Ia la Levensstorm. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. 18e Jaargang. Woensdag 12 December 1900. No. 5355 ABONNEMENTSPRIJS Voor Hanrlem per 3 maanden 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door ket gebeele Rijk, per 3 maanden. 1.65 Afzonderlijke nummers0.02)4 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4 de omstreken en franco per post 0.45 ADVERTENTIËN Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prij3 der Advertentiën van 1—5 regels -0.75, elke regel meer ƒ0 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampcrsingcl 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnuininer der Administratie 133, Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend reebt tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ.f Parijs 31Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 12 Dec bevat o. a. Het geschil tnssclien Portugal cu Nederland, De oorzaak van de Dnitseli-Eugelsche innigheid, Een gezant van president Steyn. Pre sident Krtiger in Nederland, Par .lementairo Praatjes. Officieele Berichten. Be Burgemeester van Haarlem, brengt bij deze ter kennis van dc in gezetenen dezer gemeente, dat het op oen Gen December jl. executoir ver klaard kohier 110. 7 op de Bedrijfsbe lasting dezer gemeente, dienst 1900/ 1801, op heden aan den ontvanger der directe belastingen is ter hancl gesteid. Wordende de ingezetenen tevens her innerd, dat de belastingschuldigen verplicht zijn hunnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Haarlem, S December 1900. De Burgemeester voornoemd, BOREEL. Politiek Overzicht. n merkwaardige verhouding t< T<, waarin de Duiische regeering u ,-:is tegenover het Duitsche volk slaat. Hel is aan Von Bulow om de houding der regeering goed te •praten en iu.i zal 't er wel afbren gen ook, maar zeker is het, dat de Duiische Keizer en de Duitsche re geering zich niet populair hebben gemaakt. Er is natuurlijk in Duitschland een partij die met de regeering meegaat, en een andere daar het verst van verwijderd, die de re geering wel zco zou willen persen liet ..perfide Albion" in de haren te vliegen. De middenweg, die ge woonlijk de verstandige genoemd wordt, wordt bewandeld door de menschen, wier spreekhui r men het ,,Berl. Tageblatt" zou kunnen noemen, die het betreurt dat Kru- ger niet is ontvangen en gehuldigd als president van een dapper, voor de vrijheid strijdend volk, maar toch erkennen dat het niet aanging met Engeland in conflict te komen. Het beste antwoord aan dezen zou te geven zijn met het artikel van Diplomaticus van het nummer der ..Fortnightly Review", door den Van Dag tot Dag-schrijver van het Handelsblad in herinnering ge bracht en waarin dit medegedeeld wordt ,,De nieuwe Engelsch-Duitsche Overeenkomst (Agreement) is in derdaad een schikking (arrange ment) ten gevolge van zekpre on derhandelingen met Portugal,waar door de twee groote Mogendheden gezamenlijk verdeelen het eerste recht op inkoop van alle Portugee- sche kolonies in Afrika (a right of preemption in regard to all Portu guese colonies in Africa). ..De overeenkomst omschrijft het p-rritoriale gebied van elk der bei- contracfeerende Mogendheden in deze kolonies, omschrijft de voorwaarden en de prijs als en wanneer de kolonies door Portugal worden afgestaan en bespreekt be slist tal van onderdeelen die in het oog moeten worden gehouden bij den eventueèlen overgang van grondgebied. ,,In korte woorden gezegd, be* teekent dit, dal Groot Britannië en Duitschland mede-erfgenamen ge worden zi.in van de landen toebe- hcorcnde in Afrika aan de Portu- geesche Kroon, cn terwijl zij er