ei-Japn:
Voor Iran Zanfl^gmsbeaak. Zij postee-
ren zich voor de Haarlemsche Brood-
en MecHaferici, -waar zacfc ook reeds
eenige politiedienaren bermden. Doch
hun aanwerigtieid is onaoodig. Langs
'vreedzamen, kalmen -weg, wars van
»aJlc geandd, famclitten zij hun mede
burgers ie overtuigen van hun billij
ken eiBch. Hun doel was don ook om
te zien, v.=c3ke depothouders braad
kwamen halen, en toen dit geschied
was, trokken zij om 7 uur naar de w>-
tning van een der grootste afnennrs
aan den Kruisweg,waar zij met anderen
post vatten, om daar hun propaganda
\oort te zetten. Tot 12 uur bleven z j
tiaar onafgebroken, koude en wied
trotseerende, om do voorbijganger s
en de personen, die van plan waren
fcroed te halen, de volgende circulaire
tl o* i r handigen:
Medeburgers! fcj
Steunt ons in den strijd voor alge
heel© Zondagrust.
Men hale op Zondag geen. brood bij
dezen Depothouder van de Haarlem-
scho Brood- en Meelfabriek; want weet
wel Burgerij, dat dit brood bereid is
op den dag die ons rchtmatig toekomt
als rustdag.
Het is dan ook dezen Depothouder
op wiens herhaald verzoek, op den
Zondag versch brood geleverd moet
tvorden aan zijn Depot, hetwelk aan
leiding gaf, dat er meer bakkerspa-
troons op Zondag lieten werken.
Wanneer ieder, die het met do Zon
dagsrust voor de Bakkersgezellen goed
meent en ons steunt door van dezen De
pothouder op Zondag geen brood meer
to nemen, zuilen wij zeker een grooten
stap tot ons doel genaderd zijn, en zal
langzamerhand de Zondagsarbeid in
ons vak tot het verledene behooren.
Een ieder steune ons daarom!
HET BESTUUR.
Nader bericht een der propagandis
ten ons nog: Er zijn absoluut geen in
cidenten voorgekomen. Alleen werd
oan eon matroos, die zich onder hen
bevond, zijn paspoort gevraagd. Toen
jncn hem vroeg, waarom hij zich bij
de bakkers aansloot, terwijl hij toch
hmtroos was, gaf hij ten antwoord,
dat hij genoeg helde voor zijn medo-
menschen bezat, om ze te steunen in
hun gerechten -strijd voor Zondagsrust.
Enkele bewoners van de Bakenesscr-
gracht voorzagen de propagandisten
voor. dc Brood- en Meelfabriek van
warme koffie, wat met die kou zeer
gewaardeerd werd. A an poliiiewege
werd instemming betuigd met de
waardige wijze van betoogen.
Deze propagandist verzekert ons, dat
de omzet bij den Depothouder aan den
Kruisweg zeer gering is geweest.
Arrondissements Recht
bank.
Beleediging van den Commissaris.
De Rechtszitting begon met de be
ihandeling van deze zaak. De publieke
tribune was propvol. Ook op de ban
ken, bestemd Voor de getuigen, had
den tal van belangstellenden plaats
genomen, waaronder ook eenige da
mes. De rechtbank bestond uit de
heeren Mrs. t Hooft,; voorzitter; de
Clercq van Weel en von Reeken, rech
ters, de Vries van Doesburg, subs. off.
van justitie en van Sloterdijk subs,
.griffier.
Aan hskl. werd ten laste gelegd:
dat liij in September 1900
als redacteur van bet Vliegend
blad „de Spaarnebode" opzettelijk den
Commissaris van Politie le Haarlem
llenri Joseph Prédéric Antoine Anne
Murie van Goor heeft beleedigd door
in het op of omstreeks den 14den dier
maand te Haarlem verschijnende No.
2037 van „het Vliegend Blad de Spaar
nebode", welk blad in bet openbaar
verspreid wordt zoo onder de abonnés
ais ook door verkoop per nummer, to
schrijven en op te nemen een artikel
of bericht luidende:
„Het petitie-bureau vlagde gisteren.
„Wie nu denkt, dat de driekleur is
ontplooid door de agenten, adjunct-
inspecteurs en insper.ienrs ter eere
„vau hun Commissaris, heeft het aan
„het verkeerde eind.
