alleen om hem
De vierde penant is ingenomen door standig bent, laat ik je zelf beslissen, j stekelige dingen te zeggen.
wat er nu verder gebeuren zal. Zullen, dag scheen niet^om te^komen.
we ergens gaan dineeren? Naar 't the- -"f
ater, naar 1'Ambigu bijv., neen, dat
is te somber,naar Dejazetof,
voor één keer, naar de Moulin Rouge?
Mevrouw: „Neen, Arthur. Die ij dele
vermaken beantwoorden niet aan cle
ideeele aspiratiën van mijn ziel. Ik
dorst naar een dag van poësie en ethe
risch genieten."
Mijnheer. „O, ether, ik schrik al als
ik er aan denk."
geschiedenis van den bok en den com
missaris uitlezen.
Je lief vrouwtje."
Een kwajongensstreek.
Eindelijk, tegen vijf uur, kon mijn
heer Verduret niet meer, hij vroeg
gratie en men ging naar een café om,
bij een flink diner nieuwe krachten
op te doen.
IV.
Mijnheer. Komaan, kind, moed
houden we zijn er haast.
Mevrouw. Wat een dag.
Mijnheer. Jij hebt het gewild, mijn
Mevrouw (die hem droef-lachend schat,
aanziet) ..Ik bedoel den azuren ether. Mevrouw. Gewild, gewild, je bedoelt
die de ruimte der hemelen vult en dat ik toevallig dit plan heb geopperd
waarin wij, tegen elkander geleund,
vlucht kunnen nemen naar de hooge-
re sfeer en."
Mijnheer. „Zonder je te willen be-
leedigen, moet ik je toch opmerken,
dat we daar wel wat heel zwaar voor
zijn."
Mevrouw. „Ik meen onze zielen. De
mijne heeft nog vleugelen, als toen ik
achttien jaar was."
Mijnheer. „En waarheen wil je ziel
dan dat ik haar geleide om haar he
melvaart aan te vangen?"
Mevrouw. „Arthur, ik heb een heer
lijken droom. Wij vertrekken morgen
heel vroeg, met het opgaan van den
dageraad, en dat heerlijke zachte
Meiweer van de maand van bloemen,
vogels en liefdeDan trekken we
de bosschen in ergens buiten Parijs,
ver, ver weg, naar Meudon, of naar
Enghien, of naar Montmorency
Daar zullen we genieten in den schoot
der natuur. We hooren er woudduif
toen je mij de keuze hebt gelaten. Jij
bent een man zonder eigen wil. 't Lijkt
de verkeerde wereld wel. En boven
dien, zijn we hier nu buiten? We heb
ben nog geen schaap gezien. Buiten
zonder schapen te zien Wat valt daar
op mijn neus
Mijnheer. Een vogel, zeker, die... in
't voorbijvliegen.
Mevrouw. Mooi zoo, alweer wat. Zijn
die dieren hier zoo onopgevoed Dat
komt heelemaal niet te pas. Alweer
een.
Mijnheer (die
Maar, lieve kind, dat zijn geen vogels,
dat is heel eenvoudig de regen.
Mevrouw. De regen Nu is 't spel
volmaakt. Je hebt zeker je parapluie
weer niet meegenomen
Mijnheer. Jij hebt gezegd, dat het
niet noodig was.
Mevrouw. Wist ik, dat het zulk slecht
LASTIGE VRAAG.
HijEr is nooit liefde geweest
de hand uitsteekt). ZOnder jalousie.
Zij En Adam en Eva dan
De burgers van Oggers-
lieim.
In den dertigjarigen oorlog kwamen
weer zou worden. Jullie mannen, moet de Spanjaarden ook in de nabijheid
wetenschappelijk zijn, verstand hel)-1 van Oggersheim, een kleine stad aan
fen van het weer en den barometer. den Rein, niet ver van Mannheim Eele-
Mijn japon is nu heelemaal bedorven. Dl! imvoners nanMn verschrikt
Mijnheer. Van de wijn, vanmorgen. I y'"1KL
Maar door t water zal ze wel weer <le vlllcht; fle'hls een twintigtal huis-
schoon worden. i fTZ'noen bleef over. Zij meenden, dat
Mevrouw. Ja, maak er nu nog maar men den vijand wel kon weren door
jes kirren en het gekweel der nachte
galen, we gaan korenbloemen pluk
ken en vergeet-me-nietjes. Aan den j gekheid over ook. Je kiest het"oogen- j de bruggen op te halen en de poorten
voet van een boom op 't lentemos ge- blik wel gelukkig een arme vrouw te j te sluiten. Toen de Spaansche veldheer
bespotten, als de elementen tegen haar de stad echter liet opeischen. met de be-
zijn. Ik zal het je maar ronduit zeg-j dreigi dat hj- bij
gen je hebt geen hart. Had ik dat ge-J' 1 »uct>
weten, na vijf en twintig jaar. Maar,
waar blijft je restaurant nu?
Mijnheer. Hier zijn we er.
Mevrouw. Dat is niet te vroeg.
zeten lees je me dan de gedichten van
Lamartine voor
Mijnheer (die gedurig zijn wenk
brauwen gefronst heeft). „Hm., hm,
een dag buiten valt nu juist niet zoo
bijzonder in mijn smaak."
Mevrouw (die het hoofd theatraal
over de kling zou jagen, maakten de
babbelaars zich des nachts uit de voe
ten en vluchtten naar Mannheim.
Slechts één had den moed om te blij
ven. Zijne vrouw had hem pas een zoon