Groot8lElstiil2t
Tclepiiooi! 490.
2o. Ai was uitgemaakt dat het een
private instelling was, mogen wij de
•inkomsten niet aan schommelingen
blootstellen waardoor de volksgezond
heid gevaar 20a loopen.
3o. Indien het een gemeente-Instel
ling was, zouden wij ons om de in 2o
genoemde redenen niet mogen ont
trekken aan een goede ziekenverzor
ging.
- 4o. De tegenwoordige toestand is voor
Verbetering vatbaar voor zoover een
'nader toezicht of regeling te treffen is
;op het inwendig huishoudelijk beiieer
'en de mogelijke bezuiniging hierdoor
verkregen van invloed zouden zijn op
het gemeentelijk subsidie.
5o. Het subsidie van gemeentewege
.aan het St. Elisabeihs of Grooto Gast-
huis verstrekt is in. i. evenzeer to ver
dedigen als alle door onze gemeente
.verleende subsidie aan instellingen
"van openbaar nut
Mussum van Kunstnij vsrlioid.
Beleefd verzoek ik u onderstaand be
richt in uw geacht blad te wiilen doen
opnemen.
In het Museum van Kunstnijverheid
te Haarlem, zullen gedurende ecnige
dagen tentoongesteld zijn de teekenin-
gen, schildersstudiën en werkstuk
kon, vervaardigd door do leerlingen
.van de aan het Museum verbonden
School voor Kunstnijverheid, die op
de Wereldtentoonstelling te Parijs
met den gouden medaille werden be-
.Uvoond. Do studiën zullen daarna in
verschillende plaatsen van ons land, te
.Rotterdam, -'s Graveiihago, Hengelo,
Kampen, Groningen, Purmerend en
Leiden ter bezichtiging worden ge
steld.
Deze tentoonstelling geeft een over
zicht van den gang van het onderwijs,
die aan de School wordt gevolgd, als
mede van het streven om de verschil
lende kunstambachten, die op de
School practisch worden beoefend in
.verband met het bouwkundig element
,to brengen. Het onderwijs begint met
méést elementaire oefeningen en
omvat in do meer gevorderde afdee-
iingen die in direct verband staan met
do leerwerkplaatsen der School, voor
do artistieke houtbewerking, het ont
werpen en praktisch samenstellen van
meubelen, het boetseeren, het snijden
van ornamentieke versieringen enz.,
voor de artistieko metaalbewerking,
het ontwerpen van verscliiiler.de voor
werpen voer. drijvers en ciseleurs,
por goud- en zilversmeden, het drijven
cn ciseleereu op koper, tin, zilver, het
.boetseeren in klei en plasteline, terwijl
voor décoratieschilders het onderwijs
in het schilderen, de ornamentele com
positie en de diverse oplossingen van
praktische werkstukken met de bouw
kundige studiën samengaan..
Velsen.
Ondertrouwd J. C. Porck en D. Zee-
gers. A. Oostveen en M. Ros. G. Gra-
pendaal en II. Hamers.
Bevallen J. M. Vucrhnrdde Bcevé
d. C. S. van Zadelvan Buuringen d.
A. SnijdersPereboom d. A. van der
KaaijHeesterbeek z. C. Lakerman—
van der Putten z. J. ZwaanBakker z.
II. ZwartSloot z. M. van den Bogaer
de~01denburg z. G. van Schagen—Nij
man z. II. Schellevis—Min z. A. E.
Wigchert—Sirovano z. G. Schoon—
Ram, d.
Overleden W. van Essen 50 j. R. J.
Hin 10 dagen.
Hsarlsmmerliedo en. Spaarn-
woude.
Ondertrouwd; P. J. v. der Laarso en
E. Meijer.
Bevallen: A. Keeraan—Moei, z.
Spa&rndam.
Ondertrouwd: IL van Die en S. de
Graaf.
Soxioten.
Bevallen: M. C. C. Nupoort—Sel-
liorst, d.
Overleden: A. J. Hcnneke, z. 22 m.
Sport en Wedstrijden.
Worstelen.
