Voorwereldlij ito dieren
To Leinefaldo zijn in eon steenbak
kerij bij het graven op 6 meter diepte
•overblijfselen van uitgestorven dier-
800! gevonden. O. a. een versteend
voetbaen van een neushoorn en een
reusachtige tand, van een neushoorn
pl Yan oen mammouth.
Een merkwaardige visch.
De „Smithsonian Institution" ont
ving voor eenigen tijd een zeer zonder
ling soor tvan visch, die bij de banken
van Gloucester, Massachusetts, gevan
gen was. Het dier heeft den naam van
Chiasmodus niger, en zijn voornaam
ste eigenaardigheid bestaat daarin, dat
het door zijn buitengewone gulzigheid
e-r toe geleid wordt om visschen in te
slokken, welke tweemaal zoo groot zijn
als hij zelf is, en viermaal meer wegen.
Onmogelijk 1 zal men zeggen. En toch
is het zoo, zooals uit hot volgende mis
schien wel duidelijk zal worden, even
als het beweren, dat hij zich na zijn
diner min of meer opgeblazen moet ge
voelen.
Het dier wordt tot die buitengewone
krachtsontwikkeling in staat gesteld
doordien de bek zeer diep ie uitgesne
den, de tanden gekromd staan en de
maag op het punt van rekbaarheid
vooral niet voor gomelastiek onder
doet. Wanneer hij zijn prooi beet heeft
en zijn middagmaal begint, is het alsof
zijn kaken tegen den visch opschuiven,
waardoor deze langzamerhand in
lengte afneemt, en eindelijk geheel in
het lichaam van den chiasmodus niger
verdwijnt
Merkwaardig is het, dat de prooi
dubbelgeslagen in de maag van dit
zonderlinge dier ligt. Zoodra het ver-
terings- en ontledingsproces begint en
gassen ontwikkeld worden, wordt de
uitgezette tnaag lichter dan het overige
van het lichaam, zoodat de visch om
lijn lange as wentelt en met zijn maag
boven, in het water blijft liggen. In
dezen toestand is het dier volkomen
hulpeloos en kan dan zeer gemakke
lijk gevangen worden. Intusschen ko
men exemplaren van deze soort hoogst
zelden voor, en is ait nog maar de der
de die men kent. Ds eerste werd, als
een afschrikkend eaoifeeeld voor alle
gulzigaards, na een stevig maal, in de
zee drijvende gevonden in de nabijheid
van Madeira, en den tweeden ving men
hij de Kaap de Goede Hoop. De derde
nu is tien Engelsche duimen lang en
heeft een visch in zijn maag, die acht
tien engelsche duimen lang is.
Slechts wanneer men het lange en
smalle lichaam van dit dier vergelijkt
met zijn ronde platte gedaante, die
het, na het inzwelgen van zijn prooi,
aanneemt, kan men zich de mogelijk
heid voorstellen van 't geen het de ge
woonte heelt met zoo'n goed gevojg te
verrichten.
Smokkelarij in Frankrijk.
Uit Roubaix wordt gemeld, dat de
grenswachters een met twee paarden
bespannen wagen hebben aangehou
den, die uit een weverij kwam, welke
op 150 meter van de grens is gelegen.
De bedoelde fabriek is het eigendom
van een Hollander v. d. II.; de eige
naar houdt zich in ons land op. 'fus-
scben de jutegoederen, die in den wa
gen lagen, is 1600 kilo tabak gevonden
ter waarde van 25„000 frs. De koetsier
wist te ontvluchten; wagen en paar
den zijn aangehouden.
Een dubbele moord in
Frankrijk.
Zondag is te Bauvais door den melk
boer, die naar gewoonte bij mevrouw
do wed. Jouvenelle melk bracht een
dubbele moord ontdekt.
Mevr. Jouvenelle en hare dienstbode
waren beiden op vreeselijke wijze ver
moord. Eerstgenoemde had twee mes
steken van de neus tot in de hersenen.
Do meid had drie steken bekomen,
waarvan een doodelijk in den hals.
Diefstal moet de aanleiding tot den
moord zijn geweest.
Drie arrestatiën hebben reeds plaats
gehad „doch hebben geen verder licht
in de zaak gebracht.
Een spoorwegongeluk en zijn
gevolgen.
