gediend, waardoor de nadcelige gevol gen van het arrest van den Hoogen Raad omtrent de geldigheid van ge meenteverordeningen op de openbare slachthuizen worden weggenomen. De raadsheer in den Hoogen Raad. mr. Eyssell komt, in de „N. Ct." op tegen het algemeene van deze bepaling. Men mag de vrijheid van bedrijf niet, zonder gewichtige reden, aan zulk een algemeene beperking bloot stellen, en den gemeentebesturen toelaten hon- derderlci industrieele ondernemingen als het ware op te sluiten in een ge meentegevangenis, welker directeur rechtstreeks en voortdurend zal te zeg gen hebben over de uitoefening van 't bedrijf." Te minder gelijk de heer E- er bijvoegt omdat uit de Hinder wet de waarborg is vervallen dat voor zulk een verordening goedkeuring van Ged. Staten noodig is, met beroep op do Kroon. Het aanvullingswetje behoort daar om uitdrukkelijk te worden beperkt tot de slachterijen, en zoo noodig later uitgebreid voor andere bedrijven, waarbij de noodzakelijkheid van zulk een voorschrift mede kan worden aan getoond. In alle gevallen echter, dunkt ons, mag bij zulk een ingrijpend voor schrift de waarborg van goedkeuring door het hooger administratief gezag niet ontbreken. Het h.ospitaai-kerkschip. Aan het jaarverslag der Nederland- sche Vereeniging ten behoeve van zee lieden van elke nationaliteit, die het Hospitaal-kerkschip De Hoop" naar zee zendt, ontleenen wij: Wanneer wij op het afgeloopen jaar terugzien, is er inderdaad groote reden tot dankbaarheid. Mochten wij ten vo rige jare vermelden, dat het hospi taalschip in 99 gevallen genees- en heeL kundige hulp heeft verstrekt. Deze hulpvaardigheid is in Duitschland ge waardeerd. Brieven van dankbetui ging niet alleen, maar stoffelijke be wijzen van dank werden ontvangen van vele visscherij-maatsehappijen in Duitschland, zoo als die te Bremen en Vegesach, de Neptun en de Dollart te Einden, en onlangs nog van de Geeste- munder Visscherij. Die bewijzen van waardefering in den vreemde deden dubbel goed, omdat de belangstelling der Nederlandsche visscherij-reede- rijen, met eene enkele uitzondering, te wenschen overlaat „Is, vraagt het be stuur, „de reden hiervan gelegen in de meening. dat de reeder niet te zor gen heeft voor den zoeken of gekwet sten visscher, die in zijn belang ar beidt? Wij weten het niet, maar zou den het betreuren indien dit de redlen ware. Want zelfs indien de wettelijke verplichting niet bestaat, is het im mers voor ieder menseh plicht om den arbeider in zijnen dienst, wien een on geluk of ziekte treft, te steunen en te verplegen. Is het daarentegen,, omdat wij dit werk op ons genomen hebben, laten wij er dan dit op antwoorden, dat ons werk onvolkomen is en voor de toe komst niet verzekerd, zoolang de Ne derlandsche reeder dit werk der liefde niet steunt. Want het mag wel be dacht worden, de jaarlijksche kosten aan ons Hospitaalschip verbonden, of schoon alle weelde daaruit is verban nen, zijn uit den aard der zake groot. Zij mogen op f 12 ii f 13,000 geschat worden. Wij zouden zoo gaarne zien dat het voorbeeld van den Vlaarding- schen reeder, die voor elk loggerschip, dat onder zijn bestuur vaart 10 be taalt, door allen werdl gevolgd. Indien ieder reeder ons voor elk log gerschip, boeker of sloep 1(T en voor elk bom schip f 5 toezendt, dan is die last zeker uiterst gering en. weinig voel baar, en toch zou het gezamenlijk be drag wel niet in staat zijn onze kosten te dekken, docb er zou althans eene niet onbelangrijke bijdrage geleverd worden door hen. die bij ons werk het meeste belang hebben, en die bijdrage zou ons dubbel aangenaam zijn omdat, wij daarin zou dien zien een bewijs van waardeering van den Nederlandschen reeder ,eene waardeering, welke nu bijna geheel ontbreekt. Is de belangstelling bij den reeder gering, met genoegen vermelden