Tweede Blad,
In Él iMSStOFl
behoorende bij
fl3l{isrlem'8 DagSs§as3"
van
Donderdag 13 Dec; 1900.
fllo. &33S*
Stadsnieuws
Spoorwegen.
Maandagmiddag ruim -4 uur lie
pen wij op de Kruisbrug.
Ons geoefend oog zag den sluitboom
der Hollandsche Spoor alweer neer
gelaten.
De boom bleef dicht en toen wij er
voor stonden, hoorden wij hei gemor
vnn de menigte, die wachtensmoedc
was.
Wij bicven wachten nog 4, 5, ja 6
minuten en wij gevoelden leedver
maak, omdat wij het voorrecht had-
don zooveel korter te behoeven wacli-
sen dan zij, die ons vóór waren.
Wij vermeiden ons in het reeds zoo
■dikwijls genoten schouwspel, hoe een
kleine, nietige, eklers afgekeurde, puf
fende. blazende, zuchtende locomotief
baar best deed, eene honderden me
ters ïangA recks van wagens, in bonte
afwisseling hoogo en platte, in een
zelfde liju op te trekken of terug te
duwen.
Af en toe bleef =saan, de locomo
tief Amechtig, afgem.it, als een paard
"v 'fr <Bt-n te zware vracht weigerend
te doen «vat haar opgedragen was, dan
weder, met alle krachtsinspanning
aanzettend, een eindje verder of te
rug, slakkerig. akelig, sufferig opvol
gend hei. dreinerig getoeter van den
rangeerder.
yfindclijk komt de boomwachtor
aansnellen.
Een bcielend geroep: „Vooruit,
inaar een beetje gauw!"
Tetrzijde tegen eene juffrouw met
een kinderwagen: „Neen, niet met
kinderwagens, daar is geen tijd voor!"
De ziel moest wachten; wij lieten
anar in den steek en hoorden achter
•ors: „Doorloopen, menschen, daar
komt ie an."
Ycor zoover de slecht onderhouden,
vettige, glibberige overweg ons hollen
f.yliet, holden wij, maar toch niet
gauw genoeg, om rechtop den over
kant te bereiken.
Daar was de boom nog maar half
geopend, onder dreigend beangstigend
gebel viel hij nederenkel de waak
zaamheid van den koetsier verhinder
de dat de boom nederviel op het li
chaam van het voor zijn rijtuig ge
spannen paard, in allerijl voor het
na bij zijnde gevaar teruggetrokken.
Met eene zeer diepe buiging pas
seerden wij den boom, den hemel dan
kend voor de zooveelste maal ons ve
ge lichaam heelhuids te hebben over
gebracht.
En ten slotte roemden wij de groote
welwillendheid van de Hollandsche
IJzeren Spoorweg-Maatschappij, wel
ke er nog niet aan schijnt te denken
tolgeld te gaan heffen voor dezen
overgang van den Kruisweg naar het
zich sterk ontwikkelende Noorder
kwartier van Haarlem.
Haar een eere-saluutl
Binnenland.
H. M. de Koningin geeft aan
staanden Donderdag ten Hove een
diner voor burgerlijke autoriteiten
waartoe zijn uitgenoodigdde
voorzitters van de beide Kamers
>r Staten-Generaalde ministers
hoofden der departementen van al
gemeen bestuur en hunne echtge-
nooten; de vice-president van den
Raad van State, de president van
de Algemeene Rekenkamer, de pre
sident van en de procureur gene
raal bii den Hoogen Raad; de com
missaris der Koningin in Zuid-Hol
land; de burgemeester der residen
tie en de directeur van het Kabi
net der Koningin.
Bof van Arbitrage;
Hieronder is vermeld de lijst der le
den van het Hof van Arbitrage te 's-
Gravenliage.
Aangewezen zijn de heeren door:
Duitschland: Dr. Bingner, Senaals-
president bij het hooggerechtshof van
het keizerrijk te Leipzig; Von Frant-
zius, raad-rapporteur aan het minis
terie van buitenlandsche zaken te Ber
lijn: dr. Von Martitz. randsheer in liet
oppergerechtshof voor de administra
tieve zaken, hoogleeraar in de rechts
geleerdheid nan de Universiteit te
Berlijn. Dr. von Bar, justitieel geheim
raad, hoogleeraar in de rechtsgeleerd
heid aan de Universiteit to Götiingen.
