Tweede Blad, De gestolen bacil. behoorende bij Haarlem's Dagblad" van Dinsdag 6 Nov. 1900. No. 532a Stadsnieuws Vergadering van den Raad der gemeente Haarlem, op Woensdag 7 November 1900, des namiddags ten 11/4 ure. 1 Mededeelingen en ingekomen stuk- Ken. 2. Voorstel B. en W.W. met nadere voorstellen en amendement vaststel len reglement van orde. 3. Stemming voorstel S. Roog subsi die R. K. Volksbond, waarover de steramen hebben gestaakt. 4. Voorstel B. en W.W., vaststelling tarief van onderstand. 5. Id. id. staat van te vellen hoornen. 6. Rapport commissie voor de tram plannen en voorstel B. en W.W. ver koop grond Wagenweg. 7. Voorstel B. en W.W. aankoop gronden Sckeepmakersdijk en Papen- torensvest. S. Id. id. aankoop perceel Botermarkt 9. Voorstel commissie van voorberei ding voor de oprichting van een abat toir. jaarwedde directeur. 10. Schrijven J. Klein e. a. en voor stel B. en W.W. vervanging van het woord „abattoir". 11. Voorstel B. en W.W. adres Wed. BakkerStubbs om onderstand. 12. Id. id. adres D. van Dokkum, prijs duinwater. 13. ld. id. onbewoonbaarverklaring perceel Klein Heiligland No. 43. 14. Id. id. adres C. Meijer erfpacht grond Oude Raamstraat. 15. Id. id. adres C. van Andel plan bebouwing grond ten noorden van de Maerten van Heemskerkstraat. 1G. Motie Th. G. Schiirmann, betref fende commissaris van politie. 17. Voorstel B. en W.W. opheffing betrekking onder-directeur H. B. Scho- ,lcn. 18. Voordracht Burgerlijk Armbe stuur benoeming armen-opzichter. 19. Id. B. en WAV. benoeming twee onderwijzeressen ode Tusschenschooi. 20. Benoeming leden stembureau verkiezing leden Kamer van Koophan del. 21. Verslag opzichter gasverlichting September 1900. Blooraendaal. Bevallen: G. II. M. RoosenRoosen z., D. WesselingCassé, d. II. v. d. VeldtVan Balcel, z. Overleden: H. Bos, 72 j., Meerenberg. Zaadvoort. Voor de betrekking van een nieuwe agent van politie alhier op eene jaar wedde van f 450, f 50 vergoeding voor kleeding en deelneming in een pensi oenfonds hebben zich 24 solicitanten aangemeld. In de Vrijdagavond gehouden verga dering van de afdeeling Zandvoort der Noord-hollandsche vereeniging „het Witte Kruis" is het plan voor het te bouwen ziekenhuis goedgekeurd. Het bestuur werd gemachtigd een publieke aanbesteding te houden, die spoedig zal plaats hebben. Getrouwd: W. Steenhuizen en W. J. Weber. Bevallen: J. Visservan Duivenbo- den, z. Overleden: P. J. Water 5 d. Bij B. en W. is ingediend een bouw plan voor eene villa aan de Haarlem merstraat door F. Zwaan alhier. Binnenland. Academischs examens. Leiden. Bevorderd tot arts de heer L. P. J. de Does. Geslaagd voor het eerste gedeelte van het artsexamen do heer P. van der Ma- rel. Geslaagd voor het doctoraal examen in de rechten de heer H. N. van Walréc. Pres. Krugor en Marseille. I-Iet comité dat te Marseille is ge vormd ten gunste van de onafhanke lijkheid der Boeren heeft tot de bevol king een oproeping gericht, waarin het kennis geeft van zijn voornemen om feuiiietou. zeide de bacterioloog, een glasplaatje onder het microscoop schuiven den, ,,is een praeparaat van de beroemde cholera-bacil. De man met het bleeke gezicht keek door het microscoop. Klaar blijkelijk was hij niet gewend aan j.uik werk, en hield daarom de lin- kerhand voor het eene oog. „Draai aan dege schroef zeide üe geleerde, „misschien is de mi croscoop niet goed gezet voor uw bog." „O, nu zie ik het", zeide de be- oeker. „Nu, veel bijzonders valt Ir niet aan te kijken. Kleine pun tjes, meer niet. En deze nietige Schepseltjes, kunnen een geheele Uad ontvolken, 't Is merkwaardig!" Hij stond op en het glasplaatje ran het microscoop nemende, hield hij het tegen 't licht. Nauwelijks ichtbaar," zeide hij. Plotseling .arzelde hij: „zijn zo levend?" rroeg hij op angstigen toon. „Deze zijn geprepareerd en dus president Kruger bij diens aankomst een waardige ontvangst te bereiden „voor de burgerdeugd, de toewijding en den moed dien de bewonderens waardige grijsaard toont ter verdedi ging van de onafhankelijkheid der Z.