Groote Marlt 5.
Zijlstraat 14
Julius Wulff Co.,
Haarlemsche Gasfabriek.
GROOTE HOUTSTRAAT 128.
GROOTE AFSLAG
Paasch-Rundvleesch
Gebrs. PIËT, Zijlstraat 75.
Ververij en Chem. Wasscherij.
HELMBREKERSTEEG.
Paasch-Cadeaii.
Prijs der Cokes.
Grove COKES 80 Cent per Hectoliter.
Geklopte 85
Celsius, en dat van komnommers en
augurken begint niet te kiemen voor
dat de bodem een "warmtegraad van 13
b. 14 gr. Celsius heeft. Men zaait slechts
in goed fijngemaakten grond. Fijne
zaden mag men niet met de hand doch
6lechts tusschen duim en wjjsvinger
uitstrooien opdat de planten niet te
dik komen te staan. Teneinde de ver
deeling over het bed gemakkelijker te
maken vermengt men de uit te strooien
zaden een weinig met zand. Ze mogen
slechts dun met aarde bedekt worden.
Het Jonge plantje toch kan niets uit
de lucht opnemen voor de zaadlubben
of bladeren boven den grond zijn. Tot
dien tijd moet het teren op het in den
zaadkorrel aanwezige voedsel. Kleine
zaadkorrels bevatten hiervan weinig,
d. w. z. niet zooveel dat er een lange
onderaardsche stengel uit opgebouwd
kan worden.. Om deze redenen slaat
men na het uitstrooien van zeer fijne
zaden (selderij, peterselie) den grond
eenvoudig met de vlakke spade wat
aan. Hierdoor voorkomt men, dat de
bovenlaag van den grond te veel uit
droogt en het zaad niet zooveel water
kan opnemen als voor de kieming noo-
dig is.
In 't algemeen kan men zeggen, dat
de zaden een dikkere aardbedekking
behoeven, naarmate zij grooter zijn.
Met vrij groote veld-saladezaad bij uit
zondering wordt weinig of niet bedekt,
dus als een fijn zaad behandeld. Som
mige groenten worden eerst gezaaid en
dan verplant. Bij koolsoorten, kool
rapen en prei is dit regel. Maar ook
met doperwten, peulen en tuinboonen
en uien geschiedt dit wel, doch met de
eerste drie doet men het om de op
brengst te vergrooten of den pluk te
vervroegen, want meestal worden ze
in een bak uitgezaaid. Met uiën ge
schiedt het op die gronden waar de
teelt van uiën bij zaaiing mislukt, doch
wellicht niet, als men in het voorjaar
uiënplanten (zoogen. Zwijndrechtsche)
van elders ontbiedt. Koolsoorten, kool
rapen en prei worden eensdeels ook
verplant, omdat men dan op de voor
die groenten bestemde bedden eerst nog
snijsalade, radijs, spinazie,1 en soms
vroege peentjes kan verbouwen. Ook
sommige koolsoorten en de koolrapen
kunnen nog op de vroege doppers en
peulen volgen. Bij 't verplanten moe
ten de planten in den regel even diep
komen te staan als op het plantenbed.
Die van augurken, komkommers, kool
en peulvruchten mag men iets dieper
zetten, waardoor zij meer wortels ma
ken. Prei zet men heel wat dieper om
het witte of gele, eetbare gedeelte lan
ger te krijgen. Spichtig opgegroeide
planten moeten niet verpoot, doch weg
geworpen worden. Men voorkomt dit
spichtig worden door ze op het plant-
bed niet te dicht te zaaien. Blijken ze
kort na de kieming te dik staan, dan
moet men ze uitdunnen. Bij droog we
der trekt men de planten niet uit den
grond, doch men licht den grond, na
hem begoten te hebben, met een diep
gestoken, kleine spade bij gedeelten op.
Zoodoende behoudt men veel aarde
aan de wortels en besenadigt men zoo
weinig mogelijk de fijne haarwortel-
tjes, die de opname van het bodem-
voedsel tot taak hebben.
