afkomstig van de opgravingen, welke prof. Halprecht, uit Pennsylvania naar de overoude steden van Mesopo tamia, het land der Chaldeërs, heeft gedaan, waar hij de overblijfselen van verschillende boven elkander gebouw de steden evenals Schliemann in Troje heeft ontdekt. Diep in den bo dem vond hij een tempel van Koning Sargon I (3800 vóór Christus) en nog dieper, in de puinhoopen van het oude Calush, dat in Genesis wordt genoemd, voorwerpen uit den tijd van L'ugalzag- gisi (4500 v. Clir.). Op een altaar lag nog de asch van het laatste offer. De belangrijkste vondst was de boe- i kerij van een tempel van omstreeks GO00 jaren vóór onze tijdrekening. Zij bestond uit ongeveer 18,000 leemen plaatjes, met opschriften, die het leven van 70 a 80 eeuwen herwaarts ontvou wen. Die plaatjes of tafeltjes lagen in lange vakken langs de wanden van een groot vertrek. Men leert er uit, dat de toenmalige bewoners in flinke hui zen woonden, die een behoorlijken af voer hadden. Men at uit schotels, die op de draaibank waren vervaardigd. De kinderen gingen al naar school of kregen thuis van de ouders of van meesters o. a. les in de taalleer. Een aantal taaloefeningen zijn aldus ge vonden. Dat de toonkunst beoefend werd, bewijzen de gezangen, die op een deel der tafeltjes staan. De tempels werden onderhouden uit bijdragen der burgers de inkomsten vindt men op- geteekend. Er waren al rijken en ar men, meesters en slaven. Lijsten van bezittingen en aanteekeningen over den verkoop van slaven, landerijen en producten werden gehouden. Een deel der goederen werd verpacht, er werd reeds geld op hypotheek geleend, on te veld staande oogst verkocht. Vele groote grondeigenaars woonden reeds in de steden en lieten den bodem door pachters of slaven bebouwen, onder toezicht van agenten die rekening af legden. Ook een soort van boekhou ding heeft men gevonden, overeen komsten, schuldbekentenissen enz. De beoefening van beeldende kunsten blijkt uit een aantal beeldhouwwerken, waaronder een groep honden en een treurend paar bijzonder merkwaardig zijn. Van de wetenschappen stond de sterrekunde hoog in eer de beweging van planeten en sterren werd opgetee- kend. Zelfs de oudheidkunde werd be oefend. In een aarden pot vond Hilprecht een aantal veel oudere voorwerpen, die een priester verzameld had, en van ge lijken aard als de professor zelf reeds eerder uit de diepte had te voorschijn gehaald. De lijken zette men bij in ge welven, in fraai gevormde leemen zer ken, die met blauw glazuur werden bedekt. Een verder onderzoek der talrijke tafeltjes zal in staat stellen een ge trouw beeld te geven van deze over oude beschaving. De vrouw is de baas. Zoo was het ten minste te Gouda in de 16e eeuw. Dit. blijkt uit eene schil derij, in het jaar 1567 gemaakt exi die weleer daar ter plaatse in de Doelen hing. Het stuk werd gewoonlijk „de laarzenman" genoemd en stelde voor den Goudschen notaris en procureur P. C. Diephorst, in de linkerhand een bel houdende, tei*wijl aan den rechter arm een paar laarzen hing. Onder dit portret stond ,,Dit paer laersen wil ik vrolick schijnken Den man die zijn wijf niet en ontziet. Verre heb ick mijn belle doen klin- cken, roepen en wincken, Maer noch en heb ick hem gevonden niet. Aldus eoem ick om (te) weten, also men mij ziet, Of hij mach zijn in 't Goudtsë dal, Die mij deze laersen afhalen sal." De geschiedenis meldt niet, of er la ter ook nog een Gouwenaar gekoinen is, om de laarzen te halen. De snelheid der vogels is onder zoölogen nog veelvuldig een