- afrikaanschë republieken." Voor den goeden naam van Frankrijk en Mar seille is het zoo leest men verder van belang dat do betooging een grootsch en waardig karakter draagt, den stempel van sympathieën bewon dering voor den ontembaren moed van een volk dat voor zijn onafhankelijk heid worstelt, een afspiegeling van der Franschen liefde voor recht en vrij heid. Terwijl het Comité hiervoor de me dewerking der stadgenooten inroept, doet het tevens nadrukkelijk uitkomen dat het geenszins beoogt „betoogingen in daden of woorden tegen een natie waarmede Frankrijk vriendschapsbe trekkingen heeft. Het doel is veel ede ler, hooger, het bestaat in het bren gen van de welverdiende eer aan den man, in wien de strijd van den zwak ke voor vrijheid is belichaamd en wiens reis naar Europa een nieuwe helden daad is, die aller eerbied afdwingt." Alle staatkundige quaestiën moeten daarom buiten gesloten worden en bij voorbaat wordt de medewerking afge wezen van ieder die er een partij doel mee beoogt. ..Wij doen een beroep en zijn er zeker van dat men er aan zal gehoor geven op alle mannen van goeden wil, die met ons vervuld zijn van eerbied en bewondering voor een burger die tot znij laatsten adem tocht geeft om de eer en de onafhanke lijkheid van zijn land te verdedigen." Voorzitter van dit comité is het lid van den departementalen raad II. Thou rel, secretaris de reeder A. Viclle. Uit de Arbeiderswereld. BINNENLAND. De werkstaking aan de Heine- ken's Amst. Glazenwasscherij is Zaterdag- geëindigd. De eischen der werklieden zijn ingewilligd. In den stand der staking aan de Wes ter Suikerraffinaderij te Amster dam is geen noemenswaardige verandering gekomen. Koloniën. De toestand in Atjeh. Onder dit opschrift schrijft de „J.B." onder meer het volgende Van iemand van gezag bij uit stek tot oordeelen bevoegd en se dert jaren in Atjeh gevestigd, ont vingen wij de mededeeling dat de bi] sommigen gevestigde indruk en wij moeten eerlijk bekennen dat wij ons zeiven ook tot die som migen" rekenden als zouden de bezettingstroepen in dat gewest te zeer zijn uitgeput om op dit oogen- blik het verzet in Samalanga te fnuiken, ten eenenmale onjuist moet heeten. In de eerste plaats toch kan een „toenemend" verzet in Samalanga kwalijk besproken worden. Het hoofd van dat land schap heeft steeds den gehoorza men dienaar jegens het bestuur gespeeld, gezorgd dat in zijn ge bied geen schot viel, enz., maar te vens allerlei vijandige elementen geherbergd, in de gelegenheid ge steld om, onder zijne vredesvlag verborgen, in het Samalangasche van hunne vermoeienissen uit te rusten, om, bij gunstige gelegen heid even buiten de grenzen de Kompeunie afbreuk te gaan doen. Onder zulke omstandigheden kon alles pais en vree blijven, zoolang wij ons van bemoeienis met de onderhoorigheden onthielden, te vreden waren met een schoonen schijn en ons niet ten doel stelden, het verzet in zijne schuilhoeken aan te tasten, maar liever zelf er voor wegscholen. Nu dit alles verander de, moest te eeniger ure T. Tji Sa malanga genoopt worden kleur te bekenuen. Nadat hij reeds vele waarschuwingen had ontvangen, werd eindelijk met uscces