NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem, en Omstreken.
Koning Mammon.
18e Jaargang
Woensdag 27 Februari 1901.
No. 5418
ABONNEMENTSPRIJS
Yoor Haarlem per 3 maanden1-20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente),
per 3 maanden 1-30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1-65
Afzonderlijke nummers0.02J£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37
n de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIÊN
Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regeL i
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Puhlicité Etrangère G. L. DAÜBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3P»* Faubourg Montmartre.
Bij dit nummer ont-
vangen de geabonneer-
den de ex. Ge'ül. Zondagsblad of
SpotTOgel, waarop zij geabonneerd
zijn en die Zaterdag nog niet wa
ren aangekomen.
Eerst Maandagmiddag hebben
wij de pakken per Tan Gend en
Loos ontvangen en gedeeltelijk
verzonden, en haasten ons de exein
plaren thans uit te geven aan hen,
die ze nog niet ontvangen hebben.
DE ADMINISTRATIE.
Haarlem's Dagblad van 27 Febr.
bevat o. a.
Botha ontsnapt in de richting
van Komatipoort, Dnitschland en
Rusland, Het antwoord van den
heer Hugenholtz.
Politiek Overzicht.
Al is het ook. waar, dat het er in
den loop van den oorlog reeds meer
malen. slecht heeft uitgezien en die
berichten van verpletterende ne
derlagen vinnig op elkaar gesta
peld werden, het heeft er tooh zel
den zoo donker uitgezien als nu, al
moet ook alles eerst noe officieel
bevestigd w orden eer men het als
waar kan aannemen.
Zoo ook dat niet te gelooven be
richt van Botha's geneigdheid om
met Kitchener te onderhandelen.
Het laatste nieuws is over De
Wet, door de Daily Mail" ontvan
gen uit Hopetown en luidt dat De
Wet, na een vergeefsche poging
om de Brakrivier over te trekken
bij Klipdrift en de Oranjerivier bij
Readsdrift en Marksdrift, langs den
oever van de Oranjerivier trok met
één pompom en een kanon, en te
genover Kamoeldrift een laager be
trok. Met het aanbreken van den
dag verliet Plumer Weigevonden,
22 mijlen ten Oosten van het Boe-
renkamp, bewoog zich in Noord
oostelijke richting en viel den vij
"and aan bij Zuurgathij maakte
40 gevangenen. De vervolging wordt
voortgezet. In den namiddag trok
ken de Boeren naar Hopetown, te
gen den avond' kreeg de voorhoede
den vijand in het zicht, die een
kamp had betrokken buiten het
bereik onzer kanonnen.
Kolonel Owen chargeerde de
plaats waar hij vermoedde dat de
Bóeren-artillerie stond; hij maakte
zich geheel van haar meesterzij
bestond uit een 15-ponder en een
pompom. De vijand' vluchtte en liet
de gezadelde paarden en de volle
kookketels achter.
Volgens de laatste berichten zijn
slechts 400 Boeren de Oranje-rivier
naar het noorden overgetrokken.
De rivier is zeer gerezen.
Maar, zooals we reeds zeiden,
wile oorlogsberichten moeten eerst
nog bevestigd worden en van over
drijving en onjuistheid gezuiverd.
Men weet, hoe licüt het verblinde
Albion zich om den tuin laat lei
den. We hebben het gezien inder
tijd bij de berucht geworden En-
gelsche overwinningstelegrammen
ten tijde van de Parlementsverkie
zing.
En zich sceptisch stellend tegen
over het laatste oorlogsnieuws uit
Engelsche bron. vraagt men zich
af, of deze berichten verband kun
nen honden met binnenlandsche
politieke aangelegenheden.
't Schijnt wel zoo.
Ze zouden b. v. in verband kun
nen staan met geruchten over on-
eenigheid in het Kabinet (ten. op
zichte van de> Zuid-Afrik a-politiek
natuurlijk.)
Evenals de oorlogsberichten
edschen ook deze geruchten nog .na
dere bevestiging, maar een verband
tusschen die twee zaken zou toch
zoo heel onmogelijk niet zijn.