De heelkundige universiteitskliniek
te Heidelberg heeft een rapport open
baar gemaakt naar aanleiding van het
Heidelberger spoorwegongeluk in Oc
tober. Dit is zeer leerrijk. De zwaarste
Verwondingen werden opgeloopen in
het achterste gedeelte van den laatstcn
wagen en la den Sen wagen van achte
ren, alsook op het voorste platform van
den 2en wagen van achteren. De passa
giers van den 2en wagen van achteren
kwamen er betrekkelijk goed af, omdat
deze wagen in de hoogte werd gescho
ven en van boven neerplofte op den Sen
van achteren. Alle passagiers hoorden
den naderenden trein, maar de mees
ten geloofden, dat hij in tegengestel
den richting zou voorbijrijden. De per
sonen op het achterste platform kon
den ongelukkig den aansnellenden
trein niet zien komen, omdat het plat
form aan de achterzijde door een plaat
ijzeren wand was afgesloten. Iemand
die daar stond, hoorde de machine en
maakte zich gereed met twee anderen
eraf te springen, maar de conducteur
wilde hem aan den jas terughouden.
Hij rukte zich los en kwam er meteen
dijbreuk af. De conducteur bleef als
een slachtoffer op de plaats dood. Een
heer in de laatste coupé wou in de
grootste haast uit het venster springen;
zijn buren, twee studenten, geloofden
dat hij gek was geworden en hielden
hem vast. Om beter te kunnen toegrij
pen sprong de een op de bank. Deze
kwam er heelhuids af. De andere bleef
tusschen de banken staan, hem werden
de beenen verbrijzeld. Een anderen
passagier keek uit het venster, maar
reeds was de machine vlak bij en hij
kon nog juist zijn hoofd terugtrekken
om niet onthalsd te worden. Zijn bee
nen kon hij niet meer opheffen en hij
kreeg een dijbreuk. Alles te samen
eisclite dit ongeluk ongeveer 140 slacht
offers.
Bij vergissing t©r dood ver
oordeeld.
Zaterdag is uitspraak gedaan in een
bekende moordzaak te Parijs in de rue
de Malte. Hetgeen daarbij gebeurd is,
doet gebeel denken aan het eerste deel
van Tolstoi's Wederopstanding, waar
hij beschrijft de vergissing, die de
prins met de veroordeeling van een der
hoofdpersonen van den roman begaat.
Ook hier waren requisitoir en plei
dooien afgeloopen en had de jury zich
teruggetrokken om over het schuldig
te oordeelenzij bracht als haar ver
dict uit, dat een der beklaagden Jeanne
Leroy, onschuldig was en twee ande
ren beklaagden onder verzachtende
omstandigheden schuldig waren. Een
vierde beklaagde Lévy, bijgenaamd
Milo, werd schuldig verklaard aan me
deplichtigheid aan moord op aanwij
zing en medeplichtigheid aan diefstal,
op den moord gevolgd.
In de pauze, die intrad toen het hof
over de straf ging beraadslagen, ver
nam de jury met verrassing van de ad
vocaten, dat door haar verdict Milo ter
dood veroordeeld zou moeten worden.
De voorzitter der jury trachtte bij
het heropenen der zitting het misver
stand uiteen te zetten, doch de presi
dent van het hof liet hem niet aan het
woord komen en Milo werd daarop ter
dood veroordeeld.
De zitting werd opgeheven te midden
toner groote ontroering'. De juryleden
haastten zich naar het kabinet van den
president van het hof om een verzoek
schrift om gratie voor Milo te teekenen,
daar zij dezen beklaagde minder schul
dig aihlten dan de twee anderen, die
tot h venslangen dwangarbeid waren
verouroeeld.
Vuurtorens.
De oudste nog bestaande vuurto
ren, moet die van Corunna in Span
je zijn. Hij werd onder de regee
ring van Keizer Trajanus gebouwd
en in 1534 geheel en al vernieuwd.
Ook Engeland en Frankrijk heb
ben vuurtorens, die nog uit den
tijd der Romeinsche veroveraars
afkomstig zijn. De beroemde Cor-
doran-toren van Frankrijk aan de
monding der Gironde. werd in 1611
onder de regeering van Hendrik
IV voltooid. Nadat hij reeds 887 ja-
ren zijn dienst verricht bad, werd
hij nog altijd voor een der schoon
ste vuurtorens der aarde aangezien;
alleen het licht daarvan is in den
loop der tijden versterkt geworden.
