Verkiezing te IJmuiden. Tegelijkertijd dat de heer W. C. Pas- stoers zijn eandidatuur ter andere plaatse verdedigde, te IJmuïden, ver dedigde rur. H. Smeenge de candida- tuur van den heer Crcmer in „de Cy cloop." De opkomst was zeer goed. De voorzitter der liberale kiesver- eeniging „Velzen", afdeeling IJmui- den sprak zij n vreugde uit, dat de be langstelling in het publieke leven groo- ter schijnt dan gewoonlijk. De strijd zal voornamelijk gaan tus- erhen de liberalen en katholieken. Deze verkiezing, die is voor drie maanden, zal groot gewicht in de schaal leggen bij de a. s. verkiezing. Dras het gaat niet slechts om drie Inaanden, doch om een reeks .van ja ren. De heer Smeenge, hierna het woord erlangende verklaarde, dat hij ge meend had aan het verzoek om deze redo te honden te moeten voldoen, omdat hij gelegenheid vindt een woord te zeggen aan het adres van den afge vaardigde, die het district heeft verla ten en ten gunste van den nieuwen candidaat, een man vol energie, van groole kennis en groolen invloed, die het volle vertrouwen verdient. Men heeft hier te doen met een tus- schentijdsche verkiezing, zegt mr. Smeenge, en z. i. moet men het ook zoo beschouwen. Nu moet komen vast te staan, welke lijn men in de toe komst zal volgen. Er is nog een groote groep in ons vaderland, die op dit oogenblik geen richtsnoer heeft, en hiertoe behoort in de allereerste plaats de liberale partij, pu de bekende kwestie in de L. U. zich heeft voorgedaan. Nu er op dit oogenblik dus geen vaste politieke programs zijn, komt het spre ker niet wenschelijk voor, daarover thans te twisten. Het program moet niet worden ge maakt door de politici, maar door de kiezers. Vast staat, dat uit de boezem van het volk voort moet komen, dat gene, wat straks voor een reeks van jaren als politiek richtsnoer zal zijn. Nu moet dus veel meer op den voor grond treden, wat men omtrent de can- didaten als personen heeft te zeggen. En van deze overweging uitgaande, meent mr. Smeenge, dat de heer Cre- mer van de candidaten de voorkeur verdient. De kiezers van Beverwijk moeten den heer Cremer stemmen, omdat hij de tpvolger is van den heer Tak van Poortvliet, omdat hij een eminent man is, omdat hij wil, wat de liberale partij wenscht, en omdat, naar sprekers mee ning, de landsbelangen dan in goede handen zijn. Vast staat, dat deze periode een ge schikte periode is, om te leeren ken nen van nabij, wat van den heer Cre mer te verwachten is. Zijn stellingen nu nader toelichtend, betoogde de heer Smeenge, dat de heer Tak van Poortvliet getoond heeft, te werken in de richting der vooruitstre- venden in den lande. Daarvoor komt hem onze dankbare hulde toe. De heer Smeenge toetst het program van 1897 van de L. U. aan hetgeen tot stand gekomen is en trekt daaruit de conclusie, dat veel wat daarin is ge zegd werkelijkheid is geworden. Het program sprak o. a. van arbeids contract, van invalide- en ouderdoms- verzekering, van herziening van ar menwet, van herziening van onteige-- ningsrecht. van leerplicht, van verbete ring van verkeersmiddelen, van den persoonlijken dienstplicht, enz. De tegenstanders zullen vragen, hoe de spreker dat durft in herinnering te brengen. Hij zou blozen wanneer hij in 1897 had beloofd dat alles tot stand te zullen brengen in vier jaar tijds. Dat kon niet, maar veel is toch ge daan. Wij denken aan den persoonlijken dienstplicht, aan de wet op de leer plicht. Men kan twisten over de vraag, of nog niet meer uit de smeltkroes had moeten komen, doch al is nog niet al les verkregen, men heeft toch een be gin gemaakt. En wat de ongevallenwet betreft, een reuzenwerk is verricht door het indie nen van een wet op de ongevallen