onderwerp van gedachtenwisseling en het is waarschijnlijk, dat enkele cij fers, tot dusverre als vaststaande be schouwd, onder de verdenking liggen van onjuistheid en overdrijving. Zoo zoude o. a. Spailanzani de snelheid der gierzwaluw bepaald hebben op 89 me ters per seconde en uit de uitkomsten eener duivenwedvlucht tusschen Parijs en Budapesth zoude men op een traject van omstreeks 1300 kilometers eene ge middelde snelheid hebban afgeleid van 51 meters per seconde. Te Antwerpen is onlangs eene merk waardige proef genomen met eene zwa luw, welke men uit haar nest nam en naarCompiégne bracht, waar men haar merkte en losliet op 17 Mei jl. om 7 uur 15 minuten voormiddags, bij een mati gen noordenwind. Nu verscheen deze aanvallige boodschapster reeds om 8 uur 23 minuten voormiddags weder in de rue des Prédicateurs te Antwerpen en zocht haastig haar nest weder op. De zwaluw had dus den afstand van 236 kilometers tusschen Compiègne en Antwerpen afgelegd in 1 uur en 8 mi nuten, met eene snelheid van 207 kilo meters per uur, dus per seconde 58 me ters. Duiven, tegelijk met de zwaluw los gelaten, waren eerst om halftwaalf te rug en hadden dus slechts eene snel heid kunnen halen van 57 kilometers per uur of 15 meters per seconde. Men kan zich uit zulk eene vlucht van nagenoeg 60 meters per seconde een begrip vormen van de snelheid, waarmede de zwaluwen haar jaarlijk- schen trek volbrengen. Zij hebben b. v. om van Algerië het noorden van Frank rijk te bereiken op deze wijze aan een halven dag ruim genoeg. Wat de vlugheid der duif betreft, die men op bij de 50 meters schatte, is thans zeker, dat die gemiddeld 15 me ters is in de seconde en onder de beste voorwaarden van afstand en wind nooit boven 21 meters is gekomen. In elk geval kan eene duif, die 80 kilome ters per uur maakt, best een sneltrein bijhouden. In verlegenheid. Labiclie, wijlen de bekende Fransche blijspeldichter, vertelde gaarne een en jxnder van wat hij van de censuur on der het eerste Keizerrijk ondervonden had. In een van zijne stukken liet hij den held zeggen ..Hij is zoo wraakzuchtig als een Corsïkaan." „Dat kan zoo niet blijven." bracht de censuur daarte gen in, „de Keizer is van Corsikaansche afkomst." „Zet dan zoo wraakzuch tig als een Spanjaard." „Jawel, maar de Keizerin?" „Dan maar: zoo wraakzuchtig als een Auvergnaat." „Gij vergeet Monsieur Rouher." „Dan maar zoo wraakzuchtig als wat je maar wilt." Een merkwaardige visch. In het meer van Tiberias, nabij het oude Capernaum, en wel op een plaats, waar de wateren van het meer, tenge volge van eenige zich daarin uitstor tende warme bronnen, een tempera tuur van 24 gr. C. hebben, leeft een visch, die van Lortet den naam van „Chromis Paterfamilias" ontvangen heeft. De aanleiding tot die zonderlinge benaming is de volgende Wanneer het wijfje hare eieren in eene diepte van den zandigen bodem of tusschen biezen gelegd heeft, zuigt het mannetje deze in zijnen mond op, van daar geraken de eieren tusschen de kieuwplaten, om daar te blijven tot liet uitkomen der jonge vischjes. Deze ver laten hunne broedplaats niet door de kieuwopening, maar langs den weg van den mond. In dien tijd is de mond holte van den broedenden vader zoo sterk uitgezet, dat de wangen gezwol len zijn en de kaken zich niet sluiten kunnen. Rozenolie. De rozenolie of attar is een product van de distillatie van rozenwater. Ook wordt het rozenwater wel gekookt en het vat. als het nog heet is, in stroo- mend water geplaatst om af te koelen. Dit gebeurt veelal 's avonds, en