DE ZATERDAGAVOND
GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD".
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Haarlemmer Halletjes.
«o. 22.
Zaterdag 2 Februari.
1901.
Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Franchemont de Marskramer.
Hierboven kunnen wij onzen lezers i heer G. J. van Gasteren, die op zoo trekken zijn uitstekend weergegeven,
een teekening .aanbieden van tweeuitstekende wijze de partij vervult Allen die de beide welverzorgde
der voornaamste personen uit de van den ouden brombeer vaderopvoeringen hebben bijgewoond, zul-
opvoering van Sohuil's Franchemont! Michot. lel) zeker gaarne deze kleine herinne-
de Marskramer. Het zijn de heer j De teekenaar heeft alle eer van ring daaraan behouden.
H. E. van Bruin melen van Arns ter- zijn werk, want niet alleen de typen
dam, die de titelrol vervult, en del zijn goed getroffen, ook de gelaats-
Sprookje.
Aan alle Nederlanders.
Langen tijd geleden leefde er on
der een mooi krachtig volk een
jonge vrouw, stralende van schoon
heid, lachend van liefde, licht van
geluk. Door de goden begiftigd met
eeuwige jeugd en schoonheid, had
zij deze macht over de menschen.
d'at allen, oncl'er haar invloed, alleen
het Goede: wilden, en vergaten hun
kleine zorgjes van eigenbelang,
hun nietig getwist van verkeerd
begrepen egoïsme.
En omdat alle menschen haar
liefhadden, waren zij gelukkig, le
vend zooals zij dal wilde, voor el
kaar, en samen werkend aan de
vervulling van haar ideaal, te wor
den een steecis krachtiger, edeler
volk. een eenheid van velen die
ieder voor zich de ware eenheid
wilden.
O hoe aanbaden zij haar. dat
heerlijke kind met haar lief ge
zicht, om eolf d. door lange blonde
haren, met haar verrukkelijke
blauwe oogen, zoo zacht, aldoor
[zoekend om te helpen, met haar
mond om te kussen en haar lach
lip ies -
Als een godin was zij onder do
menschen. stroomen van licht bren
gend. waar zij ging een zen in
lichtgolven
Zegenend was haar hand op '1
voorhoofd van bedroefden, als lieve
muziek haar troostwoord] es. Blij
en vol haar lach voor hen die 'ge
lukkig waren, en dan hun geluk
warmer voelden. Maar strak, vol
teleurstelling haar oogen. wanneer
zij zag. dat sommigen haar verga
ten in kleingeestig anders-willen.
O wie zal woorden zeggen voor
hel hoogste genieten van dit blije
zonnekind Wie zal zeggen, wat
alleen haai" oogen zeggen1 konden
haar oogen, diepe li lauwe bronnen
van geluk, wanneer zij op koele
zomeravonden in zomerland1 voor- i
ovci in 't gras lag, 't hoofd op de
handen te luisteren naar de men- i
srhan, die allen óm haar kwamen j
en-zongen hun eigen liederen, lie-,
deren van liefde en van innig ge-!
looven, van geestdriftig zelfvertrou-
wen en van jonge kracht, liederen
die haar zeiden, wat haar volk I
was voor haar, en zij voor haar
volk
O wie zal zeggen haar geluk
om de ware uiting van het geluk
kigst'. volk 1
En hoe dit eindigde
Eens op een dag. toen zij alleen
wandelde door de bosscben. zijn
er drie kleine dwergjes gekomen,
die allang met leecle oogen hadden
gezien, hoe daar een volk gelukkig
leefde. Zij heetten: Afgunst.
H e b z u c h t. en Bekrompen-
h e i d. Die volgden baai', waar zij
gine. en toen zij zich neerlegde om
te rusten, wisten zij haar met ver-
cloovende kruiden in slaap te bren
gen. waaruit zij niet zou ontwaken,
zoolang zij verborgen bleef. Want
de dwergjes hadden haar op een
plaats gebracht, waar takken, en
bladeren haar bedekten, een graf
var. groen. En de dagen kwamen
en gingen, en de zon ging op en
onder, maar zij zag haan niet. sliep
voort, jaren na jaren.
'Meer en meer ging 'net volk ach
teruit. In 't begin hadden zij wan
hopig gezocht, en was er rouw ge
weest. in het land en geween, vele
dagen en nachten maar einde
lijk had den zij vergeten het lief-
lachende kind van vroeger. Hun
liederen, zongen ze niet meer
niet meer leefden ze voor elkaar
afgunst, hebzucht en bekrompen
heid d'ed'en hen al dieper zinken
waar vroeger eenheid liefde en
vrijheid hen hadden hooggehouden.