Oostenrijk-Hongarije: Graaf F. Schön
born, president van het administra
tieve gerechtshof, oud-Oostenrijksch
minister van justitie; M. D. de Szila
Gyi, oud-minister van justitie; graaf
A. Apponyi, lid der Kamer van Mag
naten enz.; H. Lammasch, doctor in
de rechten, lid van het Heerenhuis.
België: Beernaert, minister van
Staat: baron Lambermont, minister
van Staat en gezant, secretaris-gene
raal van het ministerie van BuitenL
Zaken; Ridder Dcscamps, lid van den
Senaat; Rolin Jacquomijns, oud-mi
nister van Builenl. Zaken.
Deneraarken: de hoogleeraar II.
Matzem
Spanje: Hertog de Tetuan, oud-mi
nister van buitenl. zaken; Don Bien-
venido Oliver, directeur-general aan
het ministerie van Justitie, gedele
geerde van Spanje ter conferentie n
van internationaal privaatrecht te 's-
Gravenhage; Don Manuel Torres Cam
pos, hoggleeraar in het internationaal
recht te Granada.
Vereenigde Staten van Amerika: B.
Harrison, oud-president der Vereenig
de Staten; W. Fuller, hoofd van justi
tie; John W. Griggo, auditeur-gene
raal; Georg Gray rechter.
Frankrijk: Léon Bourgeois, oud-
voorzitter van den ministerraad, oud
minister van buitenl. zaken; De La
bo ui aye, oud-gezant; baron a'Estour-
nelles de Constant, afgevaardigde, ge
volmachtigd minister; L. Renault,
hoogleeraar in do faculteit der rechts
geleerdheid van Parii° rechtsgeleerd
raadsman van het depart, van bui
tenl. zaken, gevolmachtigd minister.
Groot-Britannië: Z.Exc. Lord Paun-
cefote, Sir E. 13. Malet, Sir E. Frij,
lid van den bijzonderen raad, kroon
raad, de hooglceraar J. Westlake.
Italië.- Graaf Nigra, senaatslid, ge
zant van Italië te Weenen; comman
deur J. B. Pagano Guamaschelli, se:
naatslid, president van het hof van
cassatie te Rome, graaf Tormelli—
Brusati di Vergano, Senaatslid, ge
zant te Parijs; commandeur J. Zanar-
delli, advocaat, afgevaardigde in het
Parlement.
Japan: Schiro Motono, gezant te
Brussel; H. Willard Denison.
Nederland Mr. T. M. C. Asser, lid
van den Raad van State, oud-hoog
leeraar aan de Universiteit te Am
sterdam; F. B. Coninck Liefsting, pre
sident van den Hoogen Raad; jhv. A.
F. de Savornin Lobman, oud-minis
ter van binncnl. zaken, oud-hoogleer-
aar aan de Vrije Universiteit te Am
sterdam, lid van de Tweede Kamer;
Jlir. G. L. M. II. Buys de Beeren-
brouck, oud-minister van justitie, com
missaris der Koningin in Limburg.
Portugal: graaf De Macedo, oud
minister van marine en van koloniën,
gezant van Portugal te Madrid.
Rumenië: Th. Rosetti, vice-voorzit-
ter van den Ministerraad, oud-presi
dent van den Hoogen Raad; E. States-
co, oud-minister van justitie; J. Ka-
lindéro, administrateur van het
Kroondomein, oud-raadsheer in liet
Hof van Cassatie; J. H. Lahovari. af
gevaardigde oud-minister van buiten
landsche zaken.
Rusland: N. V. Mouraview, minister
van justitie, C. P. Pobedonostzew, pro
cureur-generaal van de Heilige Syno
de; E. V. Frisch, president van het
Wetgevend Departement van den Kei
zerlijken Raad; De Martens, lid van
den Raad van het ministerie van bui
tenlandsche zaken.
Zweden en Noorwegen: S. R. D. K.
D'Olivecrona, lid van het Instituut
van Internationaal recht, oud-raads
heer in het Hooggerechtshof, doctor
in do rechten en letteren te Stockholm;
G. Gram, oud-minister van Staal in
Noorwegen, gouverneur der provin
cie te Hamar (Noorwegen).
Door Bulgarije, Montenegro, Per-
zië en Siam waren de namen der le
den van het Ilof van Arbitrage nog
niet opgegeven.
