Tweede Blad, Koning Mammon. behoorende bij Haarlem's Dagblad" van Dinsdag 1 Jan. 1901. No. 5370. Weekblad voor de Jeugd. Van dit boeiend en onderhoudend ge schreven „Weekblad voor de Jeugd" verscliijnt-met 1 Januari 1901 den 6den jaargang. En wanneer wij den nu bij na voltooiden jaargang nog eens in zien, dan verbaast het ons zoo'n lijvig boekdeel voor zoo'n spotprijs te hebben gegeven. Ja voorzeker een spotprijs voor 200 fraai gekleurde pla ten en 200 pagina's tekst in twee ko lommen. Door het steeds toenemend aantal in- teekenaren is het ons mogelijk gewor den om in den 6den jaargang, elke drie maanden, een groot Prijsraadsel te geven en voor die 4 Prijsraadsels een honderd zestig prijzen beschikbaar te stellen, en wel 4 remontoir-horloges, 12 Stereoscopen elk met zes platen, 4 tooverlantaarns, 20 kleurdoozen, 80 prentenboeken, 20 stel geïllustreerde briefkaarten en 20 prachtbanden om het Weekblad te doen inbinden, zoo dat. voor ieder Prijsraadsel worden uit geloofd 1 Horloge 1 Tooverlantaarn 3 Stereoscopen 5 Kleurdoozen 5 collecties geïllustreerde briefkaarten 5 prachtbanden en 20 prentenboe ken, totaal 40 prijzen. En wat den inhoud betreft, kunnen wij u mededeelen, dat er een heele reeks lieve, onderhoudende vertellin gen voor gereed liggen van de dames Hermannia, Schippers, Debora van de Velde, Truida Kok e. a. De heer F. H. van Leent, die als schrijver voor de jeugd zoo geliefd is geworden bij 't jon ge volkje," heeft zich bereid verklaard de Redactie weer op zich te nemen, met medewerking van vele letterkundi gen, die zich op dat gebied een goeden naam verwierven, 't Zou te veel plaats ruimte vereischen u al de titels te noe men van. de boeiende verhalen, levens beschrijvingen van beroemde mannen en vrouwen en spro.qk.en van zedelijke strekking die de redactie belooft te zul len geven. En in waarheid, allen die met de verschenen jaargangen hebben kennis gemaakt, moeten erkennen dat het „Weekblad voor de Jeugd" niet al leen het goedkoopste is van alle be staande kindertijdschriften, maar dat de inhoud er van zóó prettig, leerzaam en onderhoudend is en zulk een rein zedelijken invloed op het kinderhart uitoefent., dat het thans een zeer ge- waardeer dhuisvriend is geworden in menig huiselijken kring. Vele dag- en weekbladen, zooals „De Tijd." „Het Predikbeurtenblad, „De Echo", „De Telegraaf', „Het Han delsblad'" en „Het Nieuws van den Dag" hebben het mede zeer aanbevolen en roemden den inhoud dervorige jaargangen als kinderlijk rein, kinder lijk naief en een hoogst begeerlijk ge schenk voor het Jonge Nederland. Binnenland. In de bruidskorf van een jonge Ko ningin van een naburig en bevriend land, zegt de Figaro, zal zich ook be vinden een prachtige Flammarion-too- neèïkijker van goud, bezet met diaman ten en robijnen. Deze koninklijke be stelling wordt uitgevoerd door den be kenden opticien Fischer. Avenue de 1'Opéra te Parijs. Dienstmeisjes op de flets. Er is in de Kampioen een debat over de kwestie of dienstmeisjes mogen wiel- rijden of niet. Thans zegt „een dienst meisje" daar zelf haar oordeel over. Zij schrijft onder meer „Ik fiets ook, maar mijn werk heeft er nog nooit onder geleden ik fiets des zomers 's morgens van helfzes tot zeven uur, en 's avonds, als het werk af is, mag ik van acht tot negen uur fietsen, 's Zondags natuurlijk ook een halven dag. En wat het pad der deugd aangaat, daar zal een dienstmeisje eerder van afwijken als zij een heelen uitgaans avond op straat slentert, dan wanneer zij op een mooien zomerschen dag een uurtje gaat fietsen. De ouderwetsche meiden