NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. Koning Mammon. ISe Jaargang. Woensdag 23 Januari 1901. No. 5388 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJSADYERTENTIEN Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 ^an 15 regels 50 Cfcs.iedere regel meer 10 Ots. Baiten bet Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertenticn van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1.30 rfcid Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door bet gebeele Rrjk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regel. Afzonderlijke nummers0.02 Jg .T-J$Bureaux: Gebouw Het Spoarne. Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 ninanden0.37J£ Telofoonuummer der Redactie 6ÖO. Telefoonnummer der Administratie 122. de omEtreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Uit blad -verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publieité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 81*" Faubourg Montinarire. Haarlem's [Dagblad van 23 Jan. o. a. De „Daily Mail" over de arbi trage, Wat het „Berl. Tageblatt" over de China-expeditie met tot Duitschland, Ko ningin Victoria, Over knoeierijen, Stukken van den Gemeenterrad. Politiek Overzicht. We maakten onlangs melding van een interview, dat de Londensche correspondent van de Matin" zou gehad met een der Eng. mi- ïisters over arbitrage en dat genoem de minister aan dien journalist ver klaard zou hebben dat Engeland geer enkel arbitrage-voorstel van welken aard ook. in overweging zou nemen. De Daily Mail" zegt dat dit een sensatie-bericht is. volkomen uit de lucht gegrepen en dat ieder dat wel zal hebben gesnapt. Maar, 't beeft toch een goeden verfrisschen- den invloed geliad, zegt de Daily Mail", want de wereld mag wel eens weten, dat, wanneer de Boeren hardnekkigen tegenstand blijven bieden, Engeland de wereld niet minder verbazen zal door den duur van haar verweer. Arbitrage is on mogelijk, redeneert dit jingo-blad, omdat er geen onpartijdige arbi ters zijn, en al waren zij er, arbi trage de langzaamste van alle processen is. De strijd moet tot het einde gestreden worden. En dan volgt weer de gewone roep om miee.r en geregelde en goed-afge- richte troepen. 't Is een redeneei'ing, waarop nogal het een en ander valt ai te dingen, zooals trouwens op alles wat in Engeland' ten opzichte van Zuid-Afrika is gezegd. Er zouden geien onpartijdige ar biters zijn Waar haalt de Daily Mail" die ongemotiveerde bewe ring vandaan? En de arbitrage gaat zoo langzaam in zijn werk. Nog al gekker. Geen enkele arbi trage-commissie' zou traag kunnen zijn in het afwikkelen van onder handelingen die een einde konden maken aan dezen rampzaligen oorlog. Het is eenvoudig hol jingo-ge- schetter van de „Daily Mail." In zij.n wekelijksch politiek over zicht in hefc „Berl. Tageblatt" zegt Arthur Levysohn over de Ghina- exp editie met betrekking tot Duitschland o. a. dit He+ Duitsche Rijk heeft in den loop van den meer roem- dan suc- cesvollen oorlog in China een vol komen eigen plaats te handhaven tusschen de wedijverende machten Rusland en Duitschland. Het heeft zich noch op genade of ongenade aan de Russische staatkunde over geleverd, noch voor de Engelsche neven ergens, waar dan ook, de kastanjes uit het vuur gehaald. Het groote voordeel is, zegt Levysohn. dat die machten hun eigen zaakjes nu nioeten klaren, wat voor Enge land in Transvaal zoo gemakkelijk niet gaat. En Frankrijk ziet zich tengevolge der binnenlandsche po litieke