Tweede Blad, behoorende bij „Haarlem's Dagblad", van Vrijdag 19 April 1901. No. 5461 GEMEENTERAAD. Vergadering van den Baad der ge meenle Haarlem op Woensdag 17 April 1901 des namiddags ten 11/2 ure. Voorzitter Mr. Tli. de Haan Hugen- lioltz, waarnemend burgemeester. Afwezig bij den aanvang der zitting de heeren Koopmans, Sneltjes, Loo med j er. PUNT 1. Mededeelingen en ingekomen stuk ken. a. dat is gesteld in banden van B. en W. om advies: le. de rekening van het Burgerlijk Armbestuur, dienst 1900. 2e. een adres van D. E. L. van den Arend c .s. in zake de buur van den grondi vóór perceel KI. Houtweg 75. 3e. een adres van Bestuurders van den Algemeenen Ned. Typografen bond afd. Haarlem, verzoekende eeni- ge aangegeven bepalingen in het be stek voor gemeente-drukwerk op te nemen; 4e. een adres van het Bestuur der Vereen, „de Goede Verwachting" om den werkman Bax weder in vasten dienst bij de gemeente-reiniging te nemen. 5e. de rekening, dienst 1900 van de voormalige corporatie' van neeringen, ambachten en bedrijven. b. dat is ingekomen: le. een schrijven van den Commis saris der Koningin, houdende de me- dedeeling, dat door Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken aan den Burgemeester op zijn verzoek, een verlof is verleend van twee maanden, ingaande 9 April jl. 2e. de rekening, dienst 1900 van de Ambachtsschool en de Avondteeken- school; 3d. het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken; 4e. van de commissie in zake het ontwerp Haven-reglement, een voor stel tot vaststelling van het Haven reglement. Dit voorstel zoude in een volgende vergadering kunnen worden in behan deling genomen, tenzij de Raad mocht besluiten, vooraf het gevoelen der rechtsgeleerde commissie in te win nen; 5e. een schrijven van W. P. Boo- gaert, verzoekende ontslag als lid der plaatselijke commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. 6e. een schrijven van d'e executeurs- testamentair in den boedel van wijlen den heer M. O. de Kanter, houdende mededeeling, dat bij beschikking aan helt gemeentebestuur zijn vermaakt, notulen en jaarverslagen der ge meente. De voorzitter stelt namens B. en W. voor deze making behoudens goedkeu ring van Ged. Staten te aanvaarden. 7e een schrijven van Th. J. Verzijl- bergh, houdende bericht dat hij afziet van den aankoop van een gedeelte grond aan het Leidsche Plein. B. r-n W. stellen voor in te trekken In t di j betreffend raadsbesluit dd. 27 Maart jl. no. 8. c. dat in druk aan de leden is toe gezonden het door den heer H. Doyer uitgebracht advies aangaande de Elec- tri citeitsfabri ek alhier. d. dat de nieuw benoemde gemeente ontvanger de heer F. Th. Kjeters van Lei nep den le Mei e.k. in functie zal treden. e. dat is ingekomen een adres van J. J. Guldemond houdende verzoek hem vergunning te verleenen om van 1218 Mei a.s. een stoomcarrousel op de Baan te mogen plaatsen. De voorzitter stedt namens B. en W. voor om dit verzoek als behoorende ingevolge art. 115 der Algem. Politie verordening tot de bevoegdheid van den Burgemeester in diens handen ter afdoening te stellen. f. dat door A. Vader Pz. wonende Amsterdamsche Vaart 22—24, alsnog het achterstallige duinwatergeld is betaald, zoodat B. en W, in trekken hun voorstel tot het aangaan van een rechtsgeding. g. dat door den commissaris der Koningin in de provincie Noord-Hol land zijn benoemd' tot buitengewoon Gemeente-veldwachter L. A. P. Poll, klerk bij de politie en H. Filmer en H. de Bruin, agenten van politie 4e klas. li dat door Ged. Staten dezer pro vincie is goedgekeurd het besluit van B. en W. houdende opdracht aan de firma Siemens en Halske te Berlijn van de levering eener electrische centrale. i. en schrijven van Ged. Staten van Noord-Holland, ten geleide van de door hen goedgekeurde besluiten van: C Februari j.l. no. 4, in zake bouw plan aan den KI. Houtweg; 6 Februari j.l. no. 17 in zake den ver- Koop van grond aan den Spaarndam- merweg aan P. Goedkoop Dz.; 13 Maart j.l., no. 4, in zake aanvaar ding schenking schilderij van den heer J. E. Goedhart; 13 Maart j.l., no. 11, in zake het tij delijk in gebruik geven van grond aan den Spaarndammerweg; 13 Maart j.l., no. 14, in zake verhu ring van de perceelen aan den Scheep- makei sdijk en de Papentorenvest. 