Gebroken scheen voor altijd de
eenheid.
Totdat
Hoort nu allen, hoort Een jong
held is opgestaan, een held met
sterke armen en fonkelende oogen.
Trotsch is zijn tred en krachtig
zijn stem. Hij weet die liederen wel
ke zijn volk vroeger zong, en hij
heefl ze doen klinken en trillen
d'ooi de bosschen. waar hij rond
dwaalde op mooie lentedagen, waai
de zon en die blauwe lucht hem zei
den het. groote geluk van lang ge
leden, het geluk clat hij zocht voor
zijr volk.
En daar heeft hij gevonden de
nieuwe openbaring van geluk, die
wederopstanding van gestorven
kracht, die toekomst van het volk,
dal hij liefheeft.
Want toen hoog-op. langs de hoo
rnen zijn. liederen klonken, toen die
bladeren beefden van het geluid
van zijn stem. en het groote groene
bosch in devotie luisterde naar de
liefde, de kracht en het. zelfvertrou
wen van. vroeger toen is hij ge
komen, waar het zonnekind nog
sliep, toen heeft zich het bladerdak
geopend, en is zij hem tegemoet
getreden dezelfde godin, met de
zelfde blonde haren en geluk-stra-
lende oogen. het goddelijk kind,
dal nu verwonderd o mzich keek,
blij om zóóveel licht.
En in zijn sterke armen heeft hij
haar eenomen, en is teruggesneld
naar de menschen, hoog dragend,
dal allen zien konden hun lang ver
loren ideaal, nu we er-gevonden,
hel ideaal voor de toekomst.
Gejubel is er geweest van velen
weerklonken hebben de oude lie
deren om haar hoofd maar er
zijn er ook geweest, die zeiueu
wd kennen haar niet. wij gelooven
niet haar kracht. -
Er. de meesten waren zij. clie te
lang hadden geleefd in verdooving.
om te hooren de oude liederen die
overal weer begonnen te juicnen
als een krachtige uiting van geluk,
om het weer-gevonden zonnekind,
om die jonge herleving vamV o 1 k s-
eenheid. Mens c h e n 1 i e f d e
V r ij h e i d.
Komt dan allen gij Nederlan
der? hoort uw komend, geluk
Hoort den luid-zingenden storm
van enthousiasme
lioorl de jubelende, liederen, die
in u zullen donderen hel besef
van eigen groot-het a
Hoort hoe uw eigen leven trilt
in dc emotie van heel een volk. Nu
lang genoeg hebben wij rondgekro
pen in een slavernii die eigen
slaafschheid is. Lp zij nu. alle
vooroordeel, alle bekrompenheid
en onverschillighei u.
Hoort hoe de wanenen kletteren
in den strijd t.egen ongeloof.
Tof luisteren zult gi.i gedwongen
worden. 'Want onvermoeid is cle
arm, die het verloren zonnekind
droeg, en die haar hoog zal hou
den boven de hoofden van duizen- j
den en. duizenden, opdat- allen
zien zullen. Door het heele land
zullen de liederen weerklinken.
Hoort, hoort, hoe ze u zeggen
uw eigen kracht, uw eigen leven,
uw liefde en uw smart en uw on-
stu mige vrool ij kheicl
Uw eigen uitingen zult gij weer
vinden in de uitingen van het vork
dat gezongen heeft in zijn mooiste
oogenblikken dat zich in die lie
deren één voelde &n nauwverbon-
den.
En dan. wij weten het. dan zult
gij beseffen de weldaad, die Goers
u bewezen heeft, door u te geven
het Liederboek van Groot-Neder
land.
Utrecht. K. F. C.
Eten als men vermoeid is.
.Iedereen moest weten, dat eten.
als men vermoeid is voor de spijs
verteringsorganen te bezwarend
is' zegt het tijdschrift ..Modern
Medicine". "W-afmeer het lichaam
in een afgemat-ten toestand is. kun
nen de spijsverteringsorganen hun
ne natuurlijke functiën niet ver
richten de maagklieren vormen
geen maagsap de genoegzame hoe
veelheid speeksel ontbreektkort
om de geheele werking van de
spijsvertering is gebrekkig. Als
men vermoeid is. moet men rusten,
alvorens te eten. Een flauw gevoel
door afgematheid is te verhelpen
door een glas warm water of vruch
tensap van eene of andere soort
te drinken."