aangelegenheden genood zaakt het vaandel der Boeren-sym- pathieën op te rollen zegt hij. Buitenlandsch Nieuws. Koningin Victoria's ziekte. Zij die verwacht hadden, dat reeds gisteren (Maandag) de tijding van het overlijden der Koningin van Engeland ons zou bereiken, hebben zich daarin bedrogen. Op !t oogenblik, dat wij dit schrijven is nog geen bericht dienaan gaande ontvangen. Ja, in den avond van den vorigen dag schijnt zelfs eene lichte verbetering te zijn ingetreden. Volgens het officieele bulletin van middernacht was de toestand der Ko ningin iets gunstiger en ging het ne men van voedsel tamelijk goed. Een part. tel. uit Londen evenwel verzekert dat, hoe men in de bulletins de waar heid ook tracht te vermommen, het sterven der Koningin slechts een quaes- tie van tijd is. Keizer Wilhelm, de prins van Wales en andere vorstelijke personen kwa men Maandagmorgen te 10 uur te Portsmouth aan. De vorsten reden naar de haven waar zij aan boord gingen van het ko ninklijk jacht Alberta. Alle marine-officieren in Portsmouth aanwezig, waren ter eere van den Kei zer in groot-uniform tegenwoordig; de eerewacht bestond uit marine-troepen van de Majestic," Maar de Keizer schonk geen gelegenheid voor de ge wone eerbewijzen; de vorstelijke per sonen scheepten zich zoo snel mogelijk in, en een kwartier later waren zij reeds op weg naar Cowes. Toen de Alberta" door het haven bootje naar buiten werd gesleept, hief het muziekkorps aan boord van de „Majestic" het Engelsche volkslied aan. De Keizer en zijn koninklijke bloedverwanten ontblootten, eerbiedig het hoofd. De Alberta" bereikte Oost-Cowes te 11 uur 30. Van Osborne waren vier rij tuigen gezonden om den Keizer en de prinsen af te halen. De heide voorste rijtuigen waren gesloten landauers, de postillons waren in het zwart ge kleed. Een dichte menigte wachtte de aan komst van de Alberta" af. Er werd niet gejuicht, doch iedereen ontbluotte: eerbiedig het hoofd toen de keizer en de prinsen voorbijkwamen. De hertog in van Comiaught schreide bitter, de prins van Wales zag er zeer vermoeid; uit. Over knoeierijen. Nu heeft de „Vorwarts" weer een zeer compromi lieerenden brief ge publiceerd van den heer Bueck, deri secretaris van het oppermach tige centrale verbond van indu- strieelen aan een handelsvriend, waarin dit lichaam van knoeierijen met. de Pruisische regeering be schuldigd wordt. Het gold den minister van koop handel von Berlepsch, den voor steller en uitvoerder van de soci aal-politieke maatregelen uit het eerste regeerings-tijdperk van Kei zei Wilhelm II (de brief is geschre ven in den zomer van 1896). Toen de minister, na het doorzetten van verschillende kleine sociale hervor mingen in het belang van de ar beiders. in 1896 voor den dag kwam met een verordening op het bak kersbedrijf, waarvan de voornaam ste bepaling inhield dat de maxi male arbeidsdag voor bakkersgezel len 13J uur zou zijn, brak de storm los. Reeds uit het wetsontwerp op de Kamers van Koophandel was een wapen tegen von Berlepsch ge smeed, maar dit gaf den doorslag. Deze wet. voor de hakkersgezellen die door den secretaris van het ver bond van industrieelen als v o 1 k o- ir.en redelij k werd erkend, werd verworpen alleen om ven Berlepsch ten val te brengen. Dit staat met zooveel woorden in den door de „Vor- warts" openbaar gemaakten brief. De regeering moest het wetsont werp intrekken. Dat was 16 Mei. Den 19en Juni werd cle Landdag gesloten en den 27en Juni deelde de „Reicks-Anzeiger" mede. dat