NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
18e Jaargang
Dinsdag 30 April 1901.
No. 5470
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 Van 15 regels 50 Ofcs.iedere regel meer 10 Cts. Buiten liet Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1-30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02% wfri Bureaus: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37H Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 123.
de omstreken en franco per poBt0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recbt tot plaatsing van Advertent)
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks» behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSuec., Parijs 31hi» Faubourg Montmartre.
Dit nummer bestaat uit
zes bladzijden.
Haarlem's Dagblad yan 30 April
bevat o.a.
Oorlogshumor, Milner's verzoek
om verlof, Engelsche gruwelen,
Haagsche brief, Bekereindstrijd
R. A. P.—M B. S., Stukken van
den Gemeenteraad, Een 200-jarige.
Officieele Berichten.
BURGEMEESTER EN WETHOU
DERS van Haarlem brengen ter open
bare kennis, dat zijn ingekomen ver
zoekschriften van:
ïo. C. G. van Mastwijk, om vergun
ning tot het verkoopen van sterken
drank in het klein in de gelagkamer
van het perceel aan de Botermarkt no.
7, en
2o. G. B. de Vaal Jr., om vergun
ning tot het verkoopen van sterken
drank in het klein in Lrt voorhuis van
het perceel aan de Nieuwe Gracht
no. 8.
Haarlem, 27 April 1901.
Burg. en Weth. voornoemd,
DE IIAAN HUGENHOLTZ, L. B.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Politiek Overzicht.
Behalve de berichten van lord Kit
chener omtrent op de Boeren behaal
den buit is er van liet oorlogsterrein
weinig nieuws.
Behalve mevrouw Lcruia Botha wordt
nu ook mevrouw Christiaan Botha als
vredesgezant genoemd. De Engelschen
schijnen op het gemoed van dames
te werken: mevrouw Christiaan
wenschte haar echtgenoot over te ha
len om vrede te vragen.
Het weinige oorlogsnieuws dat er is,
is van hetzelfde gehalte als dat over
het schoonvegen van Oostelijk Trans
vaal door French.
De Boeren verliezen vee en amunitie
en kanonnen, en geweren, en zijn er,
volgens de Engelsche berichten dan
maar allerakelijkst aan toe, bij hon
derdtallen verliezen ze manschappen.
Het is wel opmerkelijk, dat de Boe
ren eigenlijk eerst de laatste maanden
zooveel geschut verliezen of vernielen.
Vermoedelijk vindt dit verschijnsel zijn
oorzaak voor zoover de Engelsche
berichtgevers die verliezen aan ge
schut der Boeren niet uit hun duim
zuigen, wat bepaald voor een deel het
geval moet zijn in de omstandigheid,
dat een aantal kanonnen der republi
keinen bi defect óf munitieloos zijn.
Het is niet aan te nemen, dat de Boeren
dieze stukken in een bergland, als ge
heel noordelijk Transvaal bijna is,
niet in veiligheid zouden kunnen bren
gen, wanneer zij ze nog bruikbaar
achtten. De buit heeft overigens' niet
do minste waarde voor de Engelschen,
zelfs niet als krijgstropee, het eene
Kruppkanon (zonder sluitstuk even
wel) misschien uitgezonderd. Dit laat
ste, dat niet vernield schijnt., zal wel
zorgvuldig weggebracht zijn om zoo
mogelijk nog eens dienst te kunnen
doen bij een triomftocht door Londen
op de muziek van: ,,Se the conquering
hero comes!" (zie, de overwinnende
held komt), welke plelhtigheid in-
tusschen nog niet bestaande is. Wat de
overige buit betreft, bestaat er ook geen
reden om de Boeren erg te beklagen.
De ettelijke honderden geweren lijken
op 't eerste gezicht een belangrijke aan
winst, maar wie zegt ons, dat het geen
afgekeurde of jachtgeweren zijn voor
een groot deel? De Engelschen zijn
meestal zoo vreeselijk discreet in de
omschrijving van hun buit.
De humor spreekt nog op andere wij
ze zich uit. Het vertrek van Baden-
Powell geeft ook wel aanleiding daar
toe.
De aller bekwaamste generaals zijn
zoo sucoessievelijk terug geroepen,
terwijl de oorlog in vollen gang is en
Sir Alfred Milner er een somber too-
neel van ophangt en de onbekwame
worden onbekwaamheidshalve terug
geroepen.
