voor de werkstaking. De Italianen,
die in de meerderheid zijn, heb
ben om die reden het werk neer
gelegd, en de Fransehen, die eerst
nog drie of vier dagen bleven door
werken, hebben ten slotte de be
weging meegemaakt. Toen zijn er
eischen opgesteld zoomaar in den
blinde weg. Ten leste vragen de
stp-kers, zonder meer, eenvoudig
afschaffing van het patroonschap.
Zij zijn de staking begonnen om
een wissewas, en nu verklaren zii
ermee niet te zullen eindigen voor
dat zij het onmogelijke hebben ver
kregen......
En dab is ook de toon van Fi
garo"' en „Gaulois". Zij kunnen
het niet zetten dat deze staking
door Italianen is begonnen, door
Italianen wordt geleid, ten nadee-
le van Marseille en bet land. En
dat de socialisten, met den burge
meester van Marseille, Flaissières,
aan het hoofd, zich nu nog van de
beweging gaan meester maken als-
cri er werkelijke, inwilligbare
eischen gedaan zijn, is hun daar
bij een doorn in het oog. De sta
kers van Marseille, schrijft Cornély
in de „Figaro", zijn geen knip voor
hun neus waard'; allereerst, om
dat zij toe hebben gegeven aan een
kwaad' humeur en niet er op let
ten wat noodig is, en vervolgens
omdat zij hun woord niet hebben
gehouden, omdat zij zich aan de
arbitrale uitspraak, die zij in Au
gustus hebben uitgelokt en toen
aanvaard, niet hebben gehouden.
En wat hun nog minder waard!
maakt, is het feit, dat zij de toe
komst van de. groote middelland-
sohe zeehaven van Frankrijk aan
hun grillen opofferen. Zij vernieti
gen den boerenstand; in Algiers en
Tunis, die voor hun waar geen af
zet meer kunnen vinden.Zij maken.,
dat de fabrieken van Marseille, bij
gebrek aan grondstoffen, moeten
stil gaan staan.
Nog eens, dat alles zou nog zoo
erg niet zijn. indien de werklieden
armoede tot excuus konden aanvoe
ren, of een onvoldoend loon, of
overmatigen arbeid. Maai- dat ex
cuus hebben zij niet en daarom
begrijp ik niet die rol van Flaissiè
res, den burgemeester van Marseil
le en den beschermheer der sta
kers. Die twee betrekkingen zijn
onvereenigbaar, omdat de stakers
Marseille te gronde helpen gaan,
Marseille, dat de burgemeester
moest verdedigen.
Dan komt Cornély met bitterheid
op de Italianen. Die moesten terug-
f©zonden worden naar hun land!,
ij wijze van voorbeeld moest men
aan Italië een honderdtal van zijne
kinderen, die op het oogenblik be
zig zijn de ontlading der schepen
te beletten. teruggeven. Daarenbo
ven zouden zij te Genua de sche
pen weer aantreffen, die zij van
Marseille hebben verjaagd', en zij
zouden er dus niets bij verliezen..
En in dien geest spreekt ook de
„Gaulois." De staking, zegt het
blad, is in de eerste plaats een
manoeuvre van het buitenland te
gen ons land. en degenen van onze
burgers, die er de leiding van op
zich hebben frenom&r, kond'en
worden vervolgd, zooal niet wegens
verraad; dan toch omdat zij zich
medeplichtig hebben gemaakt aan
deze internationale intrige.
De socialistische bladen sporen
voortzetting van den strijd aan en
betoogen dat de stakers nog mid
delen hebben om de strike wel
eenige maanden door te zetten en
als nu het natiönale beginsel erin
gemengd wordt zal de oppositie
te sterk worden en zal de staking
moeilijk een gunstig verloop voor
de werklieden kunnen krijgen. Het
nationalisme is in Frankrijk een
krachtig wapen wanneer het ge
steund wordt door de openbare
meoning zullen de stakers een har
den dobber hebben te verduren.
Te Duinkerken wordt ook voor eene
werkstaking van de havenarbeiders
gevreesd. Zij eischen verhooging van
loon, wegzending van arbeiders bene
den de 16 jaren en van vrouwelijke
werklieden. Het loon willen de arbei
ders brengen op 6 francs per achturi-
gen werkdag en 1 tot 2 francs per uur
voor overwerk.
zijn. en kwam, na zich schoonge
maakt te hebben, heel dienstvaar
dig aansnellen.
