Groot8lElstiil2t Tclepiiooi! 490. 2o. Ai was uitgemaakt dat het een private instelling was, mogen wij de •inkomsten niet aan schommelingen blootstellen waardoor de volksgezond heid gevaar 20a loopen. 3o. Indien het een gemeente-Instel ling was, zouden wij ons om de in 2o genoemde redenen niet mogen ont trekken aan een goede ziekenverzor ging. - 4o. De tegenwoordige toestand is voor Verbetering vatbaar voor zoover een 'nader toezicht of regeling te treffen is ;op het inwendig huishoudelijk beiieer 'en de mogelijke bezuiniging hierdoor verkregen van invloed zouden zijn op het gemeentelijk subsidie. 5o. Het subsidie van gemeentewege .aan het St. Elisabeihs of Grooto Gast- huis verstrekt is in. i. evenzeer to ver dedigen als alle door onze gemeente .verleende subsidie aan instellingen "van openbaar nut Mussum van Kunstnij vsrlioid. Beleefd verzoek ik u onderstaand be richt in uw geacht blad te wiilen doen opnemen. In het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem, zullen gedurende ecnige dagen tentoongesteld zijn de teekenin- gen, schildersstudiën en werkstuk kon, vervaardigd door do leerlingen .van de aan het Museum verbonden School voor Kunstnijverheid, die op de Wereldtentoonstelling te Parijs met den gouden medaille werden be- .Uvoond. Do studiën zullen daarna in verschillende plaatsen van ons land, te .Rotterdam, -'s Graveiihago, Hengelo, Kampen, Groningen, Purmerend en Leiden ter bezichtiging worden ge steld. Deze tentoonstelling geeft een over zicht van den gang van het onderwijs, die aan de School wordt gevolgd, als mede van het streven om de verschil lende kunstambachten, die op de School practisch worden beoefend in .verband met het bouwkundig element ,to brengen. Het onderwijs begint met méést elementaire oefeningen en omvat in do meer gevorderde afdee- iingen die in direct verband staan met do leerwerkplaatsen der School, voor do artistieke houtbewerking, het ont werpen en praktisch samenstellen van meubelen, het boetseeren, het snijden van ornamentieke versieringen enz., voor de artistieko metaalbewerking, het ontwerpen van verscliiiler.de voor werpen voer. drijvers en ciseleurs, por goud- en zilversmeden, het drijven cn ciseleereu op koper, tin, zilver, het .boetseeren in klei en plasteline, terwijl voor décoratieschilders het onderwijs in het schilderen, de ornamentele com positie en de diverse oplossingen van praktische werkstukken met de bouw kundige studiën samengaan.. Velsen. Ondertrouwd J. C. Porck en D. Zee- gers. A. Oostveen en M. Ros. G. Gra- pendaal en II. Hamers. Bevallen J. M. Vucrhnrdde Bcevé d. C. S. van Zadelvan Buuringen d. A. SnijdersPereboom d. A. van der KaaijHeesterbeek z. C. Lakerman— van der Putten z. J. ZwaanBakker z. II. ZwartSloot z. M. van den Bogaer de~01denburg z. G. van Schagen—Nij man z. II. Schellevis—Min z. A. E. Wigchert—Sirovano z. G. Schoon— Ram, d. Overleden W. van Essen 50 j. R. J. Hin 10 dagen. Hsarlsmmerliedo en. Spaarn- woude. Ondertrouwd; P. J. v. der Laarso en E. Meijer. Bevallen: A. Keeraan—Moei, z. Spa&rndam. Ondertrouwd: IL van Die en S. de Graaf. Soxioten. Bevallen: M. C. C. Nupoort—Sel- liorst, d. Overleden: A. J. Hcnneke, z. 22 m. Sport en Wedstrijden. Worstelen. Van den Berg heeft weer zijn serie in de finale van den worstelwedstrijd om het wereldkampioenschap te Parijs gewonnen na een interessanten strijd gelukte het hem zijn tegenstander Las- sartesse te leggen. Constant le Boucher legde Omcr on Bouillon en Laurent le Beaucairois overwon Weber. Tot nu toe heeft Van den Berg nog geen enkele partij verloren en verkreeg voor het zwaargewicht-kampioenschap met Laurent le Beaucairois elk 1 punt. Voor het wereldkampioenschap staat hij in punten gelijk met Laurent en Constant le Boucher die elk tot heden 2 punten, verkregen. Voetbal. Wedstrijden op Zondag a. s. Verwachtingen. Leiden. AjaxVelocilas. Vermoede lijke winner Velocitas. Den Haag. H. B. S.