Tweede Blad, Be schild van den Geneesheer. behoorende bij „Haarlwn't Dagblad" van Donderdag 1 Nor. 1900. No. 5320 Officieele Berichten. De BURGEMEESTER van Haarlem, brengt bij deze ter kennis van de in gezetenen dezer gemeente, dat het op den 29en October jl. executoir ver klaard kohier no. 9 op de personeele belasting dezer gemeente dienst 1900, op heden aan den ontvanger der di recte belastingen is ter hand gesteld. Wordende de ingezetenen tevens herinnerd, dat de belastingschuldigen verplicht zijn hunnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, BOREEL. Haarlem, 30 Oct. 1900. BURGEMEESTER cn WETHOU DERS van Haarlem, Gelet op art. 8 üer Hinderwet Doen te weten, dat bij hunne be schikking van 23 October jl. aan T. A. Van Breugel, voor een proeftijd van één jaar vergunning is verleend tot oprichting van eene smederij in het perceel nan de Nvrderschoolsteeg no. 3, Kad. Sectie C no. 2728. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER. Haarlem, 30 October 19-jO. BURGEMEESTER EN WETHOU DERS van Haarlem brengen ingevol ge art. 5 der wet van 28 Juni 1881. (Stbl. no. 97), gewijzigd bij de wet van 23 April 1884 (StbL no. 54) en bij die van 16 April 1885 (Stbl. no. 78) ter openba re kennis, dat is ingekomen een ver zoekschrift van J. M. Koning, echtge- ooote van W. Viset om vergunning tot het verkoopen van sterken drank in het klein in het voorhuis aan de Itaamsteeg no. 8. Haarlem, 30 October 1900. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER. BURGEMEESTER EN WETHOU DERS van Haarlem, Doen te weten, dat van heden op al le werkdagen, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uur, tot 13 No vember e.k., 's namiddags ten 1 ure, ':er gemeente-secretarie (7o afdeeling) ter visie is nedergelegd, het ingekomen verzoekschrift met de bijlagen van M. Iloozekrans om vergunning tot op richting van eene distilleerderij in het perceel aan de Helmbrekersteeg no. 9. en van J. Graaff om vergunning tot oprichting van eene smederij in het perceel aan de Zoetestraat no. 4 en 6, en dat op den veertienden dag na he den, zijnde 13 November e.k., en wel des namiddags ten 1 ure op liet Raad huis der gemeente de gelegenheid zal worden gegeven, om ten overstaan van het Gemeentebestuur of een of meer zijner léden, bezwaren tegen het oprichten der inrichting in te brengen. Haarlem, 30 October 1900. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Stadsnieuws De Dinsdag gehouden Turfcollecte voor de Israëlitische armen, heeft op gebracht de somma van f 410.55L De uitvoering Proza en Poëzie Vrijdagavond, gegeven ten voordee- le van de Wed. Wesseling, heeft na aftrek van alle kosten een batig saldo van 181.77^ opgeleverd. Heemstede. Maandagavond werd alhier in het Café Landzicht door de R. K. vereeni- ging „Door Vriendschap Bloeiende" de eerste gewone winteravond-vergade ring gehouden. Als spreker trad hierbij op met eene leerzame rede, de WelEd. Zeergel. heer Dr. E. A. M. Droog, alhier, wien na af loop door den President dank werd ge zegd. Hertog Hendrik als jager. De „Nederlandsche Jager" geeft een reproductie van een niet heel geluk kige afbeelding van Hertog Hendrik op jacht. En jhr. R. C. Six wijdt een uitvoerig artikel aan den Hertog als jager. Hij beschrijft de afbeelding al dus Wij zien daarop den Hertog afge beeld, staande naast den door Zijne Hoogheid ten behoeve van de veldproef geschoten tienender (kroongewei), die zooev9.n het vang-schot heeft ontvai- gen, nadat de leid-hond Saul Gahren berg toebehoorende