NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem, en Omstreken. Koning Mammon. 18e Jaargang Woensdag 27 Februari 1901. No. 5418 ABONNEMENTSPRIJS Yoor Haarlem per 3 maanden1-20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente), per 3 maanden 1-30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1-65 Afzonderlijke nummers0.02J£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37 n de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIÊN Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regeL i Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Puhlicité Etrangère G. L. DAÜBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3P»* Faubourg Montmartre. Bij dit nummer ont- vangen de geabonneer- den de ex. Ge'ül. Zondagsblad of SpotTOgel, waarop zij geabonneerd zijn en die Zaterdag nog niet wa ren aangekomen. Eerst Maandagmiddag hebben wij de pakken per Tan Gend en Loos ontvangen en gedeeltelijk verzonden, en haasten ons de exein plaren thans uit te geven aan hen, die ze nog niet ontvangen hebben. DE ADMINISTRATIE. Haarlem's Dagblad van 27 Febr. bevat o. a. Botha ontsnapt in de richting van Komatipoort, Dnitschland en Rusland, Het antwoord van den heer Hugenholtz. Politiek Overzicht. Al is het ook. waar, dat het er in den loop van den oorlog reeds meer malen. slecht heeft uitgezien en die berichten van verpletterende ne derlagen vinnig op elkaar gesta peld werden, het heeft er tooh zel den zoo donker uitgezien als nu, al moet ook alles eerst noe officieel bevestigd w orden eer men het als waar kan aannemen. Zoo ook dat niet te gelooven be richt van Botha's geneigdheid om met Kitchener te onderhandelen. Het laatste nieuws is over De Wet, door de Daily Mail" ontvan gen uit Hopetown en luidt dat De Wet, na een vergeefsche poging om de Brakrivier over te trekken bij Klipdrift en de Oranjerivier bij Readsdrift en Marksdrift, langs den oever van de Oranjerivier trok met één pompom en een kanon, en te genover Kamoeldrift een laager be trok. Met het aanbreken van den dag verliet Plumer Weigevonden, 22 mijlen ten Oosten van het Boe- renkamp, bewoog zich in Noord oostelijke richting en viel den vij "and aan bij Zuurgathij maakte 40 gevangenen. De vervolging wordt voortgezet. In den namiddag trok ken de Boeren naar Hopetown, te gen den avond' kreeg de voorhoede den vijand in het zicht, die een kamp had betrokken buiten het bereik onzer kanonnen. Kolonel Owen chargeerde de plaats waar hij vermoedde dat de Bóeren-artillerie stond; hij maakte zich geheel van haar meesterzij bestond uit een 15-ponder en een pompom. De vijand' vluchtte en liet de gezadelde paarden en de volle kookketels achter. Volgens de laatste berichten zijn slechts 400 Boeren de Oranje-rivier naar het noorden overgetrokken. De rivier is zeer gerezen. Maar, zooals we reeds zeiden, wile oorlogsberichten moeten eerst nog bevestigd worden en van over drijving en onjuistheid gezuiverd. Men weet, hoe licüt het verblinde Albion zich om den tuin laat lei den. We hebben het gezien inder tijd bij de berucht geworden En- gelsche overwinningstelegrammen ten tijde van de Parlementsverkie zing. En zich sceptisch stellend tegen over het laatste oorlogsnieuws uit Engelsche bron. vraagt men zich af, of deze berichten verband kun nen honden met binnenlandsche politieke aangelegenheden. 