—Rapiditas. Verm, winner II. B. S. Rotterdam. SpartaH. V. V. Verm. winner H .V. V. Amsterdam. R. A. P.Haarlem. Verm. winner R. A. P. INÖSZOND31T MEDEDEE- LINGEN. 30 oanta per regel. Zijden Stoffen, Fluweeien en Velvets, Dames-Fournituren, Tricot-, Glacé- en peau de Snéde Hand schoenen. Ceintures, Lavolières en Strikken. Fransche Corsetten, Reform Corsetten en Bustevormers. De grootste sorteering vindt men in het Magazijn Gemengd Nieuws. Ean© verstoorde voorstelling. Over de generale repetitie over de eerste „Lohsngrin-opvoerlng" te Wei- mar in 1850 schrijft iemand in het blad „Deutschland": „Ik woonde de generale repetitie van „Lohengrin" bij, die 6 uur 's avonds begon; ongeveer 60 personen zaten op de voorste banken van de halfdon kere schouwburgzaal. Liszt kwam wel dra in het orkest, groetto zijn in de zaal zittende vriendin, vorstin Witt genstein, en tooverde spoedig met zijn dirigeerstok de eerste tonen van de heerlijke inleiding te voorschijn. Het eerste bedrijf liep bijna zonder onder breking af, alleen Beck (Lohengrin) herhaalde op eigen verzoek tweemaal na den tweekamp zijn inzet: „Durch Gotles Sieg is jetzt Dein Lc- ben mein." Na de finale begon een lange pauze. Liszt ging op het tooneel cn kon zich bij zijn terugkeer naar het orkest nauwelijks losmaken van de opdringende bewondering, van wie sommige, zoowel heeren als dames, hem de handen kusten. De sombere klanken van de baskla rinet leidden het tweede bedrijf in. De grootte scène tusschen Telramund en Ortrud naderde haar einde, toen plotseling door de linkerparketdeur de raadsheer Jacobi binnenkwam met de woorden: Wij moeten sluiten: het luchthuis staat ia brand! Liszt keek onwillig naar den orde verstoorder om, doch likte af. Ieder stond op en snelde naar den uitgang. Angstige kreten van de dames werden gehoord, daar zij in haar verbeelding reeds de uitgebroken gevangenen moordlustig door de straten zagen hol len. Daarbij bevond zich het tuchthuis zeer dicht bij den schouwburg. Vorstin Wittgenstein sprong over drie banken en de afscheiding van het orkest, om zich tegen Liszt aan te drukken, als om bescherming te zoeken. Eenïge zij ner leerlingen gingen om hem staan, om hem zoo noodig te beschermen. Liszt zelf stond bewegingloos aan zijn lessenaar en scheen het voor onmoge lijk te houden, dat het plechtig uur door zulk een triviaal incident ver stoord kon worden. S3u stóeiièn, spoorbrug. In de nabijheid van de stad Roclc- ville in de Vereenlgde Staten heeft men de in 1874 voor de Pensylvania Railroad gebouwde ijzeren spoorbrug over de Susquehanna-rivier door een pracht! go steenen brug vervangen. Deze brug heeft een lengte van meer dan een kilometer (1,140 meter) en is derhalve do grootste steenen brug, welke tot heden werd gebouwd. Ze be staat uit 48 bogen, elk van zeventig voet overspanning en de constructie van het steenen gevaarte heeft meer dan twee jaar geduurd, terwijl