Ia la Levensstorm.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
18e Jaargang.
Woensdag 12 December 1900.
No. 5355
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Hanrlem per 3 maanden 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door ket gebeele Rijk, per 3 maanden. 1.65
Afzonderlijke nummers0.02)4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4
de omstreken en franco per post 0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prij3 der Advertentiën van 1—5 regels -0.75, elke regel meer ƒ0
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampcrsingcl 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnuininer der Administratie 133,
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend reebt tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ.f Parijs 31Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 12 Dec
bevat o. a.
Het geschil tnssclien Portugal
cu Nederland, De oorzaak van de
Dnitseli-Eugelsche innigheid, Een
gezant van president Steyn. Pre
sident Krtiger in Nederland, Par
.lementairo Praatjes.
Officieele Berichten.
Be Burgemeester van Haarlem,
brengt bij deze ter kennis van dc in
gezetenen dezer gemeente, dat het op
oen Gen December jl. executoir ver
klaard kohier 110. 7 op de Bedrijfsbe
lasting dezer gemeente, dienst 1900/
1801, op heden aan den ontvanger der
directe belastingen is ter hancl gesteid.
Wordende de ingezetenen tevens her
innerd, dat de belastingschuldigen
verplicht zijn hunnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem, S December 1900.
De Burgemeester voornoemd,
BOREEL.
Politiek Overzicht.
n merkwaardige verhouding
t< T<, waarin de Duiische regeering
u ,-:is tegenover het Duitsche volk
slaat. Hel is aan Von Bulow om
de houding der regeering goed te
•praten en iu.i zal 't er wel afbren
gen ook, maar zeker is het, dat de
Duiische Keizer en de Duitsche re
geering zich niet populair hebben
gemaakt.
Er is natuurlijk in Duitschland
een partij die met de regeering
meegaat, en een andere daar het
verst van verwijderd, die de re
geering wel zco zou willen persen
liet ..perfide Albion" in de haren
te vliegen. De middenweg, die ge
woonlijk de verstandige genoemd
wordt, wordt bewandeld door de
menschen, wier spreekhui r men
het ,,Berl. Tageblatt" zou kunnen
noemen, die het betreurt dat Kru-
ger niet is ontvangen en gehuldigd
als president van een dapper, voor
de vrijheid strijdend volk, maar
toch erkennen dat het niet aanging
met Engeland in conflict te komen.
Het beste antwoord aan dezen
zou te geven zijn met het artikel van
Diplomaticus van het nummer der
..Fortnightly Review", door den
Van Dag tot Dag-schrijver van het
Handelsblad in herinnering ge
bracht en waarin dit medegedeeld
wordt
,,De nieuwe Engelsch-Duitsche
Overeenkomst (Agreement) is in
derdaad een schikking (arrange
ment) ten gevolge van zekpre on
derhandelingen met Portugal,waar
door de twee groote Mogendheden
gezamenlijk verdeelen het eerste
recht op inkoop van alle Portugee-
sche kolonies in Afrika (a right of
preemption in regard to all Portu
guese colonies in Africa).
..De overeenkomst omschrijft het
p-rritoriale gebied van elk der bei-
contracfeerende Mogendheden
in deze kolonies, omschrijft de
voorwaarden en de prijs als en
wanneer de kolonies door Portugal
worden afgestaan en bespreekt be
slist tal van onderdeelen die in het
oog moeten worden gehouden bij
den eventueèlen overgang van
grondgebied.
,,In korte woorden gezegd, be*
teekent dit, dal Groot Britannië en
Duitschland mede-erfgenamen ge
worden zi.in van de landen toebe-
hcorcnde in Afrika aan de Portu-
geesche Kroon, cn terwijl zij er
voor gezorgd hebben dat het uit
stekend recht tot inkoop aan hen
behoort, hebben zij voorzichtig al
le mogelijke voorzorgsmaatregelen
getroffen, opdat hun belangen niet
met elkander in striid zullen ko
men wanneer de tijd daar is om
bun erfenis te aanvaarden en te
dcelen."
Men ziet hier nu duidelijk waar
het om gaat, en hoe het tiendubbel
gelogen is. wanneer de regeering
met mooie frazes beweert, dat de
Rijkskanselier, in menig opzicht
verantwoordelijk voor den, Euro-
peeschien vrede, die niet verstoren
mag door sentimentaliteits-overwe-
gingen.
