jaargetijde de kachels in de Museum-
kalen te doen doorbranden. Zij meent
dat daartegen geen bezwaar kan be
staan nu de nachtwaker ook geregeld
op het Museum de ronde doet. Het
doorbranden der kachels des nachts
met gedekte vuren, is, meent zij, te
verkiezen boven de sterk afwisselende
temperatuur, welke op de schilderstuk
ken van nadeeligen invloed is.
Evenmin als bjj de commissie van
bijstand in het beheer der openbare
werken, bestaat bij B. en W. bedenking
tegen het voldoen aan den geuiten
wensch. Daarvoor is echter wijziging
noodig van de instructie voor den op
zichter van het Museum, waarom B.
en W. een ontwerp-besluit in dien geest
ter vaststelling aanbieden. Bij aanne
ming daarvan is het B. en W.'s voor
nemen de kachel in de z.g. Fabricius-
zaal te doen vervangen door eene ka
chel van hetzelfde systeem als van de
andere op het Museum aanwezige ka
chels en order te geven dat op het
Museum uitsluitend anthracietkolen
worden gestookt.
Wordt aangenomen.
PUNT 14.
Tot lid dér commissie ingevolge art.
40 van het gas-contract wordt benoemd
de heer Sneltjes.
PUNT 15.
Het vei-slag van den opzichter over
de gasverlichting over November 1900
wordt voor kennisgeving aangenomen.
Bij de rondvraag breekt de heer DE
BRAAL een lans voor de werklieden,
die werkeloos en tevens broodeloos
zijn en wenscht dat allen in de gele
genheid worden gesteld met baanve
gen en ophangen van bruggen werk te
krijgen. Dit geschiedt nu van gemeen
tewege en iedere man verdient f 0.70
per dag. Spr. had gaarne ruimer con
cessies.
De VOORZ. antwoordt, dat allen, die
zonder werk zijn, zich daarvoor kun
nen aanmelden.
De heer De BRAAL zegt dat verschil
lende personen bij hem zijn gekomen
en hebben verteld dat zij nu niets kon
den verdienen op het ijs. Blijkbaar is
hij dan verkeerd ingelicht. Toch be
weerden die personen anders meer dan
0.75 te kunnen verdienen.
De VOORZ. gelooft niet dat veel in
hun belang kan worden gedaan.
De heer LEUPEN zegt dat indertijd
door den Raad voor de aanlegkosten
van eene tramlijn HaarlemNieuwer-
sluis 3000 is uitgetrokken. Spr. vraagt
hoe of het nu met deze zaak is.
De VOORZ. kon daarop thans geen
antwoord geven hij heeft niets meer
van de zaak gehoord.
De vergadering wordt daarop te
ruim 4 1/2 uur gesloten.
zeer fijn afgewerkt van. koper of
ijzer, met kostbare metalen geda-
masseerd. In de 16e eeuw komen
zeer fraaie vormen voor. en het
zou goed zijn als onze tegenwoordi
ge klokkenfabrikanten zich eens
van deze vormen op de hoogte stel
den. Augsburg was hot voornaam
ste centrum der klokken-fabricage.
Ook Neurenberg en Ulm brach
ten veel exemplaren ter markt. De
ze klokken bekleedden als werken
van kunst een hooge plaats, maar
een onzer oude schrijvers zegt. dat
zij als uurwerken niet deugen.
Een vorstelijke voordracht.
In de Academie van Wetenschappen
te Rome heeft de hertog van Abruzzen
een voordracht gehouden over zijn
Noordpooltocht. Het gestoelte voor den
vorstelijken spreker was overdekt met
een rood fluweelen baldakijn, gedekt
door de koninklijke kroon. De hertog
trad op in de uniform van officier der
marine en wist zijn publiek bijna vier
uren te boeien door het verhaal van
zijn tocht. Slechts het gedeelte, dat hij
niet heeft medegemaakt, liet hij ver
halen door kapitein Cagni, maar den
terugtocht vertelde hij zelf weer.
De Koning, de Koningin en het Vor
stelijk Huis, het corps diplomatique,
de ministers en andere grootwaardig-
heidsbekleeders woonden de lezing bij.