Van de kool- en koolraapplanten
werpt men die op den mesthoop, welke
knobbels aan de wortels of steil staan
de bladeren hebben of zonder hart zijn.
Van enkele planten (andijvie, prei,
knolselderij) worden de bladeren voor
het verplanten ingekort zonder het hart
te raken. Het verplanten mag alleen
bij vochtig weder geschieden. Wanneer
't lang droog blijft als de tijd van ver
planten daar is, oef ene men wat ge
duld. Men is daarmede altijd hen
voor. die zich aan den tuinkalender
houden en hij droog weder planten,
omdat het hiervoor tijd is. Volgt op
het verplanten niet verwachte droogte
dan moet men 's avonds en 's morgens
met in den zon verwarmd sloot- of re
genwater gieten. Bovendien is het
zaak des daags de planten tegen zon-
neutralen te beschermen. De pootgaten
make men niet met een rond stuk hout,
want dan drukt men de wanden van
het gat te veel samen en onder de plan
ten blijft alilcht een holte over. Men
make spleetvormige gaten met een
scherpe spade.
Gedurende den groei moeten zoowel
de gezaaide als de geplante groenten
verpleegd worden. De verpleging be
staat in het schoon- en loshouden van
den grond tusschen de planten en het
verdelgen of verdrijven van schadelijke
dieren, zooals muizen, waterratten,
musschen, kraaien, vinken, veenmol
len, ritnaalden, duizendpooten, aard-
vlooien. slakken, rupsen van het kool
witje, aardrupsen, enz., en het geven
van een overbemesting van hulpmest
stoffen, verdunde gier, verdunde beer,
enz.
De gletscherval in liet Sini-
plongebergte.
Onlangs heeft een journalist voor het
eerst, van Brig uit, bet door den glet
scherval verwoeste gebied' bij Simpeln
bezocht. Aan bet. uitvoerig relaas van
dezen gevaarlijken tocht ontleent de
N. R. Ct- het volgende:
De geheele week heerschte in het Al
pengebied een ware heksensabbat. Het
stormde en sneeuwde, alsof we, in
plaats van aan het einde ,aan het, be
gin van den winter waren. Meters hoog
stapelden de sneeuwmassa's zich op en
sneden tal van plaatsen van het ver
keer af. Geen sprake dus om den Sim-
plonpas over te steken; reeds tweemaal
had ik het te vergeefs geprobeerd.
Maar Zaterdagavond werd het weer be
ter, en zoo trok ik Zondagochtend te
half zeven met den postwagen het
stadje Brig uit, op weg naar de be
sneeuwde hoogten. De eerste 5 K.M.
van den straatweg waren schoonge
veegd; ze werden afgelegd met den
grooten, met vier paarden bespannen
postwagen, die tot het eerste schuilhuis
ging. Daar lag al vrij wat sneeuw.
De passagiers wij waren met ons
drieën gingen er over op een lichte
open slee, die getrokken werd door twee
voor Elkaar gespannen paarden, de
twee andere paarden kwamen voor de
bagageslee te staan, en onder luid ge
klingel van de bellen ging het voor-
waarts.
Eerst ging het door den nevel; toen
brak er een flinke sneeuwstorm los,
maar weldra kwamen er lichte plek
ken in de lucht, en vóór we nog aan
het tweede schuilhuis waren, lag het
heele Alpengebied, door de ochtendzon
verguld, voor ons uitgestrekt. Maar de
kou werd steeds feller, zoodat we ons
genoodzaakt zagen, in de schuilhui-
zen, die speciaal dienen voor onderko
men voor de wegwerkers, telkens een
teug Walliserwijn nemen tot hartver
sterking.
