ei-Japn: Voor Iran Zanfl^gmsbeaak. Zij postee- ren zich voor de Haarlemsche Brood- en MecHaferici, -waar zacfc ook reeds eenige politiedienaren bermden. Doch hun aanwerigtieid is onaoodig. Langs 'vreedzamen, kalmen -weg, wars van »aJlc geandd, famclitten zij hun mede burgers ie overtuigen van hun billij ken eiBch. Hun doel was don ook om te zien, v.=c3ke depothouders braad kwamen halen, en toen dit geschied was, trokken zij om 7 uur naar de w>- tning van een der grootste afnennrs aan den Kruisweg,waar zij met anderen post vatten, om daar hun propaganda \oort te zetten. Tot 12 uur bleven z j tiaar onafgebroken, koude en wied trotseerende, om do voorbijganger s en de personen, die van plan waren fcroed te halen, de volgende circulaire tl o* i r handigen: Medeburgers! fcj Steunt ons in den strijd voor alge heel© Zondagrust. Men hale op Zondag geen. brood bij dezen Depothouder van de Haarlem- scho Brood- en Meelfabriek; want weet wel Burgerij, dat dit brood bereid is op den dag die ons rchtmatig toekomt als rustdag. Het is dan ook dezen Depothouder op wiens herhaald verzoek, op den Zondag versch brood geleverd moet tvorden aan zijn Depot, hetwelk aan leiding gaf, dat er meer bakkerspa- troons op Zondag lieten werken. Wanneer ieder, die het met do Zon dagsrust voor de Bakkersgezellen goed meent en ons steunt door van dezen De pothouder op Zondag geen brood meer to nemen, zuilen wij zeker een grooten stap tot ons doel genaderd zijn, en zal langzamerhand de Zondagsarbeid in ons vak tot het verledene behooren. Een ieder steune ons daarom! HET BESTUUR. Nader bericht een der propagandis ten ons nog: Er zijn absoluut geen in cidenten voorgekomen. Alleen werd oan eon matroos, die zich onder hen bevond, zijn paspoort gevraagd. Toen jncn hem vroeg, waarom hij zich bij de bakkers aansloot, terwijl hij toch hmtroos was, gaf hij ten antwoord, dat hij genoeg helde voor zijn medo- menschen bezat, om ze te steunen in hun gerechten -strijd voor Zondagsrust. Enkele bewoners van de Bakenesscr- gracht voorzagen de propagandisten voor. dc Brood- en Meelfabriek van warme koffie, wat met die kou zeer gewaardeerd werd. A an poliiiewege werd instemming betuigd met de waardige wijze van betoogen. Deze propagandist verzekert ons, dat de omzet bij den Depothouder aan den Kruisweg zeer gering is geweest. Arrondissements Recht bank. Beleediging van den Commissaris. De Rechtszitting begon met de be ihandeling van deze zaak. De publieke tribune was propvol. Ook op de ban ken, bestemd Voor de getuigen, had den tal van belangstellenden plaats genomen, waaronder ook eenige da mes. De rechtbank bestond uit de heeren Mrs. t Hooft,; voorzitter; de Clercq van Weel en von Reeken, rech ters, de Vries van Doesburg, subs. off. van justitie en van Sloterdijk subs, .griffier. Aan hskl. werd ten laste gelegd: dat liij in September 1900 als redacteur van bet Vliegend blad „de Spaarnebode" opzettelijk den Commissaris van Politie le Haarlem llenri Joseph Prédéric Antoine Anne Murie van Goor heeft beleedigd door in het op of omstreeks den 14den dier maand te Haarlem verschijnende No. 2037 van „het Vliegend Blad de Spaar nebode", welk blad in bet openbaar verspreid wordt zoo onder de abonnés ais ook door verkoop per nummer, to schrijven en op te nemen een artikel of bericht luidende: „Het petitie-bureau vlagde gisteren. „Wie nu denkt, dat de driekleur is ontplooid door de agenten, adjunct- inspecteurs en insper.ienrs ter eere „vau hun Commissaris, heeft het aan „het verkeerde eind. „Daarvoor was en is geen reden ook. „waai ons politiepersoneel