„Daarvoor was en is geen reden ook.
„waai ons politiepersoneel het werd
„reeds vaak gezegd zucht onder een
„roede, die wel iets doet denken aan
„den Spaanschen tijd.
„Er zijn van die macbieu In dec
„Staat, waartegen de Staat zelf niet
„vermag. Eu zoo is nu onze politie-
Comnu&soris een van die machten.
„Optredende op niet te beschrijven
„wijze, houdt liij bv. nu al ruim een
„jaar alle bevorderingen tegen, waar-
„mede hij zich misschien denkt te ver-
werven een plasdankje-van den Wetr
„houder van financiën, omdat er zoo-
„veel en zooveel van de poiitiehegroo-
„ting ia dc kas blijft: doch daarvoor
„kennen wij den heer Waller beter.
„Maar wat ie wel binnen krijgt, is
„het verwijt der aan de politie ver
bondenen, dat van hun geld worden
„betaaid photographie- en gymnastiek-
toestellen, waaraan eenige agenten,
„ter cere van <Ï3 Broederschap van
„Politie Commissarissen,, gistermiddag
'„kimj-.Mu hebben mogen uitvoeren.
„Het schreit werkelijk ten hemel, dat
„in deze stad een toestand bestaat, als
„met de politie het geval is.
„Bij vacatures komen er bijna geen
„sollicitanten. Iemand die er pas bij is
!„en eenigszins anders kan, loopt weg,
'„zoo vlug hij kan, want van bcvorcle
„ring is geen, van standjes krijgen wei
„sprake.
„En nu willen wij op advies van
„den vorfgen sabsiitutU-officSer van
Justitie gaarne aannemen, dat de
«commissaris is een goed justitie man,
jnaar slag om met zijn personeel om
„te gaan heeft ie totaliter niet.
„Er werd bet vorige jaar in den Raad
„door den burgemeester ach wee
„geroepen om er toch als je blieft acht
„agenten bij te krijgen, omdat anders
„de veiligheid niet gewaarborgd was;
„maar nu er, door de vele liefelijkheden
„die het personeel beeft te verduren,
„alweer zeven agenten te kort komen,
„wordt het toch wel eens tijd, dat de
„Raad tussclienbeide komt. Of is de
„veiligheid nu toch gewaarborgd? maar
„dan zijn er toen agenten te veel toc-
gestaan."
Waarin hij alzoo genoemden Com
missaris ren Politie opzettelijk de be
leediging heeft aangedaan hem aan de
lezers ran zijn blad voor tes tellen als
een ambtenaar, die rijn-politiepersoneel
doet zuchten onder eene roede., die vel
iets doet denken can den Spaanschen
tijd. die nu al ruim een jaar alle be
vorderingen ran dat personeel tegen
houdt, waarmede hij zich misschien
p'.asilankjcs ran den Wethouder van
financiën denkt te verwerven, omdat er
zooveel en zooveel can de politic1ar no
ting in kas blijft, bij trie i' r-
dcring geen ran t&andjc*
wel sprake is en die geen .v --ft
om met zijn personeel om te gaan.
Als eerste getuige" trad op de beer
Van Goor, die verklaarde te volharden
bij de door hem gedane klacht. Op de
vraag aan den beklaagde of dezen aan
merking had op de verklaring van ge
tuige', verzocht bekl. den Commissaris
de vraag te stellen, of de agenten vau
politie in den regel door hem tot be
vordering worden voorgedragen.
Get. antwoordde hierop toestem
mend.
Beki. verzocht daarop don Commis
saris de vraag te stellen, hoe het ge
halte is van dc agenten 2e en 3e klasse.
De Pres. antwoordde dat dergelijke
vragen moeilijk kunnen worden ge
daan, maar deelt mede dat de Recht
bank in Raadkamer zal gaan om to
beslissen, indien de bekl. bij de vraag
volhardt.
BEKL. Dank u. ö-s Burgemeester
heeft het al verklaard in de Raadszit
ting. Mag ik verder vragen, of het niet
waar is, dat toen de Commissaris van
een inspecteur een rapport ontving,
dat ingenaaid was met een iets dikker
draadje dan gewoonlijk, hij liet dezen
voor de voeten smeet en daarna rem
gelastte het op te rapen?