Na twee uur rijden bereikten wij het
dorp Orisal, 's zomers zeer in trek bij
de vreemdelingen, doch thans bedekt
door een sneeuwlaag van 2 2 en een
halve meter op de breede daken. Hier
werd van paarden verwisseld, om met
versche dieren- het moeilijkste eind
door te komen. De slee laat een diep
spoor in de sneeuw na; de wegwerkers
hebben juist zooveel weggeruimd, dat
wij er net door kunnen. Aan beide zij
den van dit pad dijken van sneeuw,
waar we niet overheen kunnen zien.
Verderop trekken de paarden ons vlak
langs de diepste afgronden. Wel 4 me
ter onder ons ligt de eigenlijke straat,
maar het oppervlak van de sneeuw is
hard bevroren. Dat harde laagje breekt
soms echter plotseling door, en dan
zakken de trekdieren er diep in weg.
Dat verschrikt ons, vooral zoo vlak bij
die afgronden, maar cte paarden blij
ven rustig, en werken er zich, onder
de onvervaarde leiding van den koet
sier, langzamerhand weer uit. Doch
menigmaal komen zij er niet alleen
weer boven op; dan moeten zij uitge
spannen worden, en wij allen helpen
mee ;de sleden worden opgelicht en
over de kritieke plaats heen gedragen...
Vooruit weer!
Zoo komen wij met veel avonturen
aan schuilhuis no. 4. Om den machti
gen Fletschhorn hangt een dunne kring
van nevel, maar daar doorheen zien
wij toch een breed, zwart spoor langs
den bergwand. En de straatwachter
vertelt ons dat de gletscher daarboven
afgebroken is, en daarlangs neerge
stort.
Van schuilhuis 5 af zetten wij, on
der leiding van twee wegwerkers, den
tocht te voet voort. Voorzichtig ging
het, stap voor stap, telkens in de voet
stappen van onze gidsen, want vlak
naast ons zijn afgronden door sneeuw
overdekt. Van den straatweg valt niets
meer te onderscheiden. Nu en dan
kruipen wij op handen en voeten
voort... Daar komen twee prachtige St.
Bernhard-honden ons kwispelstaartend
tegemoet, en door hun geblaf waar
schuwen zij de monniken uit het kloos
ter. De prior geleidt ons naar het war
me refectorium, waar nij zelf ons een
uitstekend middagmaal voordient. En
als onze lichamen zoo wat ontdooit
zijn, nemen wij hartelijk afscheid.
Doch mijn beide reismakkers hadden
nu genoeg van het uitstapje; alléén
toog ik met een der gidsen verder.
De weg van het klooster tot Simpeln
was wel het moeilijkst begaanbaar,
want hier ligt de sneeuw het dikst, zoo
dat ik er vaak tot de scnouders toe in
zakte ,en er zeker nouit, zonder hulp
zou zijn uitgekomen. Van de talrijke
zomerdorpen, in het reisseizoen zoo
druk bevolkt, was niets te zien; een
reusachtige sneeuwmassa heeft alles
toegedekt, en daar overheen zijn nog
vele lawinen neergestort. Alleen het
Stockalperslot verrijst met zijn donke
re, grauwe muren uit de witte eento
nigheid. Van den Hübschhorn zijn
heele bergen van lawinen komen af
rollen ;de enkele lorkeboomen zijn als
kleine plantjes ontworteld en tot splin
ters geslagen. Een half uur lang klou-
terden wij over sneeuwheuvels en door
diepe kloven heen, tot wij bij Eggen
ineens een sneeuwvrij dal bereiken,
dat aan beide zijden door bosschen te
gen lawinen beschermd wordt. Maar
daar begint het hoog tusschen de top
pen te bruisen en te kletteren, alsof er
een machtige waterval in den omtrek
was. Groote sneeuwwolken worden
opgedreven en neergeslagen in het dal.
De gevreesde noordewmd is opgesto-
ken. De kou wordt pijnigend; hij
dringt door onze warme kleederen heen
tot op de huid. Het bloed springt uit
de handen, en 't heele gezicht prikt en
steekt van de kou.