het werd „reeds vaak gezegd zucht onder een „roede, die wel iets doet denken aan „den Spaanschen tijd. „Er zijn van die macbieu In dec „Staat, waartegen de Staat zelf niet „vermag. Eu zoo is nu onze politie- Comnu&soris een van die machten. „Optredende op niet te beschrijven „wijze, houdt liij bv. nu al ruim een „jaar alle bevorderingen tegen, waar- „mede hij zich misschien denkt te ver- werven een plasdankje-van den Wetr „houder van financiën, omdat er zoo- „veel en zooveel van de poiitiehegroo- „ting ia dc kas blijft: doch daarvoor „kennen wij den heer Waller beter. „Maar wat ie wel binnen krijgt, is „het verwijt der aan de politie ver bondenen, dat van hun geld worden „betaaid photographie- en gymnastiek- toestellen, waaraan eenige agenten, „ter cere van <Ï3 Broederschap van „Politie Commissarissen,, gistermiddag '„kimj-.Mu hebben mogen uitvoeren. „Het schreit werkelijk ten hemel, dat „in deze stad een toestand bestaat, als „met de politie het geval is. „Bij vacatures komen er bijna geen „sollicitanten. Iemand die er pas bij is !„en eenigszins anders kan, loopt weg, '„zoo vlug hij kan, want van bcvorcle „ring is geen, van standjes krijgen wei „sprake. „En nu willen wij op advies van „den vorfgen sabsiitutU-officSer van Justitie gaarne aannemen, dat de «commissaris is een goed justitie man, jnaar slag om met zijn personeel om „te gaan heeft ie totaliter niet. „Er werd bet vorige jaar in den Raad „door den burgemeester ach wee „geroepen om er toch als je blieft acht „agenten bij te krijgen, omdat anders „de veiligheid niet gewaarborgd was; „maar nu er, door de vele liefelijkheden „die het personeel beeft te verduren, „alweer zeven agenten te kort komen, „wordt het toch wel eens tijd, dat de „Raad tussclienbeide komt. Of is de „veiligheid nu toch gewaarborgd? maar „dan zijn er toen agenten te veel toc- gestaan." Waarin hij alzoo genoemden Com missaris ren Politie opzettelijk de be leediging heeft aangedaan hem aan de lezers ran zijn blad voor tes tellen als een ambtenaar, die rijn-politiepersoneel doet zuchten onder eene roede., die vel iets doet denken can den Spaanschen tijd. die nu al ruim een jaar alle be vorderingen ran dat personeel tegen houdt, waarmede hij zich misschien p'.asilankjcs ran den Wethouder van financiën denkt te verwerven, omdat er zooveel en zooveel can de politic1ar no ting in kas blijft, bij trie i' r- dcring geen ran t&andjc* wel sprake is en die geen .v --ft om met zijn personeel om te gaan. Als eerste getuige" trad op de beer Van Goor, die verklaarde te volharden bij de door hem gedane klacht. Op de vraag aan den beklaagde of dezen aan merking had op de verklaring van ge tuige', verzocht bekl. den Commissaris de vraag te stellen, of de agenten vau politie in den regel door hem tot be vordering worden voorgedragen. Get. antwoordde hierop toestem mend. Beki. verzocht daarop don Commis saris de vraag te stellen, hoe het ge halte is van dc agenten 2e en 3e klasse. De Pres. antwoordde dat dergelijke vragen moeilijk kunnen worden ge daan, maar deelt mede dat de Recht bank in Raadkamer zal gaan om to beslissen, indien de bekl. bij de vraag volhardt. BEKL. Dank u. ö-s Burgemeester heeft het al verklaard in de Raadszit ting. Mag ik verder vragen, of het niet waar is, dat toen de Commissaris van een inspecteur een rapport ontving, dat ingenaaid was met een iets dikker draadje dan gewoonlijk, hij liet dezen voor de voeten smeet en daarna rem gelastte het op te rapen? De Pres. maakte ook tegen deze vraag bezwaar en zei o.a.: „U staat niet terecht wegens