Wie moet in Zuid-Afrika de Boeren
onderwerpen, als de onbekwame ge
neraals worden teruggeroepen omdat
zij onbekwaam, en de bekwame omdat
zij... te bekwaam zijn?
Baden-Powdll, die zich een naam
heeft gemaakt als verdediger van Ma
feking, heeft nu ook al geen lust meer
om commandant-generaal van de
Transvaalsche politiemacht te worden,
en gaat eveneens „een zeetochtje" ma-
ken.
En Sir Alfred Milner, die zoo lang
zamerhand alleen overblijft, vindt het
in Pretoria zoo eenzaam en komt ook
naar Engeland; naar Chamberlain
zegt: „voor een korte wijle", om dan
de organisatie weder te gaan voorzet
ten.
De verklaring, door Chamberlain in
het Lagerhuis afgelegd, ter zake van
Milner's verlof, luidde:
„Men stelt zich geenszins voor, een
volledig stelsel van burgerlijk bestuur
in te voeren gedurende de afwezigheid
van Sir Alfred Milner, welke overigens
slechts van korteren duur zal zijn,
maar het organiseeren der verschillen
de departementen zal zooveel mogelijk
voortgezet worden, op de grondslagen
door Milner gelegd. Lord Kitchener zal
Sir Alfred Mimer vervangen, overeen
komstig een machtiging die hem ver
strekt is."
Ook de tekst van het telegram waar
mede Milner verlof vroeg, is door
Chamberlain voorgelezen. Het is ge-
dagteekend: Pretoria 3 April, en van
den volgenden inhoud:
„Ik neem de vrijheid, d'e regeering
van Z.M. te vragen of zij bereid is, mij
te vergunnen, binnen zeer korten tijd
naar Egeland te vertrekken met verlof.
Ik ben nu sedert meer dan twee jaar
onder de wapens geweest, zonder een
dag rust. De arbeid dien ik heb moeten
verrichten, was ontzaglijk, hij heeft
mij veel hoofdbrekens gekost, en een
buitengewoon zware verantwoordelijk
heid heeft op mij gerust.
„Ik meen te weten dat liet in de be-
doeling van Zijner Majesteits regee
ring ligt, mij na den oorlog heit toe
zicht op ded reorganisatie op te dra-
gen, en ik vrees waarlijk, zoo ik niet
vooraf eemige rust heb kunnen nemen,
de noodige geestkracht te zullen missen
om' dat zware werk te ondernemen.
Het as daarenboven ongetwijfeld meer
in het belang van den dienst, indien
ik toch wat rust moet nemen, dat ik
het thans doe,,terwijl de krijgsverrich
tingen nog voortgezet worden en de
arbeid van het burgerlijk bestuur nood.'-
zakelijkerwijze beperkt is; anders zou
ik rust moeten hebben op een. tijdstip
waarop het mogelijk zal zijn, op vol-
komener wijze een burgerlijk bestuur
te organiseeren, en waarop belangrijke
vraagstukken, thans nog hangende,
opgelost zullen moeten worden.
Buitenfandsch Nieuws.
Engelsche grrwelen.
De Kaapstadsche cornespondenit
van die „Telegraaf' schreef dien 2en
April o. a.
Er schijnt groote wreedheid aan
de zijde- der Engelschen op handen..
Althans de beste barometer in zul
ke zaken zijn altijd1 de beschuldi
gingen der Britten. Het regent thans
stukken en stukjes over Boeren-
barbaarschheden, en wij weten wat
dat beteekent; 't is of thans afge>
sproken is, dat een laster-wind moet
waaien, om aanstaandle gruwelen
te dekken.
Ziehier een paar
..Barbaren".
De duivelachtige verwoesting van
huisraad en dingen, die ons dier
baar zijn ons leven lang, opent ons
de oogen voor het soort van barba
ren, waartussehen wij leven. Het
is vreeseliik om te zien, hoe ze on
ze boeken behandelen. Alle zijn van
de boekenhangers weggetrokken,
overal heen geslingerd, men heeft
er over geloop en, op gespuwd en
ze in één woord verwoestZulk
een schok wordt niet licht verge
ten... De rebellen hadden hun
namen op onze meubelen gesneden,
zeker om aan te wijzen, van wie de
buit was. En- die rebellen schijnen
volmaakt gelukkig zij rijden over
al vrij rond en hebben in alle om
zichten hun zin. Velen hunner zen
den een eisch tot schadevergoeding
Zoo iets schrijven „Argus" en
..Cape Times" als nieuws uit „de
Noordelijke Districten."