den volgenden morgen ligt de attar als olie op het water. Zij wordt er zorgvuldig afgeschept door middel van een gras- blaadje, in den vorm van een Y gebo gen. Men zegt, dat een klein flesclije de olie van 700 of 800 pond rozebladeren bevat. Buikspreken. Die kunst is zeer oud. en men heeft ook reeds zeer goede buiksprekers bij natuurvolken aangetroffen, bij voor beeld bij de Eskimos, 't Is waarschijn lijk, dat de Schamanen of medicijn meesters van verscheidene wilde volks stammen hunne geestenstemmen door buikspreken voortbrengen. De Grieken, die het voor een werk der demonen hielden, noemden de buik sprekers Engastrimanten of Eu- ■genhoid, dat zij genoodzaakt wa- gedroogde ekhorenvellen als geld te gebruiken. Petroleumsas te Londen. De buitengewone opslag van steen kolen en de vrees voor de uitputting der mijnen hebben velen er toe gebracht, oil) met. kracht pogingen in :t werk te .tellen, ten einde een practisch middel ontdekken om in den steenkolennood te voorzien. Hiervoor heeft de Fransche consul te Bataviu vooral aanbevolen (in een rap- no)v ver den toestand van den bodem de Oost-Indische bezittingen) het k.van petroleum. onderneming te Londen heeft o proeven genomen met olie uit de ij non van Borneo aan de Koetei-ri- er en met gunstige resultaten. De uitslag heeft tengevolge "--had, .at ei reeds contracten voor den aan- pöp van deze olie gesloten zijn. Er zijn reeds groote booten in aanbouw, die voor i transport hiervan dienst moeten doen. het teekeii van 't verkeer. In Duitschland staat men nooit stil, ,'óoral niet op verkeersgebied. Nu weer wordt gemeld, dat op de voornaamste elektrische tramlijnen in Berlijn in 't vervolg achter de gewone wagens post- rijtuigon zullen worden aangehaakt, to we] om brieven op te nemen als om e te sorteeren en zoodoende de bestel ing te bespoedigen. Spoorwcgroovers. Dezer dagen is een dame in den Ber- lijnscben stadsspoorweg door oen ge- maskerden bandiet aangevallen. Hij hield haar een revolver voor en tracht te haar te bcrooven. Op haar hulpge schreeuw sloeg bij op de vlucht en is nog niet ontdekt. Van den zaoktöo. winter. Op een redaktiebureau vindt men soms rare zaken. Zoo was op 't bureau der N. Arnh. Ct." Zater dag te bewonderen een levende vlinder zoo juist, gevangen door eer. jeggie uit de Sloetstraat op het balkon zijner woning. Een vlinder tegen Kerstmis, als dat niet iets merkwaardigs is dan weten we het niet. Vitriooiaanslag. Een aangrijpend tooneel had plaats in het gasthuis van St. joost ten Noode. Een gewezen politieagent, die daar verzorgd wordt, kreeg een bezoek van ziin vrouw. Toen zij zijn bed naderde, ind zij daar een andere vrouw, die zij, ten rechte of ten onrechte, voor een indringerige vriendin aanzag. Zij haalde uit den zak een fleschje vitriool en wierp dit de andere bezoek ster in het gelaat; een gedeelte van het vocht viel zelfs op het gelaat van den zieke. Geneesheeren snelden toe om bei den te verzorgen. De schuldige is aangehouden. Een Britsch Monto Carlo. Er heeft zich te Londen een syndi- duit gevormd met een kapitaal van 200,000 pond sterling dat een groote ^toonSbOot wil koopen en deze wil in lichten als hotel en speelclub. De stoomboot, zal gemeerd worden in de nabijheid der Britsche kust niet ver vat) Brighton maar buiten Britsch rechtsgebied. Het syndicaat heeft in zijn prospectus vermeld dat het in een dringend gevoelde behoefte wcnscht te voorzien. Twee groote branden Een buitengewoon hevige brand heeft dezer dagen te Hal, nabij Brussel de groote papierfabrieken