aan den wa rande-meester Sellheim te Mïiaden cn voortgejaagd door den koninkl. hout vester Wie (houtvesterij Gahrenberg) het hert stond in een dichte groep sparren en luid aansloeg. Aan hetgeen jhr. Six verder verhaalt, ontleenen wij het volgende Zijne Hoogheid is eerste voorzitter van de bekende vereeniging Hirscli- mann (zetel van het bestuur te Herz- berg in den Harz). Deze vereeniging bestaat nu ruim 5 Jaar en heeft ten doel de bevordering van het fokken en aanbrengen van leid- en speurhonden alsmede de verbreiding van ras en de verbreiding van de kunde om deze honden aan te brengen en te besturen. Het is een belangrijk doel, dat deze vereeniging zich voor oogen heeft ge steld, want zoowel het ras der leidhon- den als de kenpis hunner africhting was in Duitschland zeer op den ach tergrond geraakt. En voor al wie op grof wild jaagt, is het bezit van een goed afgerichten leidhond van wezen lijk nut. De beoordeeling van den ar beid van leidhonden is, evenals bij an dere jachthonden, ondoenlijk zonder veld-proeven. In die richting is de ver eeniging Hirschmann sedert hare op richting ij verig werkzaam. Reeds wer- de de volgende veld-proeven gehouden: 1895 in het jachtveld Gelbensande 1896 in de jachtvelden van graaf Arnim Boitzenburg 18971898 in de jacht velden van graaf Schulenburg te Lie- berode en in die te Ludwigslust in Mecklenburg1899 in de jachtvelden der opper-houtvesterij Gahrenberg bij Münden. Tegelijk nu met de bespreking van deze laatste veldproeve, gehouden op 2729 November, verscheen in St. Hu- bertus een artikel over Hertog Hendrik van Mecklenburg, en de bovenom schreven afbeelding. Saul-Gahrenberg deelde den derden prijs met Hirschmann-Braunberg. De lste prijs viel ten deel aan Sylva-Neu- haus, die zeer goed spoor hield van een zwaar aangeschoten, jong wild zwijn en het reeds op korten afstand stond (10 pas), waarna het werd afgevan gen. Ook de overige arbeid van deze uitstekende teef was onberispelijk. Er was nl. door Zijne Hoogheid eene oude hinde geschoten. Het aanschot toonde geen zweet, alleen afgeschoten haar de teef ging echter na eenige oogen- blikken zoekens den voet, en baar ge leider gaf als zijne meening te kennen, dat het een middenromp-schot zou blij ken te zijn. Na ongeveer twintig pas zoekens springt in de nabijheid dei teef een beer (mannelijk wild zwijn) uit een klomp sparren, wat haar ech ter niet in het minst in de war brengt. Integendeel, Sylva bracht de jagers in snel tempo en met groote zekerheid, zonder dat zweet gevonden werd, na ongeveer 200 pas aan het reeds gesneu velde stuk. Het schot was aan de ach terbout ingegaan en door het geweide mat geslagen. De kogel zat op de an dere zijde van den romp onder den dos. Voor dezen arbeid, die op den derden dag nog vermeerderd werd met eene zeer goed doorstane proeve, ver wierf Sylva den eersten prijs (200 M.) en haar geleider, de koninkl. houtves ter Radecke, vier verschillende beloo ningen. waaronder twee wijnkaraften met zilver beslag, uitgeloofd door den lsten voorzitter. Op den 27sten Januari van dit jaar werd te Berlijn de zesde Duitsche ge weien-tentoonstelling geopend op den geboortedag des Keizers, den bescherm heer en bevorderaar dezer voor jagers zoo belangrijke tentoonstellingen. On der de geweiverzomelingetn bevond zich aldaar ook een groep van 18 kapi tale geweien van edelwild, ingezonden door het Groothertogelijk Mecklenburg •Schwerinsehe Hof-Jacht-Ambt, waar van twee, afkomstig van door Z. H. den Hertog-Regent