Van den Berg heeft weer zijn serie
in de finale van den worstelwedstrijd
om het wereldkampioenschap te Parijs
gewonnen na een interessanten strijd
gelukte het hem zijn tegenstander Las-
sartesse te leggen. Constant le Boucher
legde Omcr on Bouillon en Laurent le
Beaucairois overwon Weber.
Tot nu toe heeft Van den Berg nog
geen enkele partij verloren en verkreeg
voor het zwaargewicht-kampioenschap
met Laurent le Beaucairois elk 1 punt.
Voor het wereldkampioenschap staat
hij in punten gelijk met Laurent en
Constant le Boucher die elk tot heden
2 punten, verkregen.
Voetbal.
Wedstrijden op Zondag a. s.
Verwachtingen.
Leiden. AjaxVelocilas. Vermoede
lijke winner Velocitas.
Den Haag. H. B. S.—Rapiditas.
Verm, winner II. B. S.
Rotterdam. SpartaH. V. V. Verm.
winner H .V. V.
Amsterdam. R. A. P.Haarlem.
Verm. winner R. A. P.
INÖSZOND31T MEDEDEE-
LINGEN.
30 oanta per regel.
Zijden Stoffen,
Fluweeien en Velvets,
Dames-Fournituren,
Tricot-, Glacé- en
peau de Snéde Hand
schoenen.
Ceintures, Lavolières en
Strikken.
Fransche Corsetten,
Reform Corsetten en
Bustevormers.
De grootste sorteering vindt men
in het Magazijn
Gemengd Nieuws.
Ean© verstoorde voorstelling.
Over de generale repetitie over de
eerste „Lohsngrin-opvoerlng" te Wei-
mar in 1850 schrijft iemand in het
blad „Deutschland":
„Ik woonde de generale repetitie van
„Lohengrin" bij, die 6 uur 's avonds
begon; ongeveer 60 personen zaten
op de voorste banken van de halfdon
kere schouwburgzaal. Liszt kwam wel
dra in het orkest, groetto zijn in de
zaal zittende vriendin, vorstin Witt
genstein, en tooverde spoedig met zijn
dirigeerstok de eerste tonen van de
heerlijke inleiding te voorschijn. Het
eerste bedrijf liep bijna zonder onder
breking af, alleen Beck (Lohengrin)
herhaalde op eigen verzoek tweemaal
na den tweekamp zijn inzet:
„Durch Gotles Sieg is jetzt Dein Lc-
ben mein." Na de finale begon een
lange pauze. Liszt ging op het tooneel
cn kon zich bij zijn terugkeer naar het
orkest nauwelijks losmaken van de
opdringende bewondering, van wie
sommige, zoowel heeren als dames,
hem de handen kusten.
De sombere klanken van de baskla
rinet leidden het tweede bedrijf in.
De grootte scène tusschen Telramund
en Ortrud naderde haar einde, toen
plotseling door de linkerparketdeur de
raadsheer Jacobi binnenkwam met de
woorden:
Wij moeten sluiten: het luchthuis
staat ia brand!
Liszt keek onwillig naar den orde
verstoorder om, doch likte af. Ieder
stond op en snelde naar den uitgang.
Angstige kreten van de dames werden
gehoord, daar zij in haar verbeelding
reeds de uitgebroken gevangenen
moordlustig door de straten zagen hol
len.
Daarbij bevond zich het tuchthuis
zeer dicht bij den schouwburg. Vorstin
Wittgenstein sprong over drie banken
en de afscheiding van het orkest, om
zich tegen Liszt aan te drukken, als
om bescherming te zoeken. Eenïge zij
ner leerlingen gingen om hem staan,
om hem zoo noodig te beschermen.
Liszt zelf stond bewegingloos aan zijn
lessenaar en scheen het voor onmoge
lijk te houden, dat het plechtig uur
door zulk een triviaal incident ver
stoord kon worden.
S3u stóeiièn, spoorbrug.
In de nabijheid van de stad Roclc-
ville in de Vereenlgde Staten heeft
men de in 1874 voor de Pensylvania
Railroad gebouwde ijzeren spoorbrug
over de Susquehanna-rivier door een
pracht! go steenen brug vervangen.