Naast den1 Bloemfontein opsnij
der is Maseru nog altijd' de grootr
ste- jingo-leugenaar in Zuid-Afrika.
Het spreekt, dat die Maseru-cor
respondent thans een gewillig werk
tuig is om> gruwel-praatj.es te ver
spreiden.
„Bij Jammiersburg Drift werd
door die Boeren op onze ambulance
geschoten. Ongeveer 12 schoten
werden gevuurd en Lottey's paard
werd' gedood. De ambulance stop
te dadelijk en een jonge Boer, die
klaarblijkeliik de .©enige was, die
schoot, reed vooruit en eisohte onze
paarden. Toen d'e on-zen weiger
den. reed! hii weer weg en- de am
bulance keerde naar Mafeking fce-
rug
Nu vooreerst wat weet „Maseru"
van Mafekingdie communicatie
tusschen deze twee plaatsen is on
eindig moeilijker dan tusschen Ma
feking en Kaapstad'. Tweedens is
de Maseru-baas een bekende leuger
naar. Toch schrijven de' bladen bo
ven zoo'n bericht
„Staggering Humanity".
Dat teekent de Uitlandiers. Waar
lijk, het Kruger-Gouvememenit heeft
ze nog veel te zacht behandeld.
En zoo gaat het voort, "dien een-en
dag na den ander. Onze vriend
Cartwrigbt. editeur van „The
News", moet den 18en April vóór
komen. Natuurlijk zal hij gestraft
worden, terwül allerlei echibe boe
ven hier ongestraft rondloope-n.
In Engel's' boardinghuis is de vo
rige week ook een generaal Gronjé
aangekomen, die gevangen geno
men werd (te Klerksdorp. meen- ik),
toen hij gewond te bed lag.
Verder is alles bij het oude de
parole-menschem gaan zich 's Za
terdags netjes melden aan Kasteel,
vele refugees loopen kranten te
venten, die Poolsche Israëlieten on
der hen maken schoenen (heel
slecht) en melden zich aan als ont-
smetters, en wijgewone mensohen,
zweven tusschen bezorgdheid voor
de- Republieken en vrees voor de
Mij n-ongelnkken.
Vrijdagavond; heeft er een mijngas-
ontploffing plaats gehad te Hornu in
de mijn „Grand Buisson."
Volgens de laatste berichten is het
aantal dooden 18 en zijn er 7 gewon
den.
In een kolenmijn te Wasmes, op eeni
ge uren afstands van Bergen is Vrij
dagavond tegen tienen een afgrijselijk
ongeluk gebeurd. Een werkman had
een mijn aangestoken die gelegd was
voor het maken van een galerij, en een
geweldige ontploffing volgde. Een zee
van vlammen blakerde alles in zijn
weg en stichtte onheil onder de werk
lieden. Achttien heeft men op den
grond gevonden met afzichtelijke ver
minkingen. Zij waren op slag omge
komen. Een ander is zoo ernstig ge
wond dat men wanhoopt aan zijn be
houd.
Keizer Wilhelm te Eisenach.
Aan het feestmaal in de hertoge
lijke resident ie toostte die groother
tog 'op' die.n Keizer, en gaf de ver
zekering dat hij steeds trouw zou
blijven aan den Keizer en het Rijk,
en de familietradities van beide j
Huizen zou handhaven.
De Keizer dankte zijn gastheer
en wees ar or» dat hij steeds gaarne
iin het voorjaar op den geheiligden
grond van den Wartburg vertoefde.
Hij voegde er bij, dat beide Hui
zen met onverbrekelijke banden
aan elkaar verbonden zijn. De Kei
zer herdacht het. groote aandeel dat
Weimar gehad heeft aan die ont-
wikkeling van het Rijk, en brac-ht
een dronk uit op den groothertog,
als den bewaarder van het hooge
palladium den- idealen waaraan het
Duitsche vaderland', die dichtkunst
en de kunst zoo rijk zijn.
Algemeone berichten.
DE OORLOG IN Z.-AFRIKA.