voor gezorgd hebben dat het uit stekend recht tot inkoop aan hen behoort, hebben zij voorzichtig al le mogelijke voorzorgsmaatregelen getroffen, opdat hun belangen niet met elkander in striid zullen ko men wanneer de tijd daar is om bun erfenis te aanvaarden en te dcelen." Men ziet hier nu duidelijk waar het om gaat, en hoe het tiendubbel gelogen is. wanneer de regeering met mooie frazes beweert, dat de Rijkskanselier, in menig opzicht verantwoordelijk voor den, Euro- peeschien vrede, die niet verstoren mag door sentimentaliteits-overwe- gingen. De Europeesche vrede! Men ziet hethier geen fantasiën, vage meeningen, maar de nuchtere re aliteit. Als een staartje van den oorlog in Zuid-Afrika is natuurlijk ons ge schil met Portugal te beschouwen, 't Lijkt er veel op, alsof het een be lachelijke kant krijgt. De Porlu- gecsche gezant do Selir is heenge gaan, en zei zooveel als... Goeden dag, tot nieuwjaar misschien, 't Zal dus nog wel losloopen In een hoofdartikelPortugal, Engeland en Nederland, schrijft de Temps" ..Sedert het begin van den Zuid- Afrikaanschen oorlog heeft de Re geering te Lissabon zich aan de voeten van Engeland geworpen. Zij heeft niet alleen de wetten der neu traliteit te Lourenco Marquez toe gepast met een al te zichtbare par tijdigheid. Zij heeft ze zelfs ge schonden door doortocht toe "te staan op haar gebied dcor Beira aan een Engelsche expeditie. Deze totale ongeschiktheid heeft Portugal ten slotte in een con flict met Nederland gehaald, dat niet nalaat dreigend te zijn. Van Lissabon uit heeft men den Neder- landschen consul te Louremjo Mar quez, Pott, beschuldigd het inter nationale recht te hebben geschon den en van zijn positie te hebben misbruik gemaakt door mee te doen aan het transporteeren van contrabande door het Portugeesche gebied naar Transvaal. ,,Dat verwijt is in het bizonder niet onvermakelijk van de zijde van een staat, die de ontscheping van een Engelsch legercorps te Bei- ra heeft toegestaan. De zaak is er niet minder hevig om. Van beide zijden heeft men mordicus zijn standpunt verdedigd. „Tegelijk zijn de Nederlandsche gezant te Lissabon en de Portugee sche gezant in Den Haag terugge roepen door hunne regeeringbn Men zegt.dat het hier niet geldt een afbreking der diplomatieke be trekkingen, maar alleen een gelijk tijdige oproeping ad audiend'»m verdum. „Het kan zijn. De samen valling is ei niet minder opmerkelijk om en het bewijst dat Portugal, door blindelings de belangen van Enge land te dienen, gevaar loopt zich in verwikkelingen te betrekken die niet van ernst ontbloot konden zijn." De „Standard", van wie de eer ste berichten over het conflict af komstig zijn, wijdt een hoofdarti kel aan het geschil. Het blad meent dat de oneenigheid het gevolg is van de overprikkel mg van de ge moederen in ons land, ten gevolge van den oorlog in Transvaal. Hoe wel 't conflict ernstig schijnt, be hoeft men zich evenwel niet onge rust te maken. Nederland en Por tugal zullen het niet tot een oorlog laten komen. Maar, en daarom schijnt ons het artikel van het blad van Lord Salisbury niet onbelang rijk. het zou kunnen zijn dat toch op de goede diensten van Engeland een beroep zal worden gedaan. Dan zullen ze niet worden geweigerd, maar. voegt het blad erbij, het Js duidelijk, dat wij in dat geval niet kunnen gedoogen, dat onze oude bondgenoot het daarbij aflegt. Het is dus wellicht niet toevallig geweest, dat juist in deze dagen te Lissabon de nadruk is gelegd op het bonggenootschap dat lusschen Engeland en Portugal is gesloten. Volgens den correspondent van de .Standard" te Pretoria lijkt de vangst