Voorwereldlij ito dieren To Leinefaldo zijn in eon steenbak kerij bij het graven op 6 meter diepte •overblijfselen van uitgestorven dier- 800! gevonden. O. a. een versteend voetbaen van een neushoorn en een reusachtige tand, van een neushoorn pl Yan oen mammouth. Een merkwaardige visch. De „Smithsonian Institution" ont ving voor eenigen tijd een zeer zonder ling soor tvan visch, die bij de banken van Gloucester, Massachusetts, gevan gen was. Het dier heeft den naam van Chiasmodus niger, en zijn voornaam ste eigenaardigheid bestaat daarin, dat het door zijn buitengewone gulzigheid e-r toe geleid wordt om visschen in te slokken, welke tweemaal zoo groot zijn als hij zelf is, en viermaal meer wegen. Onmogelijk 1 zal men zeggen. En toch is het zoo, zooals uit hot volgende mis schien wel duidelijk zal worden, even als het beweren, dat hij zich na zijn diner min of meer opgeblazen moet ge voelen. Het dier wordt tot die buitengewone krachtsontwikkeling in staat gesteld doordien de bek zeer diep ie uitgesne den, de tanden gekromd staan en de maag op het punt van rekbaarheid vooral niet voor gomelastiek onder doet. Wanneer hij zijn prooi beet heeft en zijn middagmaal begint, is het alsof zijn kaken tegen den visch opschuiven, waardoor deze langzamerhand in lengte afneemt, en eindelijk geheel in het lichaam van den chiasmodus niger verdwijnt Merkwaardig is het, dat de prooi dubbelgeslagen in de maag van dit zonderlinge dier ligt. Zoodra het ver- terings- en ontledingsproces begint en gassen ontwikkeld worden, wordt de uitgezette tnaag lichter dan het overige van het lichaam, zoodat de visch om lijn lange as wentelt en met zijn maag boven, in het water blijft liggen. In dezen toestand is het dier volkomen hulpeloos en kan dan zeer gemakke lijk gevangen worden. Intusschen ko men exemplaren van deze soort hoogst zelden voor, en is ait nog maar de der de die men kent. Ds eerste werd, als een afschrikkend eaoifeeeld voor alle gulzigaards, na een stevig maal, in de zee drijvende gevonden in de nabijheid van Madeira, en den tweeden ving men hij de Kaap de Goede Hoop. De derde nu is tien Engelsche duimen lang en heeft een visch in zijn maag, die acht tien engelsche duimen lang is. Slechts wanneer men het lange en smalle lichaam van dit dier vergelijkt met zijn ronde platte gedaante, die het, na het inzwelgen van zijn prooi, aanneemt, kan men zich de mogelijk heid voorstellen van 't geen het de ge woonte heelt met zoo'n goed gevojg te verrichten. Smokkelarij in Frankrijk. Uit Roubaix wordt gemeld, dat de grenswachters een met twee paarden bespannen wagen hebben aangehou den, die uit een weverij kwam, welke op 150 meter van de grens is gelegen. De bedoelde fabriek is het eigendom van een Hollander v. d. II.; de eige naar houdt zich in ons land op. 'fus- scben de jutegoederen, die in den wa gen lagen, is 1600 kilo tabak gevonden ter waarde van 25„000 frs. De koetsier wist te ontvluchten; wagen en paar den zijn aangehouden. Een dubbele moord in Frankrijk. Zondag is te Bauvais door den melk boer, die naar gewoonte bij mevrouw do wed. Jouvenelle melk bracht een dubbele moord ontdekt. Mevr. Jouvenelle en hare dienstbode waren beiden op vreeselijke wijze ver moord. Eerstgenoemde had twee mes steken van de neus tot in de hersenen. Do meid had drie steken bekomen, waarvan een doodelijk in den hals. Diefstal moet de aanleiding tot den moord zijn geweest. Drie arrestatiën hebben reeds plaats gehad „doch hebben geen verder licht in de zaak gebracht. Een spoorwegongeluk