De Europeesche vrede! Men ziet
hethier geen fantasiën, vage
meeningen, maar de nuchtere re
aliteit.
Als een staartje van den oorlog
in Zuid-Afrika is natuurlijk ons ge
schil met Portugal te beschouwen,
't Lijkt er veel op, alsof het een be
lachelijke kant krijgt. De Porlu-
gecsche gezant do Selir is heenge
gaan, en zei zooveel als... Goeden
dag, tot nieuwjaar misschien,
't Zal dus nog wel losloopen
In een hoofdartikelPortugal,
Engeland en Nederland, schrijft de
Temps"
..Sedert het begin van den Zuid-
Afrikaanschen oorlog heeft de Re
geering te Lissabon zich aan de
voeten van Engeland geworpen. Zij
heeft niet alleen de wetten der neu
traliteit te Lourenco Marquez toe
gepast met een al te zichtbare par
tijdigheid. Zij heeft ze zelfs ge
schonden door doortocht toe "te
staan op haar gebied dcor Beira
aan een Engelsche expeditie.
Deze totale ongeschiktheid heeft
Portugal ten slotte in een con
flict met Nederland gehaald, dat
niet nalaat dreigend te zijn. Van
Lissabon uit heeft men den Neder-
landschen consul te Louremjo Mar
quez, Pott, beschuldigd het inter
nationale recht te hebben geschon
den en van zijn positie te hebben
misbruik gemaakt door mee te
doen aan het transporteeren van
contrabande door het Portugeesche
gebied naar Transvaal.
,,Dat verwijt is in het bizonder
niet onvermakelijk van de zijde
van een staat, die de ontscheping
van een Engelsch legercorps te Bei-
ra heeft toegestaan. De zaak is er
niet minder hevig om. Van beide
zijden heeft men mordicus zijn
standpunt verdedigd.
„Tegelijk zijn de Nederlandsche
gezant te Lissabon en de Portugee
sche gezant in Den Haag terugge
roepen door hunne regeeringbn
Men zegt.dat het hier niet geldt
een afbreking der diplomatieke be
trekkingen, maar alleen een gelijk
tijdige oproeping ad audiend'»m
verdum.
„Het kan zijn. De samen valling
is ei niet minder opmerkelijk om
en het bewijst dat Portugal, door
blindelings de belangen van Enge
land te dienen, gevaar loopt zich in
verwikkelingen te betrekken die
niet van ernst ontbloot konden
zijn."
De „Standard", van wie de eer
ste berichten over het conflict af
komstig zijn, wijdt een hoofdarti
kel aan het geschil. Het blad meent
dat de oneenigheid het gevolg is
van de overprikkel mg van de ge
moederen in ons land, ten gevolge
van den oorlog in Transvaal. Hoe
wel 't conflict ernstig schijnt, be
hoeft men zich evenwel niet onge
rust te maken. Nederland en Por
tugal zullen het niet tot een oorlog
laten komen. Maar, en daarom
schijnt ons het artikel van het blad
van Lord Salisbury niet onbelang
rijk. het zou kunnen zijn dat toch
op de goede diensten van Engeland
een beroep zal worden gedaan. Dan
zullen ze niet worden geweigerd,
maar. voegt het blad erbij, het Js
duidelijk, dat wij in dat geval niet
kunnen gedoogen, dat onze oude
bondgenoot het daarbij aflegt.
Het is dus wellicht niet toevallig
geweest, dat juist in deze dagen te
Lissabon de nadruk is gelegd op
het bonggenootschap dat lusschen
Engeland en Portugal is gesloten.
Volgens den correspondent van
de .Standard" te Pretoria lijkt de
vangst van De Wet nu eindelijk
ophanden, daar hij geheel ingeslo
ten is lusschen de Caledon en de
Oranjerivier, die beide hoog staan
en die hij evenmin over kan trek
ken als de grens van Basoeloland.
