NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezeii Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Koning Mammon.
18e Jaargang. Vrijdag 18 Januari 1901. No. 5384
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN:
Yoor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 Van 15 regels 50 Obs.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten liet Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertenticn van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden 1.30 t Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het gelieele Rijk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02 $43^Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per Z maanden0.37H Telefoonnummer <ler Kedaetie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen
Advercentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam.
Uit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicity Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3B" Faubourg Montmartre.
Dit nummer bestaat uit
acht bladzijden.
Haarlem's Dagblad Ij van 18 Jan.
bevat o. a.
Het wordt nacht voor de Engel-
schen in Zuid-Afrika, Botsing tus-
schen Lord Roberts en het Depar
tement van Oorlog 1 Het Melk-
onderzoek te Haarlem, Nabetrach
ting van den Gemeenteraad, Recht
bank, Havenbrand te Amsterdam,
De huwelijkswetten.
NABETRACHTING
van den
GEMEENTERAAD.
Het belangrijkste punt dat Woensdag
in den Raad voorkwam, was de me-
dedeeling van B. en W. dat er een plan
was ingekomen betreffende den bouw
van een nieuw station te Haarlem.De-
ze mededeeling waarbij door B. en W.
geene nadere omschrijving werd ge
daan, is door den Raad met applaus
ontvangen.
Bijzonderheden zijn dus op dit oo-
genblik aan de Raadsleden nog onbe
kend. Waarschijnlijk was het plan nog
maar sedert zeer korten tijd in het
bezit van B. en W. en hadden dezen
Woensdagmiddag zich zelf nog niet
in de finesses ingewerkt. Zooveel is wel
al zeker, dat de plaats dezelfde blijft,
dat bet nieuwe station hooger zal wor
den gebouwd en dat twee tunnels, een
aan den Kruis- en een aan den Jans-
weg, de communicatie zullen vormen
met bet tot dusver geïsoleerde Noor
derkwartier. Feitelijk is het dus niets
anders dan een terugkeer tot het oude
plan van den hoogleeraar Telders, dat
reeds jaren geleden in den Raad in
behandeling is geweest, maar nooit
tot uitvoering is kunnen komen, om
dat de I-Ioll. Spoor op de laatste voor
stellen van den Haarlemschen gemeen
teraad een nog altijd zeer onbegrijpe
lijk gebleven stilzwijgen heeft in acht
genomen. De onderhandelingen van
dien tijd zijn dus feitelijk nooit tot een
einde gekomen.
Ik wil hopen, dat het nieuwe plan
een beter lot zal ondergaan. Toch zal
men wel doen zich voorloopig nog niet
al te zeer te verheugen. Het station
staat er nog niet en er zullen zeker
nog heelwat discussiën in den Raad
en onderhandelingen met de Holl.
Spoor noodig wezen, vóórdat men zeg
gen kan, dat de zaak haar beslag ge
kregen heeft. De Holl. Spoor zal zon
der eenigen twijfel een bijdrage uit
de gemeentekas wenschen, hetzij in
den vorm van een subsidie, hetzij in
den vorm van afstand van grond, mis
schien wel en dat lijkt mij het waar
schijnlijkst vraagt zij het een en
het ander. Het spreekt wel van zelf,
dat er over het aantal guldens, zoowel
als over het aantal meters nog wel een
ien ander zal worden gezegd. Vooral
wanneer het juist is, dat het goederen-
station zal worden gebouwd in den
omtrek van de Houtvaart, een plek
waartegen wel eenige oppositie zal ge
voerd worden, omdat velen door het
groote aantal vaste bruggen in de stad
die plaats minder geschikt achten.
Ik behoef hier wel niet meer te vei*-
zekeren, dat het hoog tijd is, dat hier
een nieuw station komt. Geen Haar
lemmer die den toestand kent, denkt
er anders over. Voor een gemeente die
zich uitbreiden wil zooals de onze, is
het een kwelling, dat zij aan den
Noordkant letterlijk in de boeien ligt.
Maar ook het algemeen aanzien van
de gemeente eischt dringend verbete
ring van ons station? Het maakt op
menschen, die hier zouden willen ko
men wonen, een ver van schitterenden
indruk dat het station letterlijk in al
les tekort schiet.