Het schijnt op 't oogenblik nogal
te spannen tusschen Rusland en
Dnitschland. Dat is ook al mee een
staartje van den Transvaal-oorlog.
Rusland kan volstrekt de Duitsche
vriendschap voor En vel and niet
goed zetten, en ook over Duitsch-
lands politiek in China is R-usLand
lang niet gesticht.
Maar vooral de hangend'e kwes
tie der graanrechten doet het hem
tegenwoordig.
De Pruisische afgevaardigde Th.
Barth heeft in een Duitsch tijd
schrift naar aanleiding van een
scherp artikel in een Russisch blad,
dat zelfs door 't officieele Russische
orgaan was overgenomen, een en
ander over den toestand in 't licht
gesteld. Vooral op de Russisch-
Amerikaansche tolkwestie, waar
van men in Russische regeerings-
kringen aan Duitschland de schuld
geeft, legt hij den nadruk. Hij zegt:
,,Aan goede betrekkingen met de
Vereenigde Staten hecht men hier
de grootste waarde-, niet alleen uit
een politiek oogpunt, maar vooral
ook om economische redenen. Die
betrekkingen werden op vele wijzen
bevorderd.Men verheugde zich reeds
over den steeds toenemen den in
voer van Amerikaansche ijzer- en
staal waren. Men hoopte daarbij,
dat langzamerhand ook de Russi
sche uitvoer naar de Vereenigde
Staten eenigszins van belang zou
worden, maar voorald'at op grond
van verlevendiging der handelsbe
trekkingen ten slotte ook de Ame
rikaansche geldmarkt voor Russi
sche leeningen zou worden ge
opend en dat men daarin metter
tijd een equivalent zou kunnen
vinden voor de Fransche markt die,
gelijk met weet, in den laatsten
tijd meermalen niet aan de ver
wachtingen heeft beantwoord.
,,In dit streven had men in d'en
laatsten tijd' reeds mooie vorderin
gen gemaakt. In Oost-Azië vond!
vond men een grondslag voor po
litieke toenadering tot de Vereenig
de Staten, de Amerikaansche in
voer in Rusland nam steeds toe en
in de suiker had' men een product
gevonden dat geschikt was om in
steeds grootere hoeveelheden naar
Amerika te worden uitgevoerd.
„Dit alles is nu door de tolquaes-
tie tot stilstand gekomen. Dat die
quaestie ook de politieke entente
zal verstoren is zeer onwaarschijn
lijk maar dat zij op economisch
gebied zeer onaangenaam wordt ge
voeld, behoeft geen nader betoog,
want de bemoeilijking van den
Amerikaanschen invoer in Rusland
zou aan gene zijde van den Oceaan
zeer veel verbittering teweegbren
gen en zelfs wanneer de quaestie
spoedig wordt bijgelegd, zal deze
maatregel toch nog lang nawerken.
„Zooals reeds gezegd, m,en stelt
Duitschland hier verantwoordelijk
voor de tol-rruaestie met Amerika.
In hoever d'at juist is. durf ik niet
onderzoeken. Hier houdt men zich
daaraan vast, dat de klachten en
betoogen van d'e Duitsche suiker-
producenten. welke door den Duit-
schen gezant aan de Washington-
sche regeering zijn voorgelegd, de
naaste aanleiding waren tot het in
voeren van het compensatierecht
op Russische suiker."
Buitenlandsch Nieuws.
Koning Edward VII.
Maandag te 9£ uur kwamen Kei
zer Wilhelm en Koning Edward VII
te Cronberg aan en werden ontvan
gen door de kroonprinses van Grie
kenland, en den prins en prinses
Fred'erich Karl van Hessen. Na
hartelijke begroetingen en onder
geestdriftige toejuichingen der me
nigte, die zich aan het station en
langs de straten hadden opgesteld,
werd de tocht per slede naar Frie-
derichshof ondernomen.
Beter meuws.
Er is eensklaps beter nieuws ko
men opdagen, waarschijnlijk ver
traagde telegrammen, d'ie weer een
heel anderen kijk op den oorlogs
toestand geven.
Een Reu ter-bericht uit Pretoria
meldt, dat «Potha met 2000 man
aan de vervolging van French is
ontsnajpt en opgerukt in de rich
ting van Komatipoort.