in zijn gebied buiten zijne medewerking een onderzoek ingesteld, waardoor zijne dubbelzinnige houding on dubbelzinnig aan liet licht trad, en weldra daarna hield hii zelf, beducht voor straf, zich schuil, hoe wel steeds nederige brieven schrij vend. De verzetspartij maakte van die pauze gebruik om hem gehéél te compromitteeren, en nu zal dus in Samalanga gewapenderhand moeten worden opgetreden. Niet wegens uitputting van den troep, maar omdat de rouverneur dood", antwoordde de bacterioloog, „ik wilde wel dat we alle konden dooaen." „Ik veronderstel", hernam de bleeke man met een lichte glim lach, „dat gij de bacillen die ge hier hebt, wel niet zal laten leven?" „Integendeel, we moeten het wel," zeide de geleerde. „Hier bij nier door en nam een van de vele voorbeeld", hij liep de kamer door en nam een van de vele ver zegelde buisjes „is de levende cholera-bacil." Een lichte glimp van voldoening gleed over het gelaat van den bleeken man. „Het is gevaarlijk, zoo iets te bezitten," zeide hij, het kleine buisje als met de oogen ver slindende. De bacterioloog las het verholen genoegen op het gezicht van den bezoeker. Die man, die hem dien middag was komen bezoeken, met een aanbeveling van een ouden vriend, boezemde hem belang in, door de contrasten, die zijn uiter lijk opleverde. Het sluike zwarte haar en de diepliggende grijze oogen, de woeste uitdrukking van zijn gelaat en zijne zenuwachtige manieren gevoegd bij de onrustige bewegingen van zijn bezoeker, dat liefst zijne werkzaamheden en ha re volgorde» zelf regelt en niet door den vijand laat regelen, is die ex cursie tot dusverre uitgesteld. Zoo wel ter Noordkust, in de Pasè- streek, als ter Westkust (èn in het Meulabohsche, èn in de onderaf- deeling Tapa Toean) was men be zig met wegenaanleg, en als er nog meer troepen waren «-eweest, zou den die elders *p soortgelijke wij ze werkzaam zijn geweest. Daar voor waren natuurlijk tijdelijke bivaks, regelingen van vivresop- voer, enz. noodig, en om dit alles nu in de war te laten sturen en het belangrijke werk in het geschikte seizoen te staken wegens verhou dingen in Samalanga welker re geling niet urgent is, omdat eenig uitstel den toestand eer ten onzen gunste dan ten onzen n&deele wij zigt dat zou van weinig beleid getuigen. Zulke dingen doen wij op den tijd, die ons het best gele gen komt, schrijft onze zegsman, andere zouden telkens vijandige hoofden het spelletje kunnen en zeker ook willen spelen van onze krachten te onttrekken aan den meest nuttigen arbeid. De bewering dat generaal van Heutsz van het klein aantal troe pen, dat hij te zijner beschikking heeft, te veel zou vergen, wordt verder kortweg onwaar genoemd... En wat nu den algemeenen toe stand betreft, het verzet neemt gaandeweg af, onze invloed neemt voortdurend toe. De snelheid, waarmede het een zoowel als het ander vorderen zal, laat zich niet vooraf in cijfers uitdrukken, maar we staan geen oogenblik stil, laat staan dat we achteruit zouden gaan, en Samalanga jaagt geen schrik of bezorgdheid aan, al zulten enkele politici en visschers in troebele wateren wel hun best doen. Rechtszaken. Uit Tiel meldt men De moord te Appeltern, die op 2 Febr. van dit jaar gepleegd werd, wekte de woede van het volk op, die zich uitte in mishandeling, ook van hen, die met de bekende sekte aldaar niets hadden uit te staan. Op verschillende plaatsen werden de ruiten ingeworpen, en daar dit in den regel bij nacht geschiedde, was het der justitie hoogst moeilijk de daders te vinden. Beklaagd van op 5 Febr. bij de gebr. Visser te Altforst de ruiten te hebben ingeworpen, stond Vrijdag terecht de 38-jarige' H. A. van Dijk uit Appeltern te Tiel terecht. In deze zaak worden 7 getuigen ge hoord, waarvan alleen W. Schram- mers den beklaagde als dader aanwijst en de anderen slechts ophelderingen geven. In zijn requisitoir noemt de subst.