Tweede Blad,
Uit de Pers.
De
scMd van den
taeesfcéer.
behoorende bij
Haas-ism's Dagblad"
van
Dinsdag 23 Oct. 1900.
Ho. 5312.
Brief uit Schwerin.
'on onzen Berlijnschen Correspondent
1L
Tet ouderlijk huis van Hertog
Hendrik.
Scliwerin, 19 Oct. 1900.
Nog vroeger dan Koningin. Wilhel-
fiina, reeds op zevenjarigen leeftijd,
lerloor hertog Hendrik van Mecklen
burg zijnen vader, Friedrich Franz
ien tweeden.
Gelukkig had hij evenals onze Ko-
lingin het voorrecht eene moeder te
lezitten, die zich met hart en ziel aan
le opvoeding van haar vier kinderen
vijdde en hen door hare opofferende
jiefde het gemis van eenen vader zoo
;nin mogelijk deed gevoelen.
Volgens traditioneel gebruik verliet
rij na den dood van haren echtgenoot
liet prachtige groothertogelijke slot
kan het meer, en betrok het zoogenaam
1c „Wittwenpaleis" in de Königstras-
se, een vrij eenvoudig paleis, dat even-
ils het paleis in het Noordeinde tus-
sehen twee gewone huizen bekneld
iaat.
Achtereenvolgens namen in het in-
3rukwekkende groote slot haar oudste
stiefzoon Friedrich Franz III en na
diens dood, haar jongste stiefzoon, de
Jiertog-regent Johan Albrecht hun in
trek.
Op zijn beurt zal de laatste het stam
slot verlaten, wanneer de jonge groot
hertog Friedrich Franz IV, die nu reeds
meerderjarig is, in het. volgend voor
jaar zelf de regeering aanvaardt.
Hier, in de stille Königstrasse bracht
groothertogin Marie met hare vier kin
leren geregeld de wintermaanden door
Als de zomer in het land kwam, ver
trok de familie uit Schwerin naar bui
ten. Eiken zomer, tot diep in den herfst
nam het gezin dan zijnen intrek in het
heerlijk gelegen slot ,,Rabensteinfeld"
op een goed uur rijdens van Schwerin.
Prettiger verblijf voor een familie is
moeilijk denkbaar, zooals het daar
dicht bij het zuidelijkste deel van het
uitgestrekte Schweriner meer te mid-
>en van zware bosschen gelegen is.
F i r in de- eenzaamheid onder het hoog
i-'aand hout zal do liefde voor de
iinCiur en voor het boschwezen reeds
roog ontwaakt zijn bij den benjamin
van de familie, den jongen hertog
Hwmlrik.
Ofschoon hare vier kinderen langza-
vr)4*nd zijn uitgevlogen en zij nu
«•.•teen is achtergebleven, vertoeft
groothertognn Marie nog eiken zomer
haar geliefd Rabensteinfeld, waar
uofc nu nog verblijf houdt. Van mor
gen reed haar rijtuig in snellen draf
door de lanen van het slotpark stad
waarts. Wegens het onaangename
druilige herfstweer was de reiskoets
gesloten. Door het neergelaten por
ti rraampje zag ik de oude dame in
rouw gekleed in de kussens van de
achterbank geleund, naast haar een
hofdame, eveneens in den rouw. Met
gebogen hoofd tegen de koude regen
vlagen zaten de oude koetsier en de
palfrenier op den bok. Achter het rij
tuig draafde oen koerier.
Toen groothertogin Marie gisteren
avond uit Berlijn terugkeerde, werden
haar aan het station liier in Schwerin
verscheidene fraaio bouquetten aange
boden als uiterlijke blijken van sym
pathie bij gelegenheid van de verlo
ving van haren jougsten zoon.
De populariteit van groothertogin
Marie in Schwerin en in het peheele
land is bijzonder groot. Zij is een ech
te „I.andesmuttcr" gebleven ook na het
overlijden van haren echtgenoot. In
alle leringen van de bevolking is de
moeder van hertog Hendrik bekend en
bemind, veel meer dan hare beide
stief-schoondochters Anastasia, wedu
we van Friedrich Franz III en de echt-
genoote van den tegenwoordigen re
gent Johann Albrecht
Burgerlijk eenvoudig heeft zij hare
vier kinderen opgevoed. Eenvoudig en
zonder eenigen praal is bare hofhou
ding. Een vreemdeling zou in de def
tige. bejaarde dame, die dikwijls te
voet ter kerke gaat en zonder gevolg
de winkels van Schwerin bezoekt om
zelve inkoopen te doen, niet zoo licht
de groothertogin van Mecklenburg ver
moeden, tenzij hij er toevallig getui
ge van was, dat een dame onder het;
passeeren een diepe révérance voor
haar maakt
Met fijnen takt doet zij al hare in
koopen, zoowel voor zichzelf, als voor
hare hofhouding, uitsluitend in Schwe
rin of in andere steden van het groot
hertogdom en niet in Berlijn.
