Tweede Blad, Uit de Pers. De scMd van den taeesfcéer. behoorende bij Haas-ism's Dagblad" van Dinsdag 23 Oct. 1900. Ho. 5312. Brief uit Schwerin. 'on onzen Berlijnschen Correspondent 1L Tet ouderlijk huis van Hertog Hendrik. Scliwerin, 19 Oct. 1900. Nog vroeger dan Koningin. Wilhel- fiina, reeds op zevenjarigen leeftijd, lerloor hertog Hendrik van Mecklen burg zijnen vader, Friedrich Franz ien tweeden. Gelukkig had hij evenals onze Ko- lingin het voorrecht eene moeder te lezitten, die zich met hart en ziel aan le opvoeding van haar vier kinderen vijdde en hen door hare opofferende jiefde het gemis van eenen vader zoo ;nin mogelijk deed gevoelen. Volgens traditioneel gebruik verliet rij na den dood van haren echtgenoot liet prachtige groothertogelijke slot kan het meer, en betrok het zoogenaam 1c „Wittwenpaleis" in de Königstras- se, een vrij eenvoudig paleis, dat even- ils het paleis in het Noordeinde tus- sehen twee gewone huizen bekneld iaat. Achtereenvolgens namen in het in- 3rukwekkende groote slot haar oudste stiefzoon Friedrich Franz III en na diens dood, haar jongste stiefzoon, de Jiertog-regent Johan Albrecht hun in trek. Op zijn beurt zal de laatste het stam slot verlaten, wanneer de jonge groot hertog Friedrich Franz IV, die nu reeds meerderjarig is, in het. volgend voor jaar zelf de regeering aanvaardt. Hier, in de stille Königstrasse bracht groothertogin Marie met hare vier kin leren geregeld de wintermaanden door Als de zomer in het land kwam, ver trok de familie uit Schwerin naar bui ten. Eiken zomer, tot diep in den herfst nam het gezin dan zijnen intrek in het heerlijk gelegen slot ,,Rabensteinfeld" op een goed uur rijdens van Schwerin. Prettiger verblijf voor een familie is moeilijk denkbaar, zooals het daar dicht bij het zuidelijkste deel van het uitgestrekte Schweriner meer te mid- >en van zware bosschen gelegen is. F i r in de- eenzaamheid onder het hoog i-'aand hout zal do liefde voor de iinCiur en voor het boschwezen reeds roog ontwaakt zijn bij den benjamin van de familie, den jongen hertog Hwmlrik. Ofschoon hare vier kinderen langza- vr)4*nd zijn uitgevlogen en zij nu «•.•teen is achtergebleven, vertoeft groothertognn Marie nog eiken zomer haar geliefd Rabensteinfeld, waar uofc nu nog verblijf houdt. Van mor gen reed haar rijtuig in snellen draf door de lanen van het slotpark stad waarts. Wegens het onaangename druilige herfstweer was de reiskoets gesloten. Door het neergelaten por ti rraampje zag ik de oude dame in rouw gekleed in de kussens van de achterbank geleund, naast haar een hofdame, eveneens in den rouw. Met gebogen hoofd tegen de koude regen vlagen zaten de oude koetsier en de palfrenier op den bok. Achter het rij tuig draafde oen koerier. Toen groothertogin Marie gisteren avond uit Berlijn terugkeerde, werden haar aan het station liier in Schwerin verscheidene fraaio bouquetten aange boden als uiterlijke blijken van sym pathie bij gelegenheid van de verlo ving van haren jougsten zoon. De populariteit van groothertogin Marie in Schwerin en in het peheele land is bijzonder groot. Zij is een ech te „I.andesmuttcr" gebleven ook na het overlijden van haren echtgenoot. In alle leringen van de bevolking is de moeder van hertog Hendrik bekend en bemind, veel meer dan hare beide stief-schoondochters Anastasia, wedu we van Friedrich Franz III en de echt- genoote van den tegenwoordigen re gent Johann Albrecht Burgerlijk eenvoudig heeft zij hare vier kinderen opgevoed. Eenvoudig en zonder eenigen praal is bare hofhou ding. Een vreemdeling zou in de def tige. bejaarde dame, die dikwijls te voet ter kerke gaat en zonder gevolg de winkels van