NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezeri Dagblad, in Haarlem, en Omstreken.
OE FEESTWEEK IN AMSTERDAM
Anne Hora.
18e Jaargang
Zaterdag 9 Maart 1901.
No. 5427
HAARLEM'S DA0BLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02J4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37%
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Yan 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer" 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak big de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Kedactie 600. Telofoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Burean A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 9 Maart
bevat o.a.
Boeren die over den vrede on
derhandelen Gelukkig Enge
land, De Feesfrvreek in Amsterdam,
Brief uit Lorenzo Marquez.
Adverteratlën
VOOE HET
Zaierdagavondnummer.
Meermalen, zijn wij tot ons leedwe
zen genoodzaakt Advertentiën af te
wijzen voor het Zaterdagavondnum-
mer, die des Zaterdagsmorgens pas
worden bezorgd.
Wil men zeker zijn van de plaatsing,
dan is inzending op Vrijdagavond noo-
dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad
vertenties of familieberichten, die
moeilijk vooraf kunnen worden inge
leverd.
DE ADMINISTRATIE.
Politiek Overzicht.
Nu de vlieger van Botha's vredes
onderhandelingen maar een heel
klein beetje is opgegaan, laat men
blijkbaar een ander proefballonne
tje op. Uit Pretoria wordt nl. uit
Engelsche bron verzekerd, dat daar
een „meer hoopvolle stemming"
heersoht wat betreft een. spoedig
ei-ndle van dien. oorlog, en dlat de
Boeren waarschijnlijk bet initiatief
zullen nemen om vredesvoorwaar
den te bedingen.
Welja, nu niet Botha of d'e Wet.
maar nu de Boeren en compagnie.
Waarom, ook niet? Een leugen
meer of minder doet weinig ter za
ke. Het Engelsche publiek schijnt
zoo verblind, dat het wonderlijkste
zelfs niet meer-verbaast. Al kwam
er morgen een telegram waarbij
vermeld werd dat de Boeren alle
maal tegelijk overal de geweren
hadden weggeworpen en 't strijden
geslaakt dan zou het misschien
nóg geloofd' worden
Maar, zoover zijn we nog niet.
De correspondent, die 't bericht
de wereld instuurde, moet erken
nen, dat er nog geen enkel bewijs
kan worden aangevoerd, d'at de
Boeren-commandanten te velde zich
spoedig zullen overgeven. Het is
slechts de loop der gebeurtenissen.,
d'ie een schemering van hoop geeft
voor een spoedig eind'e, zegt hij.
't Is grappig, d'at tegelijkertijd
uit Kaapstad bericht is gekomen
dat 300 Boeren Aberdeen aanvielen.
Natuurlijk staat er bij vermeld d'at
ze werden teruggedreven en de En-
gelschen „geen verliezen" leden.
Dat kennen we.
Die 300 Boeren doen toch zeker
voortoopig aan do vredesonderhan
deling-en niet mee.
Nad'at De Wet de Oranjerivier
was overgetrokken, aldus luidt dit
Reuter-telegram verder, begaf hij
zich noordwaarts, in de richting
van Philippolis. De verkenners van
Malan, die klaarblijkelijk afgezon
den zijn door De Wet's troepen
macht, vuurden gisteren op een
trein, bij Brojespoort, doch werden
teruggedreven door de Australische
troepen die in den trein waren.
Een kleine afdeeling Boeren deed
den 3en Maart een. inval in Pella
(in de Kaapkolonie, op de grens
van Kenhardt en Namaqualand,
dicht bij de grens van' Damara-
land) en maakte vier gevangenen.
En blijkens een telegram van Kit
chener wordt Lichtenburg aange
vallen door de troepen van De la
Rey. Het gevecht zegt Kitchener,
(duurde den geheel en dag voort.
Twee Engelsche officieren werden
gedood'. Het garnizoen van Lichten
burg bestaat uit 500 man met 2 ka
nonnen. Kitchener zendt verster
kingen.
Allemaal Boeren, die nog niet
over den vred'e willen onderhan
delen.
Buitenlandsch Nieuws.
Gelukkig Engeland.