Eindelijk in Eggen. Daar zien wij
dat een hooge, witte wal het heele dal
omheint. Groote rotsblokken, gletscher-
brokken, geknakte boomstammen ste
ken op uit de sneeuw. De drie uiterste
huizen van Eggen liggen er voor de
helft onder, de muren zijn gespleten,
maai- wonder genoeg bleef de schade
daarbij. De bewoners vertellen, dat
zij den 19en dezer, toen het feestdag
was, meest allen nog sliepen, en opge
schrikt werden door het gedonder van
den neerstortenden gletscher. 't Was
's ochtends 7 uur. En het sneeuwde en
9tormd'e zóó, dat men geen pas voor
zich uit kon zien, toen ineens de grond
begon te trillen en een dof gerol en ge
rommel klonk, dat al heftiger werd,
maar weer scheen onder te gaan in het.
gebeuk van den storm. En eerst toen
de menschen uit hun huizen kwamen,
om in Simpenl ter kerke te gaan, zagen
zij het onheil, waaraan zij als door een
wonder waren ontkomen. De buitenste
berg van neergestorte brokken is 125
meter hoog; van daar uit zag ik het
overweldigende terrein der vernieling.
Het is alsof men op een rotswand staat
en een ver bergland overziet. Diep uit-
gewoelde afgronden wisselen af met
aanzienlijk hooge bergen, 't Vroegere
Sengdal met zijn vruchtbare weiden is
een veld van verwoesting, zoover mijn
oog reikte. Ver op den achtergrond
zag ik den Boszbodengletscher, nog
grootendeels ongedeerd, daar de neer
storting van veel hooger afkwam, en
door de lagere gletschers slechts ver
der geleid werd. Bijna op den top van
den Fletschhorn zag ik een diepe, bij
na loodrecht neergaande kloof, midden
in den gletscher, daar is de afgestorte
massa uitgebroken ,en daaronder nog
weer andere kloven, waaruit andere
blokken zijn meegesleurd. De afstor
ting heeft een kwartcirkel beschreven.
De plaats waar de massa is uitgebro
ken ligt in het noorden; de val was
naar het oosten gericht. De onder den
Roszbodengletscherliggende „Morane"
(laag van kleiachtig puin en zand aan
den voet der Zwitsersche gletschers)
is geheel omgewoeld en het opgewar-
relde stof heeft den geheelen omtrek
geel gekleurd. Op verschillende plek
ken in het. neerstortingsgebïed heeft
men getracht te graven, omdat men
vermoedde, dat daar de ingestorte hui
zen zouden liggen, doch te vergeefs.
De puinmassa is zoo hard en dik, dat
het onmogelijk is, erin door te
dringen. Men vindt er niet zoo heel
veel groote ijs- en steenblokken in,
maar de kleine, natte leemklonten heb
ben alles tot één onbreekbare massa
verbonden. Er is dus van opruimen
voorloopig geen sprake, en de schade
zal zeker niet te herstellen zijn.
Van het schoone Simpelnerwoud is
niets als enkele boomstronken overge
bleven. De bergbeek, de z.g. Krumm-
bach, jfe bedolven met een laag van 100
meter, maar merkwaardig genoeg is de
stroom niet gestuit; het water heeft zich
dadelijk door het ijsgruis en om de
steenen heen een weg gebaand.
Is men eindelijk over het terrein van
de neerstorting heen, dan ziet men ver
derop de weggerolde gletscherhrokken
liggen. En als men daar voorbij is,
ziet men weer nieuwe verwoestingen.
Uit den overhangenden berg tegenover
Simpeln hebben lawines heele streken
afgeschoren, tot een eind liet dorp in.
De luchtstroom drukte de rijiten van
hotel Fletschhorn in, en de sneeuw
vulde de vertrekken. De bronwaterlei
ding van Simpeln is ook vernield, zoo
dat de bewoners zonder goed drinkwa
ter zijn. En de burgerij verkeert steeds
in de grootste ongerustheid.
