NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 18e Jaargang Dinsdag 30 April 1901. No. 5470 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 Van 15 regels 50 Ofcs.iedere regel meer 10 Cts. Buiten liet Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1-30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regel. Afzonderlijke nummers0.02% wfri Bureaus: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37H Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 123. de omstreken en franco per poBt0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recbt tot plaatsing van Advertent) en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks» behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSuec., Parijs 31hi» Faubourg Montmartre. Dit nummer bestaat uit zes bladzijden. Haarlem's Dagblad yan 30 April bevat o.a. Oorlogshumor, Milner's verzoek om verlof, Engelsche gruwelen, Haagsche brief, Bekereindstrijd R. A. P.—M B. S., Stukken van den Gemeenteraad, Een 200-jarige. Officieele Berichten. BURGEMEESTER EN WETHOU DERS van Haarlem brengen ter open bare kennis, dat zijn ingekomen ver zoekschriften van: ïo. C. G. van Mastwijk, om vergun ning tot het verkoopen van sterken drank in het klein in de gelagkamer van het perceel aan de Botermarkt no. 7, en 2o. G. B. de Vaal Jr., om vergun ning tot het verkoopen van sterken drank in het klein in Lrt voorhuis van het perceel aan de Nieuwe Gracht no. 8. Haarlem, 27 April 1901. Burg. en Weth. voornoemd, DE IIAAN HUGENHOLTZ, L. B. De Secretaris, PIJNACKER. Politiek Overzicht. Behalve de berichten van lord Kit chener omtrent op de Boeren behaal den buit is er van liet oorlogsterrein weinig nieuws. Behalve mevrouw Lcruia Botha wordt nu ook mevrouw Christiaan Botha als vredesgezant genoemd. De Engelschen schijnen op het gemoed van dames te werken: mevrouw Christiaan wenschte haar echtgenoot over te ha len om vrede te vragen. Het weinige oorlogsnieuws dat er is, is van hetzelfde gehalte als dat over het schoonvegen van Oostelijk Trans vaal door French. De Boeren verliezen vee en amunitie en kanonnen, en geweren, en zijn er, volgens de Engelsche berichten dan maar allerakelijkst aan toe, bij hon derdtallen verliezen ze manschappen. Het is wel opmerkelijk, dat de Boe ren eigenlijk eerst de laatste maanden zooveel geschut verliezen of vernielen. Vermoedelijk vindt dit verschijnsel zijn oorzaak voor zoover de Engelsche berichtgevers die verliezen aan ge schut der Boeren niet uit hun duim zuigen, wat bepaald voor een deel het geval moet zijn in de omstandigheid, dat een aantal kanonnen der republi keinen bi defect óf munitieloos zijn. Het is niet aan te nemen, dat de Boeren dieze stukken in een bergland, als ge heel noordelijk Transvaal bijna is, niet in veiligheid zouden kunnen bren gen, wanneer zij ze nog bruikbaar achtten. De buit heeft overigens' niet do minste waarde voor de Engelschen, zelfs niet als krijgstropee, het eene Kruppkanon (zonder sluitstuk even wel) misschien uitgezonderd. Dit laat ste, dat niet vernield schijnt., zal wel zorgvuldig weggebracht zijn om zoo mogelijk nog eens dienst te kunnen doen bij een triomftocht door Londen op de muziek van: ,,Se the conquering hero comes!" (zie, de overwinnende held komt), welke plelhtigheid in- tusschen nog niet bestaande is. Wat de overige buit betreft, bestaat er ook geen reden om de Boeren erg te beklagen. De ettelijke honderden geweren lijken op 't eerste gezicht een belangrijke aan winst, maar wie zegt ons, dat het geen afgekeurde of jachtgeweren zijn voor een groot deel? De Engelschen zijn meestal zoo vreeselijk discreet