Licht en Schaduw. mogen met betrekking tot haar eigen gewicht liet grootst is, zijn hier ter; stede vervaardigd door Logeman en van Wetteren. De ring van Eliasj ook een Haarlemmer, waarvan al Ier waai* I schijnlijkst de vinder zichzelf bediend heeft bij het bekrachtigen der magne- ten, is hier ook voorhanden. Hoe verschillend de draagkracht van de magneten is, moge blijken uit een enkel voorbeeld. Een hoefje heeft bijv. een draag vermogen van ongeveer liet twintig- voud van zijn gewicht. Het overtreft, alle enkele? gebogen staven in deze collectie in dat opzicht. Maar een broertje van hem, dat iets meer weegt, draagt slechts 12-4 maal zijn gewicht. Met klimmend gewacht stijgt ook wel het draagvermogen, maar niet in evenredige verhouding. Van de groote magneten behaalt een stuk werk van gebr. van Wetteren het record. Hoewel hij sedert 1881 niet is bekrachtigd draagt hij 4-7 maal zijn gewicht. Teyler's Museum bezit ook 2 I merkwaardige, gemonteerde natuur lijke magneten, dat zijn stukken mag neetijzer, die in behoorlijken vorm zijn gebracht en van poolstukken voor zien. Een dier magneten draagt 70 K. De Engelsch-Duitsche overeenkomst. j Vóór twee weken werd de politieke kaar dus de hand. hoofdzakelijk om wereld in beroering gebracht door een te voorkomen, dat andere inogendhe- reiziger, die reeds zulk een groot van Azië tot de afzetmarkt zijner I overeenkomst tusschen Engeland en den in het Uiterste Oosten overgaan Duitschland met betrekking tot China tot annexatie van Chineesch gebied. en, naar gefluisterd wordt, ook metEen vrij onschuldige, nobele overeen- j betrekking tot den staat van zaken in komst, zou men zoo zeggen, een, waar- skai der i c idoe jaai ge: it oi rorc Jgd« ter ihor r- 1 vijanden blijven. De Du its.die hanQg wel gel Zuid-Afrika. Maar dit laatste zou be disseld zijn in een geheime clausule. over de wereldvredegeur waait. Maar in den handel zullen Engeland ducten heeft gemaakt, zal er bli voortgaan, zijn Britsehen concui op economisch terrein te bestrijde Hindoes, Chineezen en Muzelman Engeland en Duitschland reiken el-1 en Duitschland blijven concurreeren, De Heer J. W. STUFFERS, ge beleediging van den Commissaris I die deze week voor de rechtbank alhier van Politie, den heer H. J. F. A. A. M. G.; een andere is merkwaardig vooral terecht stond, beklaagd van eenvopdi- van Goor. winkelier meende nu meteen een goe- j den slag te kunnn slaan. ,,WiI ik je eens wat zeggen?" z&ide Ihij. ..Je moest een fiets kdopen om door de antikiteit van zijn montuur, en doordat hij een geschenk is van Zweedsch koning, die een dergeiijken schonk aan Felix Meritis te Amster dam. ling voor de buste van Paul Kruger iets heel leelijks deed, en de Fransehe j aanwezigen, die in hun sympathie I voor den grooten Paul, de spuwende t- i i, a i,.i- ,i, j l'° boerderij rond te rijden. Dat zou je juffrouw een heel ongepaste bestraf- tijd en geld besparen. Zij rijn nu goed- }ing wüden toedienen.