von Berlepsch zijn ontslag had ge nomen. „Eindelijk", schrijft de heer Bueck, „hebben we von Berlepsch toch klein gekregen." Zijn opvolger Brefeld heeft aan 't. centrale verbond eerst dë noodige waarborgen moeten geven, en heel tevreden kon de secretaris van die vereeniging van industrieelen van Brefeld verklaren .Primo loco is hij van de over tuiging doordrongen dat de toe stand van de arbeidende klassen, bi; vroeger vergeleken, buitenge woon veel verbeterd, dat hij op het oogenblik volkomen bevredigend is en dat de klachten van zekere zijde over den treurigen toestand van de werklieden onzin zijn. Daarom is hij er voor. om meer kalmte te brengen in de ontwikkeling van de sociaal-politieke wetgeving, en dit is ook de opvatting van den Kei zer... Wij kunnen dus met den ruil tevreden zijn. Wij scheidden op vriendschappelijke wijze en hij ver zocht mij ook hem, als het mocht voorkomen, met raad en daad ier zijde te staan en steeds bij hem te komen als wij (het centrale ver bond) het een of ander hadden." En de „Vorwarts" zegt over den minister Brefeld o. a. „Hij heeft de machtigen bij wier genade hij minister werd en blijft, niet teleur gesteld. Zijn werkzaamheid in de kwestie van de wetgeving op het mijnwezen heeft de mijneigenaars nooit verdroten. Zijn optreden in het. debat over dt tuchthuiswet stelde alle verdiensten van zijn an dere collega's in de schaduw. Algemeene berichten. DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA De da Wet die zich onlangs bij Botha heeft gevoegd is nie.t de be kende generaal der Boeren, hoe wel hij denzelfden naam draagt. Men gelooft algemeen dat Christi- aan de Wei nog in de Oranje-rivier kolonie is. De Petit Bleu" meldt dat in het Britsche leger in Zuid-Afrika de builenpest heersclit. Een brief die te Brussel is ontvangen en aan de redactie is getoond bevestigt dit bericht. De consul der Z. A. Republiek meldt dat alle berichten omtrent de werving van vrijwilligers in Europa voor de republieken onge grond zijn. De vertegenwoordigers der Z. A. Republieken hebben daar toe nooit last ontvangen. Stadsnieuws Haarlem, 22 Jan. 1901. Er blijkt veel animo te bestaan voor den Nederlandschen Kunstavond van 30 Jan. a.s. Honderden kaarten zijn bij inteekening al genomen en terecht. Een soortgelijke avond (zie de adver tentie van Zaterdagavond) werd o.a. 8 Nov. 1899 te Utrecht gegeven. Uit tal van verslagen alleen dit: „De schouwburg was geheel gevuld met een talrijk en uitgelezen publiek, waaronder vele professoren, hoofdoffi cieren van het leger enz. enz." („Tele graaf".) Deze kunstavond is uit muntend geslaagd, alle deelnemers hebben volle eer van hun werkEr is mooi gezongenDen heer Coers (den verzamelaar van het Liederboek van Groot-Nederland) werd aan het slot eenentbousiastische hulde ge bracht". („Utr. Prov. en Sted. Dagbl.'ë „Een zeer bijzondere avond was het.... voor ieder die prijs stelt op het gevoelserfdeel onzer voorouders. Zoo is ons onze schat getoond, stuk voor stuk, en hebben we van ons lied genoten, genoten den lieven, langen avond." (Minerva). Wij komen hier <p nader terug. Algemeen Kiesrecht. Maandagavond spraken mr. Mendels en Mevr. VersluysPoelman over al gemeen kiesrecht in de groote zaal van „De Kroon." Mr. Mendels, die het eerst het woord voerde, sprak over arbeiders-kiesrecht en constateert als een opmerkelijk feit dat de redenen, die de burgerlijke par tijen tegen het algemeen kiesrecht aanvoeren, door geen enkel der arbei ders zal worden gedeeld Spreker