jaargetijde de kachels in de Museum- kalen te doen doorbranden. Zij meent dat daartegen geen bezwaar kan be staan nu de nachtwaker ook geregeld op het Museum de ronde doet. Het doorbranden der kachels des nachts met gedekte vuren, is, meent zij, te verkiezen boven de sterk afwisselende temperatuur, welke op de schilderstuk ken van nadeeligen invloed is. Evenmin als bjj de commissie van bijstand in het beheer der openbare werken, bestaat bij B. en W. bedenking tegen het voldoen aan den geuiten wensch. Daarvoor is echter wijziging noodig van de instructie voor den op zichter van het Museum, waarom B. en W. een ontwerp-besluit in dien geest ter vaststelling aanbieden. Bij aanne ming daarvan is het B. en W.'s voor nemen de kachel in de z.g. Fabricius- zaal te doen vervangen door eene ka chel van hetzelfde systeem als van de andere op het Museum aanwezige ka chels en order te geven dat op het Museum uitsluitend anthracietkolen worden gestookt. Wordt aangenomen. PUNT 14. Tot lid dér commissie ingevolge art. 40 van het gas-contract wordt benoemd de heer Sneltjes. PUNT 15. Het vei-slag van den opzichter over de gasverlichting over November 1900 wordt voor kennisgeving aangenomen. Bij de rondvraag breekt de heer DE BRAAL een lans voor de werklieden, die werkeloos en tevens broodeloos zijn en wenscht dat allen in de gele genheid worden gesteld met baanve gen en ophangen van bruggen werk te krijgen. Dit geschiedt nu van gemeen tewege en iedere man verdient f 0.70 per dag. Spr. had gaarne ruimer con cessies. De VOORZ. antwoordt, dat allen, die zonder werk zijn, zich daarvoor kun nen aanmelden. De heer De BRAAL zegt dat verschil lende personen bij hem zijn gekomen en hebben verteld dat zij nu niets kon den verdienen op het ijs. Blijkbaar is hij dan verkeerd ingelicht. Toch be weerden die personen anders meer dan 0.75 te kunnen verdienen. De VOORZ. gelooft niet dat veel in hun belang kan worden gedaan. De heer LEUPEN zegt dat indertijd door den Raad voor de aanlegkosten van eene tramlijn HaarlemNieuwer- sluis 3000 is uitgetrokken. Spr. vraagt hoe of het nu met deze zaak is. De VOORZ. kon daarop thans geen antwoord geven hij heeft niets meer van de zaak gehoord. De vergadering wordt daarop te ruim 4 1/2 uur gesloten. zeer fijn afgewerkt van. koper of ijzer, met kostbare metalen geda- masseerd. In de 16e eeuw komen zeer fraaie vormen voor. en het zou goed zijn als onze tegenwoordi ge klokkenfabrikanten zich eens van deze vormen op de hoogte stel den. Augsburg was hot voornaam ste centrum der klokken-fabricage. Ook Neurenberg en Ulm brach ten veel exemplaren ter markt. De ze klokken bekleedden als werken van kunst een hooge plaats, maar een onzer oude schrijvers zegt. dat zij als uurwerken niet deugen. Een vorstelijke voordracht. In de Academie van Wetenschappen te Rome heeft de hertog van Abruzzen een voordracht gehouden over zijn Noordpooltocht. Het gestoelte voor den vorstelijken spreker was overdekt met een rood fluweelen baldakijn, gedekt door de koninklijke kroon. De hertog trad op in de uniform van officier der marine en wist zijn publiek bijna vier uren te boeien door het verhaal van zijn tocht. Slechts het gedeelte, dat hij niet heeft medegemaakt, liet hij ver halen door kapitein Cagni, maar den terugtocht vertelde hij zelf weer. De Koning, de Koningin en het Vor stelijk Huis, het corps diplomatique, de ministers en andere grootwaardig- heidsbekleeders woonden de lezing