smaadschrift, maar wegens beleediging", U heeft het recht niet, den Commissaris vra gen te doen terzake van feiten, waar van u niet beklaagd is. De Commissa ris is wel hier maar hij is geen be klaagde aio zich verdedigen moet! Ik ben evenwel bereid, in Raadkamer de meening van de rechtbank te vra- jjen. BEKL. Als ik deze vragen niet mag doen, dan kan ik niet bewijzen dat de Commissaris optreedt als in den Spaan schen tijd. PRES. Dat behoeft u ook niet te be wijzen Nadat de heer VAN WEEL nog heeft doen opmerken, dat men zelfs niet tot iemand zeggen mag: „je hebt gesto len", al is dat ook waar, ziet bekl. vau de vraag af. De Commissaris gaat zitten. A's tweede getuige treedt op de heer C. AL NOBELS, mede-uitgever van de „Spaarnebode", die verklaart dat het blad in "t openbaar wordt verspreid en verkocht. Thans is de beurt aan de getuigen a decharge. De eerste is de hear ALBERT JAN CLAUSING, loodgieter alhier. Beklaagde wenscht, dat aan dezen gevraagd zal worden: „Wat is u be kend van het optreden van den Com missaris van Politie in den nacht van 12 op 13 Februari? üe PRES. verklaart weder deze vraag niet te kunnen stellen. Bekl. komt weer met een bepaald feit, dat- de Rechtbank niat heeft te onder-' zoeken. BEKL. wijst ei op, dat hem belee diging ten laste gciegd en dat hij nu wil aantooncu, dat het geschrevene, geen beleediging is, maar op feiten berust. De PRES. antwoordt, dat deze vra gen in strijd zijn met het recht van anderen. Een bekl. heeft zeker het recht van verdediging, maar dat heeft ook zijn grens. We geven hier overi gens geen college in strafrecht. Het gaat niet aan, één ander hier voor allerlei feiten ter verantwoording te roepen. De rechtbank begeeft zich thans in Raadkamer en komt zeer spoedig te rug, waarna de PRES. mededeelt, dat de Rechtbank bezwaren heeft tegen het stellen van de vraag. De heer CLAUSING gaat zitten. Bekl. zegt nu, dat hij dan ook de andere getuigen niet behoeft op te roepen. Aan den heer Pereira had bij dezelfde vraag willen doen, maar ziet daarvan nu af. Eveneens ziet hij af i het doen hooren van den heer P. Dyserinclc. Aan deze beide getuigen wordt nu toegestaan zich te verwijderen. Thans wordt als getuige opgeroepen de heer c.' F. Kempers. acnanci-ïnspec- teur van politie, 37 jaar oud. Bekl. ■wenscht. dezen te vragen, of de Comm. van politie hem een schop heeft gege ven of heeft getracht hem te schoppen. De PRES. zegt, dat bekl. zelf wel gevoelen moet dat deze vraag nog minder kan worden gedaan, dan ue vorige. Indien bekl. er op staat, zal de Rechtbank wederom in Raadkamer deiibereeren. BEKL. Dank u, dan zie ik van de vraag af. Maar ik moet toch zeggen, dat ik nu 14 jaar lang de zittingen van de Rechtbank bijwoon en meermalen heb opgemerkt, dat in dergelijke za ken advocaten werden toegelaten tot het doen van vragen, die mij nu niet worden veroorloofd. Ik vind dat wel wat vreemd. De PRES. zegt: Niet in zaken als deze. BEKL. houdt zijn beweren vol en verklaart daarna af te zien van het hooren van dezen getuige, alsmede van het hooren der getuigen H. C van der Vangst en J. F. Krooncnburg. Deee getuigen nemen nu plaats. Optie' vraag van den PRES. erkent bek!, het stuk te hebben geschreven. PR PIS.: Ontkent u liet opzet om te beleedigen. BEKL.: Ja. PRES.: Er is een onderscheid tus- schen opzet en oogmerk. Uw oormerk kan zijn geweest het algemeen belang, maar hebt u onder het schrijven niet de overtuiging gehad, dat wat u schreef belcedigend was voor den Commis saris? BEKL.: Neen. PRES.: Zou u, indien n in de plaats van den Commissaris was, het stuk niet