in de omschrijving van hun buit. De humor spreekt nog op andere wij ze zich uit. Het vertrek van Baden- Powell geeft ook wel aanleiding daar toe. De aller bekwaamste generaals zijn zoo sucoessievelijk terug geroepen, terwijl de oorlog in vollen gang is en Sir Alfred Milner er een somber too- neel van ophangt en de onbekwame worden onbekwaamheidshalve terug geroepen. Wie moet in Zuid-Afrika de Boeren onderwerpen, als de onbekwame ge neraals worden teruggeroepen omdat zij onbekwaam, en de bekwame omdat zij... te bekwaam zijn? Baden-Powdll, die zich een naam heeft gemaakt als verdediger van Ma feking, heeft nu ook al geen lust meer om commandant-generaal van de Transvaalsche politiemacht te worden, en gaat eveneens „een zeetochtje" ma- ken. En Sir Alfred Milner, die zoo lang zamerhand alleen overblijft, vindt het in Pretoria zoo eenzaam en komt ook naar Engeland; naar Chamberlain zegt: „voor een korte wijle", om dan de organisatie weder te gaan voorzet ten. De verklaring, door Chamberlain in het Lagerhuis afgelegd, ter zake van Milner's verlof, luidde: „Men stelt zich geenszins voor, een volledig stelsel van burgerlijk bestuur in te voeren gedurende de afwezigheid van Sir Alfred Milner, welke overigens slechts van korteren duur zal zijn, maar het organiseeren der verschillen de departementen zal zooveel mogelijk voortgezet worden, op de grondslagen door Milner gelegd. Lord Kitchener zal Sir Alfred Mimer vervangen, overeen komstig een machtiging die hem ver strekt is." Ook de tekst van het telegram waar mede Milner verlof vroeg, is door Chamberlain voorgelezen. Het is ge- dagteekend: Pretoria 3 April, en van den volgenden inhoud: „Ik neem de vrijheid, d'e regeering van Z.M. te vragen of zij bereid is, mij te vergunnen, binnen zeer korten tijd naar Egeland te vertrekken met verlof. Ik ben nu sedert meer dan twee jaar onder de wapens geweest, zonder een dag rust. De arbeid dien ik heb moeten verrichten, was ontzaglijk, hij heeft mij veel hoofdbrekens gekost, en een buitengewoon zware verantwoordelijk heid heeft op mij gerust. „Ik meen te weten dat liet in de be- doeling van Zijner Majesteits regee ring ligt, mij na den oorlog heit toe zicht op ded reorganisatie op te dra- gen, en ik vrees waarlijk, zoo ik niet vooraf eemige rust heb kunnen nemen, de noodige geestkracht te zullen missen om' dat zware werk te ondernemen. Het as daarenboven ongetwijfeld meer in het belang van den dienst, indien ik toch wat rust moet nemen, dat ik het thans doe,,terwijl de krijgsverrich tingen nog voortgezet worden en de arbeid van het burgerlijk bestuur nood.'- zakelijkerwijze beperkt is; anders zou ik rust moeten hebben op een. tijdstip waarop het mogelijk zal zijn, op vol- komener wijze een burgerlijk bestuur te organiseeren, en waarop belangrijke vraagstukken, thans nog hangende, opgelost zullen moeten worden. Buitenfandsch Nieuws. Engelsche grrwelen. De Kaapstadsche cornespondenit van die „Telegraaf' schreef dien 2en April o. a. Er schijnt groote wreedheid aan de zijde- der Engelschen op handen.. Althans de beste barometer in zul ke zaken zijn altijd1 de beschuldi gingen der Britten. Het regent thans stukken en stukjes over Boeren- barbaarschheden, en wij weten wat dat beteekent; 't is of thans afge> sproken is, dat een laster-wind moet waaien, om aanstaandle gruwelen te dekken. Ziehier een paar ..Barbaren". De duivelachtige verwoesting van huisraad en dingen, die ons dier baar zijn ons leven lang, opent ons de oogen voor het soort van barba ren, waartussehen wij leven. Het is vreeseliik om te zien, hoe ze on ze boeken behandelen. Alle zijn van