er een waar leger van werklieden niet min der don. drio duizend, voor noodig ge weest zijn. De breedte bedraagt zestig meter en biedt voldoende ruimte voor een dubbel trottoir voor voetgangers, een brecden weg voor rijtuigen, en vier spoorlijnen. De kosten worden be raamd op 550.000 dollars of 1,375.000 gulden. Een gedeelte van do over blijf «slen. van Boeddha door de Siameesche regeering aan Ja pan ten geschenke gegeven, is te Yo kohama aangekomen. Met grooto plech tigheid zijn deze heilige zaken door de Ja.par.sche Boeddhisten ontvangen. Zij zullen in de voornaamste steden wor den tentoongesteld en later een plaats krijgen in den voomaamsten tempel van Kyoto. Een nieuws trust. In Amerika hebben do twee metaal- koningen, Carnegie en Frick, een nieu we trust in de ijzer- en staalindustrie gevormd met een kapitaal van 160.000.000 dollars of 400,000.000 gul den. Deze onderneming, dio de groot ste is op dit gebied in de Vereenigdc- Staten, omvat negen fabrieken, 17 hoogovens, een pletterij, een spoorweg (de Pittsburg and Lake-Evie-Railroad). elfduizend ovens, 18 mijnen van steen kolen en metalen, een aantal dokken la het Boven Meer, en dertien stoom schepen. Alleen de fabrieken van Car negie leverden jaarlijks 3 milliard ki logram ijzer. Journalistiek in Cilina. Bijna alle Chineesche kranten zijn geïllustreerd en voornamelijk is dit het geval in die streken, waar exempla ren onder de oogen kunnen komen van vreemdelingen, dia bekend zijn met de letterteekens. In districten, waar hierop geen kans bestaai, bedienen de courantenuitge vers zich alleen van letters, maar in de steden, wanneer het tc doen is, om de gemoederen van het volk te prikke len, en toch den consuls geen aanlei ding te geven tusschenbeide to zich van een schilderachtige voorstelling van een snort, die alleen door de lang staarten begrepen wordt Couranten worden uitgegeven in een soort pamfleivorm, ongeveer drie- en-twintig bladzijden groot, waarvan de eerste drie of vier bedrukt zijn en de rest uit prenten bestaat, elk verg zeld van een tekst. Elk blad is onge veer vijftien cM. lang en zeven breed, de omslag is rod, geel of bruin geschil derd, draagt den naam en gewoon lijk nog den datum en een aanwij zing, overeenkomende met hel Yi cster- sche „gedrukt en uitgegeven bij." Het letterkundige gedeelte wordt ver deeld over 18 kolommen en van rechts naar links en van onderen naar bo ven gelezen. (Alie Chineesche gebrui ken staan lijnrecht tegenover Euro- peesclie). Met uitzondering van de „Keizerlij ke Courant" en dergelijke o'ficieele organen, bevatten de dagbladen dik wijls geen direct nieuws, om dat zoo eens te noemen, soms, omdat de redac tie niets bijzonders weet, maar meer nog, wijl de uitgever liever zijn be langrijk nieuws kleedt in den vorm van een anecdote, waarvan do werke lijke en ook de tegengestelde bedoe ling willekeurig kan uitgelegd wor den, zooals dat hem het veiligst dunkt. Eerlijke critiek op officieele persoon lijkheden uitoefenen, is, om zoo to zeg gen, zijn terdoodveroordeling uitlok ken. Journalisten moeten bchooren tot den „letterkundigen stand" een klasse, waarvan men acor examens deel kan uitmaken en medewerkers en correspondenten zijn er onbekend. Wanneer een niet-gediplomeerde let terbeoefenaar voor het publiek wil schrijven, moet hij eigendunkelijk zijn werk uitgeven, op de manier van ta lentvolle jonge vrouwen in moderne