Te Utrecht is een kind geboren zon
der armen of boenen. Het is naar het
ziekenhuis overgebracht.
Dezer dagen zün vier nieuwe getui
gen gehoord in de moordzaak van Til
burg. Twee hiervan waren meisjes,
die op den dag dat de misdaad geschied
de, met een kruiwagen voor de kerk
stonden en aldaar op het uur onge
veer, dat de moord gepleegd werd, den
schilder voor het tovendeurtje van de
ff1 e 88 i 11 e t ii.
Naar het Duitsch,
28)
Ja, lieve moeder! Hij «egt dat
wij goeden moed moeten hebben,
want hij gelooft dat er geen ernstig
gevaar meer bestaat.
Ik wist het, antwoordde me
vrouw Hallager kalm vannacht
zal ik alleen waken. Het is voldoen
de als ik je kan wekken zoo ik je
ncodig heb.
Klaarblijkelijk waren deze beiden
niet gewoon veel omslachtig te re
deneeren. want het jonge meisje
knikte even vriendelijk met het
hoofd als zij zeker gedaan zou heb
ben als haar de nachtwacht was
opgedragen geworden.
Met onhoorbare schreden trad
zij aan het bed van den zieke, legde
het kussen, dat een weinig verscho
ven was, recht cn bevochtigde zijn
lippen met een drank, dien zij zon
der geraas te maken had geschept
uit een on het nachttafeltje staand
glas. Toen zij haar zachte hand
voorzichtig onder zijn hoofd schoof
om hem een weinig od te heffen,
opende Erik Hallager langzaam de
oogen. Maar het was een ledige
blik zonder uitdrukking, dien hij
op zijn lieve verpleegster wierp,
en reeds een oogenblik later slo
ten zich de zware oogleden weer.
Wil je hem niet vragen of hij
je herkent, Thy ra?
Neen, moeder, de dokter zegt
dat wij hem vóór alles rast moe
ten gunnen, cn daar heeft hii ge
lijk in. Ook geloof ik zeker dat
Erik ons gisteren al herkend heeft
toen hij voor de eerste maal uit zijn
lange bewusteloosheid ontwaakte.
Alleen is hij nog te zwak om er
over te denken.
Ze was naar mevrouw Hallager
getreden, die voorzichtig, als had
ze iets uiterst breekbaars in de
hand, de bladen van een schetsboek
omsloeg.
Kijk, dat heb ik vandaag ge
vonden. Hij zou ons zeker toestaan
het in te zien als hij gezond was.
Het was hem altijd zoo'n groote
vreugde ons zijn studiën en ont
werpen te toon en. Wat moet hij
ijverig zijn geweest! De nagenoeg
voleindigde schilderij daar binnen
kerk zagen. De schilder Mutsaers Is'
door beide meisjes herkend als dezelf
de pennon te zijn. dien zij gezien heb
ben. Deze verklaring komt niet over
een mot hetgeen M. heeft medege
deeld.
Brieven uit Berlijn.
(Fan omen Correspondent
Bij Professor au Bols.
BERLIJN, 8 Dec. 1900.
Jawel, professor is weer thuis en
verzoekt u binnen te komen.
Ik volgde den knecht door den met
gesneden stoelen, rustbanken en kleine
tabourets artistiek aangckleedon bree-
den corridor en door een salon naar de
groote studeerkamer voor aan de
straat, een behagclijk ingericht ver
trek, donker en stemmig van toon,
waar ik door den heer des huizes ont
vangen werd.
Zooals ik daar de groote, krachtige
gestalto van onzen president zag staan,
die de Boerênzaak met hart en ziel is
toegedaan ik bedoel hier niet presi
dent Kruger, maar professor Du Bois,
president van de Berlijnsche vereeni-
ging „Nederland en Oranje" kwam
onwillekeurig do gedachte bij mij op,
dat Dr. Leyds aan niemand beter de
vereerende taak had kunnen opdragen,
de woorden van president Kruger te
vertolken.
Na tien dagen bijna voortdurend in
een omgeving van kleine, bewegelijke
Franschen geleefd te hebben, die feite
lijk door taal en landaard toch hemels
breed afwijken van de eenvoudige Boe
ren, moet president Kruger, dunkt me,
bij het zien van de jonge, imponeeren-
de figuur van dezen kalmen Hollander
wel gedacht hebben„Hè, dat's een
van de onzen."
