ito Levensstori. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 18c Jaargan». Donderdag 22 November 1900. No. 533S HAARLEMS DAKBLAD Meestüelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02>^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 mnnnden0.37% de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIEN Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem is de prij3 der Advertentiën v;m 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampei-singel 70. vlak bij de Turfmarkt. Telofoounommor der Kedaetie 600. Telefoeuunmmer der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Coorantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31*** Faubourg Monirnartre. Dit nummer bestaat uit zes bladzijden. Haarlem's Dagblad van 22 Nov. at ,o. a.Nieuws uit Transvaal China. De aankomst van Kru VonBulowoverdeChineesche aestie. Het gevecht bij Jacobs- Parleinentaire Praatjes, Ge- enteraad. Politiek Overzicht. )at komt goed. )e gezanten der mogendheden 11 aan 't verzachten van hun chen gegaan en tegelijkertijd is Hoeng-Tsjang namens den keizer zijn Rijk medegedeeld, dat zoo niet van de mogendheden weet laan te krijsen dat er zachte affen worden uitgedeeld aan de nsen en ambtenaren niet alleen gele vest en pauweveer, maar hoofd er eveneens afgaat en van zijn mede-gevolmachtig- Prins Tsjing dito van's gelijke, too erg zal het nu wel niet loo- l maar de slimme Li zal waar- ijnlijk heel listig partij hebben rokken van de omstandigheid de mogendheden tot toegeven •eid zijn, wat hij heel goed in- en nu dit voorwendsel gebrui- om tot een voor China zoo instig mogelijke oplossing van kwestie te komen. Blijkens berichten door vluch- ngen te Canton aangebracht, be- inen thans ook de vervolgingen Christenen in de provincie •angsi. De niet-Christenen dra- er een herkenningsteeken en en. die daarvan niet voorzien zijn in doodsgevaar. )e onderkoning benoemde een :onderen gevolmachtigde om de msche eischen in Thoen-tak te elen. Drie Fransche kanonneer den vergezellen hem daarheen, arblijkelijk met het doel den kracht bij te zetten. de oplossing er eenmaal is men gaan beraadslagen over dingen die dan te doen staan. I correspondent van het ..Berl. geblatt" te Sjanghai, betoogend zoomin het zendingsgebied [Cliina schrikbarend moet gaan als alles bij 't oude la- zegt dat de gulden middenweg met takt en beleid een beperkt dingsgebied te handhaven. uitenlandsch Nieuws. a Italiaanscb afge vaardig de voor den rechter. rechtbank heeft den Itali- afgevaardigde Palizzolo r het Hof van Assisen verwezen aanstoker van den moord op aris Notarbartolo. Een vroeger nis verwees hem ook reeds de Assisen als aanstoker van moord op een zekeren Micelli. Een schandaal in Lissabon Te Lissabon is een opzienbarend proces met de veroordeeling der drie beschuldigden geëindigd. Vijf jaar geleden werd een bekend koop man Fandango op een rijtoer door een bom, die in zijn rijtuig sprong, gedood. Men moest de zaak inder tijd opgeven, omdat elk spoor van de daders ontbrak. Doch eenigen tijd geleden heeft een krant de zaak weer opgerakeld en haarfijn verteld hoe de moord in zijn werk was gegaan. Fandango had een bankzaak in handen gegeven van de heeren Graga, vader en zoon, doch weldra bemerkte hij, dat hij door hen bedrogen werd, en hij wilde de zaak aangeven. De jong ste Graga stond juist op het punt in het huwelijk te treden met de dochter van generaal Aranjes; hij kocht een bediende om. die de bom in het rijtuig zou plaatsen van Fan dango. Niemand had eenig vermoeden op de twee Graga's en het huwe lijk werd voltrokken. De onthul ling van hun medeplichtigheid heeft veel onzien in de stad ge baard en Graga's vrouw weigert aan de schuld van haar man te ge- looven en wil hem na zijn gevan genisstraf buitenslands volgen. De oude Graga en de knecht zijn eveneens veroordeeld. föngelsche spijtigheid. Heel spijtig schrijft de corres pondent van de „Daily Mail" te Marseille aan zijn blad over den geestdrift die er heerscht h" de verwachting van Kruger's komst. Hij schijnt er vast van overtuigd dat inderdaad Kruger te Marseille aan wal zal stappen, wat