romans. Een op zichzelf staande soort van Lhlnoescho couranten wordt In hel le ven geroepen door de algemeene (maar niet universeele) gewoonte om een af zonderlijk nummer to wijden aan de uitwerking vau een groot onderwerp. Wanneer de uitgever de aandacht wenscht te vestigen op een ander on dsrwerp, dan waarmede dc uitgave zich hoofdzakelijk bezig houdt, zal hij dit indirect tot stand brengén dooi de bijzaak in de prenten in to las- schen, die oppervlakkig het centrale denkbeeld illustreert. Dikwijls wordt hst hoofdmotief over gebracht in den vorm van een reeks allegorische voorstellingen een zeer gebruikelijke methode, wanneer een te scherps grensscheiding tusschen feit en verdichtsel niet noodzakelijk is. Een feest bij den beul. Eenigen tijd geleden is druk gespro kken over een moordenaar, dia van zijn terechtstelling een voorstelling maak te ten voordeele van zijn vrouw en zijn kinderen. Voor hij het schavot besteeg, ging da veroordeelde met een bakje onder do aanwezigen rond en do op brengst was zoo groot, dat de weduwe en de weezen voor gebrek werden be waard. Ongelukkigerwijze vindt alles zijn meester, en een Amreikaan, die een maal los is, weet van geen ophouden. De sheriff van Navajo Country in de Vereenigda Staten heeft besloten oen terechtstelling niet meer te verande ren in een liefdadigheidsvoorstelling tegen toegangsprijs, maar in een vorm vau vermaak, dien hij graciauselijk den notabelen van zijn standplaats aanbiedt. En daar er juist iemand bij hein opgehangen moest worden, liet hij kaartjes met vergulden rand maken waarop men las: ,-jKolbrock, Arizona; 1900. Mijnheer, U wordt vriendelijk uiigenoodigd, om tegenwoordig le zijn bij de ophan ging van een moordenaar, zeiieren Ge orge Smiley. Zijn ziel zal door dwang naar da eeuwigheid gezonden worden op a.s. Vrijdag te 2 uur 's namiddags precies. De nieuwste en meest afdoen de methodes van de worgkunst zullen worden toegepast en niets zal worden verzuimd, om deze plechtigheid zoo aangenaam mogelijk te maken en om het succes van de terechtstelling te verzekeren." Wij weten geen hij zonderheden over de garden-partij van dezen huinanen sheriff. Alleen is hekend. dat mooie handjes hebben geapplaudisseerd en dat honderden genoodigden zicii hoog lijk hebben geamuseerd. Een onnoembare naam. De eigen naam van den Keizer van China wordt nooit genoemd; het is een misdaad dien uit te spreken. Bij zijns troonsbeklimming neemt de hcerscher over het Hemeische Rijk een naam aan, waaronder hij bij zijn volk cn in d.9 geschiedenis bekend is. De ware of persoonlijke naam van den tegen woordige Keizer is „Tsuï-tien"; maar toen hij in 1875 op den troon kwam, werd hem den naam van „Kwangsee" gegeven, die „Doorluchtige opvolging" beteckent. De beste raad Een man werd voor het gerecht ge bracht. De rechter verzocht den advo caat meti den beschuldigde in eene andere kamer te gaan, om hem goeden raad te geven. Toen de advocaat te rugkwam, vroeg de rechter waar de gevangene was. „Ik heb hem geraden door het ven ster tc ontvluchten", antwoordde de advocaat, „en hij is nu al eene mijl var." Uit hot leven van Tüaekeray. Toen Thackeray stof verzamelde voor zijn „Iersch Schetsboek," zag hij eens, langs een straatweg rijdende, op eenigen afstand, mijlsteenen, met de letters G. P. O. er on. Hij vroeg een voorbijkomenden Ier wat die letters beteekenden, en kreeg ten antwoord: „God Preserve O'Conneil" (God