Hare liefdadigheid is bijna spreek
woordelijk in Schwerin. Is het won
der, dat deze goedhartige vrouw en
goede moeder algemeen bemind en po
pulair is in Schwerin, zoowel als daar
buiten in geheel Mecklenburg? Welk
eene punten van overeenkomst zijn er
in den nabijheid omstandigheden van
het jonge paar! Beiden verloren in
hunne prille jeugd hunnen vader. Bei
den zijn in het gelukkig bezit van eene
moeder, die zich geheel aan de opvoe
ding gewijd heeft Hier groothei*togin
Marie, ginds Koningin Emma! Onge
twijfeld hebben beide moeders op de
•ontwikkeling en karaktervorming hun
ner kinderen grooten invloed ten goe
de uitgeoefend.
Eenvoudig evenals zijne moeder, is
ook Hertog Hendrik. Bij voorkeur doet
hij al zijne bestellingen in Schwerin,
evenals zij en houdt dan gewoonlijk
graag een praatje met zijn leveran
ciers. Gekscherend zei hij onlangs op
lachenden toon tot zijn kleermaker, die
he meen uniform moest aanmeten;
„beste man, hoe houdt je in 's hemels
naam uit, altijd op zoo'n tafel te zit
ten!"
„Wel, Hoogheid," antwoordde de
Schweriner in zijn gemoedelijk breed
patois, „of ik nu den heelen dag op
mijn tafel zit, dan wel den heelen dag
op een paard, dat is toch eigenlijk het
zelfde."
Sedert Hertog Hendrik op zijn ver
zoek op non-actief is gesteld om de
verschillende takken van dienst in het
ministerie van financiën te bestudec-
ren, houdt hij verblijf In het zooge
naamde „Grünhaus," een idyllisch ge
legen witte villa in. het park van het
groote slot. De tuin rondom het Grün
haus is in den geheelen omtrek be
kend en beroemd wegens de zeldzame
bloemen en planten, welke hier ge
kweekt worden.
Ditzelfde Grünhaus, even buiten de
stad, was indertijd het geliefkoosde
zomerverblijf van de oude groothertog
in Alxandrine, zuster van Keizer Wil
helm den eersten en grootmoeder van
hertog Hendrik. Door deze grootmoe
der is de jonge bruidegom verwant
aan het Hohenzollernsche huis. De
oude grootmoeder heeft haren broeder,
keizer Wilhelm nog enkele jaren over
leefd. Ik herinner me uit dien tijd nog
een aardige fotografie van deze oudjes.
Keizer Wilhelm in politiek, leunende
op zijn stok, een cylinder op het hoofd.
Naast hem zijn zuster Alexandrine,
sprekend op hein gelijkend, in een ou-
derwetsche japon met zwarten omslag
doek gekleed, het rimpelige gezichtje
aan de slapen door grijze trekkrulle-
tjes omlijst.
In haar eenvoudig paleisje, dat er
bijna als een gewoon heerenhuis uit
ziet. gelegen aan het prachtige plein
tegenover het groote slot, is de oude
dame op 91jarigen leeftijd gestorven.
Uit piëteit heeft men in baar paleis
nog alles precies zoo gelaten als tij
dens haar leven.
Grooter contrast tusschen twee pa
leizen dan tusschen het reusachtige
slot met zijn ontelbare torens, uitbou
wen en kanteelen, met zijn puntgevels
en groote binnenplaatsen op een schier
eiland in het meer aan de eene zijde
van het ruime plein gelegen en bet
eenvoudige paleisje van de oude Alex
andrie daartegenover, dat naar het mij
voorkomt, uit het begin van deze
of uit het eind van de vorige eeuw dag-
teekent, is moeilijk denkbaar.
Hoog boven den voorgevel van het
groote slot troont onder een portiek
het meer dan Ievensgroote ruiter
standbeeld van den grondvester van
het Mecklenburgsche huis, Niklot,,
gestorven in 1160.