(Eén glas goed gewarmde melk
na een vermoeiden tocht in berg
streken wordt het den. wandelaar
wel bereikt is ook zeer resfcau-
reerend. Bed.)
Selderij-olie.
Een nieuwe tak van nijverheid,
dien men in Duitschland zoekt aan
te kweeken is het voortbrengen
van olie uit selderii
Distilateurs van oliën, uit planten
verkregen hebben al reeds vaak
proeven genomen met het distillee-
ren van selderij, dlie eenige pon
dei: olie hebben opgeleverd. De
olie wordlt- uit de groene bladeren
gedistilleerd, bezit den sterken aro-
mat.ischen geur van de plant, en
kan misschien bij het bereiden van
soepen en ingelegde vleezen en
groenten zeer dienstig zijn. Voor
één pond olie zijn honderd blade
ren noodig. Als het uitvoerbaar is
selderij te distilleeren om geur aan
te brengen, waarom dan ook niet
voor hetzelfde doel andere kruiden
te gebruiken?
Vreemde lichaampjes in
het oog.
Als er een stof korreltje of een
stukje metaal of iets dergelijks in
het oog geraakt, is het raadzaam
het oog te sluiten en. het eene mi
nuut lang gesloten te houden. Daar
door helpt de natuur zichzelve,
want clan zonderen de traanklie
ren genoeg vocht af om den klei
nen indringer weg te spoelen. Men
vindt dien dan in een hoekje van
hel oog, waaruit hij gemakkelijk
weg te nemen is.
Het nut der hagedis.
Zoodra de voorjaarszon haar koeste
rende stralen begint neer te schieten,
komt ook het gedierte in beweging, dat
in den schoot der aarde den winter
slaap doorbracht.
Een der eerste ontwakers is de hage
dis. welker nut boven allen twijfel ver
heven is. Zij behoort tot de vervaarlijk-
Stej roofdieren van ons klimaat, en
haar voedsel bestaat uit de schadelijke
gelede- en weekdieren, zooals rupsen,
vliegen, kevers, wonnen, slakken.
Wie verstandig handelt, zal de hage
dis dus niet alleen beschermen op veld
en akker, maar haar zelfs in den es-
tuin zetten, waar ze, behalve dat ze
groot nut dóet, den waarnemer op zon
nige dagen menig aangenaam oogen
blik zal verschaffen, door haar vlugge
en dartele bewegingen.
De kamer in Kensington Palace, waarin Koningin Victoria
25 Mei 1819 geboren werd.
Een Zaterdagavondpraatje.
Bij honderdie menschen doet de
waarde en de beteekenis van het. geld
zich het meest gevoelen in de maan
den Januari en Februari. Ik zal niet
beweren dat ze er in de andere maan
den onverschillig over zijn, maar in
de twee eerste maanden is het toch
weer iets anders dan later. Dit geval
vindt zijn oorzaak in het feit; clat,
nieuwjaarsrekeningen altijd tegenval
len aan dengene die ze ontvangt en clat
derhalve de snelheid waarmee ze be
taald worden tegenvalt aan dengene,
clie ze verzendt. In zulke dagen heeft
bijna iedereen geld te kort en wanneer
iemand alles weten kon, zou hij ervan
staan kijken, hoe alles weer op zijn
pootjes terecht komt.
Niemand zou clan ook in eenig sei
zoen beter dan nu 'n millioentje kunnen
gebruiken. Dat mag geen pleiziórig
idee wezen, het is in elk geval een
troost, dat konderde menschen het met
elkaar gemeen hebben, ja dat ook de
gemeente er mee 'te doen heeft. Het
zal niet zoo heel lang meer duren, of
we zullen mr. Waller als wethouder
van finantiën voor den dag zien ko
men met een voorstel om eenige rnil-
lioentjes te leenen.
De lezer zal denken dat ik overdrijf.
Maar eilieve, laten we eens gaan reke
nen. Er moet geld wezen voor de gas
fabriek, voor de nieuwe brug over het
Spaarne, voor het abattoir en voor een
nieuwe school voor lager onderwijs.
