voor de werkstaking. De Italianen, die in de meerderheid zijn, heb ben om die reden het werk neer gelegd, en de Fransehen, die eerst nog drie of vier dagen bleven door werken, hebben ten slotte de be weging meegemaakt. Toen zijn er eischen opgesteld zoomaar in den blinde weg. Ten leste vragen de stp-kers, zonder meer, eenvoudig afschaffing van het patroonschap. Zij zijn de staking begonnen om een wissewas, en nu verklaren zii ermee niet te zullen eindigen voor dat zij het onmogelijke hebben ver kregen...... En dab is ook de toon van Fi garo"' en „Gaulois". Zij kunnen het niet zetten dat deze staking door Italianen is begonnen, door Italianen wordt geleid, ten nadee- le van Marseille en bet land. En dat de socialisten, met den burge meester van Marseille, Flaissières, aan het hoofd, zich nu nog van de beweging gaan meester maken als- cri er werkelijke, inwilligbare eischen gedaan zijn, is hun daar bij een doorn in het oog. De sta kers van Marseille, schrijft Cornély in de „Figaro", zijn geen knip voor hun neus waard'; allereerst, om dat zij toe hebben gegeven aan een kwaad' humeur en niet er op let ten wat noodig is, en vervolgens omdat zij hun woord niet hebben gehouden, omdat zij zich aan de arbitrale uitspraak, die zij in Au gustus hebben uitgelokt en toen aanvaard, niet hebben gehouden. En wat hun nog minder waard! maakt, is het feit, dat zij de toe komst van de. groote middelland- sohe zeehaven van Frankrijk aan hun grillen opofferen. Zij vernieti gen den boerenstand; in Algiers en Tunis, die voor hun waar geen af zet meer kunnen vinden.Zij maken., dat de fabrieken van Marseille, bij gebrek aan grondstoffen, moeten stil gaan staan. Nog eens, dat alles zou nog zoo erg niet zijn. indien de werklieden armoede tot excuus konden aanvoe ren, of een onvoldoend loon, of overmatigen arbeid. Maai- dat ex cuus hebben zij niet en daarom begrijp ik niet die rol van Flaissiè res, den burgemeester van Marseil le en den beschermheer der sta kers. Die twee betrekkingen zijn onvereenigbaar, omdat de stakers Marseille te gronde helpen gaan, Marseille, dat de burgemeester moest verdedigen. Dan komt Cornély met bitterheid op de Italianen. Die moesten terug- f©zonden worden naar hun land!, ij wijze van voorbeeld moest men aan Italië een honderdtal van zijne kinderen, die op het oogenblik be zig zijn de ontlading der schepen te beletten. teruggeven. Daarenbo ven zouden zij te Genua de sche pen weer aantreffen, die zij van Marseille hebben verjaagd', en zij zouden er dus niets bij verliezen.. En in dien geest spreekt ook de „Gaulois." De staking, zegt het blad, is in de eerste plaats een manoeuvre van het buitenland te gen ons land. en degenen van onze burgers, die er de leiding van op zich hebben frenom&r, kond'en worden vervolgd, zooal niet wegens verraad; dan toch omdat zij zich medeplichtig hebben gemaakt aan deze internationale intrige. De socialistische bladen sporen voortzetting van den strijd aan en betoogen dat de stakers nog mid delen hebben om de strike wel eenige maanden door te zetten en als nu het natiönale beginsel erin gemengd wordt zal de oppositie te sterk worden en zal de staking moeilijk een gunstig verloop voor de werklieden kunnen krijgen. Het nationalisme is in Frankrijk een krachtig wapen wanneer het ge steund wordt door de openbare meoning zullen de stakers een har den dobber hebben te verduren. Te Duinkerken wordt ook voor eene werkstaking van de havenarbeiders gevreesd. Zij eischen verhooging van loon, wegzending van arbeiders bene den de 16 jaren en van vrouwelijke werklieden. Het loon willen de arbei ders brengen op 6 francs per achturi- gen werkdag en 1 tot 2 francs per uur voor overwerk. zijn. en kwam, na zich schoonge maakt te hebben, heel dienstvaar dig aansnellen. Het hinderde Dora wel een beetje, dat er een kleine inktvlak op de spits van zijn neus zat. maar stel lig was die door het dichten van den vorigen nacht erop gekomen, in elk geval door de studie veroor zaakt. Ja zeker, zoo was het. En sedert wanneer was arbeid schan de Wat Engelsche pleister, alsu- blieft, begon zi>' nadat August een weinig verlegen een praatje had begonnen. Heel graag 1 zei de leerling en snelde naar de groot lade. De aan genaam riekende, rozeroode pleis ters lagen gevouwen en ingepakt klaar. August had' ze maar over te reiken, doch zulks strookte niet met zijn plan. Hij haalde daarom1 een heel blad voor den dag en begon te knippen, en onder het knippen knoopte hij een gesprek met Dora aan. Hebt u u laatst bij mijnheer Reinhard goed geamuseerd, juf frouw O ja, zeer goed'! 't Was er heel aardig. Sportpraatje. De stand in de Westelijke le klasse voetbalcompetitie is ongeveer 't zelfde gebleven. Velocitas en II. V. V. gaan nog steeds aan het hoofd mei. resp. 18 en 16 punten van de 22 en 20. Tus- sclien die beide wacht nog een zware strijd. Plet volgende paar is Ajax en H. B. S. met 11 en 10 punten van de 18. Dit zijn de vereenigingen, die een doelge- middelde hebben hcoger dan 1. Van de 4 overige hebben alleen R. A. P. en Rapiditas nog kans op eene hoogere plaats in de ranglijst, terwijl Haarlem vrij zeker van de laatste plaats af is, en Spavta schijnt reddeloos verloren. De finale belooft "spannend te worden. Ditzelfde mag. boewei in minder sterke mate, gezegd worden van het Oosten. Hier strijden Victoria, Hercu les, P. W. en Vitesse nog met man nenmoed om de eerste plaats, terwijl Quick eu U. D. kampen om van de laatste plaats af te komen en Go-ahead hoewel met een vrij treurig doelge- middelde, zich zoo goed als veilig kan rekenen. Dat in deze afdeeling Victo ria ten slotte overwinnares zal zijn is vrij zeker te voorspellen. In den Beker wil het nog maar niet vlotten. Na veel geharrewar zijn er voor de vierde ronde overgebleven R. A. P., H. B. S. en Haarlem, terwijl het pleit tusschen Quick en Volharding nog be slist moet worden. De voornaamste concurrenten zijn hier m, i. Amsterdam en den Haav. doch zoowel Haarlem als de winner van den nog niet gespeelden wedstrijd van de derde ronde, kunnen nog ge vaarlijk worden. In de West. 2e klasse A, zal veel af hangen van de match, die Zondag a.s. tusschen de twee groote tegenstanders H. F. C. en Swift (H). gespeeld wordt. De Haarlemmers hebben in den Haag verloren, allicht nemen zij nu revanche Wat nu de overige wedstrijden op 10 Maart betreft, wil ik hier in 't kort mij ne verwachtingen geven a. Westelijke comp. (le kl). le. H. B. S.Haarlem. Er moet veel gebeuren als de Hagenaars niet zege vieren bij deze ontmoeting. 2e. R. A. P.Sparta. De overwinning der Amsterdammers is weinig twijfel achtig. 3e. RapiditasVelocitas, belooft een interessanten wedstrijd. Zal het den Rotterdammers gelukken de cadetten voor de tweede maal te slaan. 4e. AjaxH. V. V. Leiden. Een gelijk spel is lang niet ondenkbaar. Toch is het waarschijnlijk, dat de geelzwarten (H. V. V.) overwinnen. b. Oostelijke comp. (le kl.) le. U. D.Quick. Dit kon wel eens de eerste overwinning der Devente- naars worden, nu, zij hebben 't wel noodig. 2e. P. W. en Go-ahead vechten sa men te Enschedé, een strijd, die wel in 't voordeel der Prinses zal afloopen, terwijl de derde match VitesseVic toria, die van zeer veel gewicht is voor 't kampioenschap, best eens kon eindi gen. in een gelijk spel. c. West. 2e klasse A Behalve de reeds genoemde wed strijd tusschen H. F. C. en Swift (H.), die vermoedelijk zeer spannend zal zijn staat nog QuickSwift (A), op 't programma. Ook hier is de uitslag moeilijk te voorspellen, doch naar mij ne meening heeft Quick de beste kan sen. In de rubriek „Van de Redactieta- fel" geeselt de Kampioen onder het hoofd: „Het vrije verkeer te Amster dam, anno 1901", de kleineeestige maatregelen, die in de hoofdstad des Rijks genomen worden om het rijden met „voertuigen gedreven door mecha nisch© kracht", zooals de officieele term luidt, tegen te gaan. De heer Meijer (de hoofdredacteur), geeft dan een komisch verhaal van de wederwaardigheden, die hij op een tochtje met een motor-tweewieler on dervond. Dit relaas in zijn geheel op te nemen, zou te veel plaats vergen. Daarom laat ik slechts de hoofdzaken hier volgen. Na eerst verteld te hebben, de moei lijkheden, die men heeft om permissie te krijgen voor 't rijden met een auto mobiel door Amstel's straten geeft de heer Meijer eene beschrijving der om standigheden, waaronder hij voor een dergelijk feit bekeurd werd. Uit dit verhaal zij het volgende geciteerd „Op een avond van de vorige week alzoo reden we door onze goede wereld stad op een motortwee wieier. Eerst door het Vondelpark neutraal tcr- rein. tusschen twee haakjes, waar de Hel werd; een beetje laat Dat wel. Was u nog op? Ja, ik zat nog op mijn kamer te werken en hoorde beneden me de drukte. Nu waren beiden bii het punt, waaraan de dichterlijke werkzaam heid van Augu natuurlijk verbon den was. De woorden brandden hem op de' lippen om het gesprek daarop en op zijn wenschen te brengen, maar hij had' er den moed; niet. toe. Tot zijn verbazing zei Dora Ach, u waart, zeker weer aan 't dichten, mijnheer August? En hoe staat het nu met de verzen, die u zoo goed; waart mij te beloven? Ach, was u dat ernst, mejuf frouw? Ik had den moed niet en onderwijl knipte August links en rechts door het vel hechtpleister. Maar ook ditmaal kwam hij met zijn gesprek niet verder, want de leerling werd midden in zijn rede door een binn.entredenden klant gestoord, en Dora bleef niet anders te doen over dan na een, met het oog op den vreemdeling stijve bui ging en het gewone —'of u 't maar opschrijven wou d'e apotheek te verlaten. plaatsel. verordening niet- van kracht is en daarna ging het 't Leidsche Plein op in kalme vaart. Oindat wii. na het Vondelpark verlaten le hebben, kwamen op rechtsgebied der vroede vaderen van het „Venetië van het Noorden", stelden we door afbreking van den stroom voor de electrische ont steking den motor buiten functie en met open compressiekraan zeilden we, nu en dan trappend, nu en dan free wheelend, voorbij Hollandais. Nu heb je recht tegenover den Stadsschouw burg op het Leidsche Plein een nieuw politiebureau gekregen. Voor dat bu reau stond een politiedienaar op post. Hij hoorde het sissend geluid van den niet-sverkenden motor, zag een twee- wieler, voorzien van een heeleboel „machinerie", en dacht natuurlijk: da's een stoomfiets! En op hetzelfde oogenblik moet hij ook hebben ge dacht: kip ik heb je!, want hij plantte zich wijdbeens, met een oogrollende manifestatie van geweldige voorne mens midden op den weg, strekte zijn armen uit en ving ons in dezelve op. De man was er zelf verbouwereerd van. 't Is ook geen kleinigheid om een „stoomfiets" tot staan te brengen. Krampachtig greep hij ros en ruiter dan ook vast en hijgde: „méé zal je, na 't bero, méé!als ware ik een op heeterdaad betrapte logé van Lam metje Zondag." Op het bureau had de onschuldige stoomfietser natuurlijk allerlei moei lijkheden, met den wachtcommandant. Het slot van deze verwikkelingen is te grappig om het niet aan de lezers van dit blad te vertellen. „De voorschriften der politie luiden, dat automobilisten-zonder-permissie die zich te Amsterdam vertoonen, niet alleen aangehouden en bekeurd moe ten worden, maar vervolgens ook bui ten de kom der gemeente óf naar een door hen. aan te wijzen plaats binnen de gemeente moeten worden geleid. Oef! Nu wilde de wachtcommandant ons eerst buiten de gemeente laten bren genStel u voor een belastingbeta lend ingezetene, die uit de stad wordt gezet, omdat-ie op een rijwiel een bui ten functie gesteld motortje als bagage dorst mee te voeren! Bij nalezing van zijn instructies kwam de politieman echter tot de conclusie, dat wij moch ten kiezen tusschen expulsie of op brenging naar een door ons op te geven adres. Niet gesteld op politiegezelschap, waagden we 't te verzoeken of men ons dan maar volgens de letter der wet naar de vóór het bureau geplaatste krantenkiosk wilde geleiden. Maar dat vond de man der wet toch wel een beetje gek, al moest hij ook toegeven dat het correct volgens de letter van het voorschrift was. Neen, dat ging toch niet, een aangehouden chauffeur slechts tien passen ver een officieel geleide mee te geven, 't Adres was te dichtbij; 't moest een beetje vérder wezen Welnu, tot toegeven geneigd door 't humoristische van het dwaas geval, deden we er tien passen bij en kozen café Américain De aangehoudene, een rechercheur en de motorfiets gingen een oogenblik later broederlijk, in wandeltempo naai de overzij. De motorfiets liet weer een „stoomend geluid" liooren; het was de lucht die door den zuiger via het com- pressiekraantje werd uitge'stooten. Je zou toch zweren dat het ding werkte," zei de rechercheur toen we voor het café gearriveerd waren. „Zwéren zou je 't als je 't niet beter wist", beaamde ik. „En mag ik u ver der vriendelijk bedanken voor uw aan genaam gezelschap," vervolgde ik, ter wijl ik den man een sigaar presen teerde." Dei heer Meyer besluit aldus: „Ziellier een staaltjei van Amster- damsche verkeersvrijheid anno 1901. Met belangstelling zien we thans de oproeping om voor den kantonrechter te verschijnen tegemoet en nieuwsgie rig wachten we op de jurisprudentie die een wielrijder veroordeelt omdat hij zoo stout is geweest een buiten wer king gestelde motor met zijn organen op een gewone fiets mee te voeren." 'tls ook hoog tijd dat er aan die willekeur tegen al wat fietser of auto- mobolist is, eens een eind wordt ge maakt. AMATEUR. Wetenschap. De ster van Perseus. Omtrent de nieuwe bijzonder schit terende zon welke onlangs in het ster- rebeeld Perseus zich heeft vertoond en En toch zwom August in een, zee van verrukking. Had Dora zelve die gedichten niet ter sprake gebracht, had' zij hem niet aan zijn belofte- herinnerd? Hij nam zich voor, de zen avond nog de rest in 't net te schrijven, alles klaar te leggen, en den volgenden namidd'ag het oogen blik te bespieden, wanneer de dok ter en Dora's moe-dër naar gewoon te uitgingen. Dan wilde hij inder daad oversteken en Dora de verzen zelf ter hand stellen. Het toeval wilde, dat op dien eigen d'ag mijnheer Reinhard bij zijn. overburen op de thee werd' ge vraagd-. Later op d,en avond ging het gezelschap in de tuinkamer zit ten, naast de huiskamer, waarvan de familie dikwijls gebruik maakte als 't weer het toeliet. De beide dames waren met een handwerkje bezig, de dokter had den heer Reinhard een pijp gege ven, schoon deze-, met het oog op de dames, als naar gewoonte de nood/ige bezwaren had1 geopperd-, waarbij hij evenwel weinig dacht'. Meestal had Dora's moeder het woord en de apotheker antwoord de. Zoo was 't ook thans. Dora vond, dat de apotheker weer zijn weldra weder aan lichtkracht heeft verloren, heeft de bekende Fransche sterrekundige Janssen een belangwek kende theorie verkondigd. Hij wijst, op het opmerkelijk feit dat in de gassen die de zon omgeven, het spectrum geen zuurstof heeft kunnen aanwij zen, ofschoon het uiterst vreemd zou zijn dat dit gas, hetwelk op de aarde en vermoedelijk ook op de andere pla neten zulk een groote rol vervult, juist op de zon zou ontbreken, waar overigens alle elementen die op aarde zijn en nog meer die er onbekend zijn, worden aangetroffen. Hij vermoedt daarom dat wegens de hooge tempe ratuur der zon daar de zuurstof zich in ontbonden staat bevindt, wat ook strookt met dat samengesteld spec trum van dat gas. Voor zijn ontstaan zou dus een afneming van warmte op een hemellichaam noodig zijn en dan eerst kan dat gas zich met waterstof verbinden, wat weder tot zeer groote ontwikkeling van warmte en licht aanleiding geeft. Aldus is dan te ver klaren dat een weinig schitterende ster plotseling een buitengewonen glans verkrijgt, die wederom spoedig verdwijnt door de vorming van water dampen (uit de verbinding van zuur stof en waterstof,) welke het lichaam met een wolk omgeven die zijn licht kracht voor ons oog sterk doet af nemen. Gemengd Nieuws. WeereöQ dyaamietontplof- fing. De dynamietontplofflngen zijn niet van de lucht. Nu heeft Donderdag weer een verschrikkelijke ontploffing plaats gevonden in een douane-magazijn te Irun in Spanje. De materieele schade is aanzienlijk. Het gehe©le magazijn werd verwoest. Het gerucht loopt te Irun dat de ontploffing is veroorzaakt door een misdadige hand, doch de overheid loochent dit en houdt vol, dat. de ramp te wijten is aan een on geluk. Er bevond zich in de douanemaga zijnen aldaar een groote voorraad aan goederen. Er waren ook 34 kisten met 3136 KG. dynamietpatronen en 7 kis ten, bevattende 636 KG. kruit,. Op het oogenblik dat de douanen een kist dy namiet wilden openen, sprong de ge- heele boel in de lucht. De magazijnen werden als het ware weggevaagd. Een regen van ijzer, hout en pannen viel wijd en zijd neer. Het gedonder der ontploffing was zoo hevig, dat het nog te Hendaye en Fontarabia, op een afstand van 20 K. M. van Irun gelegen, gehoord werd. Tien menschen zijn bij dit onheil ge dood, vijf zwaar gewond en vijftien minder ernstig gewond. Vijf vreeselijk verminkte lijken zijn verschrikkelijk verminkte lijken zijn reeds onder de puinhoopen vandaan gehaald. Men zoekt nog naar de over blijfselen van de andere slachtoffers, die onder bergen van kalk en steenhrok. ken bedolven zijn. Etende en dragende gasten In Japan is het gebruik, dat bij groo te feestmalen de gasten de spijzen ten geschenke ontvangen, waarvan zij niet hebben gebruikt of die zij niet op gegeten hebben. Hoeveel er ook overschiet, alles wordt zorgvuldig ingepakt en de gastheer verwacht, dat het mede naar huis zal worden genomen. Tot vóór korten tijd werd dat nog bij alle staatsfeestmalen gedaan. Daar heeft men nu echter dat eigenaardig gebruik afgeschaft; maar hij alle an dere maaltijden is het nog in zwang-. Teedere vaders en moeders kunnen gerust de schaaltjes met zoetigheden onaangeroerd laten staau; zij krijgen er toch van, om mee naar huis te ne men voor de kleintjes. Ook val! het bedanken voor een lievelingsgerecht waarvan men om de eene of andere re den niet wil gebruiken, veel gemakke lijker. Het komt alles „erec.it, men krijgt het alles mee naar haïs. Een roover. Zekere Kneissl, een roover die langen tijd geheel© districten van Beieren on veilig had gemaakt, is eindelijk in han den van de politie gevallen. Een vrouw had zijn ver blijfplaats, een hoeve te Geisenhofen, verraden. Gendarmerie en politie om singelden h&t huis en vuurden er een uur lang op; daarna werd het bestormdi De gendarmen vonden Kneissl in een kleine kamer op een hoop krullen en met zijn rug tegen den schoorsteen. Z o odra de gendarmes binnenkw am en on uitsta an bar en dag had. Uw bediende schijnt een zeer hupsch jongmensch te zijn, mijn heer Reinhard. Nu ja, d'afc gaat wel ant woordde de aangesprokene, zonder bijzondere ingenomenheid. Hoe? Bent u niet over hem tevreden? Zie, dat had ik nu niet gedacht, hij heeft zoo iets aardigs in zijn geheele voorkomen, hij groet altijd zoo beleefd en in den winkel bedient' hij de menschen met' zooveel voorkomendheid. De leerling is vee] voorkomen der, liet Dora zich ontvallen ze kon 't niet uitstaan:, dat over Au gust gezwegen werd. Er voLgde een stilte. Mijnheer 'Reinhard zweeg, overeenkomstig zijn eigenaardige manier van doen, net zoo lang tot de doktersvrouw hot woord opnam en zei de August zal ook wel gauw be diende worden, mijnheer Rein hard? waarop de aangesprokene met het hoofd knikte en kortaf ant woordde Met Paschen aanstaande. Verstaat hij zijn, vak goed vroeg de dokter en blies zoo dikke rookwolken uit, dat de dames voor begon hij op hen te vuren zonder echter iemand te raken. Zelf kreeg hij daar na een kogel in het onderlijf, in den rechterbovenarm en in de linkerhand. Toen kon men hem wegvoeren. Zijn toestand is bedenkelijk. Een lm" ten ante. Op de jongste feestelijke bijeenkomst ter viering van de heldhaftige verdedi ging van Belfort in 1870 was onder de nog levenden uit dit beleg ook een dame aanwezig, op wie de voorzitter 'n zeertoegejuich.en dronk uitgebracht op mevrouw Hoblitz, „luitenante der vrijwilligers". Inderdaad is deze dame, toen mej. Emile Schwalm, in Aug. 1870 aldaar i)n dienst getreden voor den geheelen duur van. den oorlog, met vergunning van generaal Crouzat,, commandant der vesting. Zij was 23 jaar, reed goed te paard, was geoefend in het schieten en sprak vloeiend Duitsch. Daarom werd zij spoedig tot luitenant benoemd bij de vrijwilligers en was als „luitenant Mimille" zeer populair bij haar manschappen, die aan de verdediging van Neu-Breisach deelnamen. De commandant dier on houdbare vesting achtte het echter ge raden haar aan de gevolgen eener be storming te onttrekken en droeg haar op. zijne dépêches naar Belfort over te brengen, van welke taak zij zich met groote onverschrokkenheid kweet. Toen zij naar haar conmpagnie wilde terugkeeren, wist haar familie dit te beletten, en toen richtte zij op eigen kosten te Belfort een ambulance op, waar zij 'tijdens hot vreeselijk bombar dement een aantal zieken (ook pok- zieken) en gewonden verpleegde. Met een der laatsten, den heer Hobitz, trouwde zij la'ter en bleef zij te Belfort gevestigd, waar zij om haar heldhaftig gedrag, zeer in eere is. Japansche ccmtramerkr-n. In de Japansche schouwburgen geeft men den bezoekers, die tijdelijk het lokaal wenschèn te verlaten, geen kaartje als contramerk, maar men drukt hun met ©en gomelastieken stem pel een kleurig merk op de vlakke hand, dat eiken avond wordt veran derd. Die contramerken hebben voor de schouwburgbezoekers het voordeel, dat zij niet verloren kunnen worden, en voor de direction, dat niemand ze aan een ander kan geven of verkoopen. Feil verboden woord. Napoleon I had aan geen uitdruk king zulk een hekel als aan het woord „onmogelijk", en zijn omgeving paste daarom wel op, dat woord niet te ge bruiken in tegenwoordigheid van den Keizer. Toen eens Hertog Fouché, de tegen stander van Napoleons overmatig stoute plannen, iets wat' Z. M. wilde, voor „onmogelijk" verklaarde, riep de Keizer toornig uit: „Altijd weer dat onzinnige en laffe woord' „onmogelijk", mijnheer! Leer toch eindelijk begrijpen, dat, als men Lodewijk XVI heeft zien sterven op het schavot. Marie Antoinette hare kleede- reai en schoenen zag verstellen en daar na haar hoofd zag vallen onder de guillotine1, d)at na dit alles niets meer onmogelijk is!" Het kan verkee^on. Een arm boerenmeisje begaf zich ten tijde van de regeering van Karei I van Engeland naar Londen, om daar een dienst te zoeken. Zij vond eene betrek king in eene brouwerij en bracht bij de klanten hier rond. ■De eigenaar der brouwerij, wien haar voorkomen beviel en die haar als een braaf en eerlijk meisje nader leer de kennen, trouwde na eenigen tijd met haar. Hij overleed plotseling, en de jonge rijke weduwe verkocht de brouwerij en gaf de regeling van hare zaken in handen van den aanzienlijken rechtsgeleerde Hyde. Deze, die later Graaf van Clarendon werd, deed aanzoek om haar hand en kreeg het jawoord. Uit dit huwelijk werd slechts ééne dochter geboren, die door haar wonderbaarlijke schoonheid de aandacht trok van Koning Jacobus II, die haar ten huwelijk vroeg. Uit dit huwelijk sproten de latere Koninginnen Maria en Anna van En geland voort, zoodat het eens zoo arme boerenmeisje, de grootmoeder werd van twee Koninginnen van Engeland. Eekhorens in stad. In de Amreikaansche stad Madison, de hoofdstad van Wisconsin, kan men eekhorentjes in vrijheid door de stra ten zien rondloopen en springen. De burgers zijn zeer trotsch op die ©enige oogenblikken in. een dichten nevel werdien gehuld. Ja, hij is knap genoeg, maar de bengel bengel zei mijnheer Reinhard' heeft, helaas I allerlei onzin in 't hoofd. Thans schijnt hij weer verliefd te wezen. Dora's hart klopte hoorbaar, ze boog zich meer voorover op haar werk, op dat niemand merken zou, hoe het opstijgende bloed haar wangen kleurde ja haar hart klopte, schoon d!eze critiek haar gunstige meening omtrent August een gevoeligen schok toebracht. En 't gevolg daarvan is. ging de apotheker ver der, dut hij de dolste vergissin gen maakt. Nu heeft hij de naaister Mietjen Koelman weer Onze Mietjen Koelman luid de het uit den mond' der beide da mes tegelijk. Is zij ziek in plaats van een oplossing van boor- zuur, engelschzoufc gezonden vervolgde mijnheer Reinhard, zon der op den uitroep acht te geven. En bij de familie Ehmsen had hij in plaats van een onschuldig mengsel van. „aqua destillata met frambozen" een lang niot onschul dig braakmiddel gestuurd. Als de dokter al die stukjes verneemt diertjes en zorgen, dat hun geen kwaac wordt gedaan. De eekhorentjes wonen in de boo. men van den tuin bij 't Kapitool, mid den in de stad. Om dien tuin was vroe ger een hekwerk. De eekhoorns bleven meestal binnen de hekken, en als ei een hond hun kwaad wilde doen, werd hij onmiddellijk gedood. De honden leerden echter spoedig begrijpen, dat zij de kleine pluimstaartjes met rust moesten laten. Een paai- jaren geleden werden de hekken wegegnomen en de eekhorens zijn er nog altijd, en talrijker dan ooit. Zij zijn nu zoo tam: dat men hen dik wijls op eene bank naast den een of anderen wandelaar ziet zitten en uit zijne hand eten. Zij doen tochten naar alle deelen der stad en vermijden daarbij wel de al lerdrukste punten, maar toch is liet niets ongewoons een eekhorentje vlak voor eene electrischen tram eene straat te zien overwippen naar een boom,1 waar hij wezen wil. Het is een aardig gezicht voor een vreemdeling, die te Madison voor zijn hotel zit, eekhorentjes krijgertje te zien' spelen met voorbijgangers aan den overkant van de straat. De kleur van muziek. Het is een bekend verschijnsel, dati verschillende menschen aan üepaaidel muzikale tonen een zeer bepaalde voor-| stelling van kleuren verhinden, maar tot nu toe is dit merkwauvcugB ver-, schijnsel weinig onderzocht. Dr. Sua-' rez de Mendoza heeft voor het eerst beproefd de uitspraken van vers-mei-1 dene musici en dilettanten over de kleuren die zij bij het hooren van to nen waarnemen, te verzamelen Joachim Raff zag bij den klank van de verschillende muziekinstrumenten1 bepaalde kleuren. De fluit was v.mr hem azuurblauw, de hobo geel. de waldhoorn groen, de trompet scharla-1 kenrood en de flageolet donkergrijs. De geleerde Leonard Hoffmann geeft in een werk, dat in 1786 verscheen even eens verschillende kleuren voor de muziekinstrumenten op. Bij den klank van de violoncel zag hij indigoblauw, bij de viool ultramarijnblauw, bij de klarinet geel, bij dei trompet schel-1 rood, bij de fluit roodbruin, hij de hobo lichtrood en bij de flageolet vio let. De dichter Théophile Gautier, die een verwoed vijand van muziek was, heeft ook zijne ervaringen op dit ge bied te boek gesteld, maar hij zag de kleuren bij het hooren van muziek eerst dan. wanneer hij zich door het gebruik van haschisch bedwelmd had. Daardoor verliest zijn getuigenis wel iets van zijn waarde. Ernstiger worden de kleurindruk ken, die bij het hooren van een lied of een zekere melodie ontstaan, door den componist Ehlert behandeld, Zoo schreef hij bv., naar aanleiding van een lied van Schubert: „Dit lied in A- dur is vol van zulk een zonnige warm te en zoo teeder groen, dat ik bij het hooren daarvan den geur van jonge dennen meende in te ademen... Waar lijk, wanneer dit A-dur niet groen klinkt, heb ik in 't geheel geen verstand van de kleuren der tonen." De musicus Nuszbaumer ziet de to nen van de piano op de volgende wij ze gekleurd: d. bruin met lichte stre pen; f. kastanjebruin; e. donker leder- kleurig en korenblauw; a. gemskleu- kleurig, en ais oranje, g. citroengeel Dr. Suarez de Mendoza heeft voorts verscheidene menschen over het hoo ren van kleuren ondervraagd. De een verklaarde, dat de hoge c geel,, de d wit en de e zwart was; een ander zag de hobo, de fluit en de piano in het blauw, een derde daarentegen in het geel. Belangwekkend zijn voorts nog de indrukken van eene dame over de „kleur" van vier groote componisten. De muziek van Haydn gaf haar de ge waarwording van eene onaangenaam groene kleur; die van Mozart wekte blauwe kleur op; Chopin onderscheid© zich door zeer veel geel, en de muziek van Wagner maakte den indruk van een schitterende atmosfeer, wier kleur voortdurend afwisselde. Engelsche bladen. Het aantal couranten in Engeland neemt voortdurend toe. Dit jaar schat men het totaal op 2488, gespecificeerd als volgt: 456 (waarvan 33 dagbladen) voor Londen, 1488 voor het resteerende deel van Engeland. 108 in Wales, 216 in Schotland en 181 voor Ierland. Men! ziet wel, dat de Engelschen zich niet te beklagen hebben over gebrek aan lectuur. hier keerde zic-h mijnheer Rein1-, hard met een spottend lachje naar den gastheer. is hij in staat mij bij de gezondheidscommissie aan te klagen. De dokter Lachte in zich zelf, maar zei d'e daarna tot Dora's niet geringen schrik op ernstigen toon Bestei Reinhard, laten we zulke vergissingen, d'ie leelijke gevolgen kunnen hebben, voorkomen. An ders loopen we er allebei in Heb maar geen nood, goeie vriend, ik heb hem, geholpen door een oorvijg, ongemakkelijk de les gelezen. Een man, die verzen maakte, kreeg oorvijgenDora trilde vani schaamte en ontroering. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6