beleedigend gevonden hebben? BEKL.: Ik zou het niet plezierig ge vonden hebben, maar gedacht hebben: ik heb het verdiend, want ik heb het er toch. naai- gemaakt. (Gelach onder het publiek). In ieder geval heb ik niet opzettelijk willen beleedigen. De ambtenaar van het O. M., Mr. de Vries van Doesburg, het woord erlan gende, noemt dit een zeer onbeteeke- nend feit, zooals er wekelijks eenige malen iri de rechtszaal voorkomen. Bekl. beeft tevergeefs getracht eenig relief aan de zaak te geven, door ge tuigen le dagvaarden die er evenwel niets mee te maken hadden. Bekl. er- bent het hem ten laste gelegde feit De vraag is nu maar of het hier is een voudige beleediging van een ambte naar in functie. Spr. meent het laatsfe. Niet de heer Van Goor is beleedigd, maar de Commissaris van Politie als zoodanig, wegens verrichtingen die door hem als Comm. van Pol. zouden zijn begaan. De gecursiveerde zinsneden in de dagvaarding nagaande, betoogde spr. nog, dat het stuk niet gericht is tegen den heer Van Goor, waarmee de beer Stuffers misschien dé beste vrienden is (gelach onder het publiek) maar te gen den Commissaris van Politie. zei doet er niet toe. Men mag zr»fs de waarheid niet kleeden in een beleedi- genden vorm. Hiermee wil spr. niet geacht worden, zich officieel of offi cieus uitgelaten te hebben over de juist heid der in 't stuk voorkomende op merkingen. Hier is niets bekend van de ongeschiktheid van den Commissa ris. Ten slotte requireert spr. de veroor deeling van bekl. tot J 50 boete, subs. 10 dagen gevangenisstraf. De heer STUFFERS krij v-t thans het woord om zich te verdedigen en zegt o.a. het navolgende: Toen omstreeks 4 jaar geleden de installatie plaats had vau Mr. van Onteren, was de zaal zoo vol, dat mijn collega Peereboom en ik een plaatsje moesten zoeken in een be klaagdenbankje, dat in een hoek stond. Ik had niet gedacht, dat ik er ooit in ernst in komen zou en het bevreemdt mij, dat ik hier sta. Ik ben er zeker van dat liet Haarlemsche publiek heden avond de bladen lezende, denzelfden indruk zal krijgen als ik, omdat het er van overtuigd is, dat wat ik geschre ven heb zelfs nog niet een honderdste is van de misstanden aan het Commissa riaat van Politie. De PRES. hem in de rede vallende: „Als toch iedereen dat wist, was het niet noodig dat u het nogeens mede deelde." De BEKL. antwoordt, dat het niet voldoende was dat men er over praatte alleen en gaat dan voort: De vragen die ik den C. v. P. deed, steunen op be sliste feiten. Het kan zijn, dat de heer Kcmpers niet gezien heeft dat de Com missaris hem schoppen wou. men geeft een schop gewoonlijk op een plaats waar het gezichtsvermogen ophoudt, maar de getuigen Van der Vangst en Kronenburg hebben het gezien en zou den het wèl verklaard hebben. Het is verkeerd, als een Comm. v. Pol. een inspecteur gebruikt voor jachthond en; hem laat apporteeren. De Commissaris houdt bevordering, tegen. Den 24en Oct .heeft de Burge meester in den Raad gezegd, dat liet, politiepersoneel goed is. Op mijn vraag heeft de Comm. v. Pol. gezegd, dat hij in deu regel voordrachten doet tot be vordering. Welnu, sedert Juni 1899, toen Verkerk van de politie heenging, is er niet één bevorderd. Wat het standjes krijgen betreft, de getuigen Clausing en Pereira zön er bij geweest op welke manier de C. v. P. omging met zijn personeel in den nacht van 12 s? 13 Februari. Het gaf den eersten zelfs aanleiding, den volgen den dag een ingezonden stuk te plaat sen, met zijn naam onderteekend. Het personeel der politie is nooit compleet, er komen wel sollicitanten. maar nocat