Schwerin bezoekt om zelve inkoopen te doen, niet zoo licht de groothertogin van Mecklenburg ver moeden, tenzij hij er toevallig getui ge van was, dat een dame onder het; passeeren een diepe révérance voor haar maakt Met fijnen takt doet zij al hare in koopen, zoowel voor zichzelf, als voor hare hofhouding, uitsluitend in Schwe rin of in andere steden van het groot hertogdom en niet in Berlijn. Hare liefdadigheid is bijna spreek woordelijk in Schwerin. Is het won der, dat deze goedhartige vrouw en goede moeder algemeen bemind en po pulair is in Schwerin, zoowel als daar buiten in geheel Mecklenburg? Welk eene punten van overeenkomst zijn er in den nabijheid omstandigheden van het jonge paar! Beiden verloren in hunne prille jeugd hunnen vader. Bei den zijn in het gelukkig bezit van eene moeder, die zich geheel aan de opvoe ding gewijd heeft Hier groothei*togin Marie, ginds Koningin Emma! Onge twijfeld hebben beide moeders op de •ontwikkeling en karaktervorming hun ner kinderen grooten invloed ten goe de uitgeoefend. Eenvoudig evenals zijne moeder, is ook Hertog Hendrik. Bij voorkeur doet hij al zijne bestellingen in Schwerin, evenals zij en houdt dan gewoonlijk graag een praatje met zijn leveran ciers. Gekscherend zei hij onlangs op lachenden toon tot zijn kleermaker, die he meen uniform moest aanmeten; „beste man, hoe houdt je in 's hemels naam uit, altijd op zoo'n tafel te zit ten!" „Wel, Hoogheid," antwoordde de Schweriner in zijn gemoedelijk breed patois, „of ik nu den heelen dag op mijn tafel zit, dan wel den heelen dag op een paard, dat is toch eigenlijk het zelfde." Sedert Hertog Hendrik op zijn ver zoek op non-actief is gesteld om de verschillende takken van dienst in het ministerie van financiën te bestudec- ren, houdt hij verblijf In het zooge naamde „Grünhaus," een idyllisch ge legen witte villa in. het park van het groote slot. De tuin rondom het Grün haus is in den geheelen omtrek be kend en beroemd wegens de zeldzame bloemen en planten, welke hier ge kweekt worden. Ditzelfde Grünhaus, even buiten de stad, was indertijd het geliefkoosde zomerverblijf van de oude groothertog in Alxandrine, zuster van Keizer Wil helm den eersten en grootmoeder van hertog Hendrik. Door deze grootmoe der is de jonge bruidegom verwant aan het Hohenzollernsche huis. De oude grootmoeder heeft haren broeder, keizer Wilhelm nog enkele jaren over leefd. Ik herinner me uit dien tijd nog een aardige fotografie van deze oudjes. Keizer Wilhelm in politiek, leunende op zijn stok, een cylinder op het hoofd. Naast hem zijn zuster Alexandrine, sprekend op hein gelijkend, in een ou- derwetsche japon met zwarten omslag doek gekleed, het rimpelige gezichtje aan de slapen door grijze trekkrulle- tjes omlijst. In haar eenvoudig paleisje, dat er bijna als een gewoon heerenhuis uit ziet. gelegen aan het prachtige plein tegenover het groote slot, is de oude dame op 91jarigen leeftijd gestorven. Uit piëteit heeft men in baar paleis nog alles precies zoo gelaten als tij dens haar leven. Grooter contrast tusschen twee pa leizen dan tusschen het reusachtige slot met zijn ontelbare torens, uitbou wen en kanteelen, met zijn puntgevels en groote binnenplaatsen op een schier eiland in het meer aan de eene zijde van het ruime plein gelegen en bet eenvoudige paleisje van de oude Alex andrie daartegenover, dat naar het mij voorkomt, uit het begin van deze of uit het eind van de vorige eeuw dag- teekent, is moeilijk denkbaar. Hoog boven den voorgevel van het groote slot troont onder een portiek het meer dan Ievensgroote ruiter standbeeld van den grondvester van het Mecklenburgsche huis, Niklot,, gestorven