Nu weten we, clat er voor cle nieuwe gas
fabriek twee millioen acht maal' bon
der duizend gulden noodig is, laat ons
zeggen in ronde cijfers (want op een
paar ton komt het niet aan) drie mil
lioen. Vervolgens is er de nieuwe brag
over het Spaarne hij clen Koudenhorn,
laat ons zeggen dat die vijftigduizend
guldentjes kosten zal. De heeren An-
derheggen en Neumeijer betalen daar
van twintigduizend gulden, rest der
tigduizend, die geleend moeten wor
den. Het abattoir kunnen we veilig op
een balf millioentje taxeeren; dit asyl
voor levensmoede dieren zal per slot
van rekening wel meer kosten en cle
nieuwe school vereischt een uitgaaf
van minstens veertigduizend gulden.
Ik schaam er mij wel een beetje over,
clat ik over bagatelletjes als dertig- en
veertig mille' durf spreken, terwijl wij
liet hebben over millioenen. In ieder
geval ziet de geduldige lezer dat mr.
Waller om de stedelijke rekeningen te
betalen die zullen inkomen, aan drie
en een balf millioen niet genoeg zal
hebben.
En o jé, tegen hoeveel pi'ocent. zullen
we dat burgenuanskapitaaltje kunnen
leenen? De prolongatiekoers is maar
telkens hoog en het liefst vier procent.
De gulden tijd, toen cle gemeente lee
nen kon voor 3 en voor 3| procent is
geweest. Bij den tegenwoordigen toe
stand van de geldmarkt zullen we min
stens aan vier procent moeten en ga nu
eens na wat dat scheelt. Een half pro
cent van 3^ millioen. is het aardige
somnietje van zeventien duizend vijf
honderd gulden en het is lang niet on
verschillig of we clat meer of minder
aan belasting hebben op te brengen.
Maar cle heer Waller, die een cijferaar-
is van belang, zal wel zoo lang moge
lijk met leenen wachten; tot het geld
I wat goedkooper is geworden. Mogelijk
I weet onze' wethouder hier of daar nog
j wel een oucle kous, waar ze een paar
j mil Hoentjes willen missen voor een la
gere rente.
Weet men wel, wie in hoofdzaak lee-
nen als Haarlem geld noodig heeft?
Niet zoozeer cle particulieren met een
matig kapitaal, die vinden het naar 't
I schijnt geen pleizierige geldbelegging.
I Iloe is 'i. mogelijk, niet waar, zou je
zeggen. Geven we dan geen soliede on-
1 derpand? Het stadhuis en een heele
reeks scholen en een gezelschap brug
gen, millioenen straatklinkers, kilo
meters trottoirband, een duinwateiiei-
I ding, schoeiingen, kademuren, de
toren van cle Groote Kerk, het weer-
mannetje. cle vischmarkt, over een
j maand of wat ook nog de gasfabriek
en het abattoir. Is dat nog geen vastig
heid genoeg? Welk particulier zou
zóóveel kunnen aan bieden? Ik weet
wel: als je onze schoollokalen publiek
ging verkoopen, zouden ze in de verte
niet opbrengen wat ze gekost hebben
en voor den toren van de Groote Kerk
zouden er waarschijnlijk wel geen lief
hebbers wezen. Maar dat hindert niet,
waarde is toch altijd een min of meer
denkbeeldig begrip en wanneer we eens
allemaal, zooals we hier in Haarlem
leven en sti*even, genoodzaakt worden
ons hebben en houden in contant geld
om te zetten, dan zouden we eens zien,
hoever we veelal heneden de waarde
zouden blijven, die we er nu aan toe
kennen.
Zooals ik dus zei, de kleine kapita
list leent ons niet. De gi-oote kapitalist
gaat er nóg wel eens in, maar toch
ook niet voor groote bedragen. In
hoofdzaak moeten we het hebben van
vermogende stichtingen, zooals Tey-
ler, van begrafenisbossen die te Haar
lem dikwijls flinke kapitalen hebben te
beleggen, van hofjes en ten slotte van
deRijkspostspaarbank. ,,A1 was
deze stichting", zie iemand die op de
hoogte wezen kan, „alleen opgericht
om. gemeenten en provinciën aan geld
te helpen, dan zou zij daarin alleen al
voldoende nut hebben gesticht." Bo
vendien weet ze heel goecl wat ze doet,
want ze geeft aan de inleggers geen
drie procent en ontvangt zelf minstens
31 of 4. Zoo help je een gemeente aan
een gasfabriek en steekt er zelf nog
aardig wat bij in den zak. Deze philan-
tropie vindt de belooning in zich zelve.