- officier van justitie, mr. A. Mijnlieff, den beklaagde een van dc grootste bel hamels in de moordzaak te Appeltern, op wien niet ten onrechte de verden king rust de hand gehad te hebben in tal van zaken als deze. Het valt der justitie moeilijk de bewijzen tegen in dividuen als dezen machtig te worden, daar de menschen bang zijn voor be- klaagdes wraak. De officier brengt daarom hulde aan get. Schrammers, ciie zonder aarzeling verklaarde, wat hij wist. Het is niet de eerste maal, dat bekl. terechtstaat. In 1893 is hij wegens mis handeling tot 4 maanden veroordeeld. De oficier acht het wettig en overtui gend bewijs van beklaagdes schuld ge leverd en eischt zijne veroordeeling tot één jaar. De tribune was geheel gevuld met Maas-en-Waalsch publiek. Sport en Wedstrijden. Wieleroi6uws. Er is sprake van dat de wielerbaan te Maastricht heel spoedig het voor beeld van de Amsterdamsche baan zal volgen; waarschijnlijk wordt zij vóór het begin van het volgend seizoen nog afgebroken. Ook de Baarnsche baan heeft in het afgeloopen. seizoen haar laatste stuiptrekkingen te zien gege ven, terwijl de tand des tijds het ove rige zal doen aan hetgeen te Scheve- ningen en Tilburg nog aan wielerba nen in ons land rest. Wanneer men meenen mocht, zegt de Kampioen, dat het alleen in ons land aldus toegaat, dan vergist men zich. Ook in het buitenland verdwijnen dc wielerbanen de ecu na dc ander. Af alles was,zoo ongewoon, dat zelfs de phelgmatieke geleerde er bui ten zijn gewone doen, door raakte. Hij staarde in gedachten verzon ken in het buisje. „Ja, hier is de pest gevangen. Wanneer men slechts één zulk buisje breekt en den inhoud in drinkwater gooit, dan verspreid het verderf zich over de stad, ja over 't geheele land. Het sluipt langs do straten, baant zich een weg tot le uiterste hoeken en de dood volgt het op zijne schreden. Het De geleerde hield plotseling op. Voor zijn doen had hij veel en lang gesproken. Het houden van rede voeringen was zijne zwakke punt. „Maar hier is hij veilig, zoo licht zal hij er niet uitkomen." De bleeke man knikte, zijn oogen schitterden. „Wat zijne de anar chisten toch domooren om bom men te gebruiken, als men die din gen onder zijn bereik heeft." Hij wees op het buisje. Een licht geklop op de deur deed beiden opzien. De geleerde deed open. Het was zijn vrouw die hem vroeg even bij haar te komen. Hij ging. Toen hij zijn laboratorium weer binnentrad, stond zijn bezoe ker op zijn horloge te kijken. en toe leest men dat er Weer hier of daar een is geëclipseerd. Roubaix, Flo rence, Milaan zijn voorbeelden der laat3te weken. De Fransche rijder Baugé, die eeni- gen tijd houder was van het uur-record op de baan met motor-gangmaking, dat hem door den Amerikaan Stinson onlangs te Philadelphia ontnomen is, heeft Woensdag op de Pare des Prin- ces-baan te Parijs, getracht zich dat record weder toe te eigenen. Wellicht zou zijn poging ook gelukt zijn, zoo zijn gangrnakende motor-driewieler hem niet tweemaal in den steek gela ten had, waardoor hij het niet verder kon breugen dan G4 kilom. 350 metera, hetgeen toch nog een respectabel gan getje mag genoemd worden. Stinson's afstand bedroeg 64 kilom. 