Nadere berichten uit Brig vermelden
dat het gevaar bij Simpeln nog niet
geweken is. Ter plaatse waar de glet
schers, met rotsblokken samen losge
broken zijn, ziet men het gletscher-
gebied nog doorsneden door diepe
spleten, zoodat bij het dooiweer wel
nieuwe afschuivingen zullen volgen.
De neergekomen massa ligt 100 me
ters hoog in het dal, cn alles is samen-
gevroren tot een reusachtigen klomp
van ijs, sneeuw en steengruis. Men
is aan het graven geweest om de lijken
der verongelukten te vinden, doch
tevergeefs. Deze week is men begonnen j
door de neergestorte massa heen een
weg te maken voor de post. Men hoopt
daarmee Zaterdag gereed te zijn. Dui
zenden meters om Simpeln heen ligt
een veld van bijna onafgebroken neer
stortende lawinen.
Gemengd Nieuws.
Ongeloofelijk.
Omtrent de woestheid en kracht
der oude Indische honden, die vol
gen-s sommigen van een tijger en
een hond zouden afstammen, wor
den, volgens de ,,Ned. H. Sp.", de
ongelooflijkste verhalen medege
deeld.
Ook die standvastigheid, waar
mede zij- het eens gegrepen wild
vasthielden, schijnt buitengewoon
geweest te zijn.
Toen Alexander de Groote op
zijn veroveringstocht door Azië in
Indië kwam en hij van dei verwon
derlijke eigenschappen van de hon
den dier landstreek hoorde gewa
gen, wenschte hij1 zich in persoon,
van de waarheid' dier beweringen
te overtuigen. Een vermogend' In-
dieër, die verschillende dezer hon
den bezat, welke om hun moed en
kracht bekend stonden, nam op
zich, dem koning het bewijs daar
van te leveren. Te dien einde liet
hij één zijner- honden, op een leeuw
los.
Oogenblikkelijk sprong de hond
op het roofdier toe en greep het
bij de keeleen hevig maar kort
gevecht ontstond en weldra lag de
koning der dieren levenloos ter
neder.
Maar hiermede was de moord
zucht van den. hond niet bekoeld,
nog altijd1 hield hij zijn prooi b:
de keel. De Indiër riep zijn hond,
om dezen tot loslaten te bewegen.
Tevergeefs. Nu trad de Indiër naar
voren en sneed: zijn hond den staart
af. Een dof gebrom was hierop het
eenig antwoord. Vervolgens hakte
hij hem een poot ai. Ook dit
kon hem niet tot loslaten, bewegen.
Daarna den 2en, 3en. en 4en poot
eveneens met hetzelfde gevolg. Ein
delijk hieuw hij met één enkelen
slag den kop van het' lichaam1 af.
En ook nu nog bleven de tanden
onveranderd in den keel van den
leeuw vastgeslagen, »oodat het on
mogelijk was den kop van den
hond, zelfs na zijn dood', van zijn
prooi los te maken.
De eenige manier, zegt Megas-the-
nes, om de Indische honden tot los
laten te bewegen, is, d'at men hun
water in. de neusgaten giet. De
noodzakelijkheid tot ademhaling
dwingt hen dan hun prooi los te
laten.
Door het springen van, een stoom
pijp aan boord van de Turksche
torpedoboot Sjehab in de haven van
Salo.niki, zijn 9 menschen gedood
en 2 gewond.
Mooi weer met Pasohen!