in 1160. Onder de hooge poort door komen we in een van de binnenplaatsen, waar een schildwacht op on neer loopt. In een van de hoektorens is de beroemde „goldene Treppe" aangebracht, een geheel vrij staande wenteltrap, zoo breed, dat wel een rijtuig naar boven zou kunnen rijden. De massieve ha lustraden zijn zwaar verguld, de tre den van zwart marmer. Groote, zwaar vergulde kandelabers zijn aan beide zijden aan den voet van de trap aan gebracht. Een escalier d'honneur, zoo vorstelijk, als men zich slechts den ken kan. Aan beide zijden van den oprit naar het slot staan op hooge postamenten twee zeer mooie bronzen groepen, Ger manen, liet dieronvel om de schouders geslagen, die niet ijzeren vuist hun wild en steigerend ros aan den teugel houden. Tusschen deze twee fraaie groepen door komen we op het groote plein, waar do parades van het garnizoen gehouden worden. Recht tegenover 't reusachtige slot de ingang naar de stad en op den hoek van de straat, met het front naar het plein het on schijnbare paleisje van de oude groot hertogin Eloxandrine. Links, vlak bij den oever van het meer, geflankeerd door twee dreigende kanonnen, een hooge, bruin marmeren zegezuiL Daartegenover, aan de rechterzijde van het plein, twèe monumentale ge bouwen, het groots museum met zijn schatten aan schilderijen van oude Hol- landsche meesters en daar naast het theater, waaraan uitstekende krachten verbonden zijn. Van de stad af gezien maakt het slot, dat me door de verschillende bouwstij len onwillekeurig aan het Heidelber- ger slot doet denken, reeds een groot- schen indruk. Doch van den kant van het meer gezien, is de indruk nog veel grootscher, dien het geweldige gebouw maakt, gelegen op den vooruitsprin genden landtong, rondom omlijst door het zware geboomte van „Burgpark" Uit het drukke gewoel van Berlijn komende, wordt men weldadig aange daan door do kalme rust in deze def tige residentie-stad, die mij telkens aan da welvarende Hollandsche pro vinciesteden doet denken. Evenals in Holland zijn hier de meeste huizen slechts vóór eene familie gebouwd. Men kan wel merken, dat Schwerin geen fabrieksstad is. De uitstekend, ge plaveide straten en trottoirs zijn zoo zindelijk en schoon, dat het een lust is. Het geheele Mecklenburgsche volk verheugt zich in de verloviug van Her tog „Hinrich". Dat bleek al dadelijk gisteren, toan als een spontane uiting van sympathie allerwege de vlag werd uitgestoken, dat blijkt ook uit de har telijk gestelde uitvoerige hoofdartikels der groote bladen, de Mecklenburgische Zeitung, de Mecklenburgischpr Anzei- ger, de Rostocker Zeitung en anderen. K- Stadsnieuws Gerard Zalsman geeft hedenavond te Amsterdam in de concertzaal van de Mij. voor den Werkenden Stand, Kloveniersburgwal een liederavond. Hij zal voordragen liedereu van Schu bert, Brahms, Sinding, Berger, Rich. Strauss en Schumann. Over Gerard Zalsman schrijft Bruno Schrader in de „Allgemeine Musikzei- tung" dat hij z n prachtig orgaan, dat zoowel in de krachtige als in de; wceke klankontwikkeling evenzeer bekoort, zoo volkomen beheerscht, dat weinig mensihen in dit opzicht onbevredigd blijven. De gebrekkige vorming van sommige vocalen en consonanten schrijft hij da araan toe dat hij Nederlander is. Hij acht zijn voordrachtskunst, die dikwijls in overdrijving vervalt, niet zoo hoogstaand als zijn zangkunst en hoopt dat het te sterk slepen van de tempi niet aan aangeboren flegma maar alleen aan zijn zucht om de stem mooi te laten klinken te wijten is. Want dan zal het den rijkbegaafden kunstenaar niet moeilijk vallen die ongemotiveerde rubati, die niet zelden het rhytmisch gebouw geheel doen wankelen, te' vermijden. Binnenland. Academisch.» exam mis. Utrecht. Theor. Geneesk. 