Deze brug heeft een lengte van meer
dan een kilometer (1,140 meter) en is
derhalve do grootste steenen brug,
welke tot heden werd gebouwd. Ze be
staat uit 48 bogen, elk van zeventig
voet overspanning en de constructie
van het steenen gevaarte heeft meer
dan twee jaar geduurd, terwijl er een
waar leger van werklieden niet min
der don. drio duizend, voor noodig ge
weest zijn. De breedte bedraagt zestig
meter en biedt voldoende ruimte voor
een dubbel trottoir voor voetgangers,
een brecden weg voor rijtuigen, en
vier spoorlijnen. De kosten worden be
raamd op 550.000 dollars of 1,375.000
gulden.
Een gedeelte van do over
blijf «slen. van Boeddha
door de Siameesche regeering aan Ja
pan ten geschenke gegeven, is te Yo
kohama aangekomen. Met grooto plech
tigheid zijn deze heilige zaken door de
Ja.par.sche Boeddhisten ontvangen. Zij
zullen in de voornaamste steden wor
den tentoongesteld en later een plaats
krijgen in den voomaamsten tempel
van Kyoto.
Een nieuws trust.
In Amerika hebben do twee metaal-
koningen, Carnegie en Frick, een nieu
we trust in de ijzer- en staalindustrie
gevormd met een kapitaal van
160.000.000 dollars of 400,000.000 gul
den. Deze onderneming, dio de groot
ste is op dit gebied in de Vereenigdc-
Staten, omvat negen fabrieken, 17
hoogovens, een pletterij, een spoorweg
(de Pittsburg and Lake-Evie-Railroad).
elfduizend ovens, 18 mijnen van steen
kolen en metalen, een aantal dokken
la het Boven Meer, en dertien stoom
schepen. Alleen de fabrieken van Car
negie leverden jaarlijks 3 milliard ki
logram ijzer.
Journalistiek in Cilina.
Bijna alle Chineesche kranten zijn
geïllustreerd en voornamelijk is dit
het geval in die streken, waar exempla
ren onder de oogen kunnen komen van
vreemdelingen, dia bekend zijn met de
letterteekens.
In districten, waar hierop geen kans
bestaai, bedienen de courantenuitge
vers zich alleen van letters, maar in
de steden, wanneer het tc doen is, om
de gemoederen van het volk te prikke
len, en toch den consuls geen aanlei
ding te geven tusschenbeide to zich
van een schilderachtige voorstelling
van een snort, die alleen door de lang
staarten begrepen wordt
Couranten worden uitgegeven in
een soort pamfleivorm, ongeveer drie-
en-twintig bladzijden groot, waarvan
de eerste drie of vier bedrukt zijn en
de rest uit prenten bestaat, elk verg
zeld van een tekst. Elk blad is onge
veer vijftien cM. lang en zeven breed,
de omslag is rod, geel of bruin geschil
derd, draagt den naam en gewoon
lijk nog den datum en een aanwij
zing, overeenkomende met hel Yi cster-
sche „gedrukt en uitgegeven bij."
Het letterkundige gedeelte wordt ver
deeld over 18 kolommen en van rechts
naar links en van onderen naar bo
ven gelezen. (Alie Chineesche gebrui
ken staan lijnrecht tegenover Euro-
peesclie).
Met uitzondering van de „Keizerlij
ke Courant" en dergelijke o'ficieele
organen, bevatten de dagbladen dik
wijls geen direct nieuws, om dat zoo
eens te noemen, soms, omdat de redac
tie niets bijzonders weet, maar meer
nog, wijl de uitgever liever zijn be
langrijk nieuws kleedt in den vorm
van een anecdote, waarvan do werke
lijke en ook de tegengestelde bedoe
ling willekeurig kan uitgelegd wor
den, zooals dat hem het veiligst dunkt.
Eerlijke critiek op officieele persoon
lijkheden uitoefenen, is, om zoo to zeg
gen, zijn terdoodveroordeling uitlok
ken. Journalisten moeten bchooren
tot den „letterkundigen stand" een
klasse, waarvan men acor examens
deel kan uitmaken en medewerkers
en correspondenten zijn er onbekend.