in het bedrijf. Het beginsel is geaccep teerd. En nu moet men verder gaan. Wat de verwaarloosde jeugd be treft, voor de indiening der Kinderwet- 'en heeft de Minister hulde verdiend. Van het arbeids-contract zegt spr., dat het ontwerp-Drucker stellig wel in een wetsontwerp zóó of eenigszins gewijzigd, zal worden aangeboden, ei? spreker meent bovendien dat hij met gerustheid mag voorspellen, de behan deling der woningwet. De legcrwetten gingen diep in het volksleven, maar die konden heel goed in behandeling komen, zonder gevaar voor de behandeling der woningwet, en spr. heeft vertrouwen genoeg in het beleid van den minister, dat dit heel goed terecht komen zal. Die woningwet, wanneer hij wordt aangenomen, kan met de kinderwetten enorm veel doen tot verbetering dor toestanden onder de laagste kringen der maatschappij. Ten slotte wijst mr. Smeenge er op, dat waar in ons land ten opzichte van landbouw en zuivelbereiding in den laatsten tijd geklaagd werd over slech te toestanden, twee groote oorzaken waren: niet voldoende bekwaamheid van hen die het bedrijf uitoefenden, geen voldoende verkeersmiddelen. Dit alles, wat mr. Smeenge betoog- de, wil ook de heer Cremer. Hij biedt daarvoor alle waarborgen. Zijn verte genwoordiging van Amsterdam in de Tweede Kamer bewijst dat voldoende. Hij had toen oog voor die dingen, die ook in dezen kring sympathie hebben gevonden. Het was in 1884 dat het voorstel van minister Taalman Kip van de kust wacht in IJmuïden in de Kamer hef tige bestrijding ondervond. En toen is bet minister Cremer ge weest, die het krachtig voor die post opnam en met succes. Ook andere zaken werden door hem krachtig gesteund. Scheepvaart en scheepsbouw, en vis- scherij. De scheepsbouw, die tot een vrij hoogen vlucht is opgevoerd, heeft dit voor een groot deel aan hem te danken. Do l»eer Smeenge legt nog nadruk op 's heeren Cremer's bekendheid met Indie en dat door hem, wat door de liberale partij ten opzichte van Indië is gevraagd, steeds is voorgestaan, en sinds 1897 toegepast. Men denke hier aan de decentrali- catie, aan de opium, aan de mijnwet, die bedoelt de staat meer te doen pro- fitoeren dan tot nog toe, van hetgeen in den bodem zich bevindt. Zoowel dus tijdens zijn kamerlid maatschap als tijdens zijn regeering, Ihceft hij getoond te bezitten eigen schappen. niet. genoeg te waardeeren in een staatsman en In een minister. De rede werd met applaus begroet. Intusschen was de zaal stampvol geloopen en had blijkbaar een groot deel der toehoorders van den heer P&s- stoors zich naar „de Cycloop" bege ven. De heer Groen heeft hooren aanha len de stoomtrawlers, dat is vooï IJmuiden van groot belang. De geschiedenis van de visschersha- ven gaat spr- .na. De concurrentie op het oogenblik van rijkswege ingetreden is zeer schadelijk en daarom is debaters vraag aan den inleider of minister Cremer lijnrecht staat tegenover Min. Lely of dat hij is vóór rijks visch-afslagers met retribu tie en de rest wil overlaten aan het par ticulier initiatief. De heer de Croes secretaris der ant. rev. kiesvereeniging is het in hoofd zaak eens met den heer Groen. Bij spreker rijst de vraag, wat heeft Beverwijk van liberale afgevaardig den te wachten? Niets, of ze worden zelfs in hun be langen gedwarsboomd. Het stoompont, de rijks-afslag, dat heeft men van het liberale ministerie te wachten. Wat zal nu de heer Cremer doen in 't belang van de visscherij? Deze heer is van plan de regeering te steunen in hun onderdrukking van het particulier initiatief; de regeering die de visschers niet in haar ongevallenwet opneemt. Het is niet alleen het belang van de commissionairs, dat de zaak van visch- handel en visscherij in