genoeg en ze gaan zoo gauw mogelijk weer weg. De agent Re- vius, die f 575 verdiende met vrije bo- venkleodmg. gaat nu naar Haarlem mereneer op f 450 zonder meer. Wel wordt beweerd, dat het incompleet hieruit voortvloeit, dat alleen worden genomen de besten onder de besten, maar er is er een bij, die 7 dagen ge vangenisstraf achter den rug heeft we gens... verzet tegen de politie! Ik heb den C. v. P. niet willen belee digen, doch met mijn artikel alleen op liet -oog gehad het algemeen belang En dit is eenvoudig aan (e toon en, want het politie-personeel is door en door ontevreden en nu van tweeën één: öf dat ontevreden personeel doet zijn dienst niet goed omdat het redeneert „wat kan het mij schelen, al doe ik het goed, is het toch njet goed" en dat is zeerzeker niet het algemeen belang, of wel het personeel treedt op op wil lekeurige wijze cn dan wordt aange rand het hoogste goed dat een Neder lander bezit „de Vrijheid". En dit zal toch niemand willen noemen in het al gemeen belang. En nu gekomen aan liet eind van mijn verweer, leg ik Edel achtbare heeren mijn zaak met vol ver trouwen in uwe handen, overtuigd dat u, uitspraak doende, tot mij zult zeg gen Gaat heen, aan u is geen schuld bevonden Met een luid applaus van de publieke tribune, dat echter dadelijk door den. voorzitter wordt onderdrukt, werden deze woorden begroet. Uitspraak 15 November. Moord te IJmuiden. De volgende zaak was die tegen Eduard van Tornhout, te Ostende, wien was ten laste gelegd, dat hij op of om streeks den 7dei> October 1900 te IJmui den opzettelijk Gerrit Heilig van het leven heelt beroofd door met dat oog merk dezen persoon een mes althans een seller pvoorwerp in den nek te stoo- ten, en hem aldaar eerxe verwonding toe te brengen, welke een zejr sterk bloedverlies door het openen van het aanzienlijke netwerk van aderen daar ter plaatse een afloopen van het vocht om het ruggemerg en uit de hersen holte en eene hloedophooping om het verlengde merg heeft ten gevolge ge had, hetgeen nagenoeg oogenbiildcelijk diens dood heeft veroorzaakt, althans dat hij op tijd en plaats voornoemd Gerrit Heilig opzettelijk met ccn mes in den nek heeft gestooten of gesneden en hem eene verwonding toegebracht, en bovendien dat hij op tijd cn plaats voornoemd Arie Zwaan opzettelijk heeft geslagen en met een scherp voor werp in of nabij den schouder gestoken of verwond. Als verdediger treedt op nr. Z. van den Bergh, van Amsterdam. In deze zaak zijn gedagvaard 9 ge tuigen en als deskundige Dr. C. W. J. Westerman, die een zeer breedvoerig geneeskundig rapport beeft gegeven. Getuige blijft bij dit rapport, dat voorgelezen is, volharden en zet de Üf bekl. meende, dat hij de waarheid zaak, het geneeskundig gebied betref fende, nog eens nader uiteen De eerste getuige, mej. J. Th. Boon, verklaart dat zij beklaagde gezien heeft met een blinkend voorwerp in zijn hand, en kort daarop had hooren roe pen „Moord moord 1" Alleen een op geheven hand, waarin een mes en kort daarop de val van den vermoorde, heeft deze getuige gezien, doch zij kan niet verklaren of beklaagde den steek heeft toegebracht. Staantje Verschoor, de dienstbode bij bakker Meijer, verklaart det bekl. den winkel is komen binnenloopen, met de woorden„Ze zitten mij ach terna". Een oogenblik later vertrok hij weder, terwijl hij naar zija zak greep, blijkbaar met de bedoeling om een mes te grijpen. Getuige J. Keur was op het lawaai uit de naastbijzijnde steeg komen ioc- :eloopen en zag Heilig dood liggen cn beklaagde wegloopen. C. Meijer verklaart Turnhout uit de bakkerij