De Pres. maakte ook tegen deze
vraag bezwaar en zei o.a.: „U staat
niet terecht wegens smaadschrift,
maar wegens beleediging", U heeft
het recht niet, den Commissaris vra
gen te doen terzake van feiten, waar
van u niet beklaagd is. De Commissa
ris is wel hier maar hij is geen be
klaagde aio zich verdedigen moet! Ik
ben evenwel bereid, in Raadkamer
de meening van de rechtbank te vra-
jjen.
BEKL. Als ik deze vragen niet mag
doen, dan kan ik niet bewijzen dat de
Commissaris optreedt als in den Spaan
schen tijd.
PRES. Dat behoeft u ook niet te be
wijzen
Nadat de heer VAN WEEL nog heeft
doen opmerken, dat men zelfs niet tot
iemand zeggen mag: „je hebt gesto
len", al is dat ook waar, ziet bekl. vau
de vraag af.
De Commissaris gaat zitten. A's
tweede getuige treedt op de heer C. AL
NOBELS, mede-uitgever van de
„Spaarnebode", die verklaart dat het
blad in "t openbaar wordt verspreid en
verkocht.
Thans is de beurt aan de getuigen
a decharge. De eerste is de hear
ALBERT JAN CLAUSING, loodgieter
alhier.
Beklaagde wenscht, dat aan dezen
gevraagd zal worden: „Wat is u be
kend van het optreden van den Com
missaris van Politie in den nacht van
12 op 13 Februari?
üe PRES. verklaart weder deze
vraag niet te kunnen stellen. Bekl.
komt weer met een bepaald feit, dat-
de Rechtbank niat heeft te onder-'
zoeken.
BEKL. wijst ei op, dat hem belee
diging ten laste gciegd en dat hij nu
wil aantooncu, dat het geschrevene,
geen beleediging is, maar op feiten
berust.
De PRES. antwoordt, dat deze vra
gen in strijd zijn met het recht van
anderen. Een bekl. heeft zeker het
recht van verdediging, maar dat heeft
ook zijn grens. We geven hier overi
gens geen college in strafrecht. Het
gaat niet aan, één ander hier voor
allerlei feiten ter verantwoording te
roepen.
De rechtbank begeeft zich thans in
Raadkamer en komt zeer spoedig te
rug, waarna de PRES. mededeelt, dat
de Rechtbank bezwaren heeft tegen het
stellen van de vraag.
De heer CLAUSING gaat zitten.
Bekl. zegt nu, dat hij dan ook de
andere getuigen niet behoeft op te
roepen. Aan den heer Pereira had bij
dezelfde vraag willen doen, maar ziet
daarvan nu af. Eveneens ziet hij af
i het doen hooren van den heer P.
Dyserinclc.
Aan deze beide getuigen wordt nu
toegestaan zich te verwijderen.
Thans wordt als getuige opgeroepen
de heer c.' F. Kempers. acnanci-ïnspec-
teur van politie, 37 jaar oud. Bekl.
■wenscht. dezen te vragen, of de Comm.
van politie hem een schop heeft gege
ven of heeft getracht hem te schoppen.
De PRES. zegt, dat bekl. zelf wel
gevoelen moet dat deze vraag nog
minder kan worden gedaan, dan ue
vorige. Indien bekl. er op staat, zal de
Rechtbank wederom in Raadkamer
deiibereeren.
BEKL. Dank u, dan zie ik van de
vraag af. Maar ik moet toch zeggen,
dat ik nu 14 jaar lang de zittingen van
de Rechtbank bijwoon en meermalen
heb opgemerkt, dat in dergelijke za
ken advocaten werden toegelaten tot
het doen van vragen, die mij nu niet
worden veroorloofd. Ik vind dat wel
wat vreemd.
De PRES. zegt: Niet in zaken als
deze.
BEKL. houdt zijn beweren vol en
verklaart daarna af te zien van het
hooren van dezen getuige, alsmede
van het hooren der getuigen H. C van
der Vangst en J. F. Krooncnburg.
Deee getuigen nemen nu plaats.
Optie' vraag van den PRES. erkent
bek!, het stuk te hebben geschreven.
PR PIS.: Ontkent u liet opzet om te
beleedigen.
BEKL.: Ja.