behandeling ge nomen wordt.doch ook in het belang van geheel IJmuiden's burgerij. Indieu dus de IJmuiders hunne be langen goed begrijpen, moeten ze zich liever onthouden dan te stemmen voor iemand, die hen in hun zaken bena- de-elen zal. De heer Frans Netscher spreekt over de ongevallenwet. De inleider heeft wel gezegd, dat men op het beginsel zou voortbouwen, doch thans zijn die be drijven uitgezonderd waaraan een groot gedeelte van de bevolking van het district Beverwijk haar onderhoud te danken heeft. Zou de heer Cremer waarborg op leveren dat hij ijvert dat ook landbouw, tuinbouw en visscherij worden betrok ken in die wet? Hulde brengend aan den heer Tak van Poortvliet als politicus, is zijn werkzaamheid toch niet geweest in 't belang van dit district, omdat hij is in hart en nieren een Amsterdammer. Het district heeft drie en een half jaar een proef genomen met een Am sterdammer en die proef is mislukt. De candidaat van de Katholieke par tij is als politicus in dit district volko men onbekend. De heer Cremer is volkomen bekend en met alle behoeften. Pas on zegt de heer Netscher, neem geen tweede maal een proef met een Amsterdammer. De heer Vermeulen betoogt, dat de anti-rev. zelf geen kans hebben in dit district voorloopig een eigen candi daat te brengen. Als partij onthoudt men zich dus. maar als burgers moet men wikken en wegen. Deze spreker wil niets afdoen aan den persoon van minister Cremer, doch een anti-rev. kan het niet goedvinden, dat iemand aan de ministerstafel ook lid van de Tweede Kamer is. Ook deze spreker is van oordeel, dat het district Beverwijk geen reden heeft om dankbaar te zijn aan de liberale partij. Waarom zullen we dan nu den heer Cremer nemen? Deze spreker wees er op, dat de landbouw werd achtergezet bij de belangen van den handel. De re geering lieeft niets gedaan tot ophef fing van den landbouw. De heer Hoek vraagt de meening van minister Cremer omtrent grondwets herziening te mogen vernemen. De heer Pastoors vraagt zich af of of iemand, die minister is en Kamerlid tevens, consequent de regeering zal af vallen in zake het beruchte Koninklijk besluit. Het doel der Katholieke partij is om te komen tot een ministerie van land bouw, evenals Denemarken, dat een land is ongeveer als het onze. Ook de vischers en landbouwers moe ten worden opgenomen in de ongeval lenwet. De heer Wierdels kan niet begrijpen dat iemand die in 1897 vond. dat hij als Kamerlid en minister tegelijk zijn onafhankelijkheid zou kwijt zijn, nu, minister zijnd, zich laat candideeren voor de Kamer. Dezelfde aanbevelingen die voor iden heer Cremer zijn uitgesproken, zijn z. i. aan te brengen voor den heer Passtoors. De heer Smeenge antwoordde. Wat door hem is gezegd is niet bestreden, zegt hij. Spreker wil niet ontkennen, dat van velen in IJmuiden de belangen door de voetbrug, en door den vischafslag, zooals die tegenwoordig zijn, zijn -- schaad. Doch er zijn grootere belangen, die daardoor in ruime mate gebaat zijn. Het Koninklijk besluit, waartegen de heer Groen te velde trekt is slechts een beslissing van minister Lely. niet van het gansche ministerie. Wat betreft de vraag over grondwets herziening, de heer Cremer onder schrijft hetgeen door minister Pierson daaromtrent in de Kamer is gezegd. Voorts kan spreker op gezag van den heer Cremer verklaren, dat hij deze niet wenscht te combineeren het minister schap en het Kamerlidmaatschap. Dit geldt natuurlijk niet voor deze tus- schentijdsche verkiezing. De heer Smeenge sprak ook nog een enkel woord naar aanleiding der op merking over de ongevallenwet. De heer W. C. J. Pastoors, can didaat der Roomsch-Katholieken in het kiesdistrict Beverwijk, trad1 op in