van De Wet nu eindelijk ophanden, daar hij geheel ingeslo ten is lusschen de Caledon en de Oranjerivier, die beide hoog staan en die hij evenmin over kan trek ken als de grens van Basoeloland. Zijn volgelingen moeten weer ont zenuwd zijn en hebben vijfhonderd paarden en ettelijke transportwa gens prijsgegeven. Ettelijke Engel sche kolonnes zetten de toegangs wegen naar 't zuiden af. De Engel- schen hebben 25 lijken van Boeren begraven na de overrompeling V3n het konvooi bij Wolhuterskop en daar ook verscheiden gewonde Boeren opgeraapt. De correspondent van de „Daily Mail" te Marseille heeft een onder houd gehad met Caserta, Steyn's secretaris, die daar was aangeko men, op weg om aan Kruger ver slag te doen van den tegenwoordi- gen stand van zaken in de Repu blieken. Caserta vertelde dat hij Pietersburg had verlaten den 22en October, toen de Wet zijn inval in de Kaapkolonie voorbereidde. Bo tha was toen in Pietersburg, waai de Boeren al hun voorraden bijeen brachten, o. a. schietvoorraad voor vier jaar. Buitenlandsch Nieuws. Graaf Bulows verdediging. Graaf Bulow heeft, op allerkranig- ste wi.ize in den Rijksdag Duilsch- lands houding verdedigd. Van ora torisch standpunt bezien natuur lijk. Een redenaar die groote ont stemming jegens hem, zooals bij den aanvang der zitting weet om te draaien in levendige toejuichin gen aan het eind is een man van be- teekenis. Maar, 't is maar jammer dat het toch in den grond der zaak niet meer is geweest dan een vernuftig woordenspel, fonkelend van geest, maar dat het hart der zaak niet raakte. De kern van zijn betoog was ge legen in deze woorden „Toen in 1899 de quaestie van een scheidsgerecht wel ccnige kans van slagen scheen te hebben, beva len wij president Kruger dien weg aan, maar de heer Kruger achtte den tijd daarvoor toen nog niet ge komen. Toen president Kruger na eenigen tijd trachtte bemiddeling te verkrijgen, waren de gemoede ren daarvoor reeds al te zeer ver hit. Daarop gaven de Duitsche en de Nederlandsche Regeeringen nog maals haar raad cn \oor de Duit sche ïvgecring was dit de laatste maal. Zij was overtuigd dat op dit oogenblik c-lke stap bij een groote mogendheid zesr kritiek zou zijn geweest, tot niets zou hebben ge leid en voor de Republieken groot gevaar had opgeleverd. Daaruit blijkt dat ens geen verwijt kan treffen over het uitbreken van den oorlog, noch over het lot der Re publieken. Wij mochten ons niet de vingers klemmen lusschen de deur, dat zou den Boeren niets ge baat, maar ons geschaad hebben. „Met het oog op de wereldnm- slandigheden en van het standpunt der Duitsche belangen konden wij geen andere houding aannemen, dan zulk een strikte onzijdigheid. Daaraan kunnen de sympathieën die in Duitschland vcor de idealen der Boeren en voor hun vrijheid worden gekoesterd niets verande ren. Onze staatkunde mag op een kritiek oogenblik niet worden be- hcerscht door de inblazingen van het gevoel, maar moet worden ge leid door nuchtere overweging van de belangen van het land. De rijkskanselier zei o. a. ook nogWij staan volkomen onafhan kelijk tegenover Engeland.Wij heb ben Engeland geen haar breed meer noodig dan Engeland ons, maar wij zijn bereid op den grondslag van wederkeerig elkander ontzien, in vrede en vriendschap met Engeland te leven. Uit het politiek overzicht in dit blad kan men zien wal. eigenlijk zich bevindt achter dit schoone woordgescherm, waaruit de innig heid tusschen Duitschland en En- geland voortspruit. Uit de Portu- geesche koloniën in Zuid-Afrika niet waar? Dus wal blijft er over van 't mooi praten van Von Bulow E)n gezant van Pres. Steyn. Dc