Oaze Betrekkiaggids.
tiing van een uitstekend ambtenaar,
flic zulks ten volle verdient.
Do heer WALLER gelooft dat het.
roorstcl thans overbodig is. Een per-
loneele toelage komt wel degelijk ir.
berekening bij eene eventueele pensi-
Hineering.
Spr. gelooft dat we veilig kunnen
vachten, totdat de nieuwe pensioens-
'egeling in behandeling komt.
De heer STOLP zegt, dat bij de pen-
lionneering van den armcn-opzichtcr
gebleken is, dat de personeele toelage
tiiet gerekend werd.
De VOORZ. zegt, dat de heer Ver
meulen nu nog niet staat op de lijst
ran degenen, die voor pensioen in
Aanmerking komen. Hij heeft daarop
hu nog geen recht. De personeele toe
lage is niet 200 doch f 250. Dus is het
voorstel niet juist.
Do heer SCHRAM zegt, dat hij aan
Ben heer Stolp gevraagd heeft hoe
groot de toelage was en daarom er
f 200 op heeft gezet Tevens zou spr.
gaarne zien uitgemaakt of de heer Ver
meulen op pensioen recht heeft.
De VOORZ. antwoordt dat op het
lijstje van do personen, die voor pen
sioen in aanmerking komen, de heer
Vermeulen niet voorkomt en men dus
tene wijziging daarvan moet voorstel
len.
De heer KOOPMANS zegt, dat de
fleer Vermeulen is ambtenaar van eene
Instelling, die van gemeentewege be
heerd wordt En hoewel hij geen recht
heeft op pensioen, behoeft de heer V.
zich toch niet ongerust te maken. Wan
neer hem pensioen wordt verleend,
krijgt hij hetzelfde als een gemeente
ambtenaar ten deel valt De personeele
bijdrage wordt dan medegerekend.
De heer SCHRAM zal zijn voorstel
niet handhaven, doch hoopt dat het
college deze zaak nader zal overwegen
en de heer Vermeulen op het lijstje
zal geplaatst worden.
De post wordt goedgekeurd.
Volgn. 157.
SUBSIDIE GROOTE GASTHUIS.
De heer KRUSEMAN dient een amen
dement in om eenigc posten over te
brengen en f 50.000 naar de onvoorzie
ne uitgaven te brengen.
De heer HOFLAND vraagt nadere
inlichting.
De heer KRUSEMAN wil nu nog niet
de subsidie doen vaststellen, doch eerst
het schrijven van B. en W. afwachten.
Dit is liet doel van zijn voorstel.
Het voorstel wordt vervolgens met
algemeene stemmen aangenomen.
Volgn. 163.
De VOORZITTER deelt mede, dat
de post voor pensioenen moet vastge
steld worden op 8700.
Wordt goedgekeurd.
Volgn. 172.
KOSTEN VAN HET RECHTSKUNDIG
ONDERZOEK.
Dg heer GROOT stelt voor, die post
van f 100 niet uit te trekken: er is nu
reeds de heer van Styrum, misschien
komen er nog andere rechtskundigen
in.
De heer STOLP zou gaarne zien dat
deze post wat hoogcr werd gesteld.
De heer HOFLAND zegt, dat wij
llians geen gebrek hebben in onzen
Raad aan rechtskundigen.
En hoewel zij niet bepaald adviezen
behoeven te geven, zijn zij toch altijd
zoo bereidwillig geweest En daarom
iacht spr. de post nu overbodig.
De VOORZ. zegt dat een rechtskun
dige in hoofdzaak is om het college
;van B. en W. bij te staan en daarom
hadden E. en W. gemeend nu deze
post te kunnen indienen, omdat zij dan
ook niet altijd de rechtskundige coin-
hiissie behoeven bijeen te roepen.
Zonder stemming wordt de post
goedgekeurd,
Volgn. 189.
BUITENGEWONE UITGAVEN VOOR
PUBLIEKE WERKEN.
De heer v. d. KAMP wijst op de nood
zakelijkheid van urinoirs in het Noor
derkwartier. Daar voor het westelijk
gedeelte f 1200 wordt uitgetrokken
voor deze post en ook in de overige
kwartieren, stelt spr. voor de post met
f 600 te verhoogen, voor het plaatsen
7an urinoirs in het noordelijk gedeelte.
De heer DE BREUK zegt: wan
neer de Raad besluit dat daar ook uri
noirs moeten zijn, goed, maar dan
inoct er geld voor wezen.
De heer v. d. KAMP handhaaft zijn
voorstel. Dit wordt in stemming ge
bracht en aangenomen met één stem
tegen, die van den heer Speelman.