de boekenhangers weggetrokken, overal heen geslingerd, men heeft er over geloop en, op gespuwd en ze in één woord verwoestZulk een schok wordt niet licht verge ten... De rebellen hadden hun namen op onze meubelen gesneden, zeker om aan te wijzen, van wie de buit was. En- die rebellen schijnen volmaakt gelukkig zij rijden over al vrij rond en hebben in alle om zichten hun zin. Velen hunner zen den een eisch tot schadevergoeding Zoo iets schrijven „Argus" en ..Cape Times" als nieuws uit „de Noordelijke Districten." Naast den1 Bloemfontein opsnij der is Maseru nog altijd' de grootr ste- jingo-leugenaar in Zuid-Afrika. Het spreekt, dat die Maseru-cor respondent thans een gewillig werk tuig is om> gruwel-praatj.es te ver spreiden. „Bij Jammiersburg Drift werd door die Boeren op onze ambulance geschoten. Ongeveer 12 schoten werden gevuurd en Lottey's paard werd' gedood. De ambulance stop te dadelijk en een jonge Boer, die klaarblijkeliik de .©enige was, die schoot, reed vooruit en eisohte onze paarden. Toen d'e on-zen weiger den. reed! hii weer weg en- de am bulance keerde naar Mafeking fce- rug Nu vooreerst wat weet „Maseru" van Mafekingdie communicatie tusschen deze twee plaatsen is on eindig moeilijker dan tusschen Ma feking en Kaapstad'. Tweedens is de Maseru-baas een bekende leuger naar. Toch schrijven de' bladen bo ven zoo'n bericht „Staggering Humanity". Dat teekent de Uitlandiers. Waar lijk, het Kruger-Gouvememenit heeft ze nog veel te zacht behandeld. En zoo gaat het voort, "dien een-en dag na den ander. Onze vriend Cartwrigbt. editeur van „The News", moet den 18en April vóór komen. Natuurlijk zal hij gestraft worden, terwül allerlei echibe boe ven hier ongestraft rondloope-n. In Engel's' boardinghuis is de vo rige week ook een generaal Gronjé aangekomen, die gevangen geno men werd (te Klerksdorp. meen- ik), toen hij gewond te bed lag. Verder is alles bij het oude de parole-menschem gaan zich 's Za terdags netjes melden aan Kasteel, vele refugees loopen kranten te venten, die Poolsche Israëlieten on der hen maken schoenen (heel slecht) en melden zich aan als ont- smetters, en wijgewone mensohen, zweven tusschen bezorgdheid voor de- Republieken en vrees voor de Mij n-ongelnkken. Vrijdagavond; heeft er een mijngas- ontploffing plaats gehad te Hornu in de mijn „Grand Buisson." Volgens de laatste berichten is het aantal dooden 18 en zijn er 7 gewon den. In een kolenmijn te Wasmes, op eeni ge uren afstands van Bergen is Vrij dagavond tegen tienen een afgrijselijk ongeluk gebeurd. Een werkman had een mijn aangestoken die gelegd was voor het maken van een galerij, en een geweldige ontploffing volgde. Een zee van vlammen blakerde alles in zijn weg en stichtte onheil onder de werk lieden. Achttien heeft men op den grond gevonden met afzichtelijke ver minkingen. Zij waren op slag omge komen. Een ander is zoo ernstig ge wond dat men wanhoopt aan zijn be houd. Keizer Wilhelm te Eisenach. Aan het feestmaal in de hertoge lijke resident ie toostte die groother tog 'op' die.n Keizer, en gaf de ver zekering dat hij steeds trouw zou blijven aan den Keizer en het Rijk, en de familietradities van beide j Huizen zou handhaven. De Keizer dankte zijn gastheer en wees ar or» dat hij steeds gaarne iin het voorjaar op den geheiligden grond van den Wartburg vertoefde. Hij voegde er bij, dat beide Hui zen met onverbrekelijke banden aan elkaar verbonden zijn. De Kei zer herdacht het. groote aandeel dat Weimar gehad heeft aan die ont- wikkeling van het Rijk, en brac-ht een dronk uit op den groothertog, als den bewaarder van het hooge palladium den- idealen waaraan het Duitsche vaderland', die dichtkunst en de kunst zoo rijk zijn. Algemeone berichten. DE OORLOG IN Z.