Oaze Betrekkiaggids. tiing van een uitstekend ambtenaar, flic zulks ten volle verdient. Do heer WALLER gelooft dat het. roorstcl thans overbodig is. Een per- loneele toelage komt wel degelijk ir. berekening bij eene eventueele pensi- Hineering. Spr. gelooft dat we veilig kunnen vachten, totdat de nieuwe pensioens- 'egeling in behandeling komt. De heer STOLP zegt, dat bij de pen- lionneering van den armcn-opzichtcr gebleken is, dat de personeele toelage tiiet gerekend werd. De VOORZ. zegt, dat de heer Ver meulen nu nog niet staat op de lijst ran degenen, die voor pensioen in Aanmerking komen. Hij heeft daarop hu nog geen recht. De personeele toe lage is niet 200 doch f 250. Dus is het voorstel niet juist. Do heer SCHRAM zegt, dat hij aan Ben heer Stolp gevraagd heeft hoe groot de toelage was en daarom er f 200 op heeft gezet Tevens zou spr. gaarne zien uitgemaakt of de heer Ver meulen op pensioen recht heeft. De VOORZ. antwoordt dat op het lijstje van do personen, die voor pen sioen in aanmerking komen, de heer Vermeulen niet voorkomt en men dus tene wijziging daarvan moet voorstel len. De heer KOOPMANS zegt, dat de fleer Vermeulen is ambtenaar van eene Instelling, die van gemeentewege be heerd wordt En hoewel hij geen recht heeft op pensioen, behoeft de heer V. zich toch niet ongerust te maken. Wan neer hem pensioen wordt verleend, krijgt hij hetzelfde als een gemeente ambtenaar ten deel valt De personeele bijdrage wordt dan medegerekend. De heer SCHRAM zal zijn voorstel niet handhaven, doch hoopt dat het college deze zaak nader zal overwegen en de heer Vermeulen op het lijstje zal geplaatst worden. De post wordt goedgekeurd. Volgn. 157. SUBSIDIE GROOTE GASTHUIS. De heer KRUSEMAN dient een amen dement in om eenigc posten over te brengen en f 50.000 naar de onvoorzie ne uitgaven te brengen. De heer HOFLAND vraagt nadere inlichting. De heer KRUSEMAN wil nu nog niet de subsidie doen vaststellen, doch eerst het schrijven van B. en W. afwachten. Dit is liet doel van zijn voorstel. Het voorstel wordt vervolgens met algemeene stemmen aangenomen. Volgn. 163. De VOORZITTER deelt mede, dat de post voor pensioenen moet vastge steld worden op 8700. Wordt goedgekeurd. Volgn. 172. KOSTEN VAN HET RECHTSKUNDIG ONDERZOEK. Dg heer GROOT stelt voor, die post van f 100 niet uit te trekken: er is nu reeds de heer van Styrum, misschien komen er nog andere rechtskundigen in. De heer STOLP zou gaarne zien dat deze post wat hoogcr werd gesteld. De heer HOFLAND zegt, dat wij llians geen gebrek hebben in onzen Raad aan rechtskundigen. En hoewel zij niet bepaald adviezen behoeven te geven, zijn zij toch altijd zoo bereidwillig geweest En daarom iacht spr. de post nu overbodig. De VOORZ. zegt dat een rechtskun dige in hoofdzaak is om het college ;van B. en W. bij te staan en daarom hadden E. en W. gemeend nu deze post te kunnen indienen, omdat zij dan ook niet altijd de rechtskundige coin- hiissie behoeven bijeen te roepen. Zonder stemming wordt de post goedgekeurd, Volgn. 189. BUITENGEWONE UITGAVEN VOOR PUBLIEKE WERKEN. De heer v. d. KAMP wijst op de nood zakelijkheid van urinoirs in het Noor derkwartier. Daar voor het westelijk gedeelte f 1200 wordt uitgetrokken voor deze post en ook in de overige kwartieren, stelt spr. voor de post met f 600 te verhoogen, voor het plaatsen 7an urinoirs in het noordelijk gedeelte. De heer DE BREUK zegt: wan neer de Raad besluit dat daar ook uri noirs moeten zijn, goed, maar dan inoct er geld voor wezen. De heer v. d. KAMP handhaaft zijn voorstel. Dit wordt in stemming ge bracht en aangenomen met één stem tegen, die van den heer Speelman. De heer MODOO wil f 1 voor school- baden zien uitgetrokken. B. en W. ver klaren zich hier niet tegen. De heer SCHüRMANN wenscht her opening der beraadslaging over post 144a, betreffende de subsidie aan de Ncd. Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid. Wordt goedgekeurd. De heer SCHüRMANN zegt dat de heer Von Saher indertijd gezegd heeft dat, toen een dame, die niet loepen kon, bij hem kwam, hij er geen assyl op nahield, welke zaait de Burgemees ter zou i nder/.oeken. Thans vraagt spr. hoe Let er mede staat. De VOORZ. antwoordt dat dit thans niet aan de orde is, doch zal hem in privé antwoorden. In behandeling komen de ontvang sten. Volgn. 27. MARKTGELDEN. De heer v. d. KAMP betreurt dat het voorstel van den heer Schürmann tot het heffen van marktgelden indertijd is ingetrokken. En de groothandelaren van de groentenmarLt achten het even eens billijk. Er zijn er die gaarne f 60 80 zouden willen geven voor eene goede, vaste plaats. Waar hier zooveel uitgaven zijn, is het derhalve niet ge motiveerd, dat wij aannemen wat wij krijgen kunnen. Tevens zou spr. gaar ne aan de markt eene andere plaatsing geven, waarmede aan de handelaren een groot genoegen zou worden ge daan. Ook wilde spr. de markten 's morgens doen houden. Spreker wil dan ook toevoegen aan deze post dat 1 worde uitgetrokken voor staangeld. De heer LEUPEN beweert ook dat de handelaren ook van de bloemen markt er niets tegen hebbea 6iaangeid te betalen. De VOORZ. antwoordt dat de markt gelden niet zijn geheven doordat de Kamer van Koophandel ongunstig ad viseerde. B. en W. zouden gaarne de markt tot bloei brengen. Wanneer door wijziging van het uur, de markt wordt bevorderd, zullen zij daarover geen bezwaar maken. Van ingekomen rap porten is op de markten van wanorde lijkheden geen sprake. De heer v. d. KAMP zegt dat de hoofdzaak van zijn betoog is het hef fen van marktgelden, hetgeen ook in kleinere gemeenten geschiedt. Tevens stelt spr. niet zooveel vertrouwen in de adviezen van de K. v. K. Het voorstel van den heer v. d. KAMP in stemming gebracht wordt aangenomen met 16 tegen 9 stemmen, die van de heeren Stolp, Kruseman (weth.), Sabelis, Willink, de Breuk, Ilugenholtz, Waller, Koopmans, Hof land en Van Styrum. De heer LEUPEN dient een amende ment in om voor de bloemmarkten ook f 1 uit te trekken. De heer LEUPEN zegt dat de bezoe kers der markten er zelf zeer voor zijn. De heer VAN STYRUM verklaart zich er tegen. Dit amendement wordt vervolgens in stemming gebracht en aangenomen met 11 stemmen tegen. Volgn. 46. De post betreffende de geldleening ter betaling van uitgaven voor buiten gewone werken wordt met J 600 ver hoogd. De heer WALLER zegt dat de post onvoorziene uitgaven nu bedraagt. f 64.903.39 1/2 en de begrooting in ont vangsten en uitgaven sluit tot een be drag van f 1,798.105,15. Thans deelt de VOORZITTER me de, dat hem bereikt een amendement van den heer WILLINK tot verhooging van den post voor een directeur der openbare werken met f 1000. Dit wordt genoegzaam ondersteund en in behandeling genomen. De heer WILLINK licht zijn amen dement nader toe. Misschien kunnen wij voor dezen be langrijken post wel goede sollicitanten krijgen voor f 4000, toeh gelooft spr., dat wij hier niet te zuinig moeten we zen. Iemand die berekeningen zal moe ten maken van gebouwen, waaraan inillioenen gepaard gaan, moet een flink salaris hebben. En daarom had spr. gemeend dat wij hier niet te zui nig moeten wezen en voorgesteld de post onvoorziene uitgaven met f 1000 te verhoogen. De heer v. d. KAMP zegt, dat nu be sloten is tot bpnoeming van zoo'n di recteur, hij veel gevoelt voor de mee ning van den heer Willink. Hij moet de baas over alles zijn, de verantwoor delijkheid dragen en -derhalve een