PRES.: Er is een onderscheid tus-
schen opzet en oogmerk. Uw oormerk
kan zijn geweest het algemeen belang,
maar hebt u onder het schrijven niet
de overtuiging gehad, dat wat u schreef
belcedigend was voor den Commis
saris?
BEKL.: Neen.
PRES.: Zou u, indien n in de plaats
van den Commissaris was, het stuk
niet beleedigend gevonden hebben?
BEKL.: Ik zou het niet plezierig ge
vonden hebben, maar gedacht hebben:
ik heb het verdiend, want ik heb het er
toch. naai- gemaakt.
(Gelach onder het publiek).
In ieder geval heb ik niet opzettelijk
willen beleedigen.
De ambtenaar van het O. M., Mr. de
Vries van Doesburg, het woord erlan
gende, noemt dit een zeer onbeteeke-
nend feit, zooals er wekelijks eenige
malen iri de rechtszaal voorkomen.
Bekl. beeft tevergeefs getracht eenig
relief aan de zaak te geven, door ge
tuigen le dagvaarden die er evenwel
niets mee te maken hadden. Bekl. er-
bent het hem ten laste gelegde feit De
vraag is nu maar of het hier is een
voudige beleediging van een ambte
naar in functie. Spr. meent het laatsfe.
Niet de heer Van Goor is beleedigd,
maar de Commissaris van Politie als
zoodanig, wegens verrichtingen die
door hem als Comm. van Pol. zouden
zijn begaan.
De gecursiveerde zinsneden in de
dagvaarding nagaande, betoogde spr.
nog, dat het stuk niet gericht is tegen
den heer Van Goor, waarmee de beer
Stuffers misschien dé beste vrienden
is (gelach onder het publiek) maar te
gen den Commissaris van Politie.
zei doet er niet toe. Men mag zr»fs de
waarheid niet kleeden in een beleedi-
genden vorm. Hiermee wil spr. niet
geacht worden, zich officieel of offi
cieus uitgelaten te hebben over de juist
heid der in 't stuk voorkomende op
merkingen. Hier is niets bekend van
de ongeschiktheid van den Commissa
ris.
Ten slotte requireert spr. de veroor
deeling van bekl. tot J 50 boete, subs.
10 dagen gevangenisstraf.
De heer STUFFERS krij v-t thans het
woord om zich te verdedigen en zegt
o.a. het navolgende: Toen omstreeks 4
jaar geleden de installatie plaats had
vau Mr. van Onteren, was de zaal zoo
vol, dat mijn collega Peereboom en ik
een plaatsje moesten zoeken in een be
klaagdenbankje, dat in een hoek stond.
Ik had niet gedacht, dat ik er ooit in
ernst in komen zou en het bevreemdt
mij, dat ik hier sta. Ik ben er zeker van
dat liet Haarlemsche publiek heden
avond de bladen lezende, denzelfden
indruk zal krijgen als ik, omdat het er
van overtuigd is, dat wat ik geschre
ven heb zelfs nog niet een honderdste is
van de misstanden aan het Commissa
riaat van Politie.
De PRES. hem in de rede vallende:
„Als toch iedereen dat wist, was het
niet noodig dat u het nogeens mede
deelde."
De BEKL. antwoordt, dat het niet
voldoende was dat men er over praatte
alleen en gaat dan voort: De vragen
die ik den C. v. P. deed, steunen op be
sliste feiten. Het kan zijn, dat de heer
Kcmpers niet gezien heeft dat de Com
missaris hem schoppen wou. men geeft
een schop gewoonlijk op een plaats
waar het gezichtsvermogen ophoudt,
maar de getuigen Van der Vangst en
Kronenburg hebben het gezien en zou
den het wèl verklaard hebben. Het is
verkeerd, als een Comm. v. Pol. een
inspecteur gebruikt voor jachthond en;
hem laat apporteeren.
De Commissaris houdt bevordering,
tegen. Den 24en Oct .heeft de Burge
meester in den Raad gezegd, dat liet,
politiepersoneel goed is. Op mijn vraag
heeft de Comm. v. Pol. gezegd, dat hij
in deu regel voordrachten doet tot be
vordering. Welnu, sedert Juni 1899,
toen Verkerk van de politie heenging,
is er niet één bevorderd.
