afkomstig van de opgravingen, welke
prof. Halprecht, uit Pennsylvania
naar de overoude steden van Mesopo
tamia, het land der Chaldeërs, heeft
gedaan, waar hij de overblijfselen van
verschillende boven elkander gebouw
de steden evenals Schliemann in
Troje heeft ontdekt. Diep in den bo
dem vond hij een tempel van Koning
Sargon I (3800 vóór Christus) en nog
dieper, in de puinhoopen van het oude
Calush, dat in Genesis wordt genoemd,
voorwerpen uit den tijd van L'ugalzag-
gisi (4500 v. Clir.). Op een altaar lag
nog de asch van het laatste offer.
De belangrijkste vondst was de boe-
i kerij van een tempel van omstreeks
GO00 jaren vóór onze tijdrekening. Zij
bestond uit ongeveer 18,000 leemen
plaatjes, met opschriften, die het leven
van 70 a 80 eeuwen herwaarts ontvou
wen. Die plaatjes of tafeltjes lagen in
lange vakken langs de wanden van
een groot vertrek. Men leert er uit, dat
de toenmalige bewoners in flinke hui
zen woonden, die een behoorlijken af
voer hadden. Men at uit schotels, die
op de draaibank waren vervaardigd.
De kinderen gingen al naar school of
kregen thuis van de ouders of van
meesters o. a. les in de taalleer. Een
aantal taaloefeningen zijn aldus ge
vonden. Dat de toonkunst beoefend
werd, bewijzen de gezangen, die op
een deel der tafeltjes staan. De tempels
werden onderhouden uit bijdragen der
burgers de inkomsten vindt men op-
geteekend. Er waren al rijken en ar
men, meesters en slaven. Lijsten van
bezittingen en aanteekeningen over
den verkoop van slaven, landerijen
en producten werden gehouden. Een
deel der goederen werd verpacht, er
werd reeds geld op hypotheek geleend,
on te veld staande oogst verkocht. Vele
groote grondeigenaars woonden reeds
in de steden en lieten den bodem door
pachters of slaven bebouwen, onder
toezicht van agenten die rekening af
legden. Ook een soort van boekhou
ding heeft men gevonden, overeen
komsten, schuldbekentenissen enz. De
beoefening van beeldende kunsten
blijkt uit een aantal beeldhouwwerken,
waaronder een groep honden en een
treurend paar bijzonder merkwaardig
zijn. Van de wetenschappen stond de
sterrekunde hoog in eer de beweging
van planeten en sterren werd opgetee-
kend. Zelfs de oudheidkunde werd be
oefend.
In een aarden pot vond Hilprecht
een aantal veel oudere voorwerpen, die
een priester verzameld had, en van ge
lijken aard als de professor zelf reeds
eerder uit de diepte had te voorschijn
gehaald. De lijken zette men bij in ge
welven, in fraai gevormde leemen zer
ken, die met blauw glazuur werden
bedekt.
Een verder onderzoek der talrijke
tafeltjes zal in staat stellen een ge
trouw beeld te geven van deze over
oude beschaving.
De vrouw is de baas.
Zoo was het ten minste te Gouda in
de 16e eeuw. Dit. blijkt uit eene schil
derij, in het jaar 1567 gemaakt exi die
weleer daar ter plaatse in de Doelen
hing. Het stuk werd gewoonlijk „de
laarzenman" genoemd en stelde voor
den Goudschen notaris en procureur
P. C. Diephorst, in de linkerhand een
bel houdende, tei*wijl aan den rechter
arm een paar laarzen hing.
Onder dit portret stond
,,Dit paer laersen wil ik vrolick
schijnken
Den man die zijn wijf niet en ontziet.
Verre heb ick mijn belle doen klin-
cken, roepen en wincken,
Maer noch en heb ick hem gevonden
niet.
Aldus eoem ick om (te) weten, also
men mij ziet,
Of hij mach zijn in 't Goudtsë dal,
Die mij deze laersen afhalen sal."
De geschiedenis meldt niet, of er la
ter ook nog een Gouwenaar gekoinen
is, om de laarzen te halen.