van de fir ma Van Hemelryck vernield. Alle ge bouwen, waarvan de meeste eerst twee jaar geleden waren opgetrokken, zijn afgebrand. De in de fabriek aan het werk zijnde arbeiders konden zich in tijds redden ook de boeken zijn in vei ligheid gebracht. De schade is enorm. Later brak brand uil, in een groote spinnerij te Loth, eveneens nabij Brus sel. Ook hier werden de gebouwen grootendeels verwoest en is de schade zeer groot, doch persoonlijke ongeluk ken zijn evenmin te e'onstateeren. de kille omgeving, waarin zij leef de, totaal deed vermeen. Na verloop van een uur legde Tracey zijn penhouder neder en leunde in gedachten verzonken achterover in zijn stoel; plotseling vroe" hij Hebt gij een paar japon nen ik bedoel japonnen, die er. eer. beetje netjes uitzien? Ja heel veel. Waarom? Ik dacht dat gij een japon noo- dig hadt. Een warme winlerjapon! ant woordde Claude blozend bij de herinnering aan de pijnlijke scène van dien morgen, „maar ik heb genoeg zomerjaponnen en één. oude wintenapen. Ik heb morgen iemand ten eten gevraagd. Dus kunt gij niet in zoo'n oud ding te voorschijn ko- ni' u. Zor;- dus dat gij er netjes uitziet. Ik zal het provoaien, antwoord de Claude ten zeerste verwonderd er. aangenaam aangedaan. Is hot een dame of een -- Een dame? Denk je dat ik mi;t den last van dames op den hals zou halen Het doet er niet toe wie hot is. dat zal je morgen wel zien. Heel g;ied:, zei de Claude, haar Vergif igcle schelvisch. Een dokter, belast met den gezond heidsdienst in het Engclsche plaatsje St. Pancras, heeft in een rapport ge constateerd, dat eenige gevallen van entiritus, welke zijn voorgekomen in zijn district, veroorzaakt zijn door het gebruik van uit Nederland ingevoerde schclvisch. En voegt de geleerde beer er geheimzinnig bij hoewel uit En geland zelf afkomstige schelvisch van overheidswege deugdelijk wordt onder zocht, geschiedt dat niet met schel visch uit den vreemde. Er mankeert alleen aan, dat de schrandere dokter beweert, dat in verhand met de Boerensympathiecn in Nederland de schelvisch opzettelijk vergiftigd is, om een paar Engelsehe stakkers te dooden te... St. Pancras Hetjz waard der overwinning. In het bezit van de „Orde der Barden van Wales" bevindt zich eene reliquie een oud, eens aan een zanger en ziener van Wales toebehoord hebbend zwaard „het zwaard Gorsedd" dat dezer dagen voor liet eerst sedert eeuwen uit de scheede getogen werd. De sage verhaalt, dat dit zwaard eens uit de scheede, hun, die het met zich voeren, de zege in den strijd tegen valschheid, boosheid en zonde verleenen moet. De ridders der Wales' Barden orde schijnen tot de overtuiging te zijn gekomen, dat thans de tijd aangebroken is het zwaard van de scheede te bevrijden om daardoor den, in hunne oogen. rechtvaardi gen oorlog van Engeland tegen boosheid, valschheid en zonde (te gen Transvaal) de overwinning te verschaffen. Daarom werd in het begin van dit jaar besloten het heilige zwaard van zijn omhulsel te ontdoen en aan het Britsche le ger ter beschikking te stellen. Op den dag der plechtige ont blooting begaven zich slechts wei nige ordebroeders naar de verza melplaats in de nabijheid van de kapel. Zij gingen een moeilijken weg over de bergen. Regen en storm konden het kuddeke barden niet beletten van hun voornemen af te brengen en in stille gelaten heid schikten zij zich in hun lol cm hunne gewichtige zending te volbrengen. Aan het doel gekomen vormden, nadat het zwaard plech tig uit zijne bewaarplaats geno men was. de ridders der orde een