bij. De hertog werd levendig toegejuicht en ontving een gouden herinnerings medaille van het aardrijkskundig ge nootschap. Ook kapitein Cagni ontving een dergelijke medaille. Wetenschap. Iets over oude klokken. Klokken en uurwerken vormen een zaak van groote beteekenis en komen zoo dikwijls onder onze oogen, dat wij de ontwikkeling er van, van de vroegste tijden eens willen nagaan, schrijft de Rsb. De deeling van den tijd in jaren kwam overeen met de beweging van de zon langs andere hemellichamen, die in maanden met de omwente lingen van de maan om de aarde, die in dagen met- de afwisselende d'aling en rijzing der zon. De Grieken en Romeinen had den twee wijzen, om den tijd te bepalende een (ClepsydTae) ge schiedde met waterglazen en de andere (Solarïae) door de zonnewij zers. Vitruvius, een schrijver der oudheid gewaagt van een zelf rege lend mechanisme bewogen door den invloed van water. Onder vele andere methoden had men ook nog kommen en va zen. welke een klein gat in den bo dem bezaten. Hel alvloeiende wa ter was de maatstaf voor het ge vorderd uur. Verder had men de uurglazen. Hierin bekleedde zand de plaats van water. Tot de vorige eeuw nog waren deze algemeen in Engeland in gebruik. De bovengenoemde clepsydrae of water-uurwerken kwamen in de 17e eeuw nog voor, zij zijn een in teressant iets in menig museum. Zii bestaan uit een langwerpige doos van versierd hout. met eer wonderlijk gevormde opening, waarin een metalen trommel was aangebracht, die het water bevatte. Het'systeem is echter te gecompli ceerd om nader uit te leggen. On zeker is het. wanneer klokken, welke door middel van gewichten op raderen bewogen werden, zijn uitgevonden. Vele kloosters hadden reeds, een klok in de 14e eeuw. hoewel men geen zekerheid heeft, of deze voor astronomische doeleinden dan wel voor uur-rekening diende. In de 15e eeuw treft men klok ken aan, die gewoonlijk van ijzer en staal geeonstueerd waren. Wa pensmeden waren daarvan meest al de vervaardigers. Aan een ver- nuftigen monnik, die in de 14e eeuw' leefde, schrijft men het ma ken van een klok toe, die thans nog in hel museum te Kensington te zien is. De behandeling hiervan is zeer bijzonder figuren van en gelen versieren de klok; de uurcij- fers heeft men op een anderen cir kel aangebracht dan die. waarop d'e minuten zijn aangegeven. Ook andere klokken worden aan dezen vervaardiger toegeschreven.. Alie zijn het hangklokken. Ver plaatsbare tafelklokken komen voor 't eerst voor in Duitschland' en zijn m-eesl nietig van afmeting; zij zijn doorgaan? rond en achthoekig Luchtvaart. Twee Berlijnsche officieren s'?.n de luchtvaart hebben Donderdak een tocht over de Oostzee ondernomen. Zij stegen 's morgens te 8.17 te Berlijn op, waren te 2 uur boven Rügen en te 4.45 boven de Zuidkust van Zweden. Daar lieten zij zich nog 4 uren noordwaarts drijven en landden te 9 uur "s avonds te Högahiltau bij Wexio in Smaaiand Zij bereikten als hoogste punt 3U00 me ter boven de aarde en vonden een tem peratuur van 2 a 3 "raden Celsius, dus geen vorst. Zeker oen merkwaar dige tocht midden in den winter. Letteren en Kunst. Prijsvraag. De Maatschappij tot bevordering dei- Bouwkunst, afdeeling 's-Gravenhage, heeft eene prijsvraag uitgeschreven voor eene handleiding voor het verven, ten dienste van aankomende opzich ters en bouwkundigen. Het is thans zeker dat prof. Went, van Utrecht, einde Juni eene weten schappelijke reis gaat maken naar; Suriname