13 Maart j.l., no. 16, in zake de ver pachting van het vischwater en van 27 Maart j.l., no. 9, in zake de verhu ring van grond aan A. Visser. j. een schrijven van Ged. Staten van deze provincie, houdende goedkeu ring van het voorstel van B. en W. aan den Raad, tot nadere regeling van den borgtocht van den gemeenteont vanger, behandeld in de vorige zit ting onder no. 11. PUNT 2. De heer Mr. A. C. Waller heeft zijn ontslag ingediend als wethouder dezer gemeente. Hij voelt zich daartoe ver plicht, daar de voortdurend zich uit breidende werkzaamheden van het ge meentebestuur hoe langer hoe meer tijd eischen van de leden van het Da gelij lcsch Bestuur; meer tijd dan hij beschikbaar heeft voor eene nauwge zette behartiging der hem toevertrouw, de belangen. Dat de gemeenteraad hem die belan gen nu ruim twaalf jaren lang heeft willen toevertrouwen, daarvoor be tuigt hij zijn welgemeenden dank; niet minder ook voor de welwil lendheid, die hij als wethouder gedu rende dien tijd van alle leden van den Raad mocht ondervinden. De VOORZITTER zegt dat dit schrij ven met groote teleurstelling is ont vangen zoowel bij B. en W. als bij den Raad. Wij betreuren het ten zeerste dat hij tot dit besluit is gekomen, met leedwezen zien wij hem vertrekken. Wij zullen hem dankbaar blijven voor al hetgeen hij in zijn 12-jarig wethou derschap heeft gedaan voor de ge- i meente. Spr .stelt voor het schrijven voor ken nisgeving aan te nemen en het ontslag eervol te verleenen. (Applaus.) De heer WALLER beantwoordende, zegt dat hij tot zijn leedwezen zijn ambt heeft gemeend neer te moeten leggen door de uitbrerding der werk zaamheden. Dat Spr. het nu zoo plot seling moest doen, dat is toe te schrij ven aan omstandigheden buiten zijn wil. De taak werd Spr. te zwaar. Wan neer men boven zijne krachen werkt, dan zouden de belangen niet zoo goed behartigd worden als wenschelijk was. Het zal dus niemand verwonderen, wanneer ik eerstdaags ontslag indien als lid der commissiën aan 't wethou derschap verbonden. De omvang van de taak is grooter geworden en de werk zaamheden zijn verdubbeld. Met be scheidenheid) wil ik den dank door u, mijnheer de Voorzitter, gebracht, aan nemen. Het werk is altijd menschen- werk geweest en dus heeft er ook veel aan ontbroken, er is oók veel critiek op mij uitgeoefend. Doch de welwil lendheid waarmede deze critiek is uit geoefend, heeft mij doen besluiten een woord van dank te brengen aan de Raadsleden, ook aan de Wethouders voor de van hen ontvangen vriend schap. Met de beste wenschen voor den bloei der gemeente uit te spreken, besloot Spr. zijn luid toegejuichte rede. PUNT 3. B. en W. stellen voor vast te stel len den staat tot betaling uit de post „onvoorziene uitgaven" .dienst 1901 van een bedrag groot 150, als bijdra ge aan de commissie tot veredeling van het ambacht. Wordt aangenomen. PUNT 4. B. en W. stellen voor goed te keu ren de rekening en verantwoording der stadsapotheek over 't jaar 1900, slui. tende in ontvang- en uitgaaf tot een bedrag van f 8610.135, waarvan 4748.235 als subsidie der gemeente. Wordt goedgekeurd. PUNT 5. B. en W. stellen voor de volgen de perceelen ongeschikt tot bewoning te verklaren, daar de na te noemen personen geen gevolg hebben "-peeven aan de lastgeving om binnen een vast- gestelden termijn de noodig geachte verbeteringen te doen aanbrengen: a. Oranjeboomstraat