We namen aan het hoekje bij den
haard in diepe fauteuils plaats.
Ik kom eens hooren, professor, hoe
u de drukke dagen, die achter u lig
gen, bekomen zijn. Ik meen dezer da
gen in de bladen gelezen ie hebben, dat
de correspondent van de Rolt. Courant
in Keulen vond, dat Dr. Leyds en u nog
al gesloten geweest waren. Dat laat
zich echter heel goed verklaren, vind
ik. Gedachtig aan het spreekwoord
wie zich aan een ander spiegelt, spie
gelt zich zacht, zal ik me daarom heel
bescheiden bij een paar „liarmlose"
vragen bepalen. Die dagen in Keulen
moeten, dunkt me. onvergetelijk voor
u geweest zijn, maar wel vermoeiend,
is 't niet
Mijn vis-è.-vis had mij met een
lachend gezicht aangehoord, schoof
een laag rooktafeltje naar mij toe en
bood me een sigaar aan.
Vermoeiend Dat is te zeggen,
heel veel geslapen heb ik in Keulen
niet, want alle nachten was er een ge
weldig leven op het Domplein. Voor
den president was dat zoo erg niet, had
hij luimig tegen ons gezegd, want hij
is aan één oor doof. Ilij ging dan maar
op het goeie oor liggen, dan sliep hij
best door de drukte heen.
Hebt u in Keulen het gezelschap
opgewacht
Neen, ik ben in Luik in den trein
gekomen, waar professor Van Hamel
zijn taak aan mij overdroeg. Maar het
is een heele toer geweest, om den trein
te naderen. Ik heb als 't ware moeten
vechten om op het perron te komen. De
autoriteiten hadden daar totaal hun
hoofd verloren en de stationschef luis
terde ternauwernood naar mij, toen ik
mij bekend maakte cn hom verklaarde
dat ik per se in den salonwagen moest.
Het volk was in I.uilc echt Belgisch-
lawaaierig en wilde met alle geweld
de cordons van de soldaten verbreken.
Do jonge soldaatjes konden ben met
hun geweer, waarop ze de bajonet ge
stoken hadden, ternauwernood van
zich afhouden. Ze werden op alle mo
gelijke manieren door het volk gesard,
liet is maar goed, dat het niet lang ge
duurd heeft,er hadden anders heel licht
opstootjes kunnen ontstaan. Ik vond,
dat de ontvangst nergens zoo goed ge
regeld was als in Holland.
Zoo Bent u nog meegereisd naar
Holland 11c dacht, dat u gisterenavond
van Keulen weer hier was gekomen.
Neen, vanmorgen met den nacht
trein uit Holland. Tot aan de grens ben
ik in functie geweestvan daar heb ik
den tocht tot Ben Haag meegemaakt,
omdat ik daar graag bij tegenwoordig
wilde zijn, en dadelijk trof het mij dat
de ontvangst overal in Holland veel
waardiger was en dat het veel ordelij
ker toeging, ofschoon er ontzaglijke
inenschenmassa's op do heen waren,
en deze menigte schetsen I
Thyra keek over haar schouder,
doch eerst na een korte aarzeling
ais vreesde ze, niettegenstaande de
geruststellende woorden harer
pleegmoeder, een onbescheiden
heid te begaan. Nu was echter haar
belangstelling zeer spoedig ge
boeid.
Wat een wonderschoon gelaat!
En daar is het nog eens... en daar!
Wal moet het in Eriks smaak heb
ben gevallen dat hij dien mooien
kop zoo dikwijls heeft geteekend!
Werkelijk, drievier
vijfmaal! En hier de geheele fi
guur, een dame in riikleed, naast
haar paard, 't Is dus een of ander
voorname dame. Maar vindt je het
niet vreemd, Thyra, dat een voor
name dame zich /.oo dikwijls door
hem heeft laten afbeelden
Maar als Erik er haar nu om
verzocht heeft, lieve moeder I Wie
een schoon gelaat heeft als dit jonge
meisje zou heel verkeerd doen een
schilder zulk een verzoek te wei
geren.