te hebben zien loopen en een oogenblik later iemand zien vallen ter wijl hij zijn broer hoorde roepen „Daar steken ze er één dood 1" De rijksveldwachter J. Groen heeft de verdachte aangehouden en het lijk in beslag genomen, doch van het voor gevallene niets gezien. Het meisje F. Kramer verklaart dat zij gezien had dat een Belg op Heilig afkwam en hem een slag met een stok gaf. Dit gebeurde op den hoek van de Steeg over bakker Meijereven later vloog uit de bakkerij een andere Belg, die Heilig een steek toebracht, die door den slag van den stok reeds op den grond lag, en met zijne armen zwaai de. Het was de getroffene evenwel on mogelijk na- dien slag weer op te staan. Daarna kwam van Turnhout haar ook achterna; de beklaagde en niemand anders heeft den steek toegebracht, dat heeft zij zelve gezien. Zijn pet droeg bekL bij het komen uit de bak kerij In de hand. Getuige J. Meyer zegt, dat bekl. in hoogst zenuwachtigen toestand vrees achtig in zijn woning was geloopea. Toen hij de overige Belgen zag aan komen, had deze get., uit vrees voor zichzelf, Turnhout verzocht heen te gaan. Met een duw heeft hii hem toen dc deur uitgewerkt en bekl. de woorden hooren zeggen: dan zal ik eerst tniirt mes eene trekken. Nadat deze getuige; zijn deur gesloten had, en naar buit ui keek, zag hij iemand op den grand '.te en. BekL was bloothoofds toen hij in den winkel kwam. Bekl. zegt dat hij zijn pet reeds a an te voren had verloren en geen mes bij zich had Get. y--.cn en c. Meijer daarop ge hoord, verklaarden dat zij beklaagde •.et de l.-anden over elkander hadden zien slaan. Get. A. Zvaan, die met Heilig heeft staan praten, verklaarde eveneens van Turnhout een steek te hebben gekre gen, doch doordat hij het met zichzelf te druk had, en duizelig werd, niet ge zien heeft, dat Heilig gestoken werd, doch hem wel heeft zien vallen. Getuige H. Zeegers zegt, dat de twist is ontstaan, doordat zekere Kaan vroeg aan bekl. of hij nog niet trak teerde, waarop deze Kaan een slag in het aangezicht gaf. Hierover ontstond twist. Verder heeft getuige beklaagde zien steken. Van het slaan met een stok heeft get. niets gezien. Getuige Visser heeft gezien dat de Belg uit de bakkerij is geloopen, op iemand is toegestormd, hem een steek iu den rug heeft gegeven, later zich over het lijk van Heilig zich heeft ge^ bogen en o. a. geroepen: naar zee. Bekl. ontkende dat hij een mes bij zich en gestoken had, wel bekende hij, dat hij bij M'-ij :r is binnengcloopen. De off. van just, merkt op, dat de gansche bemanning van de „Ostende" tegelijkertijd zich dezelfde mesjes had aangeschaft en juist het mes van be klaagde vermist werd. De subst. off. eischte wegens mis handeling met doodelijken afloop en mishand-ding eene gevangenisstraf van drie jaar. Stukken van den Gemeente raad. (Vervolg.) Naar aanleiding van de bespre kingen in de beide laatste zittin gen van den Raad gehouden, in zake de subsidie door de afdeeling Haarlem van de li. K. Volksbond gevraagd voor hare teekenschool, meent de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, hel volgende onder de aandacht van Uw College te moe ten brengen. De Commissie werpt verre van zich het verwijt, dal haar advies in deze zaak niet met de noödige kennis zou zijn gemaakt ornaat zij in dsn loop der cursus de school niet. bezocht. Hei is toch duidelijk, dat een be zoek aan de school op de uren dat een les wordt gegeven, slechts een indruk kan geven van den ijver en ambitie waarmede door de leer lingen wordt gewerkt en in som mige gevallen van de meer of min der goede wijze waarop de