kring om den grootmeester-der orde. Deze hield het zwaard gestrekt en sprak deze woorden „Hierme de zij „kennelic en cont" allen bar den van Wales en allen strijders voor rechtvaardigheid op de ge- heele wereld, dat dit geheimzinni ge zwaard het zwaard der Waar heid, des Vredes en der Gerechtig heid. heden in het eeuwige Gor sedd, in het graafschap Gair Oonydd, uit de scheede geto gen is." Nadat de grootmeester den ze gen Gods over de Britsche wape nen afgesmeekt had, zeide hij nor.' die volgende woorden Niet eer zal dit zwaard der rechtvaardig heid in de scheede wederkeeren. voordat het over de horden des duivels gezegevierd heeft." Daarna verstrooiden de barden zich weder over de heuvels. Een iegelijk ging zijns weegs. Als het heilige zwaard uit Wa les zich maar niet tegen Engeland- zelf keert In de middeleeuwen was het zwaard den ridder alles. Aan vele zwaarden werden' geheimziiyiige krachten toegeschreven, ook de kracht der overwinning. Beroemd waren d'e zwaarden van Keizer Karei den Groote en van zijn pala dijn Roelant Durendaal en Flon- kerstraal; het een was Roelant's zwaard, de Keizer voerde het ander. Het schoone drama De Dochter vaiï Roelant is on de beteekenis dezer zwaarden gebouwd. Een Engelsehe statisticus heeft uit gerekend, op grond van de officieele rapporten dat de Wet tot dusver heeft verloren 24000 paarden en 50 millioen patronen, dat hij sedert zes maanden onafgebroken aan drie kanten omsin geld is geweest en elk uur de wapens moest neerleggen, dat zijn burgers on ophoudelijk van honger sterven en geen moed meer hebben, dat hij twee- brief vervolgend. Den 'eheelen avond werd ver-1 dei de stilte niet meer verstoord. Om zeven uur dineerde de heer Tracey gewoonlijk; de klok had i reeds geslagen en nog was Claude in haar kamer. Zijt ge nog niet klaar, juffrouw CJaude? zeide Tebbets, haastig bin nentredend. Gauw wat. mijnheer houdt niet van wachten en mijn heel Brandon is er reeds. Ik ben klaar. Ik wist niet dat het al zoo laat was. Wat scheelt u? Uw oogen zien zoo rood, hebt gij geschreid? Ja. een beetje antwoordde Claude met een weemoedig lachje. „Ik weet wel dat het zwak en flauw van mij is, maar vandaag leek het leven mij ondragelijk. Morgen zal ik verstandiger ziin. Laat het hoofd niet hangen. Er zullen nog wel nrettige oogenblik- ken voor u aanbreken. Kom nu hel diner is opgediend en zoodia gi;i veilig in de studeerkamer zijt, -:a] ik het he mzeggen. c-'aude wierp nog een laatste blik wanhorAiren blik in dien spie-gel. Haar oog^ zagen er ontoonbaar uit, maar wat kv^m het er op aan; maal gesneuveld en eenmaal gewond is en op zijn vluchten meer proviand heeft achtergelaten dan het gehecle Engelsehe leger in drie jaar opeten kan. Ten slotte dat hij op z'n vlucht een af stand heeft afgelegd, die precies twee maal de lengte van den evenaar be draagt. Venijniger bespotting van de rap porten van lord Roberts c.s. is wel niet denkbaar. Bet verminken van lotelingen is in den laatsten tijd in de omstreken van het Fransche dorp Moissac door een bende kwakzalvers en oplichters als een rijke bron van inkomsten be schouwd. Jongelingen, die in de loting vielen, werden tegen betaling van een aanzienlijke som, 1000 tot 1500 francs, aan een behandeling onderworpen, die hoofdzakelijk bestond in het op een bij zondere wijze verbinden van den voet, waarvan een verstijving der teenen het gevolg was. Verschillende wei-den óf tengevolge van deze verminking afge- keui'd en geheel van den militairen dienst ontslagen, öf in reserve gehou den