In den Li «tin. NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD. 9 Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. 18e Jaargang. Vrijdag 14 December 1900. 5357 ABONNEMENTSPRIJS Yoor Haarlem per 3 maanden 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door liet gelieele Rijk, per 3 maanden. 1.G5 Afzonderlijke nummers0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 mnnnden0.37% do omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIEN Van 1—5 regels 50 Cts.i iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem ia de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bq Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per re**) Bureaux. Gebouw Het Spaarac, Kampersingel 70, vla* bij do Turfmarkt. Tclofoonuu unier der Redactie 600, Telofootia*unmer ter Administratie 122. Interco mm anale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur; J. C. PEEREBOOIU. Abonnementen en, Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet ArrondiB*««i»nt Haarlem is hA uitaV1*ei<< r^.t tot plaatsing »an Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. ta Am'.-teiaao^ JDit blad verschijnt dagelijks, "behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciló Eirangère G. L. DAUBE dc Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs SJM* Faubourg Hontmartre. Dit nummer betaat uit zes bladzijden. Haar?em's Dagblad van 14 Dec bevat o. a. De oorlog in het Engelsche La geril ais, Over de toekomst (lor ilopubliekeu in het Roogerhuis, De süimi.o Li, Consul Pott, De Engeisrhe pers over Kroger in ons land, Parlementaire Praatjes. Yoor jflMJin veelief hebbers, Arrondisse- m nts Rechtbank, Ingezonden. Politiek Overzicht. De zestien millioen crediet voor den oorlog zijn in het Engelsche Lagerhuis gevoteerd, zoodat er weer nieuwe troepen en nieuwe moordtuigen heen kunnen naar het oorlogsterrein. Echter, het erudiet is niet toegestaan zonder dat er scherpe woorden gevallen zijn. Sir William Harcourt_zeide, dat ae ttegeering zich in alles misre kend heeft, en den geest der Boe ren niet heeft begrepen. Sir Charles Dieke critiseerde de houding der regeering die men- schen zonder paarden of kanonnen uitzond. Hij wees er op, dat de guerilla in Mexico het Fransche ieger heeft weggevreten. De afgevaardigde Timothy Stea- ly, wees er op, dat Spanje evenveel manschappen naar Cuba zond, als Engeland thans in Zuid-Afrika heelt. Sir William Butler had Sir Alfred Milner bijtijds voor de ge volgen van den oorlog gewaar schuwd, doch Chamberlain behan delde hem als een verrader. De oorlog is een reeks nederlagen, zonder eenige overwinning van be- j teekenis. Reeds een jaar geleden werd ge zegd dat de Boeren meer dan ge noeg hadden van den oorlog, en thans zijn de vrouwen verbitterder dan ooit. De Regeering liet ons zien welk een staatsman Chamberlain is, die een oorlog uitlokte, voordat het departement van oorlog gereed was met zijn toebereidselen. In zijn antwoord zeide de minis ter Brodrick, dat lord Kitchener toegestemd heeft om geen hoeven mrer te verbranden. Labouchere verklaarde niet te gelooven in de geestdrift van de koloniën voor den oorlog, wijl zij niet willen bijdragen tot bestrij ding van de kosten. En in 't Hoogerhuis is men bezig geweest over de vraag wie regee- rings-commissaris in Zuid-Afrika «ou zijn en wat de werkkring van Bir Alfred Milner zou worden. De onderminister van koloniën, de Earl of Ou slow, antwoordde Iet is niet volkomen juist, dat de r Böeringscommissaris in Zuid- A i'ika de administrateur voor de beide nieuwe koloniën zal zijn. De gouverneur van Kaapkolonie is tot ïuw toe levens IKgeeringscommis- saris voor Zuid-Afrika; voortaan zal het ambt van regeeringscom- missaris en dat van gouverneur der Kaapkolonie niet meer in denzelf den persoon vereenigd zijn. Sir Alfred, die den