® 1874 door de naar het eiland Reunion vertrokken expeditie Nederlandsche geleerden, is,gebruikt om photogra- phische afbeeldingen te vervaardigen, van den overgang van 't hemellichaam Venus over de zonneschijf. Dit instru ment werd, daar liet Nederlandsche gouvernement de voor dit doel noodige gelden niet kon toestaan, op kosten van Teyler's Stichting vervaardigd en aan de expeditie in bruikleen afge staan. De omstandigheden schijnen echter daar niet gunstig te zijn ge weest; althans dr. E. van der Ven deelt in zijn Gids mede dat photo's met be hulp van dezen heliograaph vervaar digd, hem nooit onder de oogen zijn gekomen. j|j^ koop; voor een spotprijs kan je er een krijgen: voor 120 gulden." De boer schraapte zijn kin. ,,Ik koop er liever een koe voor zeide hij. „Maar denk eens aan." hernam de winkelier schertsend. ..hoe gek lie zou staan, als je op een koe door de j pend met een idéé, onberedeneer stad gingt rijden." „Och," zeide de boer, „dat weet ik nog zoo net niet. Het zou niet zoo mal staan, als dat ik een fiets ging mei- deld wordt. Daartoe lcomén galante Franschen f n in hun sympathie voor de Boeren 't is F voor een Franschman een sterk ding i P 1 I om een dame op een dergelijke manier I lige bijdragen zijn? Dat zal de Duit- van Saint-Hubert naar de bijzondere en geen flinker compagniescomrrn te behandelen. We zien hier weer uit j sche Keizer u leeren. De Keizer heeft J tucht- en verbeteringsafdeeling der j dant dan kapitein Oskar von Sav0' ie een merkwaardig staaltje van den echt nl. lastgegeven om, ter herinnering j weldadiglieidsscholen, verbonden aan i schild, ridder van de Wasa-ordeJ r t Franschen geestoppervlakkig, dwee- aan Moltke'sjïonderdsten geboortedag de lioofdgevangenis van Gent, overge-1 Zijne vrouw en kinderen hief1 !1 Ie I pend meteen idéé onberedeneerd en- een standbeeld voor hem op te richten bracht. Die maatregel was genomen meer van hem, dan van alle anp^1 thousiast, kokend en bruisend van [uit „vrijwillige" bijdragen van diénst- drift, wanneer hetgeen zij zich' als doende officieren. Deze bijdragen zijn schoon ideaal gedacht hebben, bezoe-1 zóó vrijwillig, dat genoemde officieren om de tuchtlooze houding en het slecht gedrag van den jongen deugniet. Van zijn aankomst te Saint-IIubert gaf hij officieren van liet regiment te zaj (met uitzondering van zijne dochter, die in het geheim de ken!" En mee. 'ocV dit doel twee dagen salaris moe- blijken van slechten geest. Verre van [keur gaf aan luitenant von Pflaui De Franschen, die nog zooveel heb-ten afstaan. Dat is de manier, waarop I |let minste berouw te betoonen. of zich fel<i) en in zijn compagnie was er hii nam zijn pakje spijkertjes ben overgehouden van de ridderlijk-1 de Duitsche Keizer de vrijheid ver-1 e""' en p ooien naai de tuchtmaatre- soldaat, die in den oorlog van de J J u«iA cioot Hp vrïiwiiiio-p hiidrairpn. [gelen van het huis, nam hij een oproe-„„...„„„„j heid der middeleeuwen, in wie nog wat i staat, en de vrijwillige bijdragen. S I And rl i, ,u, r, t«Ir 1, v,„ftn 1? ÜV, li A OT*l 1 li" A WllhPllI I HPll ft A IT JT Tl i KRONIEK. Vasthoudend. Dat zelfs de nieuwste uitvindingen de oude, overgeërfde gewoonten niet kunnen verdringen, bewees onlangs een boer van den ouden stempel. Zijne vrouw had spijkertjes noodig, en hij stapte naar den ijzerwinkel in het dorp om een pakje te koopen. De De Fransehe sy Boeren en onj - De Fi i na tinei ilante Franschen. geest. Bij het j voortleeft van de romantiek hunner troubadours en meistreels, die van die 1 zangers hebben geleerd den eerbied voor de vrouw, de galanterie tegenover j beeld van Moltke. Een heerlijke vrijheid toch, die aan "ge en uitdagende houding aan. Den ie de officieren zegt wilt u zoo' vriende-1 eersten nacht schreef hij op de muren: ■d lijk zijn, bij le dragen voor het stand- ve la Revolution. Aan al die het J nADroyi wtmen vorlrloovrlc hn ta oiillnr, je