Tweede Blad, In Él iMSStOFl behoorende bij fl3l{isrlem'8 DagSs§as3" van Donderdag 13 Dec; 1900. fllo. &33S* Stadsnieuws Spoorwegen. Maandagmiddag ruim -4 uur lie pen wij op de Kruisbrug. Ons geoefend oog zag den sluitboom der Hollandsche Spoor alweer neer gelaten. De boom bleef dicht en toen wij er voor stonden, hoorden wij hei gemor vnn de menigte, die wachtensmoedc was. Wij bicven wachten nog 4, 5, ja 6 minuten en wij gevoelden leedver maak, omdat wij het voorrecht had- don zooveel korter te behoeven wacli- sen dan zij, die ons vóór waren. Wij vermeiden ons in het reeds zoo ■dikwijls genoten schouwspel, hoe een kleine, nietige, eklers afgekeurde, puf fende. blazende, zuchtende locomotief baar best deed, eene honderden me ters ïangA recks van wagens, in bonte afwisseling hoogo en platte, in een zelfde liju op te trekken of terug te duwen. Af en toe bleef =saan, de locomo tief Amechtig, afgem.it, als een paard "v 'fr <Bt-n te zware vracht weigerend te doen «vat haar opgedragen was, dan weder, met alle krachtsinspanning aanzettend, een eindje verder of te rug, slakkerig. akelig, sufferig opvol gend hei. dreinerig getoeter van den rangeerder. yfindclijk komt de boomwachtor aansnellen. Een bcielend geroep: „Vooruit, inaar een beetje gauw!" Tetrzijde tegen eene juffrouw met een kinderwagen: „Neen, niet met kinderwagens, daar is geen tijd voor!" De ziel moest wachten; wij lieten anar in den steek en hoorden achter •ors: „Doorloopen, menschen, daar komt ie an." Ycor zoover de slecht onderhouden, vettige, glibberige overweg ons hollen f.yliet, holden wij, maar toch niet gauw genoeg, om rechtop den over kant te bereiken. Daar was de boom nog maar half geopend, onder dreigend beangstigend gebel viel hij nederenkel de waak zaamheid van den koetsier verhinder de dat de boom nederviel op het li chaam van het voor zijn rijtuig ge spannen paard, in allerijl voor het na bij zijnde gevaar teruggetrokken. Met eene zeer diepe buiging pas seerden wij den boom, den hemel dan kend voor de zooveelste maal ons ve ge lichaam heelhuids te hebben over gebracht. En ten slotte roemden wij de groote welwillendheid van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij, wel ke er nog niet aan schijnt te denken tolgeld te gaan heffen voor dezen overgang van den Kruisweg naar het zich sterk ontwikkelende Noorder kwartier van Haarlem. Haar een eere-saluutl Binnenland. H. M. de Koningin geeft aan staanden Donderdag ten Hove een diner voor burgerlijke autoriteiten waartoe zijn uitgenoodigdde voorzitters van de beide Kamers >r Staten-Generaalde ministers hoofden der departementen van al gemeen bestuur en hunne echtge- nooten; de vice-president van den Raad van State, de president van de Algemeene Rekenkamer, de pre sident van en de procureur gene raal bii den Hoogen Raad; de com missaris der Koningin in Zuid-Hol land; de burgemeester der residen tie en de directeur van het Kabi net der Koningin. Bof van Arbitrage; Hieronder is vermeld de lijst der le den van het Hof van Arbitrage te 's- Gravenliage. Aangewezen zijn de heeren door: Duitschland: Dr. Bingner, Senaals- president bij het hooggerechtshof van het keizerrijk te Leipzig; Von Frant- zius, raad-rapporteur aan het minis terie van buitenlandsche zaken te Ber lijn: dr. Von Martitz. randsheer in liet oppergerechtshof voor de administra tieve zaken, hoogleeraar in de rechts geleerdheid nan de Universiteit te Berlijn. Dr. von Bar, justitieel geheim raad, hoogleeraar in de rechtsgeleerd heid aan de Universiteit to Götiingen. Oostenrijk-Hongarije: Graaf F. Schön born, president van het administra tieve gerechtshof, oud-Oostenrijksch minister van justitie; M. D. de Szila Gyi, oud-minister van justitie; graaf A. Apponyi, lid der Kamer van Mag naten enz.; H. Lammasch, doctor in de rechten, lid van het Heerenhuis. België: Beernaert, minister van Staat: baron Lambermont, minister van Staat en gezant, secretaris-gene raal van het ministerie van BuitenL Zaken; Ridder Dcscamps, lid van den Senaat; Rolin Jacquomijns, oud-mi nister van Builenl. Zaken. Deneraarken: de hoogleeraar II. Matzem Spanje: Hertog de Tetuan, oud-mi nister van buitenl. zaken; Don Bien- venido Oliver, directeur-general aan het ministerie van Justitie, gedele geerde van Spanje ter conferentie n van internationaal privaatrecht te 's- Gravenhage; Don Manuel Torres Cam pos, hoggleeraar in het internationaal recht te Granada. Vereenigde Staten van Amerika: B. Harrison, oud-president der Vereenig de Staten; W. Fuller, hoofd van justi tie; John W. Griggo, auditeur-gene raal; Georg Gray rechter. Frankrijk: Léon Bourgeois, oud- voorzitter van den ministerraad, oud minister van buitenl. zaken; De La bo ui aye, oud-gezant; baron a'Estour- nelles de Constant, afgevaardigde, ge volmachtigd minister; L. Renault, hoogleeraar in do faculteit der rechts geleerdheid van Parii° rechtsgeleerd raadsman van het depart, van bui tenl. zaken, gevolmachtigd minister. Groot-Britannië: Z.Exc. Lord Paun- cefote, Sir E. 13. Malet, Sir E. Frij, lid van den bijzonderen raad, kroon raad, de hooglceraar J. Westlake. Italië.- Graaf Nigra, senaatslid, ge zant van Italië te Weenen; comman deur J. B. Pagano Guamaschelli, se: naatslid, president van het hof van cassatie te Rome, graaf Tormelli— Brusati di Vergano, Senaatslid, ge zant te Parijs; commandeur J. Zanar- delli, advocaat, afgevaardigde in het Parlement. Japan: Schiro Motono, gezant te Brussel; H. Willard Denison. Nederland Mr. T. M. C. Asser, lid van den Raad van State, oud-hoog leeraar aan de Universiteit te Am sterdam; F. B. Coninck Liefsting, pre sident van den Hoogen Raad; jhv. A. F. de Savornin Lobman, oud-minis ter van binncnl. zaken, oud-hoogleer- aar aan de Vrije Universiteit te Am sterdam, lid van de Tweede Kamer; Jlir. G. L. M. II. Buys de Beeren- brouck, oud-minister van justitie, com missaris der Koningin in Limburg. Portugal: graaf De Macedo, oud minister van marine en van koloniën, gezant van Portugal te Madrid. Rumenië: Th. Rosetti, vice-voorzit- ter van den Ministerraad, oud-presi dent van den Hoogen Raad; E. States- co, oud-minister van justitie; J. Ka- lindéro, administrateur van het Kroondomein, oud-raadsheer in liet Hof van Cassatie; J. H. Lahovari. af gevaardigde oud-minister van buiten landsche zaken. Rusland: N. V. Mouraview, minister van justitie, C. P. Pobedonostzew, pro cureur-generaal van de Heilige Syno de; E. V. Frisch, president van het Wetgevend Departement van den Kei zerlijken Raad; De Martens, lid van den Raad van het ministerie van bui tenlandsche zaken. Zweden en Noorwegen: S. R. D. K. D'Olivecrona, lid van het Instituut van Internationaal recht, oud-raads heer in het Hooggerechtshof, doctor in do rechten en letteren te Stockholm; G. Gram, oud-minister van Staal in Noorwegen, gouverneur der provin cie te Hamar (Noorwegen). Door Bulgarije, Montenegro, Per- zië en Siam waren de namen der le den van het Ilof van Arbitrage nog niet opgegeven. Te Utrecht is een kind geboren zon der armen of boenen. Het is naar het ziekenhuis overgebracht. Dezer dagen zün vier nieuwe getui gen gehoord in de moordzaak