hét 'te dooden. WIJ zijn de oudste rij wiel-firma te Brooklijn. Anderen zijn gekomen en gegaan, maar wij zijn er nog. Waarom? Ten eerste omdat wij tevreden zijn met een bescheiden winst Ten tweede omdat ons systeem is prompt afleveren naar belofte. Ten der de omdat er niet betaald behoeft te worden, als er geen operatie is verricht. Hoogachtend G. A. Boettner, Cycle Doctor and Machinist. N. B. Op de kliniek zijn de consulten en recepten gratis. De Fiets. Le Vélo heeft een brief van Meijers, die meedeelt, dat hij niettegenstaan de allen aandrang van vele vrienden en vooral van zijn partner Tommaselli beslist blijft bij zijn besluit om als bardrijder niet meer uit le komen.Toch zal hij dit seizoen nog eens op de baan verschijnen, en wel den 26en dezer op de baan teMaastricht in de wedstrijden van de ketiinggangers. Hij zal daar dienst doen als gangmaker voor een zijner vrienden. Paarden. In Duitschland werden in 1900 op 85 plaaisen 251 dagen wedrennen ge houden waarop 1426 nummers voor kwamen en waarin 8275 paarden mee liepen. De geldprijzen bedroegen 4.699.887 mark, terwijl 739 eereprijzen werden uitgeloofd. Aan inleg- en rouwgelden werd ont vangen 1.743.845 mark, en aan bijdra gen van Vereenigingen voor prijzen enz. 2.956.042 mark. Als een bewijs hoe sterk de rensport in de laatste 20 jaar in Duitschland vooruitgegaan is, diene dat in 1880 op 53 plaatsen slechts 123 rendagen met 588 nummers en 2709 paarden voorkwamen, dus slechts 1/3 gedeelte van tegenwoordig. Gemengd Nieuws. Hekserij. In Rusland1 is onlangs een vrouw veroordeeld wegens... hekserij. Nog wel een jonge vrouw, een boerin, die haar man had verloren en om goed uit te huilen 's avonds de gezelligheid was o-ntloopen en in een koestal haar tranen dien vrijen loop liet. De koeien stierven en nu werd zij beschuldigd ze te hebben behekst. Het baatte niet of zij de zooeven vermelde reden opgaf voor haar afzondering de rechters leg den haar 10 dagen gevangenisstraf op. Welk artikel van het Russisch strafwetboek daarbij is toegepast, vinden wij niet vermeld. Een. onwillige booglamp. Op de Charlottenburger Chaus- see te Berlijn hangt een onwillige, booglamp, die niet, zooals booglam pen dat meer doen., weigert te bran den, maar weigert uit te gaan. Zij brandt nu reeds drie dagen en nach ten en straalt,'alle nogingen om haar te dooven ten spijt, bij dlag en nacht haar licht vroolijk om zich heen. De stadselectriciens hebben allen beproefd om het licht uit te krijgen, maar niets was in staat de koppige lamp tot rede te bren gen. Men kan de glazen lamp niet laten zakken, omdat de zuil, waar aan zij hangt, verzadigd is van elec- triciteit en bliksems van zich ai- zoodra men ze nadert men trachtte den stroom af te snij doch het schijnt, dat de lamp eigen stroom heeft, van waar men niet, zij brandt ten min ste lustig voort. i April. Dinsdag zou men probeeren, de bol met een stang of met te verbrijzelen. De executie zou om tien uur plaats en de Berlijnsche straat- eugd verheugde zich op een vrijen De kranten' raden aan de boog- amp uit te schieten Z'1" geven den ,,In geen geval mogen wij den trijd tegen de booglamp opgeven!" Treinongeluk bij Orleans. In het station Aubrais bij Orelans is en sneltrein naar Parijs een ongeluk doordat de nieuwe machi- e, die voor den trein geplaatst moest met te groote vaart op den wagen liep. Alle rijtuigen kre- en een bevigen schok en veertien rei gers liepen meer of minder kwetsuren Van 'tTurksche Hof. Uit Konstanlinopel wordt een geval- dat teekenend is voor de toe- Wanneer Sophie dit alles voor lar vriendin uiteenzette, dan kwa de zaken voor hen in een