Onder de hooge poort door komen
we in een van de binnenplaatsen, waar
een schildwacht op on neer loopt. In
een van de hoektorens is de beroemde
„goldene Treppe" aangebracht, een
geheel vrij staande wenteltrap, zoo
breed, dat wel een rijtuig naar boven
zou kunnen rijden. De massieve ha
lustraden zijn zwaar verguld, de tre
den van zwart marmer. Groote, zwaar
vergulde kandelabers zijn aan beide
zijden aan den voet van de trap aan
gebracht. Een escalier d'honneur, zoo
vorstelijk, als men zich slechts den
ken kan.
Aan beide zijden van den oprit naar
het slot staan op hooge postamenten
twee zeer mooie bronzen groepen, Ger
manen, liet dieronvel om de schouders
geslagen, die niet ijzeren vuist hun
wild en steigerend ros aan den teugel
houden.
Tusschen deze twee fraaie groepen
door komen we op het groote plein,
waar do parades van het garnizoen
gehouden worden. Recht tegenover 't
reusachtige slot de ingang naar de
stad en op den hoek van de straat,
met het front naar het plein het on
schijnbare paleisje van de oude groot
hertogin Eloxandrine. Links, vlak bij
den oever van het meer, geflankeerd
door twee dreigende kanonnen, een
hooge, bruin marmeren zegezuiL
Daartegenover, aan de rechterzijde
van het plein, twèe monumentale ge
bouwen, het groots museum met zijn
schatten aan schilderijen van oude Hol-
landsche meesters en daar naast het
theater, waaraan uitstekende krachten
verbonden zijn.
Van de stad af gezien maakt het slot,
dat me door de verschillende bouwstij
len onwillekeurig aan het Heidelber-
ger slot doet denken, reeds een groot-
schen indruk. Doch van den kant van
het meer gezien, is de indruk nog veel
grootscher, dien het geweldige gebouw
maakt, gelegen op den vooruitsprin
genden landtong, rondom omlijst door
het zware geboomte van „Burgpark"
Uit het drukke gewoel van Berlijn
komende, wordt men weldadig aange
daan door do kalme rust in deze def
tige residentie-stad, die mij telkens
aan da welvarende Hollandsche pro
vinciesteden doet denken. Evenals in
Holland zijn hier de meeste huizen
slechts vóór eene familie gebouwd.
Men kan wel merken, dat Schwerin
geen fabrieksstad is. De uitstekend, ge
plaveide straten en trottoirs zijn zoo
zindelijk en schoon, dat het een lust is.
Het geheele Mecklenburgsche volk
verheugt zich in de verloviug van Her
tog „Hinrich". Dat bleek al dadelijk
gisteren, toan als een spontane uiting
van sympathie allerwege de vlag werd
uitgestoken, dat blijkt ook uit de har
telijk gestelde uitvoerige hoofdartikels
der groote bladen, de Mecklenburgische
Zeitung, de Mecklenburgischpr Anzei-
ger, de Rostocker Zeitung en anderen.
K-
Stadsnieuws
Gerard Zalsman geeft hedenavond
te Amsterdam in de concertzaal van
de Mij. voor den Werkenden Stand,
Kloveniersburgwal een liederavond.
Hij zal voordragen liedereu van Schu
bert, Brahms, Sinding, Berger, Rich.
Strauss en Schumann.
Over Gerard Zalsman schrijft Bruno
Schrader in de „Allgemeine Musikzei-
tung" dat hij z n prachtig orgaan, dat
zoowel in de krachtige als in de; wceke
klankontwikkeling evenzeer bekoort,
zoo volkomen beheerscht, dat weinig
mensihen in dit opzicht onbevredigd
blijven.
De gebrekkige vorming van sommige
vocalen en consonanten schrijft hij
da araan toe dat hij Nederlander is.
Hij acht zijn voordrachtskunst, die
dikwijls in overdrijving vervalt, niet
zoo hoogstaand als zijn zangkunst en
hoopt dat het te sterk slepen van de
tempi niet aan aangeboren flegma
maar alleen aan zijn zucht om de stem
mooi te laten klinken te wijten is.
Want dan zal het den rijkbegaafden
kunstenaar niet moeilijk vallen die
ongemotiveerde rubati, die niet zelden
het rhytmisch gebouw geheel doen
wankelen, te' vermijden.
Binnenland.
Academisch.» exam mis.