Wanneer een niet-gediplomeerde let
terbeoefenaar voor het publiek wil
schrijven, moet hij eigendunkelijk zijn
werk uitgeven, op de manier van ta
lentvolle jonge vrouwen in moderne
romans.
Een op zichzelf staande soort van
Lhlnoescho couranten wordt In hel le
ven geroepen door de algemeene (maar
niet universeele) gewoonte om een af
zonderlijk nummer to wijden aan de
uitwerking vau een groot onderwerp.
Wanneer de uitgever de aandacht
wenscht te vestigen op een ander on
dsrwerp, dan waarmede dc uitgave
zich hoofdzakelijk bezig houdt, zal
hij dit indirect tot stand brengén dooi
de bijzaak in de prenten in to las-
schen, die oppervlakkig het centrale
denkbeeld illustreert.
Dikwijls wordt hst hoofdmotief over
gebracht in den vorm van een reeks
allegorische voorstellingen een zeer
gebruikelijke methode, wanneer een
te scherps grensscheiding tusschen
feit en verdichtsel niet noodzakelijk is.
Een feest bij den beul.
Eenigen tijd geleden is druk gespro
kken over een moordenaar, dia van zijn
terechtstelling een voorstelling maak
te ten voordeele van zijn vrouw en zijn
kinderen. Voor hij het schavot besteeg,
ging da veroordeelde met een bakje
onder do aanwezigen rond en do op
brengst was zoo groot, dat de weduwe
en de weezen voor gebrek werden be
waard.
Ongelukkigerwijze vindt alles zijn
meester, en een Amreikaan, die een
maal los is, weet van geen ophouden.
De sheriff van Navajo Country in de
Vereenigda Staten heeft besloten oen
terechtstelling niet meer te verande
ren in een liefdadigheidsvoorstelling
tegen toegangsprijs, maar in een vorm
vau vermaak, dien hij graciauselijk
den notabelen van zijn standplaats
aanbiedt. En daar er juist iemand bij
hein opgehangen moest worden, liet
hij kaartjes met vergulden rand maken
waarop men las:
,-jKolbrock, Arizona; 1900.
Mijnheer,
U wordt vriendelijk uiigenoodigd,
om tegenwoordig le zijn bij de ophan
ging van een moordenaar, zeiieren Ge
orge Smiley. Zijn ziel zal door dwang
naar da eeuwigheid gezonden worden
op a.s. Vrijdag te 2 uur 's namiddags
precies. De nieuwste en meest afdoen
de methodes van de worgkunst zullen
worden toegepast en niets zal worden
verzuimd, om deze plechtigheid zoo
aangenaam mogelijk te maken en om
het succes van de terechtstelling te
verzekeren."
Wij weten geen hij zonderheden over
de garden-partij van dezen huinanen
sheriff. Alleen is hekend. dat mooie
handjes hebben geapplaudisseerd en
dat honderden genoodigden zicii hoog
lijk hebben geamuseerd.
Een onnoembare naam.
De eigen naam van den Keizer van
China wordt nooit genoemd; het is een
misdaad dien uit te spreken. Bij zijns
troonsbeklimming neemt de hcerscher
over het Hemeische Rijk een naam
aan, waaronder hij bij zijn volk cn in
d.9 geschiedenis bekend is. De ware of
persoonlijke naam van den tegen
woordige Keizer is „Tsuï-tien"; maar
toen hij in 1875 op den troon kwam,
werd hem den naam van „Kwangsee"
gegeven, die „Doorluchtige opvolging"
beteckent.
De beste raad
Een man werd voor het gerecht ge
bracht. De rechter verzocht den advo
caat meti den beschuldigde in eene
andere kamer te gaan, om hem goeden
raad te geven. Toen de advocaat te
rugkwam, vroeg de rechter waar de
gevangene was.
„Ik heb hem geraden door het ven
ster tc ontvluchten", antwoordde de
advocaat, „en hij is nu al eene mijl
var."
Uit hot leven van Tüaekeray.