nos. 19 en 21, (eig. H. J. Edelijn); _b. Oudeweg no. 9, (eig. TI. Creemers); d. Bannestee, no. 6. eig. G. B. Robbó. De heer v. d. KAMP vraagt of B. en W. ook handelend zullen optreden om ingevolge art. 180 de bewoners der per ceelen op straat te zetten. Indertijd heeft Spr. dit gevraagd en de voorz. deelde toen mede. dat hij het in de ver gadering der rechtsgeleerde commissie zou_ter sprake brengen, doch tot dus verre heeft Spr. er niets van gehoord. Verder wijst Spr. er op, dat de gemeen te zelf voor haar perceelen slecht zorgt, a. wijst Spr. op een perceel aan den Harmenjansweg. Ook de wachters woningen der H. IJ. S. M. zijn verre van volmaakt. Wat betreft het onbe woonbaar verklaren van een perceel Delftstraat 8, dit was alleen omdat „eene zekere plaats" niet geheel in orde is; het huis werd anders goed bewoond. De VOORZ. zegt het een en ander na der te onderzoeken en zegt dat het per ceel Delftstraat thans niet meer wordt voorgesteld tot onbewoonbaarverkla ring. De heer DE BREUK zeert. dat van het 't perceel Delftstraat de rioleering niet deugdedoch dat thans in dit gebrek is vooi'zien. Verder is er wel degelijk bij de H- IJ- S. M. aangedrongen om aansluiting van hlokwachterswonin gen, hetgeen mettertijd in orde zal ko men. De heer v. d. KAMP zegt, dat het perceel Delftstraat 8 (eig. G. Serné) er zeer zindelijk uitziet. Tevens blijft Spr. bij zijne meening uit het lijstje van onbewoonbaarverklaring dat eerst de kleintjes worden aangepakt en niet de grooten. De heer WALLER zegt dat B. en W. eerst onder handen hebben genomen de eigenaars, wier huizen de grootste gebreken vertoonden; en dus het meest behoefte hadden aan verbetering. Het is nimmer de bedoeling geweest onder scheid te maken tusschen kleinen en grooten. Alleen voor de onwilligen, die het tot het uiterste lieten komen, is een voorstel tot onbewoonbaarverkla- ring ingediend. Van de andere hoort de Raad niet. Het punt wordt nu aangeno men. Tegen stemde de heer v.d. Kamp. PUNT 6. Ingekomen is een adres van P. Huyg, schipper te Heemstede, waarin deze zich beklaagt over de beleedigende wijze, waarop hij naar zijne meening is behandeld door den havenmeester inspecteur en den Raad verzoekt hier naar een onderzoek In te stellen en maatregelen te nemen ter voorkoming van zulke willekeurige handelingen. B. en W., die de zaak onderzocht heb ben, verklaren de ingebracht© klacht ongegrond, stellen voor adressant in dien zin te antwoorden, onder mede deeling, dat integendeel de ijver van den havenmeester-itospecteur valt te loven. De heer GROOT kan zich niet ontveinzen, dat het onderzoek in deze weder eenzijdig is geweest. De per soon in quaestie is nimmer gehoord. De doorvaart is wel versperd, de lich ten hebben op order van den heer Kriens er gehangen. Zooals beweerd wordt wist de heer Kriens dat Huvg den 12n zou betalen, waarom moest hij hem dan den Hen aanhouden? Verder weet spr. andere schippers die onder dezelfde omstandigheden doorvoeren. Spr. zal niet medegaan met dit voor stel, voor en aleer een verhoor en we- derverhoor heeft plaats gehad. Spr. noemt verder de handelingen ten op zichten van Huyg wel willekeurig en zou gaarne een nader onderzoek in die zaak zien. De heer SCHüRMANN zegt dat de geheele zaak is eene veete tusschen Huyg en Kriens, en zet de toedracht dezer zaak uiteen, erop wijzende hoe Huyg een brug heeft stuk gevaren en toen tot het personeel heeft geroepen: „Moet je me niet aanhouden, ik heb niet betaald", en daarna is Huyg de doorvaart belet. Verder waren alleen Bus en Kaarseladeveer, die betaald hadden, in de vaart. De heer GROOT zegt dat er wel andere schippers, die nog niet betaald hadden, in de vaart waren en wenscht weder een onderzoek. Eerder gelooft spr. dat Kriens in deze Huyg eens den das heeft willen omdoen. De heer HOFLAND wenscht