van onze grootmoeders mochten 's winters zoo nu en dan een paar uur schaatsenrij- den nu er geen ijs meer komt, vragen Feuilleton. Zeer zeker philosopliische ge dachten voor een meisje van negen tien jaar; toch was dit niet zoozeer het gevolg van lang en diep naden ken, dan wel dat zij altijd naar de stem van haar hart luisterde. Zij was eindelijk genoeg gekal meerd om naar Tebbets te kunnen gaan en sokken te vragen. Zal ik het vuur hier voor u aanmaken? vroeg deze. Dank je. Ik zal bij mijn vader gaan zitten. Gij zijt een goed kind! Gij tracht hem voor u te winnen. Hij moest trotsch op zoo'n dochter zijn. Wij willen hopen dat hij het is. Hij is een man om een loopje meê te nemen, maar laat nooit blijken dat gij bang voor hem zijt. Ik ben 't wel een beetje, zeide Claude, d'e -naaimand van de huis houdster overnemend. Ik schaam mij wel flat ik eoo zwak ben. de moderne dienstmeisjes of zij 's zo mers, als het met het werk geschikt I kan worden, een uurtje mogen fietsen dat komt op hetzelfde neer. Dat de ouderwetsche dienstbode van de mo derne verschilt, geef ik gaarne toe, de dames verschillen zeker ook wel van haar grootmoeders. Dat de meiden van vroeger beter waren dan nu, ook dat is een ouderwetsch idéé, er zijn altijd goede en slechte geweest. De zucht om zoogenaamd hoogerop te komen, zooals „Een Wielrijdster" het belieft te noemen, dat is modern Dat zit niet alleen onder de dienstbo den. Het fietsen geeft zucht tot opschik Dat is niet waareen paar katoenen blouses, die men zelf wascht en strijkt, een zwart lustren rok en matelot is een heel goedkoop fietstoilet. Dat een dienstmeisje niet heeren in kennis komt door 't fietsen, is onzin, daar kan zij wandelende ook mee in kennis komen. Dat een dienstmeisje niet met een werkman kan trouwen omdat zij fietst, is ook alweer niet waar, want verschei dene jonge mannen uit mijn stand fietsen ook. En een dienstmeisje, dat niet te lui is om te werken en graag onafhankelijk is, geeft er niets om als een huwelijk voor haar verkeken is dan behoeft zij nog niet den weg der schande... der ellende op." Wanneer wij ook 'n woordje mogen zeggen in deze netelige kwestie, is 't, dat een dienstmeisje, dat zoo verstan dig en zoo knap gesteld schrijft, toch zeker wel de moreele „gevaren" van het rijwiel zal kunnen doorstaan. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich n et a an spruhelijk. Van ingezondenstukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopy niet aan den inzender teruggegeven. Antwoord aan „Patrimonium" Onder dit opschrift werd door den afd.-secretaris van den Cbr. Nationalen Werkmansbond, den heer W. P. J. Overmeer een stuk geplaatst, waarin een antwoord wordt gegeven op de vraag van den Voorz. en Secr. een er.. Commissie van. Clir, Vakver- eenigingen van Patrimoni- u m, „aan wie de schuld?" En opschrift èn inhoud bevreemden mij ten zeerste, juist omdat het door genoemden heer geplaatst is. tenzij ik zou aannemen dat het hem er om te doen zou zijn Patr. de les te lezen en dat kan en. wil ik niet. De omstandigheid toch, dat P. Rats-' ma, secretaris van genoemde commis sie, ook secr. van Patr. zelve is, kan geen aanleiding zijn om het werk eener commissie te schuiven op de afdeelin- gen. Iedereen zal overtuigd zijn dat de heer O. den bal mis slaat. Niet aan „Patrimonium" doch aan de commissie zelve had zij n antwoord behoor en ge richtte z ij n. Wat nu het antwoord zelve betreft, het doet mij leed, geachte heer O., het te moeten zeggen het is onwaar heid. Is de afd. Haarlem van den Chr. Nat. Werkm. Bond niet de vrucht van Patr.'s