Een ander Reuter-telegram luidt
De Wet en Steyn zijn gisteren
den spoorweg overgetrokken ten
noorden van Krankuil, ten Zuiden
van Oranjerivier station. De rivier
wies gisteren 5 voetnaar gemeld
wordt regent het nog steeds hevig,
wat beteek ent, dat de Boeren de ri
vier niet kunnen overtrekken. Zii
worden dicht achtervolgd door
Thornycroft's bereden infanterie,
die gisteren per spoor uit De Aar
vertrok. Verschillende andere com
mando's trekken, uit verschilleinde
richtingen op De Wet samen.
Een reusachtige Staaltrust.
Dinsdag is te New-York de acte
van oprichting gepubliceerd van
een „United States Steel corpora
tion" dit is een reusachtige com
binatie van Morgan en Carnegde.
Hert geheele nominale aand'eeleuka-
pitaal tot de uitgave, waarvan
machtiging verleend is van deze
trust, is 3000 dollars, verdeeld in
30 aandeel en van 100 dollars per
stuk doch het kapitaal kan ieder
oogenblik worden uitgebreid.
De „Herald" meldt, dat de ge
combineerde jaarlijksche winsten
der maatschappijen, die te zamen
deze corporatie vormen, meer don
honderd millioen dollars bedragen,
en dat het geheele aandleelenkapi
taal van die maatschappijen meer
dan elfhonderd millioen dollars be
loopt.
Stadsnieuws
Haarlem, 26 Febr. 1901.
I sm< roit.
Bij de meeste toeschouwers, die Za
terdagavond de opvoering van het
abel spel van Esmoreit., sconincs sone
van Ceciliën zijn gaan bijwonen, zal
de juiste stemming wel aanwezig zijn
geweest, n.l. een soort curiositeits-
stemining met veel piëteit,
liet was goed, dat Dr. Schepers vóór
af bij wijze van inleiding het een en
ander vertelde van de primitieve too-
neel-techniek- die den „ghesellen van
den Spele" in de middeleeuwen ten
dienst stond en ons, 19e en 20e eeuwers
opwekte om, evenals de tijdgenooten
van den auteur van Esmoreit zelf, door
middel van onze phantasie aan te vul
len wat ontbrak.
Of het geheele auditorium heit meet
Dr. Schepers eens was toen hij over
onze moderne tooneel-techniek den
staf brak en beweerde dat die de aan
dacht vaak zoo storend afleidt, betwij
fel ik. Maar het kan mijn bedoeling
natuurlijk niet wezen hierover thans
te twisten.
Geheel eens zal wel ieder het ge
weest zijn met Dr. Schepers, toen hij
sprak over de kinderlijke naiveirit. de
geest van kinderlijken eenvoud, die
die abele spelen en Esmoreit in het
bijzonder, ademen, en toen het scherm
gevallen was, zal wel ieder iets ge
voeld hebben van de groote bekoring
dier frissche, vriendelijke, zonnige
kinderlijkheid. Want dat vóóral is het
wat ons moderne menschen, die overal
raad voor weten met onze uitgebreide
technische kermis, die sceptisch staan
tegenover sprookje en wonderland, en
die zoo bij uitstek en vooral praktisch
beredeneerd en verstandig willen we
zen, treft. En dddrom omdat we onzen
geest wel eens willen verfrisschen in
een bad van lieve naïveteit en kinder
lijk het kinderlijke wel eens willen
genieten, dddrom moeten we m. i.,
wanneer een stuk als Esmoreit ge
speeld wordt, gaan zien. Behalve, dat
we natuurlijk gaarne willen zien „ver-
toonen" een middeleeuwsch spel, waar
van we zooveel gehoord hebben, doch
waarvan we ons, niet kunnen voorstel
len hoe het nu eigenlijk vertoond werd,
de gebrekkige hulpmiddelen in aan
merking genomen.