van Til burg. Twee hiervan waren meisjes, die op den dag dat de misdaad geschied de, met een kruiwagen voor de kerk stonden en aldaar op het uur onge veer, dat de moord gepleegd werd, den schilder voor het tovendeurtje van de ff1 e 88 i 11 e t ii. Naar het Duitsch, 28) Ja, lieve moeder! Hij «egt dat wij goeden moed moeten hebben, want hij gelooft dat er geen ernstig gevaar meer bestaat. Ik wist het, antwoordde me vrouw Hallager kalm vannacht zal ik alleen waken. Het is voldoen de als ik je kan wekken zoo ik je ncodig heb. Klaarblijkelijk waren deze beiden niet gewoon veel omslachtig te re deneeren. want het jonge meisje knikte even vriendelijk met het hoofd als zij zeker gedaan zou heb ben als haar de nachtwacht was opgedragen geworden. Met onhoorbare schreden trad zij aan het bed van den zieke, legde het kussen, dat een weinig verscho ven was, recht cn bevochtigde zijn lippen met een drank, dien zij zon der geraas te maken had geschept uit een on het nachttafeltje staand glas. Toen zij haar zachte hand voorzichtig onder zijn hoofd schoof om hem een weinig od te heffen, opende Erik Hallager langzaam de oogen. Maar het was een ledige blik zonder uitdrukking, dien hij op zijn lieve verpleegster wierp, en reeds een oogenblik later slo ten zich de zware oogleden weer. Wil je hem niet vragen of hij je herkent, Thy ra? Neen, moeder, de dokter zegt dat wij hem vóór alles rast moe ten gunnen, cn daar heeft hii ge lijk in. Ook geloof ik zeker dat Erik ons gisteren al herkend heeft toen hij voor de eerste maal uit zijn lange bewusteloosheid ontwaakte. Alleen is hij nog te zwak om er over te denken. Ze was naar mevrouw Hallager getreden, die voorzichtig, als had ze iets uiterst breekbaars in de hand, de bladen van een schetsboek omsloeg. Kijk, dat heb ik vandaag ge vonden. Hij zou ons zeker toestaan het in te zien als hij gezond was. Het was hem altijd zoo'n groote vreugde ons zijn studiën en ont werpen te toon en. Wat moet hij ijverig zijn geweest! De nagenoeg voleindigde schilderij daar binnen kerk zagen. De schilder Mutsaers Is' door beide meisjes herkend als dezelf de pennon te zijn. dien zij gezien heb ben. Deze verklaring komt niet over een mot hetgeen M. heeft medege deeld. Brieven uit Berlijn. (Fan omen Correspondent Bij Professor au Bols. BERLIJN, 8 Dec. 1900. Jawel, professor is weer thuis en verzoekt u binnen te komen. Ik volgde den knecht door den met gesneden stoelen, rustbanken en kleine tabourets artistiek aangckleedon bree- den corridor en door een salon naar de groote studeerkamer voor aan de straat, een behagclijk ingericht ver trek, donker en stemmig van toon, waar ik door den heer des huizes ont vangen werd. Zooals ik daar de groote, krachtige gestalto van onzen president zag staan, die de Boerênzaak met hart en ziel is toegedaan ik bedoel hier niet presi dent Kruger, maar professor Du Bois, president van de Berlijnsche vereeni- ging „Nederland en Oranje" kwam onwillekeurig do gedachte bij mij op, dat Dr. Leyds aan niemand beter de vereerende taak had kunnen opdragen, de woorden van president Kruger te vertolken. Na tien dagen bijna voortdurend in een omgeving van kleine, bewegelijke Franschen geleefd te hebben, die feite lijk door taal en landaard toch hemels breed afwijken van de eenvoudige Boe ren, moet president Kruger, dunkt me, bij het zien van de jonge, imponeeren- de figuur van dezen kalmen Hollander wel gedacht hebben„Hè, dat's een van de onzen." We namen aan het hoekje bij den haard in diepe fauteuils plaats. Ik kom eens hooren, professor, hoe