Toen Thackeray stof verzamelde
voor zijn „Iersch Schetsboek," zag hij
eens, langs een straatweg rijdende, op
eenigen afstand, mijlsteenen, met de
letters G. P. O. er on. Hij vroeg een
voorbijkomenden Ier wat die letters
beteekenden, en kreeg ten antwoord:
„God Preserve O'Conneil" (God be
hoede O.Cormell). Thackeray haalde
dadelijk zijn notitieboek uit zijn zak,
schreef die uitlegging daarop, en zij
kwam voor in de eerste uitgave van
zijn nieuwe boek. Daarover werd door
de critiek niet weinig den draak met
hem gestoken. De drie letters betee
kenden: „General Post Office/', en
waren zoogenaamde afstandwijzers.
In de latere oplage bleef de lachver
wekkende onjuistheid weg.
Een reusachtige oester.
Een visscher van Williamstown
heeft onlangs een oester gevangen van
tot nog toe ongekende afmetingen.
Die oester toch hoeft een omtrek van
twee Engelsclio voeten, een middellijn
van 17 duim en oen gewicht van 7
pond.
„Liever dan dit grooie stuk" had
ook waarschijnlijk hier de liefhebber
het respectievelijk gewicht aan „kleine
brokjes".
Een Chineesch redacteur.
De „New-York Herald", aio aitijd op
de hoogte wil blijven, had, zoodra Chi
na actueel werd, tegen grof geld een
Chineesch redacteur laten somen om
in het blad een Chineesche rubric* te
redigeeren, waarin de gele collega rijn
gedachten zou uiten in het Chineesch,
voor zijn landgenooten in Amerika.
Alovrens de rubriek de ec-rste maal
verscheen, maakte men natuurlijk veel
reclame en ten slotte was heel hel
publiek der Vereenigde Staten nieuws
gierig te vernemen, wat öe zoon des
Hemel» zeggen zou. Het Chine,ezen-
nummer verscheen op den vastgesfel-
den dag en de uitgever Bennett was
er trotsch op, dat de oplage van zijn
blad dien dag moest vermeerderd wor
den. In de Chineezenwijk van New-
York echter lachte men zich bijna een
ongeluk, toen men het Chineczennum-
mer te lezen kreeg.
Dat verwekte achterdocht en toen
men öc zaak nu grondig ging onder
zoeken, vond men, dat de Chineesche'
redacteur het volgende had geschre
ven
„Zoo dit onder het oog komt van
een broeder Chinees, weze hij gegroet
vanwege den schrijver, die hem al de
zegeningen der 97 goden toewenseht.
Indien een of ander Christenhond hern
vraagt, wat de schrijver hier geschre
ven heeft, dan zegge hij hem: het is
een bericht over gevechten, vernieling
en moorderij tusschen Japanners «m
Chineezen. Dit blad behoort aan een
vervloekten Christen en is niet waard
dat oen Chinees, die zichzelven eenigs-
zins eerbiedigt, er op spuwt."
Wat de oorlog kogt.
In de „Westm. Gazette" geeft een
„Rhodesian" eenige beschouwin
gen over den Zuid-Afrikaanschen
oorlog en hij zegt o.a.:
Het leger, waarvan een groot deel
van den oorlog walgt, kost, onge
rekend alle bijkomende kosten
van slijtage, reparatie en vermeer
dering van het staande leger, de
enorme som van i.259.000 pd. st.
per week, of 2.160.000 per dag,
een bedrag dat volgens een belang
stellend liefhebber van statistiek
neerkomt op f 1500 per minuut van
maand tot maand, van week tot
week en van uur tot uur. Doch het
Rijk is welgesteld en de bevolking
neemt toe. Niemand zal luisteren
naar de vraag, of al die kost-en in
menschenlevens en geld ons niet
kunnen uitputten; doch wordt het
niet tijd onder ernstige mannen
de vraag te stellen, of die 125 pd.
st. por minuut ons ten minste één
stap nader tot het doel brengen?
Er op die vraag luidt het antwoord
bitter slecht. We zullen over twaalf
maanden nog verder van huis wijn
dan heden.