be hoede O.Cormell). Thackeray haalde dadelijk zijn notitieboek uit zijn zak, schreef die uitlegging daarop, en zij kwam voor in de eerste uitgave van zijn nieuwe boek. Daarover werd door de critiek niet weinig den draak met hem gestoken. De drie letters betee kenden: „General Post Office/', en waren zoogenaamde afstandwijzers. In de latere oplage bleef de lachver wekkende onjuistheid weg. Een reusachtige oester. Een visscher van Williamstown heeft onlangs een oester gevangen van tot nog toe ongekende afmetingen. Die oester toch hoeft een omtrek van twee Engelsclio voeten, een middellijn van 17 duim en oen gewicht van 7 pond. „Liever dan dit grooie stuk" had ook waarschijnlijk hier de liefhebber het respectievelijk gewicht aan „kleine brokjes". Een Chineesch redacteur. De „New-York Herald", aio aitijd op de hoogte wil blijven, had, zoodra Chi na actueel werd, tegen grof geld een Chineesch redacteur laten somen om in het blad een Chineesche rubric* te redigeeren, waarin de gele collega rijn gedachten zou uiten in het Chineesch, voor zijn landgenooten in Amerika. Alovrens de rubriek de ec-rste maal verscheen, maakte men natuurlijk veel reclame en ten slotte was heel hel publiek der Vereenigde Staten nieuws gierig te vernemen, wat öe zoon des Hemel» zeggen zou. Het Chine,ezen- nummer verscheen op den vastgesfel- den dag en de uitgever Bennett was er trotsch op, dat de oplage van zijn blad dien dag moest vermeerderd wor den. In de Chineezenwijk van New- York echter lachte men zich bijna een ongeluk, toen men het Chineczennum- mer te lezen kreeg. Dat verwekte achterdocht en toen men öc zaak nu grondig ging onder zoeken, vond men, dat de Chineesche' redacteur het volgende had geschre ven „Zoo dit onder het oog komt van een broeder Chinees, weze hij gegroet vanwege den schrijver, die hem al de zegeningen der 97 goden toewenseht. Indien een of ander Christenhond hern vraagt, wat de schrijver hier geschre ven heeft, dan zegge hij hem: het is een bericht over gevechten, vernieling en moorderij tusschen Japanners «m Chineezen. Dit blad behoort aan een vervloekten Christen en is niet waard dat oen Chinees, die zichzelven eenigs- zins eerbiedigt, er op spuwt." Wat de oorlog kogt. In de „Westm. Gazette" geeft een „Rhodesian" eenige beschouwin gen over den Zuid-Afrikaanschen oorlog en hij zegt o.a.: Het leger, waarvan een groot deel van den oorlog walgt, kost, onge rekend alle bijkomende kosten van slijtage, reparatie en vermeer dering van het staande leger, de enorme som van i.259.000 pd. st. per week, of 2.160.000 per dag, een bedrag dat volgens een belang stellend liefhebber van statistiek neerkomt op f 1500 per minuut van maand tot maand, van week tot week en van uur tot uur. Doch het Rijk is welgesteld en de bevolking neemt toe. Niemand zal luisteren naar de vraag, of al die kost-en in menschenlevens en geld ons niet kunnen uitputten; doch wordt het niet tijd onder ernstige mannen de vraag te stellen, of die 125 pd. st. por minuut ons ten minste één stap nader tot het doel brengen? Er op die vraag luidt het antwoord bitter slecht. We zullen over twaalf maanden nog verder van huis wijn dan heden. Wat kan aen einde brengen aan der onhoudbaren toestand? vraagt de schrijver dan. Groolere streng heid, de uitmoording van het groot st. deel der Boeren, zooals door Wintori Churchill aanbevolen en zooais in Ierland onder Elisabeth is