beide partijen te hooren. Kriens is hier be schuldigd en rnen kan een beschuldig de toch niet als getuige in zijn eigen zaak laten optreden. Spr. zal tegen stemmen, in het midden latende wie hier gelijk heeft. De heer VAN THIEL zegt dat Huyg bij hem verklaard heeft, dat hij spijt had alzoo te hebben gehandeld. De heer Kriens heeft in het belang der stad als een degelijk ambtenaar gehan deld. Waar nu Huyg zelf de zaait wenschte te zien afgedaan, en van de baan geschoven, daar hoopt spr. dat thans niet meer het ingediende voor stel van, den heer Groot om Huyg alsnog te hooren, zal worden aangeno men. De heer Kriens is een degelijk ambtenaar, die zijn plicht heeft ge daan. De heer DE BREUK zet de zaak nog eens uiteen, wijst er op dat de heer Kriens zijn plicht uitstekend heeft ge daan. In begin Januari was van de 4000 abonnementsgeld reeds f 3000 binnengekomen. Huyg is reeds meer malen achterstallig geweest; hij werkt niet mede en maakt het den ambtena ren lastig. De heer STOLP acht het hier het bil- lijkst thans Huyg alsnog te hooren, daar hiervan in het rapport geen spra ke is. De heer GROOT handhaaft zijn voor stel, doch wenscht daarcnede niet te zeggen, dat de heer Kriens niet goed heeft gehandeld. De heer v. d. KAMP, de zaak onder zocht hebbende, is voor het voorstel- Groot, omdat hem gebleken is, dat de heer Kriens in deze zaak volkomen rich tig gehandeld heeft en in het belang der gemeente. Het voorstel van den heer Groot in stemming gebracht wordt verworpen met 24 tegen 5 stemmen. Voor stem den do heeren de Braai, v. d. Kamp, Groot, Stolp en Hofland. Het voorstel van B. en W. wordt met 24 tegen 5 stemmen aangenomen, die van de heeren de Braai, v. d. Kamp, Groot, Stolp en Hofland. PUNT 7. B. en W. stellen voor hen te machti gen tot het treffen eener dading met den heer P. Müller, alhier, inzake grond op den hoek van het Plein en den Raamsingel. De heer v. d. KAMP gelooft dat hier een woord van dank aan den heer Roog op zijn plaats is. (Applaus). Wordt goedgekeurd. PUNT 8. Aan den Raad wordt voorgesteld B. en W. te machtigen om de vaste goe deren, welke door wijlen den heer J. C. Gerlings, in leven gemeente-ontvanger, zijn verbonden, tot zekerheid van het door hem te houden richtig beheer, uit het hypothecair verband te ontslaan, op verzoek van executeuren-testamen tair. De heer SPEELMAN acht het met administratief juist om van de borg tocht af te halen, wat er af te halen is. De VOORZ. zegt, dat het billijk was eerst de perceelen van den heer G. te ontslaan; doch daar er nog genoeg ze kerheid voor de gestelde borgtocht over blijft, kan d© gemeente er niets geen nadeel bij ondervinden, wanneer het voorstel van B. en W. wordt aangeno men. De heer SPEELMAN blijft zijne mee ning handhaven. Zonder stemming wordt dit punt nu aangenomen. PUNT 9. De Directeur der gemeentelijke duinwaterleiding acht het noodzake lijk, dat eene tweede drukleiding wor de aangebracht aan het pompstation op Overveen tot den Zijlsingel, omdat, ingeval van een buisbreuk in de thans bestaande enkele leiding tusschen de grens der gemeente Haarlem en het pompstation, onze gemeente tijdelijk geheel van water zoude zijn verstoken, De kosten van aankoop en het le?= gen eener tweede drukleiding worden op f 30.000 geschat. De lieer J. Schotel, ingenlour to Rotterdam, te dezer zake om advlaa gevraagd, noemt het leggen van eene tweede drukleiding ©enen maatregel van buitengewone voorzichtigheid, niet van gebiedende noodzakelijkheid. Afgaande op deze geruststellende ver klaring, acht de meerderheid van het college van B. en W. het thans niet geraden het jonge bedrijf met een zoo zware schuld te belasten, en acht 't beter met de aanschaffing b.v. een acht- of tiental jaren te wachten, tot dat deze tak financieel sterker zal zijn, terwijl de minderheid van