Wat kan aen einde brengen aan
der onhoudbaren toestand? vraagt
de schrijver dan. Groolere streng
heid, de uitmoording van het groot
st. deel der Boeren, zooals door
Wintori Churchill aanbevolen en
zooais in Ierland onder Elisabeth
is beproefd? Het zal niet baten, ge
luk het in Ierland mislukt is. Kit
chener zelf kan hc-t verdelgings-
werk der Fngelsche generaals "in
de 16e eeuw niet verbeteren. En
daarom, zoo besluit de „Rhode
sian", blijft Engeland slechts over
het andere alternatief: verandering
zijner politiek te kiezen.
De Engelsche „Economist" geeft
oofc een beschouwing over de kos
ten van de oorlogen in Zuid-Afrika
en China. In Maart schatte de mi
nister van Financiën bij het in
dienen der begroeiing het tekort
op 20£ millioen pd. st.; een maand
later was het al tot 22| en in Juli
bijna tot 36 millioen pd. st. ge
klommen, altijd „naar"raming'
en men verwierp de bewering
dat er nog wel 20 millioen pd. st.>
bij zouden komen, als louter fan-;
tasie. Nu echter de verkiezingen
voorbij zijn, moet het Parlement
vroeger dan gewoonlijk bijeenko
men om weder nieuwe kredieten,
toe te staan voor een nog onbekend,
maar zeker hoog bedrag. „The Ecg-
.mist" berekent echter, dat tot
dusver de 49 milioen pd. st., die
voor het geheele jaar (loopende tot,
1 April 1901) voor oorlogsuitgaven
geraamd zijn, nagenoeg ten volle
moeten zijn uigegeven, zoodai eerr
zeer hoog cijfer ter aanvulling
zal vereischt worden. Het hlaü zegt
nu, dat het Parlement en de ualio
ruimschoots genoeg hebben van
de luchtige ramingen der regee
ring en recht hebben op een vol
komen ware meded-eeling van
wat reeds is uitgegeven voor den'
oorlog, hoelang deze nog kan du
ren en wat elke week daarvoor/
noodig is.
Een pond sterling is naar men.
weet 12 Nederl., en dus 49 mil
lioen pd. st. 588 millioen gulden.
Vergiftiging in Oostenrijk.
Cct-v<nrijk Leeft in navolging van
Engeland zijn groote vergiftigingszaak
gehad. Eenige dagen geleden hadden
«enige vlsschers utt Isoli, een dorp
aan de Adriatische Zee, zeMÉF&ken ge-
vischt en die aan de rs ver
kocht. Nadat men er van gegeten had
vertoonden zich vergif tigingBverschijn-
selen en binnen eenige dagen waren
zeven personen overleden.
Do justitie uit Triest heeft don ver
deren verkoop der zeeslakken verboden
en een lijkschouwing bevolen.
Onder de rieten rijn nog zooveel
ernstige gevallen, dat men meer slacht
offers verwacht.
Be Tiberovergtroomingen
Ten gevolge van do Tiberoverstxoor
minfeii, eve 'toch ernstiger zijn dan
men eerst vermoedde, is een der Tiber-
oevers bij Tlbernia-eiland aan het ver-
achrórNF* De huizen die er staan loo
pen *3Y'.stig gevaar.
Eoa mooi cadeau.
De hter 'iri* den eigenaar van do
„Nowoje Wremh7\ Soeworin heeft bij
h-m'. huwelijk net den zoon van den
Russischen minister van verkeer Iwa-
nof van haar vader de dagelijksche op-_
brengst wan een bladzijde advertentiën
ten geschenke ontvangen.
Naai' men meedeelt heeft indertijd de
uitgever van de „Times" iets dergelijks
gedaan.
Is schadevergoeding gebillijkt.
De Provinciale Staten van Namen
hebben tot de Belgische regeering de
vraag gericht, of in het geval de speel
huizen zouden worden verboden, de
steden, waar nu deze banken gehouden
werden, op de een of andere wijze scha
devergoeding zouden ontvangen.
Een winstje.
Parijs, dat. aan zijn poorten nog ac
cijnzen heft van verschillende levens
behoefte.», heeft in de eerste elf maan
den van dit jaar daaruit 152 millioen
franco geïnd. Met het oog op de ten
toonstelling was reeds een belangrijke
vermeerdering boven het vorig jaar
ver*-, 'v ut, die over 11 maanden op bijna
5 mibh-en francs was geraamd. In war-
ktSj^M'-eid is bijna 8| millioen meer
oiAvangen.