met subsidie van de regee ring en particulieren. De reis zal onge veer een half jaar duren. (U. D.) Italië zal nieuwe postzegels krijgen. Donderdag is Cellini, de schilder, aan wien het ontwerpen van een nieuw ty pe was opgedragen, bij den Koning geweest. De Koning heeft een model gekozen, waarop bij en face is afge beeld. De nieuwe postzegels worden iets grooter dan de tegenwoordige. N ij v e r h e i d. Arsenicumhoudend bier. De gevallen van ziekte en overlijden tengevolge van vergiftiging door ar senicumhoudend bier te Manchester. Liverpool en op andere plaatsen, zijn talrijk genoeg geweest, om de aan dacht. van het Engelsche publiek te vestigen op het ernstige gevaar voor de volksgezondheid, dat daarbij aan bet licht gekomen is. Er is reeds mel ding gemaakt van de instelling eener koninklijke commissie, onder voorzit terschap van Lord Kelvin. Maar velen achten het mandaat van deze commis sie te beperkt, en de kopverbouwers klagen dat de landbouw er niet in ver tegenwoordigd is. En de landbouw heeft toch ook groot belang bij deze zaak, want de lieele zaak vindt haar oorsprong hierin, dat de chemische nijverheid op het gebied van den land- bou wgetreden is. en de fabrikanten daarbij niet gezorgd hebben voor be hoorlijke controle van hel scheikundi ge product. Zoo lang bier uit mout en hop bereid werd, bestond zulk een gevaar voor vergiftiging niet, maar de nieuwe in dustrie vervangt veelal het mout cloor glucose of ïnvertsuiker. De naam glu cose wordt gegeven aan druivensui- ker en alle suikersoorten die tot de zelfde groep behooien, ze wordt meest bereid door zetmeel te koken in water dat 1 tot 2 percent zwavelzuur bevat, en in vloeibaren, sterk geconcentreer- deu toestand vervoerd, vooral naar Engeland. Gebruikte men nu bij de bereiding van de glucose volkomen zuiver zwavelzuur, dan zou deze stof geen kwaad doen, maar vaak wordt het zwavelzuur verkregen door het roosteren van pyriet, en soms bevat dit laatste anderhalve gram arseni cum per kilogram. Zoo vindt die zeer giftige stof door bet zwavelzuur, de glucose en het bier haar weg in het lichaam van den bierdrinker. De ver giftigingsverschijnselen vertoon en waar het zoo geringe hoeveelheid be treft, wel eenige overeenkomst met de gevolgen van dronkenschap, zoodat men de ziekte eerst voor een verschijn sel van alcoholisme hield, totdat dr. Reynolds den 21en November het ar senicum als den boosdoener bekend maakte. Men zegt nu dat de chemische fa briek die het onzuivere zwavelzuur ge lieverd heeft, meer dan 200 bierbrou werijen in het noorden en het midde»; van Engeland bedient, en de angst van onze buren voor de vergiftiging van hun volksdrank is dus wel begrijpelijk. Daar blijft het echter niet bil want glucose wordt niet alleen aangewend in de bierbrouwerijen, maar ook hij de bereiding van suikergoed, confitu- en, jam, chocolaad, enz. En hoeveel an die producten worden er niet uit Engeland naar andere landen ver voerd, terwijl vermoedelijk ook het ge bruik van min of meer onzuiver zwa velzuur niet tot de Engelsche fabrie ken beperkt is! Gemengd Nieuws. Misplaatste dienstijver. Te Breslau had een onderofficier van het regiment lijfkurassiers Grosser Ivurfürst een soldaat zoolang getrei terd, mishandeld en vernederd dat de ongelukkige, ten einde raad, zich trachtte te verdoen. Zijn poging mis lukte, niettegenstaande hij zich een ernstige verwonding toebracht, maar zijn wanhoopsdaad had ten minste dit goede