verdeeldheid vraagt ge. Neen, mijnheer, neen! want bij de oprichting van uwe afd. had slechts één lid van Patr. zich onttrokken. U weet zelf te goed w a t de aanlei ding geweest is tot oprichting der afd. waarvan ge secr. zijtni e t echter watgebeweert. Ik zou het werkelijk betreuren als Patrimonium geen degelijker motieven had voor haar ontstaan, dan dat n, zegge n pei-soon het niet bij een an dere vereeniging kon vinden. Ook dit begrijpt iedereen wel beter. Wat is de oorzaak dat onze afdee- ling bloeit waagt ge en als antwoord daarop geeft ge De partijzucht van Patr. in voorname mate. Onwaarheid, geachte heer De brieven door Patr. ontvangen van, en de gesprekken gehouden met leden van Patr.,thans leden van den Chr. N. W. B. bewijzen zeer duidelijk het tegenover gestelde. Patr. was nooit sterker dan 180 leden en telt dit ledental op heden, bijna nog de Chr. Nat. W. B. is veel sterker, hoe kan de laatste nu gegroeid zijn door Patr.'s partijzucht? Geloof mij, mijnheer, Patr. wil geen samenwerking omdat uwe afd. g r o o t is, ook niet om de leden van den C. N. W. B. tot zich te trekken, doch omdat Patr. het, betreurt dat dat de Christen Daarover hoeft gij, u waarlijk niet te schamen, zeide- Tebbets naar de keuken terugkeerend'. Vandaag luncht gij om half een, want mijnheer gaat naar. d'e stad. Gaat hij alleen? vroeg Claude. „Daarvoor schijnt hij mij niet sterk genoeg!" O! hij zou geen levend' wezen met zich mede willen nemen, ten zij mijnheer Brandon. Wie is dat? O! dat weet ik niet. Maar wel weet ik dat hij d'e eenige is naar wien uw vader nog eens: luistert. Hij eet hier eenmaal in d'e week en dan is er werkelijk groot diner. Het doet mij genoegen dat mijn vadier tenminste één vriend heeft. Claude verliet haar en ging bij het vuur in haar vaders studeer kamer zitten. Hij nam geen notitie van haar en zij werkte zwijgend voort tot dat hun een eenvoudige lunch werd opgediend. Daarna pakte Tracey zich zorgvuldig in. en vertrok ge wapend met- een groote parapluie. nadat hij Claude eerst nog een scherpe terechtwijzing had gege ven over haar raad', dat hij een werkman, zelfs in ondergeschikte za ken der ufdeeJingen, afzonderlijk zou optreden, wat den Christen, werkman zelve ten nadeele moet zijn. Nooit zullen wij hiertoe besluiten, zegt ge doch wij twijfelen er aan. Patr. ten minste zal steeds trachten samenwerking te verkrijgen hier bene den, met hen, die hierboven eenmaal tot eenzelfde doel vereenigd hopen te zijn. De uitdrukkingen van een lid van Patr. bij de oprichting van uwe afd. in Felix Favore, gedaan, staan bij uwe afd. ge boekt als een chronique scandaleuse. Hadt ge er nu nog bijgevoegd, wat er toen toch wel gebeurd was, dan had Patr. daar vrede bij kunnen hebben nu echter niet., omdat men, als men Patr. niet beter kende, daaruit een kwaad vermoeden zou kunnen krij gen jegens Patr. en, ik houd er mij van overtuigd, dit wilt ge niet. Omdat gij dit deed moet ik het nu doen opdat men onpartijdig kunne oordeelen. Op dien bewusten avond dan trad een zeer geacht spreker op met het doel hier te stichten eene afd. van den Chr. Nat. Werkm. Bond. Spr. noemde toen bij name verschil lende bestaande werkliedenvereenigin- gen waaronder ook „een doleerende werkliedenvereenigïng", waaronder niet de sedert 1877 opgerichte bond „Patrimonium". Op dien avond waren ook enkele le den van Patr. aanwezig, die toen reeds leed gevoelden dat de Christen-werklie den verdeeldheid zochten en zich niet aaneensloten, terwijl de andere werk lieden dat steeds nauwer doen. Een dezer leden vroeg daarom of de geachte