beproefd? Het zal niet baten, ge luk het in Ierland mislukt is. Kit chener zelf kan hc-t verdelgings- werk der Fngelsche generaals "in de 16e eeuw niet verbeteren. En daarom, zoo besluit de „Rhode sian", blijft Engeland slechts over het andere alternatief: verandering zijner politiek te kiezen. De Engelsche „Economist" geeft oofc een beschouwing over de kos ten van de oorlogen in Zuid-Afrika en China. In Maart schatte de mi nister van Financiën bij het in dienen der begroeiing het tekort op 20£ millioen pd. st.; een maand later was het al tot 22| en in Juli bijna tot 36 millioen pd. st. ge klommen, altijd „naar"raming' en men verwierp de bewering dat er nog wel 20 millioen pd. st.> bij zouden komen, als louter fan-; tasie. Nu echter de verkiezingen voorbij zijn, moet het Parlement vroeger dan gewoonlijk bijeenko men om weder nieuwe kredieten, toe te staan voor een nog onbekend, maar zeker hoog bedrag. „The Ecg- .mist" berekent echter, dat tot dusver de 49 milioen pd. st., die voor het geheele jaar (loopende tot, 1 April 1901) voor oorlogsuitgaven geraamd zijn, nagenoeg ten volle moeten zijn uigegeven, zoodai eerr zeer hoog cijfer ter aanvulling zal vereischt worden. Het hlaü zegt nu, dat het Parlement en de ualio ruimschoots genoeg hebben van de luchtige ramingen der regee ring en recht hebben op een vol komen ware meded-eeling van wat reeds is uitgegeven voor den' oorlog, hoelang deze nog kan du ren en wat elke week daarvoor/ noodig is. Een pond sterling is naar men. weet 12 Nederl., en dus 49 mil lioen pd. st. 588 millioen gulden. Vergiftiging in Oostenrijk. Cct-v<nrijk Leeft in navolging van Engeland zijn groote vergiftigingszaak gehad. Eenige dagen geleden hadden «enige vlsschers utt Isoli, een dorp aan de Adriatische Zee, zeMÉF&ken ge- vischt en die aan de rs ver kocht. Nadat men er van gegeten had vertoonden zich vergif tigingBverschijn- selen en binnen eenige dagen waren zeven personen overleden. Do justitie uit Triest heeft don ver deren verkoop der zeeslakken verboden en een lijkschouwing bevolen. Onder de rieten rijn nog zooveel ernstige gevallen, dat men meer slacht offers verwacht. Be Tiberovergtroomingen Ten gevolge van do Tiberoverstxoor minfeii, eve 'toch ernstiger zijn dan men eerst vermoedde, is een der Tiber- oevers bij Tlbernia-eiland aan het ver- achrórNF* De huizen die er staan loo pen *3Y'.stig gevaar. Eoa mooi cadeau. De hter 'iri* den eigenaar van do „Nowoje Wremh7\ Soeworin heeft bij h-m'. huwelijk net den zoon van den Russischen minister van verkeer Iwa- nof van haar vader de dagelijksche op-_ brengst wan een bladzijde advertentiën ten geschenke ontvangen. Naai' men meedeelt heeft indertijd de uitgever van de „Times" iets dergelijks gedaan. Is schadevergoeding gebillijkt. De Provinciale Staten van Namen hebben tot de Belgische regeering de vraag gericht, of in het geval de speel huizen zouden worden verboden, de steden, waar nu deze banken gehouden werden, op de een of andere wijze scha devergoeding zouden ontvangen. Een winstje. Parijs, dat. aan zijn poorten nog ac cijnzen heft van verschillende levens behoefte.», heeft in de eerste elf maan den van dit jaar daaruit 152 millioen franco geïnd. Met het oog op de ten toonstelling was reeds een belangrijke vermeerdering boven het vorig jaar ver*-, 'v ut, die over 11 maanden op bijna 5 mibh-en francs was geraamd. In war- ktSj^M'-eid is bijna 8| millioen