De snelheid der vogels
is onder zoölogen nog veelvuldig een
onderwerp van gedachtenwisseling en
het is waarschijnlijk, dat enkele cij
fers, tot dusverre als vaststaande be
schouwd, onder de verdenking liggen
van onjuistheid en overdrijving. Zoo
zoude o. a. Spailanzani de snelheid der
gierzwaluw bepaald hebben op 89 me
ters per seconde en uit de uitkomsten
eener duivenwedvlucht tusschen Parijs
en Budapesth zoude men op een traject
van omstreeks 1300 kilometers eene ge
middelde snelheid hebban afgeleid van
51 meters per seconde.
Te Antwerpen is onlangs eene merk
waardige proef genomen met eene zwa
luw, welke men uit haar nest nam en
naarCompiégne bracht, waar men haar
merkte en losliet op 17 Mei jl. om 7 uur
15 minuten voormiddags, bij een mati
gen noordenwind. Nu verscheen deze
aanvallige boodschapster reeds om 8
uur 23 minuten voormiddags weder in
de rue des Prédicateurs te Antwerpen
en zocht haastig haar nest weder op.
De zwaluw had dus den afstand van
236 kilometers tusschen Compiègne en
Antwerpen afgelegd in 1 uur en 8 mi
nuten, met eene snelheid van 207 kilo
meters per uur, dus per seconde 58 me
ters.
Duiven, tegelijk met de zwaluw los
gelaten, waren eerst om halftwaalf te
rug en hadden dus slechts eene snel
heid kunnen halen van 57 kilometers
per uur of 15 meters per seconde.
Men kan zich uit zulk eene vlucht
van nagenoeg 60 meters per seconde
een begrip vormen van de snelheid,
waarmede de zwaluwen haar jaarlijk-
schen trek volbrengen. Zij hebben b. v.
om van Algerië het noorden van Frank
rijk te bereiken op deze wijze aan een
halven dag ruim genoeg.
Wat de vlugheid der duif betreft, die
men op bij de 50 meters schatte, is
thans zeker, dat die gemiddeld 15 me
ters is in de seconde en onder de beste
voorwaarden van afstand en wind
nooit boven 21 meters is gekomen. In
elk geval kan eene duif, die 80 kilome
ters per uur maakt, best een sneltrein
bijhouden.
In verlegenheid.
Labiclie, wijlen de bekende Fransche
blijspeldichter, vertelde gaarne een en
jxnder van wat hij van de censuur on
der het eerste Keizerrijk ondervonden
had.
In een van zijne stukken liet hij den
held zeggen ..Hij is zoo wraakzuchtig
als een Corsïkaan." „Dat kan zoo
niet blijven." bracht de censuur daarte
gen in, „de Keizer is van Corsikaansche
afkomst." „Zet dan zoo wraakzuch
tig als een Spanjaard." „Jawel, maar
de Keizerin?" „Dan maar: zoo
wraakzuchtig als een Auvergnaat."
„Gij vergeet Monsieur Rouher."
„Dan maar zoo wraakzuchtig als
wat je maar wilt."
Een merkwaardige visch.
In het meer van Tiberias, nabij het
oude Capernaum, en wel op een plaats,
waar de wateren van het meer, tenge
volge van eenige zich daarin uitstor
tende warme bronnen, een tempera
tuur van 24 gr. C. hebben, leeft een
visch, die van Lortet den naam van
„Chromis Paterfamilias" ontvangen
heeft. De aanleiding tot die zonderlinge
benaming is de volgende
Wanneer het wijfje hare eieren in
eene diepte van den zandigen bodem of
tusschen biezen gelegd heeft, zuigt het
mannetje deze in zijnen mond op, van
daar geraken de eieren tusschen de
kieuwplaten, om daar te blijven tot liet
uitkomen der jonge vischjes. Deze ver
laten hunne broedplaats niet door de
kieuwopening, maar langs den weg
van den mond. In dien tijd is de mond
holte van den broedenden vader zoo
sterk uitgezet, dat de wangen gezwol
len zijn en de kaken zich niet sluiten
kunnen.
Rozenolie.
De rozenolie of attar is een product
van de distillatie van rozenwater. Ook
wordt het rozenwater wel gekookt en
het vat. als het nog heet is, in stroo-
mend water geplaatst om af te koelen.
Dit gebeurt veelal 's avonds, en den
volgenden morgen ligt de attar als olie
op het water. Zij wordt er zorgvuldig
afgeschept door middel van een gras-
blaadje, in den vorm van een Y gebo
gen. Men zegt, dat een klein flesclije de
olie van 700 of 800 pond rozebladeren
bevat.