En clan, denk eens na, wat is dat
een aanmoediging om te sparen. Je
brengt twee kwartjes naar de post
spaarbank en verheugt je meteen in
de wetenschap, dat je daardoor mee
werkt tot het leggen van cle brug over
het Spaarne. Ja, zelfs bij het storten
|van een kwartje kun je meewerken
I tot den aankoop van de nieuwste ma-
I chines voor de gasfabriek. Zoo komt
men door het kleine tot het groote en
blijkt opnieuw het nut van den enkelen
zandkorrel bij het vormen van een
hoogen duin.
Zulke overdenkingen stemmen tot
j eenvoud en tot tevredenheid. De kracht
zit niet altijd in de hooge cijfers. Van
dat denkbeeld gaat de nieuwe kiesver-
eeniging Haarlem uit, die geen jacht
denkt te maken op een groot aantal
J leden, maar meer heil ziet in een klei
ne kern, mits die gezond is.
I De eerste aanleiding tot hare oprich
ting was de wensch om bij de Raads
verkiezingen samenwerking te verkrij
gen tusschen verschillende kiesvereni
gingen, en dat was een goecl idee.
Waarom zou men zich bij een verkie
zing, waarbij de politiek niet behoort,
niet aaneensluiten? Er is al zooveel
clat de menschen verdeelt en hen wel
verdeelen moet-, dat een moment, van
samengaug een weldaad is voor allen.
I Datzelfde samengaan is in andere
verenigingen een eerste vereisclite. Ik
zal niet zeggen dat alle leden daarvan
J steeds overtuigd blijken te wezen. De
zer dagen hield de afd. Haarlem van
Weerbaarheid een vergadering en ziet
van de 380 leden waren er maar 40
I of 50 verschenen. Dat is wel wat heel
weinig, al ben ik dadelijk in staat een
reeks van verontschuldigingen voor
het geval bij te brengen. Vooreerst zijn
er tegenwoordig zooveel vergaderingen
Wouter zei onlangs nog: ,,ik heb te-
genwoordig zooveel vergaderingen te
bezoeken, dat ik er ten slotte geen en-
I kele' meer zal kunnen bijwonen." Zoo
j gaat het den meesten van ons. Een
tweede excuus voor cle afwezigen is,
j dat cle compagnie op voet van vrede
altijd kleiner is, clan op oorlogssterkte
l en dat op dit oogenblik de Engelsch-
I man nog niet voor cle poorten staat.
Een derde excuus en wel het sterkste
is dit, dat de ontbrekende 330 ti 340
leden het bestuur in een moeilijk par
ket zouden hebben gebracht, indien ze
wel verschenen waren, want de boven
zaal van De Kroon kan zooveel men
schen niet bevatten. De afwezigen zijn
dus, zou men zeggen, weggebleven uit
vriendschap voor het- bestuur.
In ieder geval behoeft de slechte op
komst dus niet tot treurigheid te stem
men. Wie zich eens in een duchig treu
rige stemming wil laten brengen, moet
maar eens naar den Dreef gaan. Och,
ax-ni, wat is de houthakker daar aan t
werk geweest. Een heel stuk van onze
Dreef ziet er uit, alsof er in geen hon
derd jaar meer een schaduwtje' wezen
zal. Allemaal voor ons nageslacht,
want cle iepen zouden den tijd van ons,
menschen op middelbaren leeftijd, wel
uitgediend hebben. Zullen ze er wel
dankbaar voor wezen, zij die na ons
komen? Ik vrees er voor. Evenmin als
wij ons op dit oogenblik aan hen ver
plicht gevoelen omdat zij nog zullen hel
pen dragen de aflossingen van 't kapi
taal clat ons thans in staat stelt te bou
wen: een gasfabriek, een brug, een
abatoir en een school. Die verplichting
leggen we ons nageslacht ook maar op,
zonder te vragen of hun dat bevalt.
Op 1 Januari 1901 bedroeg het cijfer
van Haarlem's schulden 3.800.000 in
ronde cijfers. Wanneer we nu nagaan,
dat er 65000 zielen in Haarlem wonen,
dan komen we tot de slotsom, dat elk
pasgeboren kind bij zijn intree in de
wereld eejn schuld heeft van zestig
gulden, die hij als welkom in 't leven
maar dadelijk meekrijgt. Komt onze
nieuwe leening tot stand, dan zullen
.voortaan alle zuigelingen met een
schuldenlast van 120 per stuk worden
bezwaard.
Gelukkig dat zij en wij er ons niet
veel van aantrekken. Gedeelde vreugd
is dubbele vreugd, maar gedeelde
schuld.... is geen schuld. Althans we
voelen haar niet op onze ziel drukken.
F1DELIO.