In het huidig Engeland, welks alge-
meene maatschappelijke gelukzalig
heid, óók voor het individu, bij gele
genheid van den dood van koningin
Victoria nog weer eens luide door de
Tory-pers is geadverteerd, en dat
f 600.000 voor één gesneuvelden Boer
kan betalen, zijn in de hoofdstad al
leen verleden jaar acht-en-zestig men-
schen den hongerdood gestorven. Dit
cijfer is ontleend aan een officieel rap
port ten dienste van het Lagerhuis,
maar omvat enkel de bij gerechtelijk
onderzoek vastgestelde gevallen. De
68 worden in het verslag gesplitst in
ongelukkigen, wier dood is toe te schrij
ven geweest aan-absolute uithongering
en in die, wier overlijden door, gebrek
bespoedigd is.
Middeleeuwsciie manier.
Te Wiek op Rügen kwam dezer da
gen de Rittergutsbesitzer von Platen
den hoofdonderwijzer in school uit
schelden, omdat deze geweigerd had
een paar jongens verlof te geven om
met hem op de vossenjacht te gaan.
De onderwijzer gooide den indringer
de deur uit, toen hij hem te lijf wilde.
Kort daarop kwam von Platen van zij u
landgoed terug met een aantal arbei
ders en beambten, die de huisdeur
openbraken, den onderwijzer overman
den en hem gebonden op een slede naar
het districtshoofd te Altenkirchen
brachten. Het districthoofd kon echter
geen vrede hebben met de middeleeuw-
sche opvattingen van den heer von Pla
ten, stelde den onderwijzer in vrijheid
en gaf het geval bij de overheid aan.
Algemeene berichten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA
In een retrospectieve beschouwing
over de jacht op De Wet, komt Reuter's
correspondent te Colesberg tot de vol
gende slotsom: „Men zegt dat De Wet
misschien 9 KM. meer aflegde dan de
beste Engelsche colonne. Generaal
Plurner bleef den invaller op het spoor
tot hij van uitputting de vervolging
aan anderen moest overlaten. In
de jacht die toen volgde, onderscheid
den zich de Victorianen; de Boeren wa
ren zoo' gedemoraliseerd, dat 3000 man
zich lieten vervolgen door 60 Engel-
schem. Generaal Plumer's troepen
kwamen Hopetown binnen in uitge-
putten en uitgehongerden toestand. De
generaal, die wat bijkwam, ging te
Springfontein in den trein en was weer
klaar om den vijand ten noorden van
de rivier te ontmoeten. Andere bevel
hebbers troffen hun maatregelen en
op den laatsten dag liep er een inslui
tingsgordel langs de geheele Zeekoe
rivier tot een punt ongeveer 24 KM.
zuidelijk en vandaar naar de wagen-
brug van Colesberg. De Wet hield zich
dicht langs de rivier, met bewonderens
waardige handigheid inziende welken
weg hij moest inslaan."
De heer Labouchère verhaalt in
„Truth" iets van het in het Lagerhuis
voorgevallene dat geen Engelsche cou
rant volledig heeft durven publicee-
ren.
De Iersche afgevaardigde Dillon be
toogde dat er in elke krijgsmacht
menschen zijn die geen eergevoel heb
ben en dat zulke menschen niet alleen
en zelfs niet voornamelijk bij de Boe-
renmacht voorkomen. Integendeel.
Ten bewijze daarvan las hij een brief
van een Engelsch geneesheer voor, die
door generaal Olivier gevangengeno
men was. Den volgenden dag be
klaagde hij zich bij generaal Olivier,
dat hij als generaal gevangen gehou
den werd, waarop hij oogenblikkelijk
van een paard voorzien werd en vrij
werd gelaten.
Deze „man van eer" blufte er in
dien brief verder op dat hij brieven
voor Engelsche generaals bij zich had
en deze toen hij bij de Engelschen
terugkwam had afgeleverd!
Natuurlijk is dit een verachtelijke
wijze van misbruik maken van de
voorrechten aan geneesheeren en
Roodekruis-beambten verleenden zou
den de Boeren daarna gerechtigd zijn
geweest te weigeren Engelsche doc
toren als non-combattanten te beschou
wen. Doch hoe werd het voorlezen
van dien brief door de phalanx van
Chamberlain ontvangen? Met geroep
van „goede man brave manen
luid applaus 1 Een sprekend bewijs
dat de Chamberlain-clique al evenveel
gevoel van eer heeft als die genees
heer,
Terwijl de pest zich te Kaapstad uit
breidt op 1 Maart luidde de officieele
opgaaf: 21 gevallen en 7 sterfgevallen,
maar het aantal is ongetwijfeld groo-
ter en ook in den omtrek van Kaap
stad gevallen aangegeven zijn, komt
nu uit Australië weer het bericht, dat
te Adelaide een geval van pest voorge
komen is.