an- ;r licht te staan, en het medege moest zich tot stille deelneming Ook kwamen die oude plannen Tibertius op den bewusten oneï wedier ter sprake. Als altijd August- daarin de grootste be- ngsielling aan den dag. Hij was meening, dat er goede zaken maken waren, wanneer iemand apothekers de veile preparaten., a thans met groote moeite en kos- i van elders moesten aangevoerd geheel gereed kon aanbie- zekeren dag deed' Tibertius August zelfs het voorstel een zaak gemeenschappelijk vt hem te ondernemen. August s dankbaar ven-ast over dit aan- 11 en beioofd'e liemi, de zaak rij- !ijk te overwegen. HOOFDSTUK XXV. )e geheele stad was in opschud- g. Het vogelschieten had een aan. -g genomen. Leden eneereleden met hun respectieve fami- t naar het feestterrein opgegaan. standen, heerschend aan Sultan Ah- dul-Hamids bof. Bij een twist, welke dezer dagen ontstond tusschen den mi nister van handel Seliui Melhame en den redacteur van 't beruchte paleisor gaan Servet, schoot deze laatste niet een revolver op den minister, zonder hem echter te kwetsen. Daar het nu op zware straffe verbo den is het paleis met. wapens te betre den, en zelfs officieren hun sabels moe ten afgeven, verwachtte men algemeen de verbanning van den redacteur. In- tusschen blijkt echter aat minister Se- lim Melhame verdwenen is. wat in zui ver Hollandsch heteekent, dal genoem de heer verbannen of gewoonweg ver moord is. De juiste toedracht der zaak komt men natuurlijk nooit te hooren, doch tcekenend is het feit voor de almacht van de paleisklïek, wier gunsteling de beruchte redacteur is. Te meer, daar de verdwenen minister een christen is, en evenals zijn beide broers, die even eens hooge staatsbetrekkingen beldee- den. zeer intelligent en niet voor om- kooperij vatbaar bleek, wat het panis- lamietisch drijven der hof camarilla zeer tegenwerkt. Men schijnt zich thans door moord van den lastigen tegen stander ontdaan te hebben. Groote brand. In het gebouw van de munt in Peters burg is een brand uitgebroken, die de machines bedorven en een schade van 600.000 roebels veroorzaakt heeft. Onderwuzerstractementen. Het salaris van het mannelijk en vrouwelijk personeel aan de Finland- sclie volksscholen is, op bevel van den Tsaar, met ingang van dit jaar tot 800 resp. 600 mark verhoogd geworden, wanneer gedurende vijf jaar niets op hun werk en gedrag aan te merken was. Woestelingen. Te Esse-n heeft een herbergier, uit zelfverdediging tegen de leden van een club van athleten, die eens eeni ouderwetsc-hen Rauferei wil den beginnen, Zondagavond een hunner neergeschoten. Een politie agent die tusschenbeide kwam, is door de woestelingen gevaarlijk ge kwetst. Korte rokken. Te Munchen hebben een aantal vrou-1 wen een oproep tot haar zusters ge richt om voorgoed de sleepjaponnen af te schaffen, althans op straat. In de ,,Frankf. Z." maakt nu een heer de op merking, dat deze poging wel evenals haar voorgangsters, mislukken zal. De meeste vrouwen, beweert hij, hebben geen fraaie.... voeten, en de zucht om dit te bedekken zal aan de lange rok ken steeds de overwinning verschaffen. Laten nu de vrouwen toouen dat deze voetenkritiek ongegrond is. Kindermoord. Mevrouw Tungeln, dochter van den historieschrijver Freitschke, en ge huwd met den eskadronchef van het garnizoen van Luneburg, heeft in een vlaag van ijlende koorts hare drie doch tertjes van 7, 5 en 3 jaar vergiftigd en daarna zelf gift ingenomen. Men hoopt de moeder in het leven te kunnen be houden. De Koning van Italië. Een van de redacteuren van de New-York Herald heeft den jongen Ko ning van Italië te Rome bezocht om hem uit naam van