Zoo? Vindt jc dat? Je zoudt
dus ook den eersten den besten
wildvreemden kunstenaar toestaan
jc naar zijn wensch een half dozijn
malen uit te teekenen. alleen om-
Tiet was vooral goed óverlegd om in
Den Haag door het groote koor den
psalm te laten zingen, terwijl de trein
het perron binnensioomde zoodoende
kon het gezang niet door schreeuwen
en juichen overstemd worden. De in
tocht in Den Haag was in één woord
greotsch. Ik Leb b'j dc verschillende
stations, waar we stil hielden, Arnhem,
Ede, Zeist, Utrecht dikwijls mijn hart
vastgehouden met het oog op ongeluk
ken, maar het is alles goed afgeloopen.
Terwijl de deputaties uit Wageningen
b. v. op het smalle, hooge perron in
Ede redevoeringen hield, snorde er
juist een sneltrein voorbijwij had
den van den waggon uit don trein zien
aankomen. Hoe licht hadden daar on
gelukken kunnen gebeuren.
Bij de ontvangst in Keulen schijnt
het een cclitc Janboel geweest ta zijn,
is 't niet
Ja, liet was bijna angstig de men-
schenmassa's te zien, die onstuimig
naar voren drongen. Onze trein kon
eenvoudig niet verder, omdat de rails
dicht bezet waren met menschen. Zoo
doende kwam de wagen van den presi
dent aan een verkeerde 'plaats te staan,
vlak bij den met planken overdekten
diepen kuil. De menschcnmassa's dron
gen van achteren op en 't. publiek, dat
vooraan stond, meestal dames on hoe
ren, konden zich niet meer staande
houden en stortten in de groeve.
Heeft de president het gezien Er
werd zeker ijselijk gegild
Ik geloof niet, dat de president
het ongeval gezien heeft. We gingen
zooveel mogelijk voor hem staan. Het j
gegil werd geheel overstemd door het j
donderend gejuich van dc opdringende
menigte, die natuurlijk niet kon zien,
wat vooraan gebeurde.
Dien eersten Zaterdagavond was
er nog al veel dronken volk op de been.
De meeste werklui, die van 6 uur vrijaf
krijgen en hun weekloon geïnd had
den, waren min of meer in een roes van
opgewondenheid, deels door do feest
vreugde, deels door de ..kleine verheu
ging", die ze zich in de uren van 6 tot
12 gedronken hadden. Toen we einde
lijk goed en wel in het hotel aankwa
men, zei de president goedig tegen ons:
Zijn huUè nog wel levend
Dc volgende dagen was er den heelen
dag altijd een heel ander publiek op
het Domplein aan liet betoogen en jui
chen, hoofdzakelijk dames cn heeren
uit de eerste kringen van de stad.
Hebt u den president dadelijk goed
kunnen verstaan en sprak Dr. Leyds
Afrikaansclx met hem
In het begin viel het mij wel een
beetje moeielïjk hem te verstaan, maar
dat wende heel gauw. Dr. Leyds sprak
uitstekend Afrikaansch, maar ik ge
loof, dat een geboren Afrikaander er
toch nog wel onderscheid in zou hoo
ren."
Hebt u nu ook den indruk gekre
gen, dat de president van meening is,
dat hij in zijn zending zal slagen
Ik merkte, dat ik glad ijs betreden
had, want professor bracht het gesprek
op een ander terrein door te zeggen
Eén ding in Keulen was uitstekend
in orde, ik bedoel het hotel. De groote
salons met het groote middelbalcon en
de heide zijbalcons waren uitnemend
geschikt voor recepties en voor eventu-
eele toespraken aan het volk. En gek
scherend vervolgde professor Du Bois
Wanneer u bijgeval ooit nog eens
Staatspresident mocht worden, weet u
al vast, waar u moet afstappen
Top, ik hoop er aan te denken,
professor, antwoordde ik, lachend op
staande. Maar u zult mij dan, hoop
ik, ook de eer aandoen, mijn tolk le
zijn. Komt u a. s. Donderdagavond in
de club? Mijnheer P. zal aquarellen
ten toon stellen, zooals u weet.
Dat's waar ook. Ja, ik kom vast,
na de bestuursvergadering.
Dus, tot weerziens, Donderdag 1
K.
Gemengd Nieuws.
Donderdagmiddag is „Sir Roger",
een bekende Glasgowsche figuur, met
den kogel terechtgesteld. „Sir Roger"
was 27 jaar oud en het was meer zijn
toomloos karakter dan zijn leeftijd,
die hem zijn doodvonnis bezorgde.
's Morgens had men in alle stilte de
toebereidselen gemaakt, doch tegen het
uur der terechtstelling was niettemin
een talrijke menigte tegenwoordig.