moet, versta-je, hooren wilden, verklaarde hij, te zullen - i - Hond je „vrijwiilige "bijdrage ontsnappen en n^te zullen „erken. schoone sexe, zijn als ruwe vagebon- van je salaris af. enz. enz. Tegenover die slechte voor nemens en die oproerige houding heeft meene verwarring gebruik zou m# om hem een kogel tusschen de rif te schieten Op zekeren dag kwam de brie!11' besteller en een oogenblik daarna' f Oskar von Sabelschild regelrecht c Frans vaal-Paviljoen! Dat zal den tekeer getrokken tegen een dame, j De Engelsche commissie die onder- de bestuurder laten Wgten dat hii den de eetkamer naar de keuken en Pa= saan snannen. Watvriiwillisre air, ,-in„ „yocirlorit vnn hot vnnr Hu vrii- ynplt rlnot. naar do toestanden in dö hï-ï viinr. .-k„ t gaan spannen. wat vrijwillige die den president van het voor de vrij-zoek doet naar de toestanden in de SfL En^Seve\5"ghS' j |»W strijdend Boerenvolk beleedigde. hospitalen a Af -ir, hftftf. hor.„ jongen deugniet, zonder gevaar voor Zuid-Afrika heeft haar de ,ucht in*z,jn hij zijne vrouw, die juist met hetPe.u of ander in de keuken bezig was, en Jiandalen. De arme Sipido. I De Boeren, le pauvre peuple Boer, is werk besloten met het hooren van eene I den Er ^verd ^oe® j)esi0ten dat Sipido „Gustava, er is ons een groot glas We herinneren ons nog wel dat kran- hen een groot martelaarsvolk, een ide- 1 zekere juffrouw Chamberlain - geen aan em nauwere bewaking zOU worden 1 te beurt gevallen - «u tenberichtje van de Engelsche juf- aal, en met alle onbekooktheid van hun familie van den beruchten minister- trouw,'die op de Parijsclie tentoonstel- i Eransche buskru.t-natuur, die dade- die heel wat aan het licht heeft ge- lijk uitslaat in laaie vlammen, zullen bracht. Over zij dat ideaal hoog houden. den zij o.a.: „Overal heersclite de verschrikkelijk heel Over die hospitalen verklaar- hoog I Ze gaan nog verder in hun Boeren- I sympathiën, de Franschen. Volgens den Parijsclien correspon- dent van de „Daily News" is het Trans- vaal-paviljoen op de wereldtentoon- stelling van wege de regeering geslo- ten moeten worden. Het was letterlijk een pelgrimsoord, zegt hij. Op de tafel was een register, waarop de bezoekers konden teekenen en uitgenoodigd wer I den een bijschrift te schrijven, dat hun I gedachten en gevoelens over Transvaal j zou vertolken. Het register werd na tuurlijk één groote knarsetanding te gen Engeland. Bloemen werden opge- I hoopt rondom Kruger s buste. Zoolang I het hierbij bieef, zei de correspondent, I ging het nog, maar toen ook buiten op het paviljoen de beleedigingen oen Engeland's adres werden neergeschre ven, kon de regeering het niet meer I dulden. J En de collega van de „Daily Mail" voegt hierbij, dat de teleurgestelde me nigte zich schadeloos stelde door rond De Car list ische troebelen in Span- Nadat Don Carlos door den afstand j bet paviljoen te wandelen en opschrif- je bewijzen dat don Carlos nog altijd I van zijn vader den 3den October 18G8 i ten te lezen als „Zwijnen van Engel- naar pp na sreles-enheid zoekt om de te-in het bezit van de aanspraken op den schen „Dood aan Victoria enz. troon van zijn oom, den graaf Monte-Voeg bij deze bewijzen van Boeren de I molin gekomen was, trad hij als troon- sympathie nog het voorstel van den ste wanorde; er was geen organisatie, er was niets. De zieken en de gewohden die men van het oorlogsterrein zond, Is je patience-spel uitgekoiosl ïm ,k. onderworpen