gediend, waardoor de nadcelige gevol
gen van het arrest van den Hoogen
Raad omtrent de geldigheid van ge
meenteverordeningen op de openbare
slachthuizen worden weggenomen.
De raadsheer in den Hoogen Raad.
mr. Eyssell komt, in de „N. Ct." op
tegen het algemeene van deze bepaling.
Men mag de vrijheid van bedrijf niet,
zonder gewichtige reden, aan zulk een
algemeene beperking bloot stellen, en
den gemeentebesturen toelaten hon-
derderlci industrieele ondernemingen
als het ware op te sluiten in een ge
meentegevangenis, welker directeur
rechtstreeks en voortdurend zal te zeg
gen hebben over de uitoefening van 't
bedrijf." Te minder gelijk de heer
E- er bijvoegt omdat uit de Hinder
wet de waarborg is vervallen dat voor
zulk een verordening goedkeuring van
Ged. Staten noodig is, met beroep op
do Kroon.
Het aanvullingswetje behoort daar
om uitdrukkelijk te worden beperkt
tot de slachterijen, en zoo noodig later
uitgebreid voor andere bedrijven,
waarbij de noodzakelijkheid van zulk
een voorschrift mede kan worden aan
getoond. In alle gevallen echter, dunkt
ons, mag bij zulk een ingrijpend voor
schrift de waarborg van goedkeuring
door het hooger administratief gezag
niet ontbreken.
Het h.ospitaai-kerkschip.
Aan het jaarverslag der Nederland-
sche Vereeniging ten behoeve van zee
lieden van elke nationaliteit, die het
Hospitaal-kerkschip De Hoop" naar zee
zendt, ontleenen wij:
Wanneer wij op het afgeloopen jaar
terugzien, is er inderdaad groote reden
tot dankbaarheid. Mochten wij ten vo
rige jare vermelden, dat het hospi
taalschip in 99 gevallen genees- en heeL
kundige hulp heeft verstrekt. Deze
hulpvaardigheid is in Duitschland ge
waardeerd. Brieven van dankbetui
ging niet alleen, maar stoffelijke be
wijzen van dank werden ontvangen
van vele visscherij-maatsehappijen in
Duitschland, zoo als die te Bremen en
Vegesach, de Neptun en de Dollart te
Einden, en onlangs nog van de Geeste-
munder Visscherij. Die bewijzen van
waardefering in den vreemde deden
dubbel goed, omdat de belangstelling
der Nederlandsche visscherij-reede-
rijen, met eene enkele uitzondering, te
wenschen overlaat „Is, vraagt het be
stuur, „de reden hiervan gelegen in
de meening. dat de reeder niet te zor
gen heeft voor den zoeken of gekwet
sten visscher, die in zijn belang ar
beidt? Wij weten het niet, maar zou
den het betreuren indien dit de redlen
ware. Want zelfs indien de wettelijke
verplichting niet bestaat, is het im
mers voor ieder menseh plicht om den
arbeider in zijnen dienst, wien een on
geluk of ziekte treft, te steunen en te
verplegen. Is het daarentegen,, omdat
wij dit werk op ons genomen hebben,
laten wij er dan dit op antwoorden, dat
ons werk onvolkomen is en voor de toe
komst niet verzekerd, zoolang de Ne
derlandsche reeder dit werk der liefde
niet steunt. Want het mag wel be
dacht worden, de jaarlijksche kosten
aan ons Hospitaalschip verbonden, of
schoon alle weelde daaruit is verban
nen, zijn uit den aard der zake groot.
Zij mogen op f 12 ii f 13,000 geschat
worden. Wij zouden zoo gaarne zien
dat het voorbeeld van den Vlaarding-
schen reeder, die voor elk loggerschip,
dat onder zijn bestuur vaart 10 be
taalt, door allen werdl gevolgd.
Indien ieder reeder ons voor elk log
gerschip, boeker of sloep 1(T en voor
elk bom schip f 5 toezendt, dan is die
last zeker uiterst gering en. weinig voel
baar, en toch zou het gezamenlijk be
drag wel niet in staat zijn onze kosten
te dekken, docb er zou althans eene
niet onbelangrijke bijdrage geleverd
worden door hen. die bij ons werk het
meeste belang hebben, en die bijdrage
zou ons dubbel aangenaam zijn omdat,
wij daarin zou dien zien een bewijs van
waardeering van den Nederlandschen
reeder ,eene waardeering, welke nu
bijna geheel ontbreekt.
Is de belangstelling bij den reeder
gering, met genoegen vermelden wij,
dat de vïsscliers zelve er anders over
denken. Eene voor hen niet onbelang
rijke som werd door hen geheel vrij
willig geworpen, al was het. met dub
beltjes en kwartjes, in de „boeijen",
die uitgereikt werden op de schepen,
waar dit werd verlangd. Dit pennings
ke der weduwe heeft voor ons groote
waarde, want zeker de visscher zelf is
beter dan iemand anders in staat ons
werk te beoordeelen. Hij hebbe daar
voor onzen dank!
Dankbaar wordt daarna vermeld de
anders van uw dienst?
Zij dankte, boog weder met een
bekoorlijke uitdrukking het hoofd
em ging heen.
Kordes bleek na een voor dten;
■provisor zeer belangrijk) onder
houd' nog een familielid dier Las
sen's te wezen, en was ook beneid',
ails middelaar op te treden om Ti-
bertius bij d'e dames te introdu-
ceerendeze kreeg dan ook een
uitnood'ig*ing en deed den volgen
den Zondag zijn intrede in die1 kar
ju it. Het eerste kwartier was zoo
pijnlijk, dat hij op liet punt stond,
de geheele geschiedenis te verwen-
schen. Toen de dames evenwel
zich als beleefde gastvrouwen de
voorkomendheid zelve betoonden,
week zijn. verlegenheid' langzamer
hand. Hij moest den ouden wijn
probeeren, hij moest de gebakken
visch proeven, en zich toch vooral
goed van de ansjovis bedienen.
Laat ik u maar eens helpen,
srxrak de oude dame, diepte een
mooi exemplaar op en Legde het
c*i) zijn bord. Eindelijk, moest hij
nog een fLesch rood en wijn ont
kurken, nog van. den besten uit
den kelder des kapiteins. Daarbij
was het na den maaltijd zoo pret-,
tig, en door die beminnelijke op-
gift van H. M. de Koningin ontvangen,
terwijl tevens de Be-scherm vrouw d'er
vereeniging, H. M. de Koningin-Moe
der, het werk krachtdadig steunde.
De scheepsramp te Vlissingen.
In het „HandelsbL v. Antw." komen
eenige mededeelingen voor over den
toestand van de overlevenden van de
Vlissingsche scheepsramp. De „Tay"
hoorde te Antwerpen thuis en zoo zijn
de Meulemeester en de stuurman Dixon
daarheen overgebracht. De eerste ligt
in het St. Elisabeth-gastliuis en zijn
toestand, is betrekkelijk goed: Na
tuurlijk heeft de man veel geleden en
gaat zijn herstelling niet zool vllug;
een halve nacht in den mast te han
gen te midden van een kouden, don
keren nacht, in een noordoosten-storm
en boven een schuimende, woedende
zee, met duizend doodsangsten, in het
hart, terwijl makkers links en rechts
bezwijken, zoo'n nacht is wel in staat
om den sterkste» en kalm sten. menseh
voor het leven het verstand te bene
men. De Meulemeester heeft aan dat
alles weerstand geboden en zat onge
twijfeld, wanneer hij genezen in Sint
Nïkolaas terugkeert, als het wonder
der Peperstraat worden beschouwd.
De eenige geredde officier van de
„Tay", de stuurman Dixon, door de
roeiers van het loodswezen te Vlissin
gen aan wal gebracht, is Vrijdag le
Antwerpen aangekomen. Dixon ver
haalt dat hij op liet oogenblik dier
ramp, op het achterschip was. Toen
de boot begon te zinken was alleman
aan dek. De kapitein was er met de
twee vrouwen, welke hij van zwem
gordels voorzag en haar toen onder
de armen nam. Dixon riep hun toe,
zich te redden, doch de kapitein ant
woordde, dat hij wilde sterven als een
man. Daarop beklom men de masten.
Doch een zware golf spoelde over het
schip en rukte den kapitein en beide
vrouwen mee in zee terwijl Dixon deed
wat hij kon om de anderen in dien
mast te helpen. Hij zag alles, hoorde
alles en heeft tot het laatste oogenblik
besef gehad van het vreeselijk tooneeL
Hij herinnert zich, dat een der matro
zen een strijd voerde op leven en dood
met een neger, geen lid der beman
ning en dus niet op de monsterrol in
geschreven dat de neger bezweek...
en de matroos ook. Hij zag ook de
manschappen een voor een in de gol
ven vallen uit den. mast, waar zij red
ding hadden gezocht. De steward
Willis viel het eerst: de kou had, hem
liet leven benomen en het was slechts
zijn lijk dat in de golven viel. Die toe
stand duurde tot den dageraad, toen
men een sloep van het Belgisch loodsr
wezen zag van wal steken en gesleept
door de Antwerpsche toogboot „John
Buil", het wrak naderen.
Dit was zijn redding. Hij hoorde
roepen dat hij den mast moest losla
ten, hij voelde zich bij de beenen grij
pen en kort daarna werd hij met zijn
gezel Ambrose in een andere sleep
boot overgebracht en aan wal gezet.
Dan vond men ook het! lijk van den
steward, het eenige dat opgevischt
werd.
Dixon bevestigt dat drie Belgen aan
boord waren: de geredde De Meule
meester, Falk de lampist, en „Jantje
de Hollander".
De twee laatsten zijn in de golven
omgekomen. De verdronken kapitein
Fegon had één kind; de 2de officier
Harman. en de eerste machinist had
den er meer, evenals William Crow;
ook de beide verdronken vrouwen wa
ren moeder van eeniige kinderen.
De| commissaris van het Neder-
landsch loodwezen chef van dienst A.
H. Clei'kx, schrijft nog aan bovenge
noemd blad, dat het onjuist is, dat
aan boord van de aanvarende „Chem-
nist" een Hollandsche loods was, er
was een Belgische loods aan boord.
Verkiezing voor de Tweede
Kamer.
De liberale kiesvereeniging Eendracht
maakt Macht te Havelte heeft, na het
bedanken van den heer Houwing, tot
voorloopig candidaat voor de Tweede
Kamer gesteld den heer dr. H. Blink
te 's-Gravenhage.
De heer Blink heeft zich bereid ver
klaard een eventueele candidatuur te
aanvaarden.
Te Winschoten is Zondag eene orga
nisatie van vrijzinnige democraten
gesticht, waarin verschillende gemeen-!
ten in het district vertegenwoordigd
zijn. In deze vergadering is met bijna
algemeene stemmen dei heer dr. D. Bos
candidaat gesteld voor de Tweede Ka
mer.
De heer C. Gerritsma. lid van den
merkzaambeid, welke goedharti-
gen. menschen eigen is. zoo uitlok-!
kend dat die provisor zich in, hoo-
ger sferen, waande. De mama was.
in het spreken wel is waar niu en
dan wat scherp en. kon een wan
trouwende uitdrukking in haar
Gogen niet altijd verbergen; maar
Christine was zoo ongemaakt
vriendelijk en voorkomend, en luis
terde met zoo groote opmerkzaam
heid1 en met zooveel belangstelling
naar de verhalen van. den; provisor,
dat zijn hart in. stille liefdie steeds
sneller begon te1 kloppen.
Haar vrouwelijk gevoel ontdekte
spoedig, dat hij een braaf en, goed
menseh was, en zijn veelzijdige
kennis maakte indruk op haar.
Het levende woord klonk zoo g©-
heel anders dan de dbode letters
uit nieuwsbladen, en boeken, waar
door zij tot heden aan haar zucht
naar wetenschap had voldaan.
Met de overtuiging harer be
langstelling en van haar verstand;
groeide bij Tibertius ook die ge
schiktheid om te zeggeni wat hem
op het hart lag. Hier was iemand,
die hem' begreep, die zijn eigenper-
soonlij.kheidi op prijs stelde en niet
d'oor voorbarigcn lof onderdrukte.
Tibertius had zelf aan zijn weien
raad der gemeente Sehoterland, door
de liberale kiesvereeniging Oudesclioot
voorloopig candidaat gesteld in het
district Sehoterland, heeft voor die
candidatuur bedankt.
Het eerste bericht uit Kampen
is niet juist. Na het bedanken
van' de beeren van der Hou-
ven van Oordt em Ruys blijven van
d'e voorloop ige can dl daten, over die
heenen mr. A. Stibbe, gep. pres.
van het hooggerechtshof in Indlië,
te Hilversum'; B. Cuperus te Zut-
phen en mr. F. O. van der Dussien,
kantonrechter te Kampen. In een
volgende vergadering zal een defi
nitief candidaat worden, gesteld.
De volk s k i es vereend gi.ng „Een
dracht" te Veendam heeft den heer
J. H. A. Schaper met algemeene
stemmen candidaat gesteld voor
die Tweedie Kamer.
Naar het „U. D." verneemt, stelt de
beer jhr. mr. H. M. J. van Asch van
Wijck zich voor de aanstaande periode
niet meer beschikbaar voor een zetel
in de Tweede Kamer.
De heer van Asch van Wijck zat voor
't district Wijk bij Duurstede.
De Centrale Vrijzinnige Kiesvereeni-
ging te Kampen heeft tot voorloopigen
candidaat voor het lidmaatschap dor
Tweede Kamer gesteld F. O. van der
Dussen, kantonrechter te Kampen, die
eene candidatuur zal aanvaarden.
Tot afgevaardigde naar de 30 dezer
te houden buitengewone algemeene
vergadering van de Liberale Unie is
eveneens gekozen F. O. van der Dus
sen.
De anti-revolutionaire kiesvereeni
ging te Staphorst heeft tot candidaat
voor de Tweede Kamer gekozen jhr. mr.
Quarles van Ufford, burgemeester van
Noordwijk.
Uit Rome wordt geseind, dat dr.
Schaepman door Z. H. den Paus Mo-
tu proprio tot huisprelaat van Z. H.
benoemd is.
Mooie leeftijd.
De oudste inwoner van Schiedam is
Maandag in den ouderdom van 101 jaar
en 7 maanden overleden.
Tot voor enkele weken vóór zijn dood
was de overledene nog helder van geest
en bezig in zijn bedrijf van vleeschkou-
wer.
Nadat hij reeds te voren bewijzen
had gegeven dat zijn geest soms af
dwaalde werd hij de laatste vier we
ken bedlegerig en duidden de verschijn
selen die zich vertoonden zijn naderend
einde aan.
Veesmokkelen.
Men schrijft van de Belgische gren
zen:
Het is tegenwoordig weer tamelijk
druk met het veesmokkelen. De weide-
gang begint aan te breken en daarom
is er in België veel vraag naar Neder-
landsch fokvee. De smokkelaars ma
ken dus goede zaken. Deze week ont
moette ik een vijftal zulke mannen, die
drie schoone melkkoeien geleidden.
„Wel, vriendjes, gaat gij er nog eens
op uit?"
„Neen, mijnheer, het is nog te vroeg.
Wij gaan eerst met. de beestjes naar
gindsche herberg. Daar worden ze ge
stald en wachten wij op tijding."
„Op tijding?"
„Wel zeker, denkt u, dat wij onze
vrijheid en onze beesten zoo licht wa
gen. Een onzer vrienden is op verken
ning uit en als de zaak goed staat, dat
wjl zeggen als de weg dien wij gekozen
hebben, niet door de ambtenaren ne-
waakt wordt, gaan de beestjes dezen
nacht over de grens en anders blijven
zij hier op stal en wagen wij het mor
gennacht".
„Het gaat tegenwoordig nog al goed.
ik hoor ten minste van geen aansla
gen."
„Dat geloof ik wel, wij zijn verstan
diger geworden. Vroeger namen wij
ieder die zich aanbood, in dienst. Deze
huurlingen gingen bij het minste ge
rucht op den loop, de beesten in den
brand latende. Als zij zich verongelijkt
achtten, durfden zij ons zelfs verra
den. Thans moet ieder, die meegaat,
aandeel nemen in de dieren die over
gaan. Zoo hebben allen belang bij een
goeden afloop."
„Gaat gij ver in België?"
„Ja, mijnheer, meestal 56 uur van
de grens. Soms moeten wij ons haas
ten om voor zonsopgang op de plaats
der bestemming te zijn, want, zooals
gij begrijpt, kunnen wij overdag in
België niet met beesten loopen, dat zou
argwaan wekken."
en kunnen nooit getwijfeld, maar
zijn zwakke zelfvertrouwen had
hem, steeds toegefluisterd, dat hem
nog te veel ontbrak om zich met
anderen op één lijn te plaatsen.
Op zekeren avond had. er in de
kajuit iets buitengewoons plaats.
Tibertius verkeerde nu reeds se
dert bijna twee maanden in het
huis der familie Lassen en ver
beidde het oogenblik steedis met
verlangen,, dat hij er weer verschij
nen. mocht
De weduwe, die lieden haar
drukken dag had!, was zelve in de
keuken, bezig met het klaarmaken
van 't avondeten. Christine was
druk met het haken van een anti
macassar om het aantal groote en
kleine, die reeds voorhanden wa
ren. nog te vermeerderen, en luis
terde met vriendelijke belangstel
ling naar hetgeen Tibertius haar
van die lieve mevrouw Heinhardi
vertelde.
Die beiden zijn eigenlijk niet
recht gelukkig, is het wel? Er
wordt zoo veel gebabbeld' zeide
liet meisje deelniemendi, maar niet
zonder een zweem van nieuwsgie
righeid, een nieuwsgierigheid', diie
misschien niet geheel vrij van ja-
loerscbheid' was
„Zeker verdient ge met dat smokke
len een mooïen cent?"
De lui keken mij eens aan, alsof zij
zeggen wilden, gij vraagt nog al veel,
wenschten mij beleefd „goeden avond"
en gingen lachende verder.
Den volgenden dag hoorde ik zeggen,
dat er op de markt te Lokeren twee
smokkelaars, welke daar met twee
koeien te koop stonden, in hechtenis
waren genomen.
Diefstal en sociaal-demooratie
De heer G. W. Melchers schrijft in
de „Bildtsche Courant":
„Ik moet toch even verzet aanteeke-
nen tegen de wijze, waarop in uw blad
de houding der Leeuwarder afd. der
S. D. A. P. in de zaak de Bunje ver
keerd voorgesteld en daardoor bespot
telijk gemaakt Wordt. Ziehier de juiste,
toedracht der zaak. Op geen enkele
wijze wil de afd. diefstal goed pralen,
vooral niet den diefstal van jenever
etc., door de Bunje aan het licht ge
bracht. Maar 't maakt voor ons toch
eenig verschil uit hoe iemand die za
ken aan 't licht brengt. De meening
der commissie van ondei*zoek, waar
van ook de afd. der Ver. van spoor- en
tramweg-pers. een viertal leden aan
wees, was, dat de Bunje handlangers-
diensten aan de klassejustitie bewezen
heeft. De Bunje heeft ditzelf erkend en
betreurd. De afdeeling sprak daar
na met algemeene stemmen uit dat
de Bunje daardoor onwaardig was om;
als voorzitter te fungeeren.
Een door mij, bestreden voorstel om
hem voor 3 jaar de verkiesbaarheid
voor eene bestuursfunctie te ontnemen,
werd daarna met 27 tegen 20 stemmen
aangenomen.
U begrijpt nu ook waarom de B. niet
als voorzitter onzer coöperatie kon ge
handhaafd blijven. Mij dunkt, uwe op
merking: „Daarmee wil de afdeeling
toch niet zeggen, dat zij iemand, die
zich verzet tegen diefstal, niet geschikt
acht voor bestuurslid eener coöpera
tie!" was beneden uwe waardigheid. Ik
acht het althans niet noodig er eenige
woorden aan vuil te maken.
Blijkens een bij den voorzitter van
het hoofdcomité van het Roode Kruis
ontvangen schrijven van het consulaat
der Nederlanden te Lissabon, werd de
Benguella aan boord, waarvan zich de
Nederlandsche ambulance bevindt he
den te Lissabon verwacht.
Een gedeelte der Boer enge van genen
zou volgens dit bericht te Teniche en
te Alcobaca in de buurt van Caldas da
Rainlca, worden gehuisvest, terwijl een
ander gedeelte te Sagres, een plaatsje
gelegen aan den uitersten Zuidwest
kust van Portugal zou worden oncer-
gebracht.
De plechtige zitting van den
Raad van State.
Opgeheven is thans de geheimhou
ding van het verhandelde in de bui
tengewone vergadering van den Raad
van State Donderdag jl. gehouden tot
plechtige installatie door H. M. de
Koningin van Z. K. H. Prins Hendrik
der Nederlanden, als zitting verkregen
hebbende met raadgevende stem in
dat hooge college. Derhalve kan nu de
tekst der toespraken bij die gelegen
heid gehouden, medegedeeld worden.
Bij Hare intrede in de vergaderzaal
werd H. M. met den Prins verwelkomd
door den vice-voorzitter Jhr. Mr.
Schorer met de leden, die allen in kos
tuum bij de deur geschaard waren. De
vice-voorzitter noodigde H. M. uit d>en
voorzitterstoel in te nemen. Deze stoel
is vroeger gedurende de republiek in
den Raad van State door de Stadhou
ders ingenomen en ook menigmaal
door de koningen Willem I en Willem
II bezet. H. M. opende met hamerslag
de vergadering en verzocht den waarn.
secretaris het besluit der benoeming
voor te lezen. Nadat dit geschied was
hield H. M. de volgende toespraak:
Mijne Heer en!
Het is mij zeer aangenaam heden
als voorzitter van deze vergadering
op te treden, te meer waar ik mijn
beminden Gemaal zal installeeren aJs
liid met raadgevende stem van dit
Hooge College.
Zich tot Zijne Koninklijke Hoogheid
den Prins wendende:
Ik heb u zitting gegeven in den
Raad van State, omdat gij nergtens
betere gelegenheid zult hebben gron
dig kennis te maken met onze wetge
ving en onze staatsinstelling. Gij weet
dat dit college geroepen is de Kroon
bij alle moeilijke vraagstukken van
Raad te dienen; het is steeds een der
steunpilaren Onzer constitutïoneele
regeering geweest. Het is te recht
steeds trotsch geweest samen gesteld
Helaasantwoordde de gast.
En het is des te treuriger, om
dat de vrouw eeni ware eaigel is.
Ik hieb zeidien; haarsgelijke gezien.
Dat hoort men algemeen-, zei-
de Christine, en voegde er eenigs-
zins afkeurend! bij Dit huwe
lijk was toch ook een. waagstuk,
indien nieit een groote dwaling!
Het piepjonge meisje met een zoo
veel oudler manDe menschen
moeten toch in leeftijd bij elkander
passen, anders ontstaan er altijd
wanverhoudingen
Tibertius knikte en ging maar
steeds voort met een zijden lapje
stuk te kninpen, dat op d© tafel lag.
Mag ik die schaar hebben?
vraagde Christine vriendelijk, toen
bij op haar laatste gezegd© vol
strekt niets antwoordde. Zij zocht
slechts een aanleiding om het ge
sprek te hervatten, omdat hij bleef
zwijgen.
Toen ontmoetten hunne blikken
elkander. Voor den eersten keer
toog de betooverende schaduw van
de liefde over beider gelaat en een
vreemd gevoel ging er in hun har
ten om.
Honderd woorden brandden Ti
bertius op die tong, maar hij vond
er niet één. Vooreerst loerde, hij
te zijn uit mannen die kunde en be
kwaamheid wisten te paren aan on
partijdigheid' en zelfstandigheid van
oordeel. Ik ben overtuigd, dat Ilc de
tolk ben van deze vergadering, wan
neer Ik den wensch uitspreek, dat Gij
lange jaren hare beraadslagingen
moogt hijwonen en daardoor mede
werken tot bevordering der belangen
van ons vaderland. En hiermede ver
klaar Ik Zijne Koninklijke Hoogheid
plechtig geïnstalleerd.
De Prins stond daarop van zijn zetel
op, daarin gevolgd door alle aanwe
zigen en hield de volgende toespraak:
Ik betuig Uwer Majesteit mijn har-
telijken dank voor het vertrouwen in
Mij gesteld door Mijne benoeming tot
lid van den Raad van State met raad
gevende stem. Mijne Hoeren! Ik meen
te mogen rekenen op uwe medewer
king waar Ik er naar zal streven Mij
op de hoogte te stellen van onze staats
instellingen. Ik gevoel mij gelukkig
zitting té nemen in uw hoog college,
waartoe ook vroeger leden van het
Koninklijk Huls behoord hebben en
Ik hoop uwe vergadering vele malen
bij te wonen, ten einde werkzaam te
zijn in het belang van mijn nieuw Va
derland.
Vervolgens verzocht/ de v/ice-presi-
dent Hare Majesteit hem het woord
te verleenen en nadat hem dit verleend
was, sprak hij het volgende:
Mevrouw!
Namens den Raad van State dank
ik Uwe Majesteit dat ik in de gelegen
heid gesteld ben U zijn dank te bren
gen niet alleen voor de hoogst welwil
lende woorden door Uwe Majesteit ge
sproken, maar ook voor het feit dat
door U de voorzitterstoel is ingenomen,
om in eigen persoon Zijne Koninklijke
Hoogheid den Prins der Nederlanden
in dezen Raad in té leiden. Wij begrij
pen dat Uwe Majesteit er prijs op stelt
aan Hem die Haar zoo dierbaar is en
wien Zij zoovele zorgen zal deelen, een
plaats te geven in den kring van hen
diie, geroepen raad te geven in alle za
ken voor Haar als Hoofd der Regee
ring van gewicht, deze zorgen helpen
verlichten. Maar wij waardeeren het
daarom niet minder dat Uwe Majes
teit, door zelve Haar Geniaal hier te
brengen en in te leiden, een bijzonder
gewicht aan de benoeming van Zijne
Koninklijke Hoogheid geeft, aan het
volk van Nederland, daardoor toonen-
de dat het Uw wensch en 's Prinsen
verlangen is dat Zijne Koninklijke
Hoogheid zich ernstig kunne wijden
aan de behartiging van 's lands zaken.
Wij gevoelen dat Uwe Majesteit bii
de ons reeds bekende ernstige opvat
ting van alle Hare Koninklijke plich
ten, ook wenscht dat Hij die met. Haar
het leven zal dealen, Haar ook tot
steun kunne zijn hij de vervulling van
Hare' zware taak, maar daarom waar
deeren wij het ook des te meer dat de
Raad van State door Uwe Majesteit
gekozen is om Haar te helpen dat doel,
voor Haar en het Vaderland zoo groot
en schoon, te bereiken. Dat Uwe Ma
jesteit niet tevergeefs een beroep op
ons doet, verzekeren wij Haar met al
den trouw die wij aan Haar persoon,
aan onze Koningin verschuldigd zijn.
Maar ook aan Uwe Koninklijke Hoog
heid doen wij dezelfde belofte. U ge-
lukwenschend met Uwe intrede in den
Raad van State erkennen wij meit
blijdschap dat deze stap uwerzijds zoo
spoedig reeds na Uwe komst in Uw
nieuw vaderland, getuigt van een ern-
stigen wil om U op de hoogte van
's lands zaken te stellen. Ware het, ons
reeds niet uit Uwe woorden gebleken,
dan geeft die stap ons de zekerheid dat
het ons gegeven zal zijn Uwe Konink
lijke Hoogheid menigmaal in ons
midden te zien. Uwe Koninklijke Hoog
heid zal hier vinden een ernstig en
hoogst onpartijdig onderzoek van alle
voorstellen die van de Ministers der
Kroon uitgaan. Politieke berekenin
gen, persoonlijke' invloeden zijn hier
nooit hekend geweest doch (ik mag
het ter eere mijner medeleden zeggen)
met de meeste nauwkeurigheid wor
den hier alle onderwerpen alleen naar
hunne innerlijke waarde onderzocht
en getoetst aan 's lands belang. Daar
na wordt de vrucht aan het oordeel der
Koningin en van Hare verantwoorde
lijke raadgevers onderworpen.
In den aanvang zal Uwer Konink
lijke Hoogheid natuurlijk veel vreemd
voorkomen, maar namens alle leden
van den Raad durf ik U de verzeke
ring geven, dat nooit aan U omtrent
een of ander onderwerp de voorlich
ting of hulp zal onthouden worden die
door U mocht worden giewenscht. Het
zal steeds ons aller doel zijn Uwe Ko
ninklijke Hoogheid geheel op de
hoogte te brengen van onze instellin-
gen, onze wetten en wettelijke hepa-
naar de deur, omdat hem inviel
dat de oudle vrouw wel eens juist
binnen kon komen. Hij keek naar
den gehaakten anti-macaseer en,
zag hem toch niethij keek naar
haar. die met neergeslagen oogen
zoo stil en zedig, zoo argeloos vóór
hem zat. Ja, dat was het! Ver
moedde zijdat hij haar liefhad
mocht hij haar vriendelijke blik
ken uitleggen zooals hij wilde Hij
rilde bij de gedachte, dat zij niet
aan zijn wensch voldoen zou zijn
gemoed was met bangen twijfel
vervuld. De lamp brandde helder
de dingen rondom hem, de schil
derijen, de meubels, alles zag er
zoo vriendelijk uit. Alles keek hem
zoo vroolijk en uitlokkend aan.
Ach, waarom was het niet een beet
je donkerder in het vertrek, dan
behoefde hij haar niet zoo aan te
zien, als hij bevend het woord der
liefde zou uitspreken. En dan
kwamen er plotseling weer stem
men in hem op, die hem den be-
slissenden stap afrieden. Wat was
hij Een jonggezel zonder vermo
gen', niet zoo heel jong meer, af
hankelijk, zonder vooruitzichten.
En zij Een rijke erfdochter, die
behalve deze eigenschap er nog
zooveel andere bezat, die haar het
lingen, de gewoonten en de praktijk
van het Ncderlandsch leven, en wij
zullen ons allen gelukkig rekenen in
dien wij daardoor onzerzijds iets kun
nen bijdragen opdat Gij geliefd en ge-
eerd moogt. worden, niet alleen als
de Gemaal van onze geliefde Koningin,
maar ook als vriend van geheel Ne
derland."
De Koningin sloot daarop de verga
ring met hamerslag en verliet de ver
gadering en het gebouw na zich in de
ontvangkamer nog eenige oogenblik-
ken te hebben onderhouden met de
leden die haar uitgeleide deden.
Dankbetuiging aan Mr.
Vening Meiness.
Door de Amsterdamsche raadsleden
mr. II. S. van Lennep, mr. W. Ileiiie-
ken, mr. F. S. van Nierop, mr. l'h.
Heemskerck en mr. W. S. J. van Wa
terschoot van der Gracht, wordt aan
den gemeenteraad aldaar het volgende
besluit voorgesteld:
„De Gemeenteraad verzoekt den heer
mr. S. A. Vening Meinesz, de verzeke
ring te willen aanvaarden van 's Raads
leedwezen, dat hij aan H. M. de Ko
ningin ontslag als burgemeester heeft
gevraagd, en betuigt hem dank voor de
groote, aan de gemeente bewezen dien
sten en voor de zaakkundige leiding
der vergaderingen."
Stadsnieuws
Haarlem, 26 Maart 1901.
Stukken van den Gemeente
raad.
De heer Modoo stelt voor om art.
8 der voorgestelde verordening rege
lende do inrichting der gemeen te-poli-
tie als volgt te wijzigen:
Art. 8. De agenten van politie der
4e klasse genieten geen vaste jaar
wedde.
Waneer zij, in de gevallen bij art.
4 voorzien, dienst doen, ontvangen
zij f 0.25 per uur met dien verstande,
dat zij voor diensten van vier of min
der achtereenvolgende uren f 0.25 per
uur zullen ontvangen.
De heer K. F. van Maas, gemeen
te-heelkundige, tevens belast met ver
loskunde, geeft te kennen dat. zijn
diensttijd, als zoodanig zal eindigen
op 31 Maart a.s., ei, verzoekt hn Raad
om te worden herbenoemd.
Door den heer A. Visser, aanne
mer van de uit te voeren haggerwer-
ken in deze gemeente, is tot B. en W.
het verzoek gericht om voor den op
slag van baggerspecie in huur te mo
gen ontvangen een stuk land, gelegen
aan den Spaarndammerweg tusschen
„het Tonnetje" en de Jan Gijzenvaart.
Deze grond werd laastelijk verhuurd
aan den heer C. van Schie voor dien
prijs van f 190.'s jaars. Laatstge>-
noemde heeft het verzoek gedaan om
uit de huur te worden ontslagen.
B. en W. stellen voor aan het ver
zoek van heide adressanten te vol
doen.
Op Maandag 1 April e.k. van 's na
middags 2 tot 3 uur zal in het hótel
„de Leeuwrik" alhier plaats hebben
eene verkiezing van een lid van het
Bestuur van den Zuiderpolder onder
Haarlemmerliede en Spaarnwoude, ter
vervulling van de plaats, opengekomen
door de periodieke aftreding van den
heer M. Engelen die verzocht heeft
niet weder in aanmerking te komen.
Na afloop der verkiezing zal eene
vergadering worden gehouden van
Stemgerechtigde ingelanden waarin
o.a. zal worden behandeld een voor
stel tot verhooging der jaarwedden
van de Bestuursleden en van den
Secretaris-Penningmeester.
Waar is de duim?
In ons vorig nummer heeft de
schrijver van de Nabetrachting van
den Gemeenteraad tot den directeur
onzer gemeentelijke lichtfabrieken het
verzoek gericht, zooveel mogelijk zijn
aandacht te wijden aan de eigen
industrie en niet al te zeer het oog
te wenden naar Duitschland.
Maar men moet nu niet den direc
teur gaan beschuldigen van dingen,
waaraan hij geen schuld heeft! En
dat gebeurt op dit oogenblik in de
stad. Men vertelt elkaar namelijk,
dat de gashouders voor onze nieuwe
fabriek zoo maar in Duitschland zijn
besteld en dat een van de Neder
landsche firma's en wel de firma
Enthoven uit den I^aag, zich er hitter
over zou hebben beklaagd, dat zij
in deze niet uitgenoodigd was om in
te schrijven.
En wat is er nu inderdaad gebeurd 1
Geruimen tijd geleden heeft de heer
recht gaven het aanzoek van be
tere mannen gehoor te verleenen
Het ging nietDe tijd' was nog niet
daarEerst moest hij zekerheid
hebben. Hij wilde Dora verzoeken
eens voor hem te polsen zij zou
de bruid voor hern verwerven I
Zoo zat hij in gepeins verdiiepfc
zonder nog te durven. Alle beslui
ten die hij reeds genomen had wer
den weer verworpen.
Geen van beid en snrak thans.
Christine keek nog eens even rond.
Toen stond zij op en ging, met eeni
vragende n blik op hem, naar eeni
andere tafel om iets t© krijgen. Ja,
nu was het oogenblik gekomen
Zeker zoo'n eindje verder van heft
licht af zou het heel anders klin
ken, warmer het werd hem nu
lichter om het hartHij verschoof
zijn stoel en stond op, z.ij stond
met den rug naar hem toe. Thans,
thans I
Juffrouw Christine
Hij zeide het werkelijk. Hij beef
de. Op het hoor en van zijn stem
keerde zij zich om. Nooit had hij
nog haar vóórnaam genoemd.
Groote, vriendelijke oogen zagen
hem aan. Zij leunde op de tafel,
alsof zij naar hem wilde luisteren.
(Wordt vervolgd.)