672 meters. Een vaio-kannibaal. De vorige maand werden een heer en dame, die te Bergumerheide aan 't wielrijden waren, door een hondenkar in de wielen gereden, zoodat de wiel rijder tusschen kar, wiel en boom be kneld raakte, de dame viel, en beide rijwielen erg beschadigd zijn. De bestuurder van den hondenkar had de honden heel rustig op de wiel- ders laten aanrijden. Hij is hiervoor door den kantonrechter tot vier dagen hechtenis veroordeeld. Merkwaardig in deze zaak is het zeer behartigens waardige requisitoir van den ambte naar van het O. M. Deze zei, volgens de Bergumer Courant „Als men zoo het platteland van Friesland rondreist, krijgt men den in druk, dat de bevolking over 't algemeen niet gesteld is op nieuwe vervoermid delen. Zij moeten die wel dulden, maar bemind zijn ze niet. Integendeel, het zijn meest hondekarren en oude wa gens op riemen veelal, die men ont moet, en de bestuurders daarvan schij nen te meenen, dat zij eigenlijk de heerschers of koningen zijn van den weg. Zij schijnen het idéé te hebben, dat voor hen eigenlijk de wegen aan gelegd zijn, dat een ander daarop niets te maken heeft. Zij hitsen de honden aan, zij gaan niet uit den weg, zij wij ken voor niets en keeren betgeen ach ter lien aankomt zoolang mogelijk, door niet een stroobreedte uit den weg te gaan, zelfs wanneer daartoe vol doende' ruimte is. Het zijn vooral de wielrijders, die daarvan den last en het nadeel ondervinden. Wanneer een wielrijder zoodanig voertuig passeeren moet, is 't maar het best van zijn wiel, en zoo ver mogelijk aan den kant te gaan, wil hij niet in gevaar verkeeren van aangereden te worden en somtijds veei schade aan zijn persoon of zijn machine toegebracht zien. Een wiel rijder op den weg schijnt in sommige stroken van Friesland een half vogel vrijverklaarde-, een wilde, een dier te zijn, dien men het zoo lastig mogelijk mag maken. Het is m. i. hoogst noodzakelijk dit wanbegrip met alle mogelijke midde len le keer te gaan. Waar men in de gelegenheid is, dient men die niet te laten voorbijgaan, om een voorbeeld te stellpn, teneinde den wielrijders een meer veilige passage langs den weg te verzekeren. Het is bijna opzet, de om standigheden waaronder bet thans aanhangig feit is geschied. Uit de een parige verklaringen der drie getuigen is gebleken, dat bekl. R. de aanrijding had kunnen voorkomen, indien hij tij dig van de kar gesprongen was om de honden te keeren. Ik hoop en vertrouw, Ed.Achtb. heer kantonrechter, dat u het met mij wensehelijk zult achten, dat in dezen de hoogste straf zal wor den toegepast, die het Wetboek van Strafrecht toelaat, en de bekl. dus zal worden veroordeeld tot betgeen ik de eer heb te requireeren :6 dagen hech tenis. Wij meenen alleen met bescheiden heid te mogen opmerken, dat liet hier bedoelde wanbegrip ook nog wel in andere provincies dan Friesland, dient bestreden te worden. Het automobilisme te Amster dam. In de „Kampioen" lezen wij het vol gende: Onze goede stad Amsterdam neemt gaandeweg wereldstadsche allures aan We hebben nu al electrische post-auio- mobieleu, waar we uit een zekere voor name geblaseerdheid al niet eens meer naar omkijken; er rijdt door de Mar- nix-buurt een zéér vóórname electri sche train met bovengrondsche gelei ding; onze vroede vaderen overwogen reeds de wenschelijkheid der invoe ring van een modernen motor-politie wagen: gemeente-autoriteiten maken „ik dacht niet, dat ik u reeds een uur had opgehouden," zeide hij. ,,'t Is twaalf minuten vóór vie ren. ik moest reeds om half vier ergens anders zijn. Maar uw laboratorium is zoo interessant, dat de tijd is omgevlogen, voor dat ik hot wist. Maar nu kan ik heusch niet langer blijven. Adieu dus en bedankt voor uwe bereid willigheid." Hij