-AFRIKA. Merriman heeft te Edinburg Vrijdag gesproken in een groote vergadering, belegd door den Bond van jonge Schot ten om het Zuid-Afrikaansche vraag stuk te behandelen. Het begin van de bijeenkomst was oproeiig. Een aantal tumultmakers vielen den voorzitter, het parlementslid Shaw, telkens in de re de, stieten allerlei kreten uit en zongen vaderlandslievende liederenmaar toen zij door de politie de zaal waren uitgezet, hoorde de vergadering Merri man aandachtig aan en juichte hem zelfs toe. Hij schetste de gruwelen van den oorlog in Zuid-Afrika en bepleitte de onmiddellijke toekenning van zelf bestuur an de Boeren als het eenige middel om dadelijk een einde aan den schrikkelijken oorlog te. maken. Dui zenden hoofden Merriman aan, terwijl nog eens duizenden buiten stonden. In een hoofdartikel in de „En glishman" wordt verklaard' dat Ahmednagar waarheen d'e laat ste krijgsgevangen Boeren zijn ver voerd het tegenovergestelde van een gezonde- plaats is. Een Eu ro pe esche af deeling die daar gesta tioneerd is geweest heeft verleden jaar zwaar aan enteric-koorts ge leden. Luitenant Reidi van. de „Imperial Bushmen" heeft op handige wijze een Boerenlaager aan Commissie- drift genomen.. Luitenant Reid- met 20 man, onder geleide van den ver spieder Brink, zagen het l'aager Dinsdagavond en omsingelden het in den nacht, terwijl Brink het laager binnen ging. Bij het aan breken van' den dag kropen die Bushmen tot op kleinen afstand! en openden zij snelvuur om den vij and- te misleiden omtrent hun aan tal. waarin zij slaagden. Hoewel de vijand een maxim gebruikte dat in zijn bezit was, heesch hij ten slotte de witte vlag. Het geheele commando, 41 man onder com mandant Schroeder, gaf zich met al zijn wapenen en ziim volledige uitrusting over. Kapitein Markham met de Nieuw Zeelandei's die Later aankwam hielp om Schroeder te beletten met de andiere commando's in den omtrek in verbinding te komen. De Boeren blijven in alle richtin gen vluchten de Britscbe troepen maken nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid' voorraden buit. Terwijl juist het voorloopig suc ces geseind wordt van die- Fransch- Duitsche- expeditie die van Pao tin g- foe. ten zuiden- van Peking, uitge trokken is. blijkt uit een Havas-te- legrarn het volgende Bij de aankomst der expeditie bevond men dat de Chi-neezen te ruggebrokken waren achter dien G rooien Muur en dat er wel geen ernstige verwikkelingen: zouden voorkomen. De Duitschers hadden vier kolonnes gevormd, dlie die ber gen inrukten. Een er van nikte snel op naar den bergpas Ko-kwan (Ma ls wan in de hoop, den Chinee- zen den terugtocht af te snij dien, maar zij kwam te laatdie Ch'inee- zen waren er den vorigen dag doorgetrokken. De Duitsche com mandant, generaal v. Lessel, was voornemens, tot aan den Grooten Muur op te rukken en dan terug te keer-en den 29en- dachten zoo wel d'e Franschen als d'e Duitschers te Pao-ting-foe terug te zijn. Een telegram uit Algiers aan de Fi garo meldt dat het dorp Marguerite geheel is verwoest door Arabieren, die in opstand zijn gekomen. De Arabie ren hebben alle bewoners (ongeveei 300) gedood, gewond of gevangen ge maakt. De adjunct-administrateur is gefusilleerd. De orde is hersteld. Een veldwachter, een tirailleur, 2 kolonisten, 2 Spanjaar den, een Italiaan en 3 inboorlingen zijn gedood. 