Utrecht. Theor. Geneesk. 2 de heeren
J. W. Le Nobel, J. B. Wolff en W. F.
Mildtz. Doet.. Rechtsw. de heer D. A.
E. Immink, Cand. Rechten de lieer
C. J. Gratema. Bevorderd tot semi-art.
de heer C. W. Nieuwenhuijzen. Bevor
derd tot tandarts de heer J. F. Lybe-
rirtg.
Nederl. Ambaohtekunst.
Door de commissie ter viering van
het 9e lustrum van het Genootschap
„Architeetura et Amicita" te Amster
dam, werd besloten een gedeelte der
in April a. s. te houden tentoonstelling
te wijden aan Nederl. Ambachtskunst.
Met „ambachtskunst" wordt bedoeld
de voorwerpen van dagelij ksch ge
bruik, thans nog in Nederland ver
vaardigd, die wegens hun van oudsher
overgeleverden vorm en wijl zij, om
bruikbaar te zijn, noodzakelijk moeten
voldoen aan zekere eischen van doel
matigheid, eene deugdzaamheid lieh-
ben behouden^ als bij andere voort-
brengselen der hedendaagscho nijver
heid niet meer wordt gevonden.
liet zijn dus alle voorwerpen, ge
maakt met het hoofddoel goed-bruik-
baar, nuttig te zijn en zij vallen gevoe
gelijk te rangschikken in reeksen, als
bijv. werktuigen, vervoermiddelen, ge
reedschappen, huisraad, klecdingsbe-
hoeften enz.
Inbraak.
Onder de gemeente Hillegersberg ïs
Donderdagnacht een brutale inbraag
gepleegd in de villa Sans Souci, van
den heer A. von Woringen, staande
aan den Bergweg, nabij de verbin-
dingsbaan van den spoorlijn. De inbre
kers zijn waarschijnlijk uit de richting
der baan over het weiland de villa van
de achterzijde genaderd. Daar zijn zij
de tuin binnengedrongen, en hebben
aan de achterzijde van het huis een
ruit ingedrukt, waardoor zij zich toe
gang hebben verschaft. Zij hebben een
zilverkast opengebroken, en voor een
belangrijk bedrag aan zilverwerk,
meest tafelzilver, alsook kristal met
zilver gemonteerd, en verschillende
snuisterijen, gestolen.
Voetsporen van de nachtelijke inbre
kers waren in meer dan een kamer
waar te nemen. Door de waranda heb
ben zij het huis verlaten zonder dat
een der bewoners iets van hun aanwe
zigheid bemerkt heeft. Ook de waak
hond heeft niet aangeslagen, althans
is niet gehoord. Geld is er niet gesto
len. De heer von Woringen, steenko
lenhandelaar, die zijn kantoor heeft
op de Nieuwehaven te Rotterdam, is
tegen diefstal verzekerd. Nadat de bur
gemeester van Hillegersberg Vrijdag
ochtend een voorloopig onderzoek
heeft ingesteld, vertrok de justitie van
Rotterdam Vrijdagmiddag derwaarts.
De daders zijn tot nog toe onbekend.
Belangrijke diefstal.
Te 's-Gravenhage is een zeer belang
rijke en niet minder brutale diefstal
aan schilderijen gepleegd, ten nadeele
van een ingezetene, door diens huis
knecht en een vriend van dezen, een
smidsknecht. De waarde van de gesto
len schilderijen bedraagt tienduizen
den. Reeds sedert het begin van het
jaar werden door den huisknecht en
den smid schilderijen uit de woning
van den meester van eerstgenoemde
meegenomen en te gelde gemaakt bij
een paar opkoopers. In het geheel zijn
236 schilderijen ontvreemd. Er zijn
doeken bij van groote waarde en van
oude meesters, o. a. van Ostade. De
daders die bekend hebben, zijn Zater
dag naar het huis van bewaring over
gebracht. Zij beweren, dat do opkoo
pers ben ver onder de' waarde betaal
den, maar deze zeggen dat zij soms
prijzen van f 20,000 in betaling gaven.
Men is bij het Holl. Spoor ijverig be
zig om ook in de coupé's 3e klasse ver
warmingsbuizen onder de zitbanken
aan te brengen, zoodat deze op 1 Nov.
op dezelfde wijze worden verwarmd
als de rijtuigen le en 2e klasse#
Het perskantoor te Dordrecht vraagt
inlichtingen omtrent J. J. de Visser,
hoofdonderwijzer te Klipdrift, post
kantoor Hammanskraal, district Pre
toria. Wie der teruggekeerden weet
iets van hem, zijn vrouw en zijn kind'
De Gooisolie stoomtram
heeft Zaterdag alweer een ongeluk ge
had. Bij Naarden is de locomotief te
gen de klap van een brug aangereden,
De treinenloop was natuurlijk geheel
in de war, evenals dit verleden week
Zaterdag het geval was.