En toch moeten wij nieuwe be
woners lokken, zal Haarlem, niet stil
staan of achteruitgaan. Aan alle kan
ten staan de eigenaren van bouwgron
den gereed, de bouwers te ontvangen:
in de Raadsvergadering van Woensdag
waren niet minder dan drie plannen
ingediend, waarvan er twee dadelijk
werden goedgekeurd en het derde (dat
van den heer Peltenburg) op het doo-
de punt bleef, omdat de stemmen daar
over staakten, hoewel de heer Waller
met meer goeden wil dan succes, de
aanneming daarvan had aanbevolen.
Tot dien aanwas van de gezeten be
volking zal ongetwijfeld ook bijdragen
het tot stand kómen van de electrische
tram AmsterdamHaarlem. Het is wel
toevallig, dat de concessievoorwaarden
voor die onderneming in den Raad be
handeld zijn op denzelfden dag, waar
op de mededeeling over het nieuwe
station van de Holl. Spoor ingekomen
is. Ik zal niet beweren, dat de Holl.
Spoor daarop gewacht heeft, maar het
zou, menschelijkerwijze- gesproken,
zeer verklaarbaar wezen, wanneer hare
directie door het voortgaan van de
plannen der heeren Anderheggen en
Neumeijer, zich had genoopt gevoeld
tot verweer tegen den naderenden con
current.
Ondernemingen als deze marcheeren
niet zoo heel snel. Voor de heeren An
derheggen en Neumeijer evenwel is
de periode van de grootste zwarighe
den voorbij. Alle concession zijn ver
kregen, het kapitaal is aanwezig, het
wachten is nu slechts op de goedkeu
ring door de autoriteiten van de tech
nische plannen en deze kan binnen
enkele maanden worden verwacht. Is
men eenmaal zoover, dan gaat de uit
voering van de werken vlot genoeg en
ik heb de hoop, dat wij in cle electri
sche tram naar Amsterdam zullen rij
den, vóórdat we twee jaar ouder zul
len zijn. Misschien staat tegen dien
tijd de bouw van het nieuwe spoorweg
station ook wel vast. Dan zal de tijd
aanbreken, waarop wij vaker, aange
namer en goedkooper naar de hoofd
stad zullen kunnen reizen.
In afwachting daarvan durft de Raad
stoute dingen doen.
In de eerste plaats kende hij aan
zichzelven het recht toe om de tech
nische plannen van de heeren Ander
heggen en Neumeijer goed te keuren,
daarmee een veer uit den staart trek
kende van het College van B. en W.,
waaraan die goedkeuring bij soortge
lijke gelegenheden opgedragen was.
Aan den heer Schürmann komt de eer
toe, dit succesje te hebben behaald.
De tweede daad van courage is deze,
dat zoolang de hevige kou duurt, de
kachels in het Stedelijk Museum ook
's nachts zullen doorbranden. De
nachtwaker is er toch, zoo zei men,
hij moet daar ook maar op letten. Ik
ben niet bang voor kachels en stel
vertrouwen in den waker, maar 's
nachts kachels bij al die kostbare
schilderijen te laten branden, getuigt
van moed. De natuur zelf is er dan
ook zoo van geschrikt, dat het na het
Raadsbesluit van stonde aan is gaan
dooien. Met deze temperatuur is de
nachtstokerij overbodig.
Poliliek Overzicht.
I-Iet beste bewijs hoe donker er
hei voor de Engelschen uitziet in
Zuid-Afrika is de volgende nood
kreet van een Engelsch officier in
de Times"
..De waarheid is, dat wij in Zuid-
Afrika lang niet genoeg troepen
hebben.
,,Dit moge een zonderlinge ver
klaring schijnen, maar het is de
waarheid. Toen wij oprukten naar
Pretoria hadden wij juist genoeg
troepen om te houden wat wij ge
nomen hadden. Sedert hebben wij
ongeveer 800 mijlen spoorweg en
een aantal steden meer ter bewa
king gekregen.
„Denk eens een oogenblik over
wat het Engelsehe leger in Zuid-
Afrika te doen heeft, en gij zult
moeten toestemmen dat ik niet ver
van de waarheid ben, als ik zeg,
dat wij uit de rangen van het En
gelsehe leger moeten voorzien in
politieke organisatie van het voor
loopig bestuur der beide kolonies,
plaatselijke politie voor Pretoria.