De po'kken-epid'emie te Glasgow heeft
een groote uitbreiding gekregen. Gis-
teren 42 nieuwe gevallen (het grootste
aantal sedert het uitbreken van de
ziekte) en 2 sterfgevallen. In 't geheel
zijn er 159 menschen aan pokken ge
storven en 435 lijders liggen in het hos
pitaal.
Te Charlottenhurg, de voorstad van
Berlijn, die zich in de laatste jaren zoo
sterk heeft ontwikkeld, zijn 1 1/2 jaar
geleden schoolartsen bij wijze van
proef aangesteld. Uit het rapport dier
deskundigen is gebleken hoe noodig
het bestaan van zulk een geneeskundig
toezicht is. Zij hebben bevonden dat
-aan de gemeentelijke scholen van elke
100 jongens slechts 24, van elke 100
meisjes slechts 19 volkomen gezond
waren, terwijl hij beide geslachten 4
pet. in slechten, 2 pCt. in zeer middel-
matigen toestand verkeerden. Voor 21
pet. der jongens en 19 pet. der meisjes
werd geregeld geneeskundig toezicht
noodig geacht. De leerlingen werden
ook gewogen en na een jaar bleek het,
gewicht af te wisselen tusschen 1/4 kilo
minder tot 6 kilo meer. Gemiddeld
het bij de jongens ruet 1 tot 4 kilo, bij
de meisjes van 1 tot 3 1/2 kilo.
De Gemeenteraad heeft in het ver
slag aanleiding gevonden om school
artsen blijvend aan te stellen en wel
op een jaarwedde van 900 mark.
„Die Zukunft" verzekert, dat de
rijkskanselier graaf Von Biilow zijn
waardigheid denkt neer te leggen, in
dien hij niet in staat zal blijken, zijn
beloften aan de agrariërs van verhoo
ging der graanrechten na te komen
(Van onzen specialen
7 Maart.
.AANBIEDING DER GESCHENKEN.
Door alle dames en heeren der hof
houdingen omringd namen de Koning
in en de Prins-Gemaal, naast wie de
Koningin-Moeder en de Hertog-Regent
hadden plaats genomen, de geschen
ken en huldeblijken in ontvangst.
H. M. droeg een fraai licht-blauw
toilet, de Prins was in marine uniform
Koningin Emma verscheen in een paarl
grijs kleed.
Successievelijk werden de deputatiën
in de Troonzaal binnen gelaten, en
aan de Vorstelijke familie voorgesteld
door Baron Tindal, Kamerheer van
dienst. Voor elke commissie voerde-
de voorzitter het woord, Het eerst was
het comité voor het nationaal geschenk
aan de beurt, uit welks naam de bur
gemeester der hoofdstad H. M. toe
sprak.
De Koningin aanvaardde het kost
baar geschenk der natie met groote
dankbaarheid. Zij verklaarde diep tre-
troffen te zijn door dit hernieuwd blijk
van de aanhankelijkhëid en liefde
van het volk de waarde van het schit
terend cadeau werd voor Haar niet
weinig verhoogd door het feit, dat men
met onbekrompen hartelijkheid uit alle
standen, er toe had bijgedragen. Het
schitterend huldeblijk zou H. M.
garisch haar leven een dierbaar aan
denken blijven aan de schoonste da
gen van Haar leven. Zij verzocht den
Burgemeester en het hoofdcomité, ook
uit naam van den Prins der Nederlan
den, Haar diep gevoelden dank te ui
ten aan alle comissies, die tot het na-
tionaal huldeblijk hadden meegewerkt,
en hoopte dat door deze commissiën
die dank ook het gansche Nederland-
sche volk zou bereiken.
Toen volgden de deputatiën van le
ger, marine, schutterij en daarna die
van de stad Amsterdam; vervolgens al
de overige commissiën.
Op alle toespraken antwoordde de
Koningin met eenige; zeer gelukkig ge
kozen en hartelijke woorden. Speciaal
aan de militaire deputatiën uitte Zij
Haar bijzondere erkentelijkheid voor
de blijken van genegenheid, ook bij
deze heugelijke gelegenheid ontvan
gen van leger, vloot en schuit, op wier
steun en liefde Oranje te allen tijde
had mogen rekenen en waarin Zij, ne
vens de trouw en aanhankelijkheid
van het volk, de hechtste waarborgen
bleef vinden voor Troon e<n Vaderland.
Aan den Burgemeester van Amster
dam verzekerde H. M. dat Zij, door de
ontvangst in de Hoofdstad opnieuw
overtuigd van de groote liefde der be
volking voor Haar en Haar huis, het
prachtige geschenk in hooge mate op
prijs stelde, niet enkel om de sierlijk
heid en hooge waarde, maar vooral
om de gevoelens die bij de aanbieding
voorzaten.
Zij verzocht den heer Vening Mei-
nesz ook haar tolk te zijn tegenover
de Amsterdamsche burgerij.
En zoo richtte de Koningin onver
moeid, welsprekende woorden tot elke
deputatie. Den vertegenwoordigers der
buitenlandsche koloniën van Neder
landers verzekerde H. M. dat zij in zeer
hooge mate apprecieerde, dat Haar on
derdanen in de vreemde blijkbaar ook
hartelijk deelnamen in Haar geluk.
Met eenige recht lieve woorden nam
de Vorstin het geschenk van de twee
Goesche weesmeisejs aan en zeide, dat
Zij het zeer lief van haar vond, dat
zij zich zooveel arbeid hadden getroost
en zelf wax*en gekomen om haar mooi
werk aan te bieden.
De Koningin gaf allen die geschen
ken en huldeblijken kwamen aanbie
den, de hand. De Prins volgde dit voor
beeld, tex*wijl Hij steeds buigend Zijn
instemming toonde met de altijd even
hartelijke en juist gekozen woorden
Zijner Gemalin.
OP DE INDISCHE TENTOON
STELLING.
De hier uit onzen archipel bijeenge
brachte voorwexpen zijix voor het
grootste deel afkomstig van de inzen
ding onzer regeering op dePax*ijsche
tentoonstelling, en overigens in bruik
leen afgestaan door de „Maatschappij
voor natuux'kxxxxdig ondeTZoek in Ne-
derlandsch-Indië", het genootschap
Natura Artis Magistra, het Utrecht-
sche zendingsgenootschap en eenige
particulieren. Deze tentoonstelling, die
ongetwijfeld veler belangstelling zal
opwekken, wordt eerst Maandag a. s.
officieel geopend. Men verzocht ons
daax'om van het tentoongestelde zelve
nog te zwijgen. Maar zeker mogen wij
toch reeds mededeelen, dat de verza
meling, over 7 vertrekken verdeeld,
op eene wijze geordend is, die het over
zicht zeer vergemakkelijkt. De bas-re-
liefs van den Boro-Boedoer zijn in de
grootste der 7 zalen afzonderlijk langs
de wandexx geplaatst.* Er is een over
vloed van licht en alle voorwerpen,
kaarten, grafische voorstellingen, dirbn-
stexs van cultuurgewas en producten,
van Indische kunst en kunstnijverheid,
zijn zeer nabij te beschouwen.
De commissie, die deze expositie voor
bereidde en organiseerde, telt 8 leden,
de heeren: N. P. van den Berg, J. H. v.
Eeglien, W. J. Geertsema, dx*. H. F. R.
Hubrecht, prof. Max Weber, J. W.
Yzerman, C. W. Pleyte en J. J. T. Bly-
denstein.
Aan den ingang van het Museumge
bouw werd het Hooge bezoek verwel
komd door de heeren J. H. van Eeghen,
Mr. Sillenx, L. Serrurier, J. F. M.
Sterck en van Someren Brandt, leden
der commissie van toezicht exx daarna
terstond langs de breed© hoofdtrap
naar eene tot ontvangkamer ingericht©
zaal geleid. In dit vertrek was met
groen en bloemen wat warmte gebracht
en onder een hemel van rood fluweel
waren voor het hooge gezelschap zetels
geplaatst.
In dit ontvangsalon nu bevond zich
de tentoonstellings-commissie en wer
den bloemen aangeboden door doch
tertjes van Mevrouw Heldring van
Eeghen en Mevrouw Gunning van
Eeghen, aan H, M. de Koningin een
bouquet van witte orchideën aan de
Koningin-Moeder paarse orchideën.
Ten dienste der vorstinnen en voor
den Prins en den Hertog waren vier
exemplaren van den catalogus, op Ja-
pansch papier gedrukt en in eclxt batik
gebonden, neergelegd. Bij het binnen
treden sprak Mr. van den Berg H. M.
de Koningin en den Prins met een
enkel woord toe.
Hij betuigde oprechten dank voor da
weilwlillendhei'd, de verzameling, die
in betrekkelijk zeer korten tijd was
saamgebracht te komen bezichtigen en
stelde daarop de leden der Commissie
aan H. M. de Koningin en den Prins
voor.
Op uibnoodiging van Mr. van den
Bex-g ving daarop eene wandeling aan
door de zeven welgevulde zalen en had
H. M. alzoo het eex-ste snuifje der inter-
ressante expositie. Op de wandeling
geleidde Mr.- van den Berg de Ko
ningin; de heer Geertsema deKoningin-
Moeder, de heer IJzerman den Prins
en Professor Weber den Hertog-Regent,
terwijl Dr. Pleyte dan hier, dan daar
de beteekenis van een en ander in het
licht stelde.
In de zalen bevonden zich eenige
Javaansche jongens en meisjes, die tij
dens de tentoonstelling als suppoosten
zulflen fungeeren. Het Vorstelijk ge
zelschap bezocht het laatst de Boro-
Boedoerzaal en verliet daarop het ge
bouw.
NOG EENS DOOR AMSTERDAM.
Het bleef maar droog en dat kerkte
heerlijk op de menschen. Ze keken zoo
vroolijk en j'uichten zoo blij als de
feuilleton.
Vrij bewerkt naar het duitsch.
HOOFDSTUK II.
Eindelijk was nu voor Dora die
dag aangebroken, dat ze haar be
lijdenis zou afleggen. Reeds van
te voren was zij trotseh op den in
druk, dien zij in haar langen zwart
zijden japon zou maken. Het
was een prachtige stof, die niet in
Cappeln gekocht, maar tegen rem
bours uit een magazijn was ontbo
den.
't Is niet te gelooven, bevestig
de de naaister en schoof Dora met
een „Draai u nog eens om, als 't
u blieft" naar het raam toe.
Den rok een beetje lang had
Dora verzocht, en werkelijk ruisch-
te het achter haar aan, alsof de pa
ges om den sleep te dragen ieder
oogenblik moesten komen.
Ach welk een zalig gevoel overt
meesterde Dora, niettegenstaande
haar behuilde oogen, toen zij uit
de kerk kwam. Den geheel-en ove
rigen dag het middelpunt te zijn in
huis, en steeds met u te worden
aangesproken. Het voornaamste-
evenwel van de geheele feestelijk
heid' was het geschenk van den
heer Reinhard. Hij had een gouden
ketting gezonden („die kost zeker
wel om en bij de honderd gulden,
man" ha.d Dora's moeder gezegd)a
die alles overtrof, wat tot heden in
Cappeln was aanschouwd.
Alle pruilerij was vergeten en
vergeven, toen de schenker 's mor
gens kwam feliciteren.
Hartelijk dank zeide Dora,
reikte den heer Reinhard de hand.
en keek hem met haar trouwe oogen
aanHet is te .mooi, veel te
mooi
Als 't u maar bevalt, juffrouw
Dora, hernam hij vriendelijk en
knikte, dan beantwoordt het aan
't doel. Hij zei in allen ernst.
„U." Dit trof Dora zoo, dat haar
de tranen in de oogen schoten, en
door een plotselingen aanval van
grootmoedigheid gedreven, riep ze:
Och toe, zeg in. 't vervolg ook jij
tegen, me, mijnheer Reinhard. Dat
U klinkt me zoo vreemid in de
ooren.
Neen, juffrouw Dora, nu
hebt u de kinderschoenen uitge
trokken, nu moet het zoo zijn, ant
woordde hij. Hij was vandaag
zoo aardig, in 't geheel niet plage
rig. volstrekt niet „uit de hoogte",
maar voorkomend' en vriendelijk.
Toen ze 's avonds ondier de punch
zaten, en mijnheer Reinhard' op
Dora's welzijn dronk, werd zij door
haar deemoedig en dankbaar hart
zoozeer overmeesterd dat ze bij 't
opensnijden der sinaasappelen op
stond, naar zijn plaats ging en
hem toefluisterde willen we nu
op onze vriendschap drinken, mijn
heer Reinhard'? Maar dan moet u
ook, evenals vroeger, weer jij tel
gen me zeggen.
Nu, dat zullen we nog eens
kalmpjes overleggen, lieve Dora,
antwoordde hij, en knikte haar ge
nadig toe. Nu kwam het oude ge
voel weer bij haar boven. Dit was
weer die onuitstaanbare bescher
mende toon het speet haar, dat ze
den stap gedaan had en ze trad
toornig en beschaamd terug. Zoo
ineens was zij in haar eigen oogen
weer een kind, en haar feestelijke
stemming werd belangrijk getem
perd.
Toen dei gesten afscheid namen,
vatte Rednhard Dora's hand, hield
die vast en zeide tot haar verras
sing ik weet het, lieve juffrouw
Dora, dat u straks een beetje boos
op me waart. Ik meende het even
wel goed. Het is wezenlijk beter
dat het zoo blijft, geloof me. Nu
bent u toch niet meer boos meer,
wel? Zij schudde met het hoofd.
Ze was weer geheel overwonnen.
Wat kon hij haar gedachten toch
raden.
Goeden nacht, lieve Dora (het
juffrouw liet hij weg Nogmaals
alle zegen en geluk op uw nieuwen,
levensweg en onze vriendschap
Hartelijk beantwoordde zij zijn
handdrixk. Och, hij kon toch zoo
aardig zijn als hij wilde.
Toen mijnheer Reinhard de kaars
uitdeed en zich op de rechter zijde
legde, foei hoe die pit nog glom-
hij drukte ze met zijn vingers voor
goed uit en brandde, niettegenstaan
de hij ze vooraf vochtig gemaakt
had. duim en wijsvinger had'
August de laatste strofe van een
nieuw gedicht voleindigd.
Nog eenmaal las hij het vijftien
verzen lange gedicht met luider
stemme over. Bij de laatste strofe
werd' hij door zijn eigen poëzie zoo
zeer aangedaan, dat hij werkelijk
trane-n voelde opborrelen. Daar hij
dadelijk niets andei's bij de hand
had. streek hij zich met het boven
ste van den wijsvinger door 't oog
en zuchtte.O, mijne Dora, mijne
Dora! wat doet gij mü lijden!
Op dit oogenblik klonk de nacht-
bel. Daar August den dienst van
den bediende, wiens dag het eigen
lijk was, overgenomen had', moest
hij wel opendoen. Spoedig stond
hij op en snelde brommend, maar
zoo stil mogelijk, op zijn pantoffels
de krakende trap af.
HOOFDSTUK III.
De dag na Palmzondag was voor
Dox-a bijna even feestelijk, als de
feestdag zelf. De vrouw van den
dokter had in overleg met haar
iman een allerliefst kabinetje in
orde laten maken, dat vroeger als
bergkamertje werd gebruikt. Aan
Dora werd verteld, dat er een nieuw
logeerkamertje werd gemaakt. In
derdaad was dit vertrekje voor haar
bestemd-, en haar vreugde kende
geen grenzen, toen haar dit den
volgenden morgen werd' meege
deeld. Tot 's middags toe was ze
druk bezig om. d'e sierlijke inrich
ting te voltooien.
Mamade schilderijen., die
bovenstaan, hang ik bii mij op.
Mag ik? Zo-u papa 't goedvinden,
dat ik de groote schaal, die in zijn
kamer staat naar beneden haal?
Ik wil er een slingerplant in zetten,
klimop O, wat zal er dat ver
rukkelijk uitzien aan 't raam
Dora's wenschen werden alle toe
gestaan, en zoo fraai was eindelijk
het vertrekje, 't welk in den tuin
uitzag, dat de gedachte bij haar
levendig werd dat ook anderen het
in oogenschouw moesten nemen,
om in haar blijdschap te deelen.
Dora wist het gedaan te krijgen,
dat ze eenige uitverkorenen op kof-
fievisite mocht vragen, en haar
moeder schonk haar eindelijk, op
aanhoudend verlangen, nog een
gordijn om den leelijken hoek,
waar het ledikant stond, te verber
gen, zoodat de rommelkamer in
een. volslagen woonvertrek was
herschapen.
Neen, niet altijd hot beste wil
len aantrekken Wees zuinig op je
kleerenantwoordde Dora's moe-