wij, dat de vïsscliers zelve er anders over denken. Eene voor hen niet onbelang rijke som werd door hen geheel vrij willig geworpen, al was het. met dub beltjes en kwartjes, in de „boeijen", die uitgereikt werden op de schepen, waar dit werd verlangd. Dit pennings ke der weduwe heeft voor ons groote waarde, want zeker de visscher zelf is beter dan iemand anders in staat ons werk te beoordeelen. Hij hebbe daar voor onzen dank! Dankbaar wordt daarna vermeld de anders van uw dienst? Zij dankte, boog weder met een bekoorlijke uitdrukking het hoofd em ging heen. Kordes bleek na een voor dten; ■provisor zeer belangrijk) onder houd' nog een familielid dier Las sen's te wezen, en was ook beneid', ails middelaar op te treden om Ti- bertius bij d'e dames te introdu- ceerendeze kreeg dan ook een uitnood'ig*ing en deed den volgen den Zondag zijn intrede in die1 kar ju it. Het eerste kwartier was zoo pijnlijk, dat hij op liet punt stond, de geheele geschiedenis te verwen- schen. Toen de dames evenwel zich als beleefde gastvrouwen de voorkomendheid zelve betoonden, week zijn. verlegenheid' langzamer hand. Hij moest den ouden wijn probeeren, hij moest de gebakken visch proeven, en zich toch vooral goed van de ansjovis bedienen. Laat ik u maar eens helpen, srxrak de oude dame, diepte een mooi exemplaar op en Legde het c*i) zijn bord. Eindelijk, moest hij nog een fLesch rood en wijn ont kurken, nog van. den besten uit den kelder des kapiteins. Daarbij was het na den maaltijd zoo pret-, tig, en door die beminnelijke op- gift van H. M. de Koningin ontvangen, terwijl tevens de Be-scherm vrouw d'er vereeniging, H. M. de Koningin-Moe der, het werk krachtdadig steunde. De scheepsramp te Vlissingen. In het „HandelsbL v. Antw." komen eenige mededeelingen voor over den toestand van de overlevenden van de Vlissingsche scheepsramp. De „Tay" hoorde te Antwerpen thuis en zoo zijn de Meulemeester en de stuurman Dixon daarheen overgebracht. De eerste ligt in het St. Elisabeth-gastliuis en zijn toestand, is betrekkelijk goed: Na tuurlijk heeft de man veel geleden en gaat zijn herstelling niet zool vllug; een halve nacht in den mast te han gen te midden van een kouden, don keren nacht, in een noordoosten-storm en boven een schuimende, woedende zee, met duizend doodsangsten, in het hart, terwijl makkers links en rechts bezwijken, zoo'n nacht is wel in staat om den sterkste» en kalm sten. menseh voor het leven het verstand te bene men. De Meulemeester heeft aan dat alles weerstand geboden en zat onge twijfeld, wanneer hij genezen in Sint Nïkolaas terugkeert, als het wonder der Peperstraat worden beschouwd. De eenige geredde officier van de „Tay", de stuurman Dixon, door de roeiers van het loodswezen te Vlissin gen aan wal gebracht, is Vrijdag le Antwerpen aangekomen. Dixon ver haalt dat hij op liet oogenblik dier ramp, op het achterschip was. Toen de boot begon te zinken was alleman aan dek. De kapitein was er met de twee vrouwen, welke hij van zwem gordels voorzag en haar toen onder de armen nam. Dixon riep hun toe, zich te redden, doch de kapitein ant woordde, dat hij wilde sterven als een man. Daarop beklom men de masten. Doch een zware golf spoelde over het schip en rukte den kapitein en beide vrouwen mee in zee terwijl Dixon deed wat hij kon om de anderen in dien mast te helpen. Hij zag alles, hoorde alles en heeft tot het laatste oogenblik besef gehad van het vreeselijk tooneeL Hij herinnert zich, dat een der matro zen een strijd voerde op leven en dood met een neger, geen lid der beman ning en dus niet op de monsterrol in geschreven dat de neger bezweek... en de matroos ook. Hij zag ook de manschappen een voor een in de gol ven vallen uit den. mast, waar zij red ding hadden gezocht. De steward Willis viel het eerst: de kou had, hem liet leven