De hertog werd levendig toegejuicht
en ontving een gouden herinnerings
medaille van het aardrijkskundig ge
nootschap. Ook kapitein Cagni ontving
een dergelijke medaille.
Wetenschap.
Iets over oude klokken.
Klokken en uurwerken vormen
een zaak van groote beteekenis en
komen zoo dikwijls onder onze
oogen, dat wij de ontwikkeling er
van, van de vroegste tijden eens
willen nagaan, schrijft de Rsb. De
deeling van den tijd in jaren kwam
overeen met de beweging van de
zon langs andere hemellichamen,
die in maanden met de omwente
lingen van de maan om de aarde,
die in dagen met- de afwisselende
d'aling en rijzing der zon.
De Grieken en Romeinen had
den twee wijzen, om den tijd te
bepalende een (ClepsydTae) ge
schiedde met waterglazen en de
andere (Solarïae) door de zonnewij
zers. Vitruvius, een schrijver der
oudheid gewaagt van een zelf rege
lend mechanisme bewogen door
den invloed van water.
Onder vele andere methoden
had men ook nog kommen en va
zen. welke een klein gat in den bo
dem bezaten. Hel alvloeiende wa
ter was de maatstaf voor het ge
vorderd uur. Verder had men de
uurglazen. Hierin bekleedde zand
de plaats van water. Tot de vorige
eeuw nog waren deze algemeen in
Engeland in gebruik.
De bovengenoemde clepsydrae
of water-uurwerken kwamen in de
17e eeuw nog voor, zij zijn een in
teressant iets in menig museum.
Zii bestaan uit een langwerpige
doos van versierd hout. met eer
wonderlijk gevormde opening,
waarin een metalen trommel was
aangebracht, die het water bevatte.
Het'systeem is echter te gecompli
ceerd om nader uit te leggen. On
zeker is het. wanneer klokken,
welke door middel van gewichten
op raderen bewogen werden, zijn
uitgevonden.
Vele kloosters hadden reeds, een
klok in de 14e eeuw. hoewel men
geen zekerheid heeft, of deze voor
astronomische doeleinden dan wel
voor uur-rekening diende.
In de 15e eeuw treft men klok
ken aan, die gewoonlijk van ijzer
en staal geeonstueerd waren. Wa
pensmeden waren daarvan meest
al de vervaardigers. Aan een ver-
nuftigen monnik, die in de 14e
eeuw' leefde, schrijft men het ma
ken van een klok toe, die thans nog
in hel museum te Kensington te
zien is. De behandeling hiervan
is zeer bijzonder figuren van en
gelen versieren de klok; de uurcij-
fers heeft men op een anderen cir
kel aangebracht dan die. waarop
d'e minuten zijn aangegeven.
Ook andere klokken worden aan
dezen vervaardiger toegeschreven..
Alie zijn het hangklokken. Ver
plaatsbare tafelklokken komen voor
't eerst voor in Duitschland' en zijn
m-eesl nietig van afmeting; zij zijn
doorgaan? rond en achthoekig
Luchtvaart.
Twee Berlijnsche officieren s'?.n de
luchtvaart hebben Donderdak een
tocht over de Oostzee ondernomen. Zij
stegen 's morgens te 8.17 te Berlijn op,
waren te 2 uur boven Rügen en te 4.45
boven de Zuidkust van Zweden. Daar
lieten zij zich nog 4 uren noordwaarts
drijven en landden te 9 uur "s avonds
te Högahiltau bij Wexio in Smaaiand
Zij bereikten als hoogste punt 3U00 me
ter boven de aarde en vonden een tem
peratuur van 2 a 3 "raden Celsius,
dus geen vorst. Zeker oen merkwaar
dige tocht midden in den winter.
Letteren en Kunst.
Prijsvraag.
De Maatschappij tot bevordering dei-
Bouwkunst, afdeeling 's-Gravenhage,
heeft eene prijsvraag uitgeschreven
voor eene handleiding voor het verven,
ten dienste van aankomende opzich
ters en bouwkundigen.
Het is thans zeker dat prof. Went,
van Utrecht, einde Juni eene weten
schappelijke reis gaat maken naar;
Suriname met subsidie van de regee
ring en particulieren. De reis zal onge
veer een half jaar duren.