en zijn gevolgen. De heelkundige universiteitskliniek te Heidelberg heeft een rapport open baar gemaakt naar aanleiding van het Heidelberger spoorwegongeluk in Oc tober. Dit is zeer leerrijk. De zwaarste Verwondingen werden opgeloopen in het achterste gedeelte van den laatstcn wagen en la den Sen wagen van achte ren, alsook op het voorste platform van den 2en wagen van achteren. De passa giers van den 2en wagen van achteren kwamen er betrekkelijk goed af, omdat deze wagen in de hoogte werd gescho ven en van boven neerplofte op den Sen van achteren. Alle passagiers hoorden den naderenden trein, maar de mees ten geloofden, dat hij in tegengestel den richting zou voorbijrijden. De per sonen op het achterste platform kon den ongelukkig den aansnellenden trein niet zien komen, omdat het plat form aan de achterzijde door een plaat ijzeren wand was afgesloten. Iemand die daar stond, hoorde de machine en maakte zich gereed met twee anderen eraf te springen, maar de conducteur wilde hem aan den jas terughouden. Hij rukte zich los en kwam er meteen dijbreuk af. De conducteur bleef als een slachtoffer op de plaats dood. Een heer in de laatste coupé wou in de grootste haast uit het venster springen; zijn buren, twee studenten, geloofden dat hij gek was geworden en hielden hem vast. Om beter te kunnen toegrij pen sprong de een op de bank. Deze kwam er heelhuids af. De andere bleef tusschen de banken staan, hem werden de beenen verbrijzeld. Een anderen passagier keek uit het venster, maar reeds was de machine vlak bij en hij kon nog juist zijn hoofd terugtrekken om niet onthalsd te worden. Zijn bee nen kon hij niet meer opheffen en hij kreeg een dijbreuk. Alles te samen eisclite dit ongeluk ongeveer 140 slacht offers. Bij vergissing t©r dood ver oordeeld. Zaterdag is uitspraak gedaan in een bekende moordzaak te Parijs in de rue de Malte. Hetgeen daarbij gebeurd is, doet gebeel denken aan het eerste deel van Tolstoi's Wederopstanding, waar hij beschrijft de vergissing, die de prins met de veroordeeling van een der hoofdpersonen van den roman begaat. Ook hier waren requisitoir en plei dooien afgeloopen en had de jury zich teruggetrokken om over het schuldig te oordeelenzij bracht als haar ver dict uit, dat een der beklaagden Jeanne Leroy, onschuldig was en twee ande ren beklaagden onder verzachtende omstandigheden schuldig waren. Een vierde beklaagde Lévy, bijgenaamd Milo, werd schuldig verklaard aan me deplichtigheid aan moord op aanwij zing en medeplichtigheid aan diefstal, op den moord gevolgd. In de pauze, die intrad toen het hof over de straf ging beraadslagen, ver nam de jury met verrassing van de ad vocaten, dat door haar verdict Milo ter dood veroordeeld zou moeten worden. De voorzitter der jury trachtte bij het heropenen der zitting het misver stand uiteen te zetten, doch de presi dent van het hof liet hem niet aan het woord komen en Milo werd daarop ter dood veroordeeld. De zitting werd opgeheven te midden toner groote ontroering'. De juryleden haastten zich naar het kabinet van den president van het hof om een verzoek schrift om gratie voor Milo te teekenen, daar zij dezen beklaagde minder schul dig aihlten dan de twee anderen, die tot h venslangen dwangarbeid waren verouroeeld. Vuurtorens. De oudste nog bestaande vuurto ren, moet die van Corunna in Span je zijn. Hij werd onder de regee ring van Keizer Trajanus gebouwd en in 1534 geheel en al vernieuwd. Ook Engeland en Frankrijk heb ben vuurtorens, die nog uit den tijd der Romeinsche veroveraars afkomstig zijn. De beroemde Cor- doran-toren van Frankrijk aan de monding der Gironde. werd in 1611 onder de regeering van Hendrik IV voltooid. Nadat hij reeds 887 ja- ren zijn dienst verricht bad, werd hij nog altijd voor een der schoon ste vuurtorens der aarde aangezien; alleen het licht daarvan is in den loop der tijden versterkt geworden. De beroemde Pharos van Alexan dria overtreft dé beide genoemden, want hij werd reeds in 250 v. Ghr. gebouwd. Wel is waar wordt bij niet door de meeste menschen als een eigenlijke vuurtoren beschouwd Een nieuw Euitsch geweer. Een Duitsch instructiebataljon is eenigen tijd gewapend geweest met een door een Noor uitgevonden geweer. De "uitslag van de proefneming moet zoo zeer hebben voldaan, dat do Keizer be vel heeft gegeven, dat een geheele divi sie van het Hanoveraansche legercorps rnet het geweer zal worden gewapend. Het nieuwe wapen moet een bijzon der groote doordringingskracht heb ben, die alles op dit gebied overtreft. Er bestaat reeds een internationaal syndicaat, dat de vervaardiging zal exploiteeren van het nieuwe geweer. BEajesteiteEohennia. De weigering van den Duiischen Kei zer om president Kruger te ontvangen heeft een reeds vroeger uitgehaalde grap weer eens gelegenheid gegeven om te Berlijn geplaatst te worden. Iemand zegt in het publiek „De Kei zer is gek." Dadelijk is er natuurlijk een agent van politie bij, die den man wegens majesteitsschennis naar het bureau wil meenemen. De gearres teerde verdedigt zich en roept„Maar ik heb toch niet gezegd, dat onze Kei zer gek is." En altijd antwoordt dan de agent weer „Geen ander kan be doeld zijn." De man wordt weggeleid, de omstan ders hebben pleizier en de gevangene wordt aan het bureau weer losgelaten. Aanzien lijk "Eg gelach huwelijk Het nieuwsgierige publiek in Enge land heeft do lucht gekregen van een nieuw in het geheim voltrokken hu welijk. Het moet dat van lord Wemyss zijn, die reeds 82 jaar oud is, met een miss Grace Blackburn. De jonggehuwde is schoonvader van den Engelschen minister van oorlog John Brodrick, terwijl zijn oudste zoon gehuwd is met een zuster van George Wyndham, minister van Ierland. Lord Wemyss moet een prachtige grijsaard zijn. Hoe oud zijn echtge- noote is, wordt niet gemeld. Millioen en. De erfenis van wijlen Vanclerbilt is geregeld de formaliteiten zijn in het reine en men lean do bijna 200 millioen gulden gaan verdeelen. Alfred Van- dcrbilt, hoewel tweede zoon, erft het grootste deel 44 millioen dollars, en Cornells, de oudste zoon, wiens huwe lijk met miss Grave Wilson hem zijns vaders ongenoegen op den hals haal de, ontvangt slechts 7 millioen dollars, evenveel twee andere kinderen Gladys en Reginald. Het erfdeel van mevrouw Ilarry Payne Whitney is 8 millioen dollar. De weduwe ontving slechts twee mil lioen, doch daarbij komt een jaargeld van 250,000 dollar. De executeurs-teste- mentaires, de heeren Chauncey, De- pew en Rossiter, verschillende bedien den en ook weldadige instellingen krij gen giften van te zamen een half mil lioen dollar. Ten slotte krijgt de schatkist 520,000 dollar en beloopen de honoraria van controleur en attorney 102.000 dollar. Eruger'a handen. De Vie Illustrée geeft eenige beschou wingen van de beroemde" chïroman- clenne mevrouw De Thèbes over de handen van President Kruger, waar van ook een afbeelding wordt gegeven. De linkerhand heeft geen duimde vinger werd door Kruger zelf met zijn jachtmes afgesneden, toen die door een geweerongeluk zwaar gekwetst was. De linkerhand is volgens de chiroman- cienne de hand der fataliteit, de rech ter die van de wilskracht. De spatel- vormige nagels der linkerhand duiden op actie en kracht. De wijsvinger, lan ger dan de andere, spreekt van een groote. autoriteit zonder daarbij te re deneeren en van brutale kracht. Kru ger moet een landman zijn van een- rechte, eerlijke natuur. De rechter hand is vierkant en wijst op nadenken. De wijsvinger is hier even lang als de middenvinger, die van intuïtie spreekt alvorens te handelen, ook van duide lijk begrip, helder en juist. De overeen komende lengte is iets zeer zeldzaams, volgens mevr. De Thèbes. De duim spreekt meer van ijzeren wilskracht. Beide handen toonen aan, dat noch lichamelijk, noch geestelijk lijden veel invloed oefenen op den president. De lengte van sommige vingers teekent hem als idealistzijn liefde voor den Bijbel zou daaruit voortkomen. Daar de chiromancienne den binnenkant der handen niet heeft gezien, kan zij zich niet uitspreken over de toekomst. Het mag heel belangrijk zijn wat de beroemde chiromancienne ontdekt heeft, maar toch zullen er velen zijn, die zachtjes zeggen, dat zij 't zóó ook kennen. Spoorwegongeluk in Spanje. Zaterdag' heeft tusschen de stations Cordua en Belmer een treinbotsing plaats gehad met ernstige gevolgen. Men telt zeven dooden en 12 gewonden, die allen naar de eerste plaats konden worden overgebracht. Spoorwegbrug in gezakt. Dezer dagen is bij Differdingen een zeven meter hooge spoorwegbrug inge stort. terwijl een passagierstrein er over rted. De machinist en de stoker konden nog op 't goede oogenblik van hun machine springen. Drie personen werden op den slag gedood van de thai gewonden, die onder de puinhoo- pen werden gevonden, stierven nog twt'Oc POBtzeeeldef. Te Berlijn heeft de politie Iemand gepakt die er zich op toelegde, brieven uit de bussen op te visschen ten einde de postzegels er af te halen en die dan te verkoopen. Kruger en Leyds. Eens had Kruger een kleinen twist met dr. Leyds. Het onderhoud werd spoedig zoo heftig, dat Kruger uitriep: „een van ons tweeën moet de kamer verlaten." „Dan moet ik dat natuur lijk doen," zei Leyds, en crag weg, in de overtuiging, dat zijn verdere loop baan gebroken was. Maar nndderf in den nacht wordt er aan zijn deur geklopt, en daar staat de president, die berouw had gekre gen over zijn heftigheid, en op zijn paard was gesprongen oia naar Leyds te rijden en dezen te verzoeken, alles te vergeven en te vergeten. Een staaltje van Kruger's verdraag zaamheid is het volgende. Toen Leyds staatssecretaris geworden was, zei de president tot he nu „Wanneer gij u een eerlijk en rechtschapen staatsdienaar betoont, zal ik nooit er naar vragen,welke gods dienstige meening gij hebt?" Da fotografie ala geneesmid del voor d onkaards. Een vrouw kwam onlangs op de ge dachte, haar echtgenoot moest er zich toch eens van overtuigen, hoe hij er uit zag, als hij dronken was. Zij wist dit goed genoeg en helaas die veel vuldige ondervinding ook hare kin deren, alleen haar man en vader had ongetwijfeld een zeer onvolkomen voorstelling daarvan. De vrouw stuur de nu, toen haar man weer eens zwaar beneveld was thuis gekomen en in een diepen slaap gevallen- was, naar een fotograaf, wien zij opdroeg, haar man zooals hij daar op een leunstoel neer gezonken snurkte, af te heelden. De opname gelukte volkomen en toen het portret voltooid wsa, legde zij het haar echtgenoot bij zijn ontbijt op tafel neder. De man ontstelde van 'het walgelijke gezicht, dat dit portret hem aanbood en kon het toch niet voor valsch verklaren, daar de zon nu een maal niet liegt. Een verdere verkla ring was overbodig, het portret was een te duidelijke vermaning en de dronkaard begon naderhand werke lijk een nieuw leven. Dezer dagen holde eene oude dame met een cavalerie-sabel door de Rue des Champs te Parijs, tot groote ver bazing van de bewoners. „Leve Krugcrl Leve de Boeren!" riep zij, wild in het rond zwaaiende met haar geducht wapen. Twee agenten kwamen op haar af. Bij het zien van dezen, riep de dap pere dame: „Volgt mij soldaten van Frankrijk. Schaart u om mijn banier en laat ons onze Transvaalsche broeders van het juk der verdrukkers verlossen. Mij is be volen mij aan uw spits te stellen." De agenten plaatsten zich gewillig aan de zijden van deze arme krank zinnige en brachten haar bij den com- saris van politie. Daar verklaarde zij 65 jaar oud en van Iersche afkomst te zijn. De geest van kolonel de Villebois-Mareuil had haar gezegd, dat zij de Jeanne d'Arc der Boeren zou zijn. De commissaris liet haar naar een gesticht brengen, onder voorwendsel dat men haar naar het hotel Scribe zou leiden. Een prijsvraag. De „Bürgerschaft'" (iets als onze Tweede Kamer-) van Bremen heeft een prijsvraag met aanzienlijke prijzen uitgeschreven voor ontwerpen voor een nieuw gymnasium en een nieuwe hoogere burgerschool. De scholen moe ten in hygiënisch opzicht aan de hoog ste eischen voldoen en tegelijkertijd het schoonheidsgevoel der leerlingen ontwikkelen. Op geld wordt niet ge- Eeizer en Kanselier. Toen keizer Wilhelm graaf von Bü- low te Hamburg zijn benoeming tot rijkskanselier mededeelde verheugde deze zich natuurlijk zeer. Spoedig echter betrok zijn gelaat, waarop de keizer hem vroeg: Nu, Bülow? De graaf antwoordde, dat hij aan zijn vrouw dacht; tegen de betrekking van rijkskanselier had hij geen be zwaar, doch wel tegen het paleis van den rijkskanselier, want terwijl zij op het oogenblik in een keurig huis woon den, zou men in het rijkskanseliers- verblijf binnen een jaar niet met de groote schoonmaak gereed komen. Doe de gravin mijn groeten," antwoordde de keizer vroolijk, „en zeg haar, dat ik het mijne tot den groolen schoon maak zal bijdragen." Hoe graaf von Bülow deze woorden opvatte weet ik niet, zegt de bericht gever van de „Hamb. Nachr." in Ber lijn, misschien had hij wel gehoopt op een groote verbouwing van het pa leis... Wat hier van aan zij, eenige da gen later werd bij gravin Bülow oen zwaar pak afgegeven en wel op kei zerlijk bevel. Het bevatte... honderd pond zeep de beloofde bijdrage voor den grooten schoonmaak. Het moet waar gebeurd zijn. Het einde van oen ster. Het Fransche weekblad „Le Ménes- Irel" geeft een treurig relaas van het lot eener destijds beroemde zangeres, Antoinette Link, die een twintig jaren geleden in bijna alle Europeesche hoofdsteden als een „ster" schitterde en een schoone toekomst voor zich zag Toen zij zich echter in 1881 naai- Ame-, rika begaf voor een concerttournéo, maakte zij op de boot kennis met een Amerikaan, met wien zij zich weldra verloofde en, op het land aangekomen in het huwelijk begaf. Ongelukkig werd haar man ziek en de kunstena res gaf haar loopbaan op om haar echtgenoot te verzorgen, die nog zeven jaar leefde. In dien tijd had zij al haar gespaarde geld verleerd en ook den moed verloren weer voor het publiek op te treden, ofschoon zij haar prach tige stem nog goed bewaard had.'Haar vrienden bezorgden haar toen de be sturing van een familie-pension, voor welke taak zij echter in 't geheel niet geschikt was, zoodat zij hoe langer hoe meer achteruitging, totdat einde lijk eenige weken geleden haar gehee le inboedel, tot zelfs haai- piano, door haar schuldeischers verkocht moest worden en zij nit wanhoop hierover door vergiftiging een eind maakte aan haar rampzalig bestaan. Nieuwe moorden in China. De twee Engelsche kapiteins, die de Duitsehe zending te Kalgan vergezel den hebben met een escorte van 12 man verscheidene plaatsen ten oosten van Ivalgan bezocht. Zij hebben vernomen, dat de tao-taï van Kuei Oua-Ching het vermoorden van een honderd missionarissen, voor het grootste deel Scandinaviërs had bevolen, onder welke echter twee En gelschen, die den kapitein Watts heb ben vergezeld. Een honderd Chineesche christenen zijn ook omgebracht, na eerst ver schrikkelijk gemarteld te zijn. Heer (tot huwelijksmakelaar): Gij hebt mij schandelijk bedrogen- Gij zeide dat de vader van dat meisje dood was en nu blijkt mij, dat hij in het tuchthuis zit! Huwelijksmakelaar. Nu, ik Yraag u, is dat leven?I Uit een begrafenisredo. „Onze gestorven vriend was een groot rechtsgeleerde, die een schitte rende toekomst achter zich Iaat!" Failiggementen. Uitgesproken: Amsterdam, 6 Dec. A. Bok, schoenma ker aldaar; L. Buissink, winkelier, aldaar. In beide faillissementen: rech- ter-cominissaris mr. B. Simons. 's Gravenhage. 7 Dcc. Handelsven nootschap firma: M. van den Vijver Lzn., aldaar. Rechter-commissaris mr. II. A. van Rees. Tiel, 7 Dec. J. J. Engelhart, planter, te Maasbommel. Rechter-commissaris mr.; J. D. Pasteur. I-Ieerenveen, 7 Dec. G. Ruardy, bak- ker, te Blankenham. Rechter-commis-. saris mr. E. J. Dorhout Mees. Leeuwarden, 7 Dec. A. H. F' ^her, meubelmaker, te Dockum. Redder- commissaris mr. D. Z. van DuyL Alkmaar, 6 Dec. J. Elderbeek, land man, te Marken Binnen (Uitgeest), Rechter-commissaris jhr. mr. R. de Maries van Sv/inderen. Maastricht, 6 Dec. J. A. H. Ubaghs, koopman, te Maastricht. Rechtercom missaris mr. Pij Is. Geëindigd: G. M .de Groot, broodbakker, te Marum. V a r i a. Vrouw (tot haar man, die om 3 ur thuis komt): Hoe laat is het man? Man. Een uur, lieve. Juist slaat de klok drie, waarop de vrouw uitroept: En de klok slaat drie uuri Man. Belachelijk, vrouwlief, die klok stottert! Familieberichten. Getrouwd: 10 Dec. II. W. Hoekstra met B. Brouwer, Leeuwarden. Bevallen: 6 Dec. W. Hassshnan Canneman, z., Petjongaan (Koedoes), Java. 9. G. HeinsiusSchagen, z. Apeldoorn. Van Nauta LemkeAlsche, z., Amsterdam. C. P. VierhoutVan der Waeyen Pieterszen, d. Amsterdam M. KrantWorms, d.. Amsterdam. 10. G. GodefroiKattenburg, d., Am sterdam. Overleden: 5 Dec. A. van Haasber- gen, 45 j. Roubaix. 7. K. Smelik, 55 j., Purmerend. W. F. Luytjes, 49 j., Wa- geningen. A. O. CathRissoiade, 62 j. Joure. 8. J. A. von der Velde, 47 j., Amsterdam. Wed. A. T. Honigh Veen, 75 j., Wormerveer. J. E. Westen berg, 70 j., Arnhem. A. Gramsmu, 73 j., Leeuwarden. 9. B. Scir vink, '-■? Gorredijk, M. van der Veen, 77 j., Am sterdam. S. BosnakVan den Bog. 57 j., Amsterdam. J. G. Wagenaar, RL, Den Haag. Stoom vaartberich'cn. Hek stoomschip Merapi, van Rot terdam naar Java, passeerde 0 Dec, Sagres. Het stoomschip Oengaran, van Rotterdam naar Java. arriveerde 9 Dec. te Padang. Het stoomschip Ardj'oeno, van Ja va naar Rotterdam, vertrok 10 Dec. van Port Said. Het stoomschip Prinses Amah van Amsterdam naar Batavia, seerde 8 Dec. Kaap del Armi. Het stoomschip Priam arriveerde 8 Dec. van Amsterdam en Liver pool te Batavia. Het stoomschip Koning Willem III, van Amsterdam naar Batav'a. arriveerde-9 SouthampU .i. Het stoo-^senxp Burgemeester den Tex, van Batavia naar Amster dam, arriveerde 10 Dec. te Genu. Het dubbelschrr»efstoomschip Sta tendam, van de Holland-Amerika Lijn, van New-York naar Rotter dam, passeerde 10 Deo. des vin. 6 uur 40 min. Lizard. Het stoomschip Storfond, Hol- land-Amerika Lijn van Rotterdam naar Newport News, passeerde 9 Dec., des vm. 11 uur 45 min., Praw- lepoint. Het stoomschip Solo arriveerd Dec. van Tsingtau te Moji. Het stoomschip Lawoe arriveerde 10 Dec. van Java te RotteHum. Het stoomschip Soembawa arriveer de 10 Dec. van Amsterdam te Batavia. Het stoomschip Koning Willem II, van Batavia, naar Amsterdam, vertrok 10 Dec. van Perim. heid, zooals men iets zou zeggen dat vanzelf spreekt Ja, we houden zeer veel van elkaar. Ook thuis aan den Norang- jjord vergaat geen uur dat moeder en ik niet over hem spreken. En hoort u mijn naam voor cle eerste maal? Heeft Erik u niet 'over mij geschreven? Neennooit, verklaarde ■Thyra oprecht. Maar clat is niet te •verwonderen. Zijn brieven kwa men op 't laatst slechts met lange 'tusschenruimten en waren zeer 'kort. Het werk liet hem den tijd niet ons veel van zijn leven te ver halen. Dan moet mijn bezoek u toch zekerlijk eenigszins vreemd voor komen en ik ben een weinig in ver legenheidhoe ik u mijn betrekking tot den heer Hallager zal verklaren, zonder gevaar te loopen dat. er een •misverstand ontstaat. Door zijn ver blijf te Eichfeld waren wo eeniger- in ate huren geworden, want de be zitting Elvershöh, waartoe ook dit jÖorp behoort, is het eigendom van mijn familie. ïk maakte door een toeval tijdiens een wandelrit kennis met uw broeder toen hij in ons Jbosch zat te teekenen en t En daar teekendo. hij u met uw paard, niet waar? Ik heb de afbeelding reeds in zijn schetsboek gezien met al de andere portretten, die hij van u gemaakt had, en ik heb u natuur lijk terstond herkend. Ik behoefde dus volstrekt uw naam niet eerst te hooren om te weten dat'li met hem bevriend is. Dit alles klonk zoo argeloos en openhartig dat Edith's eerste ver moedens weer wankelden. „Deze kleine is öf een gansje," öf een slang", dacht ze. „want dat ze zelf slechts zusterlijke gevoelens voor hem zou koesteren, geloof ik in geen geval." Hardop zeide zij met dat innemend lachje, dat juist op haar trotsclï, koel gelaat zoo bij zonder trof Des te beter voor mij, want ik was al bevreesd dat u me voor heel indringerig zou aanzien. En nu. lieve juffrouw, laat u me toch voor alles vernemen hoe het met uw broeder gaat. Ket bericht van zijn ziekte trof me zoo onverwacht en deed me schrikken als een blik semstraal bij heideren hemel. Als me niet groot persoonlijk leed en heilige plichten op Elvershöh had den teruggehouden, zou ik ter stond' hiorheen zjjn geiild. Nu ech ter lees ik, tot mijn vreugde, op uw gelaat, dat zijn toestand niet zoo slecht kan zijn als dokter Harm- sen me voor eenige dagen deed vreezen. De warme deelneming van deze voorname jonge dame voor haar pleegbroer scheen nog steeds niets opvallends of bevreemdends voor Thyra te hebben, ja, het deed haar zelfs onmiskenbaar genoegen, over den dierbaren zieke met iemand te mogen spreken, die zich over de gelukkige wending in zijn ziekte niet minder gelukkig toonde dan zij zelf was. Met steeds even groote vriendelijkheid antwoordde ze op de talrijke vragen, die Edith haar deed, en spoedig was do barones omtrent allo kleine gebeurtenissen en wisselvalligheden der laatste da gen zoo volkomen ingelicht als hacl ze zelf aan Erik Hallagers ziekbed gezeten. Slechts aarzelend maakte ze zich na een spoedig vervlogen uur gereecl haar bezoek af te bre ken. Ik zou gelukkig zijn, lieve juffrouw zoo ik u en mevrouw uw moeder zee? spoedig op het slot Elvershöh welkom mocht heeten. Maar ik weet eigenlijk niet of ik u daartoe mag uitaopdigen, want ons huis is tegenwoordig een huis, waar rouw heerscht, en u zal bo vendien er moeilijk toe kunnen be sluiten uw geliefden patient voor eenigszins langen tiid te verlaten. Neen, daaraan is de eerste dagen en weken zeker niet te den ken, bevestigde Thyra op de haar eigene, oprechte manier. Sta me dus toe u voor de aangeboden gast vrijheid te danken alsof we die werkelijk genoten hadden. Zoodra de toestand van mijn, broer het me toelaat zal ik hem vertellen boe- veel vriendelijke deelneming u hem vandaag bewezen heeft. Neen, juffrouw Jensen, dat moet u juist in geen geval doen. Ik heb mijn bijzondere redenen u vriendelijk om stilzwijgen tegen over den heer Hallager te verzoe ken. Met uw toestemming zal ik nog meermalen terugkomen om naar zijn beterschap te vernemen, maar daarvan moet hij evenmin iets vernemen als van mijn bezoek van heden. .Ta, ik verzeker u zelfs nog meer dan dat. Ik verzoek u nooit mijn naam in zijn tegenwoor digheid te noemen en alles to ver mijden wat hem aan mij zou kun nen doen denken. Veel meer in zijn belang d:an in het mijne, richt ik zulk een zonderling schijnend verzoek tot u. Later, lieve juffrouw zal u natuurlijk ook de redenen keren kennen, die me daartoe dwingen. Voor 't oogenblik moet u me beloven ook zonder die ken nis mijn wensch ie vervullen. Het spreekt vanzelf dat ik zal doen hetgeen u me voorschrijft, zeide Thyra, zonder haar verwon dering te verbergen, maar ik dacht dat het Erik slechts genoegen zou kunnen doen als hi.i van uw be langstelling hoorde. Ook vreugde is een zieke niet altijd nuttig, lieve juffrouw. En ik herhaal dat u mijn verzoek zal begrijpen zoodra ik u eenmaal alles heb uitgelegd. Nu moet ik weg daar ook thuis een zieke mij wacht. Ik dank u voor de vriendelijke ont vangst en hoop u spoedig weer te zien. Het ga u wel. Ze drukte der jonge Noorsche de hand, knikte haar nog eens vriendelijk lachend toe en ging heen. Thyra stond oen oogenblik onbe weeglijk als iemand, die een ge wichtige gebeurtenis heeft béleeid en overdenkt. Toen klom zij lang zaam de steile, krakende trap op en trad met onhoorbare schreden de ziekenkamer binnen. Mevrouw Hallagea' hield nog altijd het schets boek van haar zoon in d'e handen en bezag do beeltenis van de on bekende, wier gelaat haar, trots zijn schoonheid, zoo weinig beviel. Thyra bewoog zich tot haar over en fluisterde, terwijl zij op een der portretten wees Ze w?v zoo juist hier. En zo is nog vew schooner dan Erik baar g et e eken.cl heeft. Maar we mogen er hem niets van zeggen dat 'ze hier is geweest. Dat heb ik moeten be loven. Mevrouw Hallager zag op. Uit- vorschend rustten haar blikken op. het gelaat van het jonge meisje,; waaruit zij nog altijd had kunnen lezen als uit een open boek. Wat moet die geheimzinnig heid beteokenen? In welke betrek king heeft zij tot hem gestaan, dat haar deelneming hem nu verhor- gen moet blijven Hoe zou ik haar daarnaar heb ben durven vragen, moedert Maar ik geloof, dat zij Erik zeer graag mag, en zeker geschiedde het nie' alleen uit beleefdheid dat ze hier kwam. De angstige bezorgdheid over hem heeft haar hierheen ge dreven. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 6