het café „De groote afslag." Spreker somde verschillende za ken op die in dit vier-jarig regee- rings-tijdperk achterwege zijn ge bleven, vooral zaken die gelden den middenstand. Vooral besprak de heer Pastoors den toestand te- IJmuiden, in be trekking tot havenaanleg en rijks- vischafslag. De aanleg van de haven gaf aan IJmuiden groote verbetering voor den handel, terwijl de vluchthaven voor de visschersschepen diende. Doch er was nog geen regel. Toen hebben particulieren door persoon lijke geldelijke offers de zaak aan gepakt. en daarvoor brengt spreker hun hulde. De regeerjng. hoewel door tal van bladen gesteund, heeft de particulieren nu van den regen in den drop gebracht. Er zijn zeer zeker misbruiken ingeslopen, maar in welken handel is dat niet? Heeft de Regeering daarom het recht het monopolie in handen te nemen, tot schade van het particulier initi atief Spr. ontkendde dat ten sterk ste. Voorts ging hij na wat heit be ruchte art. 22 door den minister Lely in die Kamerzitting van 22 Juni 1899 verdedigd, eigenlijk be- teekent. De minister huldigde niets minder dan het Rijks-monopolie, en dat is de concurrentie dood-er^ het particulier initiatief benadiee- len. Nu de quaestie van het eigen domsrecht. De Regeering trad hier, naar spr. betoogde, in strijd met de wet. Nu moge de minister het. recht hebben een Rijks-afslager aan te stellen, hij heeft niet het recht te bepalen, dat de visch nergens elders mag worden verkocht. Nu is er wel wat anders voor in de plaats gekomen dat weet spr. maar ieder weet ook met hoeveel moei lijkheden d'it gepaard gaat. De bur gerij heeft tal van adressen be stuurd aan de Regeering. om niet uitsluitend te staan onder de voog dij van den staat doch ondanks dat zijn slechts enkele grieven verdwe- nem en de groote grief blijft han gen.' Spreker besloot met hulde te brengen aan den hh. Reekers in de Eerste Kamer, en De Waal Male- fijt in de Tweede Kamer. Binnenland. Parlementaire Praatjes. De voortgezette beraadslaging over de legerwetten kenmerkte zich niet door bijzondere opgewektheid. Er hing iets looms over de Kamer, misschien wel, omdat de beschouwingen over het geheel algemeene beschouwingen zijn. De heer Verhey, die zijn rede voort zette, kondigde een voorstel aan om den diensttijd der miliciens tot den normalen oefeningstijd te beperken. Hij achtte de strekte der compagnieën te gering. Na een bespreking van de taak en de inrichting der landweer, zette spr. zijn denkbeelden uiteen over het eventueel gebruik van verschil lende wapens en corpsen. Zonder en thousiasroe verklaarde hij zich ten slotte voor deze wetten, ze aanvaarden de als een compromis, om mettertijd tot beter te komen. Ook de heer Seret hoopte door deze wetten te krijgen een bevredigende op lossing van het vraagstuk der levende strijdkrachten Met het systeem van leger en legerreserve vereenigde hij zich, al bleef hem daarbij het ideaal van een geoefend volk en dienstplicht zonder kazerneering. In een eigenlijk volksleger zag nij minder heil. Nuch de persoonlijke noch de finantieele lasten dezer wetten achtte deze spr. te hoog. De afschaffing der schutterij was een voordeel. Daartegenover ston den voor hem overwegende bezwaren de te korte eerste oefening, de te ge ringe sterkte der compagnieën in vre destijd, de te zeer in de lucht hangen de kadervorming uit de militie. De lieer Tydeman noemde de invoe ring van den persoonlijken dienstplicht de eerste stap in het belang onzer de fensie en stelde de vraag of thans de tweede moest worden gedaan. Thans? Terwijl toch ons vestingstelsel en de taak der marine bij een verdediging des lands nog niet vaststonden, een volledig defensieplan ontbrak, de waarde