(U. D.)
Italië zal nieuwe postzegels krijgen.
Donderdag is Cellini, de schilder, aan
wien het ontwerpen van een nieuw ty
pe was opgedragen, bij den Koning
geweest. De Koning heeft een model
gekozen, waarop bij en face is afge
beeld. De nieuwe postzegels worden
iets grooter dan de tegenwoordige.
N ij v e r h e i d.
Arsenicumhoudend bier.
De gevallen van ziekte en overlijden
tengevolge van vergiftiging door ar
senicumhoudend bier te Manchester.
Liverpool en op andere plaatsen, zijn
talrijk genoeg geweest, om de aan
dacht. van het Engelsche publiek te
vestigen op het ernstige gevaar voor
de volksgezondheid, dat daarbij aan
bet licht gekomen is. Er is reeds mel
ding gemaakt van de instelling eener
koninklijke commissie, onder voorzit
terschap van Lord Kelvin. Maar velen
achten het mandaat van deze commis
sie te beperkt, en de kopverbouwers
klagen dat de landbouw er niet in ver
tegenwoordigd is. En de landbouw
heeft toch ook groot belang bij deze
zaak, want de lieele zaak vindt haar
oorsprong hierin, dat de chemische
nijverheid op het gebied van den land-
bou wgetreden is. en de fabrikanten
daarbij niet gezorgd hebben voor be
hoorlijke controle van hel scheikundi
ge product.
Zoo lang bier uit mout en hop bereid
werd, bestond zulk een gevaar voor
vergiftiging niet, maar de nieuwe in
dustrie vervangt veelal het mout cloor
glucose of ïnvertsuiker. De naam glu
cose wordt gegeven aan druivensui-
ker en alle suikersoorten die tot de
zelfde groep behooien, ze wordt meest
bereid door zetmeel te koken in water
dat 1 tot 2 percent zwavelzuur bevat,
en in vloeibaren, sterk geconcentreer-
deu toestand vervoerd, vooral naar
Engeland. Gebruikte men nu bij de
bereiding van de glucose volkomen
zuiver zwavelzuur, dan zou deze stof
geen kwaad doen, maar vaak wordt
het zwavelzuur verkregen door het
roosteren van pyriet, en soms bevat
dit laatste anderhalve gram arseni
cum per kilogram. Zoo vindt die zeer
giftige stof door bet zwavelzuur, de
glucose en het bier haar weg in het
lichaam van den bierdrinker. De ver
giftigingsverschijnselen vertoon en
waar het zoo geringe hoeveelheid be
treft, wel eenige overeenkomst met de
gevolgen van dronkenschap, zoodat
men de ziekte eerst voor een verschijn
sel van alcoholisme hield, totdat dr.
Reynolds den 21en November het ar
senicum als den boosdoener bekend
maakte.
Men zegt nu dat de chemische fa
briek die het onzuivere zwavelzuur ge
lieverd heeft, meer dan 200 bierbrou
werijen in het noorden en het midde»;
van Engeland bedient, en de angst van
onze buren voor de vergiftiging van
hun volksdrank is dus wel begrijpelijk.
Daar blijft het echter niet bil want
glucose wordt niet alleen aangewend
in de bierbrouwerijen, maar ook hij
de bereiding van suikergoed, confitu-
en, jam, chocolaad, enz. En hoeveel
an die producten worden er niet uit
Engeland naar andere landen ver
voerd, terwijl vermoedelijk ook het ge
bruik van min of meer onzuiver zwa
velzuur niet tot de Engelsche fabrie
ken beperkt is!
Gemengd Nieuws.
Misplaatste dienstijver.
Te Breslau had een onderofficier van
het regiment lijfkurassiers Grosser
Ivurfürst een soldaat zoolang getrei
terd, mishandeld en vernederd dat de
ongelukkige, ten einde raad, zich
trachtte te verdoen. Zijn poging mis
lukte, niettegenstaande hij zich een
ernstige verwonding toebracht, maar
zijn wanhoopsdaad had ten minste
dit goede gevolg, dat zijn beul voor den
krijgsraad gedagvaard en tot vijf maan
den militaire gevangenisstraf is ver
oordeeld. Tot de uitgelezen en vernede-
ende kwellingen waaraan de onderof
ficier zijn slachtoffer had blootgesteld,
behoorde o. a. deze, dat hij den soldaat
als een paard aan de ruif had gebon
den, hooi had laten eten en hem daar
na ten bloede- geslagen had.