2 de heeren J. W. Le Nobel, J. B. Wolff en W. F. Mildtz. Doet.. Rechtsw. de heer D. A. E. Immink, Cand. Rechten de lieer C. J. Gratema. Bevorderd tot semi-art. de heer C. W. Nieuwenhuijzen. Bevor derd tot tandarts de heer J. F. Lybe- rirtg. Nederl. Ambaohtekunst. Door de commissie ter viering van het 9e lustrum van het Genootschap „Architeetura et Amicita" te Amster dam, werd besloten een gedeelte der in April a. s. te houden tentoonstelling te wijden aan Nederl. Ambachtskunst. Met „ambachtskunst" wordt bedoeld de voorwerpen van dagelij ksch ge bruik, thans nog in Nederland ver vaardigd, die wegens hun van oudsher overgeleverden vorm en wijl zij, om bruikbaar te zijn, noodzakelijk moeten voldoen aan zekere eischen van doel matigheid, eene deugdzaamheid lieh- ben behouden^ als bij andere voort- brengselen der hedendaagscho nijver heid niet meer wordt gevonden. liet zijn dus alle voorwerpen, ge maakt met het hoofddoel goed-bruik- baar, nuttig te zijn en zij vallen gevoe gelijk te rangschikken in reeksen, als bijv. werktuigen, vervoermiddelen, ge reedschappen, huisraad, klecdingsbe- hoeften enz. Inbraak. Onder de gemeente Hillegersberg ïs Donderdagnacht een brutale inbraag gepleegd in de villa Sans Souci, van den heer A. von Woringen, staande aan den Bergweg, nabij de verbin- dingsbaan van den spoorlijn. De inbre kers zijn waarschijnlijk uit de richting der baan over het weiland de villa van de achterzijde genaderd. Daar zijn zij de tuin binnengedrongen, en hebben aan de achterzijde van het huis een ruit ingedrukt, waardoor zij zich toe gang hebben verschaft. Zij hebben een zilverkast opengebroken, en voor een belangrijk bedrag aan zilverwerk, meest tafelzilver, alsook kristal met zilver gemonteerd, en verschillende snuisterijen, gestolen. Voetsporen van de nachtelijke inbre kers waren in meer dan een kamer waar te nemen. Door de waranda heb ben zij het huis verlaten zonder dat een der bewoners iets van hun aanwe zigheid bemerkt heeft. Ook de waak hond heeft niet aangeslagen, althans is niet gehoord. Geld is er niet gesto len. De heer von Woringen, steenko lenhandelaar, die zijn kantoor heeft op de Nieuwehaven te Rotterdam, is tegen diefstal verzekerd. Nadat de bur gemeester van Hillegersberg Vrijdag ochtend een voorloopig onderzoek heeft ingesteld, vertrok de justitie van Rotterdam Vrijdagmiddag derwaarts. De daders zijn tot nog toe onbekend. Belangrijke diefstal. Te 's-Gravenhage is een zeer belang rijke en niet minder brutale diefstal aan schilderijen gepleegd, ten nadeele van een ingezetene, door diens huis knecht en een vriend van dezen, een smidsknecht. De waarde van de gesto len schilderijen bedraagt tienduizen den. Reeds sedert het begin van het jaar werden door den huisknecht en den smid schilderijen uit de woning van den meester van eerstgenoemde meegenomen en te gelde gemaakt bij een paar opkoopers. In het geheel zijn 236 schilderijen ontvreemd. Er zijn doeken bij van groote waarde en van oude meesters, o. a. van Ostade. De daders die bekend hebben, zijn Zater dag naar het huis van bewaring over gebracht. Zij beweren, dat do opkoo pers ben ver onder de' waarde betaal den, maar deze zeggen dat zij soms prijzen van f 20,000 in betaling gaven. Men is bij het Holl. Spoor ijverig be zig om ook in de coupé's 3e klasse ver warmingsbuizen onder de zitbanken aan te brengen, zoodat deze op 1 Nov. op dezelfde wijze worden verwarmd als de rijtuigen le en 2e klasse# Het perskantoor te Dordrecht vraagt inlichtingen omtrent J. J. de Visser, hoofdonderwijzer te Klipdrift, post kantoor