De Fransche Falb, de heer Jules
Capré, heeft de koude sneeuwdagen
van deze week voorspeld, alleen kwa
men zij een paar dagen later dan hij
verwacht had. Het is niet te hopen
dat zijn verwachtingen voor April
even juist zijnanders zullen wij op
10 dagen na ongeveer even afschuwe
lijk weder hebben als in Maart. Tot
die tien dagen behoort de Paasch-
weekvan 6 tot 16 April zal het, vol
gens den heer Capré mooi en warm
zijn. De eerste week brengt bij lagen
barometerstand en westenwind kou
en sneeuw: vooral op goeden Vrijdag
zal het bar wezen. Na de 10 dagen
van verademing kan men in West-
Europa de parapluie niet meer thuis
laten. Storm en regen, tegen den
19den en volgende dagen 't ergste;
van 24 tot 30 April afgewisseld door
sneeuwbuien. Als slotstuk een storm
die omstreeks 2 Mei over de Noordzee
vooral huist. Aangenaam vooruitzicht
voor de verhuistijd!
Schouwburgen.
Uit. een statistiek werk van den
Amerikaan Franklin Fyles blijkt
d'at de Vereendgdie Staten op het
oogenblik 5000 theaters rijk zijn,
een kapit. vertegenwoordigend van
ongeveer 250.000.000. Door elkaar
gerekend worden die eiken avond
door een anderhalf milldoeni of
meer toehoorders bezocht, hetgeen
in een jaar ongeveer f 175.000.000
opbrengt. De honoraria dér artisten
zijn over 't algemeen zeer hoog
de minst betaalden, nl. de figuran
ten. ontvangen nog eeni f 30.per
week, maar dit geld vertegenwoor
digt in Amerika niet dezelfde waar
de als in Europa.
Stoomvaartberichten.
aam naar Batavia, passeerde 30 Maart
Perim.
Het stoomschip Jeanne, (Kon. W.-I.
maildienst), vertrok 1 April van Am
sterdam naar Paramaribo.
Het stoomschip Prins Willem II
arriveerde 31 Maart van West-Indie te
New-York.
Het dubbelschroefstoOmschip Pots
dam, van de HollandAmerika Lijn,
van New York naar Rotterdam, pas
seerde 1 April des nam. 1 uur, Prawle-
point.
Het dubbelschroefstoonxschip Rotter
dam, van de Holland:-Amerika Lijn,
arriveerde 31 Maart van Rotterdam
te New-York.
Familieberichten.
Gehuwd. 29 Maart. Bij volmacht: N.
Christiaan8 met A. M. Hagemans Den
Haag; H. E. G. ter Braak met G. A.
Huizinga, Den Haag; 30. Jhr. P. J.
Witsen Ellas met mejkvr. J. Keetell,
Amersfoort.
Bevallen. 27 Maart. J. H. Welling-
hoff-Hentze,v. d. Hout, z., Amst.; 28. A.
E. SoetersVan Laar, d., Amst.; 29. B.
Spier—Eüas, d., Amst.; 28. H. M.
SchwietertRengers, z., Amsterdam;
Gritters DoubletMoll, z., Vilsen, bij
Bremen; 29. DoramaSchepers, d.,
Sneek; W. C. OortgijsenVan de Poll,
d., Voorburg.
Overleden. 27 Maart. J. Zondervan
Sijbrandij, 77 j., IJlst; 27. H. van dei-
Golf f van Giessen, 52 j., Schijndel; 28.
Wed. G. Raedt—Zegers, 75 j., Den
Haag; Wed. J. D. Tap—Sipman, 54 j.,
Zetten; 23. J. C. Westerman, 57 j., Am
sterdam; 26. K. Korver, 80 j., Jisp; 27.
L. Hanf, 76 j., M. Gladbach; 28. P.
Kruithoed, 63 j., Nieuwendam; A. A.
D. van der Haas, jd., 68 j., IJselstein:
Wed. L. B. van Embden—Mattras, 64
Menton; Wed. KriegerVan der
Lee, 81 j., Alkmaar; J. K .C. Pompe van
Meerdervoort, 60 j., Bergen-op-Zoom;
Wed. M. C. AmeszRicke, 75 j., Am
sterdam; 29. J. Müseler, Berlijn; H. J.
van der Woerd, 52 j., Zoelen; D. de
Boer Fz., 44 j., Veldwijk; S. Ruysse-
naers, Monte-Carlo; Wed. W. J. Eijgen-
daalDe Bruijn, 76 j., Den Haag.