intus- schen lang niet zeker is; er is im mers sprake van dat de president het eerst te Vlissingen voet aan wal zal zetten. Bedoeld correspondent geeft al vast een zeer uitvoerig programma van de feestelijkheden die er we zen zullen en noemt dat nijdig: Kruger-manie. Hij spreekt reeds over den weg dien men volgen zal, over een te houden banquet enz. Veel opgang zegt hij maakt de uit stalling in een grootenwinkel, voor stellend een Boeren-slagveld. en Kruger aan de tafel zittend. De figuren zijn levensgroot. Mevrouw Eloff, 's presidenten kleindochter ontvangt dag aan dag duiznden bewijzen van sympathie. SHolland voorheen en thans. Het ..Petit Journal" bevat een hoofdartikel getiteld..La Hollan- de d'autrefois et dlaujourdhui" (Holland voorheen en thans;. De schrijver Thomas Grim herinnert er aan, hoe groot ons land geweest is en zegt, dat de striid die op 't oogenblik in Z.Afrika woedt, geheel gelijk is aan den kriw dien onze voorouders met Spanje hebben ge- voerd. Hij brengt hulde aan onze Koningin voor het zenden van ,,de Gelderland" naar Lourengo Mar- quez om den ouden nresident Kru ger af te halen. De heer Grim zegt hiervan ,,Dit was voor velen eene ver rassing. Hoewel we niet meer in den tijd leven, dat een ironist schrijven kon, dat de Franschen beminnelijke menschen zijn, die n'iets van aardrijkskunde weten, hoewel, dank zij de werkzaamheid der pers, het publiek meer dan vroeger in de buitenlandsche aan gelegenheden belang stelt en beter op de hoogte is, met wat er buiten onze grenzen voorvalt, zeide meer dan een bij zich zelfHoe nu de ministers van de machtigste Sta ten beven en sidderen voor Enge land heeft een klein land Kruger on der zijn vlag durven ontvangen. En misschien dachten anderen „Dus, Holland bestaat dan nog?" Het gevecht bij Jacobsdal. Een Kaapsche Hooglander be schrijft in een brief, dd. 29 Oct., naar het licht dat hem geschonken is, het gevecht bij Jacobsdal op den 25sten dier maand, waar zijn regi ment het zoo leelijk te verantwoor den had. „Ons geval te Jacobsdal was een voudig moord en niets anders," aU dus begint de man. „Wij werden met ons v;;ftigen Kaapsche Hoog landers onder een kapitein en een luitenant van Modderrivier uit ge zonden om de plaats te beschermen. We moesten voortdurend op onze hoede zijn; hadden slechts vier uur slaap in drie dagen tijds en waren totaal op. Jacobsdal is een dorp met een honderdtal huizen een kerk en ba rakken en werd tot onze aankomst bewaakt door acht man bereden po litie. Bij onze aankomst liet onze kapitein, in nlaats van ons in de barakken onder dak te brengen, tenten opzetten in het midden van het marktplein, dat geheel door huizen omringd is. Om half vijf op Donderdagmor gen, den 25sten, riep de schild wacht iemand aan, doch werd on middellijk door twee kogels neer geveld. We spronven terstond op en kregen van drie kanten van het Marktplein een verschrikkeliik sal vo in onze tenten. Onze manschap pen vielen rechts en links in hun tenten, deels gewond, deels ster vende. Vier man poogden de barakken te bereiken, op een 45 M. afstand gelegen, maar ze werden neerge schoten op één na. De gevallenen waren letterlijk doorboord van de kogels. Het eenige wat we konden doen, was plat op onzen rug te gaan liggen en onze kans af te wachten. Overal steunden de gewonden, en nu en dan hoorde men iemand zeg-1 jen: „Vaarwel, ik ben getroffen." De toestand was verschrikkelijk. Wij wachtten ieder oogenblik dat! ons laatste uur zou slaan en waren niettemin machteloos iets te doen. Zijn hoofd te laten zien beteekende den dood. Nadat het anderhalf uur zoo had geduurd, trachtten vijf van ons het hospitaal te bereiken. Drie bereik ten het gebouw; van de beide an deren werd er een juist op den drempel gedood. Een der Kaapsche artilleristen poogde een gewonde op het Markt plein te redden. Terwijl hij zijn gekwetsten kameraad verbond, werd hij doodgeschoten. Tot half drie in den middag hield het vuren aan." De schrijver, die zoo wonderbaar lijk aan den „moord" ontsnapt is, meldt dan hoe in deze phase van het gruwelstuk der Boeren, hulp kwam opdagen van Modderrivier. Na negen uur