heer Willem Meijerbach Ca serta, aide camp van president Steyn, is aan boord van de „Kanz ier" aangekomen. Meijerbach, die van oorsprong Duitscher is, bekleedt een post van vertrouwen bij president Steyn. Hij komt naar Europa met een precies omschreven opdracht en is \ergezeld door baron Raynach. of ficier in het leger van den Oranje Vrijstaat. Meijerbach verklaardde „Ik kom naar Europa met een diploma tieke opdracht van president Steyn voor president Kruger, ik zal de loopende onderhandelingen volgen en in het bijzonder den Oranje- Vrijstaat vertegenwoordigen met scherpomschreven instructies, die mij gegevon zijn door president Steyn. „Het is mij onmogelijk op het oogenblik belangrijke onthullingen te doen. Misschien zal dat kunnen geschieden, nadat ik president Kruger heb gezien. Europa is vol strekt onbekend met den militairen en cconomischen toestand van Zuid-Afrika. Onze militaire organi satie is nooit zoo volmaakt ge weest en wij waren nooit zoover van dc overgave. Geleid door de lessen van den oorlog hebben de generaals Botha en De Wet hun troepen mei een ijzeren discipline georganiseerd; desertie wordt als in de Europeesche legers met den dood gestraft. „Deze mannen hebben de eischen van den toestand bewonderens waardig juist ingezien; zij hebben hun tactiek geheel gewijzigd en volgen nu een gansch moderne vechtwijze. „Even volmaakt is de burgerlij ke macht georganiseerd. President Steyn heeft den zetel van de regee ring overgebracht naar Fouriesberg en heeft een Uitvoerenden Raad naast zich die hem helpt. De open bare takken van dienst werken als gewoonlijk; de zedelijke invloed van onze administratie doet zich meer en meer gelden onder het Afrikaander-element in de Kaapko lonie. Wees overtuigd dat de Brit- sche berichten de feiten volstrekt verkeerd voorstellen en der. t e- stand, die voor Groot Britannië zeer hachelijk is, onwaar afbeelden. De wreedheden der Britsche soldaten en de aanrandingen op vrouwen verbitteren het publiek. De bedreven schandalen zijn onbe grijpelijk. Ik heb persoonlijk aan het hoofd van mijn commando zon der genade enkele tegen de borst stuitendo daden, waarvan ik ge tuige was, moeten beletten. Ik heb in Juli bij de Corua-hoeve onmee- doogend Engelschen moeten straf fen die onze vrouwen geweld aan deden." Op een vraag omtrent de vredes voorwaarden die aangenomen zou den kunnen worden, zeide de heor Caserta „Ik kom met zeer bepaalde in: structies van president Steyn. Wij zijn besloten slechts vrede te slui ten op den grondslag van dc onaf hankelijkheid en het zelfbestuur der beide Republieken. Wij zullen eischen dat men zich niet tevreden stelt met net neerschrijven van be palingen in verdragen die geschon den kunnen worden. Wij willen een organisatie en een leger hou den die ons in staat zullen stellen de naleving der aangenomen voor waarden af te dwingen. Als men ons deze voorwaarden weigert zul len wij tol den dc-od vechten." Op de vraag of president Kruger naar de Zuid-Afrikaanschc Repu bliek moot tcrugkeeren, antwoord de de heer Caserta „President Kruger is op hot oogenblik niet buitenlandsch ver lof maar dit verlof is voor ten hoog ste zes maanden verleend. Krach tens do grondwet is dit verlof niet verleend door den Volksraad, die niet bijeen was, maar door dea Uitvoerenden Raad." De hoeren Meijerbach Caserta cn baron Raynach zijn om 9.20 naar Parijs vertrokken, waar zij slechts enkele uren zullen blijven om op instructies van president Kruger te wachten. JFesailIetoii. Naar liet Duitsch. 