in de afdeeling van Gent, waav het regiem hetzelfde is als in de j oudje?" vroeg de vrouw des huize! i „Onzin; iets veel beters!" I „Zijn wij bij den generaal te di] ren gevraagd?" I „Neen; veel meer!" „Oskartje, we hebben toch geen j bleven uren lang in het station, tot de na j1jj naar Gent gebracht werd. 1 1--—Kciftv, i jdet regiein der gegooi Van Gent is strenger dan datgene in andere ver beteringshuizen. Tijdens hun eetma- zitten de jongens in ziekenverplegers hen kwamen halen Er waren geen raderharen, geen pil len, geen borden, geen beddepannen, geen warmwaterkruiken, geen kussens, j jen en s nac]jj: geen huisraad. Het krioelde van onge- j een cei dierte. JJILj-k ^.^J! De bezoekers dronken soms den wijn j te„ 2jj alecllla ln déwerkii'ui'zen°en 'de andere .weldadiglieidsscholen, maar waai' de bewoners minder, talrijk en de bewaking strenger is. „Sipido is dus uit St. Hubert ver trokken. Men heeft hem toegelaten, zijn vader te St. Gillis te zien, waar- j uit de loterij gewonnen?' „Gustava, geworden!" „O, mijn hemel, ja: mijn mama heeft het wel dad gezegd, toen je om mij kwam en je bent Majoorsvrl p is Oskartjelief! v uiei ich j er mets van wilde weten. ,,In dienF „Het gemeenschappelijk leven.genie- it j belschikl zit wat.; die wordt nog udn zij slechts m de werkhuizen en de ot fr- T ki van de zieken op. De tucht was erg slap waakzaamheid is daar zeer streng. Er Stafofficier! Ja, dat waren haar e zou vertolken. Het register werd na-T(, Wynbwg 2ag ik ae lakens van een mag zeUs ,ij(lens den arlield niet woorden. t,.,a,-,et,nd,„ft Ie. [eeg bed waarin jemand aa„ typhus be- s[J,.oken worden. Als lmn gedrag goed L" 'U' nieuwbakken Majoorsvi zweken was, wegnemen: ik zag ze in i3> m0g6n s Zondags uitgaan ge- 'J"lhelS(le Haren man zoo innig, koud water uitwringen en men zou ze durende twee uren, bij groepen van llet meel hem om de ooren vloog, DON CARLOS. naar eene gelegenheid zoekt om de le genwoordige regeering van dat land omver l© werpen en zichzelf troon te plaatsen. Don Carlos Maria de los pretendent (Karei VII) van Spanje op. In de jaren 1869 en 1870 verwekte- heer Galli in den Parijsclien gemeente raad om aan de Zuid-Afrikaansche Juan .Isidore Jose Francisco hertog hij een opstand ten zijnen gunste Republiek haar hulde te betuigen, en van Madrid, is als zoon van den en- (hoofdzakelijk in de Baskisclie pro- men zal wel inzien, dat de toestand /-■i.in vi j-ipiiivti maar jfinflpi' cravnlir Tn 1ST? tiKCflion Frankriik pn F.np-planrl. na. fant Juan Carlos Maria Isidore en de prinses Maria Beatrix van Modena, tusschen Frankrijk en Engeland, afloop der tentoonstelling, minstens vinciën) maar zonder gevolg. In 18" en 1873 vernieuwde hij zijn pogingen, den 30sten Maart 1848 geboren, en*is j maar na een klein voorspoedig eluk j zeer gespannen zal worden, dus 53 jaar Hij is sedert den 4den Fe- aan het einde van Februari 1876 ge-1 Engeland zal ons niet kwalijk nemen bruari 1867 met de infante Magaieta 1 dwongen naar Frankrijk te vluchten onze van Parma gehuwd. Uit dezen echt zijn met de rest zijner aanhanger: vier prinsessen en de infant Jayme, ge boren den 27sten Juni 1870, voortgeko-1 land. men. Boéren-sympalhiën, ze als vrij Sedertongevaarlijk beschouwen, maar over woont de prins altijd in het buiten- de Fransehe Boeren-svmpathiën zal Engeland heel anders denken... Wilt ge weten, lezers, wat vrijwil- zoo weer in een ander bed hebben ge legd, zonder