spreker hem het adres van die werklieden-vereeniging wilde opgeven wat spr. niet kon omdat die vereeni ging niet bestond Patr. zelve werd bedoeld. Nu moest Patr. het ontgelden, wat bij monde van den toen fungeerenden voorzitter geschiedde. Dezelfde ai-gurnenten als nu publiek worden gebruikt, werden Patr. toen naar 't hoofd geslingerd, waarop de lo den van Patr. de zaal verlieten, nadat nog door hen gezegd was, dat wanneer de Clir. N. W. B. voortging op zooda nige manier de leden van Patr. af te trekken en tot haar afd. te hekeeren, evenals de fung. voorzitter dit gedaan had, zij nooit Gods zegen kon verwach ten. Dat er nu van de zijde van den Chr. N. W. B. bij verteld wordt, dat dit zou zijn geschied met opgestoken vuisten, enz. en ook dat deze onwaarheid als een chronique scandaleuse bij u ge boekt staat, vindt Patr. voor u ver schrikkelijk, omdat ook van „valsch getuigenis spreken" eenmaal reken schap zal moeten worden gegeven. Dat u het betreurt, ten zeerste zelfs, dat Patr. een zustervereeniging in de dagbladen aanvalt, verwondert mij, omdat gij zelf de dagbladen gebruikt om te antwoorden, en dat op zulk een wijze. Volgens deze theorie zou ik, wanneer ik iemand b.v. dronken langs den weg zie gaan, het best mijn leedgevoel daar over kunnen toonen, door den volgen den dag ook hetzelfde- te doen. De'bedoeling der Commissie was al leen hekend te maken, dat Patr. samen werking tot zeker doel had gezocht en dat deze door den Chr. Nat. W. B. met algemeene stemmen was afgewezen niettegenstaande door uwen voorzitter medewerking was beloofd. Dat dit niet in „eigen orgaan" doch in de dagbladen is geschied, is omdat de Comm. bevreesd was, dat het nadee- lig zou kunnen werken op andere af- deelingen van- beide vereenigingen. Dat Patr.'s naam hierdoor door 't slijk gesleurd is geloof ik uiet, u zou dit toch zeker ook betreuren. Ook uw laatste zin is onwaar. U hebt geen correspondentie gevoerd met Patr. doch met eene com missie uit Patr. Ten slotte mijnheer O. Wie is par tijdig? Jaarverg. C hr. N. W. B. 13 en 14 N o v. zie „de Voorzorg" 26 Nov. d.a.v. „Strijd was er met art. 6. Er waren 2 stroomingen. De eene- wilde enkel le den eener bepaalde kerk, de andere le den van andere Prot. kerkgenootschap pen als leden van den bond aannemen. Tot het laatste werd, nadat het door de afd. Haarlem krachtig bestreden was besloten met 26 tegen 23 stemmen on der voorwaarden: le. dat ze nooit lid kunnen worden van afdeelings- of hoofdbestuur. 2e. de afdeelingen nietverplicht zijn zulke persoden als leden aan te nemen. 3e. da.t zulke leden verplicht zijn cab moest- nemen. De deugd wordt soms beloond! Een half uur later kwam oom Selley haar afhalen om een huis te gaan zien dat hij van plan was te huren. Nu genoot zij! De zeker heid dat haar eenige vrienden te rug zouden keeren, vervulde haar met nieuwe1 hoop. Bij tante Selley :te kunnen oploopen om haar raad in te winnen of met Janet en Kate te lachen en te schertsen was een verrukkelijk vooruitzicht'. Majoor Selley die zooals Tracey beweerde, geen cent op de wereld bezat, wilde natuurlijk een cab nemen om naar Westbourne Park te rijden, waar hel huis gelegen was. Maar Claude weigerde dit. Wij kunnen best loopen, oom, wat nog wel zoo pleizirig is dan weten wij meteen hoe ver bet van mij af is. Ik denk dat het wel wat ver is! en Claude kreeg baar zin. Vroolijk pratend begaven zij zich op weg. De ligging van het huis werd nauwkeurig opgenomen: en de be stemming der kamers reeds be paald. Er was zelfs een aardig ka mertje voor Claude, wanneer het weêr te slecht was of als