Merriman heeft te Edinburg Vrijdag
gesproken in een groote vergadering,
belegd door den Bond van jonge Schot
ten om het Zuid-Afrikaansche vraag
stuk te behandelen. Het begin van de
bijeenkomst was oproeiig. Een aantal
tumultmakers vielen den voorzitter, het
parlementslid Shaw, telkens in de re
de, stieten allerlei kreten uit en zongen
vaderlandslievende liederenmaar
toen zij door de politie de zaal waren
uitgezet, hoorde de vergadering Merri
man aandachtig aan en juichte hem
zelfs toe. Hij schetste de gruwelen van
den oorlog in Zuid-Afrika en bepleitte
de onmiddellijke toekenning van zelf
bestuur an de Boeren als het eenige
middel om dadelijk een einde aan den
schrikkelijken oorlog te. maken. Dui
zenden hoofden Merriman aan, terwijl
nog eens duizenden buiten stonden.
In een hoofdartikel in de „En
glishman" wordt verklaard' dat
Ahmednagar waarheen d'e laat
ste krijgsgevangen Boeren zijn ver
voerd het tegenovergestelde van
een gezonde- plaats is. Een Eu ro
pe esche af deeling die daar gesta
tioneerd is geweest heeft verleden
jaar zwaar aan enteric-koorts ge
leden.
Luitenant Reidi van. de „Imperial
Bushmen" heeft op handige wijze
een Boerenlaager aan Commissie-
drift genomen.. Luitenant Reid- met
20 man, onder geleide van den ver
spieder Brink, zagen het l'aager
Dinsdagavond en omsingelden het
in den nacht, terwijl Brink het
laager binnen ging. Bij het aan
breken van' den dag kropen die
Bushmen tot op kleinen afstand! en
openden zij snelvuur om den vij
and- te misleiden omtrent hun aan
tal. waarin zij slaagden. Hoewel
de vijand een maxim gebruikte dat
in zijn bezit was, heesch hij ten
slotte de witte vlag. Het geheele
commando, 41 man onder com
mandant Schroeder, gaf zich met
al zijn wapenen en ziim volledige
uitrusting over. Kapitein Markham
met de Nieuw Zeelandei's die Later
aankwam hielp om Schroeder te
beletten met de andiere commando's
in den omtrek in verbinding te
komen.
De Boeren blijven in alle richtin
gen vluchten de Britscbe troepen
maken nog steeds een aanzienlijke
hoeveelheid' voorraden buit.
Terwijl juist het voorloopig suc
ces geseind wordt van die- Fransch-
Duitsche- expeditie die van Pao tin g-
foe. ten zuiden- van Peking, uitge
trokken is. blijkt uit een Havas-te-
legrarn het volgende
Bij de aankomst der expeditie
bevond men dat de Chi-neezen te
ruggebrokken waren achter dien
G rooien Muur en dat er wel geen
ernstige verwikkelingen: zouden
voorkomen. De Duitschers hadden
vier kolonnes gevormd, dlie die ber
gen inrukten. Een er van nikte snel
op naar den bergpas Ko-kwan (Ma
ls wan in de hoop, den Chinee-
zen den terugtocht af te snij dien,
maar zij kwam te laatdie Ch'inee-
zen waren er den vorigen dag
doorgetrokken. De Duitsche com
mandant, generaal v. Lessel, was
voornemens, tot aan den Grooten
Muur op te rukken en dan terug
te keer-en den 29en- dachten zoo
wel d'e Franschen als d'e Duitschers
te Pao-ting-foe terug te zijn.
Een telegram uit Algiers aan de Fi
garo meldt dat het dorp Marguerite
geheel is verwoest door Arabieren, die
in opstand zijn gekomen. De Arabie
ren hebben alle bewoners (ongeveei
300) gedood, gewond of gevangen ge
maakt. De adjunct-administrateur is
gefusilleerd.
De orde is hersteld. Een veldwachter,
een tirailleur, 2 kolonisten, 2 Spanjaar
den, een Italiaan en 3 inboorlingen zijn
gedood. 2 officieren en verscheidene
gendarmen zijn gewond.
Stadsnieuws.
Haarlem, 29 April 1901.
Bij dit numuior onzer conrant
ontvangen onze lezers het gobrni-
kelyke lijstje der zomerdiensten
als premie.
Vergadering van den Raad der ge
in eet e Haarlem op Woensdag 1 Mei
1901, des namiddags ten 11/2 ure.
1. Mededeelingen en ingekomen stuk
ken.
Adres Mej. A. M. van der Leij, eer
vol ontslag als onderwijzeres.
Id. C. A. Bakker, eervol ontslag alg
onderwijzer.