Zijn volgelingen moeten weer ont
zenuwd zijn en hebben vijfhonderd
paarden en ettelijke transportwa
gens prijsgegeven. Ettelijke Engel
sche kolonnes zetten de toegangs
wegen naar 't zuiden af. De Engel-
schen hebben 25 lijken van Boeren
begraven na de overrompeling V3n
het konvooi bij Wolhuterskop en
daar ook verscheiden gewonde
Boeren opgeraapt.
De correspondent van de „Daily
Mail" te Marseille heeft een onder
houd gehad met Caserta, Steyn's
secretaris, die daar was aangeko
men, op weg om aan Kruger ver
slag te doen van den tegenwoordi-
gen stand van zaken in de Repu
blieken. Caserta vertelde dat hij
Pietersburg had verlaten den 22en
October, toen de Wet zijn inval in
de Kaapkolonie voorbereidde. Bo
tha was toen in Pietersburg, waai
de Boeren al hun voorraden bijeen
brachten, o. a. schietvoorraad voor
vier jaar.
Buitenlandsch Nieuws.
Graaf Bulows verdediging.
Graaf Bulow heeft, op allerkranig-
ste wi.ize in den Rijksdag Duilsch-
lands houding verdedigd. Van ora
torisch standpunt bezien natuur
lijk. Een redenaar die groote ont
stemming jegens hem, zooals bij
den aanvang der zitting weet om
te draaien in levendige toejuichin
gen aan het eind is een man van be-
teekenis.
Maar, 't is maar jammer dat het
toch in den grond der zaak niet
meer is geweest dan een vernuftig
woordenspel, fonkelend van geest,
maar dat het hart der zaak niet
raakte.
De kern van zijn betoog was ge
legen in deze woorden
„Toen in 1899 de quaestie van
een scheidsgerecht wel ccnige kans
van slagen scheen te hebben, beva
len wij president Kruger dien weg
aan, maar de heer Kruger achtte
den tijd daarvoor toen nog niet ge
komen. Toen president Kruger na
eenigen tijd trachtte bemiddeling
te verkrijgen, waren de gemoede
ren daarvoor reeds al te zeer ver
hit. Daarop gaven de Duitsche en
de Nederlandsche Regeeringen nog
maals haar raad cn \oor de Duit
sche ïvgecring was dit de laatste
maal. Zij was overtuigd dat op dit
oogenblik c-lke stap bij een groote
mogendheid zesr kritiek zou zijn
geweest, tot niets zou hebben ge
leid en voor de Republieken groot
gevaar had opgeleverd. Daaruit
blijkt dat ens geen verwijt kan
treffen over het uitbreken van den
oorlog, noch over het lot der Re
publieken. Wij mochten ons niet
de vingers klemmen lusschen de
deur, dat zou den Boeren niets ge
baat, maar ons geschaad hebben.
„Met het oog op de wereldnm-
slandigheden en van het standpunt
der Duitsche belangen konden wij
geen andere houding aannemen,
dan zulk een strikte onzijdigheid.
Daaraan kunnen de sympathieën
die in Duitschland vcor de idealen
der Boeren en voor hun vrijheid
worden gekoesterd niets verande
ren. Onze staatkunde mag op een
kritiek oogenblik niet worden be-
hcerscht door de inblazingen van
het gevoel, maar moet worden ge
leid door nuchtere overweging van
de belangen van het land.
De rijkskanselier zei o. a. ook
nogWij staan volkomen onafhan
kelijk tegenover Engeland.Wij heb
ben Engeland geen haar breed meer
noodig dan Engeland ons, maar wij
zijn bereid op den grondslag van
wederkeerig elkander ontzien, in
vrede en vriendschap met Engeland
te leven.
Uit het politiek overzicht in dit
blad kan men zien wal. eigenlijk
zich bevindt achter dit schoone
woordgescherm, waaruit de innig
heid tusschen Duitschland en En-
geland voortspruit. Uit de Portu-
geesche koloniën in Zuid-Afrika
niet waar?
Dus wal blijft er over van 't mooi
praten van Von Bulow
E)n gezant van Pres. Steyn.
Dc heer Willem Meijerbach Ca
serta, aide camp van president
Steyn, is aan boord van de „Kanz
ier" aangekomen.
Meijerbach, die van oorsprong
Duitscher is, bekleedt een post van
vertrouwen bij president Steyn.