van sommige stellingen werd betwijfeld? In elk stelsel was evenwel een reorganisatie der levende strijd krachten noodig en spr. wilde daartoe dus medewerken. Erkennende dat do persoonlijke lasten niet te zwaar waren en ook een volksleger wenschelijk ach tende, meende hij dat wij een klein, maar krachtig leger moesten bezitten. In dit verband keurde hij zeer uitvoerig den verkorte oefeningstijd af als schep pende een onhoudbaren toestand, ge vaarlijk voor een mobilisatie. Een an dere regeling van den oefeningstijd kwam hem dus beslist noodig voor. Ook de kadervorming achtte hij te zwervend en de kostenberekening te optimistisch. De heer van Karneleek berekende, dat deze ontwerpen ons in naam een leger van 194.000 man gaven, doch slechts 82000 man volledig geoefenden, te veel half en kwartgeoefenden. Waren de kosten hooger, dan kon een weer- belasting worden geheven van de niet- persoonlijk dienenden. Met het ont- werp-legerorganisatie kon hij zich niet vereenigen. De heer Van Gilse, die deze wetten sociale noemde, bestemd om onze on afhankelijkheid te verzekeren als zij waren, wilde de verkorte oefeningstijd facultatief stellen, of liever een verlen ging daarvan facultatief maken. Met afschaffing van wachtdiensten en cor veeën was de verkorte oefeningstijd voldoende. Ook de heer de Ras was van deze meening, maar vreesde dat de dienst dan te zwaar zou vallen. Hij vroeg overlegging van de rapporten der commandanten van de bereden wa pens. Over andere onderdeelen der wettten zette hij breedvoerig zijn ziens wijze uiteen. Heden 11 uur voortzetting. De schipperijwet is in tweede lezing aangenomen. ^lMj G. Jr. Men seint ons uit Den Haag Mr. Troelstra betoogde dat elke maatregel voor defensie weggewor pen geld is. zoolang orrs middelen ontbreken voor afdoende maatrege len. Beperking tot verdediging on zer onafhankelijkheid was voldoen de, een vestingstelsel te kostbaar. Alvorens mede te gaan wenschte hij eene betere regeling der rechts positie van den soldaat en vastleg- van een verkorter oefenings tijd in de wet. Naar me nverneemt zal op het gala concert in bet Concertgebouw, behalve den feestzang, woorden van Dr. Schaepman op muziek van Mengel berg, waarin als solisten Mevr. Noor dewier en de heer Messchaert zullen medewerken, bet programma bevatten: aria van Handel door Messchaert.. Aria van Hay dn door Mevr. Noordewier, entre-actemuziek uit „Rosamunde" van Schubert, Vorspiel „Meistersin- ger" van Wagner, duet uit de „Schöp- fung" door Mevr. Noordewier en den heer Messchaert. Een nieuwe stichting is Woensdag te 's-Gravenhage inge wijd, t. w. de nieuwgebouwde chirur gische kliniek in de Jan van Nassau- straat aldaar, tevens dienende ter op name van patiënten. Deze inrichting dankt haar ontstaan aan het Haagsche Vrouwen-comité van het Nederland- sche Roode Kruis, dat hare Bescherm vrouw, H. M. de Koningin-Moeder, had uitgenoodigd de kliniek plechtig te komen inwijden. H. M. had aan die uitnoodiginp- ge volg gegeven en begaf zich daartoe Woensdagmiddag om drie uur, verge zeld van een klein gevolg, naar het ziekenhuis in de Jan van Nassaustraat. De vorstelijke bezoekster werd in de vestibule ontvangen door het bestuur van het Haagsche vrouwencomité, be staande uit: gravin van Randwijck, presidente; mevrouw Vertholen de Sa- toe de Bruneton, secretaresse; mevr. Hora Siccama, penningmeesteres; ;onk- vrouwe A. Klerck, jonkvrouwe M. Bee- laerts van Blokland en mevrouw La- bouchère, benevens door de directrice mejuffrouw G. Beijnen. Deze dames geleidden H. M. naar een der zieken zalen 3e kl., een flink lokaal, voor de ze gelegenheid ontruimd, groen ge maakt en gesierd met de Waldecksche kleuren. Bij het binnentreden van de beschermvrouw hief een koor, gevormd door de pleegzusters in het gesticht, in de breede serre geschaard, een wel komstzang aan. Het zaaltje was overigens geheel «-e- vuld door een 70tal genoodigden, die min of meer in betrekking tot dit hos pitaal staan, o. a. de leden van het hoofd-comité van het Roode Kruis; de adviseerende commissie van genees kundigen, al de hoofden van de zie kenhuizen in den Haag en anderen, zoowel dames als heeren. H. M die ter zijde van de bestuurstafel een zetel innam, hoorde eerst een toespraak van de presidente van het vrouwen-comil<- gravin Van Randwijck aan, en gaf daarna gevolg aan het verzoek van het damescomité om de inrichting geopend te verklaren. Nadat H. M. hieraan met enkele woorden voldaan had, sprak dr. Van der Flier, lid van het hoofdcomité van het Roode Kruis, een kort gebed uit, waarin hij Gods zegen op deze in stelling afsmeekte. De plechtige inwij ding was hiermede volbracht.. II. M. ging nu het gebouw van bin nen in oogenschouw nemen, op dit be zoek rondgeleid en voorgelicht door ïavin van Randwijck, de directrice mejuffrouw Beijnen en den architect van het gebouw den heer Wesstra. Het in langwerpig vierkanten vorm opgetrokken pand is verdeeld in twee achter elkaar gelegen door een gang ïescheiden gebouwen, waarvan het voorgedeelte, met inbegrip der boven verdieping, geheel ter bewoning is in gericht voor de directrice en het ver- plegingspersoneel, daarom wordt aan geduid als zusterhuis, terwijl het ach tergebouw in gebruik wordt genomen voor opname van lijders en voor de polikliniek. Want, al wenscht het vrou wencomité aan hare kliniek zooveel mogelijk een Roode Kruis-karakter te doen behouden en de opleiding van de pleegzusters in de eerste plaats te doen strekken om. bij het. uitbreken van een oorlog, aanstonds een zeker aantal, in alle opzichten geschikte verpleegsters, ten dienste van het hoofdcomité te kun nen stellen ter zoo volledig mogelij ke bereiking van dit doel, is, behalve de polikliniek en behalve de gelegen heid tot het verleen en van eerste hulp bij ongelukken, de inrichting beschik baar gesteld tot het opnemen en ver plegen van lijders en lijderessen die eene heelkundige behandeling moeten ondergaan, alsmede van interne zie ken. Elke zieke staat echter onder be handeling van eigen geneesheer, daar er aan de inrichting geen huisdokter verbonden is. De ziekeninrichting wordt 25 dezer geopend; de bezoekers vonden Woensdag de bedden enz., kort om alles gereed om de zieken te ont vangen. Zooals gezegd, heeft de inrichting voornamelijk ten doel in tijd van vre de de verpleegsters voor te bereiden tot de taak die haar in oorlogstijd wacht: het lot van den gekwetsten en zieken krijgsman te helpen verzach ten. Daarom wordt de pleegzusters, die alle reeds gediplomeerd moeten zijn, dus niet als leerlingen worden toegela ten, in dit gesticht een tehuis verschaft. Het voorgebouw dient tot hun verblijf en bevat eenvoudige, maar geriefelijk ingerichte zit- en slaapvertrekken, be nevens een gezellige huis- of conserva tiekamer. Op de op het zuiden treleeen doorloopen.de serre komen alle zieken kamers uit, ook die op de eerste ver dieping. Het opnemen van patiënten geschiedt volgens drie klassen. Aan de verplegingsmrichting, hoe wel op niet al te breede schaal georga niseerd, ontbreekt weinig, zelfs niet een klein laboratorium. De operatie kamer ontvangt volop licht, in een af zonderlijk aangrenzend zaaltje kunnen de patiënten, zoo noodig, weggemaakt worden. Hoewel besmettelijke zieken geheel worden uitgesloten, bevinai zich voor alle eventualiteiten aan eon uitersten hoek van het gebouw een ba rak en daartegenover een ontsmettin-.8- oven. De eigenlijke kliniek van nee Roode Kruis bevindt zich ter zijde van het huis en is langs een afzonderlij ken ingang bereikbaar. Zij staat onder leiuing van dr. Herman de Jong en wordt op bepaalde uren van den dag kosteloos opengesteld, gelijk mede dc polikliniek voor ooglijders, waarvoor dr. Van Geuns zich beschikbaar stel de. Alvorens de inrichting na ruim een uur toevens te verlaten, verwijlde H. M. nog eenige oogenblikken in de be stuurskamer, die prijkt met Hr. Ms. portret naar de teekening van josse- lin de Jong, In dit vergaderlokaal weid thee gediend. Kruger te Utrecht. Als gast van de te Utrecht gevestig de af deelingen van de Ned.-Zuid-Af r. Vereeniging en den Bond van uit Z. Afrika verdreven N.Z.A.S.M.-perso- neel, zoomede van het zich onlangs gevormd hebbende comité van ont vangst hield president Kruger Woensdag van 11 tot 1 en van 3 tot 5 uur receptie in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aldaar. Reeds vroeg woei Woensdag de Ne- derlandsche driekleur met de groene wimpel van Transvaal uit het gebouw en was men bezig de laatste hand te leggen &an de versiering Voor de hoofdingang links is een fraaie baldaquin opgesteld, bordeaux rood met goud afgezet, en aan de hoe ken groene vaantjes. Een breede looper, bordeaux-rood met bronzen rand, voert langs 'n haag van groen en bloemen, op kwistige wijze op portalen en bordessen aan gebracht, naar de op de eerste verdie ping aan de straat gelegen balkonka mer waar de receptie wordt gehouden. Op eene verhevenheid, waarover een fraai Axminster-tapijt, staat de antie ke leunstoel (doch thans zonder kroon) waarop Hare Majesteit bij Haar jong ste bezoek aan deze gemeente heeft ge zeten, gereed voor den president. De bloemversiejiing is buitengewoon schoon. Achter den president, die met. den rug naar het licht zit, staat een rij fraai bloeiende witte seringen, die een aangename geur verspreiden. Te genover Z. E. staan langs den wand paarsche seringen, terwijl verder rond om overal bloemen en planten staan, die de in den linkerhoek staande kachel, welke-bij de heerschende tem peratuur allerminst gemist kan wor den, geheel aan het oog onttrekken. Omstreeks half elf komt de sierlijke equipage van Z. E. den Commissaris der Koningin, welwillend door Z. E. ter beschikking van den president ge steld, voor het Hotel des Pays-Bas. waarvoor een groote menigte heeft post gevat. Om kwart over elven kwam het rij tuig met den president, begeleid door dr. Jonkman, voorzitter der afdeeling Utrecht van de N. Z. A. ver., aan het gebouw voor K. en W. aan, waar liet propvol menschen stond. Het gevolg van den President was in twee volgrij- tuigen gezeten. Het Palestrinakoor hief een lied aan bij het binnentreden. Hunne opwach-, ting maakten o. a. de generaal-majoor' Roelants. de kolonels Oudendijk Pie- terse, Van Stein Callenfels en Cramer, majoor Lebrun de Vexela, enz. Ook kwamen de leden van het hoog Mili tair Gerechtshof, namens wie mr. Bo- huis een korte toespraak hield. Voort voerden het woord de heeren Van Stein Callenfels, Cramer en prof. d'Aulnis de Bourouill. Mevr. Stein Callenfels bood een bouquet aan. Ook prof. Snellen Sr. kwam met zijne echt- genoote zijne opwachting maken. Toen de commissie voor de inzameling van gelden voor de Transvaal door prof. d'Aulnis voorgesteld werd, zeide de president, geen woorden genoeg te hebben om dank te zeggen aan hen, die geld verzamelen voor de arme slachtoffers van den onrechtvuardigen oorlog. „Die regt moet gehandhaaf worden, en waar bij die inzameling hullie geen belang hebben, is dat voor mij bewijs, gij rechtvaardigheid liefhebt." Een moeder met twee kinderen werd daarna voorgesteld. Een andere dame zei tot den heer Kruger „President, God zegene u.' Uit een gesprek van den President met prof. v. Wijck bleek ook, dat het de vrouw van den Presi dent goed gaat; dat er twee kleinzoons gesneuveld en di'ie gevangen genomen waren, terwijl er nog zes en dertig me de strijden. Om kwart voor eenen was de mor genreceptie afgeloopen en begaf de president zich, begeleid door jbr. Kra- yenhoff in het gereedstaande rijtuig van jhr. mr. Huydecoper van Maarse- veen en Nigtevecht, stalmeester van H. M. de Koningin. De President was niet vermoeid, volgens mededeeling van jhr. Krayenhoff. Ambtenaren Z. A. S. M. Woensdag vergaderde te 's-Gra venhage de Bond van uit Zuid-Afri- ka verdreven Z. A. S. M. personeel. In zijn openingswoord herinnerde de voorzitter, de heer J. Post, aan de surséance van betaling door de N. Z. A. S. M. aangevraagd en. ge steund door den Bond;, omdat het hoofdbestuur meende dat een fail lissement het personeel in slechter conditie zou brengen. Het aantal in Nederland aanwezige ambtenaren wordt geschat cr 1600, waarvan slechts 300 een betrekking hebben. Spr. bracht dank aan allen die zich welwillend' jegens den Bond be toonden, inzonderheid aan den heer mr. S. de Vries Czn. te Amsterdam, aan wien de Bond veel verschuldigd is voor de belangloosheid' waarme de hij dezen zijn steun verleent. Voorts deelde d'e voorzitter mede dat de schad'estaten thans bij het ministerie van buitenlandsche za ken zijn ingediend. Overtuigd dat 't verzoek geen gunstig resultaat1 zou hebben heeft 't hoofdbestuur nog geen vrijstelling van belasting voor de leden van den Bond aan gevraagd en zal 't niet doen tenzij deze handsverga de rins- 't uitdruk keJijk mocht verlangen. Vertegenwoordigd waren Amster dam, Den Haag, Rotterdam, Haar lem. Leeuwarden, Groningen, Hel der, Arnhem en Utrecht. In besloten vergadering werd al lereerst behandeld een advies van den rechtsgeleerden adviseur mr. de Vries voornoemd over de depo- sitogelden. Rechtszaken. In veiligheid De Amsterdamsche Rechtbank veroordeelde Woensdag twee jeug dige misdadigers beneden de 16 jaar tot straffen van 3 maanden en 1 maand wegens diefstal van lood1 op het dak van een perceel in de Kerkstraat. Zij werden destijds op heeterdaad betrapt. Zich achter volgd wetend kropen zij voort over de daken en sprongen door een openstaand dakvenster. Hier kwa men zij terecht on de kamer eener vrouw, die met haar kind ziek te bed lag. Zii smeekten de vrouw op haar kamer te mogen blijven., daar de politie hun op de hielen zat. De vrouw die begreep dat het zaak was bedaard te blüvcn, stem de toe. Eeven later kwam haar man thuis. Deze toonde zich nog hulp vaardiger dan de vrouw en beloof de beneden aan de deur op wacht te zullen gaan staan en te zullen waarschuwen, als alles veilig was voor den aftocht. Na eenige oogen blikken werd het sein gegeven de jongens begaven zich naar beneden en liepen in de armen van twee politieagenten. Gemengd Nieuws. Drama op zee. Uit Grimsby (Engeland) wordt ge seind, dat daar is aangekomen het Russische stoomschip Hopper, het welk was aangevaren door de Engel- sche stoomboot Homer"; de laatste boot zonk onmiddellijk. Vijftien man der Homer verdronken jammer li jk. Bloedige wanordelijkheden. Uit Sofia seint men, dat dezer dagen te Gelitch bij een verkiezing de boeren en hooger! 12 Meter franco en ?rij Tan iuvoerreehten toegezonden 1 Stalen naar keuze, eveneens van zwarte, witte en gekleurde „Henueberg-Zijde" voor blouses en japonnen van 45 ct. tot fl 11.10 per Meter. Alleen echt, indien direct van mij betrokken. G. Henneberg, Zijde-Fabrikant, Zurich, Konlnkl. en Keizer!. Hofleverancier.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 2