ging heen, de bacterioloog geleidde hem tot de deur en keer de toen in gedachten verzonken naar zijn laboratorium terug. Hij poinsde over de nationaliteit van zijn bezoeker. Do man was geen Germaansch type, noch van gewo ne Latijnsche afkomst. „Een zieke lijk gestel, vrees ik". >:-ide hij tot zich zelf. „Wat stelde hij belang in die Cholera-bacillen Plotseling schoot hem iets in de gedachten. Hij liep naar het stoom bad, en vervolgens naar zijn schrijftafel, voelde haastig in zij ne zakken en liep toen naar de deur. „Ik heb het misschien op de tafel in de eetkamer gelegd", zei- do hij. „Minnie", riep hij luid in den gang. Wat is er, manlief?" vroeg een na bezetten tijd proefritjes met een gas- tram alias tram-automobiel, en thans wordt ernstig gedacht over invoering van motor-veegmachines, tot reiniging van den drabbigen bodem, waarop we thans rondplassen. Als 't zoo doorgaat wordt onze rijks hoofdstad het brandpunt van het auto mobilisme in Nederland, de operatie basis tot een schitterende automobiel victorie. Maar dan moet er van de zij do on zer vroede vaderen toch nog heel wat gebeuren. Wij moeten wat consequen ter gaan worden en wat logischer. Als bijvoorbeeld post-electromobielen door de geasphalteerde straten mogen rij den, dan moet men dat aan particu liere auto's niet verbieden. Overigens is onder onze wijze hestuurderen nog veel bekeeringswerk te verrichten. Een voudig is dat niet. Hoe maakt men bv. onzen burgervader wijs dat een motor- tweewieler geen gevaarlijk voertuig Is en dus evenveel recht heeft op een plaats onder de officieel toegelaten verkeersmiddelen als de motordriewie ler? Bij al onze „groszstadtischkeit" blijft onze keibestrating intusschon aller treurigst. Een spannend „reisverhaal" zou bijv. te schrijven zijn van een fiets tochtje bij slipperig weer van het Cen traalstation via Damrak naar don Dam. Als de brijige smeer, die daar op de bobbelende kinderhoofdjes ligt, van de juiste consistente boedanigheid is, dobbert men daar op de fiets rond als een schip zonder roer. En zoo is bet helaas niet alleen op het Damrak, maar ook op vele andere punten der stad, En daar we ons nog altijd op den he- J ganen grond bewegen, staat verwaar- loozing van het rij vlak vrijwel gelijk met een niet te rechtvaardige onver schilligheid ten aanzien van de belan gen van duizenden 1 Automo bilisme. Koning Leopold van België Hoeft tij dens zijn verblijf te Parijs de sympa thie van allo chauffeurs gewonnen door zijn opvallende voorliefde voor het me chanisch rijtuig. Zoolang hij te Parijs was maakte hij iederen morgen een automobieltoclit. Op een morgen ge noot een der meest bekende Parijsche cha""-" de heer Charron, de eer om den koninklijken gast per auto door Parijs te mogen geleiden. Op verzoek ven den koning ging het in de stad een bedaard gangetje, maar nauwelijks was men in een der breede lanen van het Bois gearriveerd of Charron, die een wedstrijdman pur sang is, kon zich met moer bedwingen eu liet zijn 12 PK. den vrijen teugel. De koning scheen een flinke snelheid allesbehalve onaangenaam te vinden. Een politie agent was echter van meening dat het te hatd ging en gaf Charron een tee- keu om te stoppen. Onmiddellijk stond Je auto sill, waarop de politieman met zijn notitieboekje in de hand toesnel de en den vcet op de trede van het rij tuig plaatste om op zijn gemak de noo- dige gegevens voor een proces-verbaal te verzamelen. Toen de man der wet echter naai 's konings naam vroeg ont blootte Charron het hoofd en stelde met ecu plechtig: „Zijne Majesteit de Koning an België" den agent op de hoogte