Wat het standjes krijgen betreft, de
getuigen Clausing en Pereira zön er bij
geweest op welke manier de C. v. P.
omging met zijn personeel in den nacht
van 12 s? 13 Februari. Het gaf den
eersten zelfs aanleiding, den volgen
den dag een ingezonden stuk te plaat
sen, met zijn naam onderteekend.
Het personeel der politie is nooit
compleet, er komen wel sollicitanten.
maar nocat genoeg en ze gaan zoo
gauw mogelijk weer weg. De agent Re-
vius, die f 575 verdiende met vrije bo-
venkleodmg. gaat nu naar Haarlem
mereneer op f 450 zonder meer. Wel
wordt beweerd, dat het incompleet
hieruit voortvloeit, dat alleen worden
genomen de besten onder de besten,
maar er is er een bij, die 7 dagen ge
vangenisstraf achter den rug heeft we
gens... verzet tegen de politie!
Ik heb den C. v. P. niet willen belee
digen, doch met mijn artikel alleen op
liet -oog gehad het algemeen belang
En dit is eenvoudig aan (e toon en,
want het politie-personeel is door en
door ontevreden en nu van tweeën één:
öf dat ontevreden personeel doet zijn
dienst niet goed omdat het redeneert
„wat kan het mij schelen, al doe ik
het goed, is het toch njet goed" en dat
is zeerzeker niet het algemeen belang,
of wel het personeel treedt op op wil
lekeurige wijze cn dan wordt aange
rand het hoogste goed dat een Neder
lander bezit „de Vrijheid". En dit zal
toch niemand willen noemen in het al
gemeen belang. En nu gekomen aan
liet eind van mijn verweer, leg ik Edel
achtbare heeren mijn zaak met vol ver
trouwen in uwe handen, overtuigd dat
u, uitspraak doende, tot mij zult zeg
gen Gaat heen, aan u is geen schuld
bevonden
Met een luid applaus van de publieke
tribune, dat echter dadelijk door den.
voorzitter wordt onderdrukt, werden
deze woorden begroet.
Uitspraak 15 November.
Moord te IJmuiden.
De volgende zaak was die tegen
Eduard van Tornhout, te Ostende, wien
was ten laste gelegd, dat hij op of om
streeks den 7dei> October 1900 te IJmui
den opzettelijk Gerrit Heilig van het
leven heelt beroofd door met dat oog
merk dezen persoon een mes althans
een seller pvoorwerp in den nek te stoo-
ten, en hem aldaar eerxe verwonding
toe te brengen, welke een zejr sterk
bloedverlies door het openen van het
aanzienlijke netwerk van aderen daar
ter plaatse een afloopen van het vocht
om het ruggemerg en uit de hersen
holte en eene hloedophooping om het
verlengde merg heeft ten gevolge ge
had, hetgeen nagenoeg oogenbiildcelijk
diens dood heeft veroorzaakt, althans
dat hij op tijd en plaats voornoemd
Gerrit Heilig opzettelijk met ccn mes
in den nek heeft gestooten of gesneden
en hem eene verwonding toegebracht,
en bovendien dat hij op tijd cn plaats
voornoemd Arie Zwaan opzettelijk
heeft geslagen en met een scherp voor
werp in of nabij den schouder gestoken
of verwond.
Als verdediger treedt op nr. Z. van
den Bergh, van Amsterdam.
In deze zaak zijn gedagvaard 9 ge
tuigen en als deskundige Dr. C. W. J.
Westerman, die een zeer breedvoerig
geneeskundig rapport beeft gegeven.
Getuige blijft bij dit rapport, dat
voorgelezen is, volharden en zet de
Üf bekl. meende, dat hij de waarheid zaak, het geneeskundig gebied betref
fende, nog eens nader uiteen
De eerste getuige, mej. J. Th. Boon,
verklaart dat zij beklaagde gezien heeft
met een blinkend voorwerp in zijn
hand, en kort daarop had hooren roe
pen „Moord moord 1" Alleen een op
geheven hand, waarin een mes en kort
daarop de val van den vermoorde,
heeft deze getuige gezien, doch zij kan
niet verklaren of beklaagde den steek
heeft toegebracht.
Staantje Verschoor, de dienstbode
bij bakker Meijer, verklaart det bekl.
den winkel is komen binnenloopen,
met de woorden„Ze zitten mij ach
terna". Een oogenblik later vertrok hij
weder, terwijl hij naar zija zak greep,
blijkbaar met de bedoeling om een mes
te grijpen.