Johannesburg en Bloemfontein, een
groot deel van den staf voor het be
heer van meer dan duizend mij
len spoorweg, garnizoenen voor
meer dan 30 steden en dorpen, voor
meer dan 40 bruggen, een lange
verdedigingslinie voor den spoor
weg waarvan 1800 mijlen moeten
worden beveiligd en bevestigd.
Hiervan is geen man over voor ac
tief optreden tegen den vijand. En
dan moet er nog bijgevoegd wor
den dat met deze troepenmacht de
driften over de Oranje-rivier moe
ten bewaakt worden en de linie
van versterkte posten tusschen La-
dybrand en Taba'Nchu bezet."
Dus ook maar weer cle roep om
meer troepen, het oude liedje.
Uil Calcutta wordt gemeld dat
15,000 Engelsehe soldaten, wier
diensttijd1 geëindigd is. niet naar
Europa worden gezonden, omdat
de aflossingstroepen nog niet aan
kwamen. De Regeering heeft last
gegeven dien soldaten hooge pre
mies aan te bieden, zoo zij in dienst
willen blijvenmaar de lust is
niet groot. Het effectief van het En
gelsche leger in Indië is reeds 9000
minder dan de organisatie eischt.
En reeds maanden geleden heeft
lord Wolseley verklaard niet ver
antwoordelijk te willen zijn voor
dien toestand', die tot ernstige ge
varen aanleiding kan geven.
De toestand is zelfs zoo ernstig,
dat men spreekt van een botsing
tusschen lord Roberts en het de
partement van oorlog te Londen.
Verschillende hooggeplaatste amb
tenaren aan het departement wil
len hun ontslag vragen indien lord
Roberts de vrije hand krijgt voor
de reorganisatie van het departe
ment en van het leger. Overtuigd
dat het zóó niet langer gaan kan
zou lord Roberts voornemens zijn
den toestand te veranderen of heen
te gaan; en St. John Brodrick, de
nieuwe minister van oorlog, zou
den opperbevelhebber steunen in
zijn voornemens.
Waar moeten de mannetjes nu
vandaan komen
Kitchener raakt met dat al lee-
lijk in de klem, en 't bericht dat
de „Paris Nouvelles" mededeelde,
nl. dat in den Engelschen minis
terraad reeds een balletje is opge
gooid voor interventie, kan wel
eens niet zoo ongelooflijk zijn. als
het nu moge schijnen.
De deskundigen meenen vrij alge
meen dat de groote verdeeling in
commando's, zooals aan den Dela-
goa-spoorweg, toen op een reeks
plaatsen tegelijk aanvallen gedaan
werden, niet de rechte strijdwijze
voor de Boeren is, en dat ze daar
door verzwakken. Dit is zeer wel
mogelijk. En juist, hechtend aan
dit deskundigen-oordeel moet een
bericht als nu weer door de ..Daily
Mail' gepubliceerd, die uit Preto
ria het bericht ontving dat, de Boe
ren een convooi buit maakten van
12 wagens, onder escorte van 23
Engelschen in de nabijheid van
Pihenosterkop, doen zien, hoe die
kleine af deelingen met dat al over
al en altijd hun slag maar weten
te slaan.
De officieele Engelsehe verliezen-
lijst constateert, dat de Engelschen
den Hen dezer een ernstig verlies
hebben geleden bij Murraysburg
in de Kaapkolonie (tusschen Graaff
Reinet en Victoria-West). De En-
gelsch-koloniale ruiters verloren
kapitein Fitzherbert en vijf cavale
risten aan gesneuvelden. Luitenant
Fleming en vijftien manschappen
zijn vewond luitentant Venables
en vier man worden vermist.
Buitenlandsch Nieuws.
Algemeene berichten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA
Naar Reuters bureau te Johan
nesburg verneemt is De Wet de
Vaalrivier overgetrokken en heeft
hii zich aangesloten bij de Trans-
vaalsche commando-s.