Buikspreken.
Die kunst is zeer oud. en men heeft
ook reeds zeer goede buiksprekers bij
natuurvolken aangetroffen, bij voor
beeld bij de Eskimos, 't Is waarschijn
lijk, dat de Schamanen of medicijn
meesters van verscheidene wilde volks
stammen hunne geestenstemmen door
buikspreken voortbrengen.
De Grieken, die het voor een werk
der demonen hielden, noemden de
buik sprekers Engastrimanten of Eu-
■genhoid, dat zij genoodzaakt wa-
gedroogde ekhorenvellen als geld
te gebruiken.
Petroleumsas te Londen.
De buitengewone opslag van steen
kolen en de vrees voor de uitputting der
mijnen hebben velen er toe gebracht,
oil) met. kracht pogingen in :t werk te
.tellen, ten einde een practisch middel
ontdekken om in den steenkolennood
te voorzien.
Hiervoor heeft de Fransche consul te
Bataviu vooral aanbevolen (in een rap-
no)v ver den toestand van den bodem
de Oost-Indische bezittingen) het
k.van petroleum.
onderneming te Londen heeft
o proeven genomen met olie uit de
ij non van Borneo aan de Koetei-ri-
er en met gunstige resultaten.
De uitslag heeft tengevolge "--had,
.at ei reeds contracten voor den aan-
pöp van deze olie gesloten zijn. Er zijn
reeds groote booten in aanbouw, die
voor i transport hiervan dienst moeten
doen.
het teekeii van 't verkeer.
In Duitschland staat men nooit stil,
,'óoral niet op verkeersgebied. Nu weer
wordt gemeld, dat op de voornaamste
elektrische tramlijnen in Berlijn in 't
vervolg achter de gewone wagens post-
rijtuigon zullen worden aangehaakt,
to we] om brieven op te nemen als om
e te sorteeren en zoodoende de bestel
ing te bespoedigen.
Spoorwcgroovers.
Dezer dagen is een dame in den Ber-
lijnscben stadsspoorweg door oen ge-
maskerden bandiet aangevallen. Hij
hield haar een revolver voor en tracht
te haar te bcrooven. Op haar hulpge
schreeuw sloeg bij op de vlucht en is
nog niet ontdekt.
Van den zaoktöo. winter.
Op een redaktiebureau vindt men
soms rare zaken. Zoo was op 't
bureau der N. Arnh. Ct." Zater
dag te bewonderen een levende
vlinder zoo juist, gevangen door
eer. jeggie uit de Sloetstraat op het
balkon zijner woning. Een vlinder
tegen Kerstmis, als dat niet iets
merkwaardigs is dan weten we
het niet.
Vitriooiaanslag.
Een aangrijpend tooneel had plaats
in het gasthuis van St. joost ten
Noode.
Een gewezen politieagent, die daar
verzorgd wordt, kreeg een bezoek van
ziin vrouw. Toen zij zijn bed naderde,
ind zij daar een andere vrouw, die
zij, ten rechte of ten onrechte, voor
een indringerige vriendin aanzag.
Zij haalde uit den zak een fleschje
vitriool en wierp dit de andere bezoek
ster in het gelaat; een gedeelte van
het vocht viel zelfs op het gelaat van
den zieke.
Geneesheeren snelden toe om bei
den te verzorgen.
De schuldige is aangehouden.
Een Britsch Monto Carlo.
Er heeft zich te Londen een syndi-
duit gevormd met een kapitaal van
200,000 pond sterling dat een groote
^toonSbOot wil koopen en deze wil in
lichten als hotel en speelclub. De
stoomboot, zal gemeerd worden in de
nabijheid der Britsche kust niet ver
vat) Brighton maar buiten Britsch
rechtsgebied. Het syndicaat heeft in
zijn prospectus vermeld dat het in een
dringend gevoelde behoefte wcnscht
te voorzien.
Twee groote branden
Een buitengewoon hevige brand
heeft dezer dagen te Hal, nabij Brussel
de groote papierfabrieken van de fir
ma Van Hemelryck vernield. Alle ge
bouwen, waarvan de meeste eerst twee
jaar geleden waren opgetrokken, zijn
afgebrand. De in de fabriek aan het
werk zijnde arbeiders konden zich in
tijds redden ook de boeken zijn in vei
ligheid gebracht. De schade is enorm.