Vrouwen en kinderen van
veroordeelden.
De heer W. van Hoogstraten
schrijft in Lot „Tijdschrift voor Ar
menzorg":
Een lastig probleem voor armbestu
ren, burgerlijke en kerkelijke, leveren'
de huisgezinnen op van veroordeelden,
die voor korter of langer tijd gevaage-'
schap moeten ondeigaan. Aangenomen,
dat deze zijn gewone ambachtslieden
of dagloone.rs, of, erger nog, behooreu'
tot de categorie van losse arbeiders
als sjouwerlieden en dergelijken, die
van de hand in den tand leven, batee-
kent gevangenschap voor hun huisge
zin hetzelfde als broodeloosheid. Zoo
dra zij het huis verlaten voor de ge
vangenis, zijn de hunnen onmiddellijk
aan armoede prijs gegeten, vooral
wanneer de' kinderen te jong zijn om
iets in te brengen en de vrouwen te,
zwalc of te onbekwaan om eenige ver
dienste van beteekenis te kunnen*
van onderzoek mei de verdere ver
hoeren, waai dooi hij hooofe uk
ds laatst» duist die het treur
spel nog omhuiüe. te Joen verdwij
nen.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Nog nooit had Kathe Redlich
een dag zoo ondragelijk lang gevon
den a?3 deze. Wat ze ook begon,
met hoeveel afwiseling van bezig
heid zij het ook beproefdede
lijd scheen niet om te gaan en dc
pijnigende onrust, die ze met alle
denkbare middelen trachtte to be
strijden en te onderdrukken, werd
van oogenblik tot oogenblik groo-
ier. Ze wist dat in de vroegte de
heeren van het gerecht waren ge
komen, dat het li ik van den baron
was geschouwd en dat nu ginds in
hot heerenhuis allen werden ver
hoord. van wie venvacht kon wor
den dat zij iels van beiang zouden
kunnen mededeelon. Tegen den
middag was ook haar oom lot dit
doel door een bediende opgeroepen
en sinds dat oogenblik schrikte Ka
the voo reiken voetstap, dio buiten
hoorbaar werd. steeds in de mee
ning, dat men haar ook kwam ha
len. Maar het werd avond zonder
dat haar wees vervuld werd en
nog slechts eenmaal voelde ze
haar hart van angst ineenkrimpen
toen zij de kleine, mismaakte ge
stalte van den hoofdtuinman, die
eer gezicht trok dat haar nog brom-
miger dan anders toescheen, lang
zaam op hel huis zag toekomen.
Een oogenblik weifelde zij of zij
hem zou ontvangen of onder voor
wendsel van hoofdpijn zich snel
in haar kamer zou terugtrekken.
Maar haar brandend verlangen
zich zekerheid te verschaffen om
trent den gang der gebeurtenissen
gmds in het slot, zegevierde over
de vreeselijke ontroering van haar
slecht geweien en met het on'be-
vangeridst gelaat, dat zij in staat
was te huichelen, ging ze haar oorn
tegemoet.
Wat is u lang weggebleven!
Hadden ze u dan zooveel te vragen?
Ik dacht al, dat zij u in 'fc geheel
nie4 meer lieten gaan!
- Dom wezenl Ik zou wel eens
willen v/eten hoe ze er ioe zouden
komen, me vast ie houden, brom
de de oude.
I k heb den baron toch niet ver
moordt En voor de verdenking
mijnheer Fabian ais 'n goed vriend
een handje te hebben geholpen.
ben ik ook veilig gelukkiglijk. Ik
dank God dat ik den kerel altijd
op een afstand heb gehouden en
ik hoep dat jenu zult inzien dat
ik gelijk had je voor hem te waar
schuwen.
Kathe wist zich, zonder dat het
in 't. oog viel, zóó te plaatsen, dat
de hoofdtuinman haar niet in de
•oogen kon zien. Ze onderdrukte
met kracht haar opgewondenheid
en vroeg schijnbaar onverschillig:
Is het nu dan geheel zeker,
dat hij den baron heeft neergescho
ten? Misschien zou veel zich in een
ander licht toonen, zoo hij hier
was om zich te verdedigen.