benomen en het was slechts zijn lijk dat in de golven viel. Die toe stand duurde tot den dageraad, toen men een sloep van het Belgisch loodsr wezen zag van wal steken en gesleept door de Antwerpsche toogboot „John Buil", het wrak naderen. Dit was zijn redding. Hij hoorde roepen dat hij den mast moest losla ten, hij voelde zich bij de beenen grij pen en kort daarna werd hij met zijn gezel Ambrose in een andere sleep boot overgebracht en aan wal gezet. Dan vond men ook het! lijk van den steward, het eenige dat opgevischt werd. Dixon bevestigt dat drie Belgen aan boord waren: de geredde De Meule meester, Falk de lampist, en „Jantje de Hollander". De twee laatsten zijn in de golven omgekomen. De verdronken kapitein Fegon had één kind; de 2de officier Harman. en de eerste machinist had den er meer, evenals William Crow; ook de beide verdronken vrouwen wa ren moeder van eeniige kinderen. De| commissaris van het Neder- landsch loodwezen chef van dienst A. H. Clei'kx, schrijft nog aan bovenge noemd blad, dat het onjuist is, dat aan boord van de aanvarende „Chem- nist" een Hollandsche loods was, er was een Belgische loods aan boord. Verkiezing voor de Tweede Kamer. De liberale kiesvereeniging Eendracht maakt Macht te Havelte heeft, na het bedanken van den heer Houwing, tot voorloopig candidaat voor de Tweede Kamer gesteld den heer dr. H. Blink te 's-Gravenhage. De heer Blink heeft zich bereid ver klaard een eventueele candidatuur te aanvaarden. Te Winschoten is Zondag eene orga nisatie van vrijzinnige democraten gesticht, waarin verschillende gemeen-! ten in het district vertegenwoordigd zijn. In deze vergadering is met bijna algemeene stemmen dei heer dr. D. Bos candidaat gesteld voor de Tweede Ka mer. De heer C. Gerritsma. lid van den merkzaambeid, welke goedharti- gen. menschen eigen is. zoo uitlok-! kend dat die provisor zich in, hoo- ger sferen, waande. De mama was. in het spreken wel is waar niu en dan wat scherp en. kon een wan trouwende uitdrukking in haar Gogen niet altijd verbergen; maar Christine was zoo ongemaakt vriendelijk en voorkomend, en luis terde met zoo groote opmerkzaam heid1 en met zooveel belangstelling naar de verhalen van. den; provisor, dat zijn hart in. stille liefdie steeds sneller begon te1 kloppen. Haar vrouwelijk gevoel ontdekte spoedig, dat hij een braaf en, goed menseh was, en zijn veelzijdige kennis maakte indruk op haar. Het levende woord klonk zoo g©- heel anders dan de dbode letters uit nieuwsbladen, en boeken, waar door zij tot heden aan haar zucht naar wetenschap had voldaan. Met de overtuiging harer be langstelling en van haar verstand; groeide bij Tibertius ook die ge schiktheid om te zeggeni wat hem op het hart lag. Hier was iemand, die hem' begreep, die zijn eigenper- soonlij.kheidi op prijs stelde en niet d'oor voorbarigcn lof onderdrukte. Tibertius had zelf aan zijn weien raad der gemeente Sehoterland, door de liberale kiesvereeniging Oudesclioot voorloopig candidaat gesteld in het district Sehoterland, heeft voor die candidatuur bedankt. Het eerste bericht uit Kampen is niet juist. Na het bedanken van' de beeren van der Hou- ven van Oordt em Ruys blijven van d'e voorloop ige can dl daten, over die heenen mr. A. Stibbe, gep. pres. van het hooggerechtshof in Indlië, te Hilversum'; B. Cuperus te Zut- phen en mr. F. O. van der Dussien, kantonrechter te Kampen. In een volgende vergadering zal een defi nitief candidaat worden, gesteld. De volk s k i es vereend gi.ng „Een dracht" te Veendam heeft den heer J. H. A. Schaper met algemeene stemmen candidaat gesteld voor die Tweedie Kamer. Naar het „U. D." verneemt, stelt de beer jhr. mr. H. M. J. van Asch van Wijck zich voor de aanstaande periode niet meer beschikbaar voor een zetel in de Tweede Kamer. De heer van Asch van Wijck zat voor 