Licht en Schaduw
In Memoriam.
Jhr. A. E. BARftfAART.
FEUILLETON.
Duizend miHocnen \.-v cv. 1 zo
men een milliard, 100') miliiarden een
een billioen. Een millioen millioenén
leveren een billioen op, een 1 gevol.
door 12 nullen. Vermenigvuldigt
een billioen met. zichzelf, dan if
sürkla van den bloedsomloop afhang'. olfiiieal ontvangen, terwijl in vele
en het bloed veel langzamer door de I plaatsen waar hij doortrekt toebereid-
aderen stroomt;, als men uitgestrekt selen voor feestelijke begroeting zijn
daar öederligt, moet de hoeveelheid i gemaakt. 1)
en j warmte, die door den zwakkeren bloed- j En van 's-Gravenhage uit zal liij dan
hel j1"' loop gemist wordt, vergoed worden zijn beroep op de 'volkeren doen, dat
resultaat een quadrillioen en zes van door bijzondere bedekking van het li-
zulke quadrillioenen vormen hst gi -jehaam, waardoor de warmte-uitstra
wicht der aarde. Maar wij gaan nogil'ing wordt verhinderd,
een star» verder.
De massa van de zon is nog 319000
maal groot-er dan die der aarde en
haar inhoud is nog G00 maal greoter
dan de gezamenlijke inhoud van alle
planeten. Stellen wij ons de zon' als
een hollen kogel voor en de aarde mei
hare satellieten op den gewonen af
stand van 50.000 mijl in haar middel
punt geplaatst, dan was de maan nog
altijd 40.000 mijl van de oppervlakte
van den zonnekogel verwijderd. Onze
gewone maten laten ons hier direct in
den steek. Willen wij ons cellier- van
de enorme verhouding!n, die buiten
onze eigen kleine wereld bestaan, ceni-
ge voorstelling maken, dan brengen
wij het zonder een bovenmensclielij J
ken, of liever bovenaaidschea maat
staf nooit tot een voldoend einde. De
maat. die het eerst voor de liand ligt.
is een zonsafstand, d. i. de afstand van
de zon op de aarde, circa 148-COÖ.OOO
KM.; voor nog grootere afstanden j
maakt men gebruik van den afstand I
der aarde tot de dichtstbijgelegen siei
in het beeld ..Centaur", een stersa-
stand, die gebleken is 200.000 zonsaf- j
standen of 4 billioen geografische mij j
len groot te zijn.
Om ons een beter denkbeeld te vor
men van die afstanden, mogen wij aan
nemen, dat een bliksemtrein, die 96
KM. per uur maakt, 200 jaar zou non-1
dig hebben om de zon, en bijna 50
millioen jaar om de dichlstbijgelegen i
vaste ster te bereiken., Wat echter voor
de ruimte geldt, geldt ook voor den.l
tijd. Ook hier vervangt de zon den 1
aard.schen maatstaf en wel door mid-
del van haar licht.
Per seconde legt het licht een af— i
stand van 300.000 KM. af, en dus den I
afstand tusschen zon en aarde in 8 mi
nuten; wij kunnen deze snelheid dus
aannemen als eenheden voor grooter-:
afstanden en tijdruimten
KRONIEK.
Knigor's ontvangst in Europa.
Geestdrift is als een weldadige
warmtegloed voor lien, dje met haar
oorzaak instemmen en als een schroei
end vuur voor de tegenstanders van
datgene waardoor zij wordt opgewekt.
Maar, hoe het ook zij, weldadig of
heetschroeiend, het vuur van 't en
thousiasme moge geruimen tijd in
laaie vlammen uitslaan, breed om zich
heen grijpen, eindelijk toch wordt het
gebluscht door de nuchtere werkelijk
heid, die tot daden noopt.
Dc geestdrift, heeft overal gegloeid,
het knetterend vuur heeft overal ge
laaid toen Kruger in Europa is geko
men. Toasten, bloemen, geschenken,
adressen, gejuich en gezang en festijn
hebben overal zijn tocht gekenmerkt en
tot een zegetocht, gemaakt, maar... nu
dient er aan andere clingen gedacht.