Hoewel de openbare meening zich
eerst voldaan betoonde over de recht
vaardige straf die de krijgsraad had
uitgesproken, heeft de uit het vonnis
van den krijgsraad bekend geworden
overweging „dat de beklaagde zich
chuldig had gemaakt aan rnisplaatsten
dienstijver", thans weer de algemeene
ergernis gaande gemaakt.
Het „Berliner Tageblatt" vraagt in
een hoofdartikel hoe het mogelijk is
dat de krijgsraad zulke verfijnde en
gemeene barbaarschheden aan rnis
plaatsten dienstijver heeft kunnen toe
schrijven. Immers, het waren bestia
liteiten, die er op berekend waren alle
eergevoel in een soldaat te dooden, in-
stede van hem tot trouwe plichtsbe
trachting aan te sporen, of hem tot
een wanhoopsdaad moesten drijven.
Ook is het een treurig verschijnsel dat
dergelijk voortgezette mishandeling is
kunnen geschieden zonder dat de sol
daat bijtijds een klacht tegen zijn on-
menschelijken superieur indiende,
niettegenstaande de Keizer, de opper
ste „Kriegsherr", zijn soldaten herhaal
delijk heeft herinnerd aan hun recht
van beklag.
Aardbevingen
En uit Boheme. te Neustadt, èn te
Nachord èn uit Italië, te Acqui, komen
berichten van aardbeving. Bijzonder
heden ontbreken.
Huwelijk van Alfred Van-
derbilt.
De millioenen dwarrelen voor de
oogen bij het lezen der huwelijksbe
schrijvingen in de Amerikaansche bla
den van Alfred Vanderbilt en miss El
sie. French van Newport. De huwe-
lijkscadeaux zijn eenige honderddui
zenden waard en worden daarom in
een bank veilig bewaard. De mrich. Yg
van het jonge huishouden kostte ee
nige millioenen. De bruid nad eon
trousseau om van te duizelen zrifs
de garderobe van den bruigom slaat
beschreven 200 nieuwe pakken, 17 do
zijn dassen, enz.
Bedrogen detectives.
Een firma te New-York adverteerde
dezer dagen, dat zij. tegen betaling
van f 3, een prachtig ingebonden boek
zou overmaken, waarin een massa le
zenswaardigs stond, zoodat feitelijk
een ieder het koopen en lezen moest.
Het, detectives-bureau dat een mogelij
ke verspreiding van slechte literatuur
veronderstelde, offerde ziju f 3 en ont
ving daarvoor eenige dagen later een
z.g.n. „shilling bijbel" in ruil. Er is
iets waars in, dat een ieder dat boek
moest lezen. Men kon tegen de adver
teerders geen strafvervolging instellen.
Schouwburgpaniek.
Gedurende een feestelijke bijeen
komst van een duizendtal Israëlieten
in een der schouwburgen van Chi
cago is een paniek uitgebroken. Van
het publiek, dat hoofdzakelijk uil.
vrouwen en kinderen bestond, zijn 2
vrouwen en vier kinderen doodgetrapt
en 22 meer of minder ernstig gekwetst.
Ingesneeuwd.
In een telegram uil Odessa staan
verschrikkelij ke Id i zonderheden
over het lijden van de passagiers
die dezer dagen ten noorden van
die stad met hun treinen zijn in
gesneeuwd. De eerste trein die door
'hel noodweer niet verder kon, ver
voerde vijfhonderd reizigers. Hij
hield stil aan een klein station ten
zuiden van Rasdjelnaja. De passa
giers uit dezen trein konden schui
len. maar in de volgende vier-en-
twintig uren kwamen er drie an
dere treinen het station binnen en
vermeerderde het aantal dakloozen
tot 1800. Er was geen eten meer
te krijgen, men zag mannen, vrou
wen. kinderen en grijsaards vech
ten om een bete broods, en er
vloeide bloed. Uit Kief werd een re
giment soldaten in zuidelijke rich
ting ter hulp gezonden en uit Odes-
sa drieduizend manschappen in
noordelijke richting. De soldaten
moesten zich met schoppen hun
weg banen en schoten eiken dag
maar 7 KM. op.