Later brak brand uil, in een groote
spinnerij te Loth, eveneens nabij Brus
sel. Ook hier werden de gebouwen
grootendeels verwoest en is de schade
zeer groot, doch persoonlijke ongeluk
ken zijn evenmin te e'onstateeren.
de kille omgeving, waarin zij leef
de, totaal deed vermeen.
Na verloop van een uur legde
Tracey zijn penhouder neder en
leunde in gedachten verzonken
achterover in zijn stoel; plotseling
vroe" hij
Hebt gij een paar japon
nen ik bedoel japonnen, die er.
eer. beetje netjes uitzien?
Ja heel veel. Waarom?
Ik dacht dat gij een japon noo-
dig hadt.
Een warme winlerjapon! ant
woordde Claude blozend bij de
herinnering aan de pijnlijke scène
van dien morgen, „maar ik heb
genoeg zomerjaponnen en één. oude
wintenapen.
Ik heb morgen iemand ten
eten gevraagd. Dus kunt gij niet
in zoo'n oud ding te voorschijn ko-
ni' u. Zor;- dus dat gij er netjes
uitziet.
Ik zal het provoaien, antwoord
de Claude ten zeerste verwonderd
er. aangenaam aangedaan.
Is hot een dame of een
-- Een dame? Denk je dat ik mi;t
den last van dames op den hals
zou halen Het doet er niet toe wie
hot is. dat zal je morgen wel zien.
Heel g;ied:, zei de Claude, haar
Vergif igcle schelvisch.
Een dokter, belast met den gezond
heidsdienst in het Engclsche plaatsje
St. Pancras, heeft in een rapport ge
constateerd, dat eenige gevallen van
entiritus, welke zijn voorgekomen in
zijn district, veroorzaakt zijn door het
gebruik van uit Nederland ingevoerde
schclvisch. En voegt de geleerde beer
er geheimzinnig bij hoewel uit En
geland zelf afkomstige schelvisch van
overheidswege deugdelijk wordt onder
zocht, geschiedt dat niet met schel
visch uit den vreemde.
Er mankeert alleen aan, dat de
schrandere dokter beweert, dat in
verhand met de Boerensympathiecn in
Nederland de schelvisch opzettelijk
vergiftigd is, om een paar Engelsehe
stakkers te dooden te... St. Pancras
Hetjz waard der overwinning.
In het bezit van de „Orde der
Barden van Wales" bevindt zich
eene reliquie een oud, eens aan
een zanger en ziener van Wales
toebehoord hebbend zwaard „het
zwaard Gorsedd" dat dezer dagen
voor liet eerst sedert eeuwen uit
de scheede getogen werd.
De sage verhaalt, dat dit zwaard
eens uit de scheede, hun, die het
met zich voeren, de zege in den
strijd tegen valschheid, boosheid
en zonde verleenen moet.
De ridders der Wales' Barden
orde schijnen tot de overtuiging
te zijn gekomen, dat thans de tijd
aangebroken is het zwaard van de
scheede te bevrijden om daardoor
den, in hunne oogen. rechtvaardi
gen oorlog van Engeland tegen
boosheid, valschheid en zonde (te
gen Transvaal) de overwinning te
verschaffen. Daarom werd in het
begin van dit jaar besloten het
heilige zwaard van zijn omhulsel
te ontdoen en aan het Britsche le
ger ter beschikking te stellen.
Op den dag der plechtige ont
blooting begaven zich slechts wei
nige ordebroeders naar de verza
melplaats in de nabijheid van de
kapel. Zij gingen een moeilijken
weg over de bergen. Regen en
storm konden het kuddeke barden
niet beletten van hun voornemen
af te brengen en in stille gelaten
heid schikten zij zich in hun lol
cm hunne gewichtige zending te
volbrengen. Aan het doel gekomen
vormden, nadat het zwaard plech
tig uit zijne bewaarplaats geno
men was. de ridders der orde een
kring om den grootmeester-der
orde.