persoonlijken titel draagt van regeeringscommissaris, is thans tevens gouverneur der Kaapkolonie, doch lord Roberts- is belast met het beheer van de heide nieuwe kolonies. Zoodra lord Ro berts Zuid-Afrika heeft verlaten, zal Sir Alfred, krachtens een be sluit- dat reeds in zijn bezit is, als administrateur optreden. Hij zal echter eerst gouverneur van Trans vaal worden, als de koningin hem daartoe heeft benoemd. Zcodra hij opgetreden is als gouverneur van Transvaal, met een vice-gouvcrneur voor de -Oranje-Kolonie, zal hij op houden gouverneur te zijn van do Kaapkolonie. Wanneer dat zijn zal hangt af van den loop der oin- stanaigheclen; ik kan thans den da tum daarvan nog niet vaststellen. Maar het is niet de bedoeling dat de betrekkingen van Regeerings- commissaris voor Zuid-Afrika en van gouverneur der Kaapkolonie door Sir Alfred te gelijkertijd zui len worden behouden." In ons overzicht van gisteren schreven we ,,de vraag is nu maar of de volmachten der Chineesci.e onderhandelaars door de gezamcii voldoende zullen worden geacht om de onderhandelingen te aanvaar den." De laatste capriolen van Li Ilung Tsjang hebben bewezen dat die vraag gansch niet overbodig was, Li en Prins Tsjing hebben eerst heel plechtstaliglijk verzekerd dat ze heusch wel geloofsbrieven had den maar toen de gezanten zeiden: laat eens kijkentoen hadden ze niets, niets anders ten minste, dan een afschrift van een telegram dat èn door vorm èn door inhoud nu heelemaal niets op een volmacht geleek. De gezanten beweerden zulks natuurlijk, en toen wilde de listige Li eens heel buitengewoon listig zijn, maar door overmaat van geest streefde hij z'n doel voorbij.Hij wil de namelijk de uiigheid uilhalen om voor Prins Tsjing een volmacht to teekenen, die wederkeerig hem denzelfden dienst zou bewijzen en datzouden dan de „officieele" volmacht zijn. Een leukerd toch. De nota der gezanten kon dus niet in behandeling komen. Graaf Waldersee en zijn leger gaan intusschen ongestoord voort te beschaven. dere man van zaken reeds vijftien en twintig jaar geleden het groote belang van de Delagoabaai inzag en een hel deren kijk had op de toekomst daar van, hoewel de Engelschen die belang hadden en nog steeds hebben, bij de opkomst van Kaapstad, Port-Klisabeth en Durban, niet nalieten om op alle mogelijke manieren de toch reeds slechte reputatie van Lorenzo Marquez te verergeren. ,,Dc heer Pott," zegt hij, ,,ging intus schen rustig voort met tegen geringe prijzen gronden in en nabij de haven- j stad aan te koopen. Zijn bekendheid j met de Portugeesclio taal gaf hein bo vendien veel invloed 1 ij de autoritei ten, waar andere vreemdelingen hulpe-1 loos bleven. En roods had hij het leeuwenaandeel in de locale business in handen, toen in 1389 dc Z. A. S. M. met haar werkzaamheden in het ach terland der Delagoabaai aanving, en daarmee de -bedrijvigheid, belangrijk heid en welstand van Lorengo Marquez en van „king Poti" vermeerderden. De afgunst ontwaakte, een afgunst die nog versterkt werd door de kleinheid der geïsoleerde samenleving van de nog maar in opkomst zijnde stad. Ik geloof niet dat de heer Pott zich placht uit te sloven om door sociale beminne lijkheid tegen zijn benijders te reagee- dat wij hier bang als voor den dood Z. M. Don Carlos foot worden verwij derd Ongeveer een kwart eeuw lan; heeft deze gewezen Nederlandsche con sul in de provincie Mozambique ver toefd zonder merkbaren aanstoot te hebben gegeven, althans aan het Por- tugeesch gezaghet recente Gutach- ten van een paar ondergeschikte fiscale officieren stempelt don heer Pott plot seling tot een „ongewenschten Uitlan- der", wiens voortgezet verblijf te Lo rengo Marquez niet langer zou stroo- ken met Portugal's souvereine rech ten Do Engelsche pers over Jliuger in ons land. Bespottelijk is het, wat de