Getuige J. Keur was op het lawaai
uit de naastbijzijnde steeg komen ioc-
:eloopen en zag Heilig dood liggen cn
beklaagde wegloopen.
C. Meijer verklaart Turnhout uit de
bakkerij te hebben zien loopen en een
oogenblik later iemand zien vallen ter
wijl hij zijn broer hoorde roepen
„Daar steken ze er één dood 1"
De rijksveldwachter J. Groen heeft
de verdachte aangehouden en het lijk
in beslag genomen, doch van het voor
gevallene niets gezien.
Het meisje F. Kramer verklaart dat
zij gezien had dat een Belg op Heilig
afkwam en hem een slag met een stok
gaf. Dit gebeurde op den hoek van de
Steeg over bakker Meijereven later
vloog uit de bakkerij een andere Belg,
die Heilig een steek toebracht, die door
den slag van den stok reeds op den
grond lag, en met zijne armen zwaai
de. Het was de getroffene evenwel on
mogelijk na- dien slag weer op te staan.
Daarna kwam van Turnhout haar
ook achterna; de beklaagde en niemand
anders heeft den steek toegebracht,
dat heeft zij zelve gezien. Zijn pet
droeg bekL bij het komen uit de bak
kerij In de hand.
Getuige J. Meyer zegt, dat bekl. in
hoogst zenuwachtigen toestand vrees
achtig in zijn woning was geloopea.
Toen hij de overige Belgen zag aan
komen, had deze get., uit vrees voor
zichzelf, Turnhout verzocht heen te
gaan. Met een duw heeft hii hem toen
dc deur uitgewerkt en bekl. de woorden
hooren zeggen: dan zal ik eerst tniirt
mes eene trekken. Nadat deze getuige;
zijn deur gesloten had, en naar buit ui
keek, zag hij iemand op den grand '.te
en. BekL was bloothoofds toen hij in
den winkel kwam.
Bekl. zegt dat hij zijn pet reeds a an
te voren had verloren en geen mes bij
zich had
Get. y--.cn en c. Meijer daarop ge
hoord, verklaarden dat zij beklaagde
•.et de l.-anden over elkander hadden
zien slaan.
Get. A. Zvaan, die met Heilig heeft
staan praten, verklaarde eveneens van
Turnhout een steek te hebben gekre
gen, doch doordat hij het met zichzelf
te druk had, en duizelig werd, niet ge
zien heeft, dat Heilig gestoken werd,
doch hem wel heeft zien vallen.
Getuige H. Zeegers zegt, dat de
twist is ontstaan, doordat zekere Kaan
vroeg aan bekl. of hij nog niet trak
teerde, waarop deze Kaan een slag in
het aangezicht gaf. Hierover ontstond
twist. Verder heeft getuige beklaagde
zien steken. Van het slaan met een
stok heeft get. niets gezien.
Getuige Visser heeft gezien dat de
Belg uit de bakkerij is geloopen, op
iemand is toegestormd, hem een steek
iu den rug heeft gegeven, later zich
over het lijk van Heilig zich heeft ge^
bogen en o. a. geroepen: naar zee.
Bekl. ontkende dat hij een mes bij
zich en gestoken had, wel bekende hij,
dat hij bij M'-ij :r is binnengcloopen.
De off. van just, merkt op, dat de
gansche bemanning van de „Ostende"
tegelijkertijd zich dezelfde mesjes had
aangeschaft en juist het mes van be
klaagde vermist werd.
De subst. off. eischte wegens mis
handeling met doodelijken afloop en
mishand-ding eene gevangenisstraf van
drie jaar.
Stukken van den Gemeente
raad.
(Vervolg.)
Naar aanleiding van de bespre
kingen in de beide laatste zittin
gen van den Raad gehouden, in
zake de subsidie door de afdeeling
Haarlem van de li. K. Volksbond
gevraagd voor hare teekenschool,
meent de Plaatselijke Commissie
van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs, hel volgende onder de
aandacht van Uw College te moe
ten brengen.
De Commissie werpt verre van
zich het verwijt, dal haar advies
in deze zaak niet met de noödige
kennis zou zijn gemaakt ornaat zij
in dsn loop der cursus de school
niet. bezocht.