Deze hield het zwaard gestrekt
en sprak deze woorden „Hierme
de zij „kennelic en cont" allen bar
den van Wales en allen strijders
voor rechtvaardigheid op de ge-
heele wereld, dat dit geheimzinni
ge zwaard het zwaard der Waar
heid, des Vredes en der Gerechtig
heid. heden in het eeuwige Gor
sedd, in het graafschap Gair
Oonydd, uit de scheede geto
gen is."
Nadat de grootmeester den ze
gen Gods over de Britsche wape
nen afgesmeekt had, zeide hij nor.'
die volgende woorden Niet eer
zal dit zwaard der rechtvaardig
heid in de scheede wederkeeren.
voordat het over de horden des
duivels gezegevierd heeft."
Daarna verstrooiden de barden
zich weder over de heuvels. Een
iegelijk ging zijns weegs.
Als het heilige zwaard uit Wa
les zich maar niet tegen Engeland-
zelf keert
In de middeleeuwen was het
zwaard den ridder alles. Aan vele
zwaarden werden' geheimziiyiige
krachten toegeschreven, ook de
kracht der overwinning. Beroemd
waren d'e zwaarden van Keizer
Karei den Groote en van zijn pala
dijn Roelant Durendaal en Flon-
kerstraal; het een was Roelant's
zwaard, de Keizer voerde het
ander.
Het schoone drama De Dochter
vaiï Roelant is on de beteekenis
dezer zwaarden gebouwd.
Een Engelsehe statisticus heeft uit
gerekend, op grond van de officieele
rapporten dat de Wet tot dusver heeft
verloren 24000 paarden en 50 millioen
patronen, dat hij sedert zes maanden
onafgebroken aan drie kanten omsin
geld is geweest en elk uur de wapens
moest neerleggen, dat zijn burgers on
ophoudelijk van honger sterven en
geen moed meer hebben, dat hij twee-
brief vervolgend.
Den 'eheelen avond werd ver-1
dei de stilte niet meer verstoord.
Om zeven uur dineerde de heer
Tracey gewoonlijk; de klok had
i reeds geslagen en nog was Claude
in haar kamer.
Zijt ge nog niet klaar, juffrouw
CJaude? zeide Tebbets, haastig bin
nentredend. Gauw wat. mijnheer
houdt niet van wachten en mijn
heel Brandon is er reeds.
Ik ben klaar. Ik wist niet dat
het al zoo laat was.
Wat scheelt u? Uw oogen zien
zoo rood, hebt gij geschreid?
Ja. een beetje antwoordde
Claude met een weemoedig lachje.
„Ik weet wel dat het zwak en flauw
van mij is, maar vandaag leek het
leven mij ondragelijk. Morgen zal
ik verstandiger ziin.
Laat het hoofd niet hangen. Er
zullen nog wel nrettige oogenblik-
ken voor u aanbreken. Kom nu
hel diner is opgediend en zoodia
gi;i veilig in de studeerkamer zijt,
-:a] ik het he mzeggen.
c-'aude wierp nog een laatste blik
wanhorAiren blik in dien spie-gel.
Haar oog^ zagen er ontoonbaar
uit, maar wat kv^m het er op aan;
maal gesneuveld en eenmaal gewond
is en op zijn vluchten meer proviand
heeft achtergelaten dan het gehecle
Engelsehe leger in drie jaar opeten
kan.
Ten slotte dat hij op z'n vlucht een af
stand heeft afgelegd, die precies twee
maal de lengte van den evenaar be
draagt.
Venijniger bespotting van de rap
porten van lord Roberts c.s. is wel niet
denkbaar.
Bet verminken van lotelingen
is in den laatsten tijd in de omstreken
van het Fransche dorp Moissac door
een bende kwakzalvers en oplichters als
een rijke bron van inkomsten be
schouwd. Jongelingen, die in de loting
vielen, werden tegen betaling van een
aanzienlijke som, 1000 tot 1500 francs,
aan een behandeling onderworpen, die
hoofdzakelijk bestond in het op een bij
zondere wijze verbinden van den voet,
waarvan een verstijving der teenen het
gevolg was. Verschillende wei-den óf
tengevolge van deze verminking afge-
keui'd en geheel van den militairen
dienst ontslagen, öf in reserve gehou
den en niet bij den actieven dienst in
gedeeld. De justitie heeft de zaak in
handen.
Een levenstekken van Mars.