Aanranding.
De instructie in de zaak van de aan
randing van den beambte der Associa-
tie-Cassa te Amsterdam op 2 Oct. jl.
is nog niet geëindigd. Gelijk men zich
herinnert waren twee verdachten in
hechtenis, de 23-jarige J. VV. S., boek
houder bij de firma Broekman, en
diens vriend, de 26-jarige A. J. K.
Op last van de rechtbank Is eerst de
eerste in vrijheid gesteld, op grond dat
geen voldoende aanwijzing van schuld
legen hem gebleken was.
Van die beschikking is de officier
van justitie onmiddellijk bij den pro
cureur-generaal van liet Gerechtshof
in verzet gekomen, met het gevolg, dat
het hof opnieuw gevangenneming van
S. heeft gelast en deze weer ten huize
van zijn ouders in de le Van Swinden-
straat, voor de tweede maai werd ge
arresteerd en naar het Huis van Be
waring overgebracht.
Ongevallenwet.
(Is premie bevoorrechte schuld beven
pand of hypotheek?)
Naar aanleiding van de stemming
over art. 50 van de voorgestelde onge
vallenwet, bepalende dat de premie
bevoorrechte schuld is boven pand of
hypotheek, vonden we onder anderen
de volgende uitingen. De heer
Pijnappel achtte het, zooals men weet.
een onrecht dat de Staat eenvoudig
omdat hij er de macht toe heeft, steeds
zijn vorderingen privilegieert, en was
volstrekt tegen bevoorrechting van dc
vorderingen van de Rijksbank wegans
door een insolvent geraakten werkge
ver verschuldigde premie boven alle
vorderingen der overige crediteuren,
b. v. pand en hypotheek.
Het „Volksdagblad" meent: Het ge
lukte den heer Pijnappel, gesteund
door den heer Lohman, dit privilege
aan de Rijksbank te ontfutselen. Zij
betoogden dat zulk een privilege on
rechtvaardig was en dat het den werk
gever zou bemoeielijken in het nemen
van hypotheek. De heer Pijnappel, die
zeer sterk is in het formeele recht,
kwam natuurlijk ook jnet formeele
bezwaren. Het hielp niet dat de minis
ters van Waterstaat en van Justitie
juridische en andere argumenten aan
voerden. De meerderheid der Kamer
gaf de beide voorstellers gelijk en ver
wierp het artikel 53 met 42 tegen 35
stemmen.
„Het Volk" schreef: Leerzaam voor
de kennis van ons Parlement is de
eerste stemming die werd gehouden.
Art. 50 bepaalde, dat de premie be
voorrechte schuld is, zelfs boven pand
of hypotheek. Als dus de ondernemer
failliet gaat, wordt eerst aan de Rijks
bank de verschuldigde verzekerings
premie uitbetaald; eerst daarna komt
de hypotheekhouder aan de beurt. De
heer Pijnappel vond daarin reeds ver
leden jaar een onbillijkheid, en vroeg
stemming. Het artikel werd toen aan
genomen met 41 tegen 23 stemmen.
Thans kwam de heer Pijnappel op die
beslissing terug, en hij vroeg opnieuw
stemming. Niet ieder van de leden
was zoo gaar als de heer De* Bieber-
stein, die snel naar de griffie liep om
te zien hoe hij verleden jaar had ge
stemd; hij had reden om naar de grif
fie te loopen, want hij had er heele-
maal niet over gestemd; thans waren
42 leden tegen en 35 voor het artikel
zoodat het werd verworpen. Het feit
dat er op dit punt bekeeringen hebben
plaats gehad, is op zich zelf niet zoo
bijster belangrijk, want een groot be
ginsel is er niet mee gemoeid; maar
het is teekenend, omdat het aanwijst
hoe de geschiedenis der ongevallenwet
het prestige der regeering heeft ver
zwakt: er springen nu heeren uit den
band. die verleden jaar gehoorzaam
meeliepen.
Geheel anders denkt Mr. A. P. Th.
Eysseil er over in een artikel „over
peinzingen van een onbekeerde" (voor
de behandeling in de Kamer) in. de
„Tijdspiegel".
Over dit onderdeel der ongovallen-
wet schrijvend, beweert hij, dat de
aanneming van het artikel hier be
sproken, patroons-mishandeling zou
zijn en motiveert dat aldus:
De premie kan, bij uitgebreide on
dernemingen of met hooge gevaren
classificatie, hoogst aanzienlijk zijn
zij kan, bij zaken met klein begin,
hoogst aanzienlijk worden in geval
van uitbreiding. Wie zal daarom,
anders dan op bezwarende be
dingen. in het vervolg hypotheek
willen geven voor ec^ne industriëele
onderneming? Immers zoekt hij, die
zijn geld hypothecair wil uitzetten,
naar veilige belegging: aan dat ver-
eische voldoet niet de hypotheek, waar
aan een groote vordering van onzeker
bedrag voorgaat. Voorwaar een lief
gevolg van den dwang tegon den on
dernemer om ten behoeve van zijn
werklui hij den Stapt, een aan het
arbeidscontract tusschen deze partijen
totaal vreemde derde, eene pretensie
te gaan koopen*
Uit de Arbeiderswereld.
BINNENLAND.
Door de voorzitters en secretarissen
der vereenigde werklieden van de Ko
ninklijke Nederlandsche Marinewer
ven to Amsterdam, Willemsoord en
Ilellevoetsluis is aan den minister van
marine een adres verzonden, waarin
zij, gedrongen door de zorgen voor
hun gezinnen, andermaal er bij den
minister op aandringen, om voor ilo
werklieden, in dienst van 't Rijks Zee
macht, betere levensvoorwaarden te
verkrijgen.
Het bestuur van don Nederl. Schil-:
dersgezellenbond heeft een adres ge
richt aan den minister van oorlog, om
in de bestekken van werken door dat
departement op te willen nemen de',
gunstige bepalingen, voorkomende in
de algemeena voorwaarden van het
departement van waterstaat, handel
en nijverheid. De aanleiding tot dit.
adres is het feit dat dezen zomer bij
verfwerken te Leiden aan kazernege-;
bouwen onder beheer der genie uitge
voerd, minder uurloon aan de werk-)
lieden werd uitbetaald dan het daar
ter plaatse geldend standaardloon.
Een zelfde adres is ook goricht aan
don minister van justitie, daar ook in
de bestekken van dat departement da
algeraeene voorwaarden van 't minis
terie van waterstaat, handel en nijver
heid niet worden toegepast.
Letteren en Kunst.
Chopin.
Het gedenkteeken voor Chopïn dat
Woensdag te Parijs is onthuld fn het
park van het Luxembourg, onder
scheidt zich door een zeer oorspron
kelijke versiering. Tegen een hooge,)
vierhoekige, witateencn zuil, die, naar
beneden toe breeder wordende, zich
op een voetstuk von graniet verheft;
en waarop het borstbeeld staat, ij
halverwege aan een dor hoeken oen
vrouwenbuste aangebracht, waarvan'
enkel het hoofd, do rechterschouder
met het begin van den arm, en de rug
te voorschijn komen. l)it beeld moet'
„la souffrancd inquite" voorstellen,
waardoor de werken van den beroem
den componist zich kenmerken.
De uitgevers Van Holkema Wa-
rendorf te Amsterdam, die in 1898 het
Officieel Gedenkboek van do Inhuldi
ging hebben uitgegeven, zullen ooki
thans bij het aanstaand huwelijk van
Hare Majesteit do Koningin met Zijne
Hoogheid, Hertog Hendrik van Meck-'
lenburg-Schwerin een dergelijk Ge
denkboek uitgeven. Ook nu weder mei
zeer talrijke illustraties versierd.
De heer W. G. van Nouhuijs heeft'
de hoofdleiding op zich genomen. Be
langrijke artikelen en bijdragen zijn
reeds toegezgd door de heeren Prof.
P. J. Blok, Prof. L. de Hartog, Kolonel
F. de Bas, Dr. D. C. Nijhoff, Mr. Ma.
calester Loup, E. D. Kielstra, Joh.
Gram, Mr. M. G. L. van Loghem,
Bernard Zweers e. a.
„De Aarde en haar Volleen" geeft
het vervolg van het reisverhaal op de
Ïndo-Afghaansche grens. „Op den Uifc.
kijk" bevat „Een en twintig jaren in
Indië" met plaatjes, voorstellendo
Soendaneesche prinsessen met Beda-
gas (adellijke danseressen) en hoofd
straat der Chineescho wijk te Buiten,
zorg.