Het hinderde Dora wel een beetje,
dat er een kleine inktvlak op de
spits van zijn neus zat. maar stel
lig was die door het dichten van
den vorigen nacht erop gekomen,
in elk geval door de studie veroor
zaakt. Ja zeker, zoo was het. En
sedert wanneer was arbeid schan
de
Wat Engelsche pleister, alsu-
blieft, begon zi>' nadat August
een weinig verlegen een praatje
had begonnen.
Heel graag 1 zei de leerling en
snelde naar de groot lade. De aan
genaam riekende, rozeroode pleis
ters lagen gevouwen en ingepakt
klaar. August had' ze maar over te
reiken, doch zulks strookte niet
met zijn plan.
Hij haalde daarom1 een heel blad
voor den dag en begon te knippen,
en onder het knippen knoopte hij
een gesprek met Dora aan.
Hebt u u laatst bij mijnheer
Reinhard goed geamuseerd, juf
frouw
O ja, zeer goed'! 't Was er
heel aardig.
Sportpraatje.
De stand in de Westelijke le klasse
voetbalcompetitie is ongeveer 't zelfde
gebleven. Velocitas en II. V. V. gaan
nog steeds aan het hoofd mei. resp.
18 en 16 punten van de 22 en 20. Tus-
sclien die beide wacht nog een zware
strijd.
Plet volgende paar is Ajax en H. B.
S. met 11 en 10 punten van de 18. Dit
zijn de vereenigingen, die een doelge-
middelde hebben hcoger dan 1. Van
de 4 overige hebben alleen R. A. P. en
Rapiditas nog kans op eene hoogere
plaats in de ranglijst, terwijl Haarlem
vrij zeker van de laatste plaats af is,
en Spavta schijnt reddeloos verloren.
De finale belooft "spannend te worden.
Ditzelfde mag. boewei in minder
sterke mate, gezegd worden van het
Oosten. Hier strijden Victoria, Hercu
les, P. W. en Vitesse nog met man
nenmoed om de eerste plaats, terwijl
Quick eu U. D. kampen om van de
laatste plaats af te komen en Go-ahead
hoewel met een vrij treurig doelge-
middelde, zich zoo goed als veilig kan
rekenen. Dat in deze afdeeling Victo
ria ten slotte overwinnares zal zijn is
vrij zeker te voorspellen.
In den Beker wil het nog maar niet
vlotten. Na veel geharrewar zijn er voor
de vierde ronde overgebleven R. A. P.,
H. B. S. en Haarlem, terwijl het pleit
tusschen Quick en Volharding nog be
slist moet worden.
De voornaamste concurrenten zijn
hier m, i. Amsterdam en den Haav.
doch zoowel Haarlem als de winner
van den nog niet gespeelden wedstrijd
van de derde ronde, kunnen nog ge
vaarlijk worden.
In de West. 2e klasse A, zal veel af
hangen van de match, die Zondag a.s.
tusschen de twee groote tegenstanders
H. F. C. en Swift (H). gespeeld wordt.
De Haarlemmers hebben in den Haag
verloren, allicht nemen zij nu revanche
Wat nu de overige wedstrijden op 10
Maart betreft, wil ik hier in 't kort mij
ne verwachtingen geven
a. Westelijke comp. (le kl).
le. H. B. S.Haarlem. Er moet veel
gebeuren als de Hagenaars niet zege
vieren bij deze ontmoeting.
2e. R. A. P.Sparta. De overwinning
der Amsterdammers is weinig twijfel
achtig.
3e. RapiditasVelocitas, belooft een
interessanten wedstrijd. Zal het den
Rotterdammers gelukken de cadetten
voor de tweede maal te slaan.
4e. AjaxH. V. V. Leiden. Een gelijk
spel is lang niet ondenkbaar. Toch is
het waarschijnlijk, dat de geelzwarten
(H. V. V.) overwinnen.
b. Oostelijke comp. (le kl.)
le. U. D.Quick. Dit kon wel eens
de eerste overwinning der Devente-
naars worden, nu, zij hebben 't wel
noodig.
2e. P. W. en Go-ahead vechten sa
men te Enschedé, een strijd, die wel
in 't voordeel der Prinses zal afloopen,
terwijl de derde match VitesseVic
toria, die van zeer veel gewicht is voor
't kampioenschap, best eens kon eindi
gen. in een gelijk spel.
c. West. 2e klasse A
Behalve de reeds genoemde wed
strijd tusschen H. F. C. en Swift (H.),
die vermoedelijk zeer spannend zal
zijn staat nog QuickSwift (A), op 't
programma. Ook hier is de uitslag
moeilijk te voorspellen, doch naar mij
ne meening heeft Quick de beste kan
sen.
In de rubriek „Van de Redactieta-
fel" geeselt de Kampioen onder het
hoofd: „Het vrije verkeer te Amster
dam, anno 1901", de kleineeestige
maatregelen, die in de hoofdstad des
Rijks genomen worden om het rijden
met „voertuigen gedreven door mecha
nisch© kracht", zooals de officieele
term luidt, tegen te gaan.
De heer Meijer (de hoofdredacteur),
geeft dan een komisch verhaal van de
wederwaardigheden, die hij op een
tochtje met een motor-tweewieler on
dervond. Dit relaas in zijn geheel op te
nemen, zou te veel plaats vergen.
Daarom laat ik slechts de hoofdzaken
hier volgen.
Na eerst verteld te hebben, de moei
lijkheden, die men heeft om permissie
te krijgen voor 't rijden met een auto
mobiel door Amstel's straten geeft de
heer Meijer eene beschrijving der om
standigheden, waaronder hij voor een
dergelijk feit bekeurd werd. Uit dit
verhaal zij het volgende geciteerd
„Op een avond van de vorige week
alzoo reden we door onze goede wereld
stad op een motortwee wieier. Eerst
door het Vondelpark neutraal tcr-
rein. tusschen twee haakjes, waar de
Hel werd; een beetje laat
Dat wel. Was u nog op?
Ja, ik zat nog op mijn kamer
te werken en hoorde beneden me
de drukte.
Nu waren beiden bii het punt,
waaraan de dichterlijke werkzaam
heid van Augu natuurlijk verbon
den was. De woorden brandden
hem op de' lippen om het gesprek
daarop en op zijn wenschen te
brengen, maar hij had' er den moed;
niet. toe. Tot zijn verbazing zei
Dora
Ach, u waart, zeker weer aan
't dichten, mijnheer August? En
hoe staat het nu met de verzen, die
u zoo goed; waart mij te beloven?
Ach, was u dat ernst, mejuf
frouw? Ik had den moed niet
en onderwijl knipte August links
en rechts door het vel hechtpleister.
Maar ook ditmaal kwam hij met
zijn gesprek niet verder, want de
leerling werd midden in zijn rede
door een binn.entredenden klant
gestoord, en Dora bleef niet anders
te doen over dan na een, met het
oog op den vreemdeling stijve bui
ging en het gewone —'of u 't maar
opschrijven wou d'e apotheek te
verlaten.
plaatsel. verordening niet- van kracht
is en daarna ging het 't Leidsche
Plein op in kalme vaart. Oindat wii.
na het Vondelpark verlaten le hebben,
kwamen op rechtsgebied der vroede
vaderen van het „Venetië van het
Noorden", stelden we door afbreking
van den stroom voor de electrische ont
steking den motor buiten functie en
met open compressiekraan zeilden we,
nu en dan trappend, nu en dan free
wheelend, voorbij Hollandais. Nu heb
je recht tegenover den Stadsschouw
burg op het Leidsche Plein een nieuw
politiebureau gekregen. Voor dat bu
reau stond een politiedienaar op post.
Hij hoorde het sissend geluid van den
niet-sverkenden motor, zag een twee-
wieler, voorzien van een heeleboel
„machinerie", en dacht natuurlijk:
da's een stoomfiets! En op hetzelfde
oogenblik moet hij ook hebben ge
dacht: kip ik heb je!, want hij plantte
zich wijdbeens, met een oogrollende
manifestatie van geweldige voorne
mens midden op den weg, strekte zijn
armen uit en ving ons in dezelve op.
De man was er zelf verbouwereerd van.
't Is ook geen kleinigheid om een
„stoomfiets" tot staan te brengen.
Krampachtig greep hij ros en ruiter
dan ook vast en hijgde: „méé zal je,
na 't bero, méé!als ware ik een
op heeterdaad betrapte logé van Lam
metje Zondag."
Op het bureau had de onschuldige
stoomfietser natuurlijk allerlei moei
lijkheden, met den wachtcommandant.
Het slot van deze verwikkelingen is te
grappig om het niet aan de lezers van
dit blad te vertellen.
„De voorschriften der politie luiden,
dat automobilisten-zonder-permissie
die zich te Amsterdam vertoonen, niet
alleen aangehouden en bekeurd moe
ten worden, maar vervolgens ook bui
ten de kom der gemeente óf naar een
door hen. aan te wijzen plaats binnen
de gemeente moeten worden geleid.
Oef!
Nu wilde de wachtcommandant ons
eerst buiten de gemeente laten bren
genStel u voor een belastingbeta
lend ingezetene, die uit de stad wordt
gezet, omdat-ie op een rijwiel een bui
ten functie gesteld motortje als bagage
dorst mee te voeren! Bij nalezing van
zijn instructies kwam de politieman
echter tot de conclusie, dat wij moch
ten kiezen tusschen expulsie of op
brenging naar een door ons op te geven
adres.
Niet gesteld op politiegezelschap,
waagden we 't te verzoeken of men ons
dan maar volgens de letter der wet
naar de vóór het bureau geplaatste
krantenkiosk wilde geleiden. Maar dat
vond de man der wet toch wel een
beetje gek, al moest hij ook toegeven
dat het correct volgens de letter van
het voorschrift was. Neen, dat ging
toch niet, een aangehouden chauffeur
slechts tien passen ver een officieel
geleide mee te geven, 't Adres was te
dichtbij; 't moest een beetje vérder
wezen
Welnu, tot toegeven geneigd door 't
humoristische van het dwaas geval,
deden we er tien passen bij en kozen
café Américain
De aangehoudene, een rechercheur
en de motorfiets gingen een oogenblik
later broederlijk, in wandeltempo naai
de overzij. De motorfiets liet weer een
„stoomend geluid" liooren; het was de
lucht die door den zuiger via het com-
pressiekraantje werd uitge'stooten.
Je zou toch zweren dat het ding
werkte," zei de rechercheur toen we
voor het café gearriveerd waren.
„Zwéren zou je 't als je 't niet beter
wist", beaamde ik. „En mag ik u ver
der vriendelijk bedanken voor uw aan
genaam gezelschap," vervolgde ik, ter
wijl ik den man een sigaar presen
teerde."
Dei heer Meyer besluit aldus:
„Ziellier een staaltjei van Amster-
damsche verkeersvrijheid anno 1901.
Met belangstelling zien we thans de
oproeping om voor den kantonrechter
te verschijnen tegemoet en nieuwsgie
rig wachten we op de jurisprudentie
die een wielrijder veroordeelt omdat
hij zoo stout is geweest een buiten wer
king gestelde motor met zijn organen
op een gewone fiets mee te voeren."
'tls ook hoog tijd dat er aan die
willekeur tegen al wat fietser of auto-
mobolist is, eens een eind wordt ge
maakt.
AMATEUR.
Wetenschap.
De ster van Perseus.
Omtrent de nieuwe bijzonder schit
terende zon welke onlangs in het ster-
rebeeld Perseus zich heeft vertoond en
En toch zwom August in een, zee
van verrukking. Had Dora zelve die
gedichten niet ter sprake gebracht,
had' zij hem niet aan zijn belofte-
herinnerd? Hij nam zich voor, de
zen avond nog de rest in 't net te
schrijven, alles klaar te leggen, en
den volgenden namidd'ag het oogen
blik te bespieden, wanneer de dok
ter en Dora's moe-dër naar gewoon
te uitgingen. Dan wilde hij inder
daad oversteken en Dora de verzen
zelf ter hand stellen.
Het toeval wilde, dat op dien
eigen d'ag mijnheer Reinhard bij
zijn. overburen op de thee werd' ge
vraagd-. Later op d,en avond ging
het gezelschap in de tuinkamer zit
ten, naast de huiskamer, waarvan
de familie dikwijls gebruik maakte
als 't weer het toeliet.
De beide dames waren met een
handwerkje bezig, de dokter had
den heer Reinhard een pijp gege
ven, schoon deze-, met het oog op
de dames, als naar gewoonte de
nood/ige bezwaren had1 geopperd-,
waarbij hij evenwel weinig dacht'.
Meestal had Dora's moeder het
woord en de apotheker antwoord
de. Zoo was 't ook thans. Dora
vond, dat de apotheker weer zijn
weldra weder aan lichtkracht heeft
verloren, heeft de bekende Fransche
sterrekundige Janssen een belangwek
kende theorie verkondigd. Hij wijst, op
het opmerkelijk feit dat in de gassen
die de zon omgeven, het spectrum
geen zuurstof heeft kunnen aanwij
zen, ofschoon het uiterst vreemd zou
zijn dat dit gas, hetwelk op de aarde
en vermoedelijk ook op de andere pla
neten zulk een groote rol vervult,
juist op de zon zou ontbreken, waar
overigens alle elementen die op aarde
zijn en nog meer die er onbekend zijn,
worden aangetroffen. Hij vermoedt
daarom dat wegens de hooge tempe
ratuur der zon daar de zuurstof zich
in ontbonden staat bevindt, wat ook
strookt met dat samengesteld spec
trum van dat gas. Voor zijn ontstaan
zou dus een afneming van warmte op
een hemellichaam noodig zijn en dan
eerst kan dat gas zich met waterstof
verbinden, wat weder tot zeer groote
ontwikkeling van warmte en licht
aanleiding geeft. Aldus is dan te ver
klaren dat een weinig schitterende
ster plotseling een buitengewonen
glans verkrijgt, die wederom spoedig
verdwijnt door de vorming van water
dampen (uit de verbinding van zuur
stof en waterstof,) welke het lichaam
met een wolk omgeven die zijn licht
kracht voor ons oog sterk doet af
nemen.
Gemengd Nieuws.
WeereöQ dyaamietontplof-
fing.
De dynamietontplofflngen zijn niet
van de lucht. Nu heeft Donderdag weer
een verschrikkelijke ontploffing plaats
gevonden in een douane-magazijn te
Irun in Spanje. De materieele schade
is aanzienlijk. Het gehe©le magazijn
werd verwoest. Het gerucht loopt te
Irun dat de ontploffing is veroorzaakt
door een misdadige hand, doch de
overheid loochent dit en houdt vol,
dat. de ramp te wijten is aan een on
geluk.
Er bevond zich in de douanemaga
zijnen aldaar een groote voorraad aan
goederen. Er waren ook 34 kisten met
3136 KG. dynamietpatronen en 7 kis
ten, bevattende 636 KG. kruit,. Op het
oogenblik dat de douanen een kist dy
namiet wilden openen, sprong de ge-
heele boel in de lucht. De magazijnen
werden als het ware weggevaagd. Een
regen van ijzer, hout en pannen viel
wijd en zijd neer.
Het gedonder der ontploffing was
zoo hevig, dat het nog te Hendaye en
Fontarabia, op een afstand van 20 K.
M. van Irun gelegen, gehoord werd.
Tien menschen zijn bij dit onheil ge
dood, vijf zwaar gewond en vijftien
minder ernstig gewond.
Vijf vreeselijk verminkte lijken zijn
verschrikkelijk verminkte lijken zijn
reeds onder de puinhoopen vandaan
gehaald. Men zoekt nog naar de over
blijfselen van de andere slachtoffers,
die onder bergen van kalk en steenhrok.
ken bedolven zijn.
Etende en dragende gasten
In Japan is het gebruik, dat bij groo
te feestmalen de gasten de spijzen ten
geschenke ontvangen, waarvan zij
niet hebben gebruikt of die zij niet op
gegeten hebben.
Hoeveel er ook overschiet, alles wordt
zorgvuldig ingepakt en de gastheer
verwacht, dat het mede naar huis zal
worden genomen.
Tot vóór korten tijd werd dat nog
bij alle staatsfeestmalen gedaan. Daar
heeft men nu echter dat eigenaardig
gebruik afgeschaft; maar hij alle an
dere maaltijden is het nog in zwang-.
Teedere vaders en moeders kunnen
gerust de schaaltjes met zoetigheden
onaangeroerd laten staau; zij krijgen
er toch van, om mee naar huis te ne
men voor de kleintjes. Ook val! het
bedanken voor een lievelingsgerecht
waarvan men om de eene of andere re
den niet wil gebruiken, veel gemakke
lijker. Het komt alles „erec.it, men
krijgt het alles mee naar haïs.
Een roover.
Zekere Kneissl, een roover die langen
tijd geheel© districten van Beieren on
veilig had gemaakt, is eindelijk in han
den van de politie gevallen.
Een vrouw had zijn ver
blijfplaats, een hoeve te Geisenhofen,
verraden. Gendarmerie en politie om
singelden h&t huis en vuurden er een
uur lang op; daarna werd het bestormdi
De gendarmen vonden Kneissl in een
kleine kamer op een hoop krullen en
met zijn rug tegen den schoorsteen.
Z o odra de gendarmes binnenkw am en
on uitsta an bar en dag had.
Uw bediende schijnt een zeer
hupsch jongmensch te zijn, mijn
heer Reinhard.
Nu ja, d'afc gaat wel ant
woordde de aangesprokene, zonder
bijzondere ingenomenheid.
Hoe? Bent u niet over hem
tevreden? Zie, dat had ik nu niet
gedacht, hij heeft zoo iets aardigs
in zijn geheele voorkomen, hij
groet altijd zoo beleefd en in den
winkel bedient' hij de menschen
met' zooveel voorkomendheid.
De leerling is vee] voorkomen
der, liet Dora zich ontvallen ze
kon 't niet uitstaan:, dat over Au
gust gezwegen werd.
Er voLgde een stilte. Mijnheer
'Reinhard zweeg, overeenkomstig
zijn eigenaardige manier van doen,
net zoo lang tot de doktersvrouw
hot woord opnam en zei de
August zal ook wel gauw be
diende worden, mijnheer Rein
hard? waarop de aangesprokene
met het hoofd knikte en kortaf ant
woordde
Met Paschen aanstaande.
Verstaat hij zijn, vak goed
vroeg de dokter en blies zoo dikke
rookwolken uit, dat de dames voor
begon hij op hen te vuren zonder echter
iemand te raken. Zelf kreeg hij daar
na een kogel in het onderlijf, in den
rechterbovenarm en in de linkerhand.
Toen kon men hem wegvoeren. Zijn
toestand is bedenkelijk.
Een lm" ten ante.
Op de jongste feestelijke bijeenkomst
ter viering van de heldhaftige verdedi
ging van Belfort in 1870 was onder de
nog levenden uit dit beleg ook een
dame aanwezig, op wie de voorzitter
'n zeertoegejuich.en dronk uitgebracht
op mevrouw Hoblitz, „luitenante der
vrijwilligers". Inderdaad is deze dame,
toen mej. Emile Schwalm, in Aug. 1870
aldaar i)n dienst getreden voor den
geheelen duur van. den oorlog, met
vergunning van generaal Crouzat,,
commandant der vesting. Zij was 23
jaar, reed goed te paard, was geoefend
in het schieten en sprak vloeiend
Duitsch. Daarom werd zij spoedig tot
luitenant benoemd bij de vrijwilligers
en was als „luitenant Mimille" zeer
populair bij haar manschappen, die
aan de verdediging van Neu-Breisach
deelnamen. De commandant dier on
houdbare vesting achtte het echter ge
raden haar aan de gevolgen eener be
storming te onttrekken en droeg haar
op. zijne dépêches naar Belfort over
te brengen, van welke taak zij zich
met groote onverschrokkenheid kweet.
Toen zij naar haar conmpagnie wilde
terugkeeren, wist haar familie dit te
beletten, en toen richtte zij op eigen
kosten te Belfort een ambulance op,
waar zij 'tijdens hot vreeselijk bombar
dement een aantal zieken (ook pok-
zieken) en gewonden verpleegde. Met
een der laatsten, den heer Hobitz,
trouwde zij la'ter en bleef zij te Belfort
gevestigd, waar zij om haar heldhaftig
gedrag, zeer in eere is.
Japansche ccmtramerkr-n.
In de Japansche schouwburgen geeft
men den bezoekers, die tijdelijk het
lokaal wenschèn te verlaten, geen
kaartje als contramerk, maar men
drukt hun met ©en gomelastieken stem
pel een kleurig merk op de vlakke
hand, dat eiken avond wordt veran
derd.
Die contramerken hebben voor de
schouwburgbezoekers het voordeel, dat
zij niet verloren kunnen worden, en
voor de direction, dat niemand ze aan
een ander kan geven of verkoopen.
Feil verboden woord.
Napoleon I had aan geen uitdruk
king zulk een hekel als aan het woord
„onmogelijk", en zijn omgeving paste
daarom wel op, dat woord niet te ge
bruiken in tegenwoordigheid van den
Keizer.
Toen eens Hertog Fouché, de tegen
stander van Napoleons overmatig
stoute plannen, iets wat' Z. M. wilde,
voor „onmogelijk" verklaarde, riep de
Keizer toornig uit:
„Altijd weer dat onzinnige en laffe
woord' „onmogelijk", mijnheer! Leer
toch eindelijk begrijpen, dat, als men
Lodewijk XVI heeft zien sterven op het
schavot. Marie Antoinette hare kleede-
reai en schoenen zag verstellen en daar
na haar hoofd zag vallen onder de
guillotine1, d)at na dit alles niets
meer onmogelijk is!"
Het kan verkee^on.
Een arm boerenmeisje begaf zich ten
tijde van de regeering van Karei I van
Engeland naar Londen, om daar een
dienst te zoeken. Zij vond eene betrek
king in eene brouwerij en bracht bij de
klanten hier rond.
■De eigenaar der brouwerij, wien
haar voorkomen beviel en die haar als
een braaf en eerlijk meisje nader leer
de kennen, trouwde na eenigen tijd
met haar. Hij overleed plotseling, en
de jonge rijke weduwe verkocht de
brouwerij en gaf de regeling van hare
zaken in handen van den aanzienlijken
rechtsgeleerde Hyde.
Deze, die later Graaf van Clarendon
werd, deed aanzoek om haar hand en
kreeg het jawoord. Uit dit huwelijk
werd slechts ééne dochter geboren, die
door haar wonderbaarlijke schoonheid
de aandacht trok van Koning Jacobus
II, die haar ten huwelijk vroeg.
Uit dit huwelijk sproten de latere
Koninginnen Maria en Anna van En
geland voort, zoodat het eens zoo arme
boerenmeisje, de grootmoeder werd van
twee Koninginnen van Engeland.
Eekhorens in stad.
In de Amreikaansche stad Madison,
de hoofdstad van Wisconsin, kan men
eekhorentjes in vrijheid door de stra
ten zien rondloopen en springen.
De burgers zijn zeer trotsch op die
©enige oogenblikken in. een dichten
nevel werdien gehuld.
Ja, hij is knap genoeg, maar
de bengel bengel zei mijnheer
Reinhard' heeft, helaas I allerlei
onzin in 't hoofd. Thans schijnt hij
weer verliefd te wezen. Dora's
hart klopte hoorbaar, ze boog zich
meer voorover op haar werk, op
dat niemand merken zou, hoe het
opstijgende bloed haar wangen
kleurde ja haar hart klopte, schoon
d!eze critiek haar gunstige meening
omtrent August een gevoeligen
schok toebracht. En 't gevolg
daarvan is. ging de apotheker ver
der, dut hij de dolste vergissin
gen maakt. Nu heeft hij de naaister
Mietjen Koelman weer
Onze Mietjen Koelman luid
de het uit den mond' der beide da
mes tegelijk. Is zij ziek in
plaats van een oplossing van boor-
zuur, engelschzoufc gezonden
vervolgde mijnheer Reinhard, zon
der op den uitroep acht te geven.
En bij de familie Ehmsen had
hij in plaats van een onschuldig
mengsel van. „aqua destillata met
frambozen" een lang niot onschul
dig braakmiddel gestuurd. Als de
dokter al die stukjes verneemt
diertjes en zorgen, dat hun geen kwaac
wordt gedaan.
De eekhorentjes wonen in de boo.
men van den tuin bij 't Kapitool, mid
den in de stad. Om dien tuin was vroe
ger een hekwerk. De eekhoorns bleven
meestal binnen de hekken, en als ei
een hond hun kwaad wilde doen, werd
hij onmiddellijk gedood. De honden
leerden echter spoedig begrijpen, dat
zij de kleine pluimstaartjes met rust
moesten laten.
Een paai- jaren geleden werden de
hekken wegegnomen en de eekhorens
zijn er nog altijd, en talrijker dan ooit.
Zij zijn nu zoo tam: dat men hen dik
wijls op eene bank naast den een of
anderen wandelaar ziet zitten en uit
zijne hand eten.
Zij doen tochten naar alle deelen der
stad en vermijden daarbij wel de al
lerdrukste punten, maar toch is liet
niets ongewoons een eekhorentje vlak
voor eene electrischen tram eene straat
te zien overwippen naar een boom,1
waar hij wezen wil.
Het is een aardig gezicht voor een
vreemdeling, die te Madison voor zijn
hotel zit, eekhorentjes krijgertje te zien'
spelen met voorbijgangers aan den
overkant van de straat.
De kleur van muziek.
Het is een bekend verschijnsel, dati
verschillende menschen aan üepaaidel
muzikale tonen een zeer bepaalde voor-|
stelling van kleuren verhinden, maar
tot nu toe is dit merkwauvcugB ver-,
schijnsel weinig onderzocht. Dr. Sua-'
rez de Mendoza heeft voor het eerst
beproefd de uitspraken van vers-mei-1
dene musici en dilettanten over de
kleuren die zij bij het hooren van to
nen waarnemen, te verzamelen
Joachim Raff zag bij den klank van
de verschillende muziekinstrumenten1
bepaalde kleuren. De fluit was v.mr
hem azuurblauw, de hobo geel. de
waldhoorn groen, de trompet scharla-1
kenrood en de flageolet donkergrijs.
De geleerde Leonard Hoffmann geeft
in een werk, dat in 1786 verscheen even
eens verschillende kleuren voor de
muziekinstrumenten op. Bij den klank
van de violoncel zag hij indigoblauw,
bij de viool ultramarijnblauw, bij de
klarinet geel, bij dei trompet schel-1
rood, bij de fluit roodbruin, hij de
hobo lichtrood en bij de flageolet vio
let.
De dichter Théophile Gautier, die
een verwoed vijand van muziek was,
heeft ook zijne ervaringen op dit ge
bied te boek gesteld, maar hij zag de
kleuren bij het hooren van muziek
eerst dan. wanneer hij zich door het
gebruik van haschisch bedwelmd had.
Daardoor verliest zijn getuigenis wel
iets van zijn waarde.
Ernstiger worden de kleurindruk
ken, die bij het hooren van een lied
of een zekere melodie ontstaan, door
den componist Ehlert behandeld, Zoo
schreef hij bv., naar aanleiding van
een lied van Schubert: „Dit lied in A-
dur is vol van zulk een zonnige warm
te en zoo teeder groen, dat ik bij het
hooren daarvan den geur van jonge
dennen meende in te ademen... Waar
lijk, wanneer dit A-dur niet groen
klinkt, heb ik in 't geheel geen
verstand van de kleuren der tonen."
De musicus Nuszbaumer ziet de to
nen van de piano op de volgende wij
ze gekleurd: d. bruin met lichte stre
pen; f. kastanjebruin; e. donker leder-
kleurig en korenblauw; a. gemskleu-
kleurig, en ais oranje, g. citroengeel
Dr. Suarez de Mendoza heeft voorts
verscheidene menschen over het hoo
ren van kleuren ondervraagd. De een
verklaarde, dat de hoge c geel,, de d
wit en de e zwart was; een ander zag
de hobo, de fluit en de piano in het
blauw, een derde daarentegen in het
geel.
Belangwekkend zijn voorts nog de
indrukken van eene dame over de
„kleur" van vier groote componisten.
De muziek van Haydn gaf haar de ge
waarwording van eene onaangenaam
groene kleur; die van Mozart wekte
blauwe kleur op; Chopin onderscheid©
zich door zeer veel geel, en de muziek
van Wagner maakte den indruk van
een schitterende atmosfeer, wier kleur
voortdurend afwisselde.
Engelsche bladen.
Het aantal couranten in Engeland
neemt voortdurend toe. Dit jaar schat
men het totaal op 2488, gespecificeerd
als volgt: 456 (waarvan 33 dagbladen)
voor Londen, 1488 voor het resteerende
deel van Engeland. 108 in Wales, 216
in Schotland en 181 voor Ierland. Men!
ziet wel, dat de Engelschen zich niet
te beklagen hebben over gebrek aan
lectuur.
hier keerde zic-h mijnheer Rein1-,
hard met een spottend lachje naar
den gastheer. is hij in staat mij
bij de gezondheidscommissie aan
te klagen.
De dokter Lachte in zich zelf,
maar zei d'e daarna tot Dora's niet
geringen schrik op ernstigen toon
Bestei Reinhard, laten we zulke
vergissingen, d'ie leelijke gevolgen
kunnen hebben, voorkomen. An
ders loopen we er allebei in
Heb maar geen nood, goeie
vriend, ik heb hem, geholpen door
een oorvijg, ongemakkelijk de les
gelezen.
Een man, die verzen maakte,
kreeg oorvijgenDora trilde vani
schaamte en ontroering.
(Wordt vervolgd).