Na drie dagen on drie nachten
van onbeschrijfelijke ontberingen
besloot intussohen de stationchef
twee treinen in zuidelijke richting
te laten vertrekken. Zij kwamen
acht of tien. uren laaig met groote
moeite vooruit, maar moesten het
eindelijk opgeven. Al d'e waggons
werden onder de sneeuw bedol
ven. Ook hadden de locomotieven
geen steenkool en water meer.
Toen besloten zestig reizigers on
der leiding van graaf Kapnist een
poging te doen om door den ver
schrikkelijker! storm over de vlakte
het naaste dorp te bereiken. Dit
gelukte en vandaar zijn zij met
sleden naar Odessa gegaan. Voor
zij daar aankwamen, had generaal
Sjoewalof, de gouverneur van Odes-
sa, reeds een hulpkonvooi uitge
zonden met levensmiddelen, klee-
ren en geneesmiddelen dat er met
onbeschrijfelijke moeite in slaagde
de ingesneeuwde reizigers in de
vlakte te ontzetten. Maar intusschen
waren er reeds 120 van koude en
honger bezweken. De overigen
werden gisteravond of vandaag te
Odessa terug verwacht.
De reizigers diie aan, het station
waren achtergebleven, zijn van
Rasdjelnaja uit bevrijd.
Twaalf leefregels van
Schweninger.
Prof. Schweninger, de bekende lijf
arts van Bismarck, beeft voor de Zu-
kunft een opstel geschreven over de
verhouding tusschen dokter en patient.
De dokter, erkent hij daarin, kan niets
anders doen dan het meer of minder
gebrekkige individu naar zijn beste
weten en overtuiging te behandelen.
Toch kan hij ook een paar- algemeene
•aadgevingen plaatsen. Schweninger
somt een dozijn leefregels op, van wel
ker deugdelijkheid de ondervinding
hem heeft overtuigd:
I. Maak dat gij een gezond lichaam
hebt dat vreugde schept in genot en in
arbeid; oefen het. maar overspan het
niet, noch in genot, noch in arbeid.
Wees niet bang voor buitensporig
heden, maar voor de herhaling ervan
die ze tot gewoonte maakt.
3. Maak u vrij van en neem u in
acht voor een léven naar een vaste
sleur.
4. Bemin den moed en haat vreesach
tigheid.
5. Vrees niet de zoogenaamde vijan
den van buiten (bacillen, invloed van
liet weer enz), maar wapen uw lichaam
tegen hun invloed en hun aanval.
6. Neem u in acht, voor eigen kwa
len.
7. Geloof niet dat u gezondheid of
genezing geschonken worden, maar
reet dat zij met moeite gewonnen wil
len worden.
8. Help den dokter dus bij zijn werk,
elijk gij hoopt dat hij u helpt.
9. Vergeet- niet dat bet voornamelijk
van uzelf afhangt; dat uw lichaam het
instrument is waarop de dokter in da-
;en, waarin het u slecht gaat. speelt;
dat bet zijn voornaamste geneesmid
del is.
10. Vermijd de gewoonte!
II. Streef naar overeenstemming van
lichaam en ziel.
12. Leer u zelf kennen, kritiseeren,
africhten!
Met deze regels te volgen, besluit
Schweninger, zal men zijn leven niet
over de natuurlijke grens verlengen.
Maar wie ze volgt, mag hopen niet eer
der uit te stappen tot. door verstandig,
zuinig en toch niet krenterig beheer
van zijn leven, de laatste rest van zijn
kracht is opgebruikt.
Rinder-opstel over liet paard.
I-Iet paard is een groot bruin dier; bet
heeft vier pooten, aan eiken hoek één.
De achterste poot aan de linkerhand is,
wanneer men er te dicht, bij komt, zeer
nadeelig voor de gezondheid. Marietje
van oom Frans is er aan gestorven.