Hij komt naar Europa met een
precies omschreven opdracht en is
\ergezeld door baron Raynach. of
ficier in het leger van den Oranje
Vrijstaat.
Meijerbach verklaardde „Ik
kom naar Europa met een diploma
tieke opdracht van president Steyn
voor president Kruger, ik zal de
loopende onderhandelingen volgen
en in het bijzonder den Oranje-
Vrijstaat vertegenwoordigen met
scherpomschreven instructies, die
mij gegevon zijn door president
Steyn.
„Het is mij onmogelijk op het
oogenblik belangrijke onthullingen
te doen. Misschien zal dat kunnen
geschieden, nadat ik president
Kruger heb gezien. Europa is vol
strekt onbekend met den militairen
en cconomischen toestand van
Zuid-Afrika. Onze militaire organi
satie is nooit zoo volmaakt ge
weest en wij waren nooit zoover
van dc overgave. Geleid door de
lessen van den oorlog hebben de
generaals Botha en De Wet hun
troepen mei een ijzeren discipline
georganiseerd; desertie wordt als
in de Europeesche legers met den
dood gestraft.
„Deze mannen hebben de eischen
van den toestand bewonderens
waardig juist ingezien; zij hebben
hun tactiek geheel gewijzigd en
volgen nu een gansch moderne
vechtwijze.
„Even volmaakt is de burgerlij
ke macht georganiseerd. President
Steyn heeft den zetel van de regee
ring overgebracht naar Fouriesberg
en heeft een Uitvoerenden Raad
naast zich die hem helpt. De open
bare takken van dienst werken als
gewoonlijk; de zedelijke invloed
van onze administratie doet zich
meer en meer gelden onder het
Afrikaander-element in de Kaapko
lonie. Wees overtuigd dat de Brit-
sche berichten de feiten volstrekt
verkeerd voorstellen en der. t e-
stand, die voor Groot Britannië zeer
hachelijk is, onwaar afbeelden.
De wreedheden der Britsche
soldaten en de aanrandingen op
vrouwen verbitteren het publiek.
De bedreven schandalen zijn onbe
grijpelijk. Ik heb persoonlijk aan
het hoofd van mijn commando zon
der genade enkele tegen de borst
stuitendo daden, waarvan ik ge
tuige was, moeten beletten. Ik heb
in Juli bij de Corua-hoeve onmee-
doogend Engelschen moeten straf
fen die onze vrouwen geweld aan
deden."
Op een vraag omtrent de vredes
voorwaarden die aangenomen zou
den kunnen worden, zeide de heor
Caserta
„Ik kom met zeer bepaalde in:
structies van president Steyn. Wij
zijn besloten slechts vrede te slui
ten op den grondslag van dc onaf
hankelijkheid en het zelfbestuur
der beide Republieken. Wij zullen
eischen dat men zich niet tevreden
stelt met net neerschrijven van be
palingen in verdragen die geschon
den kunnen worden. Wij willen
een organisatie en een leger hou
den die ons in staat zullen stellen
de naleving der aangenomen voor
waarden af te dwingen. Als men
ons deze voorwaarden weigert zul
len wij tol den dc-od vechten."
Op de vraag of president Kruger
naar de Zuid-Afrikaanschc Repu
bliek moot tcrugkeeren, antwoord
de de heer Caserta
„President Kruger is op hot
oogenblik niet buitenlandsch ver
lof maar dit verlof is voor ten hoog
ste zes maanden verleend. Krach
tens do grondwet is dit verlof niet
verleend door den Volksraad, die
niet bijeen was, maar door dea
Uitvoerenden Raad."
De hoeren Meijerbach Caserta cn
baron Raynach zijn om 9.20 naar
Parijs vertrokken, waar zij slechts
enkele uren zullen blijven om op
instructies van president Kruger
te wachten.
JFesailIetoii.
Naar liet Duitsch.