Hammanskraal, district Pre toria. Wie der teruggekeerden weet iets van hem, zijn vrouw en zijn kind' De Gooisolie stoomtram heeft Zaterdag alweer een ongeluk ge had. Bij Naarden is de locomotief te gen de klap van een brug aangereden, De treinenloop was natuurlijk geheel in de war, evenals dit verleden week Zaterdag het geval was. Aanranding. De instructie in de zaak van de aan randing van den beambte der Associa- tie-Cassa te Amsterdam op 2 Oct. jl. is nog niet geëindigd. Gelijk men zich herinnert waren twee verdachten in hechtenis, de 23-jarige J. VV. S., boek houder bij de firma Broekman, en diens vriend, de 26-jarige A. J. K. Op last van de rechtbank Is eerst de eerste in vrijheid gesteld, op grond dat geen voldoende aanwijzing van schuld legen hem gebleken was. Van die beschikking is de officier van justitie onmiddellijk bij den pro cureur-generaal van liet Gerechtshof in verzet gekomen, met het gevolg, dat het hof opnieuw gevangenneming van S. heeft gelast en deze weer ten huize van zijn ouders in de le Van Swinden- straat, voor de tweede maai werd ge arresteerd en naar het Huis van Be waring overgebracht. Ongevallenwet. (Is premie bevoorrechte schuld beven pand of hypotheek?) Naar aanleiding van de stemming over art. 50 van de voorgestelde onge vallenwet, bepalende dat de premie bevoorrechte schuld is boven pand of hypotheek, vonden we onder anderen de volgende uitingen. De heer Pijnappel achtte het, zooals men weet. een onrecht dat de Staat eenvoudig omdat hij er de macht toe heeft, steeds zijn vorderingen privilegieert, en was volstrekt tegen bevoorrechting van dc vorderingen van de Rijksbank wegans door een insolvent geraakten werkge ver verschuldigde premie boven alle vorderingen der overige crediteuren, b. v. pand en hypotheek. Het „Volksdagblad" meent: Het ge lukte den heer Pijnappel, gesteund door den heer Lohman, dit privilege aan de Rijksbank te ontfutselen. Zij betoogden dat zulk een privilege on rechtvaardig was en dat het den werk gever zou bemoeielijken in het nemen van hypotheek. De heer Pijnappel, die zeer sterk is in het formeele recht, kwam natuurlijk ook jnet formeele bezwaren. Het hielp niet dat de minis ters van Waterstaat en van Justitie juridische en andere argumenten aan voerden. De meerderheid der Kamer gaf de beide voorstellers gelijk en ver wierp het artikel 53 met 42 tegen 35 stemmen. „Het Volk" schreef: Leerzaam voor de kennis van ons Parlement is de eerste stemming die werd gehouden. Art. 50 bepaalde, dat de premie be voorrechte schuld is, zelfs boven pand of hypotheek. Als dus de ondernemer failliet gaat, wordt eerst aan de Rijks bank de verschuldigde verzekerings premie uitbetaald; eerst daarna komt de hypotheekhouder aan de beurt. De heer Pijnappel vond daarin reeds ver leden jaar een onbillijkheid, en vroeg stemming. Het artikel werd toen aan genomen met 41 tegen 23 stemmen. Thans kwam de heer Pijnappel op die beslissing terug, en hij vroeg opnieuw stemming. Niet ieder van de leden was zoo gaar als de heer De* Bieber- stein, die snel naar de griffie liep om te zien hoe hij verleden jaar had ge stemd; hij had reden om naar de grif fie te loopen, want hij had er heele- maal niet over gestemd; thans waren 42 leden tegen en 35 voor het artikel zoodat het werd verworpen. Het feit dat er op dit punt bekeeringen hebben plaats gehad, is op zich zelf niet zoo bijster belangrijk, want een groot be ginsel is er niet mee gemoeid; maar het is teekenend, omdat het aanwijst hoe de geschiedenis der ongevallenwet het prestige der regeering heeft ver zwakt: er springen nu heeren uit den band. die verleden jaar gehoorzaam meeliepen. Geheel anders