En waarom is dat fraai heer
schap er niet? Waarom heeft hij
zich bij nacht en ontijd wegge
maakt, zoo het niet is uit vrees?
Zoo ik van ochtend nog aan de
mogelijkheid geloofd heb dat een
and-, v de dader kon zijn, nu zou
ik er wel op durven zworen dat
niemand anders dan de houtves
ter het gedaan heeft.
Maar wat is daarginds nu
eigenlijk voorgevallen? Vertel het
me toch eens. Hier hoort men van
niets.
Nu, wat zou ik ervan vertel
len? Ik weet ook alleen maar wat
ik zoo toevallig heb opgevangen,
want, behalve bij mijn eigen ver
hoor, ben ik niet in de kamer,
waar de heeren zitting hielden, ge
weest. En wat ze me daar gevraagd
hebben, was tamelijk onzinnig.
Om hun daarop to antwoorden zou
ik alwetend moeten zijn en al zet
men ooren en oogen flink open,
alles kan men toch niet weten.
Wat zou u ook hebben moeten
meedeelen? U was immers tot lang
na middernacht in de herberg te
Eichfelcl.
De herinnering hieraan scheen
den hoefdtuinman allesbehalve
aangenaam te zijn.
Hoe laat ik naar huis ben ge
komen gaat niemand aan en beeft
met deze zaak ook niets uit to staan.
Het is genoeg dat ik me om tien
uur, toen dö misdaad plaats had.
op een plaats bevond waar ik niets
ervan hooren of zien kon.
Om tien uur? ■vroeg Hiithe
haastig en met alie teekenen van
verrassing. Dat is onmogelijk. Op
dat uur kan de moord niet bedre
ven zijn.
Verwonderd hield de cude op.
En waarom niet? Wat, voor
den duivel, weet jij daarvan, meis
je?
Kathe was zichtbaar getroffen en
met een snelle beweging bracht
zij haar gezicht nog meer in de
schaduw.
O, ik bedoelde maar... Mo
dunkt dat op een zoo vroeg uur het
schot toch gehoord moest zijn. Om
lien uur kon zelfs op dit vervelend
Elverhöh niet eenieder in de vee-
ren liggen.
Het is dan ook gehoord ge
worden... zelfs door drie verschil
lende personen; door do genadige
freule, door haar kamermeisje en
door den koetsier Helvig, die met
zijn liefje was samengekomen bij
den ijskelder.
Kathe antwoordde niet. Ze was
achterover in haar stoel gaan leu
nen en keek met zeer veel belang
stelling uit het venster, hoewel
daarbuiten in do toenemende duis
ternis niets te zien was.
Daar zij geen verdere vragen
deed ging de hoefdtuinman, die
instusschen mededeelzaam gewor
den was, na een oogenblik uit
eigen beweging voort.
Alles komt ook precies uit. De
beide onderhoutvesters verklaren,
dat Fabian kort na negenen zeer
opgewonden en boos in de hout
vesterswoning is teruggekomen,
zoodat zij terstond bemerkten dat,
hem iets heel onaangenaams over
komen moest zijn. Toen een van'
hen hem iets vroeg met betrekking
tot het werk dat den volgender. dag
gedaan moest worden, zeide hij:.
„Dat gaat mij niet aan, ik heb
hier niets meer te bevelen." En)
daarop ging hij de kamer binnen,
waar het geweerrek staat en daar
ze zich juist daaronder bevonden,
hoorden ze hem wel een kwartier
lang als een wild dier op en neer
rennen. Toen kwam hij de trap
weer af en door een reet van de
deur kondon zij zien dat hij zijn
dubellocps geweer onder den arm
droeg, todzell'de waarmee hij den,
arbeider Veeffc doodgeschoten. Hij
joeg den dashond terug, die hern
wilde volgen, en ging daarop met'
groote schreden het bosch in. De
onderhoutvester Madratz heeft da
delijk tot zijn collega gezegd: .,Die
ziet er uit alsof hij niets goeds in
den zin had." Nu, daarin heeft hij
volkomen gelijk gehadl
(Wordt vervolgd).