Op twee plaatsen is bet paard van
lange haren voorzien. Die op zijn hals
noemt men manen. Deze zijn bestemd
om er zich aan vast te houden, als men
er boven op zit. De haren, welke op het
einde van zijn rug in een tros bij el
kaar gebonden zijn, noemt men staart.
Deze dient, om er de achterste vliegen
mee weg te jagen, en vooral om er
vischlijnen. horlogekettingen en zwee-
pen van te maken; hetwelk echter ook
zeer gevaarlijk is. daar de voerman mij
laatst daarmede bijna een oog had uil-
geslagen.
I-Iet paard voedt zich: met haver;
maar wanneer het die verdient, krijgt
het iets anders.
I-Iet paard is een nuttig dier; vooral
in December als wij' er mee naar oom
Frans rijden, die dan jarig is.
In den oorlog vooral is het paard van
groot nut: bet vervoert de soldaten en
kanonnen naar het slagveld en behoedt
hen daar voor natte voeten. Soms wor
den de paarden onder de soldateu dood
geschoten, en dan worden die infante
rist, wat niet zoo pleizierig is en veel
gevaarlijker, daar ze dan niet zoo
gauw kunnen vluchten.
Evenals onder de rnenscben, heeft
men ook onder de paarden grijsaards,
die men dan schimmels noemt.
Als de paarden te oud zijn; worden
zij door den Minister van Marine voor
de trekschuit aangekocht, en nog latei-
worden zi j veranderd in gerookt vleesch
of voor de hotels in biefstuk.
Dit is mijn opstel over liet, paard.
Meer regels dan noodig waren.
Toen Daniël Webster nog een knaap
was studeerde hij vlijtig-, en bij bezat
een bijzonder sterk geheugen. Op on
geveer veertienjarigen leeftijd, werd
hij onder toezicht van den predikant
Samuel Woods gesteld, om door pr
vaatles voor de hoogeschool voorbe
reid ie worden; maar destijds, hoewel
nog altijd vlijtig in zijne studiën,
scheen bij het met de noodzakelijke
huiselijke tucht zoo nauw niet te ne
men, en hield hij wel wat al te veel van
zijn tijd met jagen en andere verma
ken buitenshuis door te brengen; dus
achtte zijn leermeester het bij zekere
gelegenheid noodig hem te berispen,
en beval hem den volgenden ochtend
zooveel regels uit zijn Vergilius van
buiten te leeren als hij kon, waar
schijnlijk niet bedenkende, hoe groot
dat aantal in dien tijd wel zou kunnen
zijn.
Maar Daniël besloot eene kleine
wraak te nemen; en wetende dat domi
nee Woods den volgenden dag vroeg
naar eene naburige stad wilde gaan,
bad hij daartoe een middel gevonden.
Des morgens vertoonde hij zich dus en
begon met honderd regels op te zeg-
'en, op eene wijze, die de goedkeuring
van den predikant wegdroeg. Deze
sloeg daarop het boek dicht. „Ik kan
nog meer regels opzeggen, mijnheer,"
zei de ondeugende Daniël, en hij zeide
er nog honderd op. „Je bent- een knap
pe jongen," sprak zijn leermeester.
„Maar ik heb er nog meer, nog wel
vijf honderd, geloof ik," ging Daniël
voort.
Dat was meer dan de goede predi
kant kon uithouden. Het was reeds
laat voor de afspraak, die hij gemaakt
had; en in plaats van zijn leerling,
scheen h ij gestraft te worden. „Je
hebt voor dezen keer genoeg opgezegd,
Daan," zeide hij, nauwelijks in staat
een glimlach om dei poets, die de
knaap hem gespeeld had, te weerhou
den ..je kunt nu den lieelen dag
gaan jagen."
Lettres de cachet.
..Lettres de cachet" was de naam,
die gegeven werd aan de bevelschrif
ten. tot gevangenneming, welke de Ko
ningen van Frankrijk vóór de omwen
teling uitvaardigden. Alle Koninklijke
brieven waren lettres patentes of let
tres de cachet. De eerste waren open,
door den Koning onderteekend en dooi
den Minister gecontrasigneerd en wa
ren van het groote zegel van den Staat
voorzien.