ging deze bezwaren na en oefende daarop critiek. Vooral bleef Mr. Mendels stilstaan bij de argumenten dit de anti-revolu tionairen en katholieken tegen alge meen stemrecht inbrengen. Al deze ideëele beweegredenen ver bloemen echter de eigenlijke drijfveer, die in een onbewaakt oogenblik door van Houten is uïtgeflapt: de angst, dat de onterfdqn, het proletariaat, wanneer er algemeen kiesr? -ht was. uit de brandkast zouden pompen in de broodkast. Dit is de spijker op den kop geslagen, daar is het inderdaad den arbeiders om te doen, en daarvoor komen zij als klasse op. Er zijn tegenwoordig ruim IJ milli- oen volwassen Nederlanders, en daar van hebben J millioen het kiesrecht. De wijze, waarop men kiezer wordt, critisch besprekend, bewees spreker, hoe onder de' vigeerende kieswet het schier onmogelijk is voor de arbeiders om het kiesrecht te verkrijgen. Zijn de eischen voor het kiezerschap onbillijk en listig en er op aangelegd deh arbeiders moeilijkheden in den weg te stellen, niet minder is dit het geval bij de verdeeling in de kiesdis tricten, en met name de verhouding van de steden tot het platteland. Zoo zijn in het district Enkhuizen 17J% kiezers, en in district II van Amster dam, leen groote, zware arbeiders bevolking, 4%. Dit is dus een enorme onevenredigheid. Haarlem maakt ten opzichte daarvan ook een slecht figuur, waar het kiezers getal zoowat 6% bedraagt. Nu ne moedeloosheid de overhan 1 krijgt, wekken wij den verflauwden moed daarom op, omdat we anders een argument spelen in de banden der tegenpartij. De arbeiders mogen niet aflaten te hameren op dit eerste recht. De tijd is niet ongunstig, want alle democratische elementen zijn tot medewerking bereid, zoodat we ten slotte zullen komen tot een bevredi gende oplossing van het kiesrecht. Of de arbeiders reden hebben zelf deel te willen uitmaken van het bestier van den Staat? In vogelvlucht hebben we slechts de laatste wetten, die aanhangig zijn ge weest aan te stippen, hetgeen Mr. Mendels deed en de leerplichtwet, on gevallenwet, wet op arbeids- en rust tijden en het invoerrechten-ontwerp van Minister Pierson besprak. Spreker besloot dan ook met te be- toogen, dat alleen wanneer door de arbeiders is veiroverd bet; algemeen kiesrecht, duurzame verbetering in de arbeidswetgeving is te wachter Dit moet zijn de overweging bij de a.s. verkiezing. Mevr. VersluysPoelman zette daar na uiteen de verhouding tusschen de vrouw en de arbeiders ten opzichte der verkrijging van algemeen kies recht. Aangenomen dat het kiesrecht in den tegenwoordigen tijd een dringende eisch van noodzakelijkheid is, voor de vrouw zijn zij gaan zoeken naar de middelen om dat te verkrijgen. De vrouwen zijn zich gaan vereenigen, en dadelijk trokken de pogingen van het comité voor algemeen kiesrecht hare aandacht, dat door herziening van de Grondwet (art. 80) tot algemeen kiesrecht wil komen. Voor de mannen staat het niet als tot dusver voor de vrouwen als axioma vast, dat zij nooit het kiesrecht kunnen verkrijgen. De zekerheid van algemeen kiesrecht bestaat nog evenmin als de zekerheid van beginsel van vrouwen-kiesrecht. Is grondwetsherziening eenmaal aan de orde, dan moet alles in het werk worden gesteld om ook de ^rkiesbaar- heid der vrouwen er door te krijgen. De nadeelen van de samenwerking in algemeen kiesrecht zijn alleen de vrees, dat een der richtingen in dat comité, wanneer de wenschen waren bereikt, den ander niet meer zou helpen, doch dit zou zouder samenwerking ook kunnen