2. Beëediging Gemeente-Ontvanger.
3. Voorstel B. en W.W. verhoogd
spoorwegstation.
4. Voorstel en nader voorstel B. en
W.W. vergunningen „Bosch en Vaart."
5 Voorstel B. en W.W. boeking ge
meentegronden.
6. Id. id. verhuring walgrondi Donke
re Spaarne aan II. C. Caalen.
7. Id id. gratificatie Wed van Alt-
veer-Seel.
8. Id. id. goedkeuring rekening huis
zittende armen en Stads-Armen- cn
Ziekenhuis, dienst 1900.
9. Id id. beschikbaarstelling gelden
voor openbare werken bij nieuwe ge
vangenis.
'10. Id. id. stichting nieuwe school
voor lager onderwijs.
11. Id. id. verhuring grond Kleinen
Houtweg aau F. J. L. Peltenburg.
12 ld. icL vaststelling voorwaarden
uitgifte in erfpacht van gemeentegron
den.
'13. Id. id. id. plan van bebouwing en
waarde gronden voormalig Lakenkoo-
persgild.
14. Benoeming Ambtenaar van den
Burgerlijken Stand.
Feuilleton.
EEN JAAR
Naar het Engelsch
VAN
DOROTHY GERARD.
Hare nabijheid alleen deed mij
mijzelf onbehagelijk gewoon en
ruw gebouwd voelen. Ik geloof dat
ik van haar' gehouden he-b, van het
begin af, niettegenstaande deze
voor mij onaangename gewaarwor
ding, en ondanks veel dat niet met
mijne een-igszins bekrompen, En
gelsche ideeën strookte.
Ik begreep spoedig dab zij het
type van een Poolsche. vrouw was.
Het viel werkelijk moeilijk niet on
der de bekoring van hare- vrije,
enthousiaste persoonlijkheid te ko
men. Jadwiga had iets over zich,
dat iedereen onmiddellijk voor
haar innam, voor men het zich be-j
wust w-as. Z:; paarde aan een vu
rig temperament de openhartig
heid van een kind'; een vorstin in
houding was zij toch speelsch als
een jong katje, maar waarvan de
geheele ziel in de oogen te Lezen
was. Jadwiga was nooit ook maar
©enigszins terughoudend; maar
openhartigheid bracht mij in het
eerst dikwijls in verlegenheid'.
Ik heb deze week drie tanden
laten plooibeeiien, zei de zij tegen
mij, glimlachendl, terwijl zij een
teugje uit haar kopje nam, en
ge kunt u niet voorstellen hoe ge
lukkig ik mi' nu gevoel. Ik had het
zoolang ik kon uitgesteld, want ik
ben op dat punt geen held:, maar
toen begon ik bang te worden dat
ik een tand' zou verliezen, wat ik
-nog veel minder zou kunnen heb
ben, want ik ben een beetje ijdel
daarbij, deed het mij pijn als ik jam
at en daar ben ik juist dol op.
Geen held', ijdel en dol op
jam. somde Anulka met haar ouwe-
lijken glimlach op.jwunt -een mooi
idéé moet Miss MlcLdleton van je
krijgen.
Het is beter dat ze nu maar
dadelijk weet waar het op staat,
lachte- Jadwiga. O Anulka, geef
mii nog wat van die verrukkelijke
jam ik kan ze nu met een gerust
geweten gebruiken..
Die verrukkelijke jam heeft
laatst toch je tanden bedorven,
merkte Anulka, bijna streng, t p,
hoewel zij toch den schotel aangaf.
Is dat uw echte Poolsche jam?
vroeg ik. Indien je er mij ook
wat van wil geven Anulka, wil ik
ook het gevaar loopen er mijn tan
den mee te bederven en als het ze
niet slechter maakt dan die van je
zuster, zal ik met genoegen de ge-
gevolgen- dragen.
Terwijl ik sprak, kon ik mij niet
wê er'hou den naar de- kleine, glan
zende tanden, te zien, die telkens
als ze den lepel aan haar mond
bracht, tusschen Jadwiga's karmo-
zijne lippen te voorschiin kwamen.
Waarlijk, ze zag er niet naar uit
een tandmeester noodig te hebben.