flink salaris hebben. De heer KRUSEMAN (weth.) zegt dat deze directeur geenszins boven de directeuren van abattoir, gasfabriek en waterleiding zal komen te staan. Evenwel zou spr. het zeer aangenaam vinden dat een hooger salaris zoo mo gelijk beschikbaar zal worden gesteld. Voorloopig kan evenwel eene oproe ping voor f 4C00 gedaan worden. De hoer MODOO ral tegen het voor stel stemmen, omdat waaneer bepaald is dat de Raad tot f 5000 kan gaan, zich niemand voor f 4000 zal aanmel den. Wanneer evenwel voor f 4000 geen geschikt persoon te krijgen is, kan nog ec-n nader voorstel worden ingediend. De heer ROOG gelooft dat een sala ris van 4000 voor een Directeur van openbare werken tc weinig is en meent niet daarvoor een uitstekend ambte naar te kunnen krijgen. De heer SCHRAM motiveert zijn stem. De heer "WALLER wijst er op, dat bij de aanneming van dit voorstel de hoofdelijke omslag ook weder met f1000 moet worden verhoogd. Na al wat er nu gesproken is, weten B. en W. best hoe te handelen. Spr. ziet geen reden om het voorstel aan te nemen, wel om het niet aan te nemen, daar hij niet gaarne de post hoofd, omslag verhoog de. Ook voelt spr. veel voor het idéé van den heer Modoo. De heer SCHüRMANN is niet voor het voorstel van den heer Willink nu het in openbare behandeling is geko men. Wanneer eventueele sollicitan ten de couranten lezen, dan komt er voorzeker niemand voor 4000 sollici- teeren. De lieer WILLINK trekt zijn voor stel na het gehoorde in. De Begrooting in stemming gebracht wordt vervolgens aangenomen met al gemeene stemmen. Bij de rondvraag zegt de heer GROOT, dat hij het betreurt, dat de Ioonen en de diensturen der werklieden in dienst der gemeente resp. zoo laag en zoo lang zijn, en de Raad zoo bekrompen is om daarin geene verandering te brengen. Verder is bij den aanvang der vergadering medegedeeld dat een telegram van gelukwensch namens den Raad aan II. M. de Koningin bij Hare verloving was gezonden. Spr. wil nu bekennen, dat hij nimmer zal instem men met eene dergelijke huldebetui ging, omdat bij tegen het Koningshuis is. De VOORZITTER antwoordt, dat de laatste verklaring zeker met belang stelling vernomen, (gelach). Wat het eerste gezegde betreft, moet spr. ern stig protesteeren tegen de uitdrukking dat de Raad bekrompen is. Als voor zitter van dit college ontzeg ik den heer Groot bet recht woorden als die te bezigen. (Applaus.) De heer VAN TIIIEL zegt dat in het slot van de begrooting zoo weinig ver andering is gebracht, dat een woord van lof aan het Dagelijksch Bestuur niet mag worden onthouden, en in het bijzonder huldigt spr. den Voorzit ter, die zoo tactvol de zaak heeft be- handelt en deze moeilijke zitting ge- leid. (Applaus.) De VOORZITTER bedankt hierop voor deze welwillende woorden aan .het Dagelijksch bestuur en aan hem gericht. De heer HOFLAND zegt, dat als hij zich niet vergist, klonk het antwoord van den voorzitter inzake de laatste opmerking van den heer Groot, eenigs- zins ironisch. Mijne verklaring zal u misschien met nog meer belangstelling ontvangen en ook ironisch ontvan gen, toch wil ik zeggen, dat ik mij geheel aan de zijde van den heer Groot schaar. Wel gunt spr. het meisje het geluk, evenals aan een ander, toch kan hij niet instemmen met de manier waarop de zaak door den voorzitter is behandeld, die namens den Raad aan de Koningin eene huldebetuiging heelt gezonden, zonder dat de leden daarin gekend zijn. Dit acht spr. afkeurens waardig. De heer v. d. KAMP wijst er op, dat de gemeente binnenkort zal gaan doen, wat aan particulieren verboden is, nl. het verzamelen van mest in niet over dekte ruimten. Op. de belt wordt mest verzameld in een kuil, zonder dat deze door een dam wordt afgezet; daar wordt een faecaliënput gemaakt., die met het oog op de gezondheid niet in het belang der gemeente kan zijn. Spr. zou de eerste overdekte compostput daarvoor willen gebruiken. Indien het is geschied op advies van van Ulden, dan is hij mij zeer tegengevallen. De heer DE BREUK antwoordt, dat die tijdelijke put gebruikt wordt alleen in uitersten nood, wanneer de over dekte compostput vol is. De heer DE BRAAI# dringt nog aan op een spoedig woning-onderzoek. Hierna gaat de Raad in geheime zit ting over. Gemengd JNieuws. Malaria en muskieten. Wij lezen in „Eigen Haard' Eenige maanden geleden werd in de dagbladen medegedeeld, dat twee Lon- densche geneesheeren, dr. Low en dr. Sambon, zich hadden op reis begeven met het doel, om van Mei tot het einde van October te gaan doorbrengen in de Romeinsche Cainpagna, een streek waar, om zoo te zeggen, niemand één nacht kon vertoeven, zonder door ma laria van dc kwaadaardigste soort te worden aangetast. Zij zouden geen kinine of eenig ander voorbehoedend geneesmiddel gebruikenalleen, zou den zij overnachten in een hut, die muskieten-vrij was. Want wat zij wil den uitmaken was, in hoeverre de ma laria door muskieten wordt aange bracht: en deze insckten voeden zich, naar men weet, uitsluitend bij naclit. Nu verhaalt ons het „British Medi cal Journal", dat de proef volkomen gelukt is. Den 13en September bezocht prof. Grassi, in gezelschap van ver scheidene andere wetenschappelijke mannen, de Campagna-bewoners en getuigde omtrent den uitslag van hun onderzoek telegraphisch het volgende aan dr. Manson, den man, die het eerst op het denkbeeld kwam dat er causaal- verband bestaat tusschen malaria en de muskieten. „Te zamen gekomen in de Engelsche, muskieten-vrije hut en na ons te heb ben overtuigd van de volmaakte ge zondheid der bewoners, onder een door malaria aangetaste bevolking, groet ik ur. Manson, die het eerst de niuskito- malarische theorie formuleerde. GrassL" In het „British Medical Journal" be spreekt de heer Elwes dit onderwerp en wijst op de noodzakelijkheid van een door het Indisch gouvernement in te stellen onderzoek naar de omstan digheden, waaronder muskieten geen malaria veroorzaken. Toen hij eenige jaren geleden in een door malaria zeer bezochte streek deel uitmaakte van een gezelschap jagers, behoedde hij zich tegen de muskieten door zich tot na zonsopgang door mus kieten-gordijnen te beschermen en zoo spoedig rnpgelijk, nadat de duisternis gevallen was, daar weer onder te krui pen. Twee van de vier Europeanen, die aan den tocht deelnamen en bijna alle inboorlingen, die geen voorzorgen namen, leden zoozeer aan malaria, dat men na drie weken niet verder kon trekken. Bij die gelegenheid merkten wij op, dat er van veertien tot achttien dagen verliepen tusschen de infectie en het uitbreken van harde koorts. Toch zijn er streken in oostelijk Ben galen waar de muskieten zeer talrijk en vervelend zijn en waar in den regel malaria niet sterk heerscht. Zoo in Dac ca, de eenige plaats waar ik een gan- schen nacht door die insecten uit den slaap werd gehouden en waar ik, schoon ik in Assam zeer aan koorts geleden had, daarvan niet den minsten last had. Men kan niet genoeg aandringen op de wenschelijkheid dat zij, die verant woordelijk zijn voor de gezondheid van soldaten en anderen, wier plicht hun gebiedt in door malaria bezochte stre ken te vertoeven, zoo spoedig mogelijk het eens worden over voorbehoedmid delen, die men tegen dit kwaad heeft te nemen. Anierikaacsche verkiesings- praktijken. Uit New-Y'ork wordt gemeld: „Gevraagd: Jonge actrices voor een tournée in vaudevilles en jongelieden voor het Ilollandschc blijspel en ne