27)
Maar zij onderbrak hem door in
vastbesloten toon voort te gaan
Ik zou er waarschijnlijk nooit
tot iemand over gesproken hebben,
maar ik bemerk nu vandaag al
voor de tweede maal dat men me
hier verdacht maakt. Of de anderen
zich daardoor laten bedriegen is
me geheel onverschillig, slechts in
uw oogon, mijnheer de baron, wil
ik niet slechter schijnen dan ik
werkelijk ben. Dat samentreffen
met den heer Fabian was louter
toeval, maar hij nam dat toeval te
baat om te zeggen wat hij op een
andere plaats wel niet gewaagd zou
hebben te zeggen. Zoodra ik zijn
bedoeling bemerkte, wilde ik hem
den rug loekeoren. Maai* hij wist
liet middel te vinden, dat mij noop
te te blijven, want hij wist mijn
medelijden gaande te maken. Hij _..0
éprak mij van zijn ongelukkig, mis- I scherper had gekeken of zoo haar
lukt leven, van zijn eenzaamheid,
van den kommer, dien hij onder
vond door het wantrouwen en de
kwalijk verborgen afschuw van
zijn omgeving. Hij liet duidelijk
doorschemeren dat hij niet in slaat
was dergelijk bestaan langer voort
te sleepen en ik vreesde dat hij in
zijn ongelukkigen gemoedstoestand
een of ander vertwijfelde daad zou
begaan als ook ik, op wie hij eeni-
germate zijn laatste hoop had ge
bouwd, me verachtelijk van hem
afwendde. Ik vervulde eenvoudig
miin plicht als mensch toen ik
trachtte hem to troosten. De harts
tochtelijke gevoelens waarvan hij
mij deelgenoot maakte kon ik na
tuurlijk niet met gelijke gevoelens
beantwoorden. Maar ik bood hem
mijn vriendschap aan, een gave,
die misschien voor ieder ander van
geen waarde zou geweest zijn,
maar die, naar miin gevoelen, dien
ongelukkige met nieuwen levens
moed en opgewektheid vervulde.
Het kan zijn dat hij mij in de over
maat zijner dankbaarheid de han
den kuste, en dat ik hem niet af
weerde, ik geloof ook dat freule
von Linderode juist op dat oogen
blik langs ons ging. maar als zij
Stadsnieuws
Haarlem, 11 Dcc. 1900.
Onderwijzers pensioenen.
Het bestuur van de Kweekschool voor
Onderwijzeressen alhier, heeft zich tot
den minister ven binnenlondsche za
ken gewend met oen adres, inhoudon-
de
dat het met belangstelling heeft ken
nis genomen van een bericht, dat in
verschillende dagbladen voorkwam,
volgens hetwelk bij Uwe Exc. plannen
bestaan, om door ecne wettelijke re
geling liet onderwijzend personeel van
verschillends bijzondere inrichtingen
voor hooger, middelbaar en lager on-'
derwijs in 't genot to stellen van een
pensioen, eventueel cok hun no wedu
wen en weezen;
dat uit bedoeld bericht echter niet
is gebleken, dat het onderwijz.- nd per
soneel van bijzondere kwë U. Ien
voor onderwijzers en onder w.j essen
onder de bevoorrechten zal behooren;
dat het onder de aandacht van Uwe
Ezc. meent to mogen brengen, dat een
door het rijk gesubsidieerde inrichting
als de hunne daarvc-or eveneens in da
termen valt, zeker niet minder - -
gem. kweekscholen, waarvan -ie on
derwijzers en onderwijzeressen in den
regel reeds recht op pensioen hebben;
dat het reeds jaren lang zijne aan
dacht aan deze zaak heeft gewijd en
gaarne zelf stappen zou hebben ge
daan om tot pensionneering van de
aan de inrichting verbonden onderwr-'
zers en onderwijzeressen te komen,1
maar dat do subsidie van iiel Rijk niet
blik niet door ingenomenheid te
gen mij was verduisterd geworden,
dan had werkelijk de overtuiging
zich bij haar moeten vestigen dat
het geen liefdesgesprek was, dat
zij daar bespiedde.
Haastig, zonder ook slechts een
enkele maal te aarzelen, had Kathe
deze breede verdediging uitgespro
ken. Bij de laatste woorden was
alleen haar stem eenigszins onze
ker geworden alsof ze zich tegen
een opwelling van maagdelijke
schaamte moest verzetten.
Prosper had ademloos naar haar
geluisterd. Zijn oogen glansden
alsof hij koorts had.
En toen? Heeft hij zich met
uw vriendschap vergenoegd? Heeft
hij niet meer van u geëischt?