denkt Mr. A. P. Th. Eysseil er over in een artikel „over peinzingen van een onbekeerde" (voor de behandeling in de Kamer) in. de „Tijdspiegel". Over dit onderdeel der ongovallen- wet schrijvend, beweert hij, dat de aanneming van het artikel hier be sproken, patroons-mishandeling zou zijn en motiveert dat aldus: De premie kan, bij uitgebreide on dernemingen of met hooge gevaren classificatie, hoogst aanzienlijk zijn zij kan, bij zaken met klein begin, hoogst aanzienlijk worden in geval van uitbreiding. Wie zal daarom, anders dan op bezwarende be dingen. in het vervolg hypotheek willen geven voor ec^ne industriëele onderneming? Immers zoekt hij, die zijn geld hypothecair wil uitzetten, naar veilige belegging: aan dat ver- eische voldoet niet de hypotheek, waar aan een groote vordering van onzeker bedrag voorgaat. Voorwaar een lief gevolg van den dwang tegon den on dernemer om ten behoeve van zijn werklui hij den Stapt, een aan het arbeidscontract tusschen deze partijen totaal vreemde derde, eene pretensie te gaan koopen* Uit de Arbeiderswereld. BINNENLAND. Door de voorzitters en secretarissen der vereenigde werklieden van de Ko ninklijke Nederlandsche Marinewer ven to Amsterdam, Willemsoord en Ilellevoetsluis is aan den minister van marine een adres verzonden, waarin zij, gedrongen door de zorgen voor hun gezinnen, andermaal er bij den minister op aandringen, om voor ilo werklieden, in dienst van 't Rijks Zee macht, betere levensvoorwaarden te verkrijgen. Het bestuur van don Nederl. Schil-: dersgezellenbond heeft een adres ge richt aan den minister van oorlog, om in de bestekken van werken door dat departement op te willen nemen de', gunstige bepalingen, voorkomende in de algemeena voorwaarden van het departement van waterstaat, handel en nijverheid. De aanleiding tot dit. adres is het feit dat dezen zomer bij verfwerken te Leiden aan kazernege-; bouwen onder beheer der genie uitge voerd, minder uurloon aan de werk-) lieden werd uitbetaald dan het daar ter plaatse geldend standaardloon. Een zelfde adres is ook goricht aan don minister van justitie, daar ook in de bestekken van dat departement da algeraeene voorwaarden van 't minis terie van waterstaat, handel en nijver heid niet worden toegepast. Letteren en Kunst. Chopin. Het gedenkteeken voor Chopïn dat Woensdag te Parijs is onthuld fn het park van het Luxembourg, onder scheidt zich door een zeer oorspron kelijke versiering. Tegen een hooge,) vierhoekige, witateencn zuil, die, naar beneden toe breeder wordende, zich op een voetstuk von graniet verheft; en waarop het borstbeeld staat, ij halverwege aan een dor hoeken oen vrouwenbuste aangebracht, waarvan' enkel het hoofd, do rechterschouder met het begin van den arm, en de rug te voorschijn komen. l)it beeld moet' „la souffrancd inquite" voorstellen, waardoor de werken van den beroem den componist zich kenmerken. De uitgevers Van Holkema Wa- rendorf te Amsterdam, die in 1898 het Officieel Gedenkboek van do Inhuldi ging hebben uitgegeven, zullen ooki thans bij het aanstaand huwelijk van Hare Majesteit do Koningin met Zijne Hoogheid, Hertog Hendrik van Meck-' lenburg-Schwerin een dergelijk Ge denkboek uitgeven. Ook nu weder mei zeer talrijke illustraties versierd. De heer W. G. van Nouhuijs heeft' de hoofdleiding op zich genomen. Be langrijke artikelen en bijdragen zijn reeds toegezgd door de heeren Prof. P. J. Blok, Prof. L. de Hartog, Kolonel F. de Bas, Dr. D. C. Nijhoff, Mr. Ma. calester Loup, E. D. Kielstra, Joh. Gram, Mr. M. G. L. van Loghem, Bernard Zweers e. a. „De Aarde en haar Volleen" geeft het vervolg van het reisverhaal op de Ïndo-Afghaansche grens. „Op