De beroemde Pharos van Alexan
dria overtreft dé beide genoemden,
want hij werd reeds in 250 v. Ghr.
gebouwd. Wel is waar wordt bij
niet door de meeste menschen als
een eigenlijke vuurtoren beschouwd
Een nieuw Euitsch geweer.
Een Duitsch instructiebataljon is
eenigen tijd gewapend geweest met een
door een Noor uitgevonden geweer. De
"uitslag van de proefneming moet zoo
zeer hebben voldaan, dat do Keizer be
vel heeft gegeven, dat een geheele divi
sie van het Hanoveraansche legercorps
rnet het geweer zal worden gewapend.
Het nieuwe wapen moet een bijzon
der groote doordringingskracht heb
ben, die alles op dit gebied overtreft.
Er bestaat reeds een internationaal
syndicaat, dat de vervaardiging zal
exploiteeren van het nieuwe geweer.
BEajesteiteEohennia.
De weigering van den Duiischen Kei
zer om president Kruger te ontvangen
heeft een reeds vroeger uitgehaalde
grap weer eens gelegenheid gegeven
om te Berlijn geplaatst te worden.
Iemand zegt in het publiek „De Kei
zer is gek." Dadelijk is er natuurlijk
een agent van politie bij, die den man
wegens majesteitsschennis naar het
bureau wil meenemen. De gearres
teerde verdedigt zich en roept„Maar
ik heb toch niet gezegd, dat onze Kei
zer gek is." En altijd antwoordt dan
de agent weer „Geen ander kan be
doeld zijn."
De man wordt weggeleid, de omstan
ders hebben pleizier en de gevangene
wordt aan het bureau weer losgelaten.
Aanzien lijk "Eg gelach huwelijk
Het nieuwsgierige publiek in Enge
land heeft do lucht gekregen van een
nieuw in het geheim voltrokken hu
welijk. Het moet dat van lord Wemyss
zijn, die reeds 82 jaar oud is, met een
miss Grace Blackburn.
De jonggehuwde is schoonvader van
den Engelschen minister van oorlog
John Brodrick, terwijl zijn oudste zoon
gehuwd is met een zuster van George
Wyndham, minister van Ierland.
Lord Wemyss moet een prachtige
grijsaard zijn. Hoe oud zijn echtge-
noote is, wordt niet gemeld.
Millioen en.
De erfenis van wijlen Vanclerbilt is
geregeld de formaliteiten zijn in het
reine en men lean do bijna 200 millioen
gulden gaan verdeelen. Alfred Van-
dcrbilt, hoewel tweede zoon, erft het
grootste deel 44 millioen dollars, en
Cornells, de oudste zoon, wiens huwe
lijk met miss Grave Wilson hem zijns
vaders ongenoegen op den hals haal
de, ontvangt slechts 7 millioen dollars,
evenveel twee andere kinderen Gladys
en Reginald. Het erfdeel van mevrouw
Ilarry Payne Whitney is 8 millioen
dollar.
De weduwe ontving slechts twee mil
lioen, doch daarbij komt een jaargeld
van 250,000 dollar. De executeurs-teste-
mentaires, de heeren Chauncey, De-
pew en Rossiter, verschillende bedien
den en ook weldadige instellingen krij
gen giften van te zamen een half mil
lioen dollar.
Ten slotte krijgt de schatkist 520,000
dollar en beloopen de honoraria van
controleur en attorney 102.000 dollar.
Eruger'a handen.
De Vie Illustrée geeft eenige beschou
wingen van de beroemde" chïroman-
clenne mevrouw De Thèbes over de
handen van President Kruger, waar
van ook een afbeelding wordt gegeven.
De linkerhand heeft geen duimde
vinger werd door Kruger zelf met zijn
jachtmes afgesneden, toen die door een
geweerongeluk zwaar gekwetst was.
De linkerhand is volgens de chiroman-
cienne de hand der fataliteit, de rech
ter die van de wilskracht. De spatel-
vormige nagels der linkerhand duiden
op actie en kracht. De wijsvinger, lan
ger dan de andere, spreekt van een
groote. autoriteit zonder daarbij te re
deneeren en van brutale kracht. Kru
ger moet een landman zijn van een-
rechte, eerlijke natuur. De rechter
hand is vierkant en wijst op nadenken.