van den toestand. De politieman ontstelde, borg zijn boekje op. salueerde plechtig maar ver zocht niettemin of de keeren wat min der hard wilden rijden, aan welk ver zoek natuuilijk voldaan werd. (De Kampioen). Zeilen. De „Herald" meldt, dat August Bel mont, als aanvoerder, W. K. van der Bilt Jr., Cornelius van der Bilt, C. L. T. Robinson, Edward Brown en Lewis Ledyard een syndicaat zullen samen stellen om een vaartuig te bouwen ter verdediging van de America Cup. De heer E. A. Williard zal de stuurman zijn. Letteren en Kunst Intern. Zang wedstrijd. De Kon. Zangvereeniging „Mastreech- ter Staar" heeft het plan opgevat, het volgende jaar Juli een groeten inter nationalen zangwedstrijd te houden. Zoowel in de 3e als in de 2e afdeeling zullen twoe koren naar keuze gezongen worden door vereenigingen, die in de ze afdeelingen nog geen len prijs be haald hebben. Voor de 3e afdeeling worden uitge loofd verg. zilveren medailles met geld prijzen van ICO, 50 en f 25. Voor de 2e afd. verg. zilv. medailles met geld prijzen van 200, f 100 en f 50. Do eer/wedstrijd zal daai na geliou- zaohto stem. ilad ik iets "in de hand, toen ik daareven met je sprak?" Stilte. „Niets lieve, dat ik mij herin ner „Heerebewanrme riep de bac terioloog uit, rende de trappen af en de straat op. Minnie, dc deur met luid goraas hoorende dichtvallen, snelde naar het raam. Aan 't eind van de straat stapte een lange magere man in een rijtuig. De bacterioloog rende zon der hoed en in zijn huisjas er heen. „Hij is gek geworden", riep Min nie uit, „is me dat ook een afschu welijke wetenschap, die hij er op nahoudt", en het raam openende, wilde zij hem roepen. De lango magere man, scheen met een tegenovergestelde gedach ten bezield. Nauwelijks zag hii den geleerde of hij zeide iets tegen den koetsier, de tree werd opgeslagen, de zweep klapte en voort ging het in dolle vaart. De bacterioloog in het vuur zijner vervolging, rende in dolle vaart voort, en in eenige oogenblikken waren rijtuig en vervolger om den hoek der straat verdwenen. Minnie bleef een oogenblik uit het raam staan kij- den worden tusschen de vereenigingen die den len prijs hebben behaald in de Se en de 2e afdeeling. Te zingen ééo koor naar keuze. Prijs: een kunstvoor werp. Daarna zingt de le afdeeling een vea plicht koor en één naar keuze: a. VOO* Nederlandscho vereenigingen die nof geen len prijs in deze afdeeling haald hebben, le pr. gouden ined. en f 300, 2e pr. verg. zilv. med. f 150, 3e pr. id en f 75, b. voor buitenlandsohe vereenigingen die nog geen len prijl in deze afdeeling behaald hebben, 1< pr. gouden med. ou f 300, 2e pr. verg. zilv. med en f 150, 3e pr. id. en f 75. Deze wedstrijd in de le afd. wordt gevolgd door een eere-wedstrijd tus- schen de vereenigingen dio den len prijs hebben behaald in do le afdoe- iing a en b. Hier zal het verplichte koor nog eens gezongen worden. Prijs: een kunstvoorwerp. Tot de afdeeling van uitnemendheid worden toegelaten vereenigingen van elke nationaliteit, die nog niet in de hoogste eere-afdeeling gezongen heb ben. Ook hier zal een verplicht kooi on één naar keuze gezongen worden, lo prijs gouden medaille eu J 500, 2* prijs idem en f 250. Door vereenigingen van elke natio naliteit wordt dan nog gezongen in do hoogste eere-afdeeling een verplicht koor en één naar keuze, le prijs gouden medaille en 1200, 2e prijs idem en /500 De wedstrijd wordt besloten met een gemengd koor a rapella. le prijs gou den med. eu 400. 