geschoten, zeer brave herten, dan ook medailles ver wierven. Het eene gewei, van een op 16 Aug. 1899 geschoten 14 Ender, ver toonde voortreffelijk geparelde en ge- groefde donkerkleurige bree-ie stangen met breeda vlucht, en het andere was een op October 1899 verworven, iets lichter gekleurd, zeer goed geparelde 16 Ender-gewei. De gezamenlijke Mecklenburgsche geweien waren, even als die in voorgaande jaren, een wei nig gedrongen van bouw, en hadden zeer goed geparelde, donkerkleurige stangen met goede kroon-vorming en breede vlucht. Van meerdere geweien waren, gelijk in vorige jaren, de oog enden zeer diep naar voren opgezet. Drie geweien van door Z .H. Hertog Hendrik van Mecklenburg—Schwerin geschoten herten waren, na die welke medailles verkregen, zeker de beste de zer prachtige verzameling te noemen. Wij zien hieruit, dat onze aanstaan de Prins-Gemaal geheel vertrouwd is met de jacht op edelwild. Geen wonder trouwens, want zijn geboorteland kan met gerustheid op jachtgebied in me dedinging treden. Op bovengemelde tentoonstelling vielen, gelijk ook in 1899, 14 bekroningen ten deel aan in zendingen uit het Groothertogdom en dit stond hierin dus gelijk met Posen Brandenburg, Oost-Pruisen en Pom- rneren verwierven er 16, Silezië 33 be kroningen. Voor wie zich eenig denkbeeld van den wildstand in Mecklenburg wil vormen, diene de volgende opgave over liet wild, dat in de Groothertogelijke Staatswouden geschoten is van Sint Jan 1842 tot Sint Jan 1875. 14,428 stuks edelwild, 1362 stuia dam wild, 36,254 reewild, 125,543 stuk3 ha zen, 1556 stuks wilde zwijnen, 43 sluis trapganzen, 212 stuks wilde rauzen, 282 stuks fazanten, 1749 stuks korhoen ders, 41,295 stuks houtsnippen. 27,596 stuks eenden, 193,578 stuks patrijzen, 13,838 stuks watersnippen, enz. enz. Aan rooftuig werd gevangen en ge schoten 13,778 stuks vossen, 17,194 stuks val ken en haviken, 28,175 stuks wouw-m, 21,644 stuks sperwers, 10,440 itikj ra ven, 12,631 stuks kraaien, enz. enz. In Mccklenburg-Schwerin werd het heerlijk jachtrecht door paragr- u' 47 van de grondwet van 10 October l-rt9i zonder vergoeding vernietigd, doen door scheidsrechterlijke uitspraak ten gevolge van de daartegen door de Rid derschap ingebrachte bezwaren, sedert 11 September 1850 wederhersteld. l)e uitoefening van de jacht en het jucht- strafrecht zijn door de verordening van 31 Mei 1879 met de Rijkswetgeving in overeenstemming gebracht, ren op zichte van het jacht-volgrecht en het jagersrecht geldt de verorlening van 22 Januari 1859. De gesloten tijd is in Mecklea'u.rj, bepaald voor herten en reewild van 1 Maart tot 25 Juli (St. Jacob). Schooner volgens mijn bron (professor dr. Josei Albert: „Die Deutsche Jafigesetzge bung nach ihrem dermaligen Stando, München 1890, bl. 47") in het Gr mi' hertogdom geen gesloten tijd vorr ha zen zou bestaan, hetge m alsdan de eenige uitzondering zou wezen in het gansche Duitsche rijk, zoo blijken er volgens de opgaven in de Duitsche jachtbladen toch nog behoorlijk ha zenjachten gemaakt te worden in som mige Mecklenburgsche jachtvelden. Men ziet dus, dat onze toekomstige Prins-Gemaal uit eene landstreek stamt, waar het edele weidwerk in hooge eere wordt gehouden. Aan de „Lokal Anzeiger" wordt ge schreven: Het was een stormachtige, onverge telijke nacht op zee. Het schip slinger de en stampte, liet schuim spatte over het dek en de storm huilde door de takelage. De passagiers vielen bij het loopen over elkander. Alleen hertog Hendrik, in wiens gezelschap wij op