Nu die geestdrift zich op de geluk
kigste wijze heeft kunnen uiten, onge
stoord heeft kunnen schallen waar ook
de president zich in Frankrijk bevond,
nu 't Fransche volk als in den roes der i
vreugd om zich te kunnen uiten, om
de brandende sympathie naar buiten j
te kunnen toonenj zich heeft uit
gesproken, nu komt de plicht der wer-1
kelijklveid die eischt dat in daden zal
lijken de waarde van die geestdrift
als de smartkreet van een stervenden
j lijder zwaar klinken zal door gansch
Europa.
Kruger zal de documenten publicee-
I ren, waaruit blijken zal welk groot on-
I recht- Engeland bedreef, hoe verfoeilijk
Engeiand's leugentaal was en het recht
aan de zijde der Boeren. Europa zal de
boodschap hooren, Europa dat dage
lijks hoort van de gruwelen door de
Engelsche barbaren bedreven in Zuid-
Afrika, en hoe nobel de veehtwijze der
I Boeren daarbij afsteekt.
Maar. ik heb er al meer op gewezen,
j al die overtuigingen baten niet, "t helpt
j allemaal niets wanneer liet politiek be-
lang medebrengt de strijdende Boeren
niet te hulp te snellen. Dat is nu wel
een koud-waterstraal over onze war-
j me geestdrift, maar waarom zouden
we onze oogen blindstaren op de bloe-
men alleen en onze ooren doof hooren
alleen aan de jubelzangen.
Waarom zouden we niet zien en hoo
ren de belangenjagerij, die geen ruimte
Iaat om hulp hij een krijg uit ideëele
beginselen, en daarom, zij het ook met
bloederd hai*l, het neerschrijven dat de
grootste waarschijnlijkheid bestaat dat
de oude Staatspresident onverrichter
zake zal moeten terugkeer©® naar zijn
strijdend volk.
Als hij daar is in de stad waar het
vredewoord is gesproken bij gelegen
heid van de vredesconferentie, dan zal
hij...ongetroost zijn woord moeten
richten tot de volkeren dat ze hem hel
pen den vrede te bekampen tegen den
n verweiden aar.
Men zal het aan Engeland overlaten
uit te voeren wat onbeschaamd stond
de „Times", het
dat de president niet zal behoeven te-neergeschreven
rug te keeren naar zUn land om met ,e jingo-Wed laten we maar spoel
klein volk te sterven, na vergeefs Ai„ An
de beste manier om den oorlog te be-
indigen.
dig de hoeven in de asch leggen, dat is
een beroep te hebben gedaan op de hnc.in 4.
De liartwerkiiis? gedureads
dea nacht.
Het bedekken van het lichaam ge
durende de nachtrust met een dekbed,
dekens of iets dergelijks hééft- tot oog
merk aan het organismüs het behoud
te verzekeren der hoeveelheid warmte,
die anders ten gevolge van den in den
slaap vertraagden bloedsomloop zou
verloren gaan
Bij horizontale houding van het li
chaam doet het hart per minuut tien
het volk nog zóó weerbaar is
als het Boerenvolk, wel eens de dwaas
heid zou kunnen begaan Frankrijk de
Boerensympathiën kwalijk te nemen,
ten minste wanneer Engeland dat zou
aandurven. In elk geval er gaan
hiervoor in Engeland zelf telkens meer
stemmen opwordt't hoog tijd dat de
slagen minder dan bij rechtstandige j Engolache Hegeering nu tegenover de
Europeesche mogendheden eene beslis-
volkeren.
In Frankrijk is de ontvangst van
Kruger geweest als die van een erkend I
Staatshoofd. Engeland zou dit euvel1) Nadat deze Kroniek geschreven was
kunnen opnemen, doch evengoed, wan-1 kwam het bericht dat Kruger Keizer
neer het politiek belang zulks mede- j Wilhelm eerst zal gaan bezoeken. Het
brengt, onopgemerkt dit feit laten pas- j kan wel eens zijn, dat dit bezoek groote
seeren, omdat, het aan de mogendhe- gevolgen heeft,
den niet officieel kennis heeft gegeven JOFIER.
v,an de annexatie der Boeren-Republie- j
ken.