het te laat zou zijn om naar huis terug te kee- mede le werken tot den bloei van be doelde kerk. A r t. 2 0 li u i s h. r e g 1. afd. Haar lem van Patr.: Op de bestuurs- of ledenvergadering wordt geene discussie of mededeeling toegelaten omtrent kerkelijke aangele genheden. Inzonderheid dit artikel wordt streng gehandhaafd. Geloof mij, geachte heer Overmeer, het doet mij leed van repliek te moeten dienen, doch na uw schrijven mocht ik ter wille van Patr. niet zwijgen. Dat het de eerste maar ook de laat ste maal zij, dat beide Chr. Werkl. Ver eenigingen op zoodanige wijze tegen over elkander staan. Het „Vrede op aarde" brenge ook vrede tusschen den Chr. Nat. W. B. en Patr., opdat we, wanneer het belang der werklieden dit vordert, elkander de hand mogen toe steken, waartoe zeer gaarne bereid is De Voorz. der afd. II. van Patr. J. P. BOERKOEL. Gemengd Nieuws. Babbelrecord.. Schoon babbelen reeds uit de grijze oudheid als een ondeugd, ook wel als een gevaarlijke ziekte is beschreven, is nooit een verhaal tot ons doorgedron gen als uit Karlamazon in Michigan verteld wordt. Er was daar een negervrouw, die, hoewel zij nooit babbelpraedispositie vertoond had, plotseling door zoo'n overweldigenden woordenvloed werd overvallen, dat men zich in haar om geving ongerust maakte. Toen haar tong niet meer stil wilde staan, bracht men haar naar het gasthuis en daar vond men het geval merkwaardig ge noeg om haar op te nemen. Zij praatte intusschen onafgebroken door, sliep soms eenige uren, doodelijk uitgeput van haar tonggymnastiek en begon dan weer opnieuw. Nadat de ziekte eenige weken ge duurd had, begreep men, dat het geval hopeloos was. Op zelcerën dag stokte haar stem ineens en toen men haar laatste woord opving, was de babbel zieke negerin gestorven. De medici hebben het geval een over spanning der spreekorganen genoemd. Pres. Rruger. Volgens een te Parijs ontvangen tele gram heeft de vorst van Monaco het grootkruis van de orde van St. Karei toegekend aan „Zijne Excellentie Ste phanas Johannes Paulus Kruger, staat-spresident der Z.-A. Republiek". Andrée's broeder, ingenieur te Gothenburg heeft thans alle hoop opgegeven den. stoulmoedigen pool reiziger terug te zien en heeft zijn testament laten openen. Andrée laat maar heel weinig na en heeft zijn broeder en zijn zuster be noemd tot erfgenamen. Een gesuggereerde hoed. Terwijl hypnotische verschijnin gen in de dierenwereld niets zeld zaams en sedert lang bekend zijn zegt de voorzitter van de Kyno- logische club te Berlijn is de overdraging van gedachten van een mensch op een hond en wel op zoo'n intensieve wijze als bij den poedel Hassan in Warnemünde ge schiedt geheel nieuw. De suggestie- proefnemingen. zijn. in Warnelün- de zeven dagen, lang voor een groot deel der leden van de Kynologisc.he club „Juno", onder wien zich twee medici bevonden, met den poedel Hassan genomen geworden. De vertooning vond aldus plaats, dat Hassan eenige honderden papieren briefjes waarop de namen van ver schillende voorwerpen stonden ver meld, toegeworpen werden. De bezitter begaf zich daarop tot de aanwezigen en vroeg ze dan hem de dingen zacht toe te fluisteren of door het betasten van de hand aan te duiden. Na een oogenblik zoeken nam de poedel het briefje, waarop hei betreffende voorwerp aange duid stond', met den snoet en bood het aan. Hoe kan dit feit nu weten schappelijk verklaard worden? Bekend is, dat. soms jonge hon den uit een selectie van staande honden, die op poel- riet- of water snippen gedresseerd: waren, zich bij hun eerste jachten evenzoo ge dragen als