jacht gingen op Ceylon, stond vast en kalm tegen den mast alleen op het dek en zijn groote lichtende oogen staarden onverschrokken naai- den strijd der elementen. Tegen den morgen bereikten wij Ceylon. De smalle kleine bootjes van do Singhaleezen kwamen ons tege moet. Wij gebruikten het ontbijt in de villa van consul Freudenberg. Dien dag maakten wij in de equipage van den consul een tochtje in de omstre ken van Colombo. Ofschoon de hertog- een groot bewonderaar van natuur schoon is, zag hij toch met verlangen de jachtavonturen tegemoet, waarvoor wij alleen naar Ceylon gekomen wa ren. Hertog Hendrik is wel een der koen- ste en hartstoclitelijkste jagers, die ooit een buks gehanteerd heeft. Hij kent geen gevaar, weet niet van ver moeidheid: van zijn schot is hij zeker. Even gemakkelijk als hij zijn paard in den zadel beheerscht, hanteert hij zijn doodaanbrengende buks. Den volgenden dag werden de noo- dige toebereidselen getroffen. Op ver langen van den hertog zou de troep uit slechts weinig personen bestaan. In het geheel waren wij 27 man sterk, waarvan do meesten Singhaleezen waren. In ons gevolg waren ettelijke tweewielige karren, waarop proviand, kleeren enz. geladen waren voor twee weken. Dit alles vond de hertog veel te om slachtig en te belemmerend, maar hij moest er zich wel in schikken. Het allerliefst zou hij alleen de dichte wouden zijn binnengedrongen. Den 6den Maart 1894 braken wij op. De weg was zandig, boomachtige cactus sen met kleine roode en witte bloemen accacia's en bijna ondoordringbaar struikgewas groeiden langs de kanten. Een prachtige, witte reiger vloog voor óns op en werd door den hertog néér gelegd. Drie apen ondergingen het zelfde lot. Na eenige uren gemarcheerd te heb ben kwamen wij te Belligattu. Het is klein, uit eenige hutten bestaand dorp. De omliggende moerassen had den ons hierheen gelokt, want het was bekend dajt hierin vele krokodillen huisden. Een dezer beesten te dooden. was de wensch van den hertog. Ter nauwernood gaf hij zich den tijd even rust te nemen en iets te nuttigen. Van vermoëienis was geen sprake. Bij het aflooiien der moerassen maakten de drijvers zulk een lawaai, dat de bees-j ten wegdoken, vóór wij ze onder schoot konden krijgen. Dat stond den hertog niet erg aan, hij zond de Singhaleezen weg en ging alleen naar een moeras. Aan den oever ging hij liggen met de buks aan den schouder en wachtte koortsachtig op het oogenblik, dat een der ondieren uit het water zou komen. Eindelijk dook een krokodil op uit het slijk en het groene lichaam van het middel matige beest werd zichtbaar. Lang zaam sleepte het zich naar den oever. Vol zelfbeheersching wachtte de her tog het goedo oogenblik af. Eenige seconden veiHoopen, vervolgens zien wij een flikkering, het schot weer klinkt over de vlakte en de krokodil waggelt doodelijk getroffen naar het water. Ongetwijfeld was het schot juist geweest maar toch bezat het monster nog een verbazende kracht, want het bereikte nog het water. Toen geschiedde iets, waarover la ter hartelijk gelachen werd, maar op dat oogenblik ons het bloed in de aderen deed stollen. De hertog was opgesprongen; bang dat zijn buit hem zou ontgaan stortte hij zich naar vo ren, pakte den krokodil, die wild met zijn staart rond sloeg, beet en trok hem uit den vijver. Vol ontzetting keken de Singhaleezen toe en vol eer bied zagen wij later tot den Duitschen vorstenzoon, on, die een krokodil bij zijn staart durfde pakken. Begrijpen de, dat het gevaar nog niet voorbij