gevolg, dat zijn beul voor den krijgsraad gedagvaard en tot vijf maan den militaire gevangenisstraf is ver oordeeld. Tot de uitgelezen en vernede- ende kwellingen waaraan de onderof ficier zijn slachtoffer had blootgesteld, behoorde o. a. deze, dat hij den soldaat als een paard aan de ruif had gebon den, hooi had laten eten en hem daar na ten bloede- geslagen had. Hoewel de openbare meening zich eerst voldaan betoonde over de recht vaardige straf die de krijgsraad had uitgesproken, heeft de uit het vonnis van den krijgsraad bekend geworden overweging „dat de beklaagde zich chuldig had gemaakt aan rnisplaatsten dienstijver", thans weer de algemeene ergernis gaande gemaakt. Het „Berliner Tageblatt" vraagt in een hoofdartikel hoe het mogelijk is dat de krijgsraad zulke verfijnde en gemeene barbaarschheden aan rnis plaatsten dienstijver heeft kunnen toe schrijven. Immers, het waren bestia liteiten, die er op berekend waren alle eergevoel in een soldaat te dooden, in- stede van hem tot trouwe plichtsbe trachting aan te sporen, of hem tot een wanhoopsdaad moesten drijven. Ook is het een treurig verschijnsel dat dergelijk voortgezette mishandeling is kunnen geschieden zonder dat de sol daat bijtijds een klacht tegen zijn on- menschelijken superieur indiende, niettegenstaande de Keizer, de opper ste „Kriegsherr", zijn soldaten herhaal delijk heeft herinnerd aan hun recht van beklag. Aardbevingen En uit Boheme. te Neustadt, èn te Nachord èn uit Italië, te Acqui, komen berichten van aardbeving. Bijzonder heden ontbreken. Huwelijk van Alfred Van- derbilt. De millioenen dwarrelen voor de oogen bij het lezen der huwelijksbe schrijvingen in de Amerikaansche bla den van Alfred Vanderbilt en miss El sie. French van Newport. De huwe- lijkscadeaux zijn eenige honderddui zenden waard en worden daarom in een bank veilig bewaard. De mrich. Yg van het jonge huishouden kostte ee nige millioenen. De bruid nad eon trousseau om van te duizelen zrifs de garderobe van den bruigom slaat beschreven 200 nieuwe pakken, 17 do zijn dassen, enz. Bedrogen detectives. Een firma te New-York adverteerde dezer dagen, dat zij. tegen betaling van f 3, een prachtig ingebonden boek zou overmaken, waarin een massa le zenswaardigs stond, zoodat feitelijk een ieder het koopen en lezen moest. Het, detectives-bureau dat een mogelij ke verspreiding van slechte literatuur veronderstelde, offerde ziju f 3 en ont ving daarvoor eenige dagen later een z.g.n. „shilling bijbel" in ruil. Er is iets waars in, dat een ieder dat boek moest lezen. Men kon tegen de adver teerders geen strafvervolging instellen. Schouwburgpaniek. Gedurende een feestelijke bijeen komst van een duizendtal Israëlieten in een der schouwburgen van Chi cago is een paniek uitgebroken. Van het publiek, dat hoofdzakelijk uil. vrouwen en kinderen bestond, zijn 2 vrouwen en vier kinderen doodgetrapt en 22 meer of minder ernstig gekwetst. Ingesneeuwd. In een telegram uil Odessa staan verschrikkelij ke Id i zonderheden over het lijden van de passagiers die dezer dagen ten noorden van die stad met hun treinen zijn in gesneeuwd. De eerste trein die door 'hel noodweer niet verder kon, ver voerde vijfhonderd reizigers. Hij hield stil aan een klein station ten zuiden van Rasdjelnaja. De passa giers uit dezen trein konden schui len. maar in de volgende vier-en- twintig uren kwamen er drie an dere treinen het station binnen en vermeerderde het aantal dakloozen tot 