gerliederen. Eerste klasse salarissen voor een reis naar het westen en borg tocht voor langen tijd. Deze zonderlinge advertentie in een New-Yorksch blad trok voor kort vele artiesten, die op een winter-engage ment hoopten. Zij vonden mr. Skin ner, een grooten man met forsche snor, een „rough-rider-hoed, een leeren hor logeketting, zware kalfsleeren laarzen en een stem, die alle cowboys in den omtrek van vijf mijlen zou kunnen comm andeeren. „Het betreft geen eigenlijk comedie- spel, maai" politiek," verklaarde hij, het is voor de verkiezingen van W. A. Clark in den senaat van Montana en; van Bryan tot president der Vereenig- de Staten. Wij bereizen den staat Mon-, tana van 1 October tot den verkiezings dag in November, en elk lied, elke dans, elke mop, die daar ten beste zal wor den gegeven, is voor Clark en Bryan. Het door Skinner te New-York sa mengesteld gezelschap maakt nu fei lelijk een politieke verkiezingsreis door Montana. De tekst en de muziek der liederen, alsmede de in deu dialoog voorkomende moppen zijn door schrij vers van erkende reputatie geschreven met het doel, geestdrift voor Bryan en den koperkoning te wekken. Daar de voorstellingen gratis gegeven worden, moeten in elke stad, waar het gezel schap speelt, honderden wegens plaats gebrek afgewezen worden. Clark's „show"' zal hem 100,000 dollar kosten. Na elke voorstelling wordt „gestemd"; natuurlijk is bet publiek eenstemmig voor Clark en Bryan, en ongetwijfeld wordt door deze manoeuvre een deel der stemmen werkelijk gewonnen. Voorts heeft Bryan zelf sedert Sep tember de mode ingevoerd, de platte- landsdistricteu in een automobiel tc be reizen. Dit denkbeeld is natuurlijk da delijk algemeen toegepast. Duizenden automobielen zijn tot liet einde van den verkiezingsstrijd gehuurd, waar mee de sprekers de twijfelachtige sta ten bereizen. Ook de vrouwen, die ditmaal meer deelnemen aan de verkiezingen, ko men op de zonderlingste invallen. Alice Wilson,die voor de republikeinen India na bereist, rijdt op een me 11cwit paard en zingt en spreekt van uit het zadel. In Kansas beweert Jane Brown, een tweede jonkvrouw van Orleans te zijn; zij beschrijft hare vizoenen voor geest driftige populisten. Een vrouw uit Co lorado heeft een beer geleerd, uit een alphabet met een stok de letters van Bryan's naam aan te wijzen, ze krijgt daarvoor van het democratische comi té een behoorlijk salaris. Mrs. Sprague, een vrouwelijke beambte der Indiana „Womans Christian Temperance Uni on," organiseerde onlangs een gebed sneeuwbal tegen Mc. Kinley, in dezen vorm, dat elke persoon, die bad, dat hij de nederlaag zou lijden, ook ande re personen moest bewegen hetzelfde te doen. a e a „veenlijk" van 15 sen wen. Den 29en Mei van dit jaar werd in het Damendorfcr veenmoc-ras, Kreis Eekernförde, in Sieeswijk, een lijk ge vonden dat van zeer ouden datum scheen te zijn en bijzonder goed ge conserveerd bleek. Het lijk is onder zocht door de directrice van het Slees- wijk-Holsteinische museum van va- derlandsche oudheden, professor mej. Mestorf en door dr. Grotriandit on derzoek heeft het volgende opgeleverd In den loop des tijds hebben de veen- planten haar wortels-door de huid van het lijk geboord, daarna door het inge wand van borst- en huikholte en ein delijk ook in bet vastere spierweefsel. Voorts heeft het binnendringende wa ter de kaikzouten aan de beenderen onttrokken zoodat deze zich nu in vochtigen toestand laten snijden als gummi Daarentegen heeft het veen- water conserveerend gewerkt op het bindweefsel zoodat het lichaam onder den druk van het veen weliswaar is saamgeperst tot niet meer dan 1 4 cM dikte maar, evenals een silhouet, de oorspronkelijke omlijning geheel hceii behouden. B:j het lijk zijn kleedingstukken ge vonden een mantel van fijne, bewon derenswaardig geweven wol met ge ruit patroon en sierlijk geweven kant (de kleur van den mantel is, nu al thans, donkerbruin), voorts een broek, waarvan de naden geheel zijn verteerd, twee voetbanden, twee leeren schoc-nen en een leeren gordel. Uit den aard van die kleeding maakt men op, dat het lijk moet dagteekenen van den tijd tus schen 200 en 400 n. C. Het haar is thans bruinrood en zeer goed geconserveerd. De lichaams lengte is 1.74 M. Dr. Gri trian meent dat deze persoon zeer goed gebouwd is geweest en krach tiger dan de tegenwoordige marine artilleristen en marine-stokers waar voor de gezondste en sterkste mannen worden gekozen. Dit is het negende ..veerdijk" dat in Sleeswijk-Holstein is gevonden. Jut land heeft er vier, Funen één, Falster twee en Hannover vier geleverd. Een kogelbliksem. liet zeldzame verschijnsel van een kogelbliksem heeft zich bij een zwaar onweder a'oor eenige dagen in het Wurtemburgsche dorp Kohlberg voor gedaan. Een groote vuurkogel danste op straat rond, rolde daarna onder sterk gesis een zijstraat in en verdween on der gesis in den grond, een sterke zwa velreuk achterlatend. De verschrikte toeschouwers waren bijna verdoofd van den onaangenamen reuk. Eenige schade wera aoor aen Eogi mei aan gericht. Deze gebeurtenis herinnert aan een voor elf jaren in Friedrichshafen waar genomen kogelbliksem. Toenmaals (den 13 Juli 1889) sloeg een gewone bliksemstraal weinige schreden voor Koning Karei van Wurtemberg, die< zich op de .waranda voor zijn arbeids kamer bevond, in het slotpark te Fried- richshafen in gelijktijdig vertoonde zich op den grond een groote vurige kogel, die zich knetterend voortbewoog en na eenige seconden in het grasperk voor het slot verdween. Veilirag- in hei Verkoopt. „De Gouden Leeuw op Zaterdag 27 Oei. 1000. No. 1. Een winkelhuis en erve aan de oostzijde van de Groote Houtstraat, get. no. 73, groot 66 cA. No. 24. Drie perceel en bouwterrein aan de Zuidzijde van de Boerensteeg. No. 2 groot 33 cA., no. 3 groot 33 cA, no.-4 groot 34 cA. No. 5. Tot amotie de gebouwen get. no. 2*4, staande op de perceelen no. 2-4. No. 25. eerst ieder afzonderlijk, daarna no. 24 tezamen, en eindelijk no. 25 te zamen. No. 6. Een winkelhuis en erve aan de noordzijde van de Zijlstraat, get. no. 33, groot 38 cA. No. 7. Een winkelhuis, en erve aan de noordzijde van de Zijlstraat, hoek Peperstraat, get no. 7> «n-oot 63 cA No. 8. Een huis en erve aan de zuid zijde van de Botermarkt, get no. 6, groot 1 are 5 cA. No. 911. Drie huizen en erven met tuintjes, aan de westzijde van de Gasthuisstraat, no. 9, get no. 20 groot groot 39 cA., no. 10, get. no. 20 groot 36 cA. no. 11 get no. 18 groot 92 cA. No. 12. Een nnrceel tuingrond aan de Noordzijde van de Boerensteeg l groot 42 cA No. 912 eerst ieder afzonderlijk, daarna no. 910 te zamen: vervolgens no. 11 en 12 te zamen en eindelijk no. 12 te zamen. No. 13. Een huis met pakhuis, erve e nluin aan de noordzijde van de Leid- schestraat, get no. 33 zwart en rood, groot 1 are 40 cA. No. 1-4. Een heerenhuis en erve met groote tuin aan de Baan, get. no. 13 groot 4 are, 34 cA. No. 15. Een huis en erve met tuin aan de Gedempte Oudegracht, get. no "*2. groot 1 are 27 cA. No. 16—20. Vijf huizen en erven met tuinen aan de-Gedempte Vondelsgracht no. 16, get. no. 57 groot 1 are 5 cA., no. 17, get. 17, get. no. 55, groot 93 cA., no. 18 get no. 53, groot 94 cA. no. 19. get no. 51. grcot 95 cA. No. 20 get. no. 49 groot 98 cA No. 21. Een pakhuis en erve aan de westzijde van do Palmstraat get. no. 14, groot 30 cA. No. 22. Een winkelhuis met 2 afzon derlijk opgaande bovenwoningen en erven aan de zuidzijde van de Barend - sestraat, hoek Palmstraat get. no. 52 zwart en rood. Groot 1 are 5 cA., No. 21 en 22 eerst ieder afzonderlijk en daarna gecombineerd. No. 23. Een heerenhuis en erve aan de oostzijde van het Spaarne, get, no. 53. groot 1 are 34 cA. No. 24. Een winkelhuis en erve aan de westzijde van het Spaarne, get. no. 53. oroot 1 are 334 cA. No. 24. Een winkelhuis en erve aan de westzijde van de Kleine Houtstraat get. no. 124 «root 89 cA Aan Geabonneerden op dit blad en hunne huisgenooten worden aan onze bureaux, Gebouw „Het Spaarne", Kampersingel 70, op aanvrage de adressen medegedeeld, waar deze be trekkingen zijn te bevragen. Abonné's buiten Haarlem, ontvangen inlichting tegen toezending van postzegel. 96. Voor een fabriek van witte goe deren (lingerie) wordt gevraagd een agent met vele relaties die 't goheele land bezoekt. 97. Gevraagd voor een stoom-rijst- pellerij in het buitenland een molen baas (meesterknecht) volkomen op de hoogte van het pellen en glanzeD vai? rijst. 98. Amanuensis bij het onderwijs in natuurwetenschappen gevraagd aan een Rijks Hoogere Burgerschool mef 1 Januari e. k. 99. Wordt verlangd te Arnhem, bij een kindje van 5 maanden eene kin- der juffrouw, P. G., goed kunnende naaien, mazen en strijken. 100. Gevraagd een flinke werkmeid, van goede getuigen voorzien. Daarvoor was geen beter middel dan zich den schijn te geven, als of ze in dit huwelijk toestemde, waaraan ze zich op het beslissende oogenblik nog altijd kon terugtrek ken. Op dat oogenblik zou de smart van Martial worden opgewogen door de ontzetting, welke hem zou vervullen, wanneer men hem met de misdaden bekend maakte. Martial had de handen van het jonge meisje gegrepen, 't welk thans tot hem zeide Ik moet de bezwaren, welke ik vroeger inbracht, heden her halen. Ik heb ze vroeger niet mijne aandacht waardig gekeurd en doe het ook heden niet; ik verlang niets anders van u dan een klein weinig liefde. Als ge mij eerst na der kent, zal het mij, hoop ik, ge lukken uwe gansche liefde te win nen. Helene drukte zaohtkens zijne hand en hij ging glimlachend voortIs dit eene belofte, een ant woord? Ja, antwoordde zij, hot is jene belofte. Martial werd door overmaat van geluk bleek, maar de handen van net jonge meisje, die hij aam zijne ilippen bracht, waren ijskoud en beefden, zoodat hij ongerust vroeg: Wat scheelt- je, Helene? Ben je niet wel Ze schudde zwijgend het hoofd. Tusschen haar en den armen jon gen man, dien ze dus bedroog, was opeens voor haar oog het gelaat van Noël Labarthe verschenen. De zen had ze bedrogen door hem te doen gelooven, dat ze hem niet liefhadnu bedroog zo Martial door hem te laten hopen, dat ze hem zou beminnen, cm ze leed vreeselijk onder deze dubbele leu gen. Savinien, die haar onafgebroken gadesloeg, ried, wat er omging in haar binnenste en hij haastte zich om haar te hulp te komen. Helene heeft lang strijd ge voerd met zichzelve, Martial, eer ze u haar* hart openbaarde, zei hij, en heel dikwijls was ik de getuige van dezen strijd. Ge moogt daar om niet verbaasd staan, dat ze, niet in staat haar hart langer te bedwingen, nu zoo opgewonden is. Ook al te groote vreugde kan pijn doen. Is dat waar, Helene? vroeg hij nameloos gelukkig. Niet in staat langer te aan, was ze gaan zitten, en nu viel hij voor haar op de knieën,terwijl Savi nien bescheiden het vertrek ver liet. Hij was zoo zeker van zijne zaak, dat hij niet eens aan de deur probeerde te luisteren, maar eene sigarette aanstak en eene wande ling deed. Helene, sprak Martial, ik kan mijn geluk nog niet vatten He lene, zeg het me, opdat ik al deze schoone dingen niet voor een droom houde. Helene, is het waar, dat je de mijne wilt worden? Zonder op zijne vraag te ant woorden, voegde ze hem toe: Het ware voor u en voor mij beter geweest, wanneer we elkan der nooit hadden leeren kennen. En 't ware beter, wanneer ge mij wildet vergeten en gelooven, dat ik dood was. Helene, ik zou je verlaten, zou je vergeten, in weerwil dat je mij liefhebt Ja. Dat zal nooit gebeuren! Je vrees is kinderachtig, Helene Wij beiden zullen gelukkig zijn. Ik verlang verder niets van je dan dat je mij wat liefhebt. Al 't an dere is mijne zaak. Ze waagde het niet langer hem ongerust te maken, en diep be droefd moest ze nu luisteren naar al die schitterende plannen voor de toekomst, welke hij in de vreugde zijns harten ontwierp. Eiken dag maakte men nu plan nen voor de toekomst en weldra verspreidde zich overal het ge rucht, dat er binnen niet al te lan gen tijd op „Landepereuse" brui loft gevierd zou worden. Het gerucht drong natuurlijk ook door tot het oor van Noël Labarthe, die er in den beginne geen geloof aan wilde slaan. Zou het mogelijk wezen, dat Helene in enkele wei nige dagen de liefde, die ze hem had bekend, vergeten had? Dat eene verbintenis tusschen haar en Noël door de inhechtenisneming van Jean Vandale buitengewoon moeilijk tot stand te brengen was geworden, dat begreep hij immers zelf wel, maar dat Helene bijna onmiddellijk na het onderhoud met hem vrijwillig zou besluiten om de echtgenoote van een ander te worden, dat kon hij niet gelooven. En toch moest hij het gelooven, en op zekeren dag was er geen twij fel meer mogelijk, want de verlo ving was offi,cieel gepubliceerd. Noël gevoelde zich op het punt van krankzinnig te worden. Wat moest dat beteekenen Hij was dus wer kelijk de speelbal van dit jonge meisje geweest? De liefde voor hem was maar gehuicheld Ze had door haar spel alleen den hartstocht van Martial willen aanwakkeren door hem jaloersch te maken? Nu ze haar doel bereikt had, aarzelde ze niet om zich van Noël als van een onnut werktuig te ontdoen 1 Telkens drongen deze gedachten zich weer aan hem op, en, toornig geworden, zon hij op wraak. Hij zocht Helene te treffen, maar deze raadde zeker hoe boos en op gewonden hij was, want ze ver meed elke ontmoeting met hem. In zijn vrijen tijd, als hij Orle ans slechts voor eenige uren kon verlaten, begaf hij zich niet naar Blois, om Jean Vandale te troos ten, van wien hij van tijd' tot tijd zeer treurige brieven kreeg, maai' hij waarde in den omtrek van „Lande-pereuse" rond, waar hij hei slot bespiedde en de uit- en in gaande personen opnam. Maar noch hier noch in „Beuvron" kon hij het beminde meisje ooit te zien krijgen. Hij waagde het niet het slot binnen te treden, en op ze keren avond wilde hij juist weer onverrichter zake huiswaarts kee- ren, toen hij haar opeens voor zich zag staan. Ze had de oogen naar den grond gericht en een doode- lijke bleekheid bedekte haar schoon gelaat, toen hij op harts tochtelijken toon begon Ge zijt eene leugenaarster eene ellendige bedriegster i Noël lieve Noël I zei ze zacht. Ge hebt een schandelijk spel met mij gespeeld, waardoor ik mij jammerlijk liet misleiden. Ge hadt geen ander doel dan gehuwd te worden, maar niet door een recht schapen man, die u zou bemind hebben zonder u rijk te maken, maar door een man, die vorstelij ke rijkdommen aan uwe voeten kon leggenIk veracht u zoo diep mogelijk. En daar ze nog altijd den mond niet open deed, schud de hij haar ruw bij den arm heen en weer en beet haar toe: maar antwoord dan toch Wat moet ik u antwoorden? Ge zult mij bekennen, dat ge mij bedrogen hebt 1 Ja, ik heb u bedrogen I zei ze. Ge hebt slechts een stuk speelgoed in mij gezien (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 6