onder vuur to zijn geweest, werden zij ontzet. De Boeren namen natuurlijk bij de nadering der hulptroepen ijlings de vlucht. Toen eerst kon men de ramp ge heel overzien. Van de 40 man in de tenten waren er 11 gesneuveld en 17 gewond. Van dezen overle den er 's nachts nog een drietal. Nu komt er echter een onthulling, die echt-Engelsch is in een beschrij ving als deze „Het is een wonder dat er één van ons ontsnapte aan den dood. Vijf der gesneuvelden waren door ontplofbare kogels getroffen. De vijand scheen geen andere te heb ben. De wonden waren verschrik kelijk; sommige groot genoeg om er een vuist in te steken. In enkele gevallen was het geheele hoofd uit elkaar geslagen." N.B. (De Boeren bezaten slechts ontplofbare kogels en toch waren .er-van de 28 slachLoffers maar vijf 'door zulke projectielen getroffen!!!!) Doch met inmiddels aangekomen hulp kon toen ook de strafoefening beginnen. Zes-en-dertig huizen werden tot den grond toe afgebrand. Ze waren vol ammuni tie. De commandant(?) der Boeren en twee anderen werden gedood op welke wijze en wanneer wordt niet gemeld en nadat zekerheid verkregen was dat alle inwoners, op vijf Engelsche families na, „re bellen" waren, ging men zich in een naburig kopje voor den nacht verschansen. De vijand kwam den volgenden morgen weer opdagen, waarop, na het begraven der doodën, de Hoog landers het beter oordeelden op Modderrivier terug te trekken, waar zij in hun versterkingen den gevreesden aanval van een groot commando, dat gezegd werd in de nabuurschap zich o^ te houden, wilden afwachten. Nadat ten be hoeve van de gewonden alle be schikbare wagens waren opgecom mandeerd en alle Engelsche voor raden verbrand, werd Jacobsdal ontruimd. A-lgemeene bericaten. DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA. De officieele Engelsche verlie- zenlijst van den oorlog in Zuid-Afri- ka bewijst dat er den 16en bij Tha- banchu hevig is gevochten, waar bij van het Bedford-regiment lui tenant Paxton en 3 man sneuvel den. Dienzelfden dag kregen de Engelschen eenige verliezen bij Rhenoster .terwijl de Manchesters twee dooden hebben gekregen in een gevecht bij Vrede, waarvan de dag niet "enoemd wordt. CHINA. Vele Chineezen uit het Zuiden die in Peking wonen trekken naar het zuiden, vreezende voor onlus ten van den winter. De liefdadige vereenigingen in zuidelijk China zenden daartoe aan de behoeftig- sten ruimschoots de noodige reis kosten. Bij de behandeling van de be- grooting voor het departement van buitenlandsche zaken, hield de Fransche minister Delcassé een korte en vage rede. Hii deelde niets bizonders mee. Er waren niet veel afgevaardigden aanwezig en zij be toonden weinig bijval. De Duitsche Keizer heeft bepaald dat het fonds dat de Duitsche vloot- vereenigingen in het buitenland bijeen hebben gebracht, na aftrek van een reserve van 200.000 mark, zal dienen voor het bouwen van ri- vierkanonrieerbooten, waarvan de eerste die gereed komt. in Chinee- sche wateren dienst zal doen. Het geld dat nu bijeen is, is intussc-hen nog niet voldoende om er een ka nonneerboot voor et bouwen, maar men hoopt dat de benoodigde som toekomende jaar bij elkaar zal zijn. De Rijksdag moet het besluit om het geschenk te aanvaarden, ech ter nog bekrachtigen. De twee nieuwe vroote Duitsche pantserschepen Kaiser Friedrich III en Kaiser Wilhelm II hebben el kander, terwijl zij Zaterdag in de haven van Kiel manoeuvreerden, bijna in den grond gevaren. De rompen kwamen met elkander in aanraking, maar "elukkig schuur den ze over elkander heen, zoodat het bij een kleine averii bleef. De schepen hoeven dan ook niet in het dok. De gemeenteraden van Chartres en Orleans namen voorstellen aan, waar in levendige sympathieën voor presi dent Kruger werden uitgedrukt. Ook de Carlisten in Spanje maken zich daartoe op. In het zuidelijke gedeelte van de Oranjferivier-kolonie zijn de Boeren zeer bewegelijk. Ten Zuiden van Utrecht, in Natal lokten de Boem een waggon met 13 manschappen in een hinderlaag. De toestand, van den Czaar is vrij bevredigend. In de Fransche Kamer verdedigde Minster Delcassé het regeerings- beleid in zake China. Binnenland. Parlementaire Praatjes. Het wetsontwerp, of liever, de wets ontwerpen, in hoofdzaak bedoelende de reorganisatie van het Hooggerechts hof in Ned. Indië en de overbrenging van het instituut der revisie van dat college bij de Raden van justitie, heeft zooveel juridische voeten in de aarde, dat men ook gisteren nog niet uit het algemeen debat kwam. Zonderling ge noeg zijn in dat debat de voorstanders van den maatregel tot nu toe onzicht baar gebleven en had de minister dus, tegenover de gebleken oppositie, den steun van den Regeeringscommissaris mr. Winckel, wèl noodig. De lange rede door dezen gehouden sloot zich aan bij die van den Min. De heer Winckel erkende de sobere toe lichting der wetten, maar ontkende dat die onvoldoende was. Het was on mogelijk aan de Kamer alle adviezen over te leggen. Uit de stapels daarvan citeerde hij evenwel eenigen ten be- tooge dat de voorgedragen reorganisa tie wenschelijk was. 11 ij betoogde dat er geen bezwaar bestond tegen de over brenging der revisie bij de Raden van Justitie; dat de rechtsspraak er door verbeteren zou; dat men voor het Hoog gerechtshof over meer algemeene, ook civielrcchterlijke kennis, bezittende ju risten de beschikking zou krijgen; dat voor overlading der Raden van Just, geen vrees behoefde te bestaan, enz. Daarna volgden de replieken, waar bij de heeren Troelstra en van Stvruni nogmaals op de onvoldoende toelich ting der voorstellen wezen, opkwamen tegen de verdedigingsrede van mr. Winckel en de voorstellen op reeds vroeger aangevoerde gronden ander maal bestreden. De eerste gewaagde daarbij van argumenten „voor een ad vocaat van kwade zaken" een ex pressie, die de Voorzitter natuurlijk niet zonder een berisping mocht laten voorbijgaan. Uit het verder debat zij nog aan gestipt, dat de regeering verklaarde, dat voor de raden van justitie niet en kel appèl op stukken zou plaats heb ben, doch krachtens een verordening bij Kon. Besluit (waarvan de heer Troelstra voorlezing vroeg, die mis schien heden zal plaats hebben) ook ge tuigenverhoor en mondeling debat in revisiezaken. Vooral de heer Pijnappel scheen daaraan groote betcekenis toe te kennen. Heden voortzetting. G. Jr. Acad, examen. AMSTERDAM. Bevorderd tot doctor in de rechten op stellingen de heer P. A. Diepenhorst, geboren te Strijen. Dinsdagavond ongeveer 9 uur brak een felle brand uit in de schoenfabriek van de heeren Huperts Co., onder Zoeterwoude hij Leiden. De fabriek is uitgebraad. Feuilleton. Naar het Duitsch. u hij echter zijn nicht groette ziin hoed afnam, kwam onder het zorgvuldig gekapte, ide haar een laag. plat voor- te voorschijn, dat dien gun- indruk afbreuk deed. geliefde Edith riep hij bewogen stem terwijl hij haar den vreep en haar mee in een ad trok. Dus is toch geschied. ik gedurende den geheelen rigen tocht gevreesd heb. Ik het laatste eind zelfs een extra- genomen en nog kom ik te it hij het reeds bij de eerste voor noodzakelijk hield, zeer zeker overbodige bewijs zijn liefdevolle bezorgdheid rrootvader op den voorgrond te tsen, deed Edith pijnb'k aan. r misschien was het ook wel stemming van het oogenblik. die maakte dat zij zich er aan er gerde. Zeker is het dat haar woorden opvallend koel klonken, toen zij antwoordde Ja, je komt helaas te laat, ten minste voor zoover grootvader be treft. En mag ik me tenminste troosten met het denkbeeld dat zijn einde zoo zacht en zonder smart is geweest als mogelijk? Ik was bij zijn sterven niet te genwoordig, maar de anderen zeg gen dat hij zonder doodstrijd is in gesluimerd. Je moet je de bijzon derheden maar door moeder laten meedeelen, Erwin. Een zekere onrust teekende zich af op het gelaat van den jongen man. Was je niet bij hem, Edith Wist je dan niet dat het zoo ern stig was Zeker, dat wist ik. Maar ik meende te handelen in OA^ereen- stemming met zijn bcdoelin^. Hij moest mij niet aan ziin legerstede zien voor het geval h;; nog eenmaal het bewustzijn terug kreeg. Begrijp ik je -^ed? Heeft er dus voor zijn ziek worden een on vriendschappelijke opheldering tus schen u plaats gehad? En mis schien... misschien tengevolge van mijn brief? Ze wist dat zij hem nu ernstige bekommering zou bezorgen, maar zij dacht er niet over hem te ontr zien. Ja, tengevolge van je brief, die hem zeer moet gekrenkt hebben, antwoordde zij die was de eigen- l'ïke oorzaak van ziin dood. Nettegenstaande zijn bruine ge laatskleur was Erwin bleek gewor den. Hij streek zich met de hand over voorhoofd en oogen en staar de smartelijk aangedaan voor zich op den grond. O God, mompelde hij, en jij bent het Edith, juist jij. van wie ik die smartelijke tijding moet verne men. Is het dan zoo\reel verschrik kelijker nu je het uit mijn mond A-erneemt? Ik begrijp volkomen dat je, met het oog op de treurige uitwerking, berouw hebt dien brief te hebben geschreven en juist omdat ik het je gemakkelijk wil maken je ongelijk goed te maken, heb ik het voor miin plicht gehou den de waarheid niet voor je te ver bergen Ik begrijp je niet, Edith Zelfs al beschouwde ik mijn handehvijze als verkeerd, wat zou ik dan nu nog kunnen doen om het goed te maken, nu ik slechts een doode vind Natuurlijk is aan hetgeen ge beurd is niets meer te veranderen. Maar je kondt toch een plicht van eerbied Aroor den overledene Arer- Auillen. terwijl je tevens zijn laatr sten wil eerbiedigde. Het zou. naar ik meen. Averkelijk tot je gerust stelling bijdragen. En waaruit zal ik dien laat- sten wil leeren kennen Waaruit anders als uit zijn 'buitengewone opgewondenheid over den inhoud van je brief? On ze verloving is "elukkigcrAvijze, behalve aan mijn moeder en broer, totnogtoe niemand bekend gewor den. Wanneer een verbreking daarvan je geAveten kon ontheffen. Edith De verbazing, die zich zooAvel in zijn stem als in zijn uiterliik ver ried, deed haar zwijgen. Ze be treurde haar woorden, AA*ant zij zag dat dit zeker niet de goede Aveg was zich uit haar oiinigende be sluiteloosheid te verlossen. Al wat zii er mede bereikt had Avas. dat zij iemand, die haar door zijn hou ding daartoe niet de minste aanlei ding had gegeven, doodelijk ge krenkt had. En haar verhouding tot hem Avas door die ondoordachte uiting slechts nog ondragelijker ge worden. Zwijgend wachtte zij zijn antwoord af, hetwelk lang op zich liet wachten. Eerst toen zij het heerenhuis bij na bereikt hadden zeide hij Als mijn schrik over de uit- werking van mijn brief iets belee- gends voor je heeft, dan verzoek ik je deswege om verschooning. Maar je vergist je als je denkt dat mijn geAveten daardoor bezwaard is. Ik heb me niets te verAvijten. Grootvader wilde mij tot een ver bintenis dAvingen, \ran Avelker on mogelijkheid ik hem alleen kon overtuigen door een openlijke be kentenis van de waarheid. Je moet uit mijn brieven gezien hebben, dat. bij den stand van zaken, slechts deze weg nog voor mij over- bleef. Maar zelfs als de omstandig heden anders waren, als ik mij een misstap had te wijten, dan Avare een trouwbreuk wel het laat ste Avaardoor ik het weer goed kon maken. En dit Edith hadt je me werkelijk niet moven aanbieden. Edith bleef zwiigen. want zoo het haar bedoeling was geweest hem terstond in deze eerste oogen- blikken een bekentenis van haar eigen trouwbreuk af te leggen, thans had ze zelf de mogelijkheid daartoe afgesneden en ze gevoelde met toornige beschaamdheid, dat het later nog slechts zou kunnen geschieden ten koste van de pijn lijkste vernedering van haar zijde. Ze traden het slot binnen, in welks vestibule een gedeelte der dienaren en beambten den nieu wen majoraatsheer opwachtte. Er win vergenoegde zich eenige ern stige woorden, met betrekking tot zijn overleden grootvader, tot de lieden te spreken, daarop bood hij Edith met zekere plechtigheid den arm en voerde haar naar de huis kamer. Avaar hij, volgens haar zeg gen haar moeder zou vinden. Mevrouw v. Linderode Avas niet alleen. Behalve haar zoon hield ook de pastoor van Eichfeld haar weder gezelschap en haar roodgeweende oogen bewezen, dat zij zijn ver troostende toespraak werkelijk nog zeer noodig had. Met een zwijgenden groet tegen de heide anderen trad Erwin zon der Edith's arm los te laten op haar toe en bracht haar hand. die zij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1