Sedert 1877 wijden de asti'onomen
meer in het bijzonder hun aandacht
aan de planeet Mars, als zijnde onze
naaste buur in het groote hemelruim.
Verschillende ontdekkingen hebben
zooveel punten van overeenkomst aan
getoond tusschen beide hemellichamen
dat niet veel verbeeldingskracht noodig
is om tot de bewering te komen, dat
Mars, evenals wij, ook wel een bewoond
hemellichaam zal ziin. Vooral de aan
wezigheid van kanalen, die elkaar
rechthoekig snijden, heeft den waarne
mers het meest getroffen.
Men heeft wel eens gesproken van het
geven van teekenen aan Mars, opdat
de Marsbewoners zouden weten, dat
onze aardbol bevolkt was. De Sahara
zou daarvoor zeer geschikt zijn; groote
verlichte lijnen, in regelmatige figu
ren verdeeld, zouden voldoende zijn om
Mars tenminste te doen begrijpen, dat
hier denkende, handelende wezens leef
den. Natuurlijk gaf het plan aanlei
ding tot heel wat vroolijklieid. Een ge-
illumineerde Sahara lijkt dan ook al
wel wat op „le dernier cri."
Toch, wat hier niet is ten uitvoer
gelegd, moet bij de Marsbewoners tot
uitvoering zijn gekomen.
8 December, merkwaardige datum,
zou deze ontdekking gedaan zijn op het
gi*oote observatorium van Flagstaff in
den staat Arizona, welke staat jammer
genoeg in Amerika ligt. Een sterrc-
kundige, de geleerde en bekende Dou
glas, zou bij het bestudeeren van den
nachtelijken hemel plotseling getroffen
zijn door een vreemd verschijnsel op
Mars. In een lang gelid, honderden
kilometers lang, zag hij ineens een
aantal heldere lichten verschijnen; dit
duurde zonder onderbreking één uur
en tien minuten, waarna de lichten
even verwacht weer verdwenen.
De gelijkheid van opkomen en ver
dwijnen zoude kunnen bewijzen, dat
zij aangestoken waren en wel met het
doel, teekens te geven. En naar wie
anders dan naar onze aarde? Op Mars
zouden dus ook denkende, handelende
wezens leven!
Van Flagstaff is het bericht dadelijk
gemeld naar het centrale bureau te
Kiel met een verklarend briefje-getee-
kend door den heer Tenkering, direc
teur van het Observatorium van Har-
ward-College. Het bureau van Kiel
heeft het bericht rondgezonden naar
alle sterrowachten over de wereld.
Wanneer de ontdekker Douglas dus
door een helderen kijker heeft gekeken
en geen dwalende sterretjes voor Mar-
siaansche lichtseinen heeft gehouden,
kan men er zeker van zijn, dat, wan
neer het verschijnsel zich herhaalt, de
sterrekijkers van geheel onze aarde op
de wacht zullen staan. Tot zoolang
hebben wij dus, niet zonder spanning,
te wachten.
Maar in afwachting zal het niet
kwaad zijn, te herlezen wat een Jules
Verne, of liever nog een Wells,geschre
ven heeft over onze buren in het
hemelruim!
Voor 6000 jaren.
Een belangrijke verzameling voor
werpen van zeer hoogen ouderdom is
thans onderweg naar Amerika. Zij zijn
zij begaf zich dus naar de studeer
kamer. want mijnheer Tracey wei
gerde de zitkamer in gebruik te
nemen.
Hel was een kleine, lichte ge
stalte die de trap afdaalde, gekleed
in een lichtgrijze japon van zachte
wollen stof, waarin van voren een
vestje van kant was aangebracht
aan den hals en de ceintuur met
een licht rosen strik bevestigd. De
mouwen, die slechts tot de elbogen
reikten, en in kanten lubben uit
liepen, waaronder zwarte, openge
werkte handschoenen uitkwamen
deden haar op een portret van haar
grootmoeder gelijken, waarop deze
als jong meisie van achttien jaar.
afgebeeld stond.
De verrassing die haar wachtte,
was werkelijk zeer groot.
Met zijn rug naar het vuur ge
keerd in druk gesprek met haar
vader, die in zijn geliefkoosden
stoel zat. stond een heer. die veel
jonger was dan zij zich, den gast
haars vaders, had voorgesteld. Het
was iemand met een zeer gediistin-
gueerd voorkomen, en met dat on
beschrijfelijk kalme zelfvertrou
wen. den Enselschen aristocraten
zoo eigen. Zijn klceding was keu
rig en naar de laatste fnode.