't district Wijk bij Duurstede. De Centrale Vrijzinnige Kiesvereeni- ging te Kampen heeft tot voorloopigen candidaat voor het lidmaatschap dor Tweede Kamer gesteld F. O. van der Dussen, kantonrechter te Kampen, die eene candidatuur zal aanvaarden. Tot afgevaardigde naar de 30 dezer te houden buitengewone algemeene vergadering van de Liberale Unie is eveneens gekozen F. O. van der Dus sen. De anti-revolutionaire kiesvereeni ging te Staphorst heeft tot candidaat voor de Tweede Kamer gekozen jhr. mr. Quarles van Ufford, burgemeester van Noordwijk. Uit Rome wordt geseind, dat dr. Schaepman door Z. H. den Paus Mo- tu proprio tot huisprelaat van Z. H. benoemd is. Mooie leeftijd. De oudste inwoner van Schiedam is Maandag in den ouderdom van 101 jaar en 7 maanden overleden. Tot voor enkele weken vóór zijn dood was de overledene nog helder van geest en bezig in zijn bedrijf van vleeschkou- wer. Nadat hij reeds te voren bewijzen had gegeven dat zijn geest soms af dwaalde werd hij de laatste vier we ken bedlegerig en duidden de verschijn selen die zich vertoonden zijn naderend einde aan. Veesmokkelen. Men schrijft van de Belgische gren zen: Het is tegenwoordig weer tamelijk druk met het veesmokkelen. De weide- gang begint aan te breken en daarom is er in België veel vraag naar Neder- landsch fokvee. De smokkelaars ma ken dus goede zaken. Deze week ont moette ik een vijftal zulke mannen, die drie schoone melkkoeien geleidden. „Wel, vriendjes, gaat gij er nog eens op uit?" „Neen, mijnheer, het is nog te vroeg. Wij gaan eerst met. de beestjes naar gindsche herberg. Daar worden ze ge stald en wachten wij op tijding." „Op tijding?" „Wel zeker, denkt u, dat wij onze vrijheid en onze beesten zoo licht wa gen. Een onzer vrienden is op verken ning uit en als de zaak goed staat, dat wjl zeggen als de weg dien wij gekozen hebben, niet door de ambtenaren ne- waakt wordt, gaan de beestjes dezen nacht over de grens en anders blijven zij hier op stal en wagen wij het mor gennacht". „Het gaat tegenwoordig nog al goed. ik hoor ten minste van geen aansla gen." „Dat geloof ik wel, wij zijn verstan diger geworden. Vroeger namen wij ieder die zich aanbood, in dienst. Deze huurlingen gingen bij het minste ge rucht op den loop, de beesten in den brand latende. Als zij zich verongelijkt achtten, durfden zij ons zelfs verra den. Thans moet ieder, die meegaat, aandeel nemen in de dieren die over gaan. Zoo hebben allen belang bij een goeden afloop." „Gaat gij ver in België?" „Ja, mijnheer, meestal 56 uur van de grens. Soms moeten wij ons haas ten om voor zonsopgang op de plaats der bestemming te zijn, want, zooals gij begrijpt, kunnen wij overdag in België niet met beesten loopen, dat zou argwaan wekken." en kunnen nooit getwijfeld, maar zijn zwakke zelfvertrouwen had hem, steeds toegefluisterd, dat hem nog te veel ontbrak om zich met anderen op één lijn te plaatsen. Op zekeren avond had. er in de kajuit iets buitengewoons plaats. Tibertius verkeerde nu reeds se dert bijna twee maanden in het huis der familie Lassen en ver beidde het oogenblik steedis met verlangen,, dat hij er weer verschij nen. mocht De weduwe, die lieden haar drukken dag had!, was zelve in de keuken, bezig met het klaarmaken van 't avondeten. Christine was druk met het haken van een anti macassar om het aantal groote en kleine, die reeds voorhanden wa ren. nog te vermeerderen, en luis terde met vriendelijke belangstel ling naar hetgeen Tibertius haar van die lieve mevrouw Heinhardi vertelde. Die beiden zijn eigenlijk niet recht gelukkig, is het wel? Er wordt zoo veel gebabbeld' zeide liet meisje deelniemendi, maar niet zonder een zweem van nieuwsgie righeid, een nieuwsgierigheid', diie misschien niet geheel vrij van ja- loerscbheid' was „Zeker verdient ge met dat smokke len een mooïen cent?" De lui keken mij eens aan, alsof zij zeggen wilden, gij vraagt nog al veel, wenschten mij beleefd „goeden avond" en gingen lachende verder. Den volgenden dag hoorde ik zeggen, dat er op de markt te Lokeren twee smokkelaars, welke daar met twee koeien te koop stonden, in hechtenis waren genomen. Diefstal en sociaal-demooratie De heer G. W. Melchers schrijft in de „Bildtsche Courant": „Ik moet toch even verzet aanteeke- nen tegen de wijze, waarop in uw blad de houding der Leeuwarder afd. der S. D. A. P. in de zaak de Bunje ver keerd voorgesteld en daardoor bespot telijk gemaakt Wordt. Ziehier de juiste, toedracht der zaak. Op geen enkele wijze wil de afd. diefstal goed pralen, vooral niet den diefstal van jenever etc., door de Bunje aan het licht ge bracht. Maar 't maakt voor ons toch eenig verschil uit hoe iemand die za ken aan 't licht brengt. De meening der commissie van ondei*zoek, waar van ook de afd. der Ver. van spoor- en tramweg-pers. een viertal leden aan wees, was, dat de Bunje handlangers- diensten aan de klassejustitie bewezen heeft. De Bunje heeft ditzelf erkend en betreurd. De afdeeling sprak daar na met algemeene stemmen uit dat de Bunje daardoor onwaardig was om; als voorzitter te fungeeren. Een door mij, bestreden voorstel om hem voor 3 jaar de verkiesbaarheid voor eene bestuursfunctie te ontnemen, werd daarna met 27 tegen 20 stemmen aangenomen. U begrijpt nu ook waarom de B. niet als voorzitter onzer coöperatie kon ge handhaafd blijven. Mij dunkt, uwe op merking: „Daarmee wil de afdeeling toch niet zeggen, dat zij iemand, die zich verzet tegen diefstal, niet geschikt acht voor bestuurslid eener coöpera tie!" was beneden uwe waardigheid. Ik acht het althans niet noodig er eenige woorden aan vuil te maken. Blijkens een bij den voorzitter van het hoofdcomité van het Roode Kruis ontvangen schrijven van het consulaat der Nederlanden te Lissabon, werd de Benguella aan boord, waarvan zich de Nederlandsche ambulance bevindt he den te Lissabon verwacht. Een gedeelte der Boer enge van genen zou volgens dit bericht te Teniche en te Alcobaca in de buurt van Caldas da Rainlca, worden gehuisvest, terwijl een ander gedeelte te Sagres, een plaatsje gelegen aan den uitersten Zuidwest kust van Portugal zou worden oncer- gebracht. De plechtige zitting van den Raad van State. Opgeheven is thans de geheimhou ding van het verhandelde in de bui tengewone vergadering van den Raad van State Donderdag jl. gehouden tot plechtige installatie door H. M. de Koningin van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, als zitting verkregen hebbende met raadgevende stem in dat hooge college. Derhalve kan nu de tekst der toespraken bij die gelegen heid gehouden, medegedeeld worden. Bij Hare intrede in de vergaderzaal werd H. M. met den Prins verwelkomd door den vice-voorzitter Jhr. Mr. Schorer met de leden, die allen in kos tuum bij de deur geschaard waren. De vice-voorzitter noodigde H. M. uit d>en voorzitterstoel in te nemen. Deze stoel is vroeger gedurende de republiek in den Raad van State door de Stadhou ders ingenomen en ook menigmaal door de koningen Willem I en Willem II bezet. H. M. opende met hamerslag de vergadering en verzocht den waarn. secretaris het besluit der benoeming voor te lezen. Nadat dit geschied was hield H. M. de volgende toespraak: Mijne Heer en! Het is mij zeer aangenaam heden als voorzitter van deze vergadering op te treden, te meer waar ik mijn beminden Gemaal zal installeeren aJs liid met raadgevende stem van dit Hooge College. Zich tot Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins wendende: Ik heb u zitting gegeven in den Raad van State, omdat gij nergtens betere gelegenheid zult hebben gron dig kennis te maken met onze wetge ving en onze staatsinstelling. Gij weet dat dit