en niet bij den actieven dienst in gedeeld. De justitie heeft de zaak in handen. Een levenstekken van Mars. Sedert 1877 wijden de asti'onomen meer in het bijzonder hun aandacht aan de planeet Mars, als zijnde onze naaste buur in het groote hemelruim. Verschillende ontdekkingen hebben zooveel punten van overeenkomst aan getoond tusschen beide hemellichamen dat niet veel verbeeldingskracht noodig is om tot de bewering te komen, dat Mars, evenals wij, ook wel een bewoond hemellichaam zal ziin. Vooral de aan wezigheid van kanalen, die elkaar rechthoekig snijden, heeft den waarne mers het meest getroffen. Men heeft wel eens gesproken van het geven van teekenen aan Mars, opdat de Marsbewoners zouden weten, dat onze aardbol bevolkt was. De Sahara zou daarvoor zeer geschikt zijn; groote verlichte lijnen, in regelmatige figu ren verdeeld, zouden voldoende zijn om Mars tenminste te doen begrijpen, dat hier denkende, handelende wezens leef den. Natuurlijk gaf het plan aanlei ding tot heel wat vroolijklieid. Een ge- illumineerde Sahara lijkt dan ook al wel wat op „le dernier cri." Toch, wat hier niet is ten uitvoer gelegd, moet bij de Marsbewoners tot uitvoering zijn gekomen. 8 December, merkwaardige datum, zou deze ontdekking gedaan zijn op het gi*oote observatorium van Flagstaff in den staat Arizona, welke staat jammer genoeg in Amerika ligt. Een sterrc- kundige, de geleerde en bekende Dou glas, zou bij het bestudeeren van den nachtelijken hemel plotseling getroffen zijn door een vreemd verschijnsel op Mars. In een lang gelid, honderden kilometers lang, zag hij ineens een aantal heldere lichten verschijnen; dit duurde zonder onderbreking één uur en tien minuten, waarna de lichten even verwacht weer verdwenen. De gelijkheid van opkomen en ver dwijnen zoude kunnen bewijzen, dat zij aangestoken waren en wel met het doel, teekens te geven. En naar wie anders dan naar onze aarde? Op Mars zouden dus ook denkende, handelende wezens leven! Van Flagstaff is het bericht dadelijk gemeld naar het centrale bureau te Kiel met een verklarend briefje-getee- kend door den heer Tenkering, direc teur van het Observatorium van Har- ward-College. Het bureau van Kiel heeft het bericht rondgezonden naar alle sterrowachten over de wereld. Wanneer de ontdekker Douglas dus door een helderen kijker heeft gekeken en geen dwalende sterretjes voor Mar- siaansche lichtseinen heeft gehouden, kan men er zeker van zijn, dat, wan neer het verschijnsel zich herhaalt, de sterrekijkers van geheel onze aarde op de wacht zullen staan. Tot zoolang hebben wij dus, niet zonder spanning, te wachten. Maar in afwachting zal het niet kwaad zijn, te herlezen wat een Jules Verne, of liever nog een Wells,geschre ven heeft over onze buren in het hemelruim! Voor 6000 jaren. Een belangrijke verzameling voor werpen van zeer hoogen ouderdom is thans onderweg naar Amerika. Zij zijn zij begaf zich dus naar de studeer kamer. want mijnheer Tracey wei gerde de zitkamer in gebruik te nemen. Hel was een kleine, lichte ge stalte die de trap afdaalde, gekleed in een lichtgrijze japon van zachte wollen stof, waarin van voren een vestje van kant was aangebracht aan den hals en de ceintuur met een licht rosen strik bevestigd. De mouwen, die slechts tot de elbogen reikten, en in kanten lubben uit liepen, waaronder zwarte, openge werkte handschoenen uitkwamen deden haar op een portret van haar grootmoeder gelijken, waarop deze als jong meisie van achttien jaar. afgebeeld stond. De verrassing die haar wachtte, was