gebeuren. Schijnbaar is het samenwerken voor de vrouwen meer noodig en van grooter belang dan voor de mannen. Inder daad ziet bet er echter anders uit, want de uitgesloten mannen bebooren tot één klasse der maatschappij, en de uitgesloten vrouwen tot alle kringen der maatschappij en elke politieke overtuiging. Het eenige middel om het vooroor deel van de kerkelijke partijen weg te nemen, is de samenwerking van de vrouw. Er werd door twee anti-revolution- nairen gedebatteerd, de heer Mendels beantwoordde. Zandvoort. Door B. en W. is mej. B. J. Mulder, benoemd tot onderwijzeres bij 't open baar lager onderwijs alhier, geplaatst aan de School aan den Hoogeweg. Op de voordracht voor de benoeming van één lid van het Burgerlijk Arm bestuur alhier, wegens periodieke af treding van den heer Jb. Slagveld, zijn, zoowel door bet Burgerlijk arm bestuur als door B. en W., geplaatst de heeren Jb. Slagveld, aftredend lid, en Jb. Koning. Schoten. Uit 34 sollicitanten is de volgende voordracht opgemaakt voor onderwij zeres alhier: mej. M. Platvoet te Assen delft, J. Kwakernaak te Haarlemmer meer en E. F. M. L. Janssen te Groede, allen als onderwijzeressen in functie. Haarlemmerliede -en Spaarn- woude. Zoowel hier als in het aangren zende Sloten zijn alle watermolens Zondag en Maandag aan bet malen gesteld. Feuilleton. 22 Op dat oogenblik trad! Tebbets met een bak kolen binnen, met een uittarbenden trek om haar gesloten mond. O Tebbets, je hadt het hier niet zoo koud moeten laten worden en kon je geen grootere kolen bren gen dan deze vroeg Claude. Het is het laatste beetje. Ik vroeg een week geleden verlof wat meer te bestellen, maar mijnheer luistert nooit naar mij en nu zitten wij geheel zonder. Ik moet een eind maken aan die verkwistingriep Tracey uit. De som, die je de laatste week uitgegeven hebt ging alle perken te buiten. De week die gij na hebt geke ken was natuurlijk juist de hoog ste, maar geef ik ooit meer dan mijn maandgeld uit. zeg mij dat eens. Je bent een verkwistende oude heks. Ga nu heen en verlaat het huis. Alles heel goed en wel, maar ik ben niet van plan om te gaan. Het zou er mooi voor u uitzien als ik ging. Wie zou zoo karig zijn als ik. En wat zou er van juffrouw Claude worden als ik haar aan u overliet? Zij zou nog voor 't einde van dit jaar op 't kerkhof liggen. Neen ik ken mijn plicht en zal hem volbrengen ook zeide zij, bij den haard neerknielend en !t vuur oppokend en aanblazend, tot 't lus tig opvlamde. Mag juffrouw Claude nu om kolen schrijven, j'a of neen. Ik heb voor mijn eigen rekening twee mud besteld, want ik ben niet van plan, voor wien ook, te verkleu men. Houdt je mond, mensch. want het geluid van je stem hindert mij! Nadat Tebbets de asch opgeveegd en in den aschbak gedaan had stond zij op en vroeg Hebt. gij al gegeten, juffrouw Claude Er is nog wat koud soep- vleesch. I-Iet is eigenlijk geen eten maar toch beter dan honger te heb ben. Ook heb ik nog wat zuur. Het hindert niet Tebbets, ik heb vroeg geluncht. Dat is verstandig van je. Hebt gij nog wat bouillon voor mijn vader, Tebbets? Hij ziet er zoc ziek uit. Misschien heb ik nog wel een theekopje volen met een streng gelaat verwijderde Tebbets zich. Een diepe stilte volgde, totdat Claude, de courant opensnijdende, vroeg Zal ik u de Times voorlezen, vader Dat kunt gij wel doen, ant woordde hiï minder onvriendelijk dan eerst, terwijl hij met een zucht die een zekere mate van tevreden heid uitdrukte, in zijn stoel terug viel. Zij