oude staande honden ren. De muur tusschen de voor- en achterkamer moest weggebroken worden, zoodat men een zaal zou krijgen, groot genoeg om een bal in te geven,1' zooals de gastvrije majoor b e we erde Zoo doorliep hij d'e kamers, nam de maat en maakte met groote let ters (veel te groot voor zijn klein notitieboek) aan.teekeningen. Het was een genotvol uurtje, dat met een kopje thee bij Wheteley be sloten werd. Toen het middagmaal afgeloopen was dacht Claude niet anders of haar vader zou haar wel vragen, wat zij in zijn afwezigheid gedaan had. Maar hij dacht er niet over. Hij staarde zwijgend in het vuur en bleef langen tijd' zoo zitten. Ein delijk schudde hij zich uit zijn ver- doo ving wakker,.huiverde en slaak te een diepen zucht. Haal even mijn vloeiboek en den inktkoker. Ik zal hier bij het vuur gaan schrijven want ik ben verschrikkelijk koud. Ik ben bang dat gij koude ge val hebt, zeide Claude opstaande om aan zijn verzoek te voldoen. Laat Tebbets iets warms voor u klaar maken. Ja, zeg 't haar maar. ik heb er. toegevrorenc plaatsen, waarop zich de reuk van het wild niet vol gen laat. omloopen. Zulke voorbeelden kunnen bij honderden gegeven worden. De instincten zijn evenzoo zonder uit zondering overerfelijk. Interessant is het, dat die overerving zich ook op wonderlijke neigingen en karak ter-eigenaardigheden uitstrekt. Zoo vinden wij bij de voorouders van den poedelHassan een neiging, zich od betrekkelijk groote afstanden te voegen naar den wil van enkele personen, natuurlijk slechts van zulke, die het vermogen bezitten hun gedachten over te kunnen dra gen. Hierdoor alleen laten zich deze nieuws"- verschijnselen op kyno- logisch gebied verklaren. Een grap van de Wet. Aan een particulier schrijven van een Engelschen officier ontleent een Engelsch weekblad het vol een de leuke, karakteristieke geschiedenis- je ..Een verkennings-patrouille der Yeomanry werd bij Lindley gevangen genomen en voor den ge neraal De Wet gebracht. Deze die de snelle bewegelijkheid zijner troepen niet door het medenemen van gevangenen hinderen wilde, deelde den Envelschen mede dat hij ze onmiddellijk vrij laten zou wanneer zij hem beloofden, een brief aan den Engelschen generaal Rundle te bezorgen. Dat zworen de drie gezellen hoog en duur, en daarop ontvingen zij een grooten goed verzegel den brief. Snel zadel den ze hun paarden en in galop gin gen ze weg. Bij het hoofdkwartier van Rundle aangekomen, waren ze slechts te bewegen, in. persoon de gewichtige dépêche aan den gene raal af te geven. Nad;at aan dezen wenseh gevolg gegeven was, las de ontvanger het volgende voor „Aan den generaal RundleGe achte heer, ik verzoek u. de drie arme duivels terug te nemen. Tk kan ze als ik wil alle dagen wel weer gevangen nemen. Uw De Wet." Een vakschool voor politie agenten. Op hevel van den regeerings-presi- dent te Dusseldorff wordt daar een school voor politieagenten opgericht. Zij zullen daar voor hun in dienst tre den in alles onderwezen worden, wat een goed dienaar van den Heiligen Harmandad in deze moderne, zeer ge compliceerde maatschappij moet ken nen. En dat is niet weinig. De politie agent moet tegenwoordig heel wat meer kennen en een heel ander mensch zijn, zoowel in fysieken als in intellec- tueelen zin, dan de ouderwetsche „re kel van den schout." Daarvoor is in de eerste plaats noodig ruime beta ling, niet te zwaren dienst, nette en doelmatige kleeding, en deugdelijke voorbereiding. In ons land laten ook deze zaken nog alles te wenschen. Een Nederlander in China. In een telegraphisch bericht van den wd. Consul te Tientsin aan het Ministe rie van Buitenl. Zaken in Augustus jl. werd gemeld: de Hollander van Zuy- len onderscheidde zich dapper gedu rende het gevecht te Peking. Thans wordt vernomen dat het Duitsche legerbestuur in China, het moedige gedrag van dezen Hollander die bij het beleg der gezantschaps gebouwen als vrijwilliger dienst had genomen bij de Duitschers hooge- lijk waardeerendo, hem in den rang van le luitenant heeft- aangesteld tot toll? van den Duitschen bevelhebber luit.