werkelijk zeer groot. Met zijn rug naar het vuur ge keerd in druk gesprek met haar vader, die in zijn geliefkoosden stoel zat. stond een heer. die veel jonger was dan zij zich, den gast haars vaders, had voorgesteld. Het was iemand met een zeer gediistin- gueerd voorkomen, en met dat on beschrijfelijk kalme zelfvertrou wen. den Enselschen aristocraten zoo eigen. Zijn klceding was keu rig en naar de laatste fnode. Hoewel oom Selley in zijn gala-| cosluum. al was hel ook veel ge-j dragen en, zelfs een weinig versle ten. zeer hoog in haar achting stond aangeschreven, maakte deze persoon een nog voornamer indruk. Toen zij binnen kwam trad de hooge gestalte met een zekere eer biedigheid opzij de. Dit is mijn dochter! zeide Tra cey op een toon. die d:eed vermoe den, dat het niet de moeite waard was veel woorden voor haar te ver spillen. Brandon boog diep en zette een stoel voor haar neêr. alsof zij een hertogin was. Mijnheer Tracey heeft mij ver teld dat gij kortgeleden uitDuitsch- land zijt gekomen zeide hij. Londen maakt een slechten indruk in dit seizoen. Ik ben dikwijls in Londen ge weest; het is niets vieemds voor mij, zeide Claude zonder de oogeri o~ te slaan. Des te betc-r. begon Brandon weêr toen Tebbets juist de deur opende en kwam berichten dat men aar tafel kon gaan. Gij moest de vrouw des hui zes maar aan tafel geleiden, zeide Tracev met een onaangenaam lachje. I Met een zonderling gevoel van j njet op haar plaats te zijn, nam, Claude Brandon s arm en ging naar de eetzaal gevolgd door Tracey. Het diner was zooals gewoonlijk zeer eenvoudig maar goed, en ge- ruimen tijd werd er geen woord gesproken. Toen zijn bord wegge nomen was, zeide Tracey op een Cbineesch porceleinen schaal wij zend, die met mos en lichtgele chrysantthemums gevuld was Waar komt dal vandaan? en zijn toon klonk bepaald afkeurend. De schaal staal anders in de z;tkamer en ik zorgde voor de bloemen. Een diner zonder bloe men is zoo ongezellig. Ja, bloemen zijn een noodza kelijkheid geworden, zeide Bran don. .Ik heb de verbetering ter stond opgemerkt en zeide tot mij zelf .de dochter des huizes schijnt teruggekeerd te zijn." Claude wierp hem een dankba ren blik toe. maar schrikte van zijn oogen die standvastig en door dringend op haar gericht waren. Brandon's oogen zagen haar met de grootste belangstelling aan maar op een wijze, zooals men een kunstvoorwerp beschouwt. rykliden, naar Eürykles, die te Athene de buiksprekerij beoefende. Tegenwoor dig nog heeft inzonderheid Oost-Indië zeer knappe buiksprekers, en in Euro pa hebben vooral Fransclien en. Engel- schen zich iix die kunst onderscheiden, onder anderen Fitz James en Olivier bij uitnemendheid. Van den laatstge noemde wordt het volgende verhaald: Op een wandeling in den omtrek van Parijs ontmoette hij eens een boer, die eene wagenvracht hooi naar de stad bracht. Olivier loopt ïxaast den wagen en knoopt met den man een gesprek aan, toen plotseling uit het hooi een kinderstem om hulp en bevrijding riep. De verschrikte boer werpt terstond het hooi van den wagen af; maar nauwe lijks is de wagen bijna leeg, of uit het afgeladen hooi klinkt dezelfde klagen de stem. Nu onderzoekt de boer het hooi zeer zorgvuldig, vindt natuurlijk niets, en staat radeloos en besluiteloos omdat hij het niet durft wagexx het hooi weer op te laden. Op aanraden van Olivier besluit hij daar toch ein delijk toe, en nauwelijks is het hooi bijna weer op den wagen, of plotseling roept de nu niet meer klagende stem, onder het wegloopen en op al verder