27) Maar zij onderbrak hem door in vastbesloten toon voort te gaan Ik zou er waarschijnlijk nooit tot iemand over gesproken hebben, maar ik bemerk nu vandaag al voor de tweede maal dat men me hier verdacht maakt. Of de anderen zich daardoor laten bedriegen is me geheel onverschillig, slechts in uw oogon, mijnheer de baron, wil ik niet slechter schijnen dan ik werkelijk ben. Dat samentreffen met den heer Fabian was louter toeval, maar hij nam dat toeval te baat om te zeggen wat hij op een andere plaats wel niet gewaagd zou hebben te zeggen. Zoodra ik zijn bedoeling bemerkte, wilde ik hem den rug loekeoren. Maai* hij wist liet middel te vinden, dat mij noop te te blijven, want hij wist mijn medelijden gaande te maken. Hij _..0 éprak mij van zijn ongelukkig, mis- I scherper had gekeken of zoo haar lukt leven, van zijn eenzaamheid, van den kommer, dien hij onder vond door het wantrouwen en de kwalijk verborgen afschuw van zijn omgeving. Hij liet duidelijk doorschemeren dat hij niet in slaat was dergelijk bestaan langer voort te sleepen en ik vreesde dat hij in zijn ongelukkigen gemoedstoestand een of ander vertwijfelde daad zou begaan als ook ik, op wie hij eeni- germate zijn laatste hoop had ge bouwd, me verachtelijk van hem afwendde. Ik vervulde eenvoudig miin plicht als mensch toen ik trachtte hem to troosten. De harts tochtelijke gevoelens waarvan hij mij deelgenoot maakte kon ik na tuurlijk niet met gelijke gevoelens beantwoorden. Maar ik bood hem mijn vriendschap aan, een gave, die misschien voor ieder ander van geen waarde zou geweest zijn, maar die, naar miin gevoelen, dien ongelukkige met nieuwen levens moed en opgewektheid vervulde. Het kan zijn dat hij mij in de over maat zijner dankbaarheid de han den kuste, en dat ik hem niet af weerde, ik geloof ook dat freule von Linderode juist op dat oogen blik langs ons ging. maar als zij Stadsnieuws Haarlem, 11 Dcc. 1900. Onderwijzers pensioenen. Het bestuur van de Kweekschool voor Onderwijzeressen alhier, heeft zich tot den minister ven binnenlondsche za ken gewend met oen adres, inhoudon- de dat het met belangstelling heeft ken nis genomen van een bericht, dat in verschillende dagbladen voorkwam, volgens hetwelk bij Uwe Exc. plannen bestaan, om door ecne wettelijke re geling liet onderwijzend personeel van verschillends bijzondere inrichtingen voor hooger, middelbaar en lager on-' derwijs in 't genot to stellen van een pensioen, eventueel cok hun no wedu wen en weezen; dat uit bedoeld bericht echter niet is gebleken, dat het onderwijz.- nd per soneel van bijzondere kwë U. Ien voor onderwijzers en onder w.j essen onder de bevoorrechten zal behooren; dat het onder de aandacht van Uwe Ezc. meent to mogen brengen, dat een door het rijk gesubsidieerde inrichting als de hunne daarvc-or eveneens in da termen valt, zeker niet minder - - gem. kweekscholen, waarvan -ie on derwijzers en onderwijzeressen in den regel reeds recht op pensioen hebben; dat het reeds jaren lang zijne aan dacht aan deze zaak heeft gewijd en gaarne zelf stappen zou hebben ge daan om tot pensionneering van de aan de inrichting verbonden onderwr-' zers en onderwijzeressen te komen,1 maar dat do subsidie van iiel Rijk niet blik niet door ingenomenheid te gen mij was verduisterd geworden, dan had werkelijk de overtuiging zich bij haar moeten vestigen dat het geen liefdesgesprek was, dat zij daar bespiedde. Haastig, zonder ook slechts een enkele maal te aarzelen, had Kathe deze breede verdediging uitgespro ken. Bij de laatste woorden was alleen haar stem eenigszins onze ker geworden alsof ze zich tegen een opwelling van maagdelijke schaamte moest verzetten. Prosper had ademloos naar haar geluisterd. Zijn