ze ontsmet te hebben, als ik er mij niet tegen verzet had. Het voedsel werd slecht gekookt, slecht op gediend. De melk was nooit gesterili seerd. De hospitalen werden nooit ge ïnspecteerd." Dat is dus de manier, waarop de Engelschen hun gewonden behande len; de roovers hebben zelf den mond vol van de Bóeren-wreedheden! Er is in alle bladen veel over te doen geweest, dat de arme Sipido, het vijf tienjarige jongetje, dat op zijn manier zijn Bóeren-sympathie willende uiten, een ongevaarlijk pistoolschot loste naast den Prins van Wales, dien ten gevolge naar het „verbeter"-huis ver wezen werd, naar Frankrijk vluchtte, werd uitgeleverd en nu in het St. Hu-1 bertsgesticht werd opgesloten. Men heeft kunnen lezen het aan doenlijke afscheid, dat hij van zijn t stervenden vader heeft genomen. Het „Journal de Bruxelles" gaf een ander verhaal: vijf, ,de een aan den anderen vastge hecht aan de polsen. Elke groep staat onder het toezicht van een bewaker en óok tijdens deze uitstapjes mag er niet gesproken worden." Als men dit bericht aandachtig leest zal men wel overtuigd raken van de „verbetering" die bij zulke behandeling voor de jongens mogelijk is. En als Sipido daar dan verhard wordt tegen zijn lot en verbitterd tegen den menschen, die hem dat alles heb ben aangedaan, en als hij, in de maat schappij teruggekeerd doe,t naar de mate waarvoor men hem nu straft, wie heeft dan in den grond der zaak de grootste schuld? JOFIER. i da )t laj Het paard van den Majoor. Naar Alfred von Hedcnstjerna. gaf hem zulk een klinkenden kus,et de voorbijgangers op straat dacl' 11 dat er een dynamietpatroon ontpl A Daarna werden de neuzen van de deren gesnoten en kregen zij ple<Pai verlof papa te kussen en te felic'aa ren. De dienstmeisjes maakten nijging en vroegen of zij nu ook ,,3 genade" moesten zeggen. „Neen, Greta en Lise," zeide meesteres, „voor onzen lieven Heei wij allen gelijk; noemt me dus een dig mevrouw de Majoorsche." En zij droogde ontroerd hare o af met een tip van haar keukensc Dit gebeurde in den voormiddag namiddags echter kwam freule A lia Aquilina von Sabelschild, de j ste zuster van den Majoor, en zij armde, haren broeder, kuste hen ,1 beide wangen, dat het klapte, en te hem daarbij met hare reticule' den rug, zoodat hare breinaalden Er was in heel Zweden geen beter telden. Bovendien weende zij d „Sipido is Zaterdag van de school mensch, geen liefderijker huisvader tranen van aandoening en riep zij T-t-T TTT T T^TWIVT I schuiven; het groen van z'n tuintje I morgen nog eens een kop koffie en een Ibarstte in het binnenkamertje, buiten U^n," schreeuwde «hij op dit oogen-1 wraakzucht een beetje bevred FE U ILLhy 1 U1Nschrompelde armzaiigjes weg van den 1 stukje snijkoek wou komen halen. Hethet gehoor van den driftig voort- blik door het gangetje naar achteren, maar zich wreekte aan hem zelf. draaiende, in huilen uit. „Hij zou „Dien, kom ereis hier, der wachten hij alles wat de twee jongens an De man der nog gek van worden, als dat zoo klanten, en aan ons zal het ten minste deden, althans behoorden te doen e zestig, j voortging. Zulke smeerlappen van niet liggen als ze slecht bediend wor-kleine plichten nam hij waar, ou Schetsen van DEKA. verpestenden adem der fabrieken was niks goed met Franssen. ook de seringen en de gouden regen,Dit laatste verwonderde me. Uit-den-Tijd. die z'n vader nog geplant had. Kapot was wel is waar al goed in de zestig.T. gingen ze. zonder mededoogen. Het maar tot nog toe zoo frisch en krach-1 jongens ook. Juist nou, in de grootste den. Ik zal er te minste voor werken, j hij ze nu eenmaal niet wilde lateq water achter z'n huisje, waar moeder tig gebleven, als buitenmenschen tot drukte van den Zaterdagavond, lieten al ga ik der onder En de molen draai- gen, en dan voelde hij het pijn vroeger - geknield op liet vlondertje aan hun dood toe plegen te zijn. 