Dat neemt echter niet weg. dat En Het rijtuig vail Lodewijk XIV.
geland evenals het de Boeren als rebel-1 In rw,-,,,, i, -. ,.i i„
in vroeger dagen beschouwde men m
len beschouwt, tegen de oorlogsge-,
- - i i i l'iankiijk het rijtuig des koniugs als
bruiken in. die verbieden dat te doen „„i.
- een heilige ark, en onder Lodewnk XIV
zoolang het volk nog zoo weerbaar is D J
werd liet slechts bij hooge uitzondering
toegestaan er in plaats te nemen. Het
Op vijf-en-zestig jarigen leeftijd werd dan -ook in Jhr. Barnaart een ijverig
door een noodlottig toeval de levens- voorstander en hartstochtelijk beoef?-
draad afgesneden van dezen man. naar. Zijn groote kennis dezer sport
die in den kring, waarin hij verkeerde, blijkt uit het feit dat aan hem wer.1
zeer gezien was, om zijn gulle, pret- opgedragen het schrijven van een ar-
t-ige vriendschappelijkheid, en jeugdig tikel hierover in het sportboek van
vuur, zijn hartelijke collegialiteit. Jan Feith.
1-Iij was de ziel van den Nederland-Ook als wethouder van Bloemendaal
schen Schaatsenrijdershond] waarvanl was hij een bekende figuur; van deze
hij langen tijd voorzitter was. I gemeente was hij vdertig jaar lang
De schaatsenrijders-sport verliest'raadslid.
zitten in het rijtuig des konings, al-1 te te troosten, kreeg hij ten antwour-i:
leen doelden op het plaats nemen in Ach, mijn beste maarschalk, je
het vorstelijk voertuig, doch wanneer kunt niet begrijpen hoe prettig
per uur 600 slagen
houding, wat du
minder uitmaakt.
In de acht uren. welke men gemid
deld gewoon is te slapen, worden du«
het hart nagenoeg 5000 samentrekkin
gen bespaard. Daar het nu met eiken
slag 150 gram bloed voortstuwt, brengt
het in den nacht 750'000 gram bloed
te houding aanneemt en officieel ken
nis geeft van de annexatie. Dan is de
taak der mogendheden naar bevind
van omstandigheden te handelen.
Kruger zal zich in België niet lang
ophouden, maai- komt al spoedig in
>ns land, waar. dit laat zich begrijpen.
minder in beweging dan gedurende ge-dc ontvangst vooral niet minder geest-
lijke tijdsruimte over dag. driftig zal zijn dan in Frankrijk. In
Daar nu de lichaamswarmte van de jjen Haag en in Amsterdam wordt hij
zitten in het rijtuig des Konings was
een bewijs van adeldom waarop men
pochte, vermeldend, diegenen zijner
voorouders, die deze eer genoten had
den.
Men hield een register van de namen
der peisonen, die hadden mogen plaats
nemen op de kussens van het statige
voertuig, en de verzoekschriften der-
genen. die dit voorrecht wenschten te
genieten, waren zoo talrijk, meldt een
kroniekschrijver uit dien lijd, dat er
in 1760 een besluit verscheen, waarbij
werd bepaald, dat slechts personen
naar deze eer mochten dingen, wier
adeldom opklom tot minstens liet jaar
1490. En denk nu niet, dat de woorden.
de koning naar aanleiding van een in-
.ekomen verzoek zoo'n ..grand seig
neur" tot- een jachtpartij uitnoodigde,
dan zeide men, dat hij had mogen
plaats nemen in het rijtuig des ko
nings.
Een origineel handschrift van Lo.de-
wijk XIV bevat curieuse mededeelingen
over dit onderwerp. Men leest bv. ach
ter den naam van Brachet de Flores-
sac: Hij kan zeggen in het rijtuig des
koning té hebben mogen plaats ne
men. Achter den naam van den mar
quis De la Ferronnière vindt men dit
eene woord „geweigerd". Iets verder,
leest men, dat de graaf De Turpin, zijn
broeder in 's konings gunst had aan
te hebben, die naar je
pantoffels
I voeten staan!
De bedoelde pantoffels zijn zter
J merkwaardig. Zij deelden met cmi ko-
'ïiing de ballingschap te Mittau, te
I I-I ar twill en in Italië.
Misschien droeg de graaf van Pro
vence ze nog wel in den trag.schen.
nacht, toen hij uit Parijs vluchtte om
I aan de revolutionnaire woelingen te
ontkomen. En nu worden ze terugge-
I vonden in een achterhoek van Frank-
j rijk.
Anecdoten over musici.
De componist Panseron ontmoette
bevolen: zijne majesteit plaatste achter e<pimaal Cherubim in een vreeselijken
,1plasregen op straat; de oude heer had
Hot laatste portret van PAUL KRUHEll,
genomen in Augustus ÏWMH te "Watcrval-On
Do kleindochters van PAUL KRUGER.
laatste zetel der Trans*
ehe Regeering
diens naam deze aanwijzing: „wach
ten". Het rijtuig des konings, waarin
men zoo moeilijk kon plaats ne
men, veranderde soms in een waal
rest au rant.
Het is Saint Simon, die het ons me
dedeelt in de volgende bladzijden uit
zijn memoires.
In het koninklijk rijtuig waren al-
jd verschillende eetwaren aanwezig,
vleezen, groenten, gebak en vruchten
en dikwijls vroeg de koning, nog vóór
men eenkwart mijl had afgelegd, of
men iets wilde gebruiken. Hij gebruikte
evenwel zelf niets onder deze maal
tijden, maar vermaakte zich door er
naar te kijken. Men moest echter hon
ger hebben en met smaak eten, anders
toonde hij duidelijk zijn afkeuring.
Koninklijke pantoffels.
Een inwoner van Wimereux, de kust
streek nabij Boulogne, waar eertijds
Napoleon III landde, heeft in zijn be
zit de authentieke pantoffels die koning
Lodewijk XVIII droeg.
Toen deze in 1815 haastig te Tuile-
rieën moest verlaten, terwijl geheel
Frankrijk luide juichte hij den terug
keer van zijn keizer, had hij nauwe
lijks tijd om eenige bagage mee te ne
men. Hij vertrok met niets bij zich dan
de kroonjuweelen en een valiesje,
waarin eenige hemden, een huisjas,
twee paar kousen en de pantoffels op
borgen waren.
Door een verzuim van de post ver
dween het koffertje, tot groot verdriet
van den koning. Toen maarschalk
Macdonald hem over het verlies traefn-
daarbij slechts een bedenkelijk
gaatjes voorziene parapluie. Pans11 e
haastte zich, hem te verzoeken, in
cab plaats te nemen, terwijl hij
te voet naar huis wilde gaan. Om
ter niet geheel doornat te worden,
zocht hij Cherubini hem dan zoo
'zijn, parapluie te leen en. Deze ecme
antwoordde koel: „Onmogelijk,
waarde, want het is een oude \v
heid, dat men geleende parap!
nooit terugkrijgt!" Dit zeggende
li ij in Panseron's cab weg...
Van Gluck wordt verhaald, dal
een ware tyran moet zijn geweest;
scheidene plaatsen liet hij twintigr
overspelen eer zij hem voldeden.
Wé en er hofkapel beklaagde zich d
over hij keizer Jozef II; deze wis
lieeren echter steeds te bedaren en
hun, wanneer Gluck dirigeerde,twi
plaats van één ducaat uitbetalen.
to
■oh
)ijr
oc
one
k
tres
gel
ine
Venters met Kruger-portretten te Marseille.
a
lent
QOO
Schetaen van D hl KA
Benauwde oogenhli. kjes.
Ze wisten wel dat ie niet bestond.
Op school hadden ze een lol voor zes
gehad, die twee ondeugende rakkers.
Dolf en Jan, omdat er 'n jongen was.
die vóór hen zat zoo'n zoet, bleek
moorskindje die stokstijf volhield
dat 't wélles was, en dat z'n vader hel
zelf had gezegden dat z'n vader
wat knap was! Neen, als je nog klein
bent, en niet naar de groots school
gaat, dan geloof je der aan, dan laat
je er je mee bangmaken. Maar nou, 't
was om te brullen! Alsof zoo'n oude
man niet van het dak zou vallen, met
z'n paard, en alsof hij aan iedereen
kon geven. Dat kon moe ook niet
want ze bromde wel Sareis, als er weel
een collecte hij was gekomen. En ze
v/as toch wat goed.
Gisteren hadden ze op een stroop
tocht door het huis. onder de bedstede
in het logeerkamertje, de heele verza
meling gevonden; een rose mom-
I bakkes van papier maché met heel
rooie glimmende wangetjes en een
witten vlasbaard, en een oud laken
j met allemaal goud er op, en een steek
i van bordpapier; met rood en zilver be
plakt. En der lei ook 'n staf hij van
blinkend pepier, maar zóó slap van
het lange liggen, dat het wel de staari
van Fik leek.
Dolf trok de spullen eens aan. IIi.i
liet de muts, die voor een veel grooter
hoofd gemaakt was (pa had zoo'n
krullebol) met ovèrleg op z'n uitstaan
de jongensooren rusten, en terwijl z'n
oogen glinsterden Van pret onder den,
j rati cl van den mijter, hing hij zich met-
jstatigen zwaai den langen mantel om.
i Hij zag er zóó bespottelijk uit, he
graven als hij was onder het wijde,
witte dundoek, dat Jan van pleizier
I haast, stikte, en hem met den staf, dien
hij nog in den hand had. een harden
j slag op z'n kop gaf, zoodat het bissehop-
p el ijk hoofddeksel krakend doorgleed
"n op z'n schouders kwam te staan.'
St. Niklaas zonder hoofd! juichte hij.
Maar Dolf protesteerde inwendig, zoo
I luid hij kon, over dien genieenen
streekToen riep moe opeens be-
neden aan de trap: ..jongens wat doe
je daar, je voert toch geen katlekwaad
I uit?" en misdadig-schielijk. zenuw-
acliig-versrhrokken, gooiden zij den
no;'len rommel op 'n hoop onder het
bed, en slopen op hun teenen, met
lange sluipstappen, naar de voorka
mer, waar ze met heel gewone gezich
ten uit hc-t. raam gingen liggen.
Toch wérd het 5 December, en óok
strooiavond. Pa moest vlak na het eten
uit! Dat was jammer, vond moe, altijd
die zaken en juist op zoo'n feestavond.
Maar Pa zei dat er niets aan te doen
was. Wellicht dat hij nog bijtijds te-
rup was.
De kleintjes n, gelukkige jeugd!
zagen hier niets geen gevaar in. maar
Jan en Dolf vonden het lam! Pa was
altijd zco vroolijk. en zoo groot, en
sterk, en nou enfin ze hadden er
hem graag hij gehad, 'l was veel ge
zelliger, 'I gaf zoo n zekerheid.
Toen het half zeven werd, het uur
waarop de verschi jning eik jaar pleeg
de te komen, stond Jan heel moeielijk
te slikken met 'n beetje bleek gezicht,
en Dolf bewerkte met al zijn tanden
de nagels van zijn tien vingers. Ook
scheen hij wat lmiten adem te zijn.
Moe lachte fijntjes, en was troostvol-
opgewekt om een beetje het kille weg
te nemen. Ze stoeide met de kleintjes,
rammelde gezelllig met het theegoed
en gaf ze elk een kopje, voor van avond
omdat het Sinterklaas was!
I Opeens bonsde de oude bons op het
portaal, vlak hij de gangdeur. Daar
had je hem waarachtig al! Alles rang
schikte zich om Moe, en keek met
gropte oogen uit. De knop draaide, de
deur volgde, en doar stond Sinterklaas
midden in de kamer. Een korte vlucht
volgde: Moe alleen bleef op haar post.
De jongsten schrokken van het onver
wachte der verschijning, de oudsten
om de beteelcenis van dit bezoek. Ze
konden er nu niets grappigs meer aan
vinden.
Daar bromde de welbekende stem,
van achter het kleurige masker: „Zijn
de kinderen zoet geweest? Van de klein
tjes weet ik het wel, maar de grooten?*'
Het was de stereotiepe vraag van elk
jaar, gewoonlijk dreinden Jan en Dolf
dan ook een huilerig „ja,Sinterklaas!"
maar nou zwegen ze als moffen, ze
gevoelden zich zeer schuldig, te meer
toen ze de witte hand van den bisschop
verschrikt zagen wijzen naar zijn
hoofddeksel, om daar iets te voorko
men. Maar ze konden de gevolgen van
hun jongensstreek nog niet bevroeden,
ze dachten slechts dat het een bedekte
vingerwijzing was. „Wel Dolf", zei de
bisschop toen. „wat heb je mij te ver
hellen!" Een koude rilling ging langs
[zijn rug, hoewel de kleur zijn gelaat
[uitsloeg. Zou ie het weten wat ze met
|z'n eostuum gedaan hadden? „Niets,
Sinterklaas!" klonk het beverig.
„Niets, Dolf'? Dat's weinig, jongen.
(Ken je de Hollandsche graven nog?"
Dat was een uitkomst, 't was juist z'n
fort. Maar of het kwam door de benau
wing van 't oogenblik, hij haspelde
al die Dirken, Florissen en Willenis
door elkaar, vergat Arnoud en Ada,
en begon met Jan 1, die anders heele-
maal in de achterhoede komt als een
onnut, ontoepasselijk staartje.
Blijkbaar was Sinterklaas ontevre
den; eenige oogenblikken kampte hij
achter zijn masker met eene opkomende
ontroering Moe hield den zakdoek
voor het gezicht: daarop nam hij het
klamme handje van Jan in de zijne, en
vroeg of hij iets zingen kon. Dat was
me ook een opgave. Zing. jij maar
es, als je er kapot onder bent. Jan
trachtte vergeefs het brok door té slik
ken, dat hem al den geheelen avond
geplaagd had, mompelde iets, stond
eenige. oogenblikken niet 'n gespannen,
vertrokken gedicht, en eindigde met
een ander liedje waarbij hij zich
als accompagnement met z'n heide vuis
ten in de oogen moest wrijven.
Maar zóó had Sinterklaas het niet
bedoeld, allerminst dat de andere
kleintjes in koor zouden invallen. Hij
deed eon greep onder z'n jas en in een
oogwenk lag de grond vol lel<
I vol suikeren figuurtjes, plakjes cli
lade en zoete ulevelletjes. Nog een
nog eens dook zijn hand weg in
j ruin:2u rok, maar toen hij de la?
restjes met 'n kreun van benauwd
(Pa werd wat dik) wilde opzoe
kaapte er wat aan z'n hoofd, de las
hindernissen waren uit den weg
rui nul en met 'n kreet van schrik
hij zicli zijn hoofddeksel eu gelaatss
junivallen, en stond li ij als een sch
jongen met beschaamde kaken in
eigen familiekring, in z'n eigen li
kamer roncl te kijken.
Toen kon Moe het niet langer
houden.
Ze proesite het uit, dat de tra
uit haar oogen liepen, en Pa vond
maar 't wijste om mee te doen.
Den kleintjes werd verteld dat p
(kleercn van Sintevkiaasie had gelei
omdat die goede oude man ziek
Maar dc grooten hadden het wel
grepen, niet Jan. en Dolf?
Ja, natuurlijk, ze hadden het al
lang geweten.