De heer MODOO wil f 1 voor school-
baden zien uitgetrokken. B. en W. ver
klaren zich hier niet tegen.
De heer SCHüRMANN wenscht her
opening der beraadslaging over post
144a, betreffende de subsidie aan de
Ncd. Maatschappij ter Bevordering
van Nijverheid.
Wordt goedgekeurd.
De heer SCHüRMANN zegt dat de
heer Von Saher indertijd gezegd heeft
dat, toen een dame, die niet loepen
kon, bij hem kwam, hij er geen assyl
op nahield, welke zaait de Burgemees
ter zou i nder/.oeken. Thans vraagt spr.
hoe Let er mede staat.
De VOORZ. antwoordt dat dit thans
niet aan de orde is, doch zal hem in
privé antwoorden.
In behandeling komen de ontvang
sten.
Volgn. 27.
MARKTGELDEN.
De heer v. d. KAMP betreurt dat het
voorstel van den heer Schürmann tot
het heffen van marktgelden indertijd
is ingetrokken. En de groothandelaren
van de groentenmarLt achten het even
eens billijk. Er zijn er die gaarne f 60
80 zouden willen geven voor eene
goede, vaste plaats. Waar hier zooveel
uitgaven zijn, is het derhalve niet ge
motiveerd, dat wij aannemen wat wij
krijgen kunnen. Tevens zou spr. gaar
ne aan de markt eene andere plaatsing
geven, waarmede aan de handelaren
een groot genoegen zou worden ge
daan. Ook wilde spr. de markten 's
morgens doen houden. Spreker wil
dan ook toevoegen aan deze post dat
1 worde uitgetrokken voor staangeld.
De heer LEUPEN beweert ook dat
de handelaren ook van de bloemen
markt er niets tegen hebbea 6iaangeid
te betalen.
De VOORZ. antwoordt dat de markt
gelden niet zijn geheven doordat de
Kamer van Koophandel ongunstig ad
viseerde. B. en W. zouden gaarne de
markt tot bloei brengen. Wanneer door
wijziging van het uur, de markt wordt
bevorderd, zullen zij daarover geen
bezwaar maken. Van ingekomen rap
porten is op de markten van wanorde
lijkheden geen sprake.
De heer v. d. KAMP zegt dat de
hoofdzaak van zijn betoog is het hef
fen van marktgelden, hetgeen ook in
kleinere gemeenten geschiedt. Tevens
stelt spr. niet zooveel vertrouwen in
de adviezen van de K. v. K.
Het voorstel van den heer v. d.
KAMP in stemming gebracht wordt
aangenomen met 16 tegen 9 stemmen,
die van de heeren Stolp, Kruseman
(weth.), Sabelis, Willink, de Breuk,
Ilugenholtz, Waller, Koopmans, Hof
land en Van Styrum.
De heer LEUPEN dient een amende
ment in om voor de bloemmarkten ook
f 1 uit te trekken.
De heer LEUPEN zegt dat de bezoe
kers der markten er zelf zeer voor zijn.
De heer VAN STYRUM verklaart
zich er tegen.
Dit amendement wordt vervolgens
in stemming gebracht en aangenomen
met 11 stemmen tegen.
Volgn. 46.
De post betreffende de geldleening
ter betaling van uitgaven voor buiten
gewone werken wordt met J 600 ver
hoogd.
De heer WALLER zegt dat de post
onvoorziene uitgaven nu bedraagt.
f 64.903.39 1/2 en de begrooting in ont
vangsten en uitgaven sluit tot een be
drag van f 1,798.105,15.
Thans deelt de VOORZITTER me
de, dat hem bereikt een amendement
van den heer WILLINK tot verhooging
van den post voor een directeur der
openbare werken met f 1000.
Dit wordt genoegzaam ondersteund
en in behandeling genomen.
De heer WILLINK licht zijn amen
dement nader toe.
Misschien kunnen wij voor dezen be
langrijken post wel goede sollicitanten
krijgen voor f 4000, toeh gelooft spr.,
dat wij hier niet te zuinig moeten we
zen. Iemand die berekeningen zal moe
ten maken van gebouwen, waaraan
inillioenen gepaard gaan, moet een
flink salaris hebben. En daarom had
spr. gemeend dat wij hier niet te zui
nig moeten wezen en voorgesteld de
post onvoorziene uitgaven met f 1000
te verhoogen.