't Was ze je zitten. Je zou ze ik weet niet wat de weer. de boontjes knapten onder vernederende van dit werk - ij - de vaten tvaschte. kromp meer en dien avond mooi weer, de fiets was willen doen." Het wiel, tot s avonds tien uur door, aan de groote vrachten, aan het zl i nmiAirnlrl vol- Tfipll MA Wltl «pi (r P I nT All W PVfi TOelti-Oilnii in i"i T mi rlnri '11 ï.- ,1f ,./iJ juist, schoongemaakt voor een Zon- I dagscli tochtje, en dus stak ik mijn bezemd werd over de groene landen,lantaren aan en peddelde nog dienzelf- voor de knusse buitenhuisjes, die haar den avond naar hein toe. meer in. lag vol ontuig uit de groote stad, vol drek, die achteloos wegge Hij was kruidenier in een voorstukje /an een stad. Feitelijk was het er geen onderdeel van, want hoewel het dorp- j niet_ aangingen, je, liever gezegd het buurtje, officieel1 door de groote slokop geannexeerd njet gegaan. De buren en omwonen-1 stond in z'n hemdsmouwen het groote was, bleef het nog zoo'u lichaampje j denj die zoo lang met hem op en neer op zichzelf, een gehuchtje met verge-1 waven gegaan, lieten hem nu ook niet [kelen, en z'n vrouw hielp met opge- ten moestuintjes en kikkersloien, die loopen, en het winkelbelletje rinkelde stroopte mouwen achter de toonbank, in 'n stad niet geduld worden. Hij was evenveel malen als vroeger. Hij had I Met die levensgevaarlijkheid ging het altijd een der heftigste tegenstanders znn ouden knecht kunnen houden. 1 dus nog wel. Opgelucht, met een vroo- van die aaneentrekking geweest, want niet en henevens een boodschappen-1 lijken groet, ging ik naar binnen, maar jongetje. Maar de grijze dienaar was zij legde voorzichtig den voorvinger Bij den ouden winkel gekomen steeg Kwaad was het hem na de annexatie mijn verbazing. De ziek-gewaande stonc rad van den koffiemolen rond te cir- hoe onaanzienlijk en onbeduidend hij er ook uitzag, en inderdaad nu ook was, aan den rand van de groote stad, als inwoner daarvan, in z'n klein, on afhankelijk wereldje was hij eens een figuur gewe^st^en sprpkijr dien men gaarne hoorde, een man aan wiens oor deel men zich veel liet gelegen liggen. Toch kwam het er van, ondanks de oppositie van Franssen. Hij mocht gestorven, een jongere werd in dienst op de lippen, trok even waarschuwend genomen, en het jongetje was een jon-1 met de oogen naar zijn kant, en ver gen geworden. Hij had nou dus tvve bedienden. zocht mij toen naar binnen te gaan straks als ze door de grootste drukte Ik kende hem al lange jaren; toen heen waren, zouden ze ook wel bin- ik nog een jongen was, wandelde ik nenkomen. Beken niet op mij," zei hij op schor- ik [ren toon. „Van avond niet, mijnheer. met mijn vader des Zondags vóór kof- j fiedrinken naar het schuurtje, en ik had de vriendschap aangehouden. Op j voor het eerst van mijn leven heb ik dan kwaadaardig staan te spugen als een Zaterdagmorgen, ik herinner het geen tijd voor u, mijnheer. Dat is zoo hij er over sprak, in z'n winkel met j mij nog heel goed, kreeg ik een briefde geest van den tijd, ziet u. Dat hoort do meisjes, op de straat met het mans-1 van z'n vrouw, geschréven met een hier zoo in de stad! De knechts gaan itomp potloodje op een schoon puntje uit wandelen en de patroon werkt." een winkelzak, met de vraag, of volk, het gebeurde. In machtelooze woede had hij die Zij bracht mij naar achteren, quasi steeiïen sandaal zSen nader-lik. oudergewoonte, den volgenden om mij een kop thee te schenken, en Toen kwam een meer geregeld ver- toen de winkel gesloten werd. haal. „De twee bedienden waren nou I petroleumvat en den zak zout, veil Al dien tijd zat ik alleen in dö ouder-1 hij zich met een soort van leef ook al" door "een groote stads-ziekte wetsche huiskamer, keek ik naar de maak, telkens voelend hoe véé Q] aangetast, ze hadden gestaakt! Ge- lage, geeilverkleurde hapten, met de zwaar het voor zijn zwakke krai v staakt! ja mijnheer, zoo waarachtig bekende brandblaren van de lamp, was, hoe hem dat aangreep, eofek als ze daar zat hadden Frits en Vil- naar den schoorsteenmantel met nog j groot de smaad werd, dien ze &et lem, tot nog toe zoo fatsoenlijk, ge- altijd het oude blauw glazen vaasje hadden aangedaan. staakt. Geweigerd werk te doen aan vol pauweveeren, luisterde ik naar j Daarover redeneerde hij ook spofbr hun eigen patroon, waar ze het zoo j het van ouds bescheiden getik van de toen hij doodop, terugleunend if' 1 goed bij hadden. Gestaakt zonder re-[pendule, waarop Corneille nog stoel, den ouden, groentrijpen M Zonder reden, mijnheer! Alleen altijd onwrikbaar en ongemakkelijk j van z'n vader, moeielijk aan helik en de recli-1 neerzat, met een boek waarvan het den. omdat ze daarginder, terhand werd van de heup weggeno- voorste blad was omgekruld. In al die men, en nijdig en verachtelijk in de jaren, liggende tusschen mijn jongen- richting van de stad geduwd alleen .zijn en mensch-worden, was hier niets omdat ze daarginder zoo bezeten wa-1 veranderd. De geslteVen vitrage-gor- ren. Ze noemen dat solledeer. Als ze dijntjes op roetjes vertoonden dezelf- toch gedacht had die schande nog telde bloemetjes en dezelfde vouwtjes, de moeten beleven. Neen, dat was al te deur van de huishoudkast, waar altijd verschrikkelijk. En dan der man, hij iets eetbaars voor mij in te vinden was, zou het niet overleven. Hij kwam het vertoonde nog dezelfde tinten in de niet te boven. En dat zou hun schuld j versleten verf om het sleutelgat het j fiets met het helle acetyleenlicht,ng zijn. Die zware molen, die de jongens [had mij niets verwonderd als mijn va- j maar half genade vinden in zijn o<Pni anders Zaterdagsavonds om beurten der hier weer terug was gekomen, met draaiden, dreef hij nou alleen voort, leen „zoo jongen, daar doe je goed al van na het eten af, hij, een man j aan." om tegenover mij te gaan zitten, van zestig jaar. En de vermoeienisFranssen kwam na afloop der ge' was nog niks, maar de overspan werkzaamheden het laatst binnen. Met vs rungIminutieuse zorgvuldigheid, die zijn I icli gaande pijpje trok, bleek van erg?er en verdriet en moeheid. Maar toe101' me uitliet, en we buiten even sto? e te kijken naar de groote, ronde |}eb oogen van de stad, met de licht lucht daarboven, hoorden het g''s der machines in de fabrieken, sclPte hij toch nog met krachtige dre5 ro de hand naar de zwarte massa? di stom en geweldig daar stond, en Weg met al dje nieuwigheid!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 6