-kolonel Wallménich. De heer Desiré van Zuylen (vroeger te Alkmaar) is reeds wegens het red den van een Fransche bezetting in Afrika door de Fransche regeering be giftigd met de Kon. orde van Kam- bodja. Moord in Zwitserland. Voor de gezworenen te Bern is een afschuwelijke zaak behandeld. De boer Binggeli, eigenaar van een groote hoeve te Aeckermatt, heeft zijn zoontje van acht jaar, zijn vrouw, zijn schoonzuster en zijn moeder vermoord Uit de getuigenissen bleek, dat hij in zijn jeugd zeer opgewekt was en dat hlcc-f tot den dood van zijn vader. Want nog geen zin om doodj te gaan. Ik kan niet sterven voordat mijn za ken geregeld zijn. Beste vader, spreek niet over zulke akelige dingen! De oude lachte een korten, cyni- schen lach en zeide toen, zijn doch ter over zijn bril heen aanziende Wat doe je daar? Ik ben bezig „die Ahne" te lezen een Duitsch boek, d'at ik eens van tante kreeg. Zoo! En hoe is 't met mijn sokken? Die zijn klaar, er was niet heel veel aan te doen", na tevergeefs op een antwoord gewacht te hebben, dwong zij zich om te zeggen. Majoor Selley kwam mij ten poosje, nadat gij weg waart, afha len om- een huis dichtbij West bourne Grove le gaan zien. Ah zoo! jelui zijt daar zeker in alle deftigheid naar toegereden. Neen, wij hebben heen en te rug geloopen; het was heel prettig. Ik heb mij aangewend veel te wan delen. —Hm... Westbourne Grove. Ik ben blij dat het niet. dichterbij is. Denk er om dat ik niet van ee73 troep uitgelaten jonge mensch011 *n mijn huis houd zij ventten de daarna werd dc erfenis verdeelt toen verbeeldde Binggeli zich, dal oen stuk land te weinig kreeg: hioro kon hij zijn spijt niet verkroppen, dert verdween zijn blijmoedigheid en hij bleef mokken, werd een stug. prik kelbaar man, steeds nijdig en grof te gen zijn huisgenooten. Dat ontaardde allengs in een hevig zenuwlijden en driemaal moest hij in een gesticht wor den verpleegd. Doch de buitenwacht, de buren en zelfs de meiden n knechts op de boerderij merkten van het ge beurde weinig. De hoeve bleef er wel gesteld uilzien en de rijke boer en xiju gezin behoorden steeds tot de notabe len van het kleine dorp. Op den noodlottigen ochtend wavdé baas in liet. bosch achter zijn hui.-. Hn nieuw geweer gaan probeeren, hi: heel lang bij het. maaien staan 1 was vervolgens een oogenbli.. kaasmakerij geweest en ook hij gemeenschappelijk eten was niets bi zonders voorgevallen. Daarna had h zijn hoeve nog eens rondgcloopen. c' toen vroeg hij zijn achtjarig zoontj wat mee te gaan kuieren in 't. boscl Op een schot en gegil was do moedei toegesneld; Binggeli was haar tege moet gegaan, had haar gevraagd mee te gaan kijken wat daar gebeurd was en bij het lijk van haar kind schoot- b- ook de moeder dood. Zoo vervolgen had hij, steeds op dezelfde wijs, zia schoonzuster, en zijn moeder met eei kogel neergelegd.. Alleen zijn broer, die juist ook op de boerderij was, had hij gespaard. Iedereen hield deze moorden vooi een uiting van krankzinnigheid. Mac de geneeskundigen, die den beklaag* onderzochten, waren bet daarover v" strekt niet eens. En ook ter terechtzitting schéén moordenaar kalm. Hij zat steeds m het hoofd voorover, blijkbaar tc letter op gezworenen of publiek, en geen en kele maal maakte hij opmerkingen over de getuigenissen. Maar heel klaar klonken zijn ant woorden op de vragen van den presi dent: Hij wist zeer goed dat hij moor den deed zijn haat dreef hem er toe; hij wist dat zijn haat. het vermoor, j den van zijn familie niet rechtvaardig de, maar hij hacl zich zeil o< k .