meer oiAvangen. Vrouwen en kinderen van veroordeelden. De heer W. van Hoogstraten schrijft in Lot „Tijdschrift voor Ar menzorg": Een lastig probleem voor armbestu ren, burgerlijke en kerkelijke, leveren' de huisgezinnen op van veroordeelden, die voor korter of langer tijd gevaage-' schap moeten ondeigaan. Aangenomen, dat deze zijn gewone ambachtslieden of dagloone.rs, of, erger nog, behooreu' tot de categorie van losse arbeiders als sjouwerlieden en dergelijken, die van de hand in den tand leven, batee- kent gevangenschap voor hun huisge zin hetzelfde als broodeloosheid. Zoo dra zij het huis verlaten voor de ge vangenis, zijn de hunnen onmiddellijk aan armoede prijs gegeten, vooral wanneer de' kinderen te jong zijn om iets in te brengen en de vrouwen te, zwalc of te onbekwaan om eenige ver dienste van beteekenis te kunnen* van onderzoek mei de verdere ver hoeren, waai dooi hij hooofe uk ds laatst» duist die het treur spel nog omhuiüe. te Joen verdwij nen. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Nog nooit had Kathe Redlich een dag zoo ondragelijk lang gevon den a?3 deze. Wat ze ook begon, met hoeveel afwiseling van bezig heid zij het ook beproefdede lijd scheen niet om te gaan en dc pijnigende onrust, die ze met alle denkbare middelen trachtte to be strijden en te onderdrukken, werd van oogenblik tot oogenblik groo- ier. Ze wist dat in de vroegte de heeren van het gerecht waren ge komen, dat het li ik van den baron was geschouwd en dat nu ginds in hot heerenhuis allen werden ver hoord. van wie venvacht kon wor den dat zij iels van beiang zouden kunnen mededeelon. Tegen den middag was ook haar oom lot dit doel door een bediende opgeroepen en sinds dat oogenblik schrikte Ka the voo reiken voetstap, dio buiten hoorbaar werd. steeds in de mee ning, dat men haar ook kwam ha len. Maar het werd avond zonder dat haar wees vervuld werd en nog slechts eenmaal voelde ze haar hart van angst ineenkrimpen toen zij de kleine, mismaakte ge stalte van den hoofdtuinman, die eer gezicht trok dat haar nog brom- miger dan anders toescheen, lang zaam op hel huis zag toekomen. Een oogenblik weifelde zij of zij hem zou ontvangen of onder voor wendsel van hoofdpijn zich snel in haar kamer zou terugtrekken. Maar haar brandend verlangen zich zekerheid te verschaffen om trent den gang der gebeurtenissen gmds in het slot, zegevierde over de vreeselijke ontroering van haar slecht geweien en met het on'be- vangeridst gelaat, dat zij in staat was te huichelen, ging ze haar oorn tegemoet. Wat is u lang weggebleven! Hadden ze u dan zooveel te vragen? Ik dacht al, dat zij u in 'fc geheel nie4 meer lieten gaan! - Dom wezenl Ik zou wel eens willen v/eten hoe ze er ioe zouden komen, me vast ie houden, brom de de oude. I k heb den baron toch niet ver moordt En voor de verdenking mijnheer Fabian ais 'n goed vriend een handje te hebben geholpen. ben ik ook veilig gelukkiglijk. Ik dank God dat ik den kerel altijd op een afstand heb gehouden en ik hoep dat jenu zult inzien dat ik gelijk had je voor hem te waar schuwen. Kathe wist zich, zonder dat het in 't. oog viel, zóó te plaatsen, dat de hoofdtuinman haar niet in de •oogen kon zien. Ze onderdrukte met kracht haar opgewondenheid en vroeg schijnbaar onverschillig: Is het nu dan geheel zeker, dat hij den baron heeft neergescho ten? Misschien zou veel zich in een ander licht toonen, zoo hij hier was