Twee onderofficieren van de Royal
Scotls Fusiliers en een geweermaker
waren aangewezen het werk te ver
richten. Zij hadden een bijzonder soort
geweer en extra krachtige ammunitie
dat hij je zei dat hij je schoon
vond
Ik ben er wel zeker van dat
zoo iels me niet zal overkomen.
Bovendien weten we in 't geheel
niet of Erik voor die mooie, deftige
dame slechts een wildvreemde
kunstenaar is geweest. Hij heeft
ons in de laatste maanden zoo wei
nig omtrent zijn omgang en zijn
levenswijze geschreven
Ja, juist tegenovergesteld aan
zijn vroegere gewoonte. Maar als
deze hier tot zijn omgang behoord
had, zou ik me daarover maar heel
weinig verheugen.
Hé, vindt u ze dan ook niet be
wonderenswaardig schoon
Ze heeft een trotsch, hoogmoe
dig gezicht, dat weinig hart ver
raadt.
Ze hield op, want even werd
zacht aan de kamerdeur getikt en
een behoedzaam gedempte stem
fluisterde door de reet
De genadige freule van Elvers-
höh is beneden en vraagt of ze niet
een van de dames zou kunnen
spreken. Zo zou gaarne van uzelf
vernemen, hoe het met den heer
schilder gaat. Thyra wierp me
vrouw Hallaser een vragenden
blik loe.
en noxuen stelling op enkele passou van
het hek, waarachter de veroordeelde
rustig stond te wachten.
Op het bepaalde tecken klonken de
drie schoten tegelijk. „Sir Roger"
stond nog onbewegelijk, hoewel, naar
het scheen, wat versuft van den knal.
Toen werd een tweede salvo gelost.
Andermaal stond „Sir Roger" pal,
slechts het hoofd zakte een weinig om
laag. Eindelijk bij het derde salvo viel
de terechtgestelde neer.
En de dierentuin van Glasgow had
een levenden olifant minder.
Drooggeloopen moer.
De Engelsche ontdekkingsreis!
ger Wilson heeft, bii het doortrek
ken van de Kalahari-woestijn be
nerkt dat het Ngami-meer. ten
van de Zambesi, absoluut droog-
geloopen is. Dergelijke verdwijnin
gen van meren zijn in Afrika niet
zeldzaam..
Eergvorscbuiving.
Tusschcn Ballendar en Ehrenbreit-
stein is een gedeelte van den straatweg
en da spoorbaan bedolven onder een
zes meter hooge laag rotson en aard,
welke over een lengte vnn 120 nieter
van den bergwand zijn afgeschoven.
Men is dadelijk aangevangen met het
opruimingswerk, hoewel men nog ver
dere afstortingen vreest,
ld de Nijverheid moordda
diger clan cle oorlog?
In de Engelsche ..Labour Gazet-
te" is beweerd, dat wanneer men j
vergelijkt het aantal gesneuvelden
en gewonden in den oorlog met het
aantal personen, wien bij den ar
beid een ongeluk overkomt, dit
laatste cijfer aanmerkelijk hooger
zou zijn.
In de eerste acht maanden van
1900 werden in Engeland 3058 ar
beiders gedood en 59,274 gewond
veel meer, dan het geheele aan
tal dooden en gewonden sinds het
begin van den Zuid-Afrikaanschen
oorlog bedraagt, schreef liet blad.
Een schrijver in de ..Nineteenth
Century'' komt tot een geheel an
dere slotsom. Hij schat de gemid
delde sterkte van het Britsche leger
in Zuid-Afrika (in 't begin waien
er minder, later meer) op 5200 of
ficieren en 188,000 man. „liet lot
dat dezen 5260 Britschen officie
ren trof," schrijft hij, „was zonder
weerga wanneer men do ervaring
van andere veldtochten raadpleegt.
Niet minder dan 3S4 officieren wer
den gedood of stierven aan hunne
wonden, 152 stierven aan ziekte en
Ü05 werden alleen gewond. Men
krijgt nu dat gedood werden of aan
hunne wonden stierven73 per
duizend, aan ziekte 28.9 p. d.ge
wond 193 p. d. Te zamen (gedood
en gewond) 294.9 per 1000. Met an
dere woorden, van elke vier Brit
sche officieren werd er één gewond;
van elke tien een gedood.