Hoewel oom Selley in zijn gala-|
cosluum. al was hel ook veel ge-j
dragen en, zelfs een weinig versle
ten. zeer hoog in haar achting
stond aangeschreven, maakte deze
persoon een nog voornamer indruk.
Toen zij binnen kwam trad de
hooge gestalte met een zekere eer
biedigheid opzij de.
Dit is mijn dochter! zeide Tra
cey op een toon. die d:eed vermoe
den, dat het niet de moeite waard
was veel woorden voor haar te ver
spillen.
Brandon boog diep en zette een
stoel voor haar neêr. alsof zij een
hertogin was.
Mijnheer Tracey heeft mij ver
teld dat gij kortgeleden uitDuitsch-
land zijt gekomen zeide hij.
Londen maakt een slechten
indruk in dit seizoen.
Ik ben dikwijls in Londen ge
weest; het is niets vieemds voor
mij, zeide Claude zonder de
oogeri o~ te slaan.
Des te betc-r. begon Brandon
weêr toen Tebbets juist de deur
opende en kwam berichten dat men
aar tafel kon gaan.
Gij moest de vrouw des hui
zes maar aan tafel geleiden, zeide
Tracev met een onaangenaam
lachje. I
Met een zonderling gevoel van j
njet op haar plaats te zijn, nam,
Claude Brandon s arm en ging naar
de eetzaal gevolgd door Tracey.
Het diner was zooals gewoonlijk
zeer eenvoudig maar goed, en ge-
ruimen tijd werd er geen woord
gesproken. Toen zijn bord wegge
nomen was, zeide Tracey op een
Cbineesch porceleinen schaal wij
zend, die met mos en lichtgele
chrysantthemums gevuld was
Waar komt dal vandaan? en
zijn toon klonk bepaald afkeurend.
De schaal staal anders in de
z;tkamer en ik zorgde voor de
bloemen. Een diner zonder bloe
men is zoo ongezellig.
Ja, bloemen zijn een noodza
kelijkheid geworden, zeide Bran
don. .Ik heb de verbetering ter
stond opgemerkt en zeide tot mij
zelf .de dochter des huizes schijnt
teruggekeerd te zijn."
Claude wierp hem een dankba
ren blik toe. maar schrikte van
zijn oogen die standvastig en door
dringend op haar gericht waren.
Brandon's oogen zagen haar met
de grootste belangstelling aan
maar op een wijze, zooals men een
kunstvoorwerp beschouwt.
rykliden, naar Eürykles, die te Athene
de buiksprekerij beoefende. Tegenwoor
dig nog heeft inzonderheid Oost-Indië
zeer knappe buiksprekers, en in Euro
pa hebben vooral Fransclien en. Engel-
schen zich iix die kunst onderscheiden,
onder anderen Fitz James en Olivier
bij uitnemendheid. Van den laatstge
noemde wordt het volgende verhaald:
Op een wandeling in den omtrek van
Parijs ontmoette hij eens een boer, die
eene wagenvracht hooi naar de stad
bracht. Olivier loopt ïxaast den wagen
en knoopt met den man een gesprek
aan, toen plotseling uit het hooi een
kinderstem om hulp en bevrijding riep.
De verschrikte boer werpt terstond het
hooi van den wagen af; maar nauwe
lijks is de wagen bijna leeg, of uit het
afgeladen hooi klinkt dezelfde klagen
de stem. Nu onderzoekt de boer het
hooi zeer zorgvuldig, vindt natuurlijk
niets, en staat radeloos en besluiteloos
omdat hij het niet durft wagexx het
hooi weer op te laden. Op aanraden
van Olivier besluit hij daar toch ein
delijk toe, en nauwelijks is het hooi
bijna weer op den wagen, of plotseling
roept de nu niet meer klagende stem,
onder het wegloopen en op al verder
en verder afstand, den boer haar dank
voor de nevrij ding toe.