het college zich vereenigt met het gevoelen van de sub-commissie voor de duinwater leiding om zoo spoedig mogelijk den aanleg dier tweede drukleiding te doen plaats hebben. Bij dit punt wordt een voorstel be handeld van de heeren Joh. de Breuk en J. Nieuwenhuijzen Kruseman, om B. en W. te machtigen tot, het doen aanbrengen van eene tweede druklei ding en daarvoor bovengenoemd be drag beschikbaar te stellen. De heer SCHüRMANN kan zich niet vereenigen met het voorstel der heeren De Breuk e. a. en heeft meer vertrouwen in het advies van den heer SchoteL In Amsterdam is gedurende 27 jaar één kabel geweest van een lengte van 23 K.M. En waarom zul len wij voor Haarlem nu een leiding van 30.000 gaan aanleggen? De wa- teiieiding kan het niet betalen, en dus zal er weer moeten worden geleend, waardoor het belasting biljet der bur gerij wedeir zal worden verhoogd. Spr. is dan ook ten zeerste tegen het voor stel der heeren De Breuk e. a. De heer BEIJNES zegt, dat wij zon der dé waterleiding geen water heb ben ook niet bij het uitbreken van een brand.De gevolgen zouden dan niet zijn te overzien en daarom meent Spr. dat he/t dn het belang der burgerij is, wanneer die gemeente niet voor het ge val kon worden gebracht, dat zij tij delijk van water zou zijn verstoken. De heer v. LENNEP wijst er op dat wij niet verantwoord' zijn bij het ont breken van eene tweede buisleiding. Wanneer de eerste buisleiding door het verhoogen van den druk bij een eventueelen brand, zou springen, zou den de gevolgen niet te overzien zijn. De heer ROOG gaat geheel met het voorstel van B. en W mede, juist om het rapport van den heer Schotel. De buizen zijn beproefd op 20 atmosfeeren, de drukking is thans 5. die 15 overige zijn slechts theoretisch. Er is reeds eens bij lage drukking een huis gesprongen. Het gevaar van storing is zeer groo' en dus is het aanbevelenswaardig een tweede buis te leggen. De heer STOLP geeft den Raad ern stig in overweging met het voorstel der heeren De Breuk e. a. mede te gaan, hetgeen in het. belang der gemeente is. De heer BIJVOET vraagt nog enkele inlichtingen, o. a. hoe lang het zou du ren, wanneer eens een buis sprong, voordat deze gemaakt is. Spr. gelooft niet dat dit zoo lang zou duren, het materieel kan men in voorraad hebben. Daar de financiën hier niet zoo roos kleurig zijn, gelooft Spr., dat wij deze zaak best nog eenigen tijd konden la ten rusten. De heer WILLINK zegt., dat hij gaar ne met de zaak zou medegaan, doch aan de andere zijde vindt hij de uit gave van 30,000 t,e groot. Beter had men destijds 2 kleinere in plaats van een groote kunnen leggen. In dit sta dium gevoelt Spr. zich nog niet be voegd thans zijn stem aan een onkos- ten-uitgaaf van f 30.000 te geven. Gaar ne zou Spr. eenige deskundigen in deze zaak hooren en naar de hand van hun rapporten handelen. Spr. dient dan ook een voorstel in om deskundigen te raadplegen en hun advies in den Raad mede te deelen. De heer WALLER vraagt zich af of die buitengewone voorzichtigheid thans reeds noodig is. Spr. gelooft van niet. Er zou een. zeer ernstige brand moeten uitbreken juist op het oogen- blik, dat de huis gesprongen was, en wel op een punt, waar geen water be halve duinwater zou zijn te krijgen. En dat zou wel zeer toevallig zijn, zoo toe vallig ,dat het bijna tot het onmoge lijke behoort. Voor het oogenblik nu de waterleiding zich eene dergelijke uitgaaf nog niet kan getroosten acht Spr. het niet gewenscht een f 30,000 voor eene tweede drukleiding uit te geven. Verder zegt Spr. dat iedere commis- en de raadsleden met voorstellen komen, zooals de heer Modoo met schoolbaden, Willink met eene nieuwe raadszaal, de commissie der pensioen verordening om eene nieuwe verorde ning enz.wanneer Spr. dit alles over ziet en nagaat de onkosten, waar de gemeente onmogelijk buiten kan, dan meent bij dat voorloopïg alle mogelij ke buitengewone uitgaven moeten worden vermeden. De heer DE BREUK zegt, dat een buisbreuk spoedig en onvoorzien kan geschieden, getuige te Amsterdam. Wanneer Amsterdam toen geen twee de drukleidine- gehad had, zou hij lee- lijk gezeten hebben. Volgens het oordeel van den heer Schotel zou het hij het springen van een buis wellicht tweemaal 24 uur du ren eer deze hersteld was, waardoor dus de fabrieken en andere inrichtin gen groote risico zouden beloopen. Daarom acht Spr. het een maatregel van gebiedende noodzakelijkheid, die is in het belang der gemeente. De lieer v. d. BERG wijst er op, dat hier ter stede nog vele menschen zijn, die uitstekend pompwater hebben. Mocht nu eens de buis springen, dan zuilen die personen gaarne de anderen helpen. Daarom gaat Spr. met de lïifiBriierhedd yan. B. en W, mede. lri ju'el' S t' 1 IJ liolnnfl, \\r| (lat l)ij liet rth'lllËrti dë!' 6ui§ Haarlem niet zon de!' NV&!#!' S?0ti iijn, maar daarom is hét lliét, Het geldi- hirt1 hoofdzaak waUi' bï.j bmndèh-. Ibt, süö niet gaar, nê de vërtintweei'delijkheid drafèk bij êéae huis. Bé biltó k&n geeh ët) &hö0ë= föGi'én druk velen èa het is dan ook mljüó meaning en dié der döhüniëëiê der waterleiding, dat het noodzakelijk is dat eene tweede buis komt- De heer ROOG zegt dat B. on W. hadden moeten vragen aan den heer Schotel: Waarom hebt u geen twee buizenleidingen aangelegd." Dan zou wellicht een ander antwoord zijn ont- vangen en een ander licht over de zaak hebben geschenen. De heer MODOO gelooft dat de heer Schotel hier niet anders heeft kunnen antwoorden, op gevaar af, dat hem anders was gevraagd waarom hebt u dat dan direct niet gedaan. Verder ge looft spr. dat wij hiervan niet een handelszaak moeten maken. Ten slotte begrijpt Spr. niet waar om bij den aanleg niet om eene twee de drukleiding is gedacht- Spr. is voor het voorstel De Breuk e. a. De heer GROOT er op wijzende hoe Amsterdam 't langen tijd met één pijp heeft gedaan, meent, dat Haarlem zich deze luxe niet behoeft te permittceren. Het voorstel der heeren Breuk e. a. in stemming gebracht wordt verwor pen met 16 tegen 13 stemmen. Voor stemden de heeren N. Kruseman, de Breuk, de Lanoy, Beijnes, Winkler, Iloog, Schram, Leupen, Modoo, Weld- scnaar, van Lennep, Stolp en Kruse man. PUNT 10. De Raad heeft indertijd het voorstel van B. en W. tot het verleenen van ver gunning voor het dempen eener sloot en het hebben van uitloozingen in de Leidsche Vaart aan R. Key en P. Kui per (in verband met de bebouwing der terreinen van het buitenverblijf „Bosch en Vaart" onder de gemeente Heemste de), om nader advies gesteld in handen van de Commissie van Bijstand in het beheer der openbare werken. Adressanten en deze commissie kon den echter tot dusver niet in overeen stemming komen betreffende de voor waarden. Thans doen B. en W. een be middelingsvoorstel over de wijze van schoeiing en de legging van riolen. Voor de laatste vergunning zullen adressanten bij vooruitbetaling, te be ginnen met 1 Mei 1901, moeten betalen een recognitie van f 50.voor elke uit- loozing in de Leidsche Vaart, alzoo te zamen f 150.De sloot tusschen de Schouwtjeslaan en het land van,,Bosch en Vaart" mag gedempt worden onder voorwaarden dat voor de behoorlijke afwatering van den weg dóór en op kosten van adressanten op de scheiding 8 ijzeren straatkolken worden geplaatst overeenkomstig het hij de gemeente Haarlem voorhanden model. Verder wordt tot wederopzeggens vergunning verleend tot het doen uit monden der riolen van de op de sub I bedoeld© terreinen aan te leggen straten, dienende tot afvoer van he melwater, in dé Leidsche Vaart. Hierbij is door den heer Modoo voor gesteld de volgende wijziging: Tot wederopzeggens vergunning te verlee nen tot het doen uitmonden der tot waterafvoer dienende riolen van de op de sub I bedoelde terreinen aan te leggen straten, in de Leidsche Vaart. Verder wordt nog o. a. bepaald: a. dat de kosten van het van wege de gemeente Haarlem te houden dage- lijksch toezicht, komen ten laste van adressanten, die daartoe vóór den aan vang der werken ten kantore van den gemeente-ontvanger van Haarlem een som van f 500.betalen; b. dat elke afzonderlijk woning, aan den Heerenweg, de Schouwtjeslaan of den verbindingsweg daartusschen, een huurwaarde hebben van tenminste vijf honderd gulden en elke afzonderlijke woning aan de overige ontworpen stra ten, een huurwaarde van ten minste drie honderd gulden; c. dat door adressanten bij het aan gaan der nader te sluiten overeenkomst aan de gemeente Haarlem worde be taald een som van f 5000.-^ d. ingeval door de gemeente Haarlem wordt overgegaan tot den bouw eener nieuwe brug over de Leidsche Vaart bij de Schouwtjeslaan, binnen één maand na aanschrijving van B. en W. de helft in de kosten van het maken dier brug met bijbehoorende werken, aan de ge meente Haarlem wordt betaald; e. binnen één maand na aanschrij ving van B. en VV. van Haarlem betaald worden de kosten van rioleering en be strating van de Schouwtjeslaan tot aan de hartlijn, van den weg. f. de bestrating der ontworpen stra ten plaats hebbe met keien er de trottoirs worden voorzien van hardsteenen banden. Ingekomen zijn 2 adressen der hee ren Kei]" en Kuiper, waarom de voor zitter voorstelt de zaak tot eene volgen de vergadering aan te houden. Wordt goedgekeurd. PUNT 11. B. en W. stellen voor, aan mej. II. J. von Schubertz een pensioen te ver leenen van f 1600. De lieer MODOO wenscht het pen sioen te bepalen op 1350 en het ove rige als toelageevenals bij den heer Hofman. De heer N. KRUSEMAN meent dat deze weg iets gracieuser is en wenscht in 't vervolg zoo te handelen. De heeren De BRAAL en GROOT 2Ullen tegen stemmen omdat zij tegen de extra-toelage zijn en deze nu hierin is inbegrepen. Het punt wordt vervolgens aange nomen met 4 stemmen tegen, die van de heeren de Braai, Schram, Groot en Modoo.. PUNT 12. B. en W. stellen voor aan M. C. Kipperman, weduwe van P. J. Smit, in leven kuiper, in dienst der gemeente- reiniging een gratificatie van f 100 te verleenen voor den tijd van één jaar. De heer v, d, KAMP zegt dat het niet te pas komt, dat de weduwe, toen haar man onverwachts was gestorven, uitbetaling kreeg tot, het uur- yan den dag-, waarop de fflftn w;as. gestorven. Bal iè êëM'inhumane behandeling. De heer KLEIN vindt dit optreden ook niet humaan, cn waagt of dit bekend is. De heer DE BREUK zegt dat de be ambten worden betaald tot het uur van hun vertrek of overlijden. Dit ia bij reglement, bepaald. De heer MODOO dringt er bij deze weder op aan dat de nieuwe pensioen verordening spoedig in behandeling komt. De heer v. d. BERG zegt dat er is een letter van de wet maar ook een geest van de wet cn hoopt dat in 't vervolg anders worde gehandeld. De VOORZITTER zegt dat van do opmerkingen goede nota zal worden genomen en wellicht het reglement zal worden herzien. Wordt aangenomen. PUNT 13. Door W. C. Schouten is het verzoek ingediend wederom in het genot te worden gesteld van de jaarlijksche toe lage ad f 600. B. en W. stellen voor dit verzoek toe te staan. Wordt aangenomen. PUNT 14. Daar verbetering van den econo- mischen toestand der vrouw door vak opleiding bij de tegenwoordige wijze van inrichting der Kook- en Huishoud school en van de Wilhelmina-Naai- school, beide alhier, niet kan bereikt worden, wenschen beslturen over to gaan tot ontbinding dier verecnigingen on stichting van een nieuwe, genaamd „Vakopleidingsschool voor vrouwen", vermoedelijk onder den naam van Industrie- of huishoudschool die het voorgestelde doel zal kunnen berei ken, behalve door toevoeging van meerdere vakken aan het thans reeds gegeven onderricht, vooral door het opleiden van meisjes tot dienstboden, door het oprichten eener crèche-fröbel» school waar kinderjuffrouwen gevormd kunnen worden en van een cursus tot opleiding van costuumnaaisters. Dit laatste vooral wordt krachtig toegejuicht door werkgevers hier ter stede en door de commissie voor Maat schappelijke Belangen, die te dier zake een onderzoek instelde. Bestuurderen vragen nu meerderen steun dan tot dusver. Zij zullen daar toe aanvragen een subsidie van het Rijk en de provinei©; doch hen £s me degedeeld geworden, dat de gemeente lijke subsidie daartoe van f 250 voor elk der verecnigingen (dus f 500) voor beiden op f 1200 moet worden gebracht, ingaande 1 Januari 1902, voor 3 ach tereenvolgende jaren. Mot ernst dringen bestuurderen op het verleenen hiervan aan, omdat zij overtuigd zijn, dat opleiding van da vrouw voor beroepen die haar in alle maatschappelijke cn huiselijke om standigheden geschikt, maken, om hare taak te vervullen, van het grootste be lang is voor de toekomst der Maat schappij. B. en W. stellen voor om geduren de do jaren 19021904 eene subsidie van 1200 voor deze school te verlee nen. De heer v. d. Kamp vestigt bij dit punt er de aandacht op, dat op de be grooting voor deze te stichten inrich ting voorkomt een post groot f 1600 voor huishuur, dus hoogcr dan de sub sidie-aanvrage en daarom' komt het spr. wenschelijk voor, dat, daar de ge meente in het bezit is van een perceel, dat voor eene dergelijke inrichting be hoorlijk geschikt is, bedoeld wordt het gelegateerde perceel aan den Kleinen Houtweg 20, de subsidie wordt ver leend in den vorm van het gratis in bruikleen afstaan van dit gebouw, waardoor besturen van de Kook- en Huishoudschool en do Wilhelmina- Naaischool zijn gebaat; aan de opge legde voorwaarde orn gemeld huis to doen strekken tot woonhuis of her stel lingsliuis uitsluitend voor dames of vrouwen is voldaan, on de gemeente raakt een perceel kwijt, dat niets an ders is als een schadepost en ook zal blijven. Een voorstel heeft de hoer v. d. Kamp hiervan niet gemaakt, doch hij geeft het den Raad in overweging. De heer WJNKLER ziet de noodzake lijkheid van deze school niet in wel heeft spr. bezwaar tegen de telken male aanvrage van subsidiën. Spr. zal tegenstemmen, daar hij de school' niet in het belang der gemeente acht. De heer SCHRAM spreekt een woord van dank uit aan het Dage- lijksch Bestuur voor het voorstellen der subsidie. Sproker kan zich niet begrijpen, dat de heer W. zijn stem tegen dit voorstel wil verheffen, waar Haarlem op het gebied van on derwijs een eereplaats inneemt. Ver der wijst spr. er op hoe nimmer de gemeente bij het vakonderwijs is voorgegaan, maar wel bij liet mid delbaar- en lager onderwijs, en dat het vakonderwijs eerst door het par ticulier initiatief is ter harte geno-} men. dat nu steun vraagt bij gemeen te, Provincie en Rijk. Gaarne hoopt spr. dat die steun wordt verleend, te meer daar de overige subsidiën daar-, van afhankelijk zijn. Spr. hoopt dat) eene flinke meerderheid de 1200 aan. deze inrichting, voor vrouwelijk© jeugd, waarop andere kleiner© ge- meenten reeds kunnen bogen, zal ver-) leenen. De heer BEIJNES juicht ten zcersto het denkbeeld van het D. B„ to© en verheugt zich dat er dames gevonden worden, die het ambachtsonderwija aan de meisjes willen geven en in ge dachten ziet spr. reeds do vruchten van dit onderwijs. De heer v. d. KAMP verdedigt zijn hierboven gemelde meening en zou gaarne de zaak aanhouden, om het een en ander nog eens nader te over wegen. De VOORZITTER zegt dat het ge bouw is gelegateerd aan het B. A. en zou het beter vindon de f 1200 sub sidie te geven. Dan kunnen tij het huis huren, B«è heer d, KAMP gelooft, dat do

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5