den Uifc. kijk" bevat „Een en twintig jaren in Indië" met plaatjes, voorstellendo Soendaneesche prinsessen met Beda- gas (adellijke danseressen) en hoofd straat der Chineescho wijk te Buiten, zorg. „Eigen Haard" beval deze week „Het Volksweerbaarheidsfeest te Dordrecht op Koninginnedag", door v. H„ mot afbeeldingen naar photographische opnamen van Gerard Hoof, photograat te Dordrecht„Een Liefdadigheids. Kermis te Soerabaia" door J. E. Jasper, eveneens met reproducties naar photo- graphieën, door H. Vermee (firma H. Salzwedel)„Vóór hondord jaren- door Jers. de Vries, en „Onder hot ltoode Kruis bij de Boeren"; „Het Roode-Kruis-Hospilaal te Krugers. dorp", door Dr. K. W. K. von dem Borne, (met afbeeldingen). Mej. Lida Jeltes zal dit seizoen een tournee door ons land maken met GoU- fried Mann en den violist Wolters. Sophie Heymann heeft in hot Thea ter des Westens to Berlijn veel bijval, gevonden in Offenbach's „Contes d'Hoffrnann", Sport en Wedstrijden. Jasquelin heeft geweigerd Cooperj nog een match toe to staan en dat wel, omdat hijstayer wordt. Dit is al een zeer zonderling besluit voor ie mand, die in drie manches achter el kaar Cooper en Meijers heeft verslagen. Men heeft wel gemompeld, dat Meijers omdat hij er toch mede ophield, Jac- quelin met opzet heeft laten winnen. Dat gelooven wij nu niet zoo maar voet stoots. Maar waarlijk, het heeft er toch! wel voel van alsof Jacquelin. zich trots' zijn overwinning tocli niet zoo heel Feuilleton. Roman uit het Duitsch DOOR JUL. MARÏ. £7) Maar ge kunt me toch nu wel al zeggen, waarop ge uwe mee- ning grondt, dat de laatste aanval ran graaf d'Alberon 't gevolg was yan eene misdadige handeling. Voor dien dag, voor het laat- pte consult, dat de graaf met mij aad, was hij tegenover mij, zoo- tüs ik reeds gezegd heb, koel en f-fgemeten geweest. Gedurende de iwee of drie dagen van zijne laat- »te ziekte, toen hij, geheel verlamd üoch spreken, noch zich bewegen ton, had hij alleen nog macht be houden over zijne oogen, en wan neer ik aan zijn bed stond, was tijn blik onophoudelijk op mij ge vestigd. Hij scheen mij letterlijk im iets te smeeken, mijne bescher ming in te roepen tegen een ge- ta&iv. dat ik niet kende» Misschien bedriegt ge u... Neen, neen, protesteerde de dokter op levendigen toon, ik ben zeker van mijne zaak. En toen d'Aigurande door eene beweging te kennen gaf, dat hij het nog niet recht kon gelooven, voegde Gor don als tot zichzelven sprekend, erbij Ik begrijp heel goed, dat u geen geloof wil slaan aan dingen, die u beschouwt als producten der phantasie van een krankzinnige maar de blik, die op mij gevestigd was, werd soms ook gericht op de andere aanwezigen en wanneer u daar tegenwoordig geweest was, meneer de staatsprocureur, dan zou u verbaasd hebben gestaan over de verandering, die er in dien blik kwam. Er lag geene bede meer in, neen, meneer de procureur, ook geene bitterheid of medelij den Wat dan wat dan Zeg mij les In de eenzaamheid van mijn kerker heb ik alle herinneringen der laatste dagen zorgvuldig nage gaan en ik moet beginnen te ver halen van den dag af, dat deze man, Savinien d'Alberon, in het land kwam. Korten tijd na zijne aankomst.was hij. met zijne nicht. Helene in „Landepereuse", toen ik hem tot het jonge meisje hoor de zeggen nu ben ik hier en ik zal hier blijven. Meer kon ik niet hooren, want de beiden be merkten, dat. ik ze gadesloeg. Deze woorden hadden ongetwijfeld be trekking op een onderhoud, dat reeds vroeger had plaats gehad, op een gemeenschappelijk ontworpen plan. In deze veronderstelling werd ik versterkt door het feit, dat Savinien eenige maanden later aanzoek om de hand van