't Schijnt wel zoo. Ze zouden b. v. in verband kun nen staan met geruchten over on- eenigheid in het Kabinet (ten. op zichte van de> Zuid-Afrik a-politiek natuurlijk.) Evenals de oorlogsberichten edschen ook deze geruchten nog .na dere bevestiging, maar een verband tusschen die twee zaken zou toch zoo heel onmogelijk niet zijn. Het schijnt op 't oogenblik nogal te spannen tusschen Rusland en Dnitschland. Dat is ook al mee een staartje van den Transvaal-oorlog. Rusland kan volstrekt de Duitsche vriendschap voor En vel and niet goed zetten, en ook over Duitsch- lands politiek in China is R-usLand lang niet gesticht. Maar vooral de hangend'e kwes tie der graanrechten doet het hem tegenwoordig. De Pruisische afgevaardigde Th. Barth heeft in een Duitsch tijd schrift naar aanleiding van een scherp artikel in een Russisch blad, dat zelfs door 't officieele Russische orgaan was overgenomen, een en ander over den toestand in 't licht gesteld. Vooral op de Russisch- Amerikaansche tolkwestie, waar van men in Russische regeerings- kringen aan Duitschland de schuld geeft, legt hij den nadruk. Hij zegt: ,,Aan goede betrekkingen met de Vereenigde Staten hecht men hier de grootste waarde-, niet alleen uit een politiek oogpunt, maar vooral ook om economische redenen. Die betrekkingen werden op vele wijzen bevorderd.Men verheugde zich reeds over den steeds toenemen den in voer van Amerikaansche ijzer- en staal waren. Men hoopte daarbij, dat langzamerhand ook de Russi sche uitvoer naar de Vereenigde Staten eenigszins van belang zou worden, maar voorald'at op grond van verlevendiging der handelsbe trekkingen ten slotte ook de Ame rikaansche geldmarkt voor Russi sche leeningen zou worden ge opend en dat men daarin metter tijd een equivalent zou kunnen vinden voor de Fransche markt die, gelijk met weet, in den laatsten tijd meermalen niet aan de ver wachtingen heeft beantwoord. ,,In dit streven had men in d'en laatsten tijd' reeds mooie vorderin gen gemaakt. In Oost-Azië vond! vond men een grondslag voor po litieke toenadering tot de Vereenig de Staten, de Amerikaansche in voer in Rusland nam steeds toe en in de suiker had' men een product gevonden dat geschikt was om in steeds grootere hoeveelheden naar Amerika te worden uitgevoerd. „Dit alles is nu door de tolquaes- tie tot stilstand gekomen. Dat die quaestie ook de politieke entente zal verstoren is zeer onwaarschijn lijk maar dat zij op economisch gebied zeer onaangenaam wordt ge voeld, behoeft geen nader betoog, want de bemoeilijking van den Amerikaanschen invoer in Rusland zou aan gene zijde van den Oceaan zeer veel verbittering teweegbren gen en zelfs wanneer de quaestie spoedig wordt bijgelegd, zal deze maatregel toch nog lang nawerken. „Zooals reeds gezegd, m,en stelt Duitschland hier verantwoordelijk voor de tol-rruaestie met Amerika. In hoever d'at juist is. durf ik niet onderzoeken. Hier houdt men zich daaraan vast, dat de klachten en betoogen van d'e Duitsche suiker- producenten. welke door den Duit- schen gezant aan de Washington- sche regeering zijn voorgelegd, de naaste aanleiding waren tot het in voeren van het compensatierecht op Russische suiker." Buitenlandsch Nieuws. Koning Edward VII. Maandag te 9£ uur kwamen Kei zer Wilhelm en Koning Edward VII te Cronberg aan en werden ontvan gen door de kroonprinses van Grie kenland, en den prins en prinses Fred'erich Karl van Hessen. Na hartelijke begroetingen en onder geestdriftige toejuichingen der me nigte, die zich aan het station en langs de straten hadden opgesteld, werd de tocht per slede naar Frie- derichshof ondernomen. Beter meuws. Er is eensklaps beter nieuws ko men opdagen, waarschijnlijk ver traagde telegrammen, d'ie weer een heel anderen kijk op den oorlogs toestand geven. Een Reu ter-bericht uit Pretoria meldt, dat «Potha met 2000 man aan de vervolging van French is ontsnajpt en opgerukt in de rich ting van Komatipoort. Een ander Reuter-telegram luidt De Wet en Steyn zijn gisteren den spoorweg overgetrokken ten noorden van Krankuil, ten Zuiden van Oranjerivier station. De rivier wies gisteren 5 voetnaar gemeld wordt regent het nog steeds hevig, wat beteek ent, dat de Boeren de ri vier niet kunnen overtrekken. Zii worden dicht achtervolgd door Thornycroft's bereden infanterie, die gisteren per spoor uit De Aar vertrok. Verschillende andere com mando's trekken, uit verschilleinde richtingen op De Wet samen. Een reusachtige Staaltrust. Dinsdag is te New-York de acte van oprichting gepubliceerd van een „United States Steel corpora tion" dit is een reusachtige com binatie van Morgan en Carnegde. Hert geheele nominale aand'eeleuka- pitaal tot de uitgave, waarvan machtiging verleend is van deze trust, is 3000 dollars, verdeeld in 30 aandeel en van 100 dollars per stuk doch het kapitaal kan ieder oogenblik worden uitgebreid. De „Herald" meldt, dat de ge combineerde jaarlijksche winsten der maatschappijen, die te zamen deze corporatie vormen, meer don honderd millioen dollars bedragen, en dat het geheele aandleelenkapi taal van die maatschappijen meer dan elfhonderd millioen dollars be loopt. Stadsnieuws Haarlem, 26 Febr. 1901. I sm< roit. Bij de meeste toeschouwers, die Za terdagavond de opvoering van het abel spel van Esmoreit., sconincs sone van Ceciliën zijn gaan bijwonen, zal de juiste stemming wel aanwezig zijn geweest, n.l. een soort curiositeits- stemining met veel piëteit, liet was goed, dat Dr. Schepers vóór af bij wijze van inleiding het een en ander vertelde van de primitieve too- neel-techniek- die den „ghesellen van den Spele" in de middeleeuwen ten dienst stond en ons, 19e en 20e eeuwers opwekte om, evenals de tijdgenooten van den auteur van Esmoreit zelf, door middel van onze phantasie aan te vul len wat ontbrak. Of het geheele auditorium heit meet Dr. Schepers eens was toen hij over onze moderne tooneel-techniek den staf brak en beweerde dat die de aan dacht vaak zoo storend afleidt, betwij fel ik. Maar het kan mijn bedoeling natuurlijk niet wezen hierover thans te twisten. Geheel eens zal wel ieder het ge weest zijn met Dr. Schepers, toen hij sprak over de kinderlijke naiveirit. de geest van kinderlijken eenvoud, die die abele spelen en Esmoreit in het bijzonder, ademen, en toen het scherm gevallen was, zal wel ieder iets ge voeld hebben van de groote bekoring dier frissche, vriendelijke, zonnige kinderlijkheid. Want dat vóóral is het wat ons moderne menschen, die overal raad voor weten met onze uitgebreide technische kermis, die sceptisch staan tegenover sprookje en wonderland, en die zoo bij uitstek en vooral praktisch beredeneerd en verstandig willen we zen, treft. En dddrom omdat we onzen geest wel eens willen verfrisschen in een bad van lieve naïveteit en kinder lijk het kinderlijke wel eens willen genieten, dddrom moeten we m. i., wanneer een stuk als Esmoreit ge speeld wordt, gaan zien. Behalve, dat we natuurlijk gaarne willen zien „ver- toonen" een middeleeuwsch spel, waar van we zooveel gehoord hebben, doch waarvan we ons, niet kunnen voorstel len hoe het nu eigenlijk vertoond werd, de gebrekkige hulpmiddelen in aan merking genomen. En nu hebben we het gezien. En. geen oogenblik heeft ons dat gebrek aan techniek „gehinderd". Ilc zeg niet, dat we af en toe niet onwillekeurig la chen moesten om de gebrekkigheid, zoowel wat decoratief betreft als de kinderlijke voorstelling der toestanden maar gehinderd heeft het niet, en 't komt ons na deze vertooning van Es moreit absoluut niet vreemd meer voor dat de middeleeuwei's in den volsten zin des woords van hun tooneel geno ten en met het voorgestelde volkomen meeleefde. De inhoud behoof ik natuurlijk niet meer te bespreken. Als voorbeeld van de taal, waarin de „Esmoreit" geschre ven is, citeer ik de volgende bekoorlijke „amoureuse" regelen, waarin Esmo reit zijn liefde voor Damiëtte aan den Koning, zijn vader, bekent: Vader here, so biddic hem dan Den oversten God van den trone, Dat hi Damiet die scone Beware boven al dat leeft, Want si mi opghehouden heeft: Daer omme eest recht datick minne Van Damast die jonghe coninghinne, Damiët dat edel wijf. Ay God, bewaer haer reine lijfl Want si es noyael ende goet; Met rechte dat icse minnen moet Boven alle die leven op ertyc. En dadics niet, so haddic onghelvc Want si es mi van herten vrient. Het spel was uitmuntend, sober, getuigend van groote studie niet alleen, ook van groot kunnen. Vooral de rol van Damiette werd uitnemend vertolkt. De Rotterdamsche onderwijzers heb ben ons de ..Esmoreit" vertoond, zoo als beroeps-acteurs het bezwaarlijk verbeteren zouden. Hiervoor onze op rechte hulde. Minder kan dit gezegd worden van Langendijk's Wiskunsten aars", waar 't spel af en toe wel wat veel dilettan tisme was. De keuze van dit stuk is m. i. ook niet bijzonder gelukkig. Uit historisch- litterair oogpunt mogelijk, doch als kunstuiting zeer zeker niet. Maar, de „Esmoreit" is de hoofdzaak geweest en met de opvoering daarvan is inderdaad een ding van belang ge daan op kunstgebied. v. d. B. Bennebroek. Mevrouw P. N. van Doorninck, geb. Repelaer heeft kennis gegeven namens het hoofcomité der Amajuba^coilecte, dat op 27 Februari a. s. (Amajubadag) langs de huizen ten voordeele der uit hare woningen verdreven vrouwen en kinderen der Zuid-Afrikaansche Re publieken, eetne collecte zal worden gehouden binnen deze gemeente. Zandvoort. Door B. en W. zijn goedgekeurd 2 bouwplannen, en wel één voor het bij bouwen van eene villa aan de Boule vard de Favauge en één voor het bou wen van twee huizen aan de Koster- straat. Woensdag a. s. zal alhier langs de huizen de Amajuba-collecte worden ge houden. De heer P. L. de Vries heeft ontslag genomen als secretaris van de afdee- ling Zandvoort der Noord-Hollandsche Vereeniging „Het Witte Kruis". Binnenland. Hofbericht. Voor den dienst bij Hare Majesteit de Koningin, gedurende haar aan staand verblijf te Amsterdam zijn aan gewezen grootmeesteresse baronesse - Van Hardenbroek van Bergambacht; dame du palais mevrouw van Loon Egidius; hofdames van Hare Majesteit baronesse Rengers; baronesse Sloet v. Marxveld; jonkvrouwe Snoeck; de op perkamerheer baron Van Hardenbroek van Bergambacht; de luitenant-gene raal chef van hét militaire huis graaf Dumonceau; de grootmeester van Ha- rer Majesteits Huis baron Sirtema van Grovestins; de opperceremoniemeester baron Van Pallandt Neerfnen; de hofmaarschalk baron Clifford; de eer ste stalmeester baron Bentinck; de ka merheer-ceremoniemeesters baron H. Taets van Amerongen en jhr. Van de Poll; de kamerheeren baron Tindal, baron Roëll en jhr. van den Bosch; de adjudanten majoor baron Van Tuyll van Serooskerken en ritmeester jhr. Van Tets; de ordonnans-officieren le- luitenant graaf du Monceau en de le- luitenant Loudon; de heide adjudanten van den Prins der Nederlanden her tog van Meckelnburg; de luitenant ter zee le klasse Zegers Rijser en de le- luitenant jhr. Van Suchtelen van de Haare. Het gevolg van H. M. de Koningin- Moeder gedurende haar a. s. verblijf te Amsterdam zal bestaan uit de hof dames jonkvrouw Van de Poll en ba ronesse Van Ittersum; den intendant van Mr. Ms. Huis jhr. De Ranitz en den kamerheer Ridder Pauw van Wiel- drecht. De overige dames en heeren der hof houding van H. M. de Koningin zullen ook aan den plechtigen intocht deelne men. De Russische bladen bevatten een dankbetuiging van president Kru- ger aan 't volk van het Czarenrijk voor de betoonde milddadigheid, waardoor de Russisch-Hollandscho ambulance kon worden uitgerust. De brief van den Staatspresident was gericht aan ds. Gillot, als pre- Feuilleton. 52) Kom, Claude, ga mee naar mijn heiligdom. Ik heb heel wat met je af te handelen. Later vertel ik jou alles, lieve, dit laatste tot zijne vrouw. Claude stond direct op en volgde haar' oom naar een klein en eenigs zins tochtig vertrek, waaraan een klein© serre die met een paar tre den in den tuin uitkwam. Zij haast te zich de lamp op te steken en voor haar' oom een sigaar te vinden.. Dank je, beste kind1, zei die ma joor, en hij nam plaats in zijn groo- ten luierstoel. Je weet dat ik van morgen een briefje kreeg van Brandon? Neen, oom, dat wist ik niet. O, neen nou maar zoo was 'tik ben toen direct naar hem toe gegaan. Hij vertelde mij eerst dat hij die opdracht of iets dergelijks van Lord Shad aangenomen, en hij denkt ongeveer 10 Novem ber op reis te gaan. Dus dat is nu over dirie weken al, oom. Hij wou van mij weten, of ik de voogdij over jou op mij wilde nemen, gedurende zijn afwezig heid. Natuurlijk hadden vrij naar aanleiding hiervan héél wat samen te bespreken. Die Brandon heeft aan allerlei kleine bijzonderheden zelfs gedacht. Ten slotte vertelde hij mij, dat hij den dag te voren een stuk had opgemaakt waarin hij elke cent, door jou vader nagelaten, aan jou overmaakte. Hij heeft geen sou, geen sou voor zichzelf gehouden I waarachtig. Hij zeide dat het zijn plan altijd geweest was jou al het geld te laten, maar daar hij op zijn a. s. expeditie nogal eens aan ge varen zal worden blootgesteld, heeft hij besloten alles vast te regelen vóór zijn vertrek Maar, oom, viel Claude hem zenuwachtig in de rede. Ik kan en wil het niet aannemen. U had op zijn voorstel niet moeten ingaan; hij heeft het geld noodig zijn aan deel er van, bedoel ik. meer noodig dan ik. O, waarom hebt u er toch in toegestemd'Zij wrong haar han den, en liep verdrietig op en neer. Mijn lieve kind, het was een uitgemaakte zaak voor hij er een woord van tegen mij repte. Hij vreesde dat, ingeval hii daar mocht omkomen, zijn erfgenamen met het geld' zouden gaan strijken. Ik wist wel dat hij je het grootste ge deelte van het kapitaal zou laten, maar ik heb nooit gedacht dat hij alles op jou vast zou zetten. Hij zegt dat niets hem bewegen zal om een cent er van te houden. Is er iets tusschen jelui beiden voorge vallen Hij scheen te denken dat je liever onder mijn voogdij zou willen zijn, dan onder de zijne? Neen niets, absoluut niets, zei- de Claude, die weer was gaan zit ten en nu blijkbaar in gedachten verzonken was.-Hij is altijd zoo bui tengewoon aardig en vriendelijk te gen mij geweest, en ik ben er hem steeds even dankbaar voor. Dan weet ik niet wat er aan hapert, maar haperen doet het, her nam majoor Selley, de asch van zijn sigaar kloppende. Er is een verandering waar te nemen. Oom. sprak Claude, vastbera den. Ik moet Ralph Brandon zien, en zelf met hem praten. Ik moet het doen. Ik weet iets van belang dat invloed zal hebben. Ik zal hem schrijven en hem vragen, indien mogelijk, morgen vroeg hier te komen. Ik denk niet dat hij mijn voorstel van de hand zal wijzen. U hoeft morgen toch niet uit, oom lief Neen, zeker niet, als je liever hebt dat ik thuis blijf. Ja, want ik zal er u ook wel bij noodig hebben. Ik ga direct aan mijnheer Brandon schrijven. Goed' zoo, lieve maar ik twijfel er hard aan of je iets van hem gedaan zult kunnen krijgen. Misschien niet. maar ik moer't probeeren. Ik weet meer dan hij denkt. Zij zette zich aan haar schrijftafel en schreef Beste voogd, Als u eenigszins kunt, kom d)an morgen vroeg even hier. Ik moet u bepaald spreken. Vriendelijke groeten ..CLAUDE." Zij liet dit haar' oom lezen voor zij het couvert sloot. Nou, dat zal hem wel hier brengen, zeide de majoor, met goedkeurenden lik. En nu beste kind1, moest je tante alles eens ver tellen en haar zeggen dat ik erg moe ben, en even wat wil dutten. Ja dat zal ik natuurlijk doen. En Claude begaf zich naar den sar Ion, waar zij mevrouw Selley druk aan het handwerken vond. Zij was alleen Janet was net naar boven gegaan om eens naar Kate te zien. Mevrouw Sslley was vol belang stelling. Ik heb altijd mijnheer Bran don graag mogen lijden, zeide zij. Wat een verschil tusschen hem en dien neef van hem Het doet mij bepaald verdriet, want er moet wel een verborgen reden zijn waar om hij aldus handelt. Ik begrijp er niets van. Hij heeft zeker geen al te pleizierig „leven gehad." Neen dat zeker niet, hernam Claude met groote overtuiging, wat haar tante eenigszins verbaasde. Maar met geld weg te gooien krijgt hij het niet beter in de toe komst. Ik zou haast boos op hern kunnen worden. Is dat heusch zoo? zeide me vrouw Selley, droogjes. Claude, ik moet je eerlijk zeggen dat je een raadsel voor mij bent, en mij soms zelfs irriteert. Ik riep Claude ten hoogste verwonderd. Dat spijt mij. Ik irriteer u toch niet al te dikwijls, hoop ik? Neen, lieve, heel zelden maar, en ik heb ook eigenlijk 't recht niet met je te kibbelen omdat het mij aan doorzicht ontbreekt. Aan doorzicht I herhaalde Claude. Ik spreek, geloof ik, in raad selen je moet het je maar niet aantrekken, beste kind. zeide me vrouw Selley lachend. Later zal ik je alles verklaren. Zou je één paar briefjes voor mij willen schrij ven? Ik wou dit handwerk zoo graag van avond nog afmaken. Brandon was geenszins verwon derd, toen hij aan 't ontbijt Clau de's briefje vond. Hij begreep wel, dat zij alle moeite zou doen om hem van zijn besluit af te brengen, zonder te weten d'at een wettig stuk heel lastig kan vernietigd worden. Hij zag er eenigszins tegenop, om een onderhoud met haar te heb ben, toch dacht hij er geen oogen blik aan om het te vermijden. Het zou al te pijnlijk voor hem zijn. om

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1