Faillissementen.
Uitgesproken:
's-Gravenhage, 29 Maart. P. J. Boo
nekamp, arbeider, te Leidschendam.
Rechter-commissaris: jhr. mr. R. O.
van Holthe tot Echten.
Assen, 26 Maart. C. Scholten, koop
man te Emmen. Rechter-commissaris
mr. E. Pelinck.
Arnhem, 25 Maart. H. J. van den
Barg, zonder beroep, te Oosterbeek.-
Rechter-commissaris: mr. P. Gratama.
28 Maart. De naamlooze vennoot
schap Velpsche wasch- strijk- en bad
inrichting, voorheen A. A. Spaan, te
Velp. Rechter-commissaris: mr. P. Gra
tama.
Zutphen, 28 Maart. J. H. Bosman,
zadelmaker en koopman, te Borculo.
Rechter-commissaris mr. T. S. Tromo.
A?msterdam, 28 Maart. S. B. Kok,
winkelier in hoeden, aldaar. Rechter
commissaris mr. T. Henny.
Opgeheven:
H. J. Evers, koopman te 's-Graven
hage; A. Borkus, bakker, te Amster-»
dam; J. Heimig van der Vegt; A. Hert
togs, koopman, te Schagen.
Geëindigd:
A. de Bruin, grossier in kramer ijon,
te Amsterdam; J. Bakker, timmerman
te Veere.
A ttentle!
VAN EERSTE KWALITEIT
in de Vlee.chhouwerij wan
Ondergeteekende bericht dat hij twee prachtige Paaschrunderen
heeft aangekocht van den Veehouder VAN DEN BERG. Wegens deft
grooten omzet en de lage veeprijzen ben ik in staat de prijzen deze
week met 21/, ct. per pond te verlagen.
De prijzen zijn als volgt:
OSSEN LAPPEN en GEHAKT 30 cent per 5 ons.
STUKJES en ROLLADES35 5
ROSBEEF en LENDES371/, 5
BIEFSTUK50 5
OSSENHAAS45 5
Ziet Vonderdag en Vrijdag «len grooten
voorraad.
Bestellingen worden thuis bezorgd zonder verhooging van prijs.
Aanbevelend,
Gebrs. PIET, Zijlstraat 75.
LET OP HET ADRES
Het stoomschip Maasdam, van de
Holland--Amerika Lijn, vertrok 30
Maart van New York naar Rotterdam
met 3611 vn. margarine en 1300 vn.
reuzel.
Het dubbelschroefstoomschip Sindo-
ro, van Rotterdam naar Java, vertrok
31 Maart van Perim.
Het stoomschip Merapi, van Rotter
dam naar Java, passeerde 31 Maart
Gibraltar.
Het stoomschip Ardjoeno, van Java
naar Rotterdam, vertrok 1 April van
Port Said.
Het stoomschip Lawoe arriveerde
31 Maart van Java te Rotterdam.
Het stoomschip Ambon, van Amster
dam naar Batavia, passeerde 29 Maart
Beachyhead.
Het stoomschip Burgemeester dien
Tex, van Batavia naar Amsterdam
vertrok 30 Maart van Genua.
Het stoomschip Koning Willem III,
van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 31 Maart te Southampton.
Het, stoomschip Bali, van Am ster-
L
-t. FABRIEK: +-
Ontvangen prachtige extra fijne magere Ban
kethammetjes van af 2 kilo per stuk en grooter;
derzelve worden ook gekookt en gebraden ge-
leverd door
T. A. DONNEE, Kleine Houtstraat 62.
Afgehaald aan de Fabriek.
Bezorgloon binnen de gemeente 5 Cent per
Hectoliter.
Wedsrverkoopers genieten rabat.
DE DIRECTIE.