Richar- dier's dochter deed. Richardier vertelde me, dat Margarebe den vrijer met een soort afschuw had afgewezen. Dat was de eerste wree- de teleurstelling, die ongetwijfeld den grond heeft gelegd voor de catastrophen, die later gevolgd zijn. Maar dat is alles zoo heel on bepaald, zei de rechter. Hebt ge me niets tastbaarders aan te wij zen Geduld maar geduld maar, zei Vandale. En uitvoerig vertelde hij verder. Hij begon met den te genstand, welken de overleden Ri chardier had geboden aan zijne dochter, die den ziekelijken graaf en.dions neef op hem hadden go^tknoopingspunt., maakt, welke motieven hij veron derstelde, dat den eerste tot diens aanzoek hadden geleid, en wat hij had gedacht toen Richardier zoo op het rechte oogenblik uit den weg werd geruimd. Daarna kwam hij op de laatste ziekte van Re- naud, deelde mede hoe verdacht hem het gedrag van Savinien ge- durendo dc gansche ziekte van diens neef was voorgekomen, hoe hij den avonturier op de trap had had ontmoet en zoowel bij de be dienden oi) „Landepereuse" als bij de oude meid op „Beuvron" onderzoek had gedaan om gewaar te worden of hij des nachts thuis was geweest. De staatsprocureur, die het lan ge verhaal slechts nu en dan door eenige korte opmerkingen had af gebroken, en bij het schilderen van de ontmoeting tusschen den dok ter en Savinien in de doornen- kloof onmiskenbare teekenen van belangstelling had gegeven, vroeg thans Savinien d'Alberon is dus niet thuis geweest? Neen. Voor mij was sedert alle twijfel verdwenen. Dat is inderdaad een aan- De meid heeft haren heer stellig verteld, dat ik er geweest wasmeneer d'Alberon weet, dat ik hem verdenk, en daarom besloot hij met ongehoorde brutaliteit mij te beschuldigen, zooals ik het hem had moeten doen. Voor hem was er slechts één redmiddel hij moest mij aanvallen. Daar hij wat ik met wist te weten was gekomen, wie ik was, zoo was ik op genade of ongenade aan hem overgeleverd, kon hij mij zonder moeite uit den weg ruimen, zoo dra hij bespeurde, dat hem van mij gevaar dreigde. In weerwil van alles kan ik uwe meening, dat hij Renaud d'Alberon gedood heeft, slechts doelen, wanneer ge me kunt ver klaren, welk belang hij er bij ge had -mag hebben om zijn neef van kant te maken. Dat kan ik helaas niet. Hier is een geheim, dat met een menig te, mij onbekende gebeurtenissen samenhangt. Tusschen het oogen- bilk dat Renaud in gezelschap van zijn neef bij me kwam, en het tijdstip, waarop ik hem verlamd vond, moet er iets bijzonders ge beurd zijn. Maar wat het heeft kunnen wezen, dat weet ik niet. Als ik dat wist, zouden we zeker den sleutel van 't geheele geheim hebben. Mogelijk is het wel ,slemde de staatsprocureur toe, nadat hij eene poos had nagedacht. Maar zoolang wij dezen sleutel van het geheim niet hebben gevonden, moeten wij de veronderstelling, dat Renaud door zijn neef ver moord is, als geheel onhoudbaar laten vallen. Als ik het door u aan genomen punt van uitgang over neem, dat wil zeggen, als ik even als gij veronderstel, dat al dezo listen en lagen slechts strekten om het vermogen van Richardier in handen te krijgen, dan moet ik dit principe consequent tot de fijnsto mazen van het weefsel uit strekken. Naar mijne meening is de stand der zaken deze. Door"het huwelijk van Renaud met Marga- rete Richardier was de familie d'Alberon in 't bezit van Richar- dier's halve vermogen gekomen; die vermogen keert thans weer naar de familie Richardier terug, daar Renaud is overleden zonder erfgenamen na te laten. Volgens uwe meening zou dezo dood het werk van Savinien zijn, dat wil zeggen van. iemand, die er het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5