lessen worden gegeven, hoewel bij tee- kenlessen daarvan weinig sprake kan zijn. Da jaarlijksche tentoon stelling van het werk der leerlin gen, en deze tentoonstelling ver- duidebikt door de inlichtingen van de betrokken onderwijzers, en aangevuld door de verantwoording der vragen van hen, die geroepen zijn een oordeel uit te spreken, is naai' de zienswijze der Commissie bet beste middel om te beoordeelen welke vruchten de school afwerpt. Het doet den Commissie dan ook leed, dat van de technische zijde in den Raad werd gczegcl dat de resultaten der school zeer goed waren. De Commissie is het met deze opinie niet eens en voegt hieraan S toe dat voor de beoordeeling van de resultaten eener school, on dervinding behoort, die slechts kan verkregen worden door verge lijking met andere richtingen hier ter stede, waartoe de Commissie ruimschoots in de gelegenheid is, en die bij haar advies zeer zeker hebben gegolden. In de tweede plaats meent de Commissie te moeten wijzen op het feit da', haai*, naar haar inzien ten onrechte, de contröle over de school van den R. K. Volksbond, zooaïs die thans is ingericht, werd opgedragen. Deze school toch valt niet onder de bepalingen der wet op het Middelbaar Onderwijs zoo als ook dcor een der raadsleden werd erkend volgens het verslag der zitting van 10 October jl. en de Commissie meent dan ook den Raad in overweging to moeten go- ven, bij eventueel verleenen der subsidie voor 1901 het toezicht op deze sehool aan haar niet op te dra gen, tenzij haar advies van 11 Sep tember 1900 gevolgd worde en een leerplan wordt ingediend met de noodige waarborgen voor de goede uitvoering daarvan, welk leerplan zoude moeten voldoen aan zooda nige^ bepalingen, dat de school tot de inrichtingen van Middelbaar Onderwijs zoude'behooren. Ten slotte wenscht de Commis sie te roieveeren dat zij niet heeft geadviseerd eene subsidie van 150 aan de genoemde school te verlee nen, zooals- abusievelijk door een der leden van den Raad is beweerd en dat zij voor het recht begrip van hare meening de vrijheid neemt te Verwijzen naar de adviezen door haar gericht tot B. en W. dd. 24 Juli 1899 en 11 September 1900. Peest var.' den bond van Onderwijzers. Iedereen heeft gehoord van het Herstellingsoord t° Lunteron, die bewonderenswaardige, nuttige, ge lukkige stichting van den Bond van Nederlansche Onderwijzers. Voortdurend heeft zulk een in richting steun noodig, veel steun. Het is van een van ouds bekende waarheid, dat men om krachtig in die richting iets te doen, het aan gename met hel nuttige verbinden moet. Dit heeft onze Haarlemsche afd-eeling van den Bond dan ook begrepen, en dus een feestavond georganiseerd, ten bate van het Herstellingsoord. De Amsterdamsche Onderwij- zers-tooneelvereeniging had hare medewerking toegezegd en voer de Frederik van Eeden's „Het Poortje of de duivel te Kruimel burg" op. Beleefdheidshalve gaat men geen aanmerk'ng maken over hetgeen te genieten wordt gegeven, wan neer men to gast is. Maar wij. die de gast van de afd. Haarlem'van den Bond van Nedefl. Onderwij zers waren, stellen er prijs op na drukkelijk te verklaren, dat het niet een beleefdheidsovcrweging is, die er ons toe brengt met lof van deze opvoering te gewagen. Het spel van deze dilettanten was zoo goed, wat actie, manier van zeggen en grime betreft, dat we hulde kunnen brengen aan de op- voerenden. Zonder daarom de verdiensten der anderen te verkleinen willen we vooral roemen het eenvoudige spel van Mej. A. M. Snijders als Leentje Kïuyt, van den heer W. A. Lohmann als predikant Maalman en van den