Bij de beruchte lettres de cachet be
stond echter deze waarborg tegen wil
lekeurige machtuitoefening niet; deze
waren dichtgevouwen en verzegeld met
den. kleinen stempel des Konings (ca
chet) en dienden om 's Konings welbe
hagen bekend te maken aan personen
of corporatiën en zij maakten dikwijls
inbreuk op den goeden gang der rechts-
bedeeling. Door middel van zulke brie
ven kon iedereen gevangengezet of
naar eene bepaalde plaats verbannen
worden, zonder dat daarvoor eenige
-eden werd aangevoerd.
De invoering der lettres de- cachet
dateert, naar men zegt, uit den tijd van
het Ministerie van den Kardinaal Ri
chelieu. Het gebruik van zoodanige
brieven werd vrij wat menigvuldiger
de troonsbestijging van Lodewijk
XIV dan vóór dien tijd, en het was zeer
gewoon, dat inenschen op zulk een be
velschrift werden gevat en in de Bastil
le of eene der andere Staatsgevange-
issen werden opgesloten, waar som
migen hun leven lang niet meer uit
kwamen, hetzij dit zoo bedoeld was of
in andere gevallen, omdat zij vergeten
waren.
De luitenant-generaal der politie had
van deze lettres de cachet formulieren
voorraad, waar men slechts den
naam van den in hechtenis te nemen
persoon behoefde in te vullen.
Onder de Regeering van Lodewijk
XV werden dikwijls aan gunstelingen
dergelijke bevelschriften in blanco,
doch met 's Konings handteekening
voorzien, weggeschonken. Onder net
zachter Regeeringsbeleicl van Lodewijk
XVI werden, de lettres de cachet zelden
gebruikt, zoodat. toen de Bastille op
den 14den Juli 1879 door het volk werd
vernield, er slechts zeven gevangenen
i wex'den gevonden.
De Nationale Vergadering maakte
een einde aan dezen vorm van dwin
gelandij door op den lsten November
1879 de afschaffing der lettres de cachet
te bepalen.
Duur gekocht geloof.
.„Die droom van Pharao" zei ie
mand in gezelschap, „was toch ook een
onmogelijke droom. Hoe zou het kun
nen zijn, dat zeven magere koeien,
zeven vette koeien verslonden, zonder
dat men iets daarvan aan hen kon
zien."
„Vroeger vond ik het óók onmo-
lijlt". zei een der aanwezigen, een
koopman, „maar sedert ik getrouwd
ben niet meer. Ik had meer dan zeven
groote, dikke kas- en handelsboeken.
Mijn vrouw had maar één klein, dun
huishoudboekje. Maar aan: het eind
van het jaar had het kleine boekje al
mijn groote en dikke boeken opgeslokt
en er was ook niets aan te zien. Sinds
dien tijd geloof ik aan den droom van
Pharao."
De goede Commissaris van
Politie.
Voordracht voor 2 personen.
(De commissaris zit in zijn bureau,
druk aan aan den arbeid. Breloc, een
bezoeker treedt binnen).
Breloc: Meneer de commissaris!
Commissaris (zonder op te zien); Wat
verlangt u?
Breloc: Een oogenblikje slechts.
Even maar u spreken.
Commissaris: Hoelang hebt u noo
dig?
Een minuutje.
Niet langer-?
O, nog niet eens.
Zoo, wat had u?
(De commissaris keert zich naar
Breloc):
Commissaris: Ik luister.
Breloc: Meneer de Commissaris, kijk
eens, ik wensch hier een horloge te de-
poneeren. die ik vannacht gevonden
heb op den. hoek van den Bouler
Saint-Michel en de Rue Monsieu
Prince.
Een horloge?
Een horloge.
Laat. eens kijken.
Asjeblieft.
(Hij geeft den commissaris liet hc
ge. die het zorgvuldig bekijkt, ee:
minuten lang).
Commissaris: 't ls inderdaad een
loge.
Breloc: Ja, daar is geen twijfel
Ik dank u.
(De commissaris zet zijn bril oj
bekijkt het horloge opnieuw).
Breloc: Ik kan zeker wel gaan?
Commissaris: Nog niet.
Ja. maar, ik heb haast.
Dat spijt me,
Men wacht op me.
Zoo. Een oogenblik. U begr
dat ik dit horloge niet van u kan
nemen zonder te weten, hoe gij
hebt gevonden,.