Uit nadere bijzonderheden moet
blijken dat de Boeren nogal zware
verliezen geleden hebben, toen zij
terugtrokken na hun vergeefschen
aanval op Zuurfontein en Kaalfon-
tein 11. Zaterdag. Hun verlies
wordt geraamd op 60 dooden en
gfewcndvin
Een blad in Tientsin noemt de
bedragen, welke Duitschland, Rus
land en Frankrijk zullen eischcn
als schadeloosstelling van de Chi-
neesche Regeering. Duitschland
zou 36. Rusland 40 en Frankrijk 28
millioen pd. sterling eischen.
Stadsnieuws
HAARLEM. 17 Jan. 1901.
Melkoiiderzoek in Haarlem.
Onze lezers weten, dat de Ge
meenteraad in zijn vorige zitting
;>i beginsel heeft goedgekeurd het
ontwerpen van een verordening
tot reglementatie van den verkoop
van melk.
Het gaat niet aan, op dit oogen
blik de zaak au fond te behande
len, omdat de rechtsgeleerde Com
missie in den Raad met het ont
werpen van de verordening bezig
is. Toch achten wij een woord in
't algemeen over de zaak wel op
zijn plaats.
Bij Burgemeesters-en Secretaris
sen van Noord-Holland is deze zaak
reeds, lang geleden ter sprake ge
bracht. In hunne, door onzen Bur
gemeester gepresideerde, bijeen
komst van 6 Maart 1899 werd de
heer C. D. Donath, Secretaris der ge
meente Alkmaar, uitgenoodigd de
zaak te onderzoeken en den ISden
Juni jl. hield deze daarover in het
zelfde College een rede, die. thans
in druk verschenen is.
Hij wijst in dit betoog allereerst
op het feit, dat uitgebreide typhus-
epidemieën, ook roodvonk, diphte-
ritis en cholera zijn ontstaan of
verspreid! door geïnfecteerde melk.
Het is daarom een wijs beleid van
de .gemeentebesturen te noemen,
dal zij zooveel mogelijk zorg heb
ben vedragen voor het algemeen
verkrijgbaar stellen van goed
drinkwater, maar die zorg wordt
voor een groot gedeelte te niet ge
daan door het ongecontroleerde
bedrijf van den melkslijter. Aan
de overheid dan ook de taak, om
te_ trachten, de vele nadeelen die
ui't het gebruik van slechte melk
kunnen voortvloeien, op te heffen.
Een eigenaardigheid van melk
met hare zeer wisselende samen
stelling is, dat zij tot zekere hoogte
vervalscht worden kan. zonder dat
de vervalsching als een feit in rech
ten kan worden geconstateerd. Hij,
die de melk verkoopt of aflevert is
niel noodzakelijk tevens de ver-
valscher. Daarom kan, naar de
schrijver betoogt, cle strafrechter
weinig tegen de melkvervalsching
doen en is het beter de zaak bij
politie-verordening te regelen.
Des heeren Donaths ideaal is
daarbij een gemeentelijke melkin
richting. waar uitsluitend goedge
keurde melk wordt afgeleverd en
die derhalve ook een keuring van
het melkvee meebrengt.
De melkslijters zeiven hebben
nog niet geldaagd, zij meenen
waarschijnlijk, dat dit vroeg ge
noeg zal wezen als eenmaal een
ontwerp-verordening is opgemaakt
en men precies weten zal, w a t
de rechtsgeleerde Commissie ver
langt. In den Raad evenwel is al
geprotesteerd tegen de belemme
ring van de persoonlijke handels
vrijheid en beweerd, dat het. niet
op den weg ligt van de overheid,
om zich daarmee in te laten en het
staat te voorzien, dat- men bij latere
discussiën dit argument zwaar zal
willen laten wegen. De heer Do
nath, overtuigd voorstander van
melkcontröle als hij is, heeft dat
niettemin wel begrepen en getracht
het argument te weerleggen. Hij
zegt er namelijk het volgende van
..Zou men in het algemeen wel
licht mogen aannemen, dat de ver
bruiker de meest bevoegde beoor-
deelaar is van de waar die hij
koopl en dat hij in 't algemeen
door zijn eigen schranderheid vol
doende tegen bedrog beschermd
wordt met melk is het een ge
heel andere zaak, omdat bij de
hoedanigheid van dit artikel zoo
buitengewoon veel voor. de maat
schappij op het spel staat; omdat
hei Le -Ren. van de noedanigheid
dier waar zoo buitengemeen moei
lijk is. waardoor de verbruiker
ietieren dag gevaar loopt te worden
bedrogen en in dubbelen zin be
nadeeld; omdat, indien de over
heid do burgers ontlast van de
moeite, den last, het tijdverlies en
dc kosten van onderzoek, het open
baar belang en het algemeen nut
het beste verzekerd zijn."