\:h m dooden. Zijn zoontje had hij alleen neergeschoten, omdat, hij niet wilde, dat het zonder bescherming bij de ge hate familiebetrekking zou overblij ven, en omdat hij in de gevangenis te veel naar het kind zou hebben ver langd, als bet was blijven leven. En zijn broeder hacl hij gespaard, omdat, hij diens kinderen niet vaderloos wilde maken. De gezworenen hebben de zaak niet ten einde kunnen berechten, want :u de tweede zitting werd Binggeli piot- j seling krankzinnig. De moordenaar is weer naar het krankzinnigengesticht gebracht, dat de ongelukkige volgens deskundigen wel niet meer zal verla- ten. Zonderlinge muntou. Op hot. schiereiland Malakka worden munten, die op ouweltjes gelijken, van het harsachtig sap uit een boom ge maakt. Zij hebben waarschijnlijk de minste waarde van alle andeVe munt stukken op de wereld, want 10.000 er van worden geschat maar één penny waard te" zijn. Op de eilanden van Santa Barbara worden nog schelpen gebruikt en voor een snoer daarvan kan men een goed paard koopen. Onder de oorspronkelij ke bewoners van Californiö word eene zekere soort van schelp zo' hoog ge schat.. dat voor een enkele een naard, te koopen was. Onder andere bijzondere vormen van gangbare munt elders kunnen vermeld worden roode veeren op de eilanden van de Stille Zee, vierkante blokjes thee in Tartarije en ijzeren spaden of houweelen onder de Malagassen. In de afgelegen streken van Europa is koren een ruilmiddel geweeèt sedert den tijd van de oude Grieken tot op heden. In Noorwegen wordt koren zelfs i.i j banken belegd cn beleend. Men zegt, dat eieren een circuleerenj middel in de Alpen-dalen van Zwitser land geweest zijn en stokviscli in de kolonie van New-Foundland. Evenzoo liet zout, niet slechts in Aoessyniti, maar op Sumatra, in Mexico en Aders. Staven koper werden er in Grieken land voor gebruikt. In Thibet en som mige gedeelten vanChina worden puk jes thee als geld gebruikt, zoo ook, in het laatst der vorige eeuw, suiker in West-Indië en tabak in Virgin ie, In 1867 verkeerden de grondbezitters in Virginië in zulk oen financieele kleeden maar en bederven den boel. Maar mijn nichtjes zijn niet ruw. Zij zijn zeer welopgevoed. Als gij gaat schrijven doe ik he* ook. Ik wilde tante aüe bijzonder heden van het huis mededeelen. Dat kost weêr twaalf en een halve cent. Wie moet dat betalen? -Ik ditmaal. Ik heb nos een paar shilling overgehouden vran hél geld dat gij mij stuurde!,, toen ik nog in Dresden was. Late;' wel dat weet ik niet. Misschien," en zij lachte een weiniv zenuwachtig, „zoudt gii mij wel iets voor net maken van uw hemden" willen geven? Hè nu. dat is zoo'n kwaad idéé nog niet. Het zal mij verwen deren, of je eenig begrip van de waarde van het geld hebt. Ik geloof het wel; het- schijnt moeilijk te krijgen te zip-, want ik heb altijd meer noodig dan ik bezit. Dat is eon verkwistend idéé, merkte Tr»<Jey als tot zichzelf op. waarna hij begon te schrijven. ciaude haalde haar eigen, schrijf behoeften en was spoedig in een ellenlang epistel aan haar tante verdiept een bezigheid, die haar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5