heer M. Neven als schilder Dauville. Er zijn natuurlijk wel aanmer kingen te maken, zooals gebrek aan losheid, niet genoeg gang, zoo- als men dat noemt en tc lange pau zes, maar over 'l algemeen moet men de dilettanten huldigen voor hetgeen zij gegeven hebben. De afdeeling Haarlem zal de tco- neelvereeniging dan ook zeker zeer dankbaar zün. Na afloop der opvoering ging het op dansersvoeten tot laat in den nacht, heel gezellig, zeer geani meerd. Met voldoening kan de afdeelint Haarlem van- den Bond op deze: feestavond terugzien Moge het Herslellinrrscord daar van in ruime mate de gunstige re sultaten ondervinden. De dames, die zoo ijverig loten verkochten brachten het hare daartoe bij. De drukkerij van de „Times". Toen in 1782 de steenkolenhan delaar John Walter zijne betalin gen moest stauen, omdat liij fail liet gegaan was, zag hij naar iets anders uit om weer aan zijn broed te komen. Hij leerde in die minder aange name hongerdagen den ze tier John son kennen, die een verbetering in bot zetten meende gevonden to hebben, namelijk het zetten van geheele woorden en wooi ddeeien in plaats van losse letters. Hier mede dacht hij vlugger te kunnen zeiten en dus goedkooper.. te werken. Dit zoogenaamde „woord-zetten" is onder den naam van „Logogra- phie" bekend geworden. John Walter interesseerde zich hiervoor en dacht evenals de uit vinder die hem zijn geheim mode deelde, een goudmijntje gevonden te hebben. Met Johnson te samen wist hij voor deze logograpbie een soort van patent te verkrijgen, met het doel het dan samen in toepas sing te brengen. Op deze wijze kwam de failliete kolenhandsiaar in het drukkers vak terechtzoo werd hij langzaam aan tot praktisch drukker vervormd en was tevens de grondlegger der „Times-drakkeri j De iaée van het patent had cogen- sefaijnlijk zeer veei vóór zich, maas' in de nraktijk deden zich al heel spoedig groote zwarigheden voor. De letterkasten werden le uitge breid, het geheugen liet ten laatste zelfs den knapsien zetter in dsn steek, als hij den blik liet gaan over die massa vakjes der letter kast, gevuld mot woorden letter grepen, uitgangen enz. Op, den duur bleek het letterzetten toch weer noodzakelijk te zijn. Walter zag dit zeer spoedig en begon met het reduceer en der woorden en lettergrepen, welke Johnson met zooveel moeite samen gesteld had. Alleen dagelijks voor komende woorden werden be houden. Door gebrek aan eigen praktische kennis in hst drukkersvak, Johnson had zich intusschen weer van hem gescheiden, moest hij op vreemde krachten vertrouwen waardoor zijn zoo zorgvuldig mo gelijk geheim gehouden patent he kend ea drukbesproken werd. Na tuurlijk werd het scherp gecriti- seerd. verworpen, zelfs in een be lachelijk daglicht gesteld, totdat hii er toe overging zijn eigen typon zelf te vervaardigen. Eindelijk, na veel moeite cn strijd, zette hij zijne drukkerij op in een gebouw op het „Printing House Square" waarin reeds vroe ger de „London Gazette" gedrukt werd. In het daarop volgende jaar richt te hij de „Daily Universal Regis ter" op, welke naam in 1788 in „The Times" werd veranderd. Men moet echter niet denken, dat dit blad het oudste is in Lon den, doch de „Public Ledger" die w r l 14 Meter franco en vrij van invoerrechten toegezonden Stalen uaar keuze, eveneens van zwarte, witte en gekleurde „Henneberg-Z^de" voor blouses en japonnen van 45 ct. tot fl 11.10 per Meter. Alleen echt, indien direct van mij betrokken. G. Henneberg, Zijde-Fabrikant, Zürich, Koulnkl. en Keizer!. Hofleverancier.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 2