Wij veronderstellen dat noch ons
dagelijksch bestuur noch de rechts
geleerde Commissie voorstellen zul
len doen tot oprichting van een ge
meentelijke melkinrichting, zooals
de heer Donath die wenscht. Wel
zullen zij het terrein willen over
zien en daartoe zal noodig wezen,
dal ieder die zich met den melk-
verkoop wil gaan bezighouden,
daartoe de toestemming vraagt van
B. en W. Op deze wijze heeft het
Gemeentebestuur althans een over
zicht van hen die zich daarmee
bezighouden en kan oo ongezette
tijden op hunne waar controle doen
uitoefenen zonder groote kosten
voor een gemeentelijken keurings
dienst.
In Rotterdam, waar trouwens
een volledige keuringsdienst bestaat
werden in 1S98 34 processen ver
baal opgemaakt wegens melkver
valsching. Dei straffen, die de over
treders daarvoor beliepen waren
boeten van 3.tot 5.op zich
zelf zeker niet groot genoeg om
vervalschers af te schrikken, maar
indirect zeer nadeelig. omdat aan
de vervolging noodwendig zekere
publiciteit gepaard gaat die het pu-
bliek aanspoort tot voorzichtigheid
F«Milieton.
m
Vindt gij niet dat zij er slecht
uitziet, moeder?
Ellendig I
Er is zeker iets verschrikke
lijks tusschen haar en den ouden
vrek voorgevallen. Ik hoop dat zij
niel het onderspit heeft behoeven
te delven
Daar is Claude het meisje niet
naar.
Wat! Onze kleine, bedaarde
Claude
Ja, onze arme kleine Claude!
Zal papa niet schrikken als
hii haar ongelukkig gezichtje- ziet?
Ze zal er met de lunch beter
uil zien. Vader is naar Whiteley
en zal niet voor één uur terug zijn.
Als ik dat geweten had zou
ik hem gevraagd hebben nog wat
blauwe züde en gouddraad meê te
breneen.
Lieve Kate, maak niet al je
geld op voor dien schoorsteen.
Dat doe ik heusch niet. Gij
weet dat ik een aardig sommetje
bespaard heb voor dat ik hier
kwam, en ik mag met mijn spaar
penningen doen wat ik wil.
Ik hoop maar dat er geen on
herstelbare breuk tusschen Claude
en haar vader is ontstaan, zeide
mevrouw Selley, haai' courant op
nemend.
Hij kan haar zijn macht doen
gevoelen als hij wil. Ik zou mij de
haren uit het hoofd trekken als hij
haar onterfde en daartoe is hij best
in staat-.
Wat een verstokt oud zondaar!
riep Kate terwijl zij de anderen na
liep.
De drie jonge meisjes vonden het
heerlijk weer eens bij elkaar te
zijn. zij hadden elkaar zooveel te
vertellen en massa's plannen te
maken
Wij gaan morgenavond naar
een werkelijk bal, zeide Janet,
toen zij Claude van een stofdoek
voorzien had; en alle drie vlijtig be
zig waren om den wintertuin ver
der op orde te brengen.
Je moet onze nieuwe japonnen
eens zien. De mijne is nieuw of
tenminste bijna nieuw, en die van
Kate is zoo keurig veranderd. Het
is haar witte met de wilde roosjes.
Hoe heerlijk! Waar gaan je
lui heen?
Je hebt generaal Bolton en
zijn jonge vrouw te Dresden nog
wel gekend. Welnu, die wonen nu
in Inverness Terrace; ei1 wordt een
partij voor kinderen en jonge lui
gegeven, en daar gaan wij heen.
Ik wildé dat gij ook meê
kondt gaan, Claude, zeide Kate.