zijn blad te gaan complimenteeren. Hij geeft van Vic tor Emanuel II de volgende beschrij ving: „De Koning ontvangt gewoonlijk in klein generaalsuniform. Overeenkom stig de etiquette vraagt de koning en heeft de bezoeker niet anders, te doen. dan te antwoorden. Victor Emanuel III, die zeer duidelijk is in zijne vra gen, leidt het gesprek met groot ge mak; maar zeer dikwijls geeft de Ko ning de voorkeur aan een meer vriend schappelijk gesprek, waarin hij dan van zijne buitengewone kennis blijken geeft, „Op den eersten aanblik schijnt de Koning koel en zijn stem is ietwat kortaf en militair, maar langzamer hand in den loop van het gesprek windt hij zich wat op; zijn stem wordt gemoedelijker en een glimlach speelt om zijne lippen; zijn gelaat is intelli gent, en zijne blauwe diepe oogen schit teren op een wijze, die aan. den scher pen blik van zijn vader doet denken. Zijn voorhoofd is mooi gevormd en ge- tuigt van kennis. Het schieten was echter niet cle hoofdzaak. De harten dier mannen werden getrokken naar de tenten, waar heerlijk ijskoud bier geschon ken werd1die van de vrouwen naar de geneugten van den dans. In de' biertenten ging het recht leven dig toe. Men verdrong elkaar om een plaats te krijgenin een oog wenk was alles bezet en iedereen gaf zijn wensch te kennen om een glas van den heerlij lien drank te krijgen. De eigenaars liepen be drijvig- heen en weer; de bedien den gingen af en aan. Er weer klonk een' luid gelach, gepraat en geroep. De houten hamer viel Een; versch vatweerklonk het, en een- luid' ..boerah was het ant woord. En met al deze drukte meng de zich het lied van een troep zan gers uit do verte, en het minder welluidende gezang van het gezel schap in de tent. Het was een wild, dwaas, vroolijk mengelmoes, dat met het gezang- buiten de tent sa mensmolt. Dora was met Tibertius en Chris tine uitgegaan. Dei familie Kuchen en mevrouw Sehübeier hadden zich bij hen aangesloten. De raadsheer Adier was er trotsch om met me vrouw Reinhard! te dansen en Ti- heeft, het uiterlijk van een sol daat,. maar van een soldaat bij wien kennis en militaire geest gepaard gaan met. vroolijkheid. Hij laat een uitste kenden indruk na. Men krijgt onmid dellijk het besef met een man te doen te hebben. „Het is moeilijk, in de korte oogen- blikken van een onderhoud, moge dit ook door den Koning met de uiterste beleefheid en beminnelijkheid worden gevoerd, 's Konings geheime gedach ten te gissen, en dat nog te meer om dat. Victor Emanuel, die door lange ondervinding aan de diplomatieke ge bruiken gewend is, zich sedert lang weet te verdedigen tegen al te onbe scheiden aandrang van degenen met wie bij een gesprek houdt. ..Maar wat bet voornaamste is in zijn karakter, dat is zijn wilskracht, de alles beheerschende wil, waarvan hij zich zelf bewust is. Indien hij al pra tende aangeeft awt hij wil doen, staat zijn voorhoofd strak, wat zijn onver anderlijk besluit kenteekent. Die vast heid van wil is overigens een eigen aardigheid van de leden van het huis van Savoye. Victor Emanuel II heeft daarvan bewijzen gegeven, en een van de leermeesters van den jongen Koning heeft, van zijn wilskracht gewagend, gezegd dat Victor Emanuel III, even als zijn grootvader den naam van IJze ren hoofd wel mocht hebben. „Een andere karaktertrek van den Koning is zijn liefde voor zijn familie. Hij heeft er pleizier in ,er op te wijzen, dat zijn kleine palazzina meer dan vol doende is voor twee jonggehuwden, die bescheiden wenschen hebben. Heel zelden spreekt hij van „Koningin He lena" of „Koningin Margaretha". maar van „mijn vrouw" en „mijn moeder". Hoewel hij 's morgens