2 officieren en verscheidene gendarmen zijn gewond. Stadsnieuws. Haarlem, 29 April 1901. Bij dit numuior onzer conrant ontvangen onze lezers het gobrni- kelyke lijstje der zomerdiensten als premie. Vergadering van den Raad der ge in eet e Haarlem op Woensdag 1 Mei 1901, des namiddags ten 11/2 ure. 1. Mededeelingen en ingekomen stuk ken. Adres Mej. A. M. van der Leij, eer vol ontslag als onderwijzeres. Id. C. A. Bakker, eervol ontslag alg onderwijzer. 2. Beëediging Gemeente-Ontvanger. 3. Voorstel B. en W.W. verhoogd spoorwegstation. 4. Voorstel en nader voorstel B. en W.W. vergunningen „Bosch en Vaart." 5 Voorstel B. en W.W. boeking ge meentegronden. 6. Id. id. verhuring walgrondi Donke re Spaarne aan II. C. Caalen. 7. Id id. gratificatie Wed van Alt- veer-Seel. 8. Id. id. goedkeuring rekening huis zittende armen en Stads-Armen- cn Ziekenhuis, dienst 1900. 9. Id id. beschikbaarstelling gelden voor openbare werken bij nieuwe ge vangenis. '10. Id. id. stichting nieuwe school voor lager onderwijs. 11. Id. id. verhuring grond Kleinen Houtweg aau F. J. L. Peltenburg. 12 ld. icL vaststelling voorwaarden uitgifte in erfpacht van gemeentegron den. '13. Id. id. id. plan van bebouwing en waarde gronden voormalig Lakenkoo- persgild. 14. Benoeming Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Feuilleton. EEN JAAR Naar het Engelsch VAN DOROTHY GERARD. Hare nabijheid alleen deed mij mijzelf onbehagelijk gewoon en ruw gebouwd voelen. Ik geloof dat ik van haar' gehouden he-b, van het begin af, niettegenstaande deze voor mij onaangename gewaarwor ding, en ondanks veel dat niet met mijne een-igszins bekrompen, En gelsche ideeën strookte. Ik begreep spoedig dab zij het type van een Poolsche. vrouw was. Het viel werkelijk moeilijk niet on der de bekoring van hare- vrije, enthousiaste persoonlijkheid te ko men. Jadwiga had iets over zich, dat iedereen onmiddellijk voor haar innam, voor men het zich be-j wust w-as. Z:; paarde aan een vu rig temperament de openhartig heid van een kind'; een vorstin in houding was zij toch speelsch als een jong katje, maar waarvan de geheele ziel in de oogen te Lezen was. Jadwiga was nooit ook maar ©enigszins terughoudend; maar openhartigheid bracht mij in het eerst dikwijls in verlegenheid'. Ik heb deze week drie tanden laten plooibeeiien, zei de zij tegen mij, glimlachendl, terwijl zij een teugje uit haar kopje nam, en ge kunt u niet voorstellen hoe ge lukkig ik mi' nu gevoel. Ik had het zoolang ik kon uitgesteld, want ik ben op dat punt geen held:, maar toen begon ik bang te worden dat ik een tand' zou verliezen, wat ik -nog veel minder zou kunnen heb ben, want ik ben een beetje ijdel daarbij, deed het mij pijn als ik jam at en daar ben ik juist dol op. Geen held', ijdel en dol op jam. somde Anulka met haar ouwe- lijken glimlach op.jwunt -een mooi idéé moet Miss MlcLdleton van je krijgen. Het is beter dat ze nu maar dadelijk weet waar het op staat, lachte- Jadwiga. O Anulka, geef mii nog wat van die verrukkelijke jam ik kan ze nu met een gerust geweten gebruiken.. Die verrukkelijke jam heeft laatst toch je tanden bedorven, merkte Anulka, bijna streng, t p, hoewel zij toch den schotel aangaf. Is dat uw echte Poolsche jam? vroeg ik. Indien je er mij ook wat van wil geven Anulka, wil ik ook het gevaar loopen er mijn tan den mee te bederven en als het ze niet slechter maakt dan die van je zuster, zal ik met genoegen de ge- gevolgen- dragen. Terwijl ik sprak, kon ik mij niet wê er'hou den naar de- kleine, glan zende tanden, te zien, die telkens als ze den lepel aan haar mond bracht, tusschen Jadwiga's karmo- zijne lippen te voorschiin kwamen. Waarlijk, ze zag er niet naar uit een tandmeester noodig te hebben. Ik heb in 't algemeen opgemerkt, dat juist de menschen, dlie altijd