En nu hebben we het gezien. En.
geen oogenblik heeft ons dat gebrek
aan techniek „gehinderd". Ilc zeg niet,
dat we af en toe niet onwillekeurig la
chen moesten om de gebrekkigheid,
zoowel wat decoratief betreft als de
kinderlijke voorstelling der toestanden
maar gehinderd heeft het niet, en 't
komt ons na deze vertooning van Es
moreit absoluut niet vreemd meer voor
dat de middeleeuwei's in den volsten
zin des woords van hun tooneel geno
ten en met het voorgestelde volkomen
meeleefde.
De inhoud behoof ik natuurlijk niet
meer te bespreken. Als voorbeeld van
de taal, waarin de „Esmoreit" geschre
ven is, citeer ik de volgende bekoorlijke
„amoureuse" regelen, waarin Esmo
reit zijn liefde voor Damiëtte aan den
Koning, zijn vader, bekent:
Vader here, so biddic hem dan
Den oversten God van den trone,
Dat hi Damiet die scone
Beware boven al dat leeft,
Want si mi opghehouden heeft:
Daer omme eest recht datick minne
Van Damast die jonghe coninghinne,
Damiët dat edel wijf.
Ay God, bewaer haer reine lijfl
Want si es noyael ende goet;
Met rechte dat icse minnen moet
Boven alle die leven op ertyc.
En dadics niet, so haddic onghelvc
Want si es mi van herten vrient.
Het spel was uitmuntend, sober,
getuigend van groote studie niet alleen,
ook van groot kunnen. Vooral de rol
van Damiette werd uitnemend vertolkt.
De Rotterdamsche onderwijzers heb
ben ons de ..Esmoreit" vertoond, zoo
als beroeps-acteurs het bezwaarlijk
verbeteren zouden. Hiervoor onze op
rechte hulde.
Minder kan dit gezegd worden van
Langendijk's Wiskunsten aars", waar
't spel af en toe wel wat veel dilettan
tisme was.
De keuze van dit stuk is m. i. ook
niet bijzonder gelukkig. Uit historisch-
litterair oogpunt mogelijk, doch als
kunstuiting zeer zeker niet.
Maar, de „Esmoreit" is de hoofdzaak
geweest en met de opvoering daarvan
is inderdaad een ding van belang ge
daan op kunstgebied.
v. d. B.
Bennebroek.
Mevrouw P. N. van Doorninck, geb.
Repelaer heeft kennis gegeven namens
het hoofcomité der Amajuba^coilecte,
dat op 27 Februari a. s. (Amajubadag)
langs de huizen ten voordeele der uit
hare woningen verdreven vrouwen en
kinderen der Zuid-Afrikaansche Re
publieken, eetne collecte zal worden
gehouden binnen deze gemeente.
Zandvoort.
Door B. en W. zijn goedgekeurd 2
bouwplannen, en wel één voor het bij
bouwen van eene villa aan de Boule
vard de Favauge en één voor het bou
wen van twee huizen aan de Koster-
straat.
Woensdag a. s. zal alhier langs de
huizen de Amajuba-collecte worden ge
houden.
De heer P. L. de Vries heeft ontslag
genomen als secretaris van de afdee-
ling Zandvoort der Noord-Hollandsche
Vereeniging „Het Witte Kruis".
Binnenland.
Hofbericht.
Voor den dienst bij Hare Majesteit
de Koningin, gedurende haar aan
staand verblijf te Amsterdam zijn aan
gewezen grootmeesteresse baronesse -
Van Hardenbroek van Bergambacht;
dame du palais mevrouw van Loon
Egidius; hofdames van Hare Majesteit
baronesse Rengers; baronesse Sloet v.
Marxveld; jonkvrouwe Snoeck; de op
perkamerheer baron Van Hardenbroek
van Bergambacht; de luitenant-gene
raal chef van hét militaire huis graaf
Dumonceau; de grootmeester van Ha-
rer Majesteits Huis baron Sirtema van
Grovestins; de opperceremoniemeester
baron Van Pallandt Neerfnen; de
hofmaarschalk baron Clifford; de eer
ste stalmeester baron Bentinck; de ka
merheer-ceremoniemeesters baron H.
Taets van Amerongen en jhr. Van de
Poll; de kamerheeren baron Tindal,
baron Roëll en jhr. van den Bosch; de
adjudanten majoor baron Van Tuyll
van Serooskerken en ritmeester jhr.
Van Tets; de ordonnans-officieren le-
luitenant graaf du Monceau en de le-
luitenant Loudon; de heide adjudanten
van den Prins der Nederlanden her
tog van Meckelnburg; de luitenant ter
zee le klasse Zegers Rijser en de le-
luitenant jhr. Van Suchtelen van de
Haare.
Het gevolg van H. M. de Koningin-
Moeder gedurende haar a. s. verblijf
te Amsterdam zal bestaan uit de hof
dames jonkvrouw Van de Poll en ba
ronesse Van Ittersum; den intendant
van Mr. Ms. Huis jhr. De Ranitz en
den kamerheer Ridder Pauw van Wiel-
drecht.
De overige dames en heeren der hof
houding van H. M. de Koningin zullen
ook aan den plechtigen intocht deelne
men.
De Russische bladen bevatten een
dankbetuiging van president Kru-
ger aan 't volk van het Czarenrijk
voor de betoonde milddadigheid,
waardoor de Russisch-Hollandscho
ambulance kon worden uitgerust.
De brief van den Staatspresident
was gericht aan ds. Gillot, als pre-
Feuilleton.
52)
Kom, Claude, ga mee naar
mijn heiligdom. Ik heb heel wat
met je af te handelen. Later vertel
ik jou alles, lieve, dit laatste tot
zijne vrouw.
Claude stond direct op en volgde
haar' oom naar een klein en eenigs
zins tochtig vertrek, waaraan een
klein© serre die met een paar tre
den in den tuin uitkwam. Zij haast
te zich de lamp op te steken en voor
haar' oom een sigaar te vinden..
Dank je, beste kind1, zei die ma
joor, en hij nam plaats in zijn groo-
ten luierstoel.
Je weet dat ik van morgen een
briefje kreeg van Brandon?
Neen, oom, dat wist ik niet.
O, neen nou maar zoo was
'tik ben toen direct naar hem toe
gegaan. Hij vertelde mij eerst dat
hij die opdracht of iets dergelijks
van Lord Shad aangenomen,
en hij denkt ongeveer 10 Novem
ber op reis te gaan.
Dus dat is nu over dirie weken
al, oom.
Hij wou van mij weten, of ik
de voogdij over jou op mij wilde
nemen, gedurende zijn afwezig
heid. Natuurlijk hadden vrij naar
aanleiding hiervan héél wat samen
te bespreken. Die Brandon heeft
aan allerlei kleine bijzonderheden
zelfs gedacht. Ten slotte vertelde
hij mij, dat hij den dag te voren een
stuk had opgemaakt waarin hij elke
cent, door jou vader nagelaten, aan
jou overmaakte. Hij heeft geen sou,
geen sou voor zichzelf gehouden I
waarachtig. Hij zeide dat het zijn
plan altijd geweest was jou al het
geld te laten, maar daar hij op zijn
a. s. expeditie nogal eens aan ge
varen zal worden blootgesteld, heeft
hij besloten alles vast te regelen
vóór zijn vertrek
Maar, oom, viel Claude hem
zenuwachtig in de rede. Ik kan
en wil het niet aannemen. U had
op zijn voorstel niet moeten ingaan;
hij heeft het geld noodig zijn aan
deel er van, bedoel ik. meer noodig
dan ik. O, waarom hebt u er toch
in toegestemd'Zij wrong haar han
den, en liep verdrietig op en neer.
Mijn lieve kind, het was een
uitgemaakte zaak voor hij er een
woord van tegen mij repte. Hij
vreesde dat, ingeval hii daar mocht
omkomen, zijn erfgenamen met
het geld' zouden gaan strijken. Ik
wist wel dat hij je het grootste ge
deelte van het kapitaal zou laten,
maar ik heb nooit gedacht dat hij
alles op jou vast zou zetten. Hij
zegt dat niets hem bewegen zal om
een cent er van te houden. Is er
iets tusschen jelui beiden voorge
vallen Hij scheen te denken dat
je liever onder mijn voogdij zou
willen zijn, dan onder de zijne?
Neen niets, absoluut niets, zei-
de Claude, die weer was gaan zit
ten en nu blijkbaar in gedachten
verzonken was.-Hij is altijd zoo bui
tengewoon aardig en vriendelijk te
gen mij geweest, en ik ben er hem
steeds even dankbaar voor.
Dan weet ik niet wat er aan
hapert, maar haperen doet het, her
nam majoor Selley, de asch van
zijn sigaar kloppende. Er is een
verandering waar te nemen.
Oom. sprak Claude, vastbera
den. Ik moet Ralph Brandon
zien, en zelf met hem praten. Ik
moet het doen. Ik weet iets van
belang dat invloed zal hebben. Ik
zal hem schrijven en hem vragen,
indien mogelijk, morgen vroeg hier
te komen. Ik denk niet dat hij mijn
voorstel van de hand zal wijzen. U
hoeft morgen toch niet uit, oom
lief
Neen, zeker niet, als je liever
hebt dat ik thuis blijf.
Ja, want ik zal er u ook wel bij
noodig hebben. Ik ga direct aan
mijnheer Brandon schrijven.
Goed' zoo, lieve maar ik
twijfel er hard aan of je iets van
hem gedaan zult kunnen krijgen.
Misschien niet. maar ik
moer't probeeren. Ik weet meer
dan hij denkt.
Zij zette zich aan haar schrijftafel
en schreef
Beste voogd,
Als u eenigszins kunt, kom d)an
morgen vroeg even hier. Ik moet u
bepaald spreken.
Vriendelijke groeten
..CLAUDE."
Zij liet dit haar' oom lezen voor
zij het couvert sloot.
Nou, dat zal hem wel hier
brengen, zeide de majoor, met
goedkeurenden lik. En nu beste
kind1, moest je tante alles eens ver
tellen en haar zeggen dat ik erg
moe ben, en even wat wil dutten.
Ja dat zal ik natuurlijk doen.
En Claude begaf zich naar den sar
Ion, waar zij mevrouw Selley druk
aan het handwerken vond. Zij was
alleen Janet was net naar boven
gegaan om eens naar Kate te zien.
Mevrouw Sslley was vol belang
stelling.
Ik heb altijd mijnheer Bran
don graag mogen lijden, zeide zij.
Wat een verschil tusschen hem
en dien neef van hem Het doet mij
bepaald verdriet, want er moet
wel een verborgen reden zijn waar
om hij aldus handelt. Ik begrijp er
niets van. Hij heeft zeker geen al
te pleizierig „leven gehad."
Neen dat zeker niet, hernam
Claude met groote overtuiging, wat
haar tante eenigszins verbaasde.
Maar met geld weg te gooien
krijgt hij het niet beter in de toe
komst. Ik zou haast boos op hern
kunnen worden.
Is dat heusch zoo? zeide me
vrouw Selley, droogjes. Claude,
ik moet je eerlijk zeggen dat je een
raadsel voor mij bent, en mij soms
zelfs irriteert.
Ik riep Claude ten hoogste
verwonderd. Dat spijt mij. Ik
irriteer u toch niet al te dikwijls,
hoop ik?
Neen, lieve, heel zelden maar,
en ik heb ook eigenlijk 't recht
niet met je te kibbelen omdat het
mij aan doorzicht ontbreekt.
Aan doorzicht I herhaalde
Claude.
Ik spreek, geloof ik, in raad
selen je moet het je maar niet
aantrekken, beste kind. zeide me
vrouw Selley lachend. Later zal
ik je alles verklaren. Zou je één
paar briefjes voor mij willen schrij
ven? Ik wou dit handwerk zoo
graag van avond nog afmaken.
Brandon was geenszins verwon
derd, toen hij aan 't ontbijt Clau
de's briefje vond. Hij begreep wel,
dat zij alle moeite zou doen om
hem van zijn besluit af te brengen,
zonder te weten d'at een wettig
stuk heel lastig kan vernietigd
worden.
Hij zag er eenigszins tegenop,
om een onderhoud met haar te heb
ben, toch dacht hij er geen oogen
blik aan om het te vermijden. Het
zou al te pijnlijk voor hem zijn. om