Ik heb in 't algemeen opgemerkt,
dat juist de menschen, dlie altijd
over hun dentist spreken-, de mooi
ste tanden hebben, misschien wel
omdat, zij er voortdurend hun aan
dacht aan wijden ten minste het
is zoo in GaJicië, waar de tandmees
ters een even groote rol spelen als
de banketbakkers, aan wie ze ook
op z'n minst de helft van hun klan
ten te danken hebben.
Jadwiga lachte om mijn laatste
opmerking. Zij had een wonderlijk
diepen, maar toch helderen lach.
Kunt gij, Engelschen', ook
complimentjes maken? vroeg ze,
ik dacht dat wij dat alleen deden
en gij allen te verstandig enj te
practisch daarvoor waart. Het zou
mij zeer verwonderen als ik van
Engeland' zou houden. Is het wer
kelijk waar. dat men bij u Zondags
zelfs niet piano mag. spelen? Ik
geloof dat ik dlat niet zou kunnen
uithouden.
Ik geloof, dat gij heel veel niet
zoudt kunnen uitstaan, zeide ik,
e-n begon haar een, schets te geven
van een orthodoxen Engelschen
Zondag, zooals ik ze bij de laatste
familie', waar. ik geweest was. had
meegemaakt. Jadwiga en Anulka
staarden mij vol verbazing aan, ter
wijl zij luisterden.
Maar sterft u da.n niet van ver
veling? vroee Jadwiga ten, laatste,
haat ge niet allen- den Zondag
Niet degenen voor wie, wat eii
verveling noemt, rust beteekent. Zij
zag mij bijna smeekend aan, geen
woorden konden mij beter vergif
fenis vragen dan die blik. 0 1
hoe dom ben ik toch, natuurlijk ver
veelt men zich niet als men ver
moeid is en ik ben er zeker van dat
gij dat dikwijls zult zijn geweest
wij zullen er voor zorgen dat dit
hier niet gebeurt, en zij strekte haar
hand uit. om liefkoozend de mijne1
te drukken.
Nu, bij ons, ging ze voort,
is Zondag juist die minst vervelen
de dag van de week, soms zelfs heel
vroolijk, want dikwijls komen on
ze buren ons dan opzoeken om over
de gebeurtenissen van de week te
praten. Het is de eenigste dag,
waarop zij zich niet met hunne
velden bemoeien en ook bijna de
eenigste waarop Mama uit haar ka
mer komt om de honneurs waar
te nemen; het is alleen op Zondag
dat hier in ens c hern komen eten en
dat de kaarten voor den dag ko
men. Tusschen twee haakjes. Miss
Middleton, zult gij het niet vreese
lijk vinden, speelkaarten op Zondag
te zien. Zoudt gij daaraan wel kun
nen wennen
Ik antwoordde, dat i'k mijn best
zou doen. Maar uw Zondagen
zijn niet altijd zoo vroolijk, bracht
ik in het midden, want ik heb er
hier een medegemaakt en toen wa
ren er in het geheel geen bezoekers.
Dat was omdat Jadwiga te
Lemberg was, antwoordde Anulka
dadelijk, met dien scherpon glim
lach, die mij soms zoo onaange
naam aandeed.
Ze komen hier niet om Ma
ma of mij te spreken, daar ben ik
zeker van en. ze wisten allen dat zij
weg was. Wij weten hier altijd al
les van elkaar, ge zult eens zien- ol
ze aanstaanden Zondag mi et zullen
komen, alsof ze geïnviteerd' waren.
Zeer waarschijnlijk zullen ze
dat doen, zeide Jadwiga. met een
omdoorgrondedijkem glimlach, sma
kelijk de rose jam van haar lepel
tje aflikkende.
Maar dat is niet noodig om
het vroolijk te maken, als de ware
broeders maar komen.
Maak j,e daar niet onlgerust
over, zeidie Anulka, geruststellend.
De ware broeders zullen komen
e-n de onware ook cm o I ik hoop dat
Wladii-mir mi i do beloofde, bloemen
mee zal brengen.
En die Mazurka van Rosz-
kowski, voegde Jadwiga er bij.
Held. gij Jadwiga nog niet hoo-
ren sp(V.-m? vroeg Anulka eens
klaps.
Jou dom gansje, lachte Jadwi
ga, wanneer zou Miss Middleton
mii hebben kunnen hooren? Toen
ik sliep?
Maar speel dan nu wat voor
haar. Gij zijt zonder twijfel verlan
gend Jadwiga eens te hooren spe^
len voegde zii er met nadruk bij.
Het zij zoo, sprak Jadwiga, op: