In NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 9 Meest&elezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 18e Jaargang: Donderdag 6 December 1900 No. 5350 DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Han riem per S maandenƒ1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door liet geheele Ryk, per 3 maanden. 1.65 Afzonderlijke nummers0.02)4 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^ de omstreken en franco per post 0.45 AD VERTEN TIEN Yan 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten liet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0J5. Groote letters naar plaatsruimte. By Abonnement aanzicnlyk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak by de Turfmarkt. Tclefoouuuinmor der ltedactie 600. Telefoonnummer der Administratie 12®. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bot Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend reebt tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bnreau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3f6" Faubourg Montmartre. üaarlem's Dagblad van 6 Dec bevat o a.Niet vleieud voor de Germaansobe fierheid, Hoe de En- gelschen de vrouwen behandelen. (Uit den Mail), Parlementaire Praatjes, Weer van Lammetje Zon dag, Di .emeentoraad, Ingezonden stukken. Politiek Overzicht. Natu rlijk blijven de bladen nog g napraten over de betee- kenis van Keizer Wilhelm's wei gering om president Kruger te ontvangen. En al pogen sommige Duitsehe organen, als o.a. het ,,Berl. Tageblalt" het goed te pra ten, door te spreken van een ver zuim ten opzichte der etiquette, (omdat Kruger's aankomst niet van le voren was aangekondigd) dit neemt allemaal niet weg dat de Duitsehe regeering Kruger niet heeft durven ontvangen uit vrees van een storing der huidige vriend schappelijke gevoelens met Enge land. Dat heeft de ,,Westm Gaz." heel helder gezegd en is eenvoudig van de stelregel uitgegaan: Duilsch- ';md heeft gedacht: voor wat hoort af. Dr. Leyds had zoo verstandig •>eten zijn Kruger de reis nooit ante raden, want tusschen Eu- pa en Zuid-Afrika zijn 6000 mij- .n zee, die door de Britten be- i.eerscht wordt. En bovendien zijn zo wel zoo slim, om den oorlog te laten voortduren, omdat, waar En- gelands handen gebonden zijn, zij de hunne vrij hebben. Maar om op Duitschland terug te komen, hiervan zegt de Wescmiu. dat het bij 't begin van den oorlog Samoa kreeg, dat ze zes maanden zoet hield, lat- een kolenstation in de Perzische Golf en de vrije hand in de vallei van den Euphraat en in de derde plaats denkt, het aan deChineesche kwestie, die haar verlost uit hare geïsoleerde poli tie, de deur tot de Yantse-vailei opent en rechten verzekert in Shantung, en ten laatste nog de Walvisch-baai. Laten wij hopen, dat dit nu het laats is, voegt hel blad er potsieriijk-wanhopig aan toe. Maar dan nog maar liever de Walvisch baai dan dat Duitsch land in China domineert! Het is nie, vleiend voor de Ger- .maansche fierheid dat die scha- cherpartij zoo aan de kaak gesteld wordt. Er is iets in die weigering van den Dmtschen Keizer, wat alle volkeren van Europa moeten heb ber. gevoeld, nl. het scherpe con- tra*y\ tusschen wat het volk zal wil ier. en wat de regeering doet. De Temps" heeft hier heel aardig dev nadruk op geleed en het vol- ngevoerd. Het blad be- ^-eckt de wijzigingen der Duit- che Staatkunde (thans en in 1896) en vraagt of Frankrijk daardoor ook zou moeten genoodzaakt wor den een anderen koers in te slaan, En dan antwoordt het blad: Neen. De Duitsehe Keizer kan met één woord de geheele Duitsehe Staat kunde wijzigen. Maar Frankrijks houding is niet door Staatkunde ingegeven, doch vloeit alleen voort uit het moreele gevoel, dat er iets moet worden gedaan voor Kruger en de Boeren. Dat is juist verschil van die Staatkunde die voortvloeit uit het algemeen stem- •echt, en de staatkunde van den persoonlijken heerscher. De eerste is in staat den polsslag van het volk te voelen en daarmede reke ning te houden; de laatste is per soonlijk en daardoor kalm en stijf. De Temps" bespreekt dan de wijziging die in de Duitsehe staatkunde is op te merken, se dert 1896, den tijd waarin het Je- meson-telegram werd afgezonden. De Keeizer stond toen lijnrecht te genover Engeland, doch hij kon niets beginnen, want zijn handen waren gebonden. In Europa vond hij geen steun. Zijn volk heeft ge loofd en geboden, toen hij om een sterke Duitsehe vloot vroeg. En nu is hij genoopt geweest bij Enge land steun te zoeken, het Engeland dat hij vroeger wilde bestrijden. „In Europa was dit alles vol doende bekend, maar wisten de raadgevers van president Kruger dit niet? vraagt de Temps". Hoe kenden zij den president aan zulk ecu moreele nederlaag blootstel len? Waarom hebben zij niet \ocraf geïnformeerd en het ter- ■:n verkend? Dit is wellicht de eersie slechte raad geweest, dien hij gevolgd heeft, en dat verklaart ons heel wat, wanneer wij den blik achteruil slaan." De „Dérbats" vraagt: of het be- roemde telegram aan Kruger in 1896 niet wellicht een „ballon d'es sai' is geweest om eens te zien, welke Europeesche mogendheid zich met hem tegen Engeland zou verklaren. Het resultaat was on gunstig, en Duitschland moest we der aansluiting zoeken bij Enge- »nd. liet blad noemt deze staatkun de van den Keizer, de sDa:kunde van het verstand, en uawce de" den Keizer, die sqn Kopioioe- digheid zoozeer kan bewaren. Maai zulk een staatkunde van zelfbeheersching en koelbloedig heid kan niet de staatkunde eener democratie zijn. Die is slechts mo gelijk bij een regeering die dicht bij het despotisme staat, en die niet vraagt wat het volk wil of denkt en gevoelt. Naar bericht wordt heeft dr. Leyds in een onderhoud rnet een correspondent van de „Echo de Paris" gezegd, dat de plannen van Kruger niet veranderd zijn. De president zal eenige weken te 's-Gravenhago wachten op het herstel van den Czaar. Dr. Leyds hoopt dat Keizer Wil- helm nog op zijn besluit zal terug komen. De Czaar zou zijn gene zing voltooien in het Zuiden van Frankrijk. Waarschijnlijk zal Kru ger hem ontmoeten te Nice of Mentone. Dus toch altijd nog hoop! Buitenlandsch Nieuws. De samenzwering tegen, lord Roberts. De elf mannen, die in hechtenis genomen werden te Johannesburg, onder verdenking van tegen lord Roberts te hebben saamgezworen, zullen over do grenzen worden ge zet. De bewijzen waren onvoldoende om hen te doen veroordeelen, er werden geen bommen ontdekt.. De gevangenen zijn bijna allen Italianen. Algemeene berichten. DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA. Lord Kitchener seinde gisteren uit Bloemfontein: De bereden troepen van srenern..-'' Knox waren den geheelen dag slaags bij Goedehoop, drie mij len ten noorden van Bethulië aan .den weg naar Smithfield. Aan de Boeren, die een groot convooi bij zich hadden, werd den pas afge sneden, waarop zij terugtrokken, terwijl onze troepen voortdurend voeling met hen hielden. Generaal Settle bereikte Jagers fontein na verscheiden schermut selingen, waarbij hij 50 gevange nen maakte en een hoeveelheid vee buitmaaktc. Genex-aal Paget dreef den vijand nabij Leeuwfon tein terug. De gezondheidstoestand der troe pen te Komatipoort wordt beter. Op 29 November verscheen een commando van vijftig goed gewa pende Boeren bij de Cundeysleugh- store nabij Ladysmith. Het maga zijn werd geheel geplunderd en de eigenares brutaal mishandeld. Zij kwam gisteren met hevige pijn te Ladysmith en vertelde dat er nog zulk een commando in de buurt was. te wenschen. Sommigen zijn in kleine ijzeren hutten. Het grootste gedeelte is op beklagenswaardige wijze in ten ten samen gepakt. De mazelen regee- ren erg onder de kinderen, en er is bij na geen hut waar geen kranke in is. Om iets voor de kranken warm te ma ken, mag geen spiritus- of parafine lamp (uit vi-ees voor brand) gebruikt worden. Sinds Zaterdag heeft het bij' na onafgebroken geregend. De grond is doornat en de koude wind speelt vrij door de tenten. In een tent ligt een moeder aan de tering en naast haar ligt haar zoontje aan de zinkingkoorts. Een vrouw, die twee zieke kinderen heeft, vroeg in mijne tegenwoordigheid aan een officier: „IIoc lang moet ik nog hier blijven „Totdat al de Boe ren hunne wapens neergelegd hebben,' was het antwoord. „Wel," hernam de vrouw, „dan zal ik mij hier uit bid den." Velen vroegen mij omtrent hun ne mannen en zonen waar zij zijn. Willen diegenen die familie hier heb ben aan haar schrijven, hier is het adresExiled Women Camp, Race Course, Port Elizabeth. De vrienden die iets voor de vrouwen gedaan wil len hebben, die schrijven aan den heer F. W. Pöhl, Clarendon Crescent, Port Elizabeth. Hij is een Afrikaander, heeft ons volk lief en zal graag iets voor de beproefden willen doen. De geruchten die in omloop zijn dat de vrouwen op de „Tommies" gescho ten hebben zijn gelijk al die andere leu gens van de waarheid ontbloot. De vrouwen weten niet wat zij gedaan hebben en waarom zij hier zijn. Uit de Mail. De verbannen Boerenvrouwen In „Ons Land" deelt de heer M. II. Le Roux het volgende mede omtrent het verblijf der verbannen Boeren vrouwen te Port Elisabeth Het kamp is bij dc „Race Course", ongeveer twee mijlen van de stad. Laatstleden Zaterdag zijn er weer over de tweehonderd aangekomen, onder wie eenige oude kranke vrouwen en twee kleine babies. Thans zijn er tus schen de drie- en vierhonderd van Ja gersfontein en Fauresmith in het kamp. Tweehonderd van Kroonstad, 7.oo vertelde mij de „Mayor", zijn nog aan het komen. Wat de behandeling van die ongelukkigen betreft blijft veel Stadsnieuws Haarlem, 5 Dec. 1900. Oi> 1 Januari e. k. zal de heer J. H. van Reijen alhier, als commies werk zaam op de bureaux der Ilollandsche Spoor te Amsterdam, zijne 25-jarige ambtsvervulling herdenken. Op 21 dezer, 's namiddags 2 uur, zal aan het departement van justitie wor den aanbesteed: het onderhoud van het rechtsgebouw alhier. Inlichtingen worden verstrekt door den hoofdopzichter J. J. van Schuijlen- burg te Haarlem. Twee jongens maakten gisteren van de gelegenheid, dat een bakker zijn broodwagen in de Kruisstraat onbe heerd liet staan, gebruik om een zakje met St. Nicolaasgebak weg te nemen. naai geschenk aan Hare Majesteit de Koningin, zullen bij de ingezetenen in- teekenbiljetten worden bezorgd. 't Is te hopen dat men op deze manier veel geld bijeen krijgt. Velson. Voor de vaceerende keirekking van onderwijzer met hoofdacte alhier, heb ben zich aangemeld 26 sollicitanten. De diphtheritis schijnt de gemeente nog maar niet te willen verlaten. Se dert eenigen tijd kwamen geen gevallen voor. Thans is opnieuw een geval ge constateerd en wel op de Heide. Door de commissie, belast met het inzamelen van gelden voor een natio- Binnenland. Parlementaire Praatjes. Er zijn gisteren in de Kamer zóó lan ge redevoeringen uitgesproken, bij de voortzetting van het algemeen debat over de Staatsbegrooting, dat zelfs bij de gebruikelijke resumtie in ons blad de gewone ruimte dubbel zou worden overtroffen, zoodat meer dan gewone beperking noodzakelijk is. Nadat de minister De Beaufort, met toestemming van de Britsche regee ring, aan de Kamer, zij het ook onder geheimhouding, de stukken had kun nen overleggen, die betrekking hebben op de gevangenneming der ambulance- Dr. Koster, in Transvaal, zctle de heer Troelstra zijn rede voort, betoogende dat alleen door grondwetsherziening een regeering is te krijgen met een vol ledig plan voor sociale wetgeving. Deze regeering had geen beginsel ge toond in dit opzicht. Ook niet tegen over de Eerste Kamer inzake de Onge vallenwet. Ten aanzien van rusttijden en ouderdomspensioenen verwachtte spr. niets van deze Reg. Ook het pacht- contract bleef rusten, zeer ten nadeele van de boeren-arbeiders. Op belasting gebied werden de minder-bevoorrech- ten ook niet goed behandeldspr. kwam op tegen de voorgenomen ta riefsherziening die drukken zou op de levensbehoeften van den arbeider. De Reg. had vrees getoond om de gemeen telijke geldmiddelen te gebruiken voor sociale doeleinden. Haar houding was dus onvoldoende. Ook die der Kamer. Het afjakkeren, het afhameren van millioenen hij de oorlogsbegrootingen kwam niet te pas en spr. zou obst^uc- tionisme gaan voeren, met zijn vrien den, door het voorstellen van amende menten. De Voorzitter sprak het vertrouwen uit, dat dit den spr .geen ernst zou we zen, maar dat was het wèl, zeide de heer Troelstra. Vervolgens keurde hij het gevangenhouden der Hoogerhui- sen af en hoopte dat een volgend Min. van Justitie hen gratie zou verleenen. Een uitwijding over de koloniale poli tiek werd door den Voorzitter gestuit. In 't algemeen kwam spr. tot de con clusie, dat, zoolang de Reg. uit één klasse voortkomt, geen wezenlijke so ciale verbeteringen zijn te verwachten. De houding der overheid bij werksta kingen werd door den heer Troclstra met tal van voorbeelden streng gegispt. Hij drong er bij de Reg. op aan dat deze zou waken tegen het misbruiken der politie tegen de arbeidende klasse. Na een hulde aan de Reg. voor haar werkzaamheid, zaakkennis, degelijk heid cn hoffelijkheid jegens de opposi tie, besprak de heer Kuyper allereerst eenige detailpunten, waarover nader zal gesproken worden bij het antwoord der Reg., om dan tot de politiek te ko- mën. Een beslist homogeen kabinet was thans niet mogelijk. De Reg. was er ook niet in geslaagd een kabinet van liberale concentratie te zijn. Hoe stond de Reg. bijv. tegenover de door de ge- avanceerden opgeworpen quaestie der grondwetsherziening. Een verklaring vóór de verkiezingen was noodig. Spr. verklaarde zich tegen een grondwets herziening waarbij het kiesrecht nnn den gewonen wetgever zou worden overgelaten. Daarenboven was er geen kans van slagen voor een grondwets herziening. Spr. wilde geen kiesrecht waarbij de volkssouvereiniteit zou ko men te staan tegenover de souvereinl- teit Gods. In de landen van het algo- meen stemrecht heerschte protectie, hoe kon men beweren dat het do voor waarde was voor wezenlijke verbete ringen. Ten aanzien van het beleid van den Min. van Buitenl. Zaken, constateerde, spr. nog eens dat de fout lag in het te snel acceptecren van de Vredesconfe rentie. Daaraan was nu niets meer te doen. Wèl inzake China wij hadden ons daar niet door de groote mogend heden moeten laten verdringen. Daar over was spr. niet bevredigd. Terugkomende op Zuid-Afrika, meen de spr. dat thans, na de Vredesconfe rentie-ratificatie geen vijandige daad meer kan worden gezien In een aanbod tot interventie. De eerste raadgeving aan Kruger was goed, de tweede niet het zenden van do „Gelderland" juich te spr. toe. Tegenover de expansie-poli* tiek der groote Rijken moesten de klei ne volken vereend staan. Tot de nood zakelijke dingen voor het bevorderen van hot materiaal bewustzijn, bleek spr. ook de vrije schooi te rekenen. Hij was het eens met de noodzakelijkheid om met allerlei middelen den vierden, stand te helpen verheffen. Maar waar de millioenen to vinden? De klimming der middelen bate niet. De Min. van Fin. had dan ook ingezien dat do free- trade maar moest worden opgegeven. Vrijhandel was goed voor een groot rijk. Ten 3lotte kwam spr. op tegen hot onvaderlandslievend karakter van de socialistische partij. Vervolgens zette de heer Vermeulen uiteen waarom wij z. i. inzake Zuid- Afrika de houding hebben aangenomen die oen kleinen Staat past. Die hou ding zou onzen invloed verhoogen bij een nieuwen stap, waarover spr. niet zou uitwijden, omdat hij volledig ver trouwen had in do Reg. te dezen aan zien. De heeren Brummelkamp en De Boer traden hunnerzijds in een uiteenzet ting van den stand dér politieke par tijen. Do laatste gaf een uiteenzetting, van de liberale beginselen, die ruimte' lieten voor verschil van opvatting. Geen enkele partij kan zich voor 4 jaren binden aan een vóór de verkiezing aan vaard program. De heer Mees verdedigde het Kabinet en bestreed de leuze „grondwetsherzie-1 ning" als een onnutte leuze, omdat binnen de grenzen der Grondwet nog zeer veel was tot stand ie brengen. De heer Verliey vroeg verbetering der Rijkspolitie op de rivieren. ï1 e n 111 e t o n. u. Naar het Duitsch. Het schot is door hem gelost, dat is zoo klaar als de dag! Hei zou dwaas zijn naar een anderen dader te zoeken. En weet je wat ik wou, Edith? Nu? Ik wou dat hij niet gegrepen werd, dr.t men hem zelfs niet ver volgde, maar slechts aan de wroe ging van zijn geweien overliet. Dat zou de zwaarste straf zijnde allex*zwaai%stedat kun je ge- looven. Dat is een zonderlinge wenseh, Prosper, dien ik niet deel en die ook moeilijk vervuld zal kunnen worden. Ik ben overtuigd dat men den moordenaar gegrepen zal heb ben voor twee dagen verloopen zijn. Vóór twee dagen verloopen zijn, herhaalde hij werktuigelijk. En dan ko.rnt .er. natuurlijk, alles maar op aan of hij bekent. Men zal hem naar zijn beken tenis wel niet veel vragen, als hij door handtastelijke bewijzen kan worden overstelpt. Maar dat gaat het recht aan, niet ons. Wij hebben eex-st wel andere, dringender plich ten te vervullen. Voel je je sterk, Prosper, me nu naar het heeren huis le geleiden Heftig afwerend, alsof men iets heel onnatuurlijks van hen had ver langd, hief hij beide handen op. Ik zou hem zien Neen nooit! Vraag me liever mijn leven als je meent dat daardoor zijn aan blik me bespaard kan blijven. En toen wierp hij zicli in een stoel en jammerde Zorg dat ik hem niet behoef te zien, Edith! Dat alleen niet. Ik ben zóó ziekzóó ziek! Ze streek liefdevol over zijn ver ward haar en zeide op dien mil- den, bijna moederlijken toon, die reeds zoo dikwijls verzachtend op zijn kranke ziel had gewerkt Ja, je bent ziek, arme Pros per! en voordat je geheel genezen bent zul je, voor zooveel ik er iets aan kan doen, niet woixlen lastig gevallen en vermoeid, zoodat je ze nuwen nog meer, van_ streek, raken... Ik weet immers dat ongestoox-de rust het beste geneesmiddel voor je ziekte is. Ja, rust! Ach, als iemand me rust kon bezorgen, Edith! Maar wat ben je goed voor meen wat schaam ik me over je goed heid. Je kunt niet vermoeden hoe weinig ik die verdiend heb. Ik geloof wel, dat je gisteren met heel weinig vriendelijkheid ten opzichte van mij gedacht hebt, maar daar ben ik niet boos om. Dat is nu eenmaal ergeten en afge daan, niet waar? Nu mag je aan niets anders denken dan aan het vex'stex'ken van je gezondheid. Na de verschrikkelijke gebeurtenis van vannacht moet die je nu honderd maal kostbaarder zijn dan vroeger, want tengevolge dier gebeurtenis wachten je ernstige plichten, die een zware veran twoordeli j khe id meebrengen. Hoe diep je ook de daad van dien ellendigen houtves ter moogt verafschuwen, je moogt toch niet vergeten dat zijn verra derlijk schot je tot majoraatsheer van Elvershöh heeft gemaakt. Prosper hief het hoofd op. Een onuitsprekelijke smart teekende zich op zijn bleek gelaat af. Spreek daar niet van, Edith! Als je medelijdexi met me hebt, her inner me dan niet daaraan. Ik wil van het majoraat, van het vervloek te geld niets weten! Wie lust heeft mag het nemenik zou het toch nooit kunnen aanraken. En je menschlievende plan nen? Wil je dan je grootsch denk beeld afvallig worden, juist op het oogenblik, waarop liet lot je de macht iix handen geeft ze gedeelte lijk ten uitvoer te brengen? Hij maakte een onduidelijk af wijzend gebaar. Ik heb geen plannen en denk beelden meer. In mijn hoofd is al les verward en leeg. Ik zou willen gaan liggen en sterven als het maar gemakkelijk en snel gebeurde. Wanneer je je oogenblikke- lijke zwakheid en treurigheid hebt overwonnen zul je je over derge lijke onmannelijke redeneeringen schamen, Prosper! En aan afstand doen vaxi het majox*aat valt ook niet te denken. Je hebt heilige plichten tegenover je moeder en zuster le vervullen. Ter liefde van ons, als je het dan niet om jezelf wilt, moet je dezen nieuwen aanval van zwak heid meester worden zooals je dat ook bij vroegere gelegenheden ge lukt is. Ja, je hebt gelijk, zei hij met doffe stem en neergeslagen oogen. Ik mag niet aan mezelf denken en ik mag ook nog niet sterven. Jij moet ineestex-es blijven op Elvers höh zooals je het aan Erwins zijde zoudt geweest zijn. Daarvoor al leen moet ik nog langer leven. Niet daarom alleen, want jij zult ook in je grooten werkkring vroolijk cn gelukkig worden. Maar we zullen nu niet langer spreken over dingen, die je zoo vreeselijk opwinden. Ik raad je dringend aan naar bed te gaan, want ik geloof zeker dat je den geheelen nacht je klcederen hebt aangehouden. Ik kon niet in slaap komen, Edith! Maar ik zal nu alles doen, wat je van me verlangt. Als je me maar belooft dat je me met rust zult laten en dat ik niet naar ginds behoef, naarden doode. De barones stond op om heen te gaan, Ik beloof het je, Prosper I En als ik nu ginds in het slot den dok ter ontmoetwil je dat ik hem dan hierheen zend? Neenneen! Hij zou me maar plagen in plaat-s van me te helpen. En het liefst wil ik niemand zien. Mij uitgezonderd, naar ik hoop. Als er ginds niets meer voor xxio le doen valt dan kom ik weer bij je. Hij toonde geen vreugde over deze belofte, maar verzette or zich ook niet tegen. Het een of ander, dat hij niet durfde uitspreken ot waartoe hij geen woorden kon vin den, scheen hem bezig te houden, want hij streek zich een paar maal over het voorhoofd en staarde als zoekend voor zich uit. Edith wachtte gedurende eenige minuten tevergeefs, toen zeide zij Heb je me nog hel een of ein der op te dragen, Prosper. Kan ik iets voor jo doen O, je zult weer toornig uilva ren als ikals ik over haar spreek. Je kunt het zelfs niet eons, verdragen haar naam te hoorfen noemen. Hij wierp een schuinen blik ter zij do op haar gelaat, maar daf bleef onveranderd vriendelijk en zij schudde het hoofd. Je bedoelt de nicht van don hoofdtuinman? Wees onbezorgd. Als je niet opnieuw het plan hebt haar tot je echtgenoote te maken, heb ik geen reden mo met haar to bemoeien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1