De heer v. d. KAMP zegt, dat nu be
sloten is tot bpnoeming van zoo'n di
recteur, hij veel gevoelt voor de mee
ning van den heer Willink. Hij moet
de baas over alles zijn, de verantwoor
delijkheid dragen en -derhalve een
flink salaris hebben.
De heer KRUSEMAN (weth.) zegt
dat deze directeur geenszins boven de
directeuren van abattoir, gasfabriek
en waterleiding zal komen te staan.
Evenwel zou spr. het zeer aangenaam
vinden dat een hooger salaris zoo mo
gelijk beschikbaar zal worden gesteld.
Voorloopig kan evenwel eene oproe
ping voor f 4C00 gedaan worden.
De hoer MODOO ral tegen het voor
stel stemmen, omdat waaneer bepaald
is dat de Raad tot f 5000 kan gaan,
zich niemand voor f 4000 zal aanmel
den. Wanneer evenwel voor f 4000 geen
geschikt persoon te krijgen is, kan nog
ec-n nader voorstel worden ingediend.
De heer ROOG gelooft dat een sala
ris van 4000 voor een Directeur van
openbare werken tc weinig is en meent
niet daarvoor een uitstekend ambte
naar te kunnen krijgen.
De heer SCHRAM motiveert zijn
stem.
De heer "WALLER wijst er op, dat
bij de aanneming van dit voorstel de
hoofdelijke omslag ook weder met f1000
moet worden verhoogd. Na al wat er
nu gesproken is, weten B. en W. best
hoe te handelen. Spr. ziet geen reden
om het voorstel aan te nemen, wel om
het niet aan te nemen, daar hij niet
gaarne de post hoofd, omslag verhoog
de. Ook voelt spr. veel voor het idéé
van den heer Modoo.
De heer SCHüRMANN is niet voor
het voorstel van den heer Willink nu
het in openbare behandeling is geko
men. Wanneer eventueele sollicitan
ten de couranten lezen, dan komt er
voorzeker niemand voor 4000 sollici-
teeren.
De lieer WILLINK trekt zijn voor
stel na het gehoorde in.
De Begrooting in stemming gebracht
wordt vervolgens aangenomen met al
gemeene stemmen.
Bij de rondvraag zegt de heer GROOT,
dat hij het betreurt, dat de Ioonen en
de diensturen der werklieden in dienst
der gemeente resp. zoo laag en zoo
lang zijn, en de Raad zoo bekrompen
is om daarin geene verandering te
brengen. Verder is bij den aanvang
der vergadering medegedeeld dat een
telegram van gelukwensch namens den
Raad aan II. M. de Koningin bij Hare
verloving was gezonden. Spr. wil nu
bekennen, dat hij nimmer zal instem
men met eene dergelijke huldebetui
ging, omdat bij tegen het Koningshuis
is.
De VOORZITTER antwoordt, dat de
laatste verklaring zeker met belang
stelling vernomen, (gelach). Wat het
eerste gezegde betreft, moet spr. ern
stig protesteeren tegen de uitdrukking
dat de Raad bekrompen is. Als voor
zitter van dit college ontzeg ik den
heer Groot bet recht woorden als die
te bezigen. (Applaus.)
De heer VAN TIIIEL zegt dat in het
slot van de begrooting zoo weinig ver
andering is gebracht, dat een woord
van lof aan het Dagelijksch Bestuur
niet mag worden onthouden, en in
het bijzonder huldigt spr. den Voorzit
ter, die zoo tactvol de zaak heeft be-
handelt en deze moeilijke zitting ge-
leid. (Applaus.)
De VOORZITTER bedankt hierop
voor deze welwillende woorden aan
.het Dagelijksch bestuur en aan hem
gericht.
De heer HOFLAND zegt, dat als hij
zich niet vergist, klonk het antwoord
van den voorzitter inzake de laatste
opmerking van den heer Groot, eenigs-
zins ironisch. Mijne verklaring zal u
misschien met nog meer belangstelling
ontvangen en ook ironisch ontvan
gen, toch wil ik zeggen, dat ik mij
geheel aan de zijde van den heer Groot
schaar. Wel gunt spr. het meisje het
geluk, evenals aan een ander, toch
kan hij niet instemmen met de manier
waarop de zaak door den voorzitter is
behandeld, die namens den Raad aan
de Koningin eene huldebetuiging heelt
gezonden, zonder dat de leden daarin
gekend zijn. Dit acht spr. afkeurens
waardig.
De heer v. d. KAMP wijst er op, dat
de gemeente binnenkort zal gaan doen,
wat aan particulieren verboden is, nl.
het verzamelen van mest in niet over
dekte ruimten. Op. de belt wordt mest
verzameld in een kuil, zonder dat deze
door een dam wordt afgezet; daar
wordt een faecaliënput gemaakt., die
met het oog op de gezondheid niet in
het belang der gemeente kan zijn. Spr.
zou de eerste overdekte compostput
daarvoor willen gebruiken. Indien het
is geschied op advies van van Ulden,
dan is hij mij zeer tegengevallen.
De heer DE BREUK antwoordt, dat
die tijdelijke put gebruikt wordt alleen
in uitersten nood, wanneer de over
dekte compostput vol is.
De heer DE BRAAI# dringt nog aan
op een spoedig woning-onderzoek.
Hierna gaat de Raad in geheime zit
ting over.
Gemengd JNieuws.
Malaria en muskieten.
Wij lezen in „Eigen Haard'
Eenige maanden geleden werd in de
dagbladen medegedeeld, dat twee Lon-
densche geneesheeren, dr. Low en dr.
Sambon, zich hadden op reis begeven
met het doel, om van Mei tot het einde
van October te gaan doorbrengen in de
Romeinsche Cainpagna, een streek
waar, om zoo te zeggen, niemand één
nacht kon vertoeven, zonder door ma
laria van dc kwaadaardigste soort te
worden aangetast. Zij zouden geen
kinine of eenig ander voorbehoedend
geneesmiddel gebruikenalleen, zou
den zij overnachten in een hut, die
muskieten-vrij was. Want wat zij wil
den uitmaken was, in hoeverre de ma
laria door muskieten wordt aange
bracht: en deze insckten voeden zich,
naar men weet, uitsluitend bij naclit.
Nu verhaalt ons het „British Medi
cal Journal", dat de proef volkomen
gelukt is. Den 13en September bezocht
prof. Grassi, in gezelschap van ver
scheidene andere wetenschappelijke
mannen, de Campagna-bewoners en
getuigde omtrent den uitslag van hun
onderzoek telegraphisch het volgende
aan dr. Manson, den man, die het eerst
op het denkbeeld kwam dat er causaal-
verband bestaat tusschen malaria en
de muskieten.
„Te zamen gekomen in de Engelsche,
muskieten-vrije hut en na ons te heb
ben overtuigd van de volmaakte ge
zondheid der bewoners, onder een door
malaria aangetaste bevolking, groet ik
ur. Manson, die het eerst de niuskito-
malarische theorie formuleerde.
GrassL"
In het „British Medical Journal" be
spreekt de heer Elwes dit onderwerp
en wijst op de noodzakelijkheid van
een door het Indisch gouvernement in
te stellen onderzoek naar de omstan
digheden, waaronder muskieten geen
malaria veroorzaken.
Toen hij eenige jaren geleden in een
door malaria zeer bezochte streek deel
uitmaakte van een gezelschap jagers,
behoedde hij zich tegen de muskieten
door zich tot na zonsopgang door mus
kieten-gordijnen te beschermen en zoo
spoedig rnpgelijk, nadat de duisternis
gevallen was, daar weer onder te krui
pen. Twee van de vier Europeanen,
die aan den tocht deelnamen en bijna
alle inboorlingen, die geen voorzorgen
namen, leden zoozeer aan malaria, dat
men na drie weken niet verder kon
trekken.
Bij die gelegenheid merkten wij op,
dat er van veertien tot achttien dagen
verliepen tusschen de infectie en het
uitbreken van harde koorts.
Toch zijn er streken in oostelijk Ben
galen waar de muskieten zeer talrijk
en vervelend zijn en waar in den regel
malaria niet sterk heerscht. Zoo in Dac
ca, de eenige plaats waar ik een gan-
schen nacht door die insecten uit den
slaap werd gehouden en waar ik,
schoon ik in Assam zeer aan koorts
geleden had, daarvan niet den minsten
last had.
Men kan niet genoeg aandringen op
de wenschelijkheid dat zij, die verant
woordelijk zijn voor de gezondheid van
soldaten en anderen, wier plicht hun
gebiedt in door malaria bezochte stre
ken te vertoeven, zoo spoedig mogelijk
het eens worden over voorbehoedmid
delen, die men tegen dit kwaad heeft
te nemen.
Anierikaacsche verkiesings-
praktijken.
Uit New-Y'ork wordt gemeld:
„Gevraagd: Jonge actrices voor een
tournée in vaudevilles en jongelieden
voor het Ilollandschc blijspel en ne
gerliederen. Eerste klasse salarissen
voor een reis naar het westen en borg
tocht voor langen tijd.
Deze zonderlinge advertentie in een
New-Yorksch blad trok voor kort vele
artiesten, die op een winter-engage
ment hoopten. Zij vonden mr. Skin
ner, een grooten man met forsche snor,
een „rough-rider-hoed, een leeren hor
logeketting, zware kalfsleeren laarzen
en een stem, die alle cowboys in den
omtrek van vijf mijlen zou kunnen
comm andeeren.
„Het betreft geen eigenlijk comedie-
spel, maai" politiek," verklaarde hij,
het is voor de verkiezingen van W. A.
Clark in den senaat van Montana en;
van Bryan tot president der Vereenig-
de Staten. Wij bereizen den staat Mon-,
tana van 1 October tot den verkiezings
dag in November, en elk lied, elke dans,
elke mop, die daar ten beste zal wor
den gegeven, is voor Clark en Bryan.
Het door Skinner te New-York sa
mengesteld gezelschap maakt nu fei
lelijk een politieke verkiezingsreis door
Montana. De tekst en de muziek der
liederen, alsmede de in deu dialoog
voorkomende moppen zijn door schrij
vers van erkende reputatie geschreven
met het doel, geestdrift voor Bryan en
den koperkoning te wekken. Daar de
voorstellingen gratis gegeven worden,
moeten in elke stad, waar het gezel
schap speelt, honderden wegens plaats
gebrek afgewezen worden. Clark's
„show"' zal hem 100,000 dollar kosten.
Na elke voorstelling wordt „gestemd";
natuurlijk is bet publiek eenstemmig
voor Clark en Bryan, en ongetwijfeld
wordt door deze manoeuvre een deel
der stemmen werkelijk gewonnen.
Voorts heeft Bryan zelf sedert Sep
tember de mode ingevoerd, de platte-
landsdistricteu in een automobiel tc be
reizen. Dit denkbeeld is natuurlijk da
delijk algemeen toegepast. Duizenden
automobielen zijn tot liet einde van
den verkiezingsstrijd gehuurd, waar
mee de sprekers de twijfelachtige sta
ten bereizen.
Ook de vrouwen, die ditmaal meer
deelnemen aan de verkiezingen, ko
men op de zonderlingste invallen. Alice
Wilson,die voor de republikeinen India
na bereist, rijdt op een me 11cwit paard
en zingt en spreekt van uit het zadel.
In Kansas beweert Jane Brown, een
tweede jonkvrouw van Orleans te zijn;
zij beschrijft hare vizoenen voor geest
driftige populisten. Een vrouw uit Co
lorado heeft een beer geleerd, uit een
alphabet met een stok de letters van
Bryan's naam aan te wijzen, ze krijgt
daarvoor van het democratische comi
té een behoorlijk salaris. Mrs. Sprague,
een vrouwelijke beambte der Indiana
„Womans Christian Temperance Uni
on," organiseerde onlangs een gebed
sneeuwbal tegen Mc. Kinley, in dezen
vorm, dat elke persoon, die bad, dat
hij de nederlaag zou lijden, ook ande
re personen moest bewegen hetzelfde
te doen.
a e a „veenlijk" van 15 sen wen.
Den 29en Mei van dit jaar werd in
het Damendorfcr veenmoc-ras, Kreis
Eekernförde, in Sieeswijk, een lijk ge
vonden dat van zeer ouden datum
scheen te zijn en bijzonder goed ge
conserveerd bleek. Het lijk is onder
zocht door de directrice van het Slees-
wijk-Holsteinische museum van va-
derlandsche oudheden, professor mej.
Mestorf en door dr. Grotriandit on
derzoek heeft het volgende opgeleverd
In den loop des tijds hebben de veen-
planten haar wortels-door de huid van
het lijk geboord, daarna door het inge
wand van borst- en huikholte en ein
delijk ook in bet vastere spierweefsel.
Voorts heeft het binnendringende wa
ter de kaikzouten aan de beenderen
onttrokken zoodat deze zich nu in
vochtigen toestand laten snijden als
gummi Daarentegen heeft het veen-
water conserveerend gewerkt op het
bindweefsel zoodat het lichaam onder
den druk van het veen weliswaar is
saamgeperst tot niet meer dan 1 4 cM
dikte maar, evenals een silhouet, de
oorspronkelijke omlijning geheel hceii
behouden.
B:j het lijk zijn kleedingstukken ge
vonden een mantel van fijne, bewon
derenswaardig geweven wol met ge
ruit patroon en sierlijk geweven kant
(de kleur van den mantel is, nu al
thans, donkerbruin), voorts een broek,
waarvan de naden geheel zijn verteerd,
twee voetbanden, twee leeren schoc-nen
en een leeren gordel. Uit den aard van
die kleeding maakt men op, dat het
lijk moet dagteekenen van den tijd tus
schen 200 en 400 n. C.
Het haar is thans bruinrood en
zeer goed geconserveerd. De lichaams
lengte is 1.74 M.
Dr. Gri trian meent dat deze persoon
zeer goed gebouwd is geweest en krach
tiger dan de tegenwoordige marine
artilleristen en marine-stokers waar
voor de gezondste en sterkste mannen
worden gekozen.
Dit is het negende ..veerdijk" dat in
Sleeswijk-Holstein is gevonden. Jut
land heeft er vier, Funen één, Falster
twee en Hannover vier geleverd.
Een kogelbliksem.
liet zeldzame verschijnsel van een
kogelbliksem heeft zich bij een zwaar
onweder a'oor eenige dagen in het
Wurtemburgsche dorp Kohlberg voor
gedaan.
Een groote vuurkogel danste op
straat rond, rolde daarna onder sterk
gesis een zijstraat in en verdween on
der gesis in den grond, een sterke zwa
velreuk achterlatend. De verschrikte
toeschouwers waren bijna verdoofd
van den onaangenamen reuk. Eenige
schade wera aoor aen Eogi mei aan
gericht.
Deze gebeurtenis herinnert aan een
voor elf jaren in Friedrichshafen waar
genomen kogelbliksem. Toenmaals
(den 13 Juli 1889) sloeg een gewone
bliksemstraal weinige schreden voor
Koning Karei van Wurtemberg, die<
zich op de .waranda voor zijn arbeids
kamer bevond, in het slotpark te Fried-
richshafen in gelijktijdig vertoonde
zich op den grond een groote vurige
kogel, die zich knetterend voortbewoog
en na eenige seconden in het grasperk
voor het slot verdween.
Veilirag-
in hei Verkoopt. „De Gouden Leeuw
op Zaterdag 27 Oei. 1000.
No. 1. Een winkelhuis en erve aan de
oostzijde van de Groote Houtstraat,
get. no. 73, groot 66 cA.
No. 24. Drie perceel en bouwterrein
aan de Zuidzijde van de Boerensteeg.
No. 2 groot 33 cA., no. 3 groot 33 cA,
no.-4 groot 34 cA.
No. 5. Tot amotie de gebouwen get.
no. 2*4, staande op de perceelen no. 2-4.
No. 25. eerst ieder afzonderlijk,
daarna no. 24 tezamen, en eindelijk
no. 25 te zamen.
No. 6. Een winkelhuis en erve aan
de noordzijde van de Zijlstraat, get. no.
33, groot 38 cA.
No. 7. Een winkelhuis, en erve aan
de noordzijde van de Zijlstraat, hoek
Peperstraat, get no. 7> «n-oot 63 cA
No. 8. Een huis en erve aan de zuid
zijde van de Botermarkt, get no. 6,
groot 1 are 5 cA.
No. 911. Drie huizen en erven met
tuintjes, aan de westzijde van de
Gasthuisstraat, no. 9, get no. 20 groot
groot 39 cA., no. 10, get. no. 20 groot
36 cA. no. 11 get no. 18 groot 92 cA.
No. 12. Een nnrceel tuingrond aan
de Noordzijde van de Boerensteeg
l groot 42 cA
No. 912 eerst ieder afzonderlijk,
daarna no. 910 te zamen: vervolgens
no. 11 en 12 te zamen en eindelijk no.
12 te zamen.
No. 13. Een huis met pakhuis, erve
e nluin aan de noordzijde van de Leid-
schestraat, get no. 33 zwart en rood,
groot 1 are 40 cA.
No. 1-4. Een heerenhuis en erve met
groote tuin aan de Baan, get. no. 13
groot 4 are, 34 cA.
No. 15. Een huis en erve met tuin
aan de Gedempte Oudegracht, get. no
"*2. groot 1 are 27 cA.
No. 16—20. Vijf huizen en erven met
tuinen aan de-Gedempte Vondelsgracht
no. 16, get. no. 57 groot 1 are 5 cA., no.
17, get. 17, get. no. 55, groot 93 cA., no.
18 get no. 53, groot 94 cA. no. 19. get
no. 51. grcot 95 cA. No. 20 get. no. 49
groot 98 cA
No. 21. Een pakhuis en erve aan de
westzijde van do Palmstraat get. no.
14, groot 30 cA.
No. 22. Een winkelhuis met 2 afzon
derlijk opgaande bovenwoningen en
erven aan de zuidzijde van de Barend -
sestraat, hoek Palmstraat get. no. 52
zwart en rood. Groot 1 are 5 cA., No.
21 en 22 eerst ieder afzonderlijk en
daarna gecombineerd.
No. 23. Een heerenhuis en erve aan
de oostzijde van het Spaarne, get, no.
53. groot 1 are 34 cA.
No. 24. Een winkelhuis en erve aan
de westzijde van het Spaarne, get. no.
53. oroot 1 are 334 cA.
No. 24. Een winkelhuis en erve aan
de westzijde van de Kleine Houtstraat
get. no. 124 «root 89 cA
Aan Geabonneerden op dit blad en
hunne huisgenooten worden aan onze
bureaux, Gebouw „Het Spaarne",
Kampersingel 70, op aanvrage de
adressen medegedeeld, waar deze be
trekkingen zijn te bevragen. Abonné's
buiten Haarlem, ontvangen inlichting
tegen toezending van postzegel.
96. Voor een fabriek van witte goe
deren (lingerie) wordt gevraagd een
agent met vele relaties die 't goheele
land bezoekt.
97. Gevraagd voor een stoom-rijst-
pellerij in het buitenland een molen
baas (meesterknecht) volkomen op de
hoogte van het pellen en glanzeD vai?
rijst.
98. Amanuensis bij het onderwijs in
natuurwetenschappen gevraagd aan
een Rijks Hoogere Burgerschool mef
1 Januari e. k.
99. Wordt verlangd te Arnhem, bij
een kindje van 5 maanden eene kin-
der juffrouw, P. G., goed kunnende
naaien, mazen en strijken.
100. Gevraagd een flinke werkmeid,
van goede getuigen voorzien.
Daarvoor was geen beter middel
dan zich den schijn te geven, als
of ze in dit huwelijk toestemde,
waaraan ze zich op het beslissende
oogenblik nog altijd kon terugtrek
ken. Op dat oogenblik zou de smart
van Martial worden opgewogen
door de ontzetting, welke hem zou
vervullen, wanneer men hem met
de misdaden bekend maakte.
Martial had de handen van het
jonge meisje gegrepen, 't welk
thans tot hem zeide
Ik moet de bezwaren, welke
ik vroeger inbracht, heden her
halen.
Ik heb ze vroeger niet mijne
aandacht waardig gekeurd en doe
het ook heden niet; ik verlang
niets anders van u dan een klein
weinig liefde. Als ge mij eerst na
der kent, zal het mij, hoop ik, ge
lukken uwe gansche liefde te win
nen. Helene drukte zaohtkens
zijne hand en hij ging glimlachend
voortIs dit eene belofte, een ant
woord?
Ja, antwoordde zij, hot is
jene belofte.
Martial werd door overmaat van
geluk bleek, maar de handen van
net jonge meisje, die hij aam zijne
ilippen bracht, waren ijskoud en
beefden, zoodat hij ongerust vroeg:
Wat scheelt- je, Helene? Ben
je niet wel
Ze schudde zwijgend het hoofd.
Tusschen haar en den armen jon
gen man, dien ze dus bedroog, was
opeens voor haar oog het gelaat
van Noël Labarthe verschenen. De
zen had ze bedrogen door hem te
doen gelooven, dat ze hem niet
liefhadnu bedroog zo Martial
door hem te laten hopen, dat ze
hem zou beminnen, cm ze leed
vreeselijk onder deze dubbele leu
gen.
Savinien, die haar onafgebroken
gadesloeg, ried, wat er omging in
haar binnenste en hij haastte zich
om haar te hulp te komen.
Helene heeft lang strijd ge
voerd met zichzelve, Martial, eer
ze u haar* hart openbaarde, zei hij,
en heel dikwijls was ik de getuige
van dezen strijd. Ge moogt daar
om niet verbaasd staan, dat ze,
niet in staat haar hart langer te
bedwingen, nu zoo opgewonden
is. Ook al te groote vreugde kan
pijn doen.
Is dat waar, Helene? vroeg
hij nameloos gelukkig.
Niet in staat langer te aan, was
ze gaan zitten, en nu viel hij voor
haar op de knieën,terwijl Savi
nien bescheiden het vertrek ver
liet. Hij was zoo zeker van zijne
zaak, dat hij niet eens aan de deur
probeerde te luisteren, maar eene
sigarette aanstak en eene wande
ling deed.