Engelsche kranten soms al voor onzin uitkramen over Kruger in ons land. Het gekste is wat de correspondent van de „Daily Mail" debiteert. Deze schrijft nl. aan zijn blad een lang bericht, waarin hij vertelt, dat wij hier in Nederland eigenlijk met dat bezoek van Kruger leelijk in de war zitten. Minister De Beaufort zou wel willen, dat Kruger met zijn geheele gevolg plotseling naar de tegenvoeters verhuisde. Een anti-revolutionair Ka merlid (wie zou dat kunnen zijn?) heeft den correspondent medegedeeld, Buitenlandsch Nieuws. Consul Pott. De particuliere correspondent van de N. R. Ct. te Lissabon geeft een ka rakterschets van consul Pott, waarin hij vooral er op wijst hoe de schran- ren óók lag het niet in zijn aard om1 achter de plaatselijke overheidsperso nen aan te loopen. Toch wist hij dooi zijn correct optreden als schrander man van zaken en als goed opgevoed officieel persoon hij was ook consul van Nederland, de A. R. en den Oranje-Vrij staat steeds het hoofd te bieden aan de intriges, die tegen hem niet enkel door Engelsche, maar ook door Portugeesche particulieren wer den op touw gezethij heeft nooit ge aarzeld om de Portugeesche overheid te helpen in de vele gevallen dat die hulp welkom was. Zijn consulaire be trekkingen vervulde hij als een eere ambt en tevens met groote toewijding hij heeft ruimschoots de verplichtin gen, zelden de voorrechten van het consulaat, ondervonden. Een paar jaar geleden werden zijn verdiensten van Den Haag uit erkend met een ridder kruis van de Oranje-Nassau-ordete Pretoria genoot de heer Pott het volle vertrouwen der regeering. Te gelijk met het uitbreken van den thans nog woedenden oorlog, brak ook dc openlijke strijd legen „king Pott" losde Engelsche stoomvaart maatschappijen ontnamen aan de Oost-Afrikaansche Compagnie bare agentschappen en de aanvallen wor den feller naarmate de Britsehe troe pen nader hij Komatipoort kwamen. Ilct resultaat der campagne is, dat he den de heer Pott van zijn consulaire waardigheden ontdaan is en dat er zelfs wordt aangedrongen op zijn uit zetting uit Lorengo Marquez De dou ane-ambtenaren hebben hem gevonnist als oorlogs-contrabandier en nu blijkt het plotseling ook te Lissabon dat de gewezen „.koning" van Lorengo Marquez een gevaarlijk sujet is, dat. met bekwamen spoed uit liet rijk van zijn, bij de gedachte aan een oorlog met Engeland. Hij achtte den toestand zoo ernstig mogelijk. Engeland zal ons onze koloniën afnemen, en als wij Java verliezen, zijn wij een doode natie. Zelfs in den ministerraad altijd volgens dezen anti-revolutionairen zegsman van dien Engelsche corres pondent heeft de zaak ernstige be sprekingen uitgelokt. Dc minister van oorlog moest op de vraag of wij gereed waren, antwoorden dat een oorlog het land in volslagen onvoorbereidheid vinden zou. Er was geen schip gereed, en de verdediging te land is volkomen verwaarloosd. Dat zou de anti-revolu tionaire afgevaardigde ten minste heb ben medegedeeld aan den man van de Daily News. En op de vraag, waarom wij dachten dat Engeland oorlog met ons zoeken zou, antwoordde onze afge vaardigde „Engelands positie in Zuid-Afrika wordt voortdurend slechter nooit zal het do Bccren overwinnen, nooit Maar wij kennen de Engelschen. Elke nederlaag zal hen woedender maken. Zij zullen het eindelijk moeten opge ven, maar dan zullen zij ons aanval len, omdat zij hun wraaklust willen bot vieren, en omdat zij zich schade loos willen stellen voor hot verlies van Zuid-Afrika. En de Duitsche keizer zal ons dan niet helpen Dat alles zoo heet het verder wekt diepe bezorgdheid en dit is nog verergerd door de komst van Kruger. „Maar als hij of zijn gevolg het minste doen wat op samenspanning tegen En geland lijkt," zeide diezelfde anti-rev. Afgevaardigde volgens Daily News, „dan zullen wij hem vragen dat elders te gaan doen." Hee l vriendelijk voegt de correspon- dent erbij, dat hat dwas» Is t*. diaken. dat Engeland oorlog zar u.at Nederland maar bij het volk van Ne derland wordt die vrees onderhouden door hen die beter weten. Daardoor is in Nederland een soort van overspan ning merkbaar. En de Nederlandsche pers, die geheel onder den invloed van dr. Leycls heet te staan, bevat geen en kele onpartijdige mededeeling over de Afrikaansche quaestie. „Iedere regel over dat onderwerp staat onder een suur, die minder ernstig schijnt maar even ernstig is als de Russische." In het geheele land is dan ook op een enkele uitzondering na zoo zegt de Daily News-man -- geen krant die iets ander6 bevat dan Boeren-zicnswijzon. En nu verwondert de correspondent zich er over, dat de Hollanders over het algemeen zoo vriendelijk zijn en voorkomend legen de Engelschen, die ons land bezoeken. Al ierlei leugenachtige en onzinnige praai jes worden naar Londen geseind, en sieren thans do kolommen der En gelsche pers. De „Gelderland" zou zijn afgezon den tegen den zin van den minister raad, op last van de Koningin, die een wil heeft minstens even sterk als wij len George III van Engeland, en die haar eigen staatkunde volgt. Dr. Leyds, wiens diplomalen-cos- tuum te pas of te onpas wordt gecriti- seerd, heeft op allerlei wijzen „mis bruik van vertrouwen" gomaakt. De Presidenfis wel door de Koningin ontvangen, maar de wijze waarop dat geschied is, was nog kwetsender dan het niet-ontvangen door den Duitschen keizer. De aankomst van president Kruger was teleurstellend, omdat van do re- geeringsgebouwen niet de vlag woei. Het bezoek van de ministers Pierson en De Beaufort geleek op „een begrafe nis eerste klasse". En zoo gaat de corespondent voort, zijn blad en zijn lezers te misleiden. Het bedenkelijkste in zijn brief is het beroep op het anti-revolutionaire Ka merlid. Voor de afgevaardigden van deze richting is dit hoogst ergerlijk. De SobraDje ontbondon. De Buig. Min.-pres. las Woensdag in de zitting der Sobranje een besluit voor van vorst Ferdinand, waarbij de Volksvertegenwoordiging wordt ont bonden. De toestand van den Cziar. Ingevolge de verklaring van de ge- neesheeren, die den Keizer behandelen, dat het ziekte-proces geëindigd is, en dat reeds meer dan twee weken een duurzame genezing op volkomen nor male wijze intrad, is met goedvinden van den Kt izcr besloten, geen bulle tins meer uit te geven. Nog eens Von Bulow. In zijn antwoord aan den beer Hasse in den Rijksdag zei Von Bülow o. a. nog „Toen wij hoorden dat president Kruger zich in kleine étappes, over Keulen en Maogdeburg naar Berlijn wilne hegeven hehtien wij hem op d® hoffelijkst.® en meest voorkomend® wijze door onzen gezant tc Parijs en door dr. Loyds eroo Uten wijzen, dat de Keizer tot zijn leedwezen thans niet in staat was hem to ontvangen, en hem daarom liet verzoeken, van zijn reis af tc zien. Algemeene bene %ii. DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA. De Westminster Gazette bmoogt in een hoofdartikel dat niemand in vollen ernst kan beweren dat het crediet van zestien millioon pond, door de Engel sche regeering gevraagd, ook maar voor de helft voldoende zal zijn om de kosten van den oorlog in Zuid-Afrika tot Oudejaarsavond te dekken, liro- drick noch de kanselier van de schat kist hebben de hoop kunnen uitsproken dat er geen verdere oorlogscredieten voor Maart zouden gevraagd worden. De Engelsche regeering heeft immers eindelijk ontdekt dat de Boeren-oorlog lang niet gedaan is en nieuwe offers zal vergen. Het blad betoogt verder dat het tijdperk van verzoening, waarop men gehoopt had, zeker niet spoedig zal intreden, tenzij Milner de verlei ding weerstand biede om te twisten met de Kaapsche Hollanders, zooals hij deed met do deputatie van het congres te Worcester, die hem de op het con gres genomen besluiten kwam niede- deelen. Milner's herhaald afsnauwen van de Kaapsche Hollanders en zijn ophemelen van de Engelsche partij aan de Kaap moet de wrijving gaande houden, want do Hollanders zijn niet in een gemoedsstemming, waarin zij. zich door sermoenen zullen laten be praten. Integendeel, Milner's verkla ring dat de Boeren doorvechten omdat zij gepaaid worden met leugenberich- ten, zal de gemoedsstemming van do Kaapsche Hollanders nog meer verbit teren. „Central News" seint uit Standerton dat de Boeren Ztaerdag weer drie trei- nene met paarden hebben veroverd bij Heidelberg. Zij hadden de spoorstaven opgebroken, zoodat de trein moest stil houden. Daarna plunderden zij do treinen, bevrijdden de paarden cn maakten zich uit de voeten. De Londensche politio looft 200 pd. st, uit voor de ontdekking van den dief, die de rcliquien van Nelson te Groen- wich gestolen liecft. De lijst van de go- stolen voorwerpen bevat 15 gouden ar tikelen, waaronder oen horloge en een miniatuur-portret van Nelson. Do Correio da Noite (het progressis- tische orgaan te Lissabon) geeft den minister van buitenlandscho zaken, Arranjo, den raad, het land niet door een onvoorzichtige diplomatie in op spraak te brengen, en geen opge schroefde houding aan te nemen. Hetzelfde blad bevat een brief uit Timor, waarin gezegd wordt dat do Portugeesche gouverneur een expoditio tegen een der inlandsche hoofden voor bereidt. Ifeiailletoii. 20) Naar het Duitsch Ze zeide dit volkomen kalm al leen was liaar gelaal misschien wat ernstiger dan gewoonlijk. Mevrouw Hallager deed geen verdere vra gen maar het was haar aan te zien dal sij niet tevreden was over het geen zij gehoord had. Nog eens verdiepte zij zich gedurende eenige minuten in de beschouwing van de net liefdevolle zorgvuldigheid uit gevoerde poriretschelscn.Toen sloeg :ij het boek dicht en zeide met een leslistheid. waarin zelfs iets hards donk Ais ze weer komt zal ik haar elf ontvangen. Ik verlang haar te eoren kennen. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Voor de tweede maal in een tijcls- üimte van weinige weken zag het eerenhuis van Elvershöh de som- ere plechtigheid van een hegra- ois en talrijker nog dan hij de teraardebestelling van den ouden baron was het aantal deelnemend.cn geweest, die waren toegestroomd om den in bloeiende jeugd wegge rukten kleinzoon grafwaartse te geleiden. Met militaire eer had men luitenant Erwin von Linde rode naai' zijne laatste rustplaats gebracht en het was bijzondei* on gevallen dat de nieuwe majoraats heer, Prosper von Lindcrode bij de treurplechtigheid ontbrak. Geen van al de gasten had hem te zien gekregen en Prosper moest inder daad zeer ziek zijn. daar hij niet eens een zoo onafwijsbare plicht der piëteit, als dc deelneming aan de begrafenis van zijn ongc- lukkigon neef, vervulde. Wel heette het dat zijne ziekte op zich zelf niet bedenkelijk was, en dat de dokter hem slechts met het oog op zijn door de laatste gebeur tenissen aangedane zenuwen, ver boden had zijne kamer te verla ten en. bezoeken te ontvangen. Maar er ontbraken geen geheim zinnige toespelingen, die iets veel ergers deden vermoeden en men begreep de uitbundige smart van de beklagenswaardige barones veel heter sinds men er van over tuigd was dat haai' urnnen niet zoo zeer den overleden neef als wel den zieken zoon golden. Werkelijk was het slecht met Prosper gesteld. Hij had er, niet tegenstaande zijn aanvankelijk weerstreven, toe moeten overgaan aan den aandrang van zijn zuster toe te geven en dokter iiarmser bij zich te ontvangen, die zeer lang hij hem had vertoefd en hem grondig had onderzocht. Het ge voelen dat de dokter toen met vol komen openhartigheid tegenover do barones had uitgesproken kwam daarop neer, dat voor he' leven van den patiënt "een onmid dellijk gevaar bestend. maar dat- zijn gemoedstoestand eischia, d?f hij met de meeste voorzichtigheid werd behandeld en geene nieuwe redenen lot opwinding werden ge geven. Vooral moe-s' elke herinnr ring van den gewelddadigen dood van zijn neef worden vermeden, daar vermoedelijk juist, in de groote geestverbijstering, die deze schrikkelijke gebeurtenis bij hem had te voorschijn geroepen, de oor zaak van zijn zenuwachtige over spanning te zoeken was. Zoo sprak het dus vanzelf, dat Prosper noch de begrafenisplechtigheid kon bij wonen. noch de bezoeken van rouwbeklag ontvangen van de gas ten, hoewel zijn lichamelijke krachten daartoe volkomen toerei kend zouden zijn geweest. Ditmaal had geen enkele der vreemde be zoekers op Elvershöh overnacht en bijna onmiddellijk na de begrafe nisplechtigheden was het daar stil en eenzaam geworden. Edith had met takt en energie het beheer van de omvangrijke be zittingen in plaats van haar broe der op zich genomen en de bespre kingen met den hoofdinspecteur, zoowel als de groote tochten te paard door de landerijen namen haar tijd grootendeels in besla- De angstige bekommering echi waarmede het begin van d° r we regeering door velen. d. up Linderode in dienst waren, werd te gemoeó gezien, verwezenlijkte zich niet. Wel was barones Edith oen strenge gebiedster, die, zon der iemand to ontzien, de inspan ning van alle krachten vorderde, maar het verlangen om zich över vroeger ondervonden krenkingen te wreken scheen geheel bij haar verdwenen. Ze liet niemand meer ontgelden wat vroeger tegen haar misdaan was en in haar verkeer met de ondergeschikten straalde. een rustige, ongenaakbare voor naamheid door in plaats van den vroegeren, grilligen en heersch- zuclitigen hoogmoed. Het onderzoek inzake de begane misdaad ging intusschen voort, ten minste voor zoover sprake kon zijn van voortgang bij de eigenaardige omstandigheden, waarmee het ge val gepaard ging. Dat do houtves ter Rudolf Fabian de moordenaar van zijn ongelukkiger! meester was geweest, was voor niemand aan cenigen twijfel onderhevig en de landraad Marluis zou zeker zijn opdracht a!s geheel volbracht heb ben beschouwd als men er maar tn geslaagd was den man, die zoo ernstig verdacht werd, ja, wiens schuld bijna bewezen was, te vat ten. Hier stond echter naar het schijnt do overheid aan do grenzen van haar macht. Noch het tegen den houtvester uitgevaardigd hevel tot inhechtenisneming, noch de met onvermoeibaren ijver voortgezette navorschingen van de politie had den totnogtoe het spoor van den gezochte kunnen doen ontdekken en nadat ook nog alle meren, vij vers en wateren, die voor een zelf moord in aanmerking kwamen» tevergeefs waren afgezocht, waren al de met hot onderzoek belaste rechterlijke ambtenaren eenstem mig het gevoelen toegedaan, dat het den houtvester met vreemde hulp gelukt moest zijn zich onken-' baar to maken en zich zijn korten voorsprong to benutten. Hoe geducht, die geleerde héeren zich mot hun vermoeden vergis ten, bleek den dertienden dag na de begrafenis van het slachtoffer. In het afgelegenstc deel van het bosch van Elvershöh, daar waar het slechts door een ouden, sedert den aanleg van den nieuwen land weg geheel ongebraikten hollen weg van do uitgestrekte bosschen van het kroondomein gescheiden was. bevonden zich verscheidcno steengroeven, welker ontginning baron Werner von Lindcrode, we gens de geringe opbrengst, reeds voor een dertiental jaren had la ten staken. De overblijfselen vorm den hooge, van den rand van het bosch naar den hollen weg schier, loodrecht, afdalende rotswanden, aan welker voet bij de dear roe plaatste stutbalken zich in den loop der jaren allerlei weelderig groeiend struik werk gevormd had. Dien das cebeurde 'l dat do we-„

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1