u de drukke dagen, die achter u lig gen, bekomen zijn. Ik meen dezer da gen in de bladen gelezen ie hebben, dat de correspondent van de Rolt. Courant in Keulen vond, dat Dr. Leyds en u nog al gesloten geweest waren. Dat laat zich echter heel goed verklaren, vind ik. Gedachtig aan het spreekwoord wie zich aan een ander spiegelt, spie gelt zich zacht, zal ik me daarom heel bescheiden bij een paar „liarmlose" vragen bepalen. Die dagen in Keulen moeten, dunkt me. onvergetelijk voor u geweest zijn, maar wel vermoeiend, is 't niet Mijn vis-è.-vis had mij met een lachend gezicht aangehoord, schoof een laag rooktafeltje naar mij toe en bood me een sigaar aan. Vermoeiend Dat is te zeggen, heel veel geslapen heb ik in Keulen niet, want alle nachten was er een ge weldig leven op het Domplein. Voor den president was dat zoo erg niet, had hij luimig tegen ons gezegd, want hij is aan één oor doof. Ilij ging dan maar op het goeie oor liggen, dan sliep hij best door de drukte heen. Hebt u in Keulen het gezelschap opgewacht Neen, ik ben in Luik in den trein gekomen, waar professor Van Hamel zijn taak aan mij overdroeg. Maar het is een heele toer geweest, om den trein te naderen. Ik heb als 't ware moeten vechten om op het perron te komen. De autoriteiten hadden daar totaal hun hoofd verloren en de stationschef luis terde ternauwernood naar mij, toen ik mij bekend maakte cn hom verklaarde dat ik per se in den salonwagen moest. Het volk was in I.uilc echt Belgisch- lawaaierig en wilde met alle geweld de cordons van de soldaten verbreken. Do jonge soldaatjes konden ben met hun geweer, waarop ze de bajonet ge stoken hadden, ternauwernood van zich afhouden. Ze werden op alle mo gelijke manieren door het volk gesard, liet is maar goed, dat het niet lang ge duurd heeft,er hadden anders heel licht opstootjes kunnen ontstaan. Ik vond, dat de ontvangst nergens zoo goed ge regeld was als in Holland. Zoo Bent u nog meegereisd naar Holland 11c dacht, dat u gisterenavond van Keulen weer hier was gekomen. Neen, vanmorgen met den nacht trein uit Holland. Tot aan de grens ben ik in functie geweestvan daar heb ik den tocht tot Ben Haag meegemaakt, omdat ik daar graag bij tegenwoordig wilde zijn, en dadelijk trof het mij dat de ontvangst overal in Holland veel waardiger was en dat het veel ordelij ker toeging, ofschoon er ontzaglijke inenschenmassa's op do heen waren, en deze menigte schetsen I Thyra keek over haar schouder, doch eerst na een korte aarzeling ais vreesde ze, niettegenstaande de geruststellende woorden harer pleegmoeder, een onbescheiden heid te begaan. Nu was echter haar belangstelling zeer spoedig ge boeid. Wat een wonderschoon gelaat! En daar is het nog eens... en daar! Wal moet het in Eriks smaak heb ben gevallen dat hij dien mooien kop zoo dikwijls heeft geteekend! Werkelijk, drievier vijfmaal! En hier de geheele fi guur, een dame in riikleed, naast haar paard, 't Is dus een of ander voorname dame. Maar vindt je het niet vreemd, Thyra, dat een voor name dame zich /.oo dikwijls door hem heeft laten afbeelden Maar als Erik er haar nu om verzocht heeft, lieve moeder I Wie een schoon gelaat heeft als dit jonge meisje zou heel verkeerd doen een schilder zulk een verzoek te wei geren. Zoo? Vindt jc dat? Je zoudt dus ook den eersten den besten wildvreemden kunstenaar toestaan jc naar zijn wensch een half dozijn malen uit te teekenen. alleen om- Tiet was vooral goed óverlegd om in Den Haag door het groote koor den psalm te laten zingen, terwijl de trein het perron binnensioomde zoodoende