En hierbij is nog de menigte of
ficieren, die wegens ziekte in de
hospitalen werden opgenomen, ge
heel buiten rekening gelaten.
De sterfte van officieren in de
zen oorlog zal, naar de schrijver
opmerkt, altijd merkwaardig blij
ven.
En nu de mannen, die cle geva
ren van fabrieken en werkplaatsen
voor die van den oorlog verwissel
den.
Van de 188.000 man werden 3S38
gedood en stierven aan hunne won
den: 5900 stierven aan ziekte en
12,681 kregen een niel-doodelijke
wond.
Naar verhouding krijgt men aan
manschanpen (onderofficieren in
begrepen) gedood of aan wonden
gestorven 20.5 per duizend; een
zickteigestorven 31.4 p. m., ere wond
67.4, te zamen 119.3 per 1000. In
het algemeen kan men dus zeggen,
dat 1 per 11 mannen in den oorlog
gedoocl of gewond zijn, 1 per 15
gewond en 1 per 20 aan wonden of
ziekte gestorven.
Onjuist is het nu, zegt de heer
Kitchin, deze sterfte- en verwon-
dingscijfers te vergelijken met die
in de nijverheid.
Een groot aantal dor manschap
pen die nu in Zuid-Afrika omkwa
men, zou, onder gewone omstandig
heden en zonder aan een oorlog te
hebben deelgenomen, toch zijn ge
storven ten gevolge van de gewone
gevaren van den dienst buitens-
Een genadige freule van El-
vershöh? Die ken ik niet. maar daar
ze zoo vriendelijk is naar Erik te
komen vragen, dien ik toch wel
naar beneden te gaan om haar te
woord te staan.
Zeker, kind, ik verzoek er je
om, want zooals je weet kan ik me
met de Duitsche taal zoo slecht be
helpen.
In de dompige kamer gelijkvloers,
die het wakkere echtpaar Henning
als woon- en slaapkamer gebruikte,
stond Edith bij de tafel te wach
ten met haar koninklijke gestalte
in een eenvoudig zwart rouwkleed
je gehuld.
Ik dank u, juffrouw, dat u
aan mijn verzoek heeft voldaan. Ik
kon me niet langer tevreden stellen
met de schaarsche berichten, die
dokter Harmsen me verschafte. Het
liet me geen rustdoch ik vergat
dat u me nog in 't- geheel niet kont.
Ik heet Edith von Linderode. En
u is juffrouw Thyra Jensen, de
pleegzuster van den heer Erik Hal
lager, niet waar?
Met den eersten blik had Thyra
in de schoone, voorname vreemde
linge het origineel herkend van de
scheisen, die ze zooeven in Eriks
schetsboek had bewonderd. En ze
lands. Volgens levensverzekeraars,
bedraagt de sterfte onder de Brit
sche treepon in landen als Zuid-
Afrika 15 per 1000. Van de solda
ten, die aan ziekte stierven, zou i5'
per 1000 ook in vredestijd zijn'
overleden, en het verschil van 16.4'
per J0O0 moet alleen worden toege-j
schreven aan hot oorlogsgevaar.
Wat loeren nu de cijfers van do
ministeries van koophandel en van',
binnenl. zaken over de ongevallen'
in de nijverheid?
Wanneer mc-n leest, dat in het-
jaar van September 1899 tot Augus
tus 1900 4308 personen gedoocl en.
89.042 gewoncl werden bij ongeval--
icn in de nijverheid, staat men ont-,
zot. Maar wanneer gij verneemt,,
Uit gedurende dat jaar niet minder
can 5*416,043 menschen aan het ge-'
vaar. zulk een ongeluk to bekomen,
waren blootgesteld clan vorscluj-
nen do cijfer# dadelijk in een an
der licht. Hot gevaar, dat elk werk-,
man loopt, is dus zeer klein. Het
sterftecijfer por 1000 arbeiders
komt op nies itinöv dan 0.79 c.n het
ongeval:oncijfor od 16.44 Dat wil
zeggen, dat ciit jaa; 1 per 1260 werk
lieden gedood en 1 per CO gowond
werden.
Die- cijfers zinkon in het niet in
vergelijking met de gevallen van
sterfte en verwonding in den oor
log.