„Maar het is alles zoo gauw in zijn
werk gegaan. Vader ontmoette den
generaal een paar dagen geleden
en toen kwam mevrouw ons invi
te eren.
Ik zou toch niet hebben kun
nen gaan, al was ik sevraagd. Kate.
Ik bezit niels dan mijn oude rose
japon en daar ben ik eigenlijk ge
heel uitgegroeid, en de arme Clau
de was blij dat zij met haar rug
naar haar nichtjes toestond, be
denkend hoe weinig zij tegenwoor
dig om dergelijke feestje,s gaf.
Haar nichtjes waren te zeer in
hun bezigheden verdiept om op
haar te letten.
Het is werkelijk een schande,
zooals Tom terecht zegt, zeide Ka-
te, „dat gij zoo krar wordt gehou
den. Je bent te zacht, en te mee
gaand, Claude. Als jouw vader de
mijne waswel... ik, ik zou
werkelijk niet weten wat ik moest
beginnen.
Wel, zoo denk ik er ook over,
Kate, antwoordde Claude.
Eerst wordt er muziek ge
maakt en dan gedanst, zeide Janet,
die vol was van het feest. ..Kate en
ik zullen een duet zingen en zij is
erg zenuwachtig, zegt zij, maar ik
geloof er niets van.
Dank je, antwoordde Kato
lachend. Toen na even nagedacht
te hebben, voegde zij er aan toe
Het zal mij verwonderen
neen ik denk niet dat hij het doen
zal.
Waarover heb je 't? zeide
Janet.
O! niets; het zou alleen erg
gezellig zijn als Sir Philip Bran
don ook kwam, maar ik denk 't
niet.
Neen. zeide Janet, beslist. „Hii
is een man van deftige familie en
beweegt zich alleen in zeer aristo
cratische kringen, zegt kapitein
O'Hara.
Welnu, generaal Bolton is een
zeer gedistingueerd man.
Jawel, maar op een andere
manier.
Wel Janet, waar heb je dat
verschil geleerd? vroeg Claude.
Je varens doen het goed' en ik
denk dat je een mooie verzameling
hyacinthen zult krijgen. Ik wilde
dat wij ook een wintertuin hadden
maarZij zweeg plotseling. zich
bedenkend dat zij misschien nooit
weêr in haars vaders huis zou te
rug keeren.
Ik wilde dat je weêr hij ons
woondet, Claude, zeide Kate, ge
troffen door de melancholie in de
houding en stem van haar nichtje,
en haar ann hartelijk door den
hare trekkend, voegde zij er aan
toe
Kom. het ziet er hier nu wel
netjes uit; nu moet gi.i ons duet
eens hooren.
Tebbets hield trouw haar woord
en zond Claude's japon zoodat al
les op lijd in orde vvas.
Het gezelschap vertrok in een
opgeruimde stemming, zeer be
nieuwd naar hetgeen hen wachtte.
Naar dé komedie gaan is een
zeei ernstige onderneming in En
geland, zeide mevrouw Selley, ter
wijl zij naar Drury Lane sukkelden.
„Het is geen alledaagsch amuse
ment, anders zouden de menschen
zoo'n tocht wel vereenvoudigen.
Denk eens aan, het vervelend toi
let maken, de kosten van een cab
en die van de plaatsen. Jc moet
niet denken dat je dikwijls
zuil gaan meisjes, of je moet met
den omnibus tevreden zijn.
O! het kan mij niel schelen
ah ik vader maar bij mij heb.
Maar het is heerlijk dat. Sir Philip
een loge voor ons gereserveerd
heeft. Ik wilde dat Tom ook meê
kon gaan.
Dan zou er één le veel geweest
zijn. zeide mevrouw Selley. „Ik
wilde dat wij maar wat vlugger
reden. Vader zal anders zoo lang
moeten wachten.
Zij waren nog al vroeg; de pracht
en omvang van he4 göö.ouw wekten
hun bewondering op en de bin
nenkomst van verschillende men
schen hield hen aangenaam bezig.
Eindelijk werd het scherm opge
haald en toen vergaten zij alles be
halve de voorstelling.
De prachtige decoraties en de
costumes brachten hen in verruk
king, maar behalve de aardige bal-