Helene, sprak Martial, ik kan
mijn geluk nog niet vatten He
lene, zeg het me, opdat ik al deze
schoone dingen niet voor een
droom houde. Helene, is het waar,
dat je de mijne wilt worden?
Zonder op zijne vraag te ant
woorden, voegde ze hem toe:
Het ware voor u en voor mij
beter geweest, wanneer we elkan
der nooit hadden leeren kennen.
En 't ware beter, wanneer ge mij
wildet vergeten en gelooven, dat
ik dood was.
Helene, ik zou je verlaten, zou
je vergeten, in weerwil dat je mij
liefhebt
Ja.
Dat zal nooit gebeuren! Je
vrees is kinderachtig, Helene Wij
beiden zullen gelukkig zijn. Ik
verlang verder niets van je dan
dat je mij wat liefhebt. Al 't an
dere is mijne zaak.
Ze waagde het niet langer hem
ongerust te maken, en diep be
droefd moest ze nu luisteren naar
al die schitterende plannen voor
de toekomst, welke hij in de
vreugde zijns harten ontwierp.
Eiken dag maakte men nu plan
nen voor de toekomst en weldra
verspreidde zich overal het ge
rucht, dat er binnen niet al te lan
gen tijd op „Landepereuse" brui
loft gevierd zou worden.
Het gerucht drong natuurlijk ook
door tot het oor van Noël Labarthe,
die er in den beginne geen geloof
aan wilde slaan. Zou het mogelijk
wezen, dat Helene in enkele wei
nige dagen de liefde, die ze hem
had bekend, vergeten had? Dat
eene verbintenis tusschen haar en
Noël door de inhechtenisneming
van Jean Vandale buitengewoon
moeilijk tot stand te brengen was
geworden, dat begreep hij immers
zelf wel, maar dat Helene bijna
onmiddellijk na het onderhoud met
hem vrijwillig zou besluiten om
de echtgenoote van een ander te
worden, dat kon hij niet gelooven.
En toch moest hij het gelooven, en
op zekeren dag was er geen twij
fel meer mogelijk, want de verlo
ving was offi,cieel gepubliceerd.
Noël gevoelde zich op het punt van
krankzinnig te worden. Wat moest
dat beteekenen Hij was dus wer
kelijk de speelbal van dit jonge
meisje geweest? De liefde voor
hem was maar gehuicheld Ze had
door haar spel alleen den hartstocht
van Martial willen aanwakkeren
door hem jaloersch te maken? Nu
ze haar doel bereikt had, aarzelde
ze niet om zich van Noël als van
een onnut werktuig te ontdoen 1
Telkens drongen deze gedachten
zich weer aan hem op, en, toornig
geworden, zon hij op wraak.
Hij zocht Helene te treffen, maar
deze raadde zeker hoe boos en op
gewonden hij was, want ze ver
meed elke ontmoeting met hem.
In zijn vrijen tijd, als hij Orle
ans slechts voor eenige uren kon
verlaten, begaf hij zich niet naar
Blois, om Jean Vandale te troos
ten, van wien hij van tijd' tot tijd
zeer treurige brieven kreeg, maai'
hij waarde in den omtrek van
„Lande-pereuse" rond, waar hij hei
slot bespiedde en de uit- en in
gaande personen opnam. Maar
noch hier noch in „Beuvron" kon
hij het beminde meisje ooit te
zien krijgen. Hij waagde het niet
het slot binnen te treden, en op ze
keren avond wilde hij juist weer
onverrichter zake huiswaarts kee-
ren, toen hij haar opeens voor zich
zag staan. Ze had de oogen naar
den grond gericht en een doode-
lijke bleekheid bedekte haar
schoon gelaat, toen hij op harts
tochtelijken toon begon
Ge zijt eene leugenaarster
eene ellendige bedriegster i
Noël lieve Noël I zei ze
zacht.
Ge hebt een schandelijk spel
met mij gespeeld, waardoor ik mij
jammerlijk liet misleiden. Ge hadt
geen ander doel dan gehuwd te
worden, maar niet door een recht
schapen man, die u zou bemind
hebben zonder u rijk te maken,
maar door een man, die vorstelij
ke rijkdommen aan uwe voeten
kon leggenIk veracht u zoo diep
mogelijk. En daar ze nog altijd
den mond niet open deed, schud
de hij haar ruw bij den arm heen
en weer en beet haar toe: maar
antwoord dan toch
Wat moet ik u antwoorden?
Ge zult mij bekennen, dat ge
mij bedrogen hebt 1
Ja, ik heb u bedrogen I zei ze.
Ge hebt slechts een stuk
speelgoed in mij gezien
(Wordt vervolgd).