begon met het city-nieuws voor te lezen en langzamerhand helderde het gelaat van haar vader op. want zijne belangstelling werd door enkele opmerkingen over een waarschijnlijke rijzing van het dis conto gewekt- Daarna kwamen an dere finantieele onderwerpen aan de beurt en toen Claude de voor naamste artikels uit de courant voorgelezen en haar vader zijn bouillon gedronken had. was het jonge meisje vergeten welk een stormachtige scène er tusschen haar en haar vadier voorgevallen was,hoe hij haar uit huis gejaagd en weer terug had laten roepen door den man die eigenlijk de oorzaak van al haar moeilijkheden was geweest. Het leek alles nu een droom. Ein delijk vielen Tracey's oogen toe en sliep hij kalm in. Claude stond op en de courant zachtjes wegleggend, beschouwde zij den ouden man. Hoe ziek en vervallen zag hij er uit en toch was hij nog niet oud. Zou hij wegkwijnen uit gebrek aan zonnelicht zooals planten het zonlicht, dat liefde om zich ver spreidt die hij niet scheen te kun nen geven of voor zich te winnen? Een bedelaar kon niet armer zijn dan hij. Hij was haar vader, maar had dit nooit getoond en toch werd haar goed hartje bewogen toen zij naar den vroeg oud geworden man zag die afgeleefd was door het zwoegen voor iets wat nooit bevre digt. Zou zij hem nog voordat hij naar het land afreisde waar alles vergeten en vergeven wordt kun nen leeren hoe rijk liefde en harte lijkheid ons leven maakt? Deze edele gevoelens verdrongen de ge dachte aan haars vaders woede en deden haar de onrechtvaardige be handeling als een daad in een vlaag van krankzinnigheid begaan, be schouwen. Verfrischt door een oogenblik in de reinere zedelijke atmosfeer te hebben geademd, sloop Claude de kamer uit om zich te gaan verklee- den en werk op te zoeken om den langen, vervelenden namiddag en avond door te komen. Welk een sterk contrast vormde het thuis van haar nichtjes met dat van haar. Zou het bezit van meer geld' hen niet gelukkiger maken? Neen, maar zorgen zouden hen wel ongelukkig kunnen maken. Een zekere mate van gerief is aangenaam, peinsde zij verder. Het zal mij verwonde ren of mijnheer Brandon vanavond komt. Maar hij schrijft altijd voor uit. Misschien is hij anders bang dat er niet genoeg te eten is. Het zal wel vreemd zijn met hem en vader aan tafel te zitten, wetende dat mijn vader verlangt dat ik hem trouw maar hierover behoef ik mij niet bezorgd te maken. Wij be grijpen elkaar nu volkomen. Hij i? een goed vriend voor mij geweest en zal dat zeker ook blijven. Toen begon zij haar gewono huiselijke bezigheden, alsof er niets gebeurd was. Er waren reeds drie dagen ver- loopen en nog was Brandon niet verschenen of had eenig teeken van leven gegeven. Tracey werd erg door zijn hoest geplaagd' en zijn dochter voelde zich niet op haar gemak. Toen het middagmaal gebruikt was zaten zij als eewoonlijk tegen over elkaar in de studeerkamer Tracey zwijgend en peinzend in het vuur starend en Claude naaiend Zij las nooit wanneer haar vader ledi^ zat en misschien lust voelde om te praten. Zij was bezig te over leggen hoeveel tijd er nog moest verstrijken voor dat de dagen zoo lang zouden zijn dat zij zonder gaslicht een paar uur piano zou ku n ne n stu de er en Het verwondert mij dat hij niet gekomen is i een briefje gé schreven heeft, zeide Tracey plot seling. Bedoelt gij Brandon vroeg Claude. Ik had hem ook al ver wacht. Ik wilde graag dat hi; kwam want gij gevoelt u lusteloos.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1