2e prijs idem en f 200. Bekende musici zullen worden uit- genoodigd om als lid der jury op t« treden en tot het schrijven van ver plichte koorwerken. De rolverdeeling in Tristan und Isol de," Donderdag 8 en Zaterdag 10 No vember a.s. in den Stadsschouwburg te Amsterdam, onver leiding van mr. Viotta, is als volgt: Tristan Hjnar Forchhanuuer Dresden, Isolde losefi- no Reine Berlijn, Brangano Char]. Hukn Dresden, Kurvvenai Max Buck- sath Schwerin, König Marke Hans Schütz I.eipzig, Melot David Mann heim, Ein Hirt en Jonger Semiann, Sebast. Hofmüller Schwerin. Nog nooit vo» rgokomen. Bij de onlangs to Dordrechv gehouden zangwedstrijden waarin „Proza en Poëzie" on „Kunst na Arbeid", beiden van hier, respectievelijk den derdei en den vierden prijs behaalden in ds derde afdeeling, deed zich het zonder* I-nge ge ra. voor, dat in de eerste af deeling da jury verklaarde geen uit spraak te kunnen doen. Het verschil bedroeg slechts een enkel punt, maar er was dan toch verschil. „St. Cecilia" van den Haag, „de Rotterdam scha liedertaf el" en de liedertaf el „Crcs- sendo" van den liaag, haddon, na at de mcening der jury. allen dan eer sten prijs verdiend. V. ijl echter slechts één de uitverkorene kon zijn, werdei de directeuren en prsidentcn verzocht op het podium to komen loten. Daarbij viel do medaille van den eersten prijs ten deel aan „Crescendo", die werd aangewezen in de eerste afdeeling van den eere-wedstrijd te zingen; do meded le van den tweeden prijs werd toege wezen aan ,,St. Cecilia', dio in den tweeden afdeeling van den eerew»d- strijd zingen moest, eu de medaille van den derden prijs werd afgestaan an „de Rotterd. Liedertafel", die... niet mocht zingen in don eorewedstrijd. In do moeilijke quaestie, Wie nu de gelden aan do prijzen verbonden, toe kwam. werd gemoedelijk do knoop doorgehakt: de „dubbeltjes" werden eenvoudig bijeongeteld, en ieder der drie vereenigingen kreeg een -derde, ruim 100.-. In den eerewedstrijd verwierf „Cres cendo" den prijs in de le, „St. Cecilia' die in do 2e afdeeling. Dé heer Henry Brandts Buys pro testenlo tegen de zonderlinge beschik king der jury, die alle drie een eersten prijs waardig keurde, maar tJechi9 één toeliet in de eerste afdeeling te zingen. De jury, die dezo nog nimmer ge hoorde uitspraak gaf, bestond uit de hoeren: C. v. d. Linden, Amsterdam, A. B. Verhey, Rotterdam, IIoogman3, Elderman en Vink, allen uit Dordrecht. De Hollandsche Revue- Ook ditmaal ia het maandblad weer actueel, liet opent met een goede re productie naar eene fraaie gravure, welke dezer dagen verschijnt bij da Haagscho Boekh. en Uiig.-Mij, en die iot Vorstfdijk bruidspaar vor>rslclt. ken. Toen trok zij haar hoofd te rug en verwijderde zich van het venster. Zij was sprakeloos van verbazing. „Dat hij wat excentriek is, kan ik me begrijpen, dat brengt zijn vak mede", zeide zij bij zichzelren, „maar blootshoofds door do straten van Londen te rennen, dat ik toch al te gek I" Opeens schoot haar een gedachte te binnen. Zij zette haastig haar hoed op, deed haar mantel aan. en ging de straat op. Toevallig kwam er juist een ledig rijtuig aanrijden. Dit aan te roepen en er in te sprin gen v/as 't werk van een oogen blik. „Rijd den weg naar Havelock Crescent op en zie goed uit naar iemand met een fluweelen jas aan en zonder hoed." „Goed mevrouw", antwoordde de koetsier, en het rijtuig sloeg den aangeduiden v/eg in. Eenigo minuten later zagen do voorbijgangers in Havelock Hill, vol verbazing drie rijtuigen in vlie gende vaart elkander achterna ren nen. Men zal begrijpen, wie of ei in deze rijtuigen zalen het waren de lange magere man, de baterio loog en Minnie. De eerste zat in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5