Tweede Blad, behoorende bij „Haarlem s Dagblad" van Maandag 20 Mei 1901. No. 5486 Stadsnieuws Stukken van den Gemeente raad. B. en W. ontvingen een adres van W. B. Scheerder alhier, waarbij hij aan de gemeente kosteloos aanbiedt een strook grond aan de Minnebroeder- steeg, en stellen den Raad voor dien grond te aanvaarden. Door de raadsleden: dr. H. D. Tjeenk Willink, Jhr. H. M. Ridder Ba ronet Speelman, S. Roog en L. Modoo is het voorstel gedaan om de tegen woordige raadzaal te vergrooten of over te gaan tot het bouwen of Inrichten eener nieuwe raadzaal. Een naai- aan leiding van dat voorstel ingesteld on derzoek heeft aan het licht gebracht, dat vergrooting der tegenwoordige raadzaal geen aanbeveling verdient, zoodat de voorgestelde wijziging zou moeten bestaan in het inrichten van eene nieuwe lokaliteit voor de Raads vergaderingen. Daar ook naar de meening van B. en W. de tegenwoordige voor het publiek bestemde ruimte te wenschen overlaat meenen zij, dat op den duur tot de in richting van een nieuwe raadszaal zal besloten moeten worden en geven z': den Raad in overweging om wan neer dit college met hen van meenin- is dat door eene verbouwing van de Sta tenzaal de beste oplossing zal worden verkregen B. en W. uit te noodigen, de daarvoor vereischte plannen te doen opmaken. Inmiddels zou door eene verbetering der ventilatie waarmede 500 -emoeid zou zijn, de bezwaren van de tegen woordige RaadszaaL voor een gedeelte kunnen worden weggenomen. B. en W. doen een desbetreffend voorstel. Ked^rl. Jougelings-Vorbond. De bijeenkomst op Maandag 27 Mei a.s. te Heilo bij Alkmaar te houden gaat uit van den Ring „Haarlem". on~ derafdeeling van bovengenoemd Ver bond en wordt gehouden in het bosch, daartoe welwillend afgestaan door den Hoog Welgeb. heer Jhr. Foreest. Op het programma ls abusief vermeld dat Jhr. Foreest burgemeester van Alkmaar is. Dit is niet het geval. Bioamendaal. De benoeming van dr. G. C. van Walsem, geneesheer aan het krank zinnigengesticht Meerenberg bij Bloe- mendaal, tot hoogleeraar te Leiden, in de plaats van dr. Siegenbeek van Heukelom, was aldus schijft men uit Leiden aan het Hbld. in medi sche kringen een zeer aangename ver rassing. Dr. Van Walsem staat be kend als een man met groote gaven en een verbazende werkkracht. Hij is betrekkelijk nog jong en indien hij voor de hoogeschool gespaard blijft, zal li ij tot den bloei en den glorie der medische faculteit kunnen meewerken. De nieuwbenoemde hoogleeraar is geboren te Wateringen. Hij werd in 1880 als medisch student te Leiden in geschreven, waar hij in 1886 zijn arts examen met lof aflegde, terwijl hij 25 Febr. 1889 cum lande promoveerde met een doorwrocht proefschrift, ge titeld: „Eenige onderzoekingen en be schouwingen op het gebied van de pathologische anatomie van het rug- gemerg in verband met zijn normalen bouw." binnenland. Aan de Kieze? s. Het bestuur der Liberale Unie heeft aan de kiezers het volgende rondschrij ven gericht: Met spoed naderen de verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal en de Provinciale Staten, die, gelukt de toeleg der tegenstanders, voor vele jaren een einde zullen maken aan de politiek van sociale hervormin gen, eerst sinds korten tijd met groote kracht ter hand genomen. Het groote clericale verbond oi'gani- secrt zich kiachtiger dan ooit. De Cal- vinistisch-anti-revolutionnaire partij onder leiding van Dr. Kuyper drijft reeds groote ruilhandel in zetels met Rome, ja verklaart, zich bereid, waar zij dit noodzakelijk acht, reeds bij eer st.osteniming^^ te feuilleton. SSÏSIN JAAR Naar het Engelsch van DOROTHY GERARD. 