om zich te verdedigen. En waarom is dat fraai heer schap er niet? Waarom heeft hij zich bij nacht en ontijd wegge maakt, zoo het niet is uit vrees? Zoo ik van ochtend nog aan de mogelijkheid geloofd heb dat een and-, v de dader kon zijn, nu zou ik er wel op durven zworen dat niemand anders dan de houtves ter het gedaan heeft. Maar wat is daarginds nu eigenlijk voorgevallen? Vertel het me toch eens. Hier hoort men van niets. Nu, wat zou ik ervan vertel len? Ik weet ook alleen maar wat ik zoo toevallig heb opgevangen, want, behalve bij mijn eigen ver hoor, ben ik niet in de kamer, waar de heeren zitting hielden, ge weest. En wat ze me daar gevraagd hebben, was tamelijk onzinnig. Om hun daarop to antwoorden zou ik alwetend moeten zijn en al zet men ooren en oogen flink open, alles kan men toch niet weten. Wat zou u ook hebben moeten meedeelen? U was immers tot lang na middernacht in de herberg te Eichfelcl. De herinnering hieraan scheen den hoefdtuinman allesbehalve aangenaam te zijn. Hoe laat ik naar huis ben ge komen gaat niemand aan en beeft met deze zaak ook niets uit to staan. Het is genoeg dat ik me om tien uur, toen dö misdaad plaats had. op een plaats bevond waar ik niets ervan hooren of zien kon. Om tien uur? ■vroeg Hiithe haastig en met alie teekenen van verrassing. Dat is onmogelijk. Op dat uur kan de moord niet bedre ven zijn. Verwonderd hield de cude op. En waarom niet? Wat, voor den duivel, weet jij daarvan, meis je? Kathe was zichtbaar getroffen en met een snelle beweging bracht zij haar gezicht nog meer in de schaduw. O, ik bedoelde maar... Mo dunkt dat op een zoo vroeg uur het schot toch gehoord moest zijn. Om lien uur kon zelfs op dit vervelend Elverhöh niet eenieder in de vee- ren liggen. Het is dan ook gehoord ge worden... zelfs door drie verschil lende personen; door do genadige freule, door haar kamermeisje en door den koetsier Helvig, die met zijn liefje was samengekomen bij den ijskelder. Kathe antwoordde niet. Ze was achterover in haar stoel gaan leu nen en keek met zeer veel belang stelling uit het venster, hoewel daarbuiten in do toenemende duis ternis niets te zien was. Daar zij geen verdere vragen deed ging de hoefdtuinman, die instusschen mededeelzaam gewor den was, na een oogenblik uit eigen beweging voort. Alles komt ook precies uit. De beide onderhoutvesters verklaren, dat Fabian kort na negenen zeer opgewonden en boos in de hout vesterswoning is teruggekomen, zoodat zij terstond bemerkten dat, hem iets heel onaangenaams over komen moest zijn. Toen een van' hen hem iets vroeg met betrekking tot het werk dat den volgender. dag gedaan moest worden, zeide hij:. „Dat gaat mij niet aan, ik heb hier niets meer te bevelen." En) daarop ging hij de kamer binnen, waar het geweerrek staat en daar ze zich juist daaronder bevonden, hoorden ze hem wel een kwartier lang als een wild dier op en neer rennen. Toen kwam hij de trap weer af en door een reet van de deur kondon zij zien dat hij zijn dubellocps geweer onder den arm droeg, todzell'de waarmee hij den, arbeider Veeffc doodgeschoten. Hij joeg den dashond terug, die hern wilde volgen, en ging daarop met' groote schreden het bosch in. De onderhoutvester Madratz heeft da delijk tot zijn collega gezegd: .,Die ziet er uit alsof hij niets goeds in den zin had." Nu, daarin heeft hij volkomen gelijk gehadl (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 6