was, kwamen wij den hertog te hulp, maar het dier lag reeds dood aan de voeten van den hertog. Zeer langen tijd, nadat de kop was afgehakt, be woog het monster zich nog. Op den terugweg- schoten wij nog allerlei wild. Hertog Hendrik doodde bovendien een twee en een halve me ter lange slang. Op een smal olifan tenpad richtte zich plotseling een zeer vergiftige slang op en befei een der Singhaleezen in het been. Deze droeg gelukkig leeren beenstukken, zoodat het beest niet doorbeet. Voordat men de slang onschadelijk kon maken was ze verdwenen. Later op den dag werd door den hertog toch nog zulk een exemplaar gedood. Bij het ontmoeten van een kudde buffels kwam vooral de onversaagde moed van den Hertog aan den dag. Een groote' buffel kwam re gelrecht on hem af en eerst toen hij dicht bij was legde de hertog hem doodbedaard neer. Binnenland. Kieswet. In overleg met de Commissie van Rapporteurs heeft de Regeering nog eenige wijzigingen voorgesteld. Thans is opgenomen de door den heer Lohman gewenschte bepaling be doelende om onware opgaven betref fende 'Ie vermogens-. bedrijfs- of per- soneele belasting met verlies van aan spraak op kiesrecht te straffen. De negende alinea wordt voorge steld to lezen aldus ;,Inaien in de plaats van het inkomen bedoeld in art. 16b2o een tijdelijke on gevallenrente wordt genoten, wordi deze, zoolang zij wordt genoten, in re kening gebracht tot een bedrag ge;ijk aan het normale loon." Academische examens. Leiden. Geslaagd voor het candi- daats-examen in de rechten de heer G. E. N. Passtoors. Zuid-Afrikaansche deputatie. Bericht is ontvangen dat de Zuid- Afrikaansche deputatie zich met ds meergmelde Transvaalsche ambtena ren thans te Milaan bevindt en nog verschillende andere sleden zal be zoeken, zoodat de aankomst te 's-Gra- venkago nog eenigen tijd vertraagd is. Als de heeren zich te 's-Graven- hage zullen hebben vercenlgd, ligt het in hun voornemen om eerst to vertrek ken voor het tegemoet-reizen van pre sident Kruger, na ontvangst van het bericht dat deze te Port-Said is aange komen. Branden. Maandagnacht brandde te Ensche de de kruidenierswinkel cn bierbotte larij met woonhuis van den heer Hoo- genkamp aan den Voortsweg totaal uit. Oorzaak onbekend. Verzekering dekt de schade. Maandagnacht is op het stations emplacement te Geldermalsen het ver minkte lijk gevonden van den treia- smid P. v. d. S. De ongelukkige is ver moedelijk door de locmotief van een goederentrein overreden. Eeu treurig lamilietooneel is Zondag te Sïudebuursterveen (ge meente Slochteren) afgespeeld. De 20- jarige milicien Eerko Prins, in garni zoen te Assen, kwam Zaterdag zijne vrouw, de 27-jarige Harmke Dontje, in de echtelijke woning opzoeken. De- verstandhouding scheen niets te wen- schen te' laten, ook Zondag niet, totdat Prins in den loop van den middag zijne vrouw voorstelde, met hem een bezoek te brengen aan zijne ouders., die te Noordbroek wonen. Zij stemde toe en voldeed aan het verzoek van haar man, om voor hun vertrek het schaap binnen te halen en het konijn voedsel te' geven. Doch toen zij de schuurdeur weer binnen trad, kwam hij haar tegemoet en schoot op haar. De vrouw meende, dat haar man i it „aardigheid" met los kruit geschot-m had en vermaande hem, het niet weer te d< en. Maar een oogenblik later zeeg 2ij neer. Haar man had 3 re.ol- verkjgels op haar afgeschoten, war. van een onder den slaap, de tweede in de wang, de derde in de borst te rechtgekomen was. Doch dat was den milicien nog niet voldoende. Hij