De wijsvinger is hier even lang als de
middenvinger, die van intuïtie spreekt
alvorens te handelen, ook van duide
lijk begrip, helder en juist. De overeen
komende lengte is iets zeer zeldzaams,
volgens mevr. De Thèbes. De duim
spreekt meer van ijzeren wilskracht.
Beide handen toonen aan, dat noch
lichamelijk, noch geestelijk lijden veel
invloed oefenen op den president. De
lengte van sommige vingers teekent
hem als idealistzijn liefde voor den
Bijbel zou daaruit voortkomen. Daar
de chiromancienne den binnenkant der
handen niet heeft gezien, kan zij zich
niet uitspreken over de toekomst.
Het mag heel belangrijk zijn wat de
beroemde chiromancienne ontdekt
heeft, maar toch zullen er velen zijn,
die zachtjes zeggen, dat zij 't zóó ook
kennen.
Spoorwegongeluk in Spanje.
Zaterdag' heeft tusschen de stations
Cordua en Belmer een treinbotsing
plaats gehad met ernstige gevolgen.
Men telt zeven dooden en 12 gewonden,
die allen naar de eerste plaats konden
worden overgebracht.
Spoorwegbrug in gezakt.
Dezer dagen is bij Differdingen een
zeven meter hooge spoorwegbrug inge
stort. terwijl een passagierstrein er
over rted. De machinist en de stoker
konden nog op 't goede oogenblik van
hun machine springen. Drie personen
werden op den slag gedood van de
thai gewonden, die onder de puinhoo-
pen werden gevonden, stierven nog
twt'Oc
POBtzeeeldef.
Te Berlijn heeft de politie Iemand
gepakt die er zich op toelegde, brieven
uit de bussen op te visschen ten einde
de postzegels er af te halen en die dan
te verkoopen.
Kruger en Leyds.
Eens had Kruger een kleinen twist
met dr. Leyds. Het onderhoud werd
spoedig zoo heftig, dat Kruger uitriep:
„een van ons tweeën moet de kamer
verlaten." „Dan moet ik dat natuur
lijk doen," zei Leyds, en crag weg, in
de overtuiging, dat zijn verdere loop
baan gebroken was.
Maar nndderf in den nacht wordt er
aan zijn deur geklopt, en daar staat
de president, die berouw had gekre
gen over zijn heftigheid, en op zijn
paard was gesprongen oia naar Leyds
te rijden en dezen te verzoeken, alles
te vergeven en te vergeten.
Een staaltje van Kruger's verdraag
zaamheid is het volgende. Toen Leyds
staatssecretaris geworden was, zei de
president tot he nu
„Wanneer gij u een eerlijk en
rechtschapen staatsdienaar betoont,
zal ik nooit er naar vragen,welke gods
dienstige meening gij hebt?"
Da fotografie ala geneesmid
del voor d onkaards.
Een vrouw kwam onlangs op de ge
dachte, haar echtgenoot moest er zich
toch eens van overtuigen, hoe hij er
uit zag, als hij dronken was. Zij wist
dit goed genoeg en helaas die veel
vuldige ondervinding ook hare kin
deren, alleen haar man en vader had
ongetwijfeld een zeer onvolkomen
voorstelling daarvan. De vrouw stuur
de nu, toen haar man weer eens zwaar
beneveld was thuis gekomen en in een
diepen slaap gevallen- was, naar een
fotograaf, wien zij opdroeg, haar man
zooals hij daar op een leunstoel neer
gezonken snurkte, af te heelden. De
opname gelukte volkomen en toen het
portret voltooid wsa, legde zij het
haar echtgenoot bij zijn ontbijt op
tafel neder. De man ontstelde van 'het
walgelijke gezicht, dat dit portret hem
aanbood en kon het toch niet voor
valsch verklaren, daar de zon nu een
maal niet liegt. Een verdere verkla
ring was overbodig, het portret was
een te duidelijke vermaning en de
dronkaard begon naderhand werke
lijk een nieuw leven.
Dezer dagen holde eene oude dame
met een cavalerie-sabel door de Rue
des Champs te Parijs, tot groote ver
bazing van de bewoners.
„Leve Krugcrl Leve de Boeren!"
riep zij, wild in het rond zwaaiende
met haar geducht wapen.
Twee agenten kwamen op haar af.
Bij het zien van dezen, riep de dap
pere dame: „Volgt mij soldaten
van Frankrijk. Schaart u om
mijn banier en laat ons onze
Transvaalsche broeders van het juk
der verdrukkers verlossen. Mij is be
volen mij aan uw spits te stellen."
De agenten plaatsten zich gewillig
aan de zijden van deze arme krank
zinnige en brachten haar bij den com-
saris van politie.
Daar verklaarde zij 65 jaar oud en
van Iersche afkomst te zijn. De geest
van kolonel de Villebois-Mareuil had
haar gezegd, dat zij de Jeanne d'Arc
der Boeren zou zijn.
De commissaris liet haar naar een
gesticht brengen, onder voorwendsel
dat men haar naar het hotel Scribe
zou leiden.
Een prijsvraag.
De „Bürgerschaft'" (iets als onze
Tweede Kamer-) van Bremen heeft een
prijsvraag met aanzienlijke prijzen
uitgeschreven voor ontwerpen voor
een nieuw gymnasium en een nieuwe
hoogere burgerschool. De scholen moe
ten in hygiënisch opzicht aan de hoog
ste eischen voldoen en tegelijkertijd
het schoonheidsgevoel der leerlingen
ontwikkelen. Op geld wordt niet ge-
Eeizer en Kanselier.
Toen keizer Wilhelm graaf von Bü-
low te Hamburg zijn benoeming tot
rijkskanselier mededeelde verheugde
deze zich natuurlijk zeer. Spoedig
echter betrok zijn gelaat, waarop de
keizer hem vroeg: Nu, Bülow?
De graaf antwoordde, dat hij aan
zijn vrouw dacht; tegen de betrekking
van rijkskanselier had hij geen be
zwaar, doch wel tegen het paleis van
den rijkskanselier, want terwijl zij op
het oogenblik in een keurig huis woon
den, zou men in het rijkskanseliers-
verblijf binnen een jaar niet met de
groote schoonmaak gereed komen. Doe
de gravin mijn groeten," antwoordde
de keizer vroolijk, „en zeg haar, dat
ik het mijne tot den groolen schoon
maak zal bijdragen."
Hoe graaf von Bülow deze woorden
opvatte weet ik niet, zegt de bericht
gever van de „Hamb. Nachr." in Ber
lijn, misschien had hij wel gehoopt
op een groote verbouwing van het pa
leis... Wat hier van aan zij, eenige da
gen later werd bij gravin Bülow oen
zwaar pak afgegeven en wel op kei
zerlijk bevel. Het bevatte... honderd
pond zeep de beloofde bijdrage voor
den grooten schoonmaak.
Het moet waar gebeurd zijn.
Het einde van oen ster.
Het Fransche weekblad „Le Ménes-
Irel" geeft een treurig relaas van het
lot eener destijds beroemde zangeres,
Antoinette Link, die een twintig jaren
geleden in bijna alle Europeesche
hoofdsteden als een „ster" schitterde
en een schoone toekomst voor zich zag
Toen zij zich echter in 1881 naai- Ame-,
rika begaf voor een concerttournéo,
maakte zij op de boot kennis met een
Amerikaan, met wien zij zich weldra
verloofde en, op het land aangekomen
in het huwelijk begaf. Ongelukkig
werd haar man ziek en de kunstena
res gaf haar loopbaan op om haar
echtgenoot te verzorgen, die nog zeven
jaar leefde. In dien tijd had zij al haar
gespaarde geld verleerd en ook den
moed verloren weer voor het publiek
op te treden, ofschoon zij haar prach
tige stem nog goed bewaard had.'Haar
vrienden bezorgden haar toen de be
sturing van een familie-pension, voor
welke taak zij echter in 't geheel niet
geschikt was, zoodat zij hoe langer
hoe meer achteruitging, totdat einde
lijk eenige weken geleden haar gehee
le inboedel, tot zelfs haai- piano, door
haar schuldeischers verkocht moest
worden en zij nit wanhoop hierover
door vergiftiging een eind maakte aan
haar rampzalig bestaan.
Nieuwe moorden in China.
De twee Engelsche kapiteins, die de
Duitsehe zending te Kalgan vergezel
den hebben met een escorte van 12
man verscheidene plaatsen ten oosten
van Ivalgan bezocht.
Zij hebben vernomen, dat de tao-taï
van Kuei Oua-Ching het vermoorden
van een honderd missionarissen, voor
het grootste deel Scandinaviërs had
bevolen, onder welke echter twee En
gelschen, die den kapitein Watts heb
ben vergezeld.
Een honderd Chineesche christenen
zijn ook omgebracht, na eerst ver
schrikkelijk gemarteld te zijn.
Heer (tot huwelijksmakelaar): Gij
hebt mij schandelijk bedrogen- Gij
zeide dat de vader van dat meisje dood
was en nu blijkt mij, dat hij in het
tuchthuis zit!
Huwelijksmakelaar. Nu, ik Yraag u,
is dat leven?I
Uit een begrafenisredo.
„Onze gestorven vriend was een
groot rechtsgeleerde, die een schitte
rende toekomst achter zich Iaat!"
Failiggementen.
Uitgesproken:
Amsterdam, 6 Dec. A. Bok, schoenma
ker aldaar; L. Buissink, winkelier,
aldaar. In beide faillissementen: rech-
ter-cominissaris mr. B. Simons.
's Gravenhage. 7 Dcc. Handelsven
nootschap firma: M. van den Vijver
Lzn., aldaar. Rechter-commissaris mr.
II. A. van Rees.
Tiel, 7 Dec. J. J. Engelhart, planter,
te Maasbommel. Rechter-commissaris
mr.; J. D. Pasteur.
I-Ieerenveen, 7 Dec. G. Ruardy, bak-
ker, te Blankenham. Rechter-commis-.
saris mr. E. J. Dorhout Mees.
Leeuwarden, 7 Dec. A. H. F' ^her,
meubelmaker, te Dockum. Redder-
commissaris mr. D. Z. van DuyL
Alkmaar, 6 Dec. J. Elderbeek, land
man, te Marken Binnen (Uitgeest),
Rechter-commissaris jhr. mr. R. de
Maries van Sv/inderen.
Maastricht, 6 Dec. J. A. H. Ubaghs,
koopman, te Maastricht. Rechtercom
missaris mr. Pij Is.
Geëindigd:
G. M .de Groot, broodbakker, te
Marum.
V a r i a.
Vrouw (tot haar man, die om 3 ur
thuis komt): Hoe laat is het man?
Man. Een uur, lieve.
Juist slaat de klok drie, waarop de
vrouw uitroept: En de klok slaat
drie uuri
Man. Belachelijk, vrouwlief, die klok
stottert!
Familieberichten.
Getrouwd: 10 Dec. II. W. Hoekstra
met B. Brouwer, Leeuwarden.
Bevallen: 6 Dec. W. Hassshnan
Canneman, z., Petjongaan (Koedoes),
Java. 9. G. HeinsiusSchagen, z.
Apeldoorn. Van Nauta LemkeAlsche,
z., Amsterdam. C. P. VierhoutVan
der Waeyen Pieterszen, d. Amsterdam
M. KrantWorms, d.. Amsterdam.
10. G. GodefroiKattenburg, d., Am
sterdam.
Overleden: 5 Dec. A. van Haasber-
gen, 45 j. Roubaix. 7. K. Smelik, 55 j.,
Purmerend. W. F. Luytjes, 49 j., Wa-
geningen. A. O. CathRissoiade, 62 j.
Joure. 8. J. A. von der Velde, 47 j.,
Amsterdam. Wed. A. T. Honigh
Veen, 75 j., Wormerveer. J. E. Westen
berg, 70 j., Arnhem. A. Gramsmu, 73
j., Leeuwarden. 9. B. Scir vink, '-■?
Gorredijk, M. van der Veen, 77 j., Am
sterdam. S. BosnakVan den Bog.
57 j., Amsterdam. J. G. Wagenaar, RL,
Den Haag.
Stoom vaartberich'cn.
Hek stoomschip Merapi, van Rot
terdam naar Java, passeerde 0 Dec,
Sagres.
Het stoomschip Oengaran, van
Rotterdam naar Java. arriveerde
9 Dec. te Padang.
Het stoomschip Ardj'oeno, van Ja
va naar Rotterdam, vertrok 10 Dec.
van Port Said.
Het stoomschip Prinses Amah
van Amsterdam naar Batavia,
seerde 8 Dec. Kaap del Armi.
Het stoomschip Priam arriveerde
8 Dec. van Amsterdam en Liver
pool te Batavia.
Het stoomschip Koning Willem
III, van Amsterdam naar Batav'a.
arriveerde-9 SouthampU .i.
Het stoo-^senxp Burgemeester
den Tex, van Batavia naar Amster
dam, arriveerde 10 Dec. te Genu.
Het dubbelschrr»efstoomschip Sta
tendam, van de Holland-Amerika
Lijn, van New-York naar Rotter
dam, passeerde 10 Deo. des vin. 6
uur 40 min. Lizard.
Het stoomschip Storfond, Hol-
land-Amerika Lijn van Rotterdam
naar Newport News, passeerde 9
Dec., des vm. 11 uur 45 min., Praw-
lepoint.
Het stoomschip Solo arriveerd
Dec. van Tsingtau te Moji.
Het stoomschip Lawoe arriveerde 10
Dec. van Java te RotteHum.
Het stoomschip Soembawa arriveer
de 10 Dec. van Amsterdam te Batavia.
Het stoomschip Koning Willem II,
van Batavia, naar Amsterdam, vertrok
10 Dec. van Perim.
heid, zooals men iets zou zeggen
dat vanzelf spreekt
Ja, we houden zeer veel van
elkaar. Ook thuis aan den Norang-
jjord vergaat geen uur dat moeder
en ik niet over hem spreken.
En hoort u mijn naam voor
cle eerste maal? Heeft Erik u niet
'over mij geschreven?
Neennooit, verklaarde
■Thyra oprecht. Maar clat is niet te
•verwonderen. Zijn brieven kwa
men op 't laatst slechts met lange
'tusschenruimten en waren zeer
'kort. Het werk liet hem den tijd
niet ons veel van zijn leven te ver
halen.
Dan moet mijn bezoek u toch
zekerlijk eenigszins vreemd voor
komen en ik ben een weinig in ver
legenheidhoe ik u mijn betrekking
tot den heer Hallager zal verklaren,
zonder gevaar te loopen dat. er een
•misverstand ontstaat. Door zijn ver
blijf te Eichfeld waren wo eeniger-
in ate huren geworden, want de be
zitting Elvershöh, waartoe ook dit
jÖorp behoort, is het eigendom van
mijn familie. ïk maakte door een
toeval tijdiens een wandelrit kennis
met uw broeder toen hij in ons
Jbosch zat te teekenen en
t En daar teekendo. hij u met
uw paard, niet waar?
Ik heb de afbeelding reeds in
zijn schetsboek gezien met al de
andere portretten, die hij van u
gemaakt had, en ik heb u natuur
lijk terstond herkend. Ik behoefde
dus volstrekt uw naam niet eerst
te hooren om te weten dat'li met
hem bevriend is.
Dit alles klonk zoo argeloos en
openhartig dat Edith's eerste ver
moedens weer wankelden. „Deze
kleine is öf een gansje," öf een
slang", dacht ze. „want dat ze zelf
slechts zusterlijke gevoelens voor
hem zou koesteren, geloof ik in
geen geval." Hardop zeide zij met
dat innemend lachje, dat juist op
haar trotsclï, koel gelaat zoo bij
zonder trof
Des te beter voor mij, want ik
was al bevreesd dat u me voor heel
indringerig zou aanzien. En nu.
lieve juffrouw, laat u me toch voor
alles vernemen hoe het met uw
broeder gaat. Ket bericht van zijn
ziekte trof me zoo onverwacht en
deed me schrikken als een blik
semstraal bij heideren hemel. Als
me niet groot persoonlijk leed en
heilige plichten op Elvershöh had
den teruggehouden, zou ik ter
stond' hiorheen zjjn geiild. Nu ech
ter lees ik, tot mijn vreugde, op
uw gelaat, dat zijn toestand niet
zoo slecht kan zijn als dokter Harm-
sen me voor eenige dagen deed
vreezen.
De warme deelneming van deze
voorname jonge dame voor haar
pleegbroer scheen nog steeds niets
opvallends of bevreemdends voor
Thyra te hebben, ja, het deed haar
zelfs onmiskenbaar genoegen, over
den dierbaren zieke met iemand te
mogen spreken, die zich over de
gelukkige wending in zijn ziekte
niet minder gelukkig toonde dan
zij zelf was. Met steeds even groote
vriendelijkheid antwoordde ze op
de talrijke vragen, die Edith haar
deed, en spoedig was do barones
omtrent allo kleine gebeurtenissen
en wisselvalligheden der laatste da
gen zoo volkomen ingelicht als hacl
ze zelf aan Erik Hallagers ziekbed
gezeten. Slechts aarzelend maakte
ze zich na een spoedig vervlogen
uur gereecl haar bezoek af te bre
ken.
Ik zou gelukkig zijn, lieve
juffrouw zoo ik u en mevrouw uw
moeder zee? spoedig op het slot
Elvershöh welkom mocht heeten.
Maar ik weet eigenlijk niet of ik
u daartoe mag uitaopdigen, want
ons huis is tegenwoordig een huis,
waar rouw heerscht, en u zal bo
vendien er moeilijk toe kunnen be
sluiten uw geliefden patient voor
eenigszins langen tiid te verlaten.
Neen, daaraan is de eerste
dagen en weken zeker niet te den
ken, bevestigde Thyra op de haar
eigene, oprechte manier. Sta me
dus toe u voor de aangeboden gast
vrijheid te danken alsof we die
werkelijk genoten hadden. Zoodra
de toestand van mijn, broer het me
toelaat zal ik hem vertellen boe-
veel vriendelijke deelneming u
hem vandaag bewezen heeft.
Neen, juffrouw Jensen, dat
moet u juist in geen geval doen.
Ik heb mijn bijzondere redenen
u vriendelijk om stilzwijgen tegen
over den heer Hallager te verzoe
ken. Met uw toestemming zal ik
nog meermalen terugkomen om
naar zijn beterschap te vernemen,
maar daarvan moet hij evenmin
iets vernemen als van mijn bezoek
van heden. .Ta, ik verzeker u zelfs
nog meer dan dat. Ik verzoek u
nooit mijn naam in zijn tegenwoor
digheid te noemen en alles to ver
mijden wat hem aan mij zou kun
nen doen denken. Veel meer in
zijn belang d:an in het mijne, richt
ik zulk een zonderling schijnend
verzoek tot u. Later, lieve juffrouw
zal u natuurlijk ook de redenen
keren kennen, die me daartoe
dwingen. Voor 't oogenblik moet
u me beloven ook zonder die ken
nis mijn wensch ie vervullen.
Het spreekt vanzelf dat ik zal
doen hetgeen u me voorschrijft,
zeide Thyra, zonder haar verwon
dering te verbergen, maar ik dacht
dat het Erik slechts genoegen zou
kunnen doen als hi.i van uw be
langstelling hoorde.
Ook vreugde is een zieke niet
altijd nuttig, lieve juffrouw. En
ik herhaal dat u mijn verzoek zal
begrijpen zoodra ik u eenmaal alles
heb uitgelegd. Nu moet ik weg daar
ook thuis een zieke mij wacht. Ik
dank u voor de vriendelijke ont
vangst en hoop u spoedig weer te
zien. Het ga u wel. Ze drukte der
jonge Noorsche de hand, knikte
haar nog eens vriendelijk lachend
toe en ging heen.
Thyra stond oen oogenblik onbe
weeglijk als iemand, die een ge
wichtige gebeurtenis heeft béleeid
en overdenkt. Toen klom zij lang
zaam de steile, krakende trap op
en trad met onhoorbare schreden
de ziekenkamer binnen. Mevrouw
Hallagea' hield nog altijd het schets
boek van haar zoon in d'e handen
en bezag do beeltenis van de on
bekende, wier gelaat haar, trots zijn
schoonheid, zoo weinig beviel.
Thyra bewoog zich tot haar over
en fluisterde, terwijl zij op een der
portretten wees
Ze w?v zoo juist hier. En zo
is nog vew schooner dan Erik baar
g et e eken.cl heeft. Maar we mogen
er hem niets van zeggen dat 'ze hier
is geweest. Dat heb ik moeten be
loven.
Mevrouw Hallager zag op. Uit-
vorschend rustten haar blikken op.
het gelaat van het jonge meisje,;
waaruit zij nog altijd had kunnen
lezen als uit een open boek.
Wat moet die geheimzinnig
heid beteokenen? In welke betrek
king heeft zij tot hem gestaan, dat
haar deelneming hem nu verhor-
gen moet blijven
Hoe zou ik haar daarnaar heb
ben durven vragen, moedert Maar
ik geloof, dat zij Erik zeer graag
mag, en zeker geschiedde het nie'
alleen uit beleefdheid dat ze hier
kwam. De angstige bezorgdheid
over hem heeft haar hierheen ge
dreven.
(Wordt vervolgd).