Waarom begeert u dat te we
ten, mijnheer de baron? Hij was
een ongelukkig mensch, misschien
al half op weg om waanzinnig te
worden. Zoo hij, niettegenstaande
mijn onomwonden verklaring, dwa
ze hoop koesterde, ben ik daarvoor
dan verantwoordelijk? Maar ik heb
al te veel over die zaken gesproken.
Alleen de wensch juist ni.i u niet
in een valsch daglicht geplaatst te
zijn, heeft me daartoe bewogen.
ondergeschikten van mijn oom sla
pen in de onmiddellijke nabijheid.
Het zou er leelijk voor me uitzien
zoo ze ons hoorden.
U heeft gelijk, fluisterde hij
terug; ik moet weg. Maar niet voor
lang! Ik heb u nog zooveel te zeg
gen, nog oneindig veel! U kan niet
begrijpen hoe gewichtig deze
avond voor me is.
Hij had er nog meer aan toe wil
len voegen, maar oen windvlaag
bewoog een slecht verzekerd ven
sterluik in de nabijheid cn dat
zwakke, knarsende geluid was vol
doende om Prosper met doodelij-
ken schrik le vervullen.
Goedennacht... vergeet u me
niet! riep hij haar nog toe.
Daarna verdween hij in cle duis
ternis, even stil als hij gekomen
was.
ICathe had echter volstrekt geen
haast om het raam te sluiten. Ze
zag tot de fonkelende sterren op
alsof zij haar het antwoord wilde
vragen op een geheimzinnige
vraag, of dc oplossing van een duis
ter raadsel, tot welks doorgronding
haar scherpzinnig brein zich te
vergeefs pijnigde. De tijd verliep
bemerkte. Eerst toen vlak boven
haar een ster verschoot en een lich
tenden boog aan den hemel be
schreef, ontwaakte ze uit haar mij
merend gedroom.
Als het toch eens vervuld
werd! mompelde ze. Een jaar
een geheel jaar aan de zijde van
dien stervende! 't Is ontzettend
Maar tochtot zulken prijs
Eerst nu bemerkte zii de onaan
gename koelte. Ze sloot het venster
en liet het gordijn zakken. Een
blik op de klok deed haar zien dat
het middernachtelijk uur reeds ge
slagen had, waarop ze zich snel
ontkleedde. Spoedig verried haar
diepere, regelmatige ademhaling
dat ze was ingeslapen. Het kon ech
ter geen rustige, verkwikkende
slaap zijn. dien zij genoot. Alsof
ze gekweld werd door lichamelijk
lijden of beangstigende droomen,
wierp ze zich om, nu eens kreu
nend dan haastige, onverstaanbare
woorden fluisterend.
En dan rees ze weer plotseling
met een kreet van angst uit het
kussen overeind. Ze had gedroomd
dat Fabian het doodelijk schot
loste.
en de koele nachtlucht deed haar Neen. Rudolfga nog niet! dagen
wel doen, ik wil je volgenal-
leen dat mag jo niet doen! Dal
niet! Ik wil het niet op mijn gewe
ten hebben!
Ze zat rechtop in bèï* - wijd
geopende, verwarde^-oogen Ver
scheidene minuten verliepen oer ze.
weer met volle helderheid onder
scheid tusschen droom cn werke
lijkheid kon maken, maar ook nu
nog drukte de herinnering aan den
vreeselijken droom haai* loodzwaar
op de borst.
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Langer dan een half uur had dok
ter Harmsen weer bij zijn patient
doorgebracht, wiens lot hem hooi
wat nader aan het hart moest lig
gen dan dat zijner andere patien
t-en, daar hij hem zoo'n groet doel
van zijn zeer beperkten tijd wijdde. -
Nu trad hij uit de smakeloos opge
dirkte „mooie kamer", die de be
reidwillige huismenschen sedert
het begin zijnor ziekte voor hun'
commensaal hadden ingeruimd -
met een minder ernstig gelaat dan
het geval was geweest i zijn be
zoeken van de voer ..^ndo vier.
^aat mij nu het venster sluiten. De huiveren zonder dat zij het zelfs j Blijf hier hoor me aan! Ik wil het lHebt maar goeden moed! \V