Ja, ik zei u al, waar ik het v<
Dat heb ik gehoord. Maar ho
Hoe? Op den grond.
Op het trottoir?
Op het trottoir.
(De commissaris kijkt bedenkelijl
zegt):
U zult me toestemmen dat dit
verwonderlijk is. Men verliest
horloge op het trottoir.
Ja, maar, ik moet u opmerken
Houdt uw opmerkingen voor u
ken mijn ambt. In plaats van mij r
te willen geven, moest u je maar
ver kalm houden. Hoe heet u?
(Breloc wordt wat ongeduldig
zegt, met verbeten boosheid):
Ik heet Breloc-.Iean Eustache
ben te Pontoise geboren den 29sten
cember 1861, zoon van Pierre, Timol
Jean Jacques, Alfred Oscar Breloc
van Céleste Moucherol.
Waar- woont ge?
Rue Pétrelle no. 7, eerste ver
ping vóór.
Wat zijn uw middelen van
staan?
(Breloc wordt rood van drift, m
houdt zich in).
Ik heb vijf-en-twintigduizend f
rente, een hoeve in Touraine, een j£
in Beauce, zes bonden, drie kat
twaalf konijnen, een Indisch zwiji
Genoeg. Om hoe laat beweert
dit horloge te hebben gevonden?
Drie uur in den morgen.
Hé! Niet later?
Neen.
U doet mij een ongelooflijk -
haal.
Ik vertel u de waarheid, en
overigens wat ik verkies.
Misschien. Alleen, ik heb het r(
u te vragen, wat gij hadt uit te voe
om; drie uur 's morgens op den hoek
de rue Monsieur le Prince, terwijl
voorgeeft te wonen rue Pétrelle 7?
Wat?? Voorgeeft?!?
Ja, gij geeft het voor.
Maar zoo is het ook!
Dat zal onderzocht worden. J
woord mij nu wat beleefder op de 1
gen, die ik u stel, begrepen? Ik vraa
nog eens, wat gij zoo laat deedt in
wijk, waarin gij niet hoordet.
Ik kwam uit mijn club.
Welke club?
Dat gaat u niet aan.
Wat? Durft u zóó spreken?
Dat hoor je.
O, maar, wacht eens even, m
neke, dan zullen we anders beginr
Je slaat een toon aan, die niet te
komt en ik zal u vinden...
Och man.
Ben jij wel eens veroordeeld?
Nee. En jij
.Te wordt onbeschoft!
Jij bent gek!
Neem dat woord terug.
Neem jij dan het woord onbescl
terug.
Wacht eens, ik zal je leeren
behoorlijken toon aan te slaan.
bewijst me. dat je inderdaad wo(
waar je zegt, dat je Breloc beet, da
van je club kwam, hè?
Wel. alle duivels! Wat is dat:
vind een horloge, ik kom het hier bi
ben en ik word zóó ontvangen. Beb
del je zóó eerlijke menschen?
O, je- bent er nog niet!
(De commissaris belt. Een dien
treedt binnen).
Neem dien vent mee. Onderz
liem en sluit hem dan in het hok.
Maar... dat is het toppunt...
De agent: Vooruit, kerel, en g
praatjes of ik sla je de boeien om.
Breloc (met doffe stem, terwijl
wordt weggeduwd): Maar, dat zal
nog eens gebeuren... o, als ik nos* e
een horloge vind als ik ooit weer
horloge vind
Haarlens's H ag--
IfelasI verleent d<
i grootste JPubli-
i! eiteit aan Adver=
ijteistiëis, bestemd
S voor Haarlem en
Omstreken.
Vari a.
VLEIENDE SCHATTING.
Professor 8. botaniseert met een
vrienden men raakt van den weg
na uren lang dwalen ontmoet men.
landman, die bet gezelschap op i
kar naar huis rijdt.
Op de vraag Wat zijn we u scl:
dig krabt de boer zich verlegen a
ter bet oor en zegt
„Jaweet je, voor het vervoer i
takkenbossen krijg ik f 1, voor een 1
met mest 75 ct„ maar omdat ju
nette menschen zijt, geeft dan
maar 75 ct. 1"