nam haar op. wierp haar op een hoop turf en bracht haar nog eenige verwondin gen too met een mes en een hooivork. Daarop maakte hij zich haastig uit de voeten, terwijl d evrouw zich naar een buurman sleepte, waar genees kundige hulp werd ingeroepen. Later is zij op advies .van Dr. Niemeijer, te Noordbroek, in het Academisch Zie kenhuis aldaar opgenomen. Aldus het .verhaal der vrouw. De tijd zal leeren, of het waar is. Gisterenmorgen in zijn garnizoen te Assen teruggekeerd, voerde Prins tot verontschuldiging van zijn te laat ko men aan, dat zijn vrouw een poging iot zelfmoord had gedaan. Hij werd daarop onmiddellijk opnieuw in het genot van verlof gesteld. Intusschen de man aangehouden en ter be schikking van de justitie gesteld. („N. R. CU") Gemeenschappelijk grond bezit. In Mei van dit jaar is te Am sterdam een vergadering gehouden, waarin in beginsel besloten werd tot de slichting van een internati onalen bond voor gemeenschappe lijk grondbezit. In het voorloopig bestuur werden gekozen de hee ren dr. F. van Eeden, te Bussum, mr. D. A. van Eek, te Mijnsheeren- land, P. Looyé, le Rotterdam, D. de Clercq, te Laren (N.-H.) en J. Stoffel, te Deventer. In een vergadering, eenigen tijd geleden te Utrecht gehouden, is gebleken, dat de leden van htf voorloopig bestuur niet genoej eensgezind waren om krachtig sa men te werken in gemecnschappa lijke richting en een voorstel t4 doen tot het stichten van een bond op de grondslagen, in de vergade ring van Mei jl. aangenomen. Hei voorloopig bestuur heeft daaronj zijn ontslag genomen. De heerert de Clercq en van Eeden willen ini tusschen^ nog trachten in de ven melde richting iets blijvends toi stand te brengen. Schilderijendiefstal te 'a-Grat venhage. Omtrent dezen belangrijken diefsta) wordt nader gemeld: De smid De Bruin, een der verdacht ten, is uit de voorloopige hechtenis ont, slagen, omdat gebleken moot zijn daj hij in dc eigenlijke ontvreemding eij verkoop der schilderijen geen enkeld maal do hand heeft gehad. Hij heef] zich, gelijk hij volledig erkend heeft, enkel schuldig gemaakt aan het mede; nomen van tijd tot tijd van enkele kleinigheden, die hij zonder groote waarde veronderstelde, omdat zij over- al slingerden tot zelfs op den vloer van de tuin-verandak. Tiet waren eenige paneeltjes zonder lijst, een ouder^ wetsch pistool, eenige medaillons en eenige porseleinen figuurtjes die als het ware voor den vinder lagen. Als hij zoo eens iets vond liggen en hij zeida tot den huisknecht dat hij die dinge tjes wel zou willen hebben omdat het zonde was dat ze daar zoo zwierven, dan zeide do knecht dat hij die din gen gerust kon meenemen. Eenige der' voorwerpen heeft hij verkocht bij den antiquair Spyer in do Papestraat voor 1 10, andere voorwerpen heeft hij thans te pronk gezet. Da Bruin kwam' sedert geruimen tijd bij den bestolene, den beer Raedt van Oldenbarneveld, in huis voor het verrichten van aller lei werkzaamheden, voornamelijk aan deuren waarvan het slot moest wor den opengestoken of die van nieuwe grendels moesten voorzien worden, maar dat ging altijd in tegenwoordig heid van den heer Raedt of van fami lieleden. De kamers bevatten stapels schilde rijen die langs de wanden stonden. Ook stond het vol met schilderijen op de bovengang, eveneens langs de wanden. De huisknecht heeft hem er nooit over gesproken dat hij schilderijen ver kocht aan een antiquair. De Bruin heeft daarvan volgens zijn zeggen ook nooit iets bemerkt. Wel was de huis knecht, als De Bruin op karwei