kon het gezang niet door schreeuwen en juichen overstemd worden. De in tocht in Den Haag was in één woord greotsch. Ik Leb b'j dc verschillende stations, waar we stil hielden, Arnhem, Ede, Zeist, Utrecht dikwijls mijn hart vastgehouden met het oog op ongeluk ken, maar het is alles goed afgeloopen. Terwijl de deputaties uit Wageningen b. v. op het smalle, hooge perron in Ede redevoeringen hield, snorde er juist een sneltrein voorbijwij had den van den waggon uit don trein zien aankomen. Hoe licht hadden daar on gelukken kunnen gebeuren. Bij de ontvangst in Keulen schijnt het een cclitc Janboel geweest ta zijn, is 't niet Ja, liet was bijna angstig de men- schenmassa's te zien, die onstuimig naar voren drongen. Onze trein kon eenvoudig niet verder, omdat de rails dicht bezet waren met menschen. Zoo doende kwam de wagen van den presi dent aan een verkeerde 'plaats te staan, vlak bij den met planken overdekten diepen kuil. De menschcnmassa's dron gen van achteren op en 't. publiek, dat vooraan stond, meestal dames on hoe ren, konden zich niet meer staande houden en stortten in de groeve. Heeft de president het gezien Er werd zeker ijselijk gegild Ik geloof niet, dat de president het ongeval gezien heeft. We gingen zooveel mogelijk voor hem staan. Het j gegil werd geheel overstemd door het j donderend gejuich van dc opdringende menigte, die natuurlijk niet kon zien, wat vooraan gebeurde. Dien eersten Zaterdagavond was er nog al veel dronken volk op de been. De meeste werklui, die van 6 uur vrijaf krijgen en hun weekloon geïnd had den, waren min of meer in een roes van opgewondenheid, deels door do feest vreugde, deels door de ..kleine verheu ging", die ze zich in de uren van 6 tot 12 gedronken hadden. Toen we einde lijk goed en wel in het hotel aankwa men, zei de president goedig tegen ons: Zijn huUè nog wel levend Dc volgende dagen was er den heelen dag altijd een heel ander publiek op het Domplein aan liet betoogen en jui chen, hoofdzakelijk dames cn heeren uit de eerste kringen van de stad. Hebt u den president dadelijk goed kunnen verstaan en sprak Dr. Leyds Afrikaansclx met hem In het begin viel het mij wel een beetje moeielïjk hem te verstaan, maar dat wende heel gauw. Dr. Leyds sprak uitstekend Afrikaansch, maar ik ge loof, dat een geboren Afrikaander er toch nog wel onderscheid in zou hoo ren." Hebt u nu ook den indruk gekre gen, dat de president van meening is, dat hij in zijn zending zal slagen Ik merkte, dat ik glad ijs betreden had, want professor bracht het gesprek op een ander terrein door te zeggen Eén ding in Keulen was uitstekend in orde, ik bedoel het hotel. De groote salons met het groote middelbalcon en de heide zijbalcons waren uitnemend geschikt voor recepties en voor eventu- eele toespraken aan het volk. En gek scherend vervolgde professor Du Bois Wanneer u bijgeval ooit nog eens Staatspresident mocht worden, weet u al vast, waar u moet afstappen Top, ik hoop er aan te denken, professor, antwoordde ik, lachend op staande. Maar u zult mij dan, hoop ik, ook de eer aandoen, mijn tolk le zijn. Komt u a. s. Donderdagavond in de club? Mijnheer P. zal aquarellen ten toon stellen, zooals u weet. Dat's waar ook. Ja, ik kom vast, na de bestuursvergadering. Dus, tot weerziens, Donderdag 1 K. Gemengd Nieuws. Donderdagmiddag is „Sir Roger", een bekende Glasgowsche figuur, met den kogel terechtgesteld. „Sir Roger" was 27 jaar oud en het was meer zijn toomloos karakter dan zijn leeftijd, die hem zijn doodvonnis bezorgde. 's Morgens had men in alle stilte de toebereidselen gemaakt, doch tegen het uur der terechtstelling was niettemin een talrijke menigte tegenwoordig. Twee onderofficieren van de Royal Scotls Fusiliers en een geweermaker waren aangewezen het werk te ver richten. Zij hadden een bijzonder soort geweer en extra krachtige ammunitie dat hij je zei dat hij je schoon vond Ik ben er wel zeker van dat zoo iels me niet zal overkomen. Bovendien weten we in 't geheel niet of Erik voor die mooie, deftige dame slechts een wildvreemde kunstenaar is geweest. Hij heeft ons in de laatste maanden zoo wei nig omtrent zijn omgang en zijn levenswijze geschreven Ja, juist tegenovergesteld aan zijn vroegere gewoonte. Maar als deze hier tot zijn omgang behoord had, zou ik me daarover maar heel weinig verheugen. Hé, vindt u ze dan ook niet be wonderenswaardig schoon Ze heeft een trotsch, hoogmoe dig gezicht, dat weinig hart ver raadt. Ze hield op, want even werd zacht aan de kamerdeur getikt en een behoedzaam gedempte stem fluisterde door de reet De genadige freule van Elvers- höh is beneden en vraagt of ze niet een van de dames zou kunnen spreken. Zo zou gaarne van uzelf vernemen, hoe het met den heer schilder gaat. Thyra wierp me vrouw Hallaser een vragenden blik loe. en noxuen stelling op enkele passou van het hek, waarachter de veroordeelde rustig stond te wachten. Op het bepaalde tecken klonken de drie schoten tegelijk. „Sir Roger" stond nog onbewegelijk, hoewel, naar het scheen, wat versuft van den knal. Toen werd een tweede salvo gelost. Andermaal stond „Sir Roger" pal, slechts het hoofd zakte een weinig om laag. Eindelijk bij het derde salvo viel de terechtgestelde neer. En de dierentuin van Glasgow had een levenden olifant minder. Drooggeloopen moer. De Engelsche ontdekkingsreis! ger Wilson heeft, bii het doortrek ken van de Kalahari-woestijn be nerkt dat het Ngami-meer. ten van de Zambesi, absoluut droog- geloopen is. Dergelijke verdwijnin gen van meren zijn in Afrika niet zeldzaam.. Eergvorscbuiving. Tusschcn Ballendar en Ehrenbreit- stein is een gedeelte van den straatweg en da spoorbaan bedolven onder een zes meter hooge laag rotson en aard, welke over een lengte vnn 120 nieter van den bergwand zijn afgeschoven. Men is dadelijk aangevangen met het opruimingswerk, hoewel men nog ver dere afstortingen vreest, ld de Nijverheid moordda diger clan cle oorlog? In de Engelsche ..Labour Gazet- te" is beweerd, dat wanneer men j vergelijkt het aantal gesneuvelden en gewonden in den oorlog met het aantal personen, wien bij den ar beid een ongeluk overkomt, dit laatste cijfer aanmerkelijk hooger zou zijn. In de eerste acht maanden van 1900 werden in Engeland 3058 ar beiders gedood en 59,274 gewond veel meer, dan het geheele aan tal dooden en gewonden sinds het begin van den Zuid-Afrikaanschen oorlog bedraagt, schreef liet blad. Een schrijver in de ..Nineteenth Century'' komt tot een geheel an dere slotsom. Hij schat de gemid delde sterkte van het Britsche leger in Zuid-Afrika (in 't begin waien er minder, later meer) op 5200 of ficieren en 188,000 man. „liet lot dat dezen 5260 Britschen officie ren trof," schrijft hij, „was zonder weerga wanneer men do ervaring van andere veldtochten raadpleegt. Niet minder dan 3S4 officieren wer den gedood of stierven aan hunne wonden, 152 stierven aan ziekte en Ü05 werden alleen gewond. Men krijgt nu dat gedood werden of aan hunne wonden stierven73 per duizend, aan ziekte 28.9 p. d.ge wond 193 p. d. Te zamen (gedood en gewond) 294.9 per 1000. Met an dere woorden, van elke vier Brit sche officieren werd er één gewond; van elke tien een gedood. En hierbij is nog de menigte of ficieren, die wegens ziekte in de hospitalen werden opgenomen, ge heel buiten rekening gelaten. De sterfte van officieren in de zen oorlog zal, naar de schrijver opmerkt, altijd merkwaardig blij ven. En nu de mannen, die cle geva ren van fabrieken en werkplaatsen voor die van den oorlog verwissel den. Van de 188.000 man werden 3S38 gedood en stierven aan hunne won den: 5900 stierven aan ziekte en 12,681 kregen een niel-doodelijke wond. Naar verhouding krijgt men aan manschanpen (onderofficieren in begrepen) gedood of aan wonden gestorven 20.5 per duizend; een zickteigestorven 31.4 p. m., ere wond 67.4, te zamen 119.3 per 1000. In het algemeen kan men dus zeggen, dat 1 per 11 mannen in den oorlog gedoocl of gewond zijn, 1 per 15 gewond en 1 per 20 aan wonden of ziekte gestorven. Onjuist is het nu, zegt de heer Kitchin, deze sterfte- en verwon- dingscijfers te vergelijken met die in de nijverheid. Een groot aantal dor manschap pen die nu in Zuid-Afrika omkwa men, zou, onder gewone omstandig heden en zonder aan een oorlog te hebben deelgenomen, toch zijn ge storven ten gevolge van de gewone gevaren van den dienst buitens- Een genadige freule van El- vershöh? Die ken ik niet. maar daar ze zoo vriendelijk is naar Erik te komen vragen, dien ik toch wel naar beneden te gaan om haar te woord te staan. Zeker, kind, ik verzoek er je om, want zooals je weet kan ik me met de Duitsche taal zoo slecht be helpen. In de dompige kamer gelijkvloers, die het wakkere echtpaar Henning als woon- en slaapkamer gebruikte, stond Edith bij de tafel te wach ten met haar koninklijke gestalte in een eenvoudig zwart rouwkleed je gehuld. Ik dank u, juffrouw, dat u aan mijn verzoek heeft voldaan. Ik kon me niet langer tevreden stellen met de schaarsche berichten, die dokter Harmsen me verschafte. Het liet me geen rustdoch ik vergat dat u me nog in 't- geheel niet kont. Ik heet Edith von Linderode. En u is juffrouw Thyra Jensen, de pleegzuster van den heer Erik Hal lager, niet waar? Met den eersten blik had Thyra in de schoone, voorname vreemde linge het origineel herkend van de scheisen, die ze zooeven in Eriks schetsboek had bewonderd. En ze lands. Volgens levensverzekeraars, bedraagt de sterfte onder de Brit sche treepon in landen als Zuid- Afrika 15 per 1000. Van de solda ten, die aan ziekte stierven, zou i5' per 1000 ook in vredestijd zijn' overleden, en het verschil van 16.4' per J0O0 moet alleen worden toege-j schreven aan hot oorlogsgevaar. Wat loeren nu de cijfers van do ministeries van koophandel en van', binnenl. zaken over de ongevallen' in de nijverheid? Wanneer mc-n leest, dat in het- jaar van September 1899 tot Augus tus 1900 4308 personen gedoocl en. 89.042 gewoncl werden bij ongeval-- icn in de nijverheid, staat men ont-, zot. Maar wanneer gij verneemt,, Uit gedurende dat jaar niet minder can 5*416,043 menschen aan het ge-' vaar. zulk een ongeluk to bekomen, waren blootgesteld clan vorscluj- nen do cijfer# dadelijk in een an der licht. Hot gevaar, dat elk werk-, man loopt, is dus zeer klein. Het sterftecijfer por 1000 arbeiders komt op nies itinöv dan 0.79 c.n het ongeval:oncijfor od 16.44 Dat wil zeggen, dat ciit jaa; 1 per 1260 werk lieden gedood en 1 per CO gowond werden. Die- cijfers zinkon in het niet in vergelijking met de gevallen van sterfte en verwonding in den oor log. Het cenig© beroep dat wat ge vaarkans betreft, met den werkelij- ken dienst in het leger kan worden vergeleken, is dat van een zeeman, c'at zest maler- zoo gevaartijk is als hoi cr.ijnwerk, of oen arbeid op spoorwegen er. bijna 40 ma en zoo gevaarlijk als bet werk in fabrie ken. Dit lage percentage i# hieraan to danken, dat hel aantal fabrieks arbeiders 3,755,206 ontzaglijk veel groot-er iu dan dat van andere groepen. Alles bijeengenomen, be droeg in den oorloc dc kans 'n on geval te krijgen 87.9 per 10Oö tegen. 17.23 per duizend in andere bedrij ven, zoodat cle mannen der reser ve, die hun bedrijf verwisselden, voor clen legerdienst, hun dnge- lijksch gevaar, verf'ond te wor den, verviifvoudigtAn en hoven dien aan alle kansen van ziekte on-, derhevig waren. Por trein don Mont-Blaüc op. Er zijn ernstige plannen in beraad genomen om ook den Mont-blanc, on zen hoogsten Kuropeeschen berg, tot een uitstapje tc maken voor eiken plei- zierreizigor, die er de kosten van zijn retourtje voor over heeft om le kunnen zeggen het hoogste punt van ons wo- relddeel te hebben betreden. Men denkt er over het Jungfrau-voorbeeld te vol gen en ook langs den Mont-blanc een electrische spoorweg aan te leggen. De minst moeilijke weg zou zijn die langs den Savoyaardschen kant, omtrekken de van het dorp Houches. Er zouden twaalf stations onderweg komen, waar alle gemakken voor de reizigers te vinden zouden zijn en die dan tevens worden ingericht om door middel de zer halten een meer geleidelijken kli- matologischen overgang te kunnen verkrijgen. Do lengte der liju zou 18 kilometer zijn. Telefoon tusachen Parijs en Rome. Men is reeds zeven maanden mot den aanleg bezig van do telefonische verbinding tusschen de Fransclie en de Italïaansche hoofdstad; het work brengt groote moeilijkheden mee. Men hoopt in den zomer van 1901 gereed te zijn. De draden zijn in het gebi,\1 der Italïaansche alpen reeds gereed, de kosten waren alleen voor dit gedeclio f 350.000. Men is nu bezig met den aan leg der lijn langs Turijn, Novi, Genua tot aan Rome. Ook in de Fransclie Ai- pen is men bard aan het werk.. Werkverschaffing. ïn Elberfeldt wendden de werkloo- zen zich tot het gemeentebestuur o hulp. De raad liet een onderzoek stellen en nu bleek, dat er ongeveer' 500 werkloozen waren, meest grond werkers. Daarop besloot do raad ver schillende werken, die geen haast hadden, direct te doen uitvoeren. O a. wordt een nieuwe gemeentelijke volts-, speelplaats gemaakt voor ruim 1-iöÜO mark. Beter dan „Hinten kloppen". wist niet hoe het kwam dat deze. ontdekking bij haar een eigenaar dig beklemd gevoel deed ontstaan en dat ook zij in het klassiek, re gelmatig gelaat een oogenblik een kouden, 1 eel ij ken trek meende te ontdekken. Doch dit was werkelijk maar voor een oogenblik. Een se conde later had haar gezond oor-, deel die dwaze neiging overwon nen en met volkomen ongedwon-" genheid legde zij haar rechterhand in de aangeboden hand harer be zoekster. Ja, dat ben ik. zeide zij een voudig; wist u dan dat ik bestond? Wie zou met Erik Hallager be-; vriend kunnen zijn zonder iets van; u te weten! Ik heb geen uur in zijn- gezelschap doorgebracht dat hij me niet van zijn goudharig zusje Thy-; ra sprak. Hij lieeft u zóó lief, dat) u er trolsch op mag zijn. juffrouw!] Ze hield de jeugdige Noorweeg-, sche zeer scherp in het oog, terwijl? ze op den beminnenswaardigste!)! toon tot haar sprak en het vroolijk; op helderen van het mooi gezichtje kon haar daarom niet ontgaan, -'i Maar ze had looh misschien oopj ander antwoord verwacht dan zij' ontving. Want Thyra antwoordde zonder cenig toeken van vertegen*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5