20) De eerste was gedateerd uit Parijs, en ziehier zijn, inhoud, Misschien heb ik er eenige woorden in ver anderd, maar dat is niet hinderlijk: er was eens een tijd diat ik dleze brieven uit mijn houid kende. Parijs, Hotel d'Angle tenue, 11 Mei 185—. Waarde Graaf, lk heb het nog niet gedaan, •maai" ik hoop het te doen. God weet dat ik geen rust zal hebben voor ik het volbracht heb. Ik zou u reeds geschreven hebben indien uw brie ven uit Marseille niet waren ge komen. want in ons overijld onder houd van verleiden. Woensdagmor gen kon ik zelfs niet trachten mij te rechtvaardigen in uw oogen, zelfs mij niet gedeeltelijk verontschuldi gen. U bent waarschijnlijk nooit steunen. En waar een goede kans zich aanbiedt door zulken ruilhandel vrij- anti-revolutionairen en Christelijk- Iiistorischen met haar te doen optrek ken, daar zijn de conservatieve neigin gen der eersten, en de fel anti-papis- tische gevoelens der laatsten geen be zwaar om tot zegepraal' van het ver bond van Dordt en Rome mede te wer ken. Wordt die behaald, dan staat ons een tijdperk van stilstand in de wetgeving te wachten. De partijen, die stammien uit één wortel des geloofs, hebben geen staatkundig' programma gemeen, en sterk in 't gezamenlijk afbreken, zul len zij onmachtig blijken samen naar vast beginsel de algemeene volksbe langen te bevorderen. Wijt ons niet, dat wij het clericale spook oproepen; het is geen spook; het verbond staat dreigend in houding vóór ons, en dwingt allen, die de ont wikkeling van onze staatsinstellingen in vrijzinnigen geest voorstaan tot te genweer. Maar aan de andere zijde bedreigt ons een tweede vijand in de soc.iale-de- mo oratie. Op den voorgrond stellende allerlei vraagstukken en hervormingen, die ook voorkomen op de programma's dei- liberale groepen, ia haai' einddoel om mekeer der sociale orde, afschaffing van het particulier bezit der productie middelen, het dienstbaar maken van de staatsalmacht aan de belangen van ééne klasse, doodend het particulier initiatief, in het leven roepend de ti rannie van enkelen, die heel het maat schappelijke leven in vaste kluisters zullen slaan. Wilt gij daarheen? Ge weet, dat de Sociaal-democratie hare opkomst te danken heeft aan het helaas niet te ontkennen feit, dat de liberale partij tegenover d'e sociale noo- den te lang onverschillig of althans werkeloos is gebleven. Maar Ge weet ook, dat die tijden voorbij zijn, en dat de liberale partij zich in hare verschil lende schakeeringen er ernstig op toe legt, door krachtig ingrijpen der ge meenschap, waar particuliere krach ten te kort schieten, het peil der Volles- welvaart te verhoogen, en de maat schappelijke nooden te lenigen. Heerscht geen volkomen eenstem migheid omtrent de wijze, waarop ver schillende vraagstukken moeten wor den opgelost, openbaart zich verschil van gevoelen over de vraag, hoe ver de Staatsinmenging moet gaan, of op welk gebied het eerst moet worden in gegrepen, Gij gevoelt dat zulks geen reden mag zijn om af te stooten hen, die in hoofdzaak ééns van zin zijn, overluigd als Ge zij t, dat geen.grooter ramp ons land kan treffen, dan dat door verdeeldheid onzerzijds de zege praal der tegenpartij en daarmede de staking van alle sociale hervormingen werd in de hand gewerkt. En Ge weet, dat er geen heter mid del bestaat, om de uitbreiding der so ciaal-democratie te stuiten dan een wel overlegde gestadige vooruitgang op den weg der hervormingen. Het tegenwoordige Kabinet schonk U de wetten, die aan stuitende privile giën op liet gebied der landsverdedi ging een einde maken, die verwaarloo- zing van de kinderen des volles voor komen, en aan reeds verwaarloosden de reddende hand reiken, die den door een bedrijfsongeval getroffen arbei der de zekerheid bieden eene volkomen ..vergoeding voor zijne verminderde ar beidskracht die de zorg voor de open bare gezondheid op steviger grondslag vestigen, en eene deugdelijke verbe tering der volkshuis vesting bevorderen, Op dien weg moet, worden voortge gaan. Zoodra de mogelijkheid zich aan biedt het Kiesrechtvraagstuk tot defi nitieve oplossing te brengen, zoodat het Kiesrecht niet langer zoöals thans, hoofdzakelijk aan bezit verbonden blijft, daar zullen ook wij dié"aangrij- psn en aan de daarvoor noodige grond wetsherziening medewerken. De verze kering tegen ongevallen moet worden uitgebreid, zoodat ook landbouwer en visscher hetzelfde recfrt als de arbei der in de nijverheid deelachtig worden. De oude dag van den arbeider moet worden verzekerd. Verbeterde armen zorg moet voorkomen, dat wie werken wil, maar niet werken kan aan nijpen de armoede ten prooi is. Door regeling van het arbeidscontract moeten de we- derzij dsche rechten en verplichtingen van werkgever en werkman afgebakend worden. Maar tevens moeten de pro ductieve krachten des volks worden ver sterkt en al zoo de welvaart bevorderd worden door eene verstandige handels politiek, door uitbreiding van vakon derwijs, door bevordering van ver keersmiddelen, door staatszorg en wanhopig geweest, want anders zou u weten d!at een wanhopend man niet te vergelijken, is met een die zichzelf meester is. Na d)e vele aangename uren doorgebracht in uw gezelschap, zou ik ongaarne willen dat Lk geheel in, uw achting zou dalen en daarom wil ik in het kort verhalen, de geschiedenis van mijn groote fout of van mijn mis daad'. zooals u het noemt. Gij herinnert u dat ik voor een week geledien. veel geld verloren heb deze uitslag van het verderfe lijk spel had mijn. zenuwen aange tast. geloof ik, zoowel slaap als eet lust verdwenen, en ik leefde in een opwinding, die geen grenzen ken de. Toen kwam die vreeselijke Maandag, toen alle booze geesten tegen mij schenen samen te span nen. Toen ik dien nacht van die speeltafel opstond neen het was reeds morgen wist ik dat ik mii bijna geruïneerd1 had dat kondlt ge allen zien. geloof ik, want ieder een was het er over eens dat er re vanche moest worden, gegeven, aan mlf, en hij ik kan er niet toe ko men zijn naam neer te schrijven, dien ik ongelukki- heb gemaakt was de eerste die het mij dien vol genden. nacht aanbood. Ik wist diat staatshulp, overal waar leiding en steun vaii het particulier initiatief noo- clig is. Ziehier het programma, dat de Li berale Unie u biedt, en dat ook bij an dere Vereenigingen weerklank vond. Daarvoor roepen wij u ten strijde. Geene lauwheid, geene onverschil ligheid, onze beginselen zijn 't waard, dat daarvoor met inspanning van alle krachten wordt geijverd. De toekomst van Nederland ligt in uwe handen! 09 Is de Zuiderzee ontstaan Over dit actueele onderwerp schrijft v. d. V. in het „Rotterdamsch Nieuws blad" 't volgende: In historische tijden vindt men voor het eerst van de Zuiderzee srewag ge maakt door Pomponius Melaeen Ro- meinsch officier die, als behoorende tot de legioenen van Drusus, broeder van keizer Tiberius, in liet jaar 10 voor de Christelijke jaartelling' het eiland der Bataven heeft bezocht. Deze zegt in de „Situi Orbis" van den Rijn: „De Rijn vloeit uit de Alpen... na een grooten afstand te hebben afgelegd, zonder zich in takken te scheiden, en in een welbepaald bed, verdeelt hij zich niet ver van de zee in verschillende armen, waarvan do linker tot aan zijn mond toe den naam van Rijn blijft dragen. De rechterarm behoudt eerst dezelfde breedte als vóór de vertakking doch langzamerhand breidt hij zich meer uit, en gelijkt niet langer op een rivier, maar op een uitgestrekt meer, dat waar het zijn grootste breedte be reikt heeft, Flevo genoemd wordt en een eiland van dienzelfden naam om spoelt; daarna wordt de rivier weder om smaller, en werpt zich dus in den Oceaan." Het meer Flevo moet worden be schouwd als ongeveer het middelbas sin te zijn geweest van den tegenwoor- digen waterplas, dien wij Zuiderzee noemen, en dien wij ons in den tijd dei- Bataven hebben voor te stellen als veenmoerassen, zooals alle venen in hun oorspronkelijken toestand met houtgewas bedekt en doorsneden niet meertjes en waterplassen, waar tus- schenin men ook nog een plaats moet overlaten voor den IJsel met al zijn water, en met hetgeen herwaarts door de Vecht uit Overijssel toegevoerd wordt. Zoo zeