In den Li «tin.
NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD.
9
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
18e Jaargang.
Vrijdag 14 December 1900.
5357
ABONNEMENTSPRIJS
Yoor Haarlem per 3 maanden 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door liet gelieele Rijk, per 3 maanden. 1.G5
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 mnnnden0.37%
do omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIEN
Van 1—5 regels 50 Cts.i iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
ia de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bq Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per re**)
Bureaux. Gebouw Het Spaarac, Kampersingel 70, vla* bij do Turfmarkt.
Tclofoonuu unier der Redactie 600, Telofootia*unmer ter Administratie 122.
Interco mm anale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur; J. C. PEEREBOOIU.
Abonnementen en, Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet ArrondiB*««i»nt Haarlem is hA uitaV1*ei<< r^.t tot plaatsing »an Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. ta Am'.-teiaao^
JDit blad verschijnt dagelijks, "behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciló Eirangère G. L. DAUBE dc Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs SJM* Faubourg Hontmartre.
Dit nummer betaat uit
zes bladzijden.
Haar?em's Dagblad van 14 Dec
bevat o. a.
De oorlog in het Engelsche La
geril ais, Over de toekomst (lor
ilopubliekeu in het Roogerhuis,
De süimi.o Li, Consul Pott, De
Engeisrhe pers over Kroger in ons
land, Parlementaire Praatjes. Yoor
jflMJin veelief hebbers, Arrondisse-
m nts Rechtbank, Ingezonden.
Politiek Overzicht.
De zestien millioen crediet voor
den oorlog zijn in het Engelsche
Lagerhuis gevoteerd, zoodat er
weer nieuwe troepen en nieuwe
moordtuigen heen kunnen naar het
oorlogsterrein. Echter, het erudiet
is niet toegestaan zonder dat er
scherpe woorden gevallen zijn.
Sir William Harcourt_zeide, dat
ae ttegeering zich in alles misre
kend heeft, en den geest der Boe
ren niet heeft begrepen.
Sir Charles Dieke critiseerde de
houding der regeering die men-
schen zonder paarden of kanonnen
uitzond. Hij wees er op, dat de
guerilla in Mexico het Fransche
ieger heeft weggevreten.
De afgevaardigde Timothy Stea-
ly, wees er op, dat Spanje evenveel
manschappen naar Cuba zond, als
Engeland thans in Zuid-Afrika
heelt. Sir William Butler had Sir
Alfred Milner bijtijds voor de ge
volgen van den oorlog gewaar
schuwd, doch Chamberlain behan
delde hem als een verrader. De
oorlog is een reeks nederlagen,
zonder eenige overwinning van be- j
teekenis.
Reeds een jaar geleden werd ge
zegd dat de Boeren meer dan ge
noeg hadden van den oorlog, en
thans zijn de vrouwen verbitterder
dan ooit. De Regeering liet ons zien
welk een staatsman Chamberlain
is, die een oorlog uitlokte, voordat
het departement van oorlog gereed
was met zijn toebereidselen.
In zijn antwoord zeide de minis
ter Brodrick, dat lord Kitchener
toegestemd heeft om geen hoeven
mrer te verbranden.
Labouchere verklaarde niet te
gelooven in de geestdrift van de
koloniën voor den oorlog, wijl zij
niet willen bijdragen tot bestrij
ding van de kosten.
En in 't Hoogerhuis is men bezig
geweest over de vraag wie regee-
rings-commissaris in Zuid-Afrika
«ou zijn en wat de werkkring van
Bir Alfred Milner zou worden.
De onderminister van koloniën,
de Earl of Ou slow, antwoordde
Iet is niet volkomen juist, dat de
r Böeringscommissaris in Zuid-
A i'ika de administrateur voor de
beide nieuwe koloniën zal zijn. De
gouverneur van Kaapkolonie is tot
ïuw toe levens IKgeeringscommis-
saris voor Zuid-Afrika; voortaan
zal het ambt van regeeringscom-
missaris en dat van gouverneur der
Kaapkolonie niet meer in denzelf
den persoon vereenigd zijn. Sir
Alfred, die den persoonlijken titel
draagt van regeeringscommissaris,
is thans tevens gouverneur der
Kaapkolonie, doch lord Roberts- is
belast met het beheer van de heide
nieuwe kolonies. Zoodra lord Ro
berts Zuid-Afrika heeft verlaten,
zal Sir Alfred, krachtens een be
sluit- dat reeds in zijn bezit is, als
administrateur optreden. Hij zal
echter eerst gouverneur van Trans
vaal worden, als de koningin hem
daartoe heeft benoemd. Zcodra hij
opgetreden is als gouverneur van
Transvaal, met een vice-gouvcrneur
voor de -Oranje-Kolonie, zal hij op
houden gouverneur te zijn van do
Kaapkolonie. Wanneer dat zijn
zal hangt af van den loop der oin-
stanaigheclen; ik kan thans den da
tum daarvan nog niet vaststellen.
Maar het is niet de bedoeling dat
de betrekkingen van Regeerings-
commissaris voor Zuid-Afrika en
van gouverneur der Kaapkolonie
door Sir Alfred te gelijkertijd zui
len worden behouden."
In ons overzicht van gisteren
schreven we ,,de vraag is nu maar
of de volmachten der Chineesci.e
onderhandelaars door de gezamcii
voldoende zullen worden geacht om
de onderhandelingen te aanvaar
den."
De laatste capriolen van Li Ilung
Tsjang hebben bewezen dat die
vraag gansch niet overbodig was,
Li en Prins Tsjing hebben eerst
heel plechtstaliglijk verzekerd dat
ze heusch wel geloofsbrieven had
den maar toen de gezanten zeiden:
laat eens kijkentoen hadden
ze niets, niets anders ten minste,
dan een afschrift van een telegram
dat èn door vorm èn door inhoud
nu heelemaal niets op een volmacht
geleek.
De gezanten beweerden zulks
natuurlijk, en toen wilde de listige
Li eens heel buitengewoon listig
zijn, maar door overmaat van geest
streefde hij z'n doel voorbij.Hij wil
de namelijk de uiigheid uilhalen
om voor Prins Tsjing een volmacht
to teekenen, die wederkeerig hem
denzelfden dienst zou bewijzen en
datzouden dan de „officieele"
volmacht zijn.
Een leukerd toch.
De nota der gezanten kon dus
niet in behandeling komen.
Graaf Waldersee en zijn leger
gaan intusschen ongestoord voort
te beschaven.
dere man van zaken reeds vijftien en
twintig jaar geleden het groote belang
van de Delagoabaai inzag en een hel
deren kijk had op de toekomst daar
van, hoewel de Engelschen die belang
hadden en nog steeds hebben, bij de
opkomst van Kaapstad, Port-Klisabeth
en Durban, niet nalieten om op alle
mogelijke manieren de toch reeds
slechte reputatie van Lorenzo Marquez
te verergeren.
,,Dc heer Pott," zegt hij, ,,ging intus
schen rustig voort met tegen geringe
prijzen gronden in en nabij de haven- j
stad aan te koopen. Zijn bekendheid j
met de Portugeesclio taal gaf hein bo
vendien veel invloed 1 ij de autoritei
ten, waar andere vreemdelingen hulpe-1
loos bleven. En roods had hij het
leeuwenaandeel in de locale business
in handen, toen in 1389 dc Z. A. S. M.
met haar werkzaamheden in het ach
terland der Delagoabaai aanving, en
daarmee de -bedrijvigheid, belangrijk
heid en welstand van Lorengo Marquez
en van „king Poti" vermeerderden. De
afgunst ontwaakte, een afgunst die
nog versterkt werd door de kleinheid
der geïsoleerde samenleving van de
nog maar in opkomst zijnde stad. Ik
geloof niet dat de heer Pott zich placht
uit te sloven om door sociale beminne
lijkheid tegen zijn benijders te reagee- dat wij hier bang als voor den dood
Z. M. Don Carlos foot worden verwij
derd Ongeveer een kwart eeuw lan;
heeft deze gewezen Nederlandsche con
sul in de provincie Mozambique ver
toefd zonder merkbaren aanstoot te
hebben gegeven, althans aan het Por-
tugeesch gezaghet recente Gutach-
ten van een paar ondergeschikte fiscale
officieren stempelt don heer Pott plot
seling tot een „ongewenschten Uitlan-
der", wiens voortgezet verblijf te Lo
rengo Marquez niet langer zou stroo-
ken met Portugal's souvereine rech
ten
Do Engelsche pers over
Jliuger in ons land.
Bespottelijk is het, wat de Engelsche
kranten soms al voor onzin uitkramen
over Kruger in ons land.
Het gekste is wat de correspondent
van de „Daily Mail" debiteert.
Deze schrijft nl. aan zijn blad een
lang bericht, waarin hij vertelt, dat
wij hier in Nederland eigenlijk met dat
bezoek van Kruger leelijk in de war
zitten. Minister De Beaufort zou wel
willen, dat Kruger met zijn geheele
gevolg plotseling naar de tegenvoeters
verhuisde. Een anti-revolutionair Ka
merlid (wie zou dat kunnen zijn?)
heeft den correspondent medegedeeld,
Buitenlandsch Nieuws.
Consul Pott.
De particuliere correspondent van
de N. R. Ct. te Lissabon geeft een ka
rakterschets van consul Pott, waarin
hij vooral er op wijst hoe de schran-
ren óók lag het niet in zijn aard om1
achter de plaatselijke overheidsperso
nen aan te loopen. Toch wist hij dooi
zijn correct optreden als schrander
man van zaken en als goed opgevoed
officieel persoon hij was ook consul
van Nederland, de A. R. en den
Oranje-Vrij staat steeds het hoofd te
bieden aan de intriges, die tegen hem
niet enkel door Engelsche, maar ook
door Portugeesche particulieren wer
den op touw gezethij heeft nooit ge
aarzeld om de Portugeesche overheid
te helpen in de vele gevallen dat die
hulp welkom was. Zijn consulaire be
trekkingen vervulde hij als een eere
ambt en tevens met groote toewijding
hij heeft ruimschoots de verplichtin
gen, zelden de voorrechten van het
consulaat, ondervonden. Een paar jaar
geleden werden zijn verdiensten van
Den Haag uit erkend met een ridder
kruis van de Oranje-Nassau-ordete
Pretoria genoot de heer Pott het volle
vertrouwen der regeering.
Te gelijk met het uitbreken van
den thans nog woedenden oorlog, brak
ook dc openlijke strijd legen „king
Pott" losde Engelsche stoomvaart
maatschappijen ontnamen aan de
Oost-Afrikaansche Compagnie bare
agentschappen en de aanvallen wor
den feller naarmate de Britsehe troe
pen nader hij Komatipoort kwamen.
Ilct resultaat der campagne is, dat he
den de heer Pott van zijn consulaire
waardigheden ontdaan is en dat er
zelfs wordt aangedrongen op zijn uit
zetting uit Lorengo Marquez De dou
ane-ambtenaren hebben hem gevonnist
als oorlogs-contrabandier en nu blijkt
het plotseling ook te Lissabon dat
de gewezen „.koning" van Lorengo
Marquez een gevaarlijk sujet is, dat.
met bekwamen spoed uit liet rijk van
zijn, bij de gedachte aan een oorlog
met Engeland. Hij achtte den toestand
zoo ernstig mogelijk. Engeland zal ons
onze koloniën afnemen, en als wij
Java verliezen, zijn wij een doode
natie.
Zelfs in den ministerraad altijd
volgens dezen anti-revolutionairen
zegsman van dien Engelsche corres
pondent heeft de zaak ernstige be
sprekingen uitgelokt. Dc minister van
oorlog moest op de vraag of wij gereed
waren, antwoorden dat een oorlog het
land in volslagen onvoorbereidheid
vinden zou. Er was geen schip gereed,
en de verdediging te land is volkomen
verwaarloosd. Dat zou de anti-revolu
tionaire afgevaardigde ten minste heb
ben medegedeeld aan den man van de
Daily News. En op de vraag, waarom
wij dachten dat Engeland oorlog met
ons zoeken zou, antwoordde onze afge
vaardigde
„Engelands positie in Zuid-Afrika
wordt voortdurend slechter nooit zal
het do Bccren overwinnen, nooit
Maar wij kennen de Engelschen. Elke
nederlaag zal hen woedender maken.
Zij zullen het eindelijk moeten opge
ven, maar dan zullen zij ons aanval
len, omdat zij hun wraaklust willen
bot vieren, en omdat zij zich schade
loos willen stellen voor hot verlies van
Zuid-Afrika. En de Duitsche keizer zal
ons dan niet helpen
Dat alles zoo heet het verder
wekt diepe bezorgdheid en dit is nog
verergerd door de komst van Kruger.
„Maar als hij of zijn gevolg het minste
doen wat op samenspanning tegen En
geland lijkt," zeide diezelfde anti-rev.
Afgevaardigde volgens Daily News,
„dan zullen wij hem vragen dat elders
te gaan doen."
Hee l vriendelijk voegt de correspon-
dent erbij, dat hat dwas» Is t*. diaken.
dat Engeland oorlog zar u.at
Nederland maar bij het volk van Ne
derland wordt die vrees onderhouden
door hen die beter weten. Daardoor is
in Nederland een soort van overspan
ning merkbaar. En de Nederlandsche
pers, die geheel onder den invloed van
dr. Leycls heet te staan, bevat geen en
kele onpartijdige mededeeling over de
Afrikaansche quaestie. „Iedere regel
over dat onderwerp staat onder een
suur, die minder ernstig schijnt maar
even ernstig is als de Russische." In
het geheele land is dan ook op een
enkele uitzondering na zoo zegt de
Daily News-man -- geen krant die iets
ander6 bevat dan Boeren-zicnswijzon.
En nu verwondert de correspondent
zich er over, dat de Hollanders over
het algemeen zoo vriendelijk zijn en
voorkomend legen de Engelschen, die
ons land bezoeken.
Al ierlei leugenachtige en onzinnige
praai jes worden naar Londen geseind,
en sieren thans do kolommen der En
gelsche pers.
De „Gelderland" zou zijn afgezon
den tegen den zin van den minister
raad, op last van de Koningin, die een
wil heeft minstens even sterk als wij
len George III van Engeland, en die
haar eigen staatkunde volgt.
Dr. Leyds, wiens diplomalen-cos-
tuum te pas of te onpas wordt gecriti-
seerd, heeft op allerlei wijzen „mis
bruik van vertrouwen" gomaakt.
De Presidenfis wel door de Koningin
ontvangen, maar de wijze waarop dat
geschied is, was nog kwetsender dan
het niet-ontvangen door den Duitschen
keizer.
De aankomst van president Kruger
was teleurstellend, omdat van do re-
geeringsgebouwen niet de vlag woei.
Het bezoek van de ministers Pierson
en De Beaufort geleek op „een begrafe
nis eerste klasse".
En zoo gaat de corespondent voort,
zijn blad en zijn lezers te misleiden.
Het bedenkelijkste in zijn brief is het
beroep op het anti-revolutionaire Ka
merlid. Voor de afgevaardigden van
deze richting is dit hoogst ergerlijk.
De SobraDje ontbondon.
De Buig. Min.-pres. las Woensdag
in de zitting der Sobranje een besluit
voor van vorst Ferdinand, waarbij de
Volksvertegenwoordiging wordt ont
bonden.
De toestand van den Cziar.
Ingevolge de verklaring van de ge-
neesheeren, die den Keizer behandelen,
dat het ziekte-proces geëindigd is, en
dat reeds meer dan twee weken een
duurzame genezing op volkomen nor
male wijze intrad, is met goedvinden
van den Kt izcr besloten, geen bulle
tins meer uit te geven.
Nog eens Von Bulow.
In zijn antwoord aan den beer Hasse
in den Rijksdag zei Von Bülow o. a.
nog
„Toen wij hoorden dat president
Kruger zich in kleine étappes, over
Keulen en Maogdeburg naar Berlijn
wilne hegeven hehtien wij hem op d®
hoffelijkst.® en meest voorkomend®
wijze door onzen gezant tc Parijs en
door dr. Loyds eroo Uten wijzen, dat
de Keizer tot zijn leedwezen thans niet
in staat was hem to ontvangen, en hem
daarom liet verzoeken, van zijn reis af
tc zien.
Algemeene bene %ii.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA.
De Westminster Gazette bmoogt in
een hoofdartikel dat niemand in vollen
ernst kan beweren dat het crediet van
zestien millioon pond, door de Engel
sche regeering gevraagd, ook maar
voor de helft voldoende zal zijn om de
kosten van den oorlog in Zuid-Afrika
tot Oudejaarsavond te dekken, liro-
drick noch de kanselier van de schat
kist hebben de hoop kunnen uitsproken
dat er geen verdere oorlogscredieten
voor Maart zouden gevraagd worden.
De Engelsche regeering heeft immers
eindelijk ontdekt dat de Boeren-oorlog
lang niet gedaan is en nieuwe offers
zal vergen. Het blad betoogt verder dat
het tijdperk van verzoening, waarop
men gehoopt had, zeker niet spoedig
zal intreden, tenzij Milner de verlei
ding weerstand biede om te twisten
met de Kaapsche Hollanders, zooals hij
deed met do deputatie van het congres
te Worcester, die hem de op het con
gres genomen besluiten kwam niede-
deelen. Milner's herhaald afsnauwen
van de Kaapsche Hollanders en zijn
ophemelen van de Engelsche partij
aan de Kaap moet de wrijving gaande
houden, want do Hollanders zijn niet
in een gemoedsstemming, waarin zij.
zich door sermoenen zullen laten be
praten. Integendeel, Milner's verkla
ring dat de Boeren doorvechten omdat
zij gepaaid worden met leugenberich-
ten, zal de gemoedsstemming van do
Kaapsche Hollanders nog meer verbit
teren.
„Central News" seint uit Standerton
dat de Boeren Ztaerdag weer drie trei-
nene met paarden hebben veroverd bij
Heidelberg. Zij hadden de spoorstaven
opgebroken, zoodat de trein moest stil
houden. Daarna plunderden zij do
treinen, bevrijdden de paarden cn
maakten zich uit de voeten.
De Londensche politio looft 200 pd.
st, uit voor de ontdekking van den dief,
die de rcliquien van Nelson te Groen-
wich gestolen liecft. De lijst van de go-
stolen voorwerpen bevat 15 gouden ar
tikelen, waaronder oen horloge en een
miniatuur-portret van Nelson.
Do Correio da Noite (het progressis-
tische orgaan te Lissabon) geeft den
minister van buitenlandscho zaken,
Arranjo, den raad, het land niet door
een onvoorzichtige diplomatie in op
spraak te brengen, en geen opge
schroefde houding aan te nemen.
Hetzelfde blad bevat een brief uit
Timor, waarin gezegd wordt dat do
Portugeesche gouverneur een expoditio
tegen een der inlandsche hoofden voor
bereidt.
Ifeiailletoii.
20)
Naar het Duitsch
Ze zeide dit volkomen kalm al
leen was liaar gelaal misschien wat
ernstiger dan gewoonlijk. Mevrouw
Hallager deed geen verdere vra
gen maar het was haar aan te zien
dal sij niet tevreden was over het
geen zij gehoord had. Nog eens
verdiepte zij zich gedurende eenige
minuten in de beschouwing van de
net liefdevolle zorgvuldigheid uit
gevoerde poriretschelscn.Toen sloeg
:ij het boek dicht en zeide met een
leslistheid. waarin zelfs iets hards
donk
Ais ze weer komt zal ik haar
elf ontvangen. Ik verlang haar te
eoren kennen.
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Voor de tweede maal in een tijcls-
üimte van weinige weken zag het
eerenhuis van Elvershöh de som-
ere plechtigheid van een hegra-
ois en talrijker nog dan hij de
teraardebestelling van den ouden
baron was het aantal deelnemend.cn
geweest, die waren toegestroomd
om den in bloeiende jeugd wegge
rukten kleinzoon grafwaartse te
geleiden. Met militaire eer had
men luitenant Erwin von Linde
rode naai' zijne laatste rustplaats
gebracht en het was bijzondei* on
gevallen dat de nieuwe majoraats
heer, Prosper von Lindcrode bij
de treurplechtigheid ontbrak. Geen
van al de gasten had hem te zien
gekregen en Prosper moest inder
daad zeer ziek zijn. daar hij niet
eens een zoo onafwijsbare plicht
der piëteit, als dc deelneming
aan de begrafenis van zijn ongc-
lukkigon neef, vervulde. Wel
heette het dat zijne ziekte op zich
zelf niet bedenkelijk was, en dat
de dokter hem slechts met het
oog op zijn door de laatste gebeur
tenissen aangedane zenuwen, ver
boden had zijne kamer te verla
ten en. bezoeken te ontvangen.
Maar er ontbraken geen geheim
zinnige toespelingen, die iets veel
ergers deden vermoeden en men
begreep de uitbundige smart van
de beklagenswaardige barones
veel heter sinds men er van over
tuigd was dat haai' urnnen niet zoo
zeer den overleden neef als wel
den zieken zoon golden.
Werkelijk was het slecht met
Prosper gesteld. Hij had er, niet
tegenstaande zijn aanvankelijk
weerstreven, toe moeten overgaan
aan den aandrang van zijn zuster
toe te geven en dokter iiarmser
bij zich te ontvangen, die zeer
lang hij hem had vertoefd en hem
grondig had onderzocht. Het ge
voelen dat de dokter toen met vol
komen openhartigheid tegenover
do barones had uitgesproken
kwam daarop neer, dat voor he'
leven van den patiënt "een onmid
dellijk gevaar bestend. maar dat-
zijn gemoedstoestand eischia, d?f
hij met de meeste voorzichtigheid
werd behandeld en geene nieuwe
redenen lot opwinding werden ge
geven. Vooral moe-s' elke herinnr
ring van den gewelddadigen dood
van zijn neef worden vermeden,
daar vermoedelijk juist, in de
groote geestverbijstering, die deze
schrikkelijke gebeurtenis bij hem
had te voorschijn geroepen, de oor
zaak van zijn zenuwachtige over
spanning te zoeken was. Zoo sprak
het dus vanzelf, dat Prosper noch
de begrafenisplechtigheid kon bij
wonen. noch de bezoeken van
rouwbeklag ontvangen van de gas
ten, hoewel zijn lichamelijke
krachten daartoe volkomen toerei
kend zouden zijn geweest. Ditmaal
had geen enkele der vreemde be
zoekers op Elvershöh overnacht en
bijna onmiddellijk na de begrafe
nisplechtigheden was het daar stil
en eenzaam geworden.
Edith had met takt en energie
het beheer van de omvangrijke be
zittingen in plaats van haar broe
der op zich genomen en de bespre
kingen met den hoofdinspecteur,
zoowel als de groote tochten te
paard door de landerijen namen
haar tijd grootendeels in besla-
De angstige bekommering echi
waarmede het begin van d° r
we regeering door velen. d. up
Linderode in dienst waren, werd
te gemoeó gezien, verwezenlijkte
zich niet. Wel was barones Edith
oen strenge gebiedster, die, zon
der iemand to ontzien, de inspan
ning van alle krachten vorderde,
maar het verlangen om zich över
vroeger ondervonden krenkingen
te wreken scheen geheel bij haar
verdwenen. Ze liet niemand meer
ontgelden wat vroeger tegen haar
misdaan was en in haar verkeer
met de ondergeschikten straalde.
een rustige, ongenaakbare voor
naamheid door in plaats van den
vroegeren, grilligen en heersch-
zuclitigen hoogmoed.
Het onderzoek inzake de begane
misdaad ging intusschen voort, ten
minste voor zoover sprake kon zijn
van voortgang bij de eigenaardige
omstandigheden, waarmee het ge
val gepaard ging. Dat do houtves
ter Rudolf Fabian de moordenaar
van zijn ongelukkiger! meester was
geweest, was voor niemand aan
cenigen twijfel onderhevig en de
landraad Marluis zou zeker zijn
opdracht a!s geheel volbracht heb
ben beschouwd als men er maar
tn geslaagd was den man, die zoo
ernstig verdacht werd, ja, wiens
schuld bijna bewezen was, te vat
ten.
Hier stond echter naar het schijnt
do overheid aan do grenzen van
haar macht. Noch het tegen den
houtvester uitgevaardigd hevel tot
inhechtenisneming, noch de met
onvermoeibaren ijver voortgezette
navorschingen van de politie had
den totnogtoe het spoor van den
gezochte kunnen doen ontdekken
en nadat ook nog alle meren, vij
vers en wateren, die voor een zelf
moord in aanmerking kwamen»
tevergeefs waren afgezocht, waren
al de met hot onderzoek belaste
rechterlijke ambtenaren eenstem
mig het gevoelen toegedaan, dat
het den houtvester met vreemde
hulp gelukt moest zijn zich onken-'
baar to maken en zich zijn korten
voorsprong to benutten.
Hoe geducht, die geleerde héeren
zich mot hun vermoeden vergis
ten, bleek den dertienden dag na
de begrafenis van het slachtoffer.
In het afgelegenstc deel van het
bosch van Elvershöh, daar waar
het slechts door een ouden, sedert
den aanleg van den nieuwen land
weg geheel ongebraikten hollen
weg van do uitgestrekte bosschen
van het kroondomein gescheiden
was. bevonden zich verscheidcno
steengroeven, welker ontginning
baron Werner von Lindcrode, we
gens de geringe opbrengst, reeds
voor een dertiental jaren had la
ten staken. De overblijfselen vorm
den hooge, van den rand van het
bosch naar den hollen weg schier,
loodrecht, afdalende rotswanden,
aan welker voet bij de dear roe
plaatste stutbalken zich in den
loop der jaren allerlei weelderig
groeiend struik werk gevormd had.
Dien das cebeurde 'l dat do we-„