vroeg opstaat, spreekt hij er over, dat het zoo onaan genaam is 's winters op te staan als het nog donker is, en hij vindt het erg na half elf naar bed te gaan. Hij heeft die gewoonte al lange jaren, want hij heeft altijd veel gewerkt, en altijd „veel te weten" zich als ideaal gesteld. Zelfs zijn liefde voor de penningkunde, een studie .die vele jaren en volharding eïscht, laat den waren aard van ziin karakter en de tucht waaraan hij zich zelf heeft onderworpen, uitkomen. Een zeer belangrijke ontdek king is in het plaatsje Rüdersdorf, bij Ber lijn, gedaan. Daar waren eenige kin deren in de kalkbergen aan het snelen; ze hadden een gaatje in den berg ont dekt, waaruit een vrij sterke lucht stroom trad, waarmee ze papiertjes enz. lieten opwaaien. De kleine Gott- hold Lelimann kwam op het denk beeld om met zijn zakmes het gaatje grooter te maken, maar bij die poging viel het mes naar hen eden. Nu moesten vader en moeder wel van het geval hoo ren, en zoo werd spoedig bekend, dat er in den berg een afgesloten hol was, waaruit een scherpe, zure lucht op bruiste. Dat hol werd toen opengegraven, au toriteiten en wetenschapsmannen kwa men er al gauw bij te pas en het bleek, dat men een hoogst belangrijke ont dekking had gedaan, die voor Rüders dorf groote gevolgen kan hebben. Zie hier, wat een journalist vertelt. In de opening stond een ladder, en daar binnen zag ik een paar lantarens lichten. Toen ik op de ladder ging staan, waaide mij een scherpe, merk waardig ruikende luchtstroom tegen; de reuk had iets onbeschrijfelijks zuurs en bijtends, ongeveer als een mengsel van keukenzout en azijn; alleen de eer ste minuten was h" onaangenaam; toen verfrischte hij. Op een diepte van ongeveer 30 voet kwam men op den bodem en kon men om zich heen zien. W- bevonden ons in een ruimte, waarvan de wanden ge heel glad en afgerond waren, met een melkwitte kleur, en den indruk ma kend van zeer hard krijt. Midden in den bodem, juist tegenover de opening van den trechter, bevond zich een gat van ongeveer 6 centimeters doorsnee, waaruit de reeds vermelde lucht vooit- durend naar buiten drong. Tusschen twee mannen met lanta rens lag op den gladden bodem iets, dat eerst deed denken aan onttakelde vogelverschrikkers, maar dat mensche lijke gedaanten waren. Daar lag op den rug een oude man, uitgedroogd als een stok, met lang, wollig haar en baard. Op de naakte borst waren de ribben duidelijk te zien, in het hart stak tot aan het heft een getand, plomp mes van vuursteen. Dr oogen stonden wijd open, maar :e oogappels ontbraken. Om de heupen droeg de oude een vel met gekruld, samengebald haar. Zijn bertius slingerde, toen hij met zijn vrouwtje een wals probeerde, zoo eigenaardig met zijn been en. dat een schutter tegen zijn buurman Kegel, met één oog en zomersproe ten, die opmerking maakte, diat de provisor al heel „komiek" danste, waarop Kegel antwoordde, dat dit nu eigenlijk eerst het „echte dan sen" was. Nadat op deze wijze die talenten van Tibertius in het juiste licht ge plaatst waren, kwam er ook een einde aan het dansen -en die aanwe zigen! trokken gemeenschappelijk naar d'e „Koningstent" waar „vrij bier" geschonken we.rd. Eindelijk kwam die avond. Er werd muziek gemaakt op het feestr terrein en de stoet zette zich in be weging om naar de stad terug te keeren. Daar de gehuwde mannen nu meestal hun vrouwen geleid den, voegde Reinhard. er zich ook bij. maar wist het zoo te plooien, dat hij mevrouw Schiibeler en me vrouw Kuchen begeleidde. Tiber tius bood' nu Christine en Dora den arm. aan. Nog lang werd de muziek ge hoord nog lang weerklonk het ge lach van degenen, die later dan cle anderen naar huis gingen. Maar magere hals droeg een versiering van groote tanden en gekleurde steencn. Naast dezen man lag een tweede, met het gezicht tegen den grond; ook hij droeg een vel als kleedïj, maar in de uitgestrekte hand hield hij een knot^ van knoestig hout, waarmee hij blijk baar ip een voorwerp vóór hem gesla gen had toen bij viel. Onder die knots zag men op den witten bodem eenige donkere vlekken, de eenige in de ge heel zuivere, witte, gladde oppervlak te. De linkerhand van dien man was zoo gekromd, alsof hij er een voorwerp een spartelend beest mee had vastge houden. Wat die man echter doodge slagen had was verdwenen, en nie mand zal het wel ooit te weten komen. Het treffendste schouwspel was ech ter achter deze lijken dat van een vrouw, die twee kinderen tegen zich aandrukte. Lang, rood haar hing om de uitgedroogde armen en schouders, en viel tot op den grond. Het hoofd van de gedaante is evenals de kleine hoofden der kinderen, naar het midden gekeerd. Van deze vijf dooden, die door de eigenaardige luchtgesteldheid in den berg goed bewaard zijn gebleven, is bij magnesium-licht een foto geno men. Het zakmes van den kleinen Lehmann werd bij de luchtopening te ruggevonden de messen geheel zwart geworden. Het Schoonmaken. In een oud geschrift lezen wij „Soms ging de schoonmaakwoede zoo ver, dat, uitgenomen des Zondags, dagelijks alle kamers die in gebruik waren, werden uitgehaald en schoon gemaakt, en de vrouw zich nauwelijks den tijd gunde om te spijzen. In sommige huisgezinnen werd eens in de week gekookt niet in de daartoe bestemde keuken, maar in een stove, en slechts dagelijks de spijs opgewarmd, om den haard niet te bevuilen. In Noord-Holland verliepen er maanden dat er geen vuur op den haard werd aangelegd en men zich vergenoegde met wat vuur in een pot of test om het water te kooken. „Men heeft voorbeelden, dat er het geheele jaar door dagelijks dertig of veertig emmers water in huis gedragen werden en dat schoonmaakster en dienstboden niets anders deden dan schuren en boenen van het aanbreken van den morgen tot bet vallen-van den avod. Geen wonder dat de woningen meest vochtig waren en al de bewoners aan de gevolgen der vochtigheid leden. Geen wonder dat men het huis gedu rende den schoonmaaktijd, de heldere boensters, wrijfsters, de buitenschoon maaksters en binnen-sclioonmaaksters, de schuur- en vloervrouw, en wie alzoo tot het personeel behoorde, satansvrou wen noemde. Doch hoe de schoonmaak bespot en ten toon gesteld werd, in poëzie en op het tooneel, het had geen invloed op de vrouwtjes, zij ble ven steeds door dien „quelduivel be zeten." En nu onzen tijd?Schoonma ken is en blijft een noodzakelijk kwaad en zal het wel blijven ook. Droomen. Prof. Bergson, van het Collége de France, heeft deze week te Parijs in een vergadering van het Internatio naal psychologisch Instituut, een be langwekkende voordracht gehouden over droomen. Naar zijn meening zijn droomen in de eerste plaats te beschouwen als een verschijnsel van het zien. De oogen zijn gesloten en toch verschijnen in den droom een aantal voorwerpen en per sonen voor ons. Het is dan ook on juist, dat wij met gesloten oogen niets zien. Als men in wakenden toestand de oogen sluit, neemt men na eenige oogenblikken lichtpunten waar, die da len en stijgen ;dan ziet men kleuren, soms zeer schitterende, die zich soms snel of langzaam bewegen. De bloeds omloop in het oog werkt daartoe mede en de drukking van het ooglid op de oogzenuw roept de kleuren te voor schijn. Deze lichtende vlekken en kleu ren roepen de droomen in het leven; zij nemen allerlei gedaanten aan en deze krijgen dan bepaalde vormen in verband met het geheugen. Ook de gehoorzin en de tastzin werken bij het droomen, maar het gezicht speelt de hoofdrol. Onze zintuigen houden niet op te werken in den slaap en hun ar beidsveld is zelfs veel uitgestrekter dan in wakenden toestand, maar de waar neming is minder helder. Volgens prof. Bergson neemt men in den droom niets nieuws waar; het vin den van melodieën en verzen in den droom houdt hij voor fabeltjes. Maar ook. het zachte geraisch van het meer werd gehoord, totdat einde lijk de lichtten in die tenten wor den uitgedoofd en slechts die blin kende sterren aan het uitspansel overbleven. Reinhard ging den volgenden morgen niet mee uit. Hij was, wie weet waarom, zeer slecht geluimd, kibbelde reeds in de vroegte met die heide dienstmeisjes en zeidie Ja kob den d'icnsi op, omdat deze een boodschap vergeten had. Jakob ging toen naar mevrouw, en vroeg of zij een goed woordje voor hem doen wilde. Hij had zijn pijp op de trap gelegd en de klompen, dlie hij in het laboratorium droeg, uit getrokken. Dora beloofde hem haar voor spraak. Sedert twaalf jaren was hij bij zijn meester, en nu wilde deze hem om zulk een beuzel'n? wegzenden. Dora begreep eigenlijk niet recKT hoe het aan te leggen cm Reinhard van besluit te doen ver anderen. Haar wensch, haar vccï- spraak zou op zich zelf al een re den voor den apotheker wezen om in zijn, besluit te volharden. Aan tafel werd Kordes geroepe-n om in d'e apotheek te helpen en stond toen zoo onbeholpen op. dat ais men waakt, bepaalt het geüougen zich tot het nabijzijnde; in den droom echter wordt al wat wij in ons leven hebben gezien, gehoord of gelezen door de geringste gewaarwording op gewekt en verlevendigd. Droomen, zoo was zijn slotsom, is de natuurlijke toestand van den geest, die zich gaan laat in algeheele onver schilligheid en zonder een enkele bij gedachte. 't Verloop van een leven. Dezer dagen liep te L. een man, die met vrouw en kinderen kleine van hout vervaardigde voorwerpen langs de huizen ventte, in hoogst beschonken toestand langs de straat. Van een hoo ge brug afloopend, verloor hij het even wicht, viel en werd bewusteloos in zijn woning gedragen, waar hij nog den zelfden avond aan de gevolgen van zijn val overleed. De geschiedenis van dien man leert duidelijk, welk een vijand van men- schelijk geluk de alcohol is. Van D. was van burgerafkomst, leerde het timmervak in den grond, werd zelf haas, maar verviel aan den drank; zijn zaak verliep, eerst werd hij knecht, spoedig kon hij geen werk meer krij gen wegens slecht gedram zoodat hij ten slotte door het maken van kleine huishoudelijke artikelen van houtwerk die hij met vrouw en kinderen aan straat trachtte te verkoopen, en wel licht met bedelen, moest rondkomen. Ontijdig uit het leven gerukt, blijft zijn gezin in zeer ellendigen toestand ach ter. 's Is weer de oude geschiedenis, de geschiedenis, die zich helaas nog wel duizenden malen zal herhalen: eerst neemt de man een borrel en daarna neemt de borrel den man. Wanneer zul len toch de oogen van ieder welden kende opengaan om hem den weg te wijzen, dien hij moet volgen om ko ning alcohol te helpen onttronne. Zonderlinge slaapmiddelen. Dat men door allerhande onschul dige middeltjes, b.v. tot honderd tellen en terug zich slaap kan bezorgen, is bekend. Bij vele menschen treffen zij evenwel geen doel en de slaap ontvliedt hun, zoodat zij soms tot allerlei zon derlinge middelen hun toevlucht moe ten nemen. Zoo vertelt een Engelsch arts van een patiënt, die niet kon inslapen voor hij den voet van een bij zijn bed staande lamp driemaal had aangeraakt. Een ander kon geen oog dicht doen wan neer hij had vergeten een zakdoek on der het hoofdkussen te leggen. Een vriend van bedoelden arts las geregeld in bed de eerste 16 verzen van Milton's Verloren Paradijs, nooit meer. Natuur lijk dat hij ze ten slotte uit het hoofd kende. Het hielp hem evenwel niets of hij ze toen reciteerde, hij moest ze ge lezen hebben om te kunnen inslapen. Van een anderen vriend vertelde de arts het volgende middel dat hij aan wendde om in slaap te komen: Terwijl hij zich slapeloos op zijn kussen rond wentelde, stelde hij zich in den geest voor, dat hij millionnair was; hij ont wierp een testament en vermaakte zij nen vrienden en verwanten duizenden. Als hij zoo zijn geheele vermogen had verdeeld, sliep hij eindelijk rustig in. Van een Londenscben omnibus-koet sier eindelijk wordt verhaald, dat hij niet kon inslapen zonder met een eindje sigaar tusschen de lippen en een hand schoen in de hand den naam van zijn eindstation driemaal te hebben geroe pen. Vreemdsoortige brandstoffen In sommige streken wordt zonderling materiaal voor brandstof gebruikt. In zekere steden van Massachusetts, waar veel schoenen gemaakt worden, zooals Lynrt, zijn arme mensehen, die den eenen winter na den anderen niet an ders branden dan afsnijdsels van leder. Die halen zij met kruiwagens vol van de fabrieken. Zulke afsnijdsels smeu len natuurlijk met veel rook. Zij vor men gloeiend heete massa's, die van tijd tot tijd met den pook stukgestooten moeten worden. Men zegt. dat in Egypte de mum mies voornamelijk van katten, ibissen en andere dieren, die oudtijds gods dienstig vereerd werden, gebruikt zijn geworden om treinen tusschen Cairo en Alexandrië te laten loopen. In sommige gedeelten van Engelsch- Columbia zijn door de Indianen ge droogde visschen, voornamelijk de zalm, als brandstof gebruikt geworden en misschien is dat nog zoo. Zij bevat ten genoeg olie en spiervezels om goed te branden. zijn stoel omver viel. Nu, nu, waar hebt ge toch uw oogen zeide Reinhard gemelijk en liet de vork op zijn boird vallen). Een oogenblik later zocht- hij naar peper en vond ze niet. Met een blik aan' welks beteekenas niet te twijfelen viel stond hij op en stoof naar het buf fet. Iets ontbreekt er toch al tijd I mompelde hij. Ik zal voort aan Lena verantwoordelijk stellen voor het tafeldekken. Maar zij dekt immers alle da gen zei die Dora. Zoo Ik dacht dat gij het deedt, omdat er altijd! wat aar» man keert. Bij deze woorden steeg August het bloed) naar het hoofd, en tege lijkertijd keek hij angstig naar zijn meesteres, die rood van schaamte haar oogen neersloeg en zich met moeite bedwong. Ongelukkigerwij ze was er juist, geen peper in de bus, iets wat zeer te verontschuldi gen was, omdat Reinhard ze vroe ger nooit bii de spijzen, die voor- ged'iend werden, gebruikt hadi. Naar den duivel met je huis houding riep de apotheker, ge heel en al door zijn slecht humeur en zijn drift beheerseht, en wierp de nenerbus op tafel. Pranscke wijn. Als de Fransche wijn uit Frankrijk komt, is ze daarom nog geen Fransche wijn. Zekere wijnkooper Duval te Pa rijs, is wegens vervalsching van zijne waar, tot een half jaar gevangenisstraf veroordeeld. Het bleek dat hij in 1899 14,000 en in 't laatste deel van 1900 3000 kilogram van een zeker"zuur gekocht had dat hij voor de. vervalsching ge bruikte. Bovendien is hij tot 100 fres. boete veroordeeld en wordt liet vonnis aan zijne- woning en in de voornaamste wijn-entrepöts te Parijs aangeplakt en in een dertigtal bladen in en buiten deze stad afgedrukt. Familieberichten. Bevallen 30 Maart. M. Wit— Weeder, z., Berkhout. 3 April. R. SuikermanVaz Dias, d„ Amster dam. Overleden 23 Maart. J. H. Kloos 59 j., Brunswijk. 28. D. L.. Jonker, 86 j., Apeldoorn. 31. W. H. ten Brink, 84 j., Amsterdam. S. E. A. van Nederhasselt—Van der Linden, Utrecht. J. M. M. Deffner. id.. 78 j., Amsterdam. 1 April. M. G. Zek- veld, jd., 18 j., Mijdrecht. Jb. Pluis- ter Cz. 84 j.Winkel. 2. J. G. P. Schel- tusFemema. Den Haag. C. Lamb, jd., 72 j., Den Haag. L. die Zwaan, jm., 69 j., Den Haag. K. Blonk, Arnhem. C. T. van de Velde, 83 j., Borne. J. H. SchollenHoffman 63 j., Enschedle. T. BierensIJ age, 72 j., Steenbergen. E. G. Hubner, jd.. 63 j., Arnhem. 3. F. Hertz, jm., 9 j., Amsterdam^. Stoomvaartberichten. Het stoomschip Oengaran arriveerde 3 April van Rotterdam te Batavia. Het stoomschip Merapï, van Rotter dam naar Java., arriveerde 3 April te Marseille. Het stoomschip Anchises van Am sterdam naar Batavia, arriveerde 1 April te Liverpool. Het stoomschip Burgemeester den Tex, van Batavia naai* Amsterdam, passeerde 2 April Gibraltar. Het stoomschip Koning Willem III, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 2 April van Southampton. Het stoomschip Priam, van Amster dam naar Batavia, passeerde 1 April Gibraltar. Het stoomschip Prinses Amalia, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 2 April te Port Said. Het stoomschip Lombok, arriveerde 3 April van Batavia te Amsterdam. Het stoomschip Prins Willem IV ar riveerde 2 April van Amsterdam te Paramaribo. Het stoomschip Prins Maurits ver trok 31 Maart van Paramaribo naar Amsterdam. Het stoomschip Jeanne, (Kon. W.-I. maildienst)van Amsterdam naar Paramaribo, passeerde 2 April, des vm. 9 uur, Dungeness. Het stoomschip Bogor, van Java naai Rotterdam, arriveerde 3 April te Suez Het stoomschip Prinses Sophie ver trok 3 April van Batavia naar Amster dam. Het stoomschip Zillah, Holland Amerika Lijn, vertrok 2 April van New port News naar Amsterdam. Faillissem enten. Uitgesproken te Rotterdam: Woensdag, 3 April. A. de Joode Gz., pianohandelaar en koopman. Rechter commissaris Mr. C. O. Segers. L. C. Meeuwig, kapper te Rotter dam, oud-Delfshaven, Rechter-com- missaris Mr. K. W. Brevet. De handelsvennootschap onder de firma weduwe J. P. Punt Zn., tim merlieden, alhier. Rechter-Commis- saris Mr. L. Offerhaus Jz. Zutphen, 28 Maart. Mozes Simon Poppers, koopman, teWinterswijk, handelende onder de firma E. de Winter. Rechter-comm. mr. J. L. A. Stolk. Amsterdam, 2 April. C. A. van den Heuvel, wed. W. Reiman, win kelierster en schoenmaakster, te Amsterdam. Rechter-comm. mr. S. Sleeswij k. Groningen. 29 Maart. B. H. Lup- kes, machinefabrikant te Gronin gen. Rechter-comm. mr. J. de Sit ter. Opgeheven werden de faillissemen ten van W. Westerman, timmerman en C. Beemster timmerman, beiden al- daar. Mij dunkt, dat wij hier in ons eigen huis en niet in een logement zijn zeide Dora met bevende stem. Zwijgraasdie haar man en sloeg met de vuist zoo hevig op ta fel, dat de glanzen rinkelden. Maar mijnheer Reinhard riep nu August uit. Nu? gilde de apotheker en wierp een uitdagenden blik op deni spreker. Wat wilt gij,? Semmler was doodsbleek, keek Reinhard strak in de oogen en open de dien mond tot spreken. Ik bid u, laat dat zeide Do- ra sm eekend en August zweeg. Reinhard liet zijn oogen rollen, rekte zijn mager bovenlijf uit en zeide tot zijn vrouw-: Je hebt je nergens mee te bemoeien, en toen tot AugustIndien u iets aan, mijn tafel of in mijn woning niet bevalt, staat het u ieder uur van den dag vrij toen werd de deur geopend en Kordes kwam weer binnen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6