over hun dentist spreken-, de mooi ste tanden hebben, misschien wel omdat, zij er voortdurend hun aan dacht aan wijden ten minste het is zoo in GaJicië, waar de tandmees ters een even groote rol spelen als de banketbakkers, aan wie ze ook op z'n minst de helft van hun klan ten te danken hebben. Jadwiga lachte om mijn laatste opmerking. Zij had een wonderlijk diepen, maar toch helderen lach. Kunt gij, Engelschen', ook complimentjes maken? vroeg ze, ik dacht dat wij dat alleen deden en gij allen te verstandig enj te practisch daarvoor waart. Het zou mij zeer verwonderen als ik van Engeland' zou houden. Is het wer kelijk waar. dat men bij u Zondags zelfs niet piano mag. spelen? Ik geloof dat ik dlat niet zou kunnen uithouden. Ik geloof, dat gij heel veel niet zoudt kunnen uitstaan, zeide ik, e-n begon haar een, schets te geven van een orthodoxen Engelschen Zondag, zooals ik ze bij de laatste familie', waar. ik geweest was. had meegemaakt. Jadwiga en Anulka staarden mij vol verbazing aan, ter wijl zij luisterden. Maar sterft u da.n niet van ver veling? vroee Jadwiga ten, laatste, haat ge niet allen- den Zondag Niet degenen voor wie, wat eii verveling noemt, rust beteekent. Zij zag mij bijna smeekend aan, geen woorden konden mij beter vergif fenis vragen dan die blik. 0 1 hoe dom ben ik toch, natuurlijk ver veelt men zich niet als men ver moeid is en ik ben er zeker van dat gij dat dikwijls zult zijn geweest wij zullen er voor zorgen dat dit hier niet gebeurt, en zij strekte haar hand uit. om liefkoozend de mijne1 te drukken. Nu, bij ons, ging ze voort, is Zondag juist die minst vervelen de dag van de week, soms zelfs heel vroolijk, want dikwijls komen on ze buren ons dan opzoeken om over de gebeurtenissen van de week te praten. Het is de eenigste dag, waarop zij zich niet met hunne velden bemoeien en ook bijna de eenigste waarop Mama uit haar ka mer komt om de honneurs waar te nemen; het is alleen op Zondag dat hier in ens c hern komen eten en dat de kaarten voor den dag ko men. Tusschen twee haakjes. Miss Middleton, zult gij het niet vreese lijk vinden, speelkaarten op Zondag te zien. Zoudt gij daaraan wel kun nen wennen Ik antwoordde, dat i'k mijn best zou doen. Maar uw Zondagen zijn niet altijd zoo vroolijk, bracht ik in het midden, want ik heb er hier een medegemaakt en toen wa ren er in het geheel geen bezoekers. Dat was omdat Jadwiga te Lemberg was, antwoordde Anulka dadelijk, met dien scherpon glim lach, die mij soms zoo onaange naam aandeed. Ze komen hier niet om Ma ma of mij te spreken, daar ben ik zeker van en. ze wisten allen dat zij weg was. Wij weten hier altijd al les van elkaar, ge zult eens zien- ol ze aanstaanden Zondag mi et zullen komen, alsof ze geïnviteerd' waren. Zeer waarschijnlijk zullen ze dat doen, zeide Jadwiga. met een omdoorgrondedijkem glimlach, sma kelijk de rose jam van haar lepel tje aflikkende. Maar dat is niet noodig om het vroolijk te maken, als de ware broeders maar komen. Maak j,e daar niet onlgerust over, zeidie Anulka, geruststellend. De ware broeders zullen komen e-n de onware ook cm o I ik hoop dat Wladii-mir mi i do beloofde, bloemen mee zal brengen. En die Mazurka van Rosz- kowski, voegde Jadwiga er bij. Held. gij Jadwiga nog niet hoo- ren sp(V.-m? vroeg Anulka eens klaps. Jou dom gansje, lachte Jadwi ga, wanneer zou Miss Middleton mii hebben kunnen hooren? Toen ik sliep? Maar speel dan nu wat voor haar. Gij zijt zonder twijfel verlan gend Jadwiga eens te hooren spe^ len voegde zii er met nadruk bij. Het zij zoo, sprak Jadwiga, op:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1