en verder afstand, den boer haar dank voor de nevrij ding toe. Beroemde buiksprekers, die van hun ne kunst een kostwinning maakten en op hunne reizen voorstellingen gaven, waarin zij gewone gesprekken met schijnbaar verwijderde en dan nader komende personen, of, omgekeerd, met zich verwijderende personen hielden, hebben dikwijls zeer aardige tooneelen teweeggebracht: ja één zelfs, zekere Co- nite, heeft zich door zijne kunst uit een zeer gevaarlijken toestand gered. Toen namelijk de hoeren van het kanton Freyburg hem als een zwarte kunste naar in een gioeienden oven wilden werpen, liet hij daaruit eene zoo ont zettend dreigende stem klinken, dat de verschrikte boeren hem dadelijk vrij lieten en de vlucht namen. Door den Nederlandschen Druk- kerbond is eene commissie be noemd. bestaande y,it de heeren F. J. Belinfante en A. J. J. P. N. Stok te 's-Gravenhage en M. J. P. van Santen en B. C. E. Zwart te Am sterdam om een onderzoek in te stellen naar de' mogelijkheid tot oprichting eener onderlinge verze kering tegen ongevallen op den voet van de wet van 1900, uitslui tend voor Nederlandsche boek- en steendrukkers, leden van den Ne- derl. Drukkersbond. Met het oog op de zeer weinig voorkomende ongevallen in deze- bedrijven meent men dat verzeke ring op deze wijze zeer voord'eelig zal blijken te zijn. De ondervinding in Oostenrijk opgedaan, heeft bewezen dat de polygraphische vakken het minste minste risico opleverden. KERKNIEUWS. Kathedrale Kerk St. Bavo. Dinsdag, feestdag van de Besnijde nis des Heeren, te vieren als Zondag. De H.H. Missen te half 7, 9 en half 11 uur. Het"H. Sacrament blijft ter aanbid ding uitgesteld van 's morgens half 7 tot na de Hoogmis. 's Avonds te 7 uur Lof en Rozenhoedje. Donderdag de H. Mis met predika tie op het Kerkhof St. Barbara. Gele genheid om te biechten van 6 tot 8 uur. Vrijdag, 1ste Vrijdag, toegewijd aan de vereering van het Goddelijk Hart van Jezus en dag van aanbidding A'oor de Ver. der Eeuwigd. Aanbidding. Te 8 uur gezongen H. Mis met toe spraak te 10 uur II. Mis voor de Ver- eeniging en acte van eèrëhöete. 's Avonds te 7 uur Lóf,acte van eere boete en Rozenh. Het H. Saci\ blijft ter aanbidding uitgesteld 's morgéns tot half 12 en na den middag 'van af 6 uur. Parochiekerk van deix H. Joseph. Dinsdag, feestdag der Besnijdenis O. H. de stille H.H. Missen te 7, 8 en half 9 uur. Te half 11 de plechtige Hoogmis. Van 7 uur tot na den Hoog- dienst aanbidding van. het Allerli. Sa crament. Te 3 uur de Vespers. Donderdagavond te 7 uur hel Lof. Zaterdag, te half 9 de H. Mis voor de bckeeringsder zondaars in de Kapel van het Miraculeuse Mariabeeld. Te 6 uur het Lof ter eere van O. L. V. Van 5 tot 10 uur, gelegenheid om te biech ten. In deze week, behalve Dinsdag, de HH. Missen en de Catechismus op de gewone uren. Het is heel mooi, maar ik ben niet van plan voortaan voor zoo'n overdaad te betalen, zeide Tracey. Dan kunnen wij ze niet meer hebben, merkte Claude beslist op. Brandon glimlachte even en ver anderd e zeer verstandig van on derwerp. Iioe lang zijt gij in Duitsch- land geweest? vroeg hij beleefd. Meer dan drie jaar. Gii zijt dus zeker een Duitsche in uw hart geworden? Neen. ik houd veel van Duitsch- land, maar geef de voorkeur aan Engeland1 als... 'nier zweeg zij. Als je bij je lieve oom en tante kondJl wonen, viel Tracey haar in de rede. Ik zou hel heel pleizirig vin den bij u te zijn hier zweeg zij weêi en haar vader zich tot Bran don wendend, zeide (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6