„Eigen Haard" beval deze week „Het
Volksweerbaarheidsfeest te Dordrecht
op Koninginnedag", door v. H„ mot
afbeeldingen naar photographische
opnamen van Gerard Hoof, photograat
te Dordrecht„Een Liefdadigheids.
Kermis te Soerabaia" door J. E. Jasper,
eveneens met reproducties naar photo-
graphieën, door H. Vermee (firma H.
Salzwedel)„Vóór hondord jaren-
door Jers. de Vries, en „Onder hot
ltoode Kruis bij de Boeren"; „Het
Roode-Kruis-Hospilaal te Krugers.
dorp", door Dr. K. W. K. von dem
Borne, (met afbeeldingen).
Mej. Lida Jeltes zal dit seizoen een
tournee door ons land maken met GoU-
fried Mann en den violist Wolters.
Sophie Heymann heeft in hot Thea
ter des Westens to Berlijn veel bijval,
gevonden in Offenbach's „Contes
d'Hoffrnann",
Sport en Wedstrijden.
Jasquelin heeft geweigerd Cooperj
nog een match toe to staan en dat wel,
omdat hijstayer wordt. Dit is al
een zeer zonderling besluit voor ie
mand, die in drie manches achter el
kaar Cooper en Meijers heeft verslagen.
Men heeft wel gemompeld, dat Meijers
omdat hij er toch mede ophield, Jac-
quelin met opzet heeft laten winnen.
Dat gelooven wij nu niet zoo maar voet
stoots. Maar waarlijk, het heeft er toch!
wel voel van alsof Jacquelin. zich trots'
zijn overwinning tocli niet zoo heel
Feuilleton.
Roman uit het Duitsch
DOOR
JUL. MARÏ.
£7)
Maar ge kunt me toch nu wel
al zeggen, waarop ge uwe mee-
ning grondt, dat de laatste aanval
ran graaf d'Alberon 't gevolg was
yan eene misdadige handeling.
Voor dien dag, voor het laat-
pte consult, dat de graaf met mij
aad, was hij tegenover mij, zoo-
tüs ik reeds gezegd heb, koel en
f-fgemeten geweest. Gedurende de
iwee of drie dagen van zijne laat-
»te ziekte, toen hij, geheel verlamd
üoch spreken, noch zich bewegen
ton, had hij alleen nog macht be
houden over zijne oogen, en wan
neer ik aan zijn bed stond, was
tijn blik onophoudelijk op mij ge
vestigd. Hij scheen mij letterlijk
im iets te smeeken, mijne bescher
ming in te roepen tegen een ge-
ta&iv. dat ik niet kende»
Misschien bedriegt ge u...
Neen, neen, protesteerde de
dokter op levendigen toon, ik ben
zeker van mijne zaak. En toen
d'Aigurande door eene beweging
te kennen gaf, dat hij het nog niet
recht kon gelooven, voegde Gor
don als tot zichzelven sprekend,
erbij Ik begrijp heel goed, dat u
geen geloof wil slaan aan dingen,
die u beschouwt als producten der
phantasie van een krankzinnige
maar de blik, die op mij gevestigd
was, werd soms ook gericht op de
andere aanwezigen en wanneer
u daar tegenwoordig geweest was,
meneer de staatsprocureur, dan
zou u verbaasd hebben gestaan
over de verandering, die er in dien
blik kwam. Er lag geene bede meer
in, neen, meneer de procureur,
ook geene bitterheid of medelij
den
Wat dan wat dan Zeg mij
les
In de eenzaamheid van mijn
kerker heb ik alle herinneringen
der laatste dagen zorgvuldig nage
gaan en ik moet beginnen te ver
halen van den dag af, dat deze
man, Savinien d'Alberon, in het
land kwam. Korten tijd na zijne
aankomst.was hij. met zijne nicht.
Helene in „Landepereuse", toen
ik hem tot het jonge meisje hoor
de zeggen nu ben ik hier en
ik zal hier blijven. Meer kon ik
niet hooren, want de beiden be
merkten, dat. ik ze gadesloeg. Deze
woorden hadden ongetwijfeld be
trekking op een onderhoud, dat
reeds vroeger had plaats gehad, op
een gemeenschappelijk ontworpen
plan. In deze veronderstelling
werd ik versterkt door het feit, dat
Savinien eenige maanden later
aanzoek om de hand van Richar-
dier's dochter deed. Richardier
vertelde me, dat Margarebe den
vrijer met een soort afschuw had
afgewezen. Dat was de eerste wree-
de teleurstelling, die ongetwijfeld
den grond heeft gelegd voor de
catastrophen, die later gevolgd
zijn.