Het cenig© beroep dat wat ge
vaarkans betreft, met den werkelij-
ken dienst in het leger kan worden
vergeleken, is dat van een zeeman,
c'at zest maler- zoo gevaartijk is als
hoi cr.ijnwerk, of oen arbeid op
spoorwegen er. bijna 40 ma en zoo
gevaarlijk als bet werk in fabrie
ken. Dit lage percentage i# hieraan
to danken, dat hel aantal fabrieks
arbeiders 3,755,206 ontzaglijk
veel groot-er iu dan dat van andere
groepen. Alles bijeengenomen, be
droeg in den oorloc dc kans 'n on
geval te krijgen 87.9 per 10Oö tegen.
17.23 per duizend in andere bedrij
ven, zoodat cle mannen der reser
ve, die hun bedrijf verwisselden,
voor clen legerdienst, hun dnge-
lijksch gevaar, verf'ond te wor
den, verviifvoudigtAn en hoven
dien aan alle kansen van ziekte on-,
derhevig waren.
Por trein don Mont-Blaüc op.
Er zijn ernstige plannen in beraad
genomen om ook den Mont-blanc, on
zen hoogsten Kuropeeschen berg, tot
een uitstapje tc maken voor eiken plei-
zierreizigor, die er de kosten van zijn
retourtje voor over heeft om le kunnen
zeggen het hoogste punt van ons wo-
relddeel te hebben betreden. Men denkt
er over het Jungfrau-voorbeeld te vol
gen en ook langs den Mont-blanc een
electrische spoorweg aan te leggen. De
minst moeilijke weg zou zijn die langs
den Savoyaardschen kant, omtrekken
de van het dorp Houches. Er zouden
twaalf stations onderweg komen, waar
alle gemakken voor de reizigers te
vinden zouden zijn en die dan tevens
worden ingericht om door middel de
zer halten een meer geleidelijken kli-
matologischen overgang te kunnen
verkrijgen. Do lengte der liju zou 18
kilometer zijn.
Telefoon tusachen Parijs en
Rome.
Men is reeds zeven maanden mot
den aanleg bezig van do telefonische
verbinding tusschen de Fransclie en
de Italïaansche hoofdstad; het work
brengt groote moeilijkheden mee. Men
hoopt in den zomer van 1901 gereed
te zijn. De draden zijn in het gebi,\1
der Italïaansche alpen reeds gereed, de
kosten waren alleen voor dit gedeclio
f 350.000. Men is nu bezig met den aan
leg der lijn langs Turijn, Novi, Genua
tot aan Rome. Ook in de Fransclie Ai-
pen is men bard aan het werk..
Werkverschaffing.
ïn Elberfeldt wendden de werkloo-
zen zich tot het gemeentebestuur o
hulp. De raad liet een onderzoek
stellen en nu bleek, dat er ongeveer'
500 werkloozen waren, meest grond
werkers. Daarop besloot do raad ver
schillende werken, die geen haast
hadden, direct te doen uitvoeren. O a.
wordt een nieuwe gemeentelijke volts-,
speelplaats gemaakt voor ruim 1-iöÜO
mark.
Beter dan „Hinten kloppen".
wist niet hoe het kwam dat deze.
ontdekking bij haar een eigenaar
dig beklemd gevoel deed ontstaan
en dat ook zij in het klassiek, re
gelmatig gelaat een oogenblik een
kouden, 1 eel ij ken trek meende te
ontdekken. Doch dit was werkelijk
maar voor een oogenblik. Een se
conde later had haar gezond oor-,
deel die dwaze neiging overwon
nen en met volkomen ongedwon-"
genheid legde zij haar rechterhand
in de aangeboden hand harer be
zoekster.
Ja, dat ben ik. zeide zij een
voudig; wist u dan dat ik bestond?
Wie zou met Erik Hallager be-;
vriend kunnen zijn zonder iets van;
u te weten! Ik heb geen uur in zijn-
gezelschap doorgebracht dat hij me
niet van zijn goudharig zusje Thy-;
ra sprak. Hij lieeft u zóó lief, dat)
u er trolsch op mag zijn. juffrouw!]
Ze hield de jeugdige Noorweeg-,
sche zeer scherp in het oog, terwijl?
ze op den beminnenswaardigste!)!
toon tot haar sprak en het vroolijk;
op helderen van het mooi gezichtje
kon haar daarom niet ontgaan, -'i
Maar ze had looh misschien oopj
ander antwoord verwacht dan zij'
ontving. Want Thyra antwoordde
zonder cenig toeken van vertegen*