oogen glansden alsof hij koorts had. En toen? Heeft hij zich met uw vriendschap vergenoegd? Heeft hij niet meer van u geëischt? Waarom begeert u dat te we ten, mijnheer de baron? Hij was een ongelukkig mensch, misschien al half op weg om waanzinnig te worden. Zoo hij, niettegenstaande mijn onomwonden verklaring, dwa ze hoop koesterde, ben ik daarvoor dan verantwoordelijk? Maar ik heb al te veel over die zaken gesproken. Alleen de wensch juist ni.i u niet in een valsch daglicht geplaatst te zijn, heeft me daartoe bewogen. ondergeschikten van mijn oom sla pen in de onmiddellijke nabijheid. Het zou er leelijk voor me uitzien zoo ze ons hoorden. U heeft gelijk, fluisterde hij terug; ik moet weg. Maar niet voor lang! Ik heb u nog zooveel te zeg gen, nog oneindig veel! U kan niet begrijpen hoe gewichtig deze avond voor me is. Hij had er nog meer aan toe wil len voegen, maar oen windvlaag bewoog een slecht verzekerd ven sterluik in de nabijheid cn dat zwakke, knarsende geluid was vol doende om Prosper met doodelij- ken schrik le vervullen. Goedennacht... vergeet u me niet! riep hij haar nog toe. Daarna verdween hij in cle duis ternis, even stil als hij gekomen was. ICathe had echter volstrekt geen haast om het raam te sluiten. Ze zag tot de fonkelende sterren op alsof zij haar het antwoord wilde vragen op een geheimzinnige vraag, of dc oplossing van een duis ter raadsel, tot welks doorgronding haar scherpzinnig brein zich te vergeefs pijnigde. De tijd verliep bemerkte. Eerst toen vlak boven haar een ster verschoot en een lich tenden boog aan den hemel be schreef, ontwaakte ze uit haar mij merend gedroom. Als het toch eens vervuld werd! mompelde ze. Een jaar een geheel jaar aan de zijde van dien stervende! 't Is ontzettend Maar tochtot zulken prijs Eerst nu bemerkte zii de onaan gename koelte. Ze sloot het venster en liet het gordijn zakken. Een blik op de klok deed haar zien dat het middernachtelijk uur reeds ge slagen had, waarop ze zich snel ontkleedde. Spoedig verried haar diepere, regelmatige ademhaling dat ze was ingeslapen. Het kon ech ter geen rustige, verkwikkende slaap zijn. dien zij genoot. Alsof ze gekweld werd door lichamelijk lijden of beangstigende droomen, wierp ze zich om, nu eens kreu nend dan haastige, onverstaanbare woorden fluisterend. En dan rees ze weer plotseling met een kreet van angst uit het kussen overeind. Ze had gedroomd dat Fabian het doodelijk schot loste. en de koele nachtlucht deed haar Neen. Rudolfga nog niet! dagen wel doen, ik wil je volgenal- leen dat mag jo niet doen! Dal niet! Ik wil het niet op mijn gewe ten hebben! Ze zat rechtop in bèï* - wijd geopende, verwarde^-oogen Ver scheidene minuten verliepen oer ze. weer met volle helderheid onder scheid tusschen droom cn werke lijkheid kon maken, maar ook nu nog drukte de herinnering aan den vreeselijken droom haai* loodzwaar op de borst. ZESTIENDE HOOFDSTUK. Langer dan een half uur had dok ter Harmsen weer bij zijn patient doorgebracht, wiens lot hem hooi wat nader aan het hart moest lig gen dan dat zijner andere patien t-en, daar hij hem zoo'n groet doel van zijn zeer beperkten tijd wijdde. - Nu trad hij uit de smakeloos opge dirkte „mooie kamer", die de be reidwillige huismenschen sedert het begin zijnor ziekte voor hun' commensaal hadden ingeruimd - met een minder ernstig gelaat dan het geval was geweest i zijn be zoeken van de voer ..^ndo vier. ^aat mij nu het venster sluiten. De huiveren zonder dat zij het zelfs j Blijf hier hoor me aan! Ik wil het lHebt maar goeden moed! \V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1