college geroepen is de Kroon bij alle moeilijke vraagstukken van Raad te dienen; het is steeds een der steunpilaren Onzer constitutïoneele regeering geweest. Het is te recht steeds trotsch geweest samen gesteld Helaasantwoordde de gast. En het is des te treuriger, om dat de vrouw eeni ware eaigel is. Ik hieb zeidien; haarsgelijke gezien. Dat hoort men algemeen-, zei- de Christine, en voegde er eenigs- zins afkeurend! bij Dit huwe lijk was toch ook een. waagstuk, indien nieit een groote dwaling! Het piepjonge meisje met een zoo veel oudler manDe menschen moeten toch in leeftijd bij elkander passen, anders ontstaan er altijd wanverhoudingen Tibertius knikte en ging maar steeds voort met een zijden lapje stuk te kninpen, dat op d© tafel lag. Mag ik die schaar hebben? vraagde Christine vriendelijk, toen bij op haar laatste gezegd© vol strekt niets antwoordde. Zij zocht slechts een aanleiding om het ge sprek te hervatten, omdat hij bleef zwijgen. Toen ontmoetten hunne blikken elkander. Voor den eersten keer toog de betooverende schaduw van de liefde over beider gelaat en een vreemd gevoel ging er in hun har ten om. Honderd woorden brandden Ti bertius op die tong, maar hij vond er niet één. Vooreerst loerde, hij te zijn uit mannen die kunde en be kwaamheid wisten te paren aan on partijdigheid' en zelfstandigheid van oordeel. Ik ben overtuigd, dat Ilc de tolk ben van deze vergadering, wan neer Ik den wensch uitspreek, dat Gij lange jaren hare beraadslagingen moogt hijwonen en daardoor mede werken tot bevordering der belangen van ons vaderland. En hiermede ver klaar Ik Zijne Koninklijke Hoogheid plechtig geïnstalleerd. De Prins stond daarop van zijn zetel op, daarin gevolgd door alle aanwe zigen en hield de volgende toespraak: Ik betuig Uwer Majesteit mijn har- telijken dank voor het vertrouwen in Mij gesteld door Mijne benoeming tot lid van den Raad van State met raad gevende stem. Mijne Hoeren! Ik meen te mogen rekenen op uwe medewer king waar Ik er naar zal streven Mij op de hoogte te stellen van onze staats instellingen. Ik gevoel mij gelukkig zitting té nemen in uw hoog college, waartoe ook vroeger leden van het Koninklijk Huls behoord hebben en Ik hoop uwe vergadering vele malen bij te wonen, ten einde werkzaam te zijn in het belang van mijn nieuw Va derland. Vervolgens verzocht/ de v/ice-presi- dent Hare Majesteit hem het woord te verleenen en nadat hem dit verleend was, sprak hij het volgende: Mevrouw! Namens den Raad van State dank ik Uwe Majesteit dat ik in de gelegen heid gesteld ben U zijn dank te bren gen niet alleen voor de hoogst welwil lende woorden door Uwe Majesteit ge sproken, maar ook voor het feit dat door U de voorzitterstoel is ingenomen, om in eigen persoon Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden in dezen Raad in té leiden. Wij begrij pen dat Uwe Majesteit er prijs op stelt aan Hem die Haar zoo dierbaar is en wien Zij zoovele zorgen zal deelen, een plaats te geven in den kring van hen diie, geroepen raad te geven in alle za ken voor Haar als Hoofd der Regee ring van gewicht, deze zorgen helpen verlichten. Maar wij waardeeren het daarom niet minder dat Uwe Majes teit, door zelve Haar Geniaal hier te brengen en in te leiden, een bijzonder gewicht aan de benoeming van Zijne Koninklijke Hoogheid geeft, aan het volk van Nederland, daardoor toonen- de dat het Uw wensch en 's Prinsen verlangen is dat Zijne Koninklijke Hoogheid zich ernstig kunne wijden aan de behartiging van 's lands zaken. Wij gevoelen dat Uwe Majesteit bii de ons reeds bekende ernstige opvat ting van alle Hare Koninklijke plich ten, ook wenscht dat Hij die met. Haar het leven zal dealen, Haar ook tot steun kunne zijn hij de vervulling van Hare' zware taak, maar daarom waar deeren wij het ook des te meer dat de Raad van State door Uwe Majesteit gekozen is om Haar te helpen dat doel, voor Haar en het Vaderland zoo groot en schoon, te bereiken. Dat Uwe Ma jesteit niet tevergeefs een beroep op ons doet, verzekeren wij Haar met al den trouw die wij aan Haar persoon, aan onze Koningin verschuldigd zijn. Maar ook aan Uwe Koninklijke Hoog heid doen wij dezelfde belofte. U ge- lukwenschend met Uwe intrede in den Raad van State erkennen wij meit blijdschap dat deze stap uwerzijds zoo spoedig reeds na Uwe komst in Uw nieuw vaderland, getuigt van een ern- stigen wil om U op de hoogte van 's lands zaken te stellen. Ware het, ons reeds niet uit Uwe woorden gebleken, dan geeft die stap ons de zekerheid dat het ons gegeven zal zijn Uwe Konink lijke Hoogheid menigmaal in ons midden te zien. Uwe Koninklijke Hoog heid zal hier vinden een ernstig en hoogst onpartijdig onderzoek van alle voorstellen die van de Ministers der Kroon uitgaan. Politieke berekenin gen, persoonlijke' invloeden zijn hier nooit hekend geweest doch (ik mag het ter eere mijner medeleden zeggen) met de meeste nauwkeurigheid wor den hier alle onderwerpen alleen naar hunne innerlijke waarde onderzocht en getoetst aan 's lands belang. Daar na wordt de vrucht aan het oordeel der Koningin en van Hare verantwoorde lijke raadgevers onderworpen. In den aanvang zal Uwer Konink lijke Hoogheid natuurlijk veel vreemd voorkomen, maar namens alle leden van den Raad durf ik U de verzeke ring geven, dat nooit aan U omtrent een of ander onderwerp de voorlich ting of hulp zal onthouden worden die door U mocht worden giewenscht. Het zal steeds ons aller doel zijn Uwe Ko ninklijke Hoogheid geheel op de hoogte te brengen van onze instellin- gen, onze wetten en wettelijke hepa- naar de deur, omdat hem inviel dat de oudle vrouw wel eens juist binnen kon komen. Hij keek naar den gehaakten anti-macaseer en, zag hem toch niethij keek naar haar. die met neergeslagen oogen zoo stil en zedig, zoo argeloos vóór hem zat. Ja, dat was het! Ver moedde zijdat hij haar liefhad mocht hij haar vriendelijke blik ken uitleggen zooals hij wilde Hij rilde bij de gedachte, dat zij niet aan zijn wensch voldoen zou zijn gemoed was met bangen twijfel vervuld. De lamp brandde helder de dingen rondom hem, de schil derijen, de meubels, alles zag er zoo vriendelijk uit. Alles keek hem zoo vroolijk en uitlokkend aan. Ach, waarom was het niet een beet je donkerder in het vertrek, dan behoefde hij haar niet zoo aan te zien, als hij bevend het woord der liefde zou uitspreken. En dan kwamen er plotseling weer stem men in hem op, die hem den be- slissenden stap afrieden. Wat was hij Een jonggezel zonder vermo gen', niet zoo heel jong meer, af hankelijk, zonder vooruitzichten. En zij Een rijke erfdochter, die behalve deze eigenschap er nog zooveel andere bezat, die haar het lingen, de gewoonten en de praktijk van het Ncderlandsch leven, en wij zullen ons allen gelukkig rekenen in dien wij daardoor onzerzijds iets kun nen bijdragen opdat Gij geliefd en ge- eerd moogt. worden, niet alleen als de Gemaal van onze geliefde Koningin, maar ook als vriend van geheel Ne derland." De Koningin sloot daarop de verga ring met hamerslag en verliet de ver gadering en het gebouw na zich in de ontvangkamer nog eenige oogenblik- ken te hebben onderhouden met de leden die haar uitgeleide deden. Dankbetuiging aan Mr. Vening Meiness. Door de Amsterdamsche raadsleden mr. II. S. van Lennep, mr. W. Ileiiie- ken, mr. F. S. van Nierop, mr. l'h. Heemskerck en mr. W. S. J. van Wa terschoot van der Gracht, wordt aan den gemeenteraad aldaar het volgende besluit voorgesteld: „De Gemeenteraad verzoekt den heer mr. S. A. Vening Meinesz, de verzeke ring te willen aanvaarden van 's Raads leedwezen, dat hij aan H. M. de Ko ningin ontslag als burgemeester heeft gevraagd, en betuigt hem dank voor de groote, aan de gemeente bewezen dien sten en voor de zaakkundige leiding der vergaderingen." Stadsnieuws Haarlem, 26 Maart 1901. Stukken van den Gemeente raad. De heer Modoo stelt voor om art. 8 der voorgestelde verordening rege lende do inrichting der gemeen te-poli- tie als volgt te wijzigen: Art. 8. De agenten van politie der 4e klasse genieten geen vaste jaar wedde. Waneer zij, in de gevallen bij art. 4 voorzien, dienst doen, ontvangen zij f 0.25 per uur met dien verstande, dat zij voor diensten van vier of min der achtereenvolgende uren f 0.25 per uur zullen ontvangen. De heer K. F. van Maas, gemeen te-heelkundige, tevens belast met ver loskunde, geeft te kennen dat. zijn diensttijd, als zoodanig zal eindigen op 31 Maart a.s., ei, verzoekt hn Raad om te worden herbenoemd. Door den heer A. Visser, aanne mer van de uit te voeren haggerwer- ken in deze gemeente, is tot B. en W. het verzoek gericht om voor den op slag van baggerspecie in huur te mo gen ontvangen een stuk land, gelegen aan den Spaarndammerweg tusschen „het Tonnetje" en de Jan Gijzenvaart. Deze grond werd laastelijk verhuurd aan den heer C. van Schie voor dien prijs van f 190.'s jaars. Laatstge>- noemde heeft het verzoek gedaan om uit de huur te worden ontslagen. B. en W. stellen voor aan het ver zoek van heide adressanten te vol doen. Op Maandag 1 April e.k. van 's na middags 2 tot 3 uur zal in het hótel „de Leeuwrik" alhier plaats hebben eene verkiezing van een lid van het Bestuur van den Zuiderpolder onder Haarlemmerliede en Spaarnwoude, ter vervulling van de plaats, opengekomen door de periodieke aftreding van den heer M. Engelen die verzocht heeft niet weder in aanmerking te komen. Na afloop der verkiezing zal eene vergadering worden gehouden van Stemgerechtigde ingelanden waarin o.a. zal worden behandeld een voor stel tot verhooging der jaarwedden van de Bestuursleden en van den Secretaris-Penningmeester. Waar is de duim? In ons vorig nummer heeft de schrijver van de Nabetrachting van den Gemeenteraad tot den directeur onzer gemeentelijke lichtfabrieken het verzoek gericht, zooveel mogelijk zijn aandacht te wijden aan de eigen industrie en niet al te zeer het oog te wenden naar Duitschland. Maar men moet nu niet den direc teur gaan beschuldigen van dingen, waaraan hij geen schuld heeft! En dat gebeurt op dit oogenblik in de stad. Men vertelt elkaar namelijk, dat de gashouders voor onze nieuwe fabriek zoo maar in Duitschland zijn besteld en dat een van de Neder landsche firma's en wel de firma Enthoven uit den I^aag, zich er hitter over zou hebben beklaagd, dat zij in deze niet uitgenoodigd was om in te schrijven. En wat is er nu inderdaad gebeurd 1 Geruimen tijd geleden heeft de heer recht gaven het aanzoek van be tere mannen gehoor te verleenen Het ging nietDe tijd' was nog niet daarEerst moest hij zekerheid hebben. Hij wilde Dora verzoeken eens voor hem te polsen zij zou de bruid voor hern verwerven I Zoo zat hij in gepeins verdiiepfc zonder nog te durven. Alle beslui ten die hij reeds genomen had wer den weer verworpen. Geen van beid en snrak thans. Christine keek nog eens even rond. Toen stond zij op en ging, met eeni vragende n blik op hem, naar eeni andere tafel om iets t© krijgen. Ja, nu was het oogenblik gekomen Zeker zoo'n eindje verder van heft licht af zou het heel anders klin ken, warmer het werd hem nu lichter om het hartHij verschoof zijn stoel en stond op, z.ij stond met den rug naar hem toe. Thans, thans I Juffrouw Christine Hij zeide het werkelijk. Hij beef de. Op het hoor en van zijn stem keerde zij zich om. Nooit had hij nog haar vóórnaam genoemd. Groote, vriendelijke oogen zagen hem aan. Zij leunde op de tafel, alsof zij naar hem wilde luisteren. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 2