Maar dat is alles zoo heel on
bepaald, zei de rechter. Hebt ge
me niets tastbaarders aan te wij
zen
Geduld maar geduld maar,
zei Vandale. En uitvoerig vertelde
hij verder. Hij begon met den te
genstand, welken de overleden Ri
chardier had geboden aan zijne
dochter, die den ziekelijken graaf
en.dions neef op hem hadden go^tknoopingspunt.,
maakt, welke motieven hij veron
derstelde, dat den eerste tot diens
aanzoek hadden geleid, en wat hij
had gedacht toen Richardier zoo
op het rechte oogenblik uit den
weg werd geruimd. Daarna kwam
hij op de laatste ziekte van Re-
naud, deelde mede hoe verdacht
hem het gedrag van Savinien ge-
durendo dc gansche ziekte van
diens neef was voorgekomen, hoe
hij den avonturier op de trap had
had ontmoet en zoowel bij de be
dienden oi) „Landepereuse" als
bij de oude meid op „Beuvron"
onderzoek had gedaan om gewaar
te worden of hij des nachts thuis
was geweest.
De staatsprocureur, die het lan
ge verhaal slechts nu en dan door
eenige korte opmerkingen had af
gebroken, en bij het schilderen van
de ontmoeting tusschen den dok
ter en Savinien in de doornen-
kloof onmiskenbare teekenen van
belangstelling had gegeven, vroeg
thans
Savinien d'Alberon is dus niet
thuis geweest?
Neen. Voor mij was sedert
alle twijfel verdwenen.
Dat is inderdaad een aan-
De meid heeft haren heer
stellig verteld, dat ik er geweest
wasmeneer d'Alberon weet, dat
ik hem verdenk, en daarom besloot
hij met ongehoorde brutaliteit mij
te beschuldigen, zooals ik het hem
had moeten doen. Voor hem was
er slechts één redmiddel hij
moest mij aanvallen. Daar hij
wat ik met wist te weten was
gekomen, wie ik was, zoo was ik
op genade of ongenade aan hem
overgeleverd, kon hij mij zonder
moeite uit den weg ruimen, zoo
dra hij bespeurde, dat hem van
mij gevaar dreigde.
In weerwil van alles kan ik
uwe meening, dat hij Renaud
d'Alberon gedood heeft, slechts
doelen, wanneer ge me kunt ver
klaren, welk belang hij er bij ge
had -mag hebben om zijn neef van
kant te maken.
Dat kan ik helaas niet. Hier
is een geheim, dat met een menig
te, mij onbekende gebeurtenissen
samenhangt. Tusschen het oogen-
bilk dat Renaud in gezelschap van
zijn neef bij me kwam, en het
tijdstip, waarop ik hem verlamd
vond, moet er iets bijzonders ge
beurd zijn. Maar wat het heeft
kunnen wezen, dat weet ik niet.
Als ik dat wist, zouden we zeker
den sleutel van 't geheele geheim
hebben.
Mogelijk is het wel ,slemde
de staatsprocureur toe, nadat hij
eene poos had nagedacht. Maar
zoolang wij dezen sleutel van het
geheim niet hebben gevonden,
moeten wij de veronderstelling,
dat Renaud door zijn neef ver
moord is, als geheel onhoudbaar
laten vallen. Als ik het door u aan
genomen punt van uitgang over
neem, dat wil zeggen, als ik even
als gij veronderstel, dat al dezo
listen en lagen slechts strekten om
het vermogen van Richardier in
handen te krijgen, dan moet ik
dit principe consequent tot de
fijnsto mazen van het weefsel uit
strekken. Naar mijne meening is
de stand der zaken deze. Door"het
huwelijk van Renaud met Marga-
rete Richardier was de familie
d'Alberon in 't bezit van Richar-
dier's halve vermogen gekomen;
die vermogen keert thans weer
naar de familie Richardier terug,
daar Renaud is overleden zonder
erfgenamen na te laten. Volgens
uwe meening zou dezo dood het
werk van Savinien zijn, dat wil
zeggen van. iemand, die er het