Hei is toch duidelijk, dat een be
zoek aan de school op de uren dat
een les wordt gegeven, slechts een
indruk kan geven van den ijver
en ambitie waarmede door de leer
lingen wordt gewerkt en in som
mige gevallen van de meer of min
der goede wijze waarop de lessen
worden gegeven, hoewel bij tee-
kenlessen daarvan weinig sprake
kan zijn. Da jaarlijksche tentoon
stelling van het werk der leerlin
gen, en deze tentoonstelling ver-
duidebikt door de inlichtingen van
de betrokken onderwijzers, en
aangevuld door de verantwoording
der vragen van hen, die geroepen
zijn een oordeel uit te spreken, is
naai' de zienswijze der Commissie
bet beste middel om te beoordeelen
welke vruchten de school afwerpt.
Het doet den Commissie dan ook
leed, dat van de technische zijde
in den Raad werd gczegcl dat de
resultaten der school zeer goed
waren.
De Commissie is het met deze
opinie niet eens en voegt hieraan
S toe dat voor de beoordeeling
van de resultaten eener school, on
dervinding behoort, die slechts
kan verkregen worden door verge
lijking met andere richtingen hier
ter stede, waartoe de Commissie
ruimschoots in de gelegenheid is,
en die bij haar advies zeer zeker
hebben gegolden.
In de tweede plaats meent de
Commissie te moeten wijzen op
het feit da', haai*, naar haar inzien
ten onrechte, de contröle over de
school van den R. K. Volksbond,
zooaïs die thans is ingericht, werd
opgedragen. Deze school toch valt
niet onder de bepalingen der wet
op het Middelbaar Onderwijs zoo
als ook dcor een der raadsleden
werd erkend volgens het verslag
der zitting van 10 October jl. en de
Commissie meent dan ook den
Raad in overweging to moeten go-
ven, bij eventueel verleenen der
subsidie voor 1901 het toezicht op
deze sehool aan haar niet op te dra
gen, tenzij haar advies van 11 Sep
tember 1900 gevolgd worde en een
leerplan wordt ingediend met de
noodige waarborgen voor de goede
uitvoering daarvan, welk leerplan
zoude moeten voldoen aan zooda
nige^ bepalingen, dat de school tot
de inrichtingen van Middelbaar
Onderwijs zoude'behooren.
Ten slotte wenscht de Commis
sie te roieveeren dat zij niet heeft
geadviseerd eene subsidie van 150
aan de genoemde school te verlee
nen, zooals- abusievelijk door een
der leden van den Raad is beweerd
en dat zij voor het recht begrip van
hare meening de vrijheid neemt
te Verwijzen naar de adviezen door
haar gericht tot B. en W. dd. 24
Juli 1899 en 11 September 1900.
Peest var.' den bond van
Onderwijzers.
Iedereen heeft gehoord van het
Herstellingsoord t° Lunteron, die
bewonderenswaardige, nuttige, ge
lukkige stichting van den Bond
van Nederlansche Onderwijzers.
Voortdurend heeft zulk een in
richting steun noodig, veel steun.
Het is van een van ouds bekende
waarheid, dat men om krachtig in
die richting iets te doen, het aan
gename met hel nuttige verbinden
moet. Dit heeft onze Haarlemsche
afd-eeling van den Bond dan ook
begrepen, en dus een feestavond
georganiseerd, ten bate van het
Herstellingsoord.
De Amsterdamsche Onderwij-
zers-tooneelvereeniging had hare
medewerking toegezegd en voer
de Frederik van Eeden's „Het
Poortje of de duivel te Kruimel
burg" op.
Beleefdheidshalve gaat men geen
aanmerk'ng maken over hetgeen
te genieten wordt gegeven, wan
neer men to gast is. Maar wij. die
de gast van de afd. Haarlem'van
den Bond van Nedefl. Onderwij
zers waren, stellen er prijs op na
drukkelijk te verklaren, dat het
niet een beleefdheidsovcrweging
is, die er ons toe brengt met lof
van deze opvoering te gewagen.
Het spel van deze dilettanten was
zoo goed, wat actie, manier van
zeggen en grime betreft, dat we
hulde kunnen brengen aan de op-
voerenden.
Zonder daarom de verdiensten
der anderen te verkleinen willen
we vooral roemen het eenvoudige
spel van Mej. A. M. Snijders als
Leentje Kïuyt, van den heer W. A.