was, altijd gul met het tracteeren op een borrel. Die huisknecht is daar reeds 12 1/2 jaar in dienst. De Bruin die ne gen dagen in preventieve hechtenis' heeft doorgebracht, is onmiddellijk na zijn ontslag weer in dienst genomen door zijn patroon. Letteren en Kunst. Tot juryleden voor den eerlang te houden tooneelwedstrijd te Purme- rend zijn benoemd do hoeren J. H. Róssing, S. Bouberg Wilson cn Louis Bouwmeester, die deze benoeming hebben aangenomen. Het Hollandsch TrioCoenraad Bos, Joseph van Veen en Jacques van Lier te Berlijn, heeft 11. Don derdag een concert gegeven dat door dr. Leopold Schmidt in het ,,Berl. Tageblatt" zeer gunstig wordt beoordeeld. O. a. werd daar voor het eerst uitgevoerd een „Trio" van den Berlijnschen com ponist Eduard Behm, dat aan bo vengenoemde vereeniging is op gedragen. De heer Van der Linden heeft voor de opvoeringen van „De Ar me Student" (tournée Adeo Co.) geëngageerd mevrouw W. J. R. BudermanVan Dijk, dio de rol van Laura zal vervullen. Do voor stellingen in de naaste toekomst hebben plaats Donderdag 1 Nov. Arnhem Maandag 5 Nov. Zut- phen Woensdag 7 Nov. Leiden j Donderdag 15 Nov. Haarlem Waarschijnlijk hebben to Am sterdam voorstellingen plaats in de maand December. Te Oxford is overleden do groo te taalkundige, de hoogleeraar in de vergelijkende taalstudie, Prof Max Müller. Hij was 6 December 1823 te Des December. Oxford wonen, waar hij in 18Sg Feuilleton. Roman uit het Duitsch DOOR JUL. MARY". 55) (Slot). Gelukkig heeft deze vluchte ling bewijzen. Zoo I Ook hij heeft die Ook hij heeft den brief gele zen, waarin uwe plannen worden verraden. En de vluchteling heeft een goed geheugenzal hij u den brief woor voor woord opzeggen? Dat berekent niets. Den brief zelf wil ik zien, of ik verklaar u voor een elLendigen lasteraar 1 Nu kwam de staatsprocureur naar voren en zei glimlachend U hecht zeker wel veel waar de aan dezen brief eens te zien? Zeker. Een brief, die nooit heeft bestaan dat zou toch geen alledaagsch gezicht zijn Welnu, uw wensch zal ver vuild worden. Deze brief heeft be staan, bestaat zelfs nog, want hij bevindt zich in mijn bezit. Hier is hij, herkent u uw schrift en uwe handteekening Savinieu werd doodsbleek. Dit was werkelijk de brief, dien hij met eigen hand had geschreven. De rechter echter ging bedaard voortDaar u zoo'n slecht geheugen heeft, dat u het bestaan van dezen brief geheel en al kon vergeten, wil ik u den inhoud voor lezen, opdat de geëerde aanwezi gen er ook mee op de hoogte ko men. En d'Aigurando las den brief voor. Toen. hij daarmee klaar was, schreeuwde Savinien, wien de oogen bijna uit het hoofd puilden Leugens I Krankzinnigheid I Verdichtsels 1 U kan het blijkbaar maar niet begTijpen, sprak Jean Vandale thans op kalmen toon, hoe de ju stitie in 't bezit van uwen brief kon komen, die u vernietigd meen de te hebbenook freule Helene schijnt de zaak onbegrijpelijk te vinden, daar ik haar, zooals zij meent, drie dagen geleden het do cument teruggaf. De verklaring is zeer eenvoudig. Ik vermoedde, dat Savinien d'Alberon zich van den brief meester zou trachten te ma ken, en overhandigde haar daarom een door den heer d'Aigurande ver vaardigd photografisch facsimile van 't origineel, welk origineel ik behield. En nu beschuldig ook ik u van de twee misdaden de moord op Richardier en Renaud. Ik heb u eens in angstzweet badende in de doornenkloof aangetroffen, waar u, door gewetenswroeging gekweld, het bloedige lijk van uw slachtoffer meende te zien. Ik heb u later