Beroemde buiksprekers, die van hun
ne kunst een kostwinning maakten en
op hunne reizen voorstellingen gaven,
waarin zij gewone gesprekken met
schijnbaar verwijderde en dan nader
komende personen, of, omgekeerd, met
zich verwijderende personen hielden,
hebben dikwijls zeer aardige tooneelen
teweeggebracht: ja één zelfs, zekere Co-
nite, heeft zich door zijne kunst uit een
zeer gevaarlijken toestand gered. Toen
namelijk de hoeren van het kanton
Freyburg hem als een zwarte kunste
naar in een gioeienden oven wilden
werpen, liet hij daaruit eene zoo ont
zettend dreigende stem klinken, dat de
verschrikte boeren hem dadelijk vrij
lieten en de vlucht namen.
Door den Nederlandschen Druk-
kerbond is eene commissie be
noemd. bestaande y,it de heeren F.
J. Belinfante en A. J. J. P. N. Stok
te 's-Gravenhage en M. J. P. van
Santen en B. C. E. Zwart te Am
sterdam om een onderzoek in te
stellen naar de' mogelijkheid tot
oprichting eener onderlinge verze
kering tegen ongevallen op den
voet van de wet van 1900, uitslui
tend voor Nederlandsche boek- en
steendrukkers, leden van den Ne-
derl. Drukkersbond.
Met het oog op de zeer weinig
voorkomende ongevallen in deze-
bedrijven meent men dat verzeke
ring op deze wijze zeer voord'eelig
zal blijken te zijn.
De ondervinding in Oostenrijk
opgedaan, heeft bewezen dat de
polygraphische vakken het minste
minste risico opleverden.
KERKNIEUWS.
Kathedrale Kerk St. Bavo.
Dinsdag, feestdag van de Besnijde
nis des Heeren, te vieren als Zondag.
De H.H. Missen te half 7, 9 en half 11
uur.
Het"H. Sacrament blijft ter aanbid
ding uitgesteld van 's morgens half 7
tot na de Hoogmis.
's Avonds te 7 uur Lof en Rozenhoedje.
Donderdag de H. Mis met predika
tie op het Kerkhof St. Barbara. Gele
genheid om te biechten van 6 tot 8 uur.
Vrijdag, 1ste Vrijdag, toegewijd aan
de vereering van het Goddelijk Hart
van Jezus en dag van aanbidding A'oor
de Ver. der Eeuwigd. Aanbidding.
Te 8 uur gezongen H. Mis met toe
spraak te 10 uur II. Mis voor de Ver-
eeniging en acte van eèrëhöete.
's Avonds te 7 uur Lóf,acte van eere
boete en Rozenh.
Het H. Saci\ blijft ter aanbidding
uitgesteld 's morgéns tot half 12 en na
den middag 'van af 6 uur.
Parochiekerk van deix H. Joseph.
Dinsdag, feestdag der Besnijdenis
O. H. de stille H.H. Missen te 7, 8 en
half 9 uur. Te half 11 de plechtige
Hoogmis. Van 7 uur tot na den Hoog-
dienst aanbidding van. het Allerli. Sa
crament. Te 3 uur de Vespers.
Donderdagavond te 7 uur hel Lof.
Zaterdag, te half 9 de H. Mis voor
de bckeeringsder zondaars in de Kapel
van het Miraculeuse Mariabeeld. Te 6
uur het Lof ter eere van O. L. V. Van
5 tot 10 uur, gelegenheid om te biech
ten.
In deze week, behalve Dinsdag, de
HH. Missen en de Catechismus op de
gewone uren.
Het is heel mooi, maar ik ben
niet van plan voortaan voor zoo'n
overdaad te betalen, zeide Tracey.
Dan kunnen wij ze niet meer
hebben, merkte Claude beslist op.
Brandon glimlachte even en ver
anderd e zeer verstandig van on
derwerp.
Iioe lang zijt gij in Duitsch-
land geweest? vroeg hij beleefd.
Meer dan drie jaar.
Gii zijt dus zeker een Duitsche
in uw hart geworden?
Neen. ik houd veel van Duitsch-
land, maar geef de voorkeur aan
Engeland1 als... 'nier zweeg zij.
Als je bij je lieve oom en
tante kondJl wonen, viel Tracey
haar in de rede.
Ik zou hel heel pleizirig vin
den bij u te zijn hier zweeg zij
weêi en haar vader zich tot Bran
don wendend, zeide
(Wordt vervolgd).