Lohmann als predikant Maalman
en van den heer M. Neven als
schilder Dauville.
Er zijn natuurlijk wel aanmer
kingen te maken, zooals gebrek
aan losheid, niet genoeg gang, zoo-
als men dat noemt en tc lange pau
zes, maar over 'l algemeen moet
men de dilettanten huldigen voor
hetgeen zij gegeven hebben.
De afdeeling Haarlem zal de tco-
neelvereeniging dan ook zeker zeer
dankbaar zün.
Na afloop der opvoering ging het
op dansersvoeten tot laat in den
nacht, heel gezellig, zeer geani
meerd.
Met voldoening kan de afdeelint
Haarlem van- den Bond op deze:
feestavond terugzien
Moge het Herslellinrrscord daar
van in ruime mate de gunstige re
sultaten ondervinden. De dames,
die zoo ijverig loten verkochten
brachten het hare daartoe bij.
De drukkerij van de
„Times".
Toen in 1782 de steenkolenhan
delaar John Walter zijne betalin
gen moest stauen, omdat liij fail
liet gegaan was, zag hij naar iets
anders uit om weer aan zijn broed
te komen.
Hij leerde in die minder aange
name hongerdagen den ze tier John
son kennen, die een verbetering in
bot zetten meende gevonden to
hebben, namelijk het zetten van
geheele woorden en wooi ddeeien
in plaats van losse letters. Hier
mede dacht hij vlugger te kunnen
zeiten en dus goedkooper.. te
werken.
Dit zoogenaamde „woord-zetten"
is onder den naam van „Logogra-
phie" bekend geworden.
John Walter interesseerde zich
hiervoor en dacht evenals de uit
vinder die hem zijn geheim mode
deelde, een goudmijntje gevonden
te hebben. Met Johnson te samen
wist hij voor deze logograpbie een
soort van patent te verkrijgen, met
het doel het dan samen in toepas
sing te brengen.
Op deze wijze kwam de failliete
kolenhandsiaar in het drukkers
vak terechtzoo werd hij langzaam
aan tot praktisch drukker vervormd
en was tevens de grondlegger der
„Times-drakkeri j
De iaée van het patent had cogen-
sefaijnlijk zeer veei vóór zich, maas'
in de nraktijk deden zich al heel
spoedig groote zwarigheden voor.
De letterkasten werden le uitge
breid, het geheugen liet ten laatste
zelfs den knapsien zetter in dsn
steek, als hij den blik liet gaan
over die massa vakjes der letter
kast, gevuld mot woorden letter
grepen, uitgangen enz. Op, den
duur bleek het letterzetten toch
weer noodzakelijk te zijn.
Walter zag dit zeer spoedig en
begon met het reduceer en der
woorden en lettergrepen, welke
Johnson met zooveel moeite samen
gesteld had. Alleen dagelijks voor
komende woorden werden be
houden.
Door gebrek aan eigen praktische
kennis in hst drukkersvak,
Johnson had zich intusschen weer
van hem gescheiden, moest hij
op vreemde krachten vertrouwen
waardoor zijn zoo zorgvuldig mo
gelijk geheim gehouden patent he
kend ea drukbesproken werd. Na
tuurlijk werd het scherp gecriti-
seerd. verworpen, zelfs in een be
lachelijk daglicht gesteld, totdat
hii er toe overging zijn eigen typon
zelf te vervaardigen.
Eindelijk, na veel moeite cn
strijd, zette hij zijne drukkerij op
in een gebouw op het „Printing
House Square" waarin reeds vroe
ger de „London Gazette" gedrukt
werd.
In het daarop volgende jaar richt
te hij de „Daily Universal Regis
ter" op, welke naam in 1788 in
„The Times" werd veranderd.
Men moet echter niet denken,
dat dit blad het oudste is in Lon
den, doch de „Public Ledger" die
w r l 14 Meter franco en vrij van invoerrechten toegezonden
Stalen uaar keuze, eveneens van zwarte, witte en gekleurde „Henneberg-Z^de"
voor blouses en japonnen van 45 ct. tot fl 11.10 per Meter.
Alleen echt, indien direct van mij betrokken.
G. Henneberg, Zijde-Fabrikant, Zürich,
Koulnkl. en Keizer!. Hofleverancier.