betrapt, toen u na den moord op uwen neef Renaud hei melijk het slot trachtte uit te slui pen, dat u in 't geheel niet verlaten had. Ge zijt een ellendige misdar diger, een dubbele moordenaar. Antwoord op hetgeen tegen u wordt ingebracht. U heeft zeer handig gecombi neerd, zei Savinien, die intusschen weer zijne brutaliteit had terugge kregen, op uitdagenden toon, maar het doel van dit alles kan ik nog maar niet snappen. Deze brief be wijst alleen, dat we gemeenschap pelijk met elkander plannen ont wierpen, maar niet, dat wij ze ook uitvoerden't is misschien vol doende om verdenking jegens mij te koesteren, maar nog niet om mij te laten veroordeelen, als u geene andere bewijzen heeft. En dat zal hoogstwaarschijnlijk wel niet het geval wezen. Richardier en Re naud zijn dood, misschien ook zijn ze vermoord, dat is mogelijk. Maar ik zweer, dat ik aan det beide mis daden onschuldig ben. Bewijs u nu-het tegendeel, als u kan. Jean Vandale was naar den staatsprocureur gegaan en had hem snel ingefluisterd Spreekt de ellendeling de waarheid Helaas, maar al te zeer Denkt u, dat eene rechtbank hem niet zou veroordeelen, nu we geene andere bewijzen tegen hem ebben Ik ben er van overtuigd. Dan is 't goed. Wat wilt ge doen, Vandale Deze gaf echter geen antwoord, liep naar den avonturier, ging dicht voor hem staan, en sprak Savinien d'Alberon, jij hebt Richardier en Renaud vermoord. Dat is een leugen I Behalve de moreele bewijzen zijn er weliswaar geene andere te gen u aan te voeren U erkent dat dus ook t En de jury zou je dus waar schijnlijk niet veroordeelen. Hoe zouden ze dat kunnen, daar ik onschuldig ben? Je bent niet onschuldig, maar je zoudt in weerwil van je misda den straks straffeloos en triomf ee rend van hier gaan, als er geen wreker van de door jou gepleegde schanddaden opstond. Ik vrees voor geen wreker ter wereld. Daar doe je verkeerd aan Sa vinien d'Alberon En toen de avon turier bij deze woorden luidkeels begon te lachen, ging Vandale voortJe zeidet eens hier in dit vertrek, dat slechts ik de moorde naar van Richardier en Renaud kon zijn. Deze beschuldiging klonk te waarschijnlijker, omdat ze werd uitgesproken tegen iemand, die reeds wegens moord veroordeeld was. Om deze beschuldiging eeni gen grond te geven, zei je dat ik waanzinnig- was geweest, toen ik voor twintig jaren het ongeluk had Christine Richardier te dooden. Wat dat misschien niet waar? En dat ik ook waanzinnig ge weest was, toen ik Richardier en Renaud gedood had? Ook dat heb ik gezegd. Nu dan, zoo ben ik ook op dit oogenblik waanzinnig, daar ik tot je spreek en jou de welverdiende straf bezorg. De aardsche gerech tigheid kon je niet tuchtigen, daar om zal ik het doen, ik, dc waan zinnige En eer men het kon verhinde ren, eer Savinien zelf begreep, wat met hem gebeurde, was er eeno met eeno dolk gewapende hand opgeheven en had hem met on weerstaanbare kracht in de borst getroffen, waaruit eene roodo straal hoog op spoot. Savinien stond daar met wijd opengesperde oogen, deed nog met vooruit gestoken handen eene schrede voorwaarts om Jean Van dale to grijpen, maai' viel toen in zijne volle lengte dood op het vloer kleed. Nu keerde Jean Vandale zich tot den rechter en sprak Vergeef me, meneer de staats procureur, maar ik kon niet an ders Drie dagen later stierf Jean Van dale zonder doodstrijd in 't zieken huis te Blois. Wat hij in den laat- sten tijd had ondervonden, had zijne lichaamskrachten gesloopt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5