1800. Er was geen eten meer te krijgen, men zag mannen, vrou wen. kinderen en grijsaards vech ten om een bete broods, en er vloeide bloed. Uit Kief werd een re giment soldaten in zuidelijke rich ting ter hulp gezonden en uit Odes- sa drieduizend manschappen in noordelijke richting. De soldaten moesten zich met schoppen hun weg banen en schoten eiken dag maar 7 KM. op. Na drie dagen on drie nachten van onbeschrijfelijke ontberingen besloot intussohen de stationchef twee treinen in zuidelijke richting te laten vertrekken. Zij kwamen acht of tien. uren laaig met groote moeite vooruit, maar moesten het eindelijk opgeven. Al d'e waggons werden onder de sneeuw bedol ven. Ook hadden de locomotieven geen steenkool en water meer. Toen besloten zestig reizigers on der leiding van graaf Kapnist een poging te doen om door den ver schrikkelijker! storm over de vlakte het naaste dorp te bereiken. Dit gelukte en vandaar zijn zij met sleden naar Odessa gegaan. Voor zij daar aankwamen, had generaal Sjoewalof, de gouverneur van Odes- sa, reeds een hulpkonvooi uitge zonden met levensmiddelen, klee- ren en geneesmiddelen dat er met onbeschrijfelijke moeite in slaagde de ingesneeuwde reizigers in de vlakte te ontzetten. Maar intusschen waren er reeds 120 van koude en honger bezweken. De overigen werden gisteravond of vandaag te Odessa terug verwacht. De reizigers diie aan, het station waren achtergebleven, zijn van Rasdjelnaja uit bevrijd. Twaalf leefregels van Schweninger. Prof. Schweninger, de bekende lijf arts van Bismarck, beeft voor de Zu- kunft een opstel geschreven over de verhouding tusschen dokter en patient. De dokter, erkent hij daarin, kan niets anders doen dan het meer of minder gebrekkige individu naar zijn beste weten en overtuiging te behandelen. Toch kan hij ook een paar- algemeene •aadgevingen plaatsen. Schweninger somt een dozijn leefregels op, van wel ker deugdelijkheid de ondervinding hem heeft overtuigd: I. Maak dat gij een gezond lichaam hebt dat vreugde schept in genot en in arbeid; oefen het. maar overspan het niet, noch in genot, noch in arbeid. Wees niet bang voor buitensporig heden, maar voor de herhaling ervan die ze tot gewoonte maakt. 3. Maak u vrij van en neem u in acht voor een léven naar een vaste sleur. 4. Bemin den moed en haat vreesach tigheid. 5. Vrees niet de zoogenaamde vijan den van buiten (bacillen, invloed van liet weer enz), maar wapen uw lichaam tegen hun invloed en hun aanval. 6. Neem u in acht, voor eigen kwa len. 7. Geloof niet dat u gezondheid of genezing geschonken worden, maar reet dat zij met moeite gewonnen wil len worden. 8. Help den dokter dus bij zijn werk, elijk gij hoopt dat hij u helpt. 9. Vergeet- niet dat bet voornamelijk van uzelf afhangt; dat uw lichaam het instrument is waarop de dokter in da- ;en, waarin het u slecht gaat. speelt; dat bet zijn voornaamste geneesmid del is. 10. Vermijd de gewoonte! II. Streef naar overeenstemming van lichaam en ziel. 12. Leer u zelf kennen, kritiseeren, africhten! Met deze regels te volgen, besluit Schweninger, zal men zijn leven niet over de natuurlijke grens verlengen. Maar wie ze volgt, mag hopen niet eer der uit te stappen tot. door verstandig, zuinig en toch niet krenterig beheer van zijn leven, de laatste rest van zijn kracht is opgebruikt. Rinder-opstel over liet paard. I-Iet paard is een groot bruin dier; bet heeft vier pooten, aan eiken hoek één. De achterste poot aan de linkerhand is, wanneer men er te dicht, bij komt, zeer nadeelig voor de gezondheid. Marietje van oom Frans is er aan gestorven. Op twee plaatsen is bet paard van lange haren voorzien. Die op zijn hals noemt men manen. Deze zijn bestemd om er zich aan vast te houden, als men er boven op zit. De haren, welke op het einde van zijn rug in een tros bij el kaar gebonden zijn, noemt men staart. Deze dient, om er de achterste vliegen mee weg te jagen, en vooral om er vischlijnen. horlogekettingen en zwee- pen van te maken; hetwelk echter ook zeer gevaarlijk is. daar de voerman mij laatst daarmede bijna een oog had uil- geslagen. I-Iet paard voedt zich: met haver; maar wanneer het die verdient, krijgt het iets anders. I-Iet paard is een nuttig dier; vooral in December als wij' er mee naar oom Frans rijden, die dan jarig is. In den oorlog vooral is het paard van groot nut: bet vervoert de soldaten en kanonnen naar het slagveld en behoedt hen daar voor natte voeten. Soms wor den de paarden onder de soldateu dood geschoten, en dan worden die infante rist, wat niet zoo pleizierig is en veel gevaarlijker, daar ze dan niet zoo gauw kunnen vluchten. Evenals onder de rnenscben, heeft men ook onder de paarden grijsaards, die men dan schimmels noemt. Als de paarden te oud zijn; worden zij door den Minister van Marine voor de trekschuit aangekocht, en nog latei- worden zi j veranderd in gerookt vleesch of voor de hotels in biefstuk. Dit is mijn opstel over liet, paard. Meer regels dan noodig waren. Toen Daniël Webster nog een knaap was studeerde hij vlijtig-, en bij bezat een bijzonder sterk geheugen. Op on geveer veertienjarigen leeftijd, werd hij onder toezicht van den predikant Samuel Woods gesteld, om door pr vaatles voor de hoogeschool voorbe reid ie worden; maar destijds, hoewel nog altijd vlijtig in zijne studiën, scheen bij het met de noodzakelijke huiselijke tucht zoo nauw niet te ne men, en hield hij wel wat al te veel van zijn tijd met jagen en andere verma ken buitenshuis door te brengen; dus achtte zijn leermeester het bij zekere gelegenheid noodig hem te berispen, en beval hem den volgenden ochtend zooveel regels uit zijn Vergilius van buiten te leeren als hij kon, waar schijnlijk niet bedenkende, hoe groot dat aantal in dien tijd wel zou kunnen zijn. Maar Daniël besloot eene kleine wraak te nemen; en wetende dat domi nee Woods den volgenden dag vroeg naar eene naburige stad wilde gaan, bad hij daartoe een middel gevonden. Des morgens vertoonde hij zich dus en begon met honderd regels op te zeg- 'en, op eene wijze, die de goedkeuring van den predikant wegdroeg. Deze sloeg daarop het boek dicht. „Ik kan nog meer regels opzeggen, mijnheer," zei de ondeugende Daniël, en hij zeide er nog honderd op. „Je bent- een knap pe jongen," sprak zijn leermeester. „Maar ik heb er nog meer, nog wel vijf honderd, geloof ik," ging Daniël voort. Dat was meer dan de goede predi kant kon uithouden. Het was reeds laat voor de afspraak, die hij gemaakt had; en in plaats van zijn leerling, scheen h ij gestraft te worden. „Je hebt voor dezen keer genoeg opgezegd, Daan," zeide hij, nauwelijks in staat een glimlach om dei poets, die de knaap hem gespeeld had, te weerhou den ..je kunt nu den lieelen dag gaan jagen." Lettres de cachet. ..Lettres de cachet" was de naam, die gegeven werd aan de bevelschrif ten. tot gevangenneming, welke de Ko ningen van Frankrijk vóór de omwen teling uitvaardigden. Alle Koninklijke brieven waren lettres patentes of let tres de cachet. De eerste waren open, door den Koning onderteekend en dooi den Minister gecontrasigneerd en wa ren van het groote zegel van den Staat voorzien. Bij de beruchte lettres de cachet be stond echter deze waarborg tegen wil lekeurige machtuitoefening niet; deze waren dichtgevouwen en verzegeld met den. kleinen stempel des Konings (ca chet) en dienden om 's Konings welbe hagen bekend te maken aan personen of corporatiën en zij maakten dikwijls inbreuk op den goeden gang der rechts- bedeeling. Door middel van zulke brie ven kon iedereen gevangengezet of naar eene bepaalde plaats verbannen worden, zonder dat daarvoor eenige -eden werd aangevoerd. De invoering der lettres de- cachet dateert, naar men zegt, uit den tijd van het Ministerie van den Kardinaal Ri chelieu. Het gebruik van zoodanige brieven werd vrij wat menigvuldiger de troonsbestijging van Lodewijk XIV dan vóór dien tijd, en het was zeer gewoon, dat inenschen op zulk een be velschrift werden gevat en in de Bastil le of eene der andere Staatsgevange- issen werden opgesloten, waar som migen hun leven lang niet meer uit kwamen, hetzij dit zoo bedoeld was of in andere gevallen, omdat zij vergeten waren. De luitenant-generaal der politie had van deze lettres de cachet formulieren voorraad, waar men slechts den naam van den in hechtenis te nemen persoon behoefde in te vullen. Onder de Regeering van Lodewijk XV werden dikwijls aan gunstelingen dergelijke bevelschriften in blanco, doch met 's Konings handteekening voorzien, weggeschonken. Onder net zachter Regeeringsbeleicl van Lodewijk XVI werden, de lettres de cachet zelden gebruikt, zoodat. toen de Bastille op den 14den Juli 1879 door het volk werd vernield, er slechts zeven gevangenen i wex'den gevonden. De Nationale Vergadering maakte een einde aan dezen vorm van dwin gelandij door op den lsten November 1879 de afschaffing der lettres de cachet te bepalen. Duur gekocht geloof. .„Die droom van Pharao" zei ie mand in gezelschap, „was toch ook een onmogelijke droom. Hoe zou het kun nen zijn, dat zeven magere koeien, zeven vette koeien verslonden, zonder dat men iets daarvan aan hen kon zien." „Vroeger vond ik het óók onmo- lijlt". zei een der aanwezigen, een koopman, „maar sedert ik getrouwd ben niet meer. Ik had meer dan zeven groote, dikke kas- en handelsboeken. Mijn vrouw had maar één klein, dun huishoudboekje. Maar aan: het eind van het jaar had het kleine boekje al mijn groote en dikke boeken opgeslokt en er was ook niets aan te zien. Sinds dien tijd geloof ik aan den droom van Pharao." De goede Commissaris van Politie. Voordracht voor 2 personen. (De commissaris zit in zijn bureau, druk aan aan den arbeid. Breloc, een bezoeker treedt binnen). Breloc: Meneer de commissaris! Commissaris (zonder op te zien); Wat verlangt u? Breloc: Een oogenblikje slechts. Even maar u spreken. Commissaris: Hoelang hebt u noo dig? Een minuutje. Niet langer-? O, nog niet eens. Zoo, wat had u? (De commissaris keert zich naar Breloc): Commissaris: Ik luister. Breloc: Meneer de Commissaris, kijk eens, ik wensch hier een horloge te de- poneeren. die ik vannacht gevonden heb op den. hoek van den Bouler Saint-Michel en de Rue Monsieu Prince. Een horloge? Een horloge. Laat. eens kijken. Asjeblieft. (Hij geeft den commissaris liet hc ge. die het zorgvuldig bekijkt, ee: minuten lang). Commissaris: 't ls inderdaad een loge. Breloc: Ja, daar is geen twijfel Ik dank u. (De commissaris zet zijn bril oj bekijkt het horloge opnieuw). Breloc: Ik kan zeker wel gaan? Commissaris: Nog niet. Ja. maar, ik heb haast. Dat spijt me, Men wacht op me. Zoo. Een oogenblik. U begr dat ik dit horloge niet van u kan nemen zonder te weten, hoe gij hebt gevonden,. Ja, ik zei u al, waar ik het v< Dat heb ik gehoord. Maar ho Hoe? Op den grond. Op het trottoir? Op het trottoir. (De commissaris kijkt bedenkelijl zegt): U zult me toestemmen dat dit verwonderlijk is. Men verliest horloge op het trottoir. Ja, maar, ik moet u opmerken Houdt uw opmerkingen voor u ken mijn ambt. In plaats van mij r te willen geven, moest u je maar ver kalm houden. Hoe heet u? (Breloc wordt wat ongeduldig zegt, met verbeten boosheid): Ik heet Breloc-.Iean Eustache ben te Pontoise geboren den 29sten cember 1861, zoon van Pierre, Timol Jean Jacques, Alfred Oscar Breloc van Céleste Moucherol. Waar- woont ge? Rue Pétrelle no. 7, eerste ver ping vóór. Wat zijn uw middelen van staan? (Breloc wordt rood van drift, m houdt zich in). Ik heb vijf-en-twintigduizend f rente, een hoeve in Touraine, een j£ in Beauce, zes bonden, drie kat twaalf konijnen, een Indisch zwiji Genoeg. Om hoe laat beweert dit horloge te hebben gevonden? Drie uur in den morgen. Hé! Niet later? Neen. U doet mij een ongelooflijk - haal. Ik vertel u de waarheid, en overigens wat ik verkies. Misschien. Alleen, ik heb het r( u te vragen, wat gij hadt uit te voe om; drie uur 's morgens op den hoek de rue Monsieur le Prince, terwijl voorgeeft te wonen rue Pétrelle 7? Wat?? Voorgeeft?!? Ja, gij geeft het voor. Maar zoo is het ook! Dat zal onderzocht worden. J woord mij nu wat beleefder op de 1 gen, die ik u stel, begrepen? Ik vraa nog eens, wat gij zoo laat deedt in wijk, waarin gij niet hoordet. Ik kwam uit mijn club. Welke club? Dat gaat u niet aan. Wat? Durft u zóó spreken? Dat hoor je. O, maar, wacht eens even, m neke, dan zullen we anders beginr Je slaat een toon aan, die niet te komt en ik zal u vinden... Och man. Ben jij wel eens veroordeeld? Nee. En jij .Te wordt onbeschoft! Jij bent gek! Neem dat woord terug. Neem jij dan het woord onbescl terug. Wacht eens, ik zal je leeren behoorlijken toon aan te slaan. bewijst me. dat je inderdaad wo( waar je zegt, dat je Breloc beet, da van je club kwam, hè? Wel. alle duivels! Wat is dat: vind een horloge, ik kom het hier bi ben en ik word zóó ontvangen. Beb del je zóó eerlijke menschen? O, je- bent er nog niet! (De commissaris belt. Een dien treedt binnen). Neem dien vent mee. Onderz liem en sluit hem dan in het hok. Maar... dat is het toppunt... De agent: Vooruit, kerel, en g praatjes of ik sla je de boeien om. Breloc (met doffe stem, terwijl wordt weggeduwd): Maar, dat zal nog eens gebeuren... o, als ik nos* e een horloge vind als ik ooit weer horloge vind Haarlens's H ag-- IfelasI verleent d< i grootste JPubli- i! eiteit aan Adver= ijteistiëis, bestemd S voor Haarlem en Omstreken. Vari a. VLEIENDE SCHATTING. Professor 8. botaniseert met een vrienden men raakt van den weg na uren lang dwalen ontmoet men. landman, die bet gezelschap op i kar naar huis rijdt. Op de vraag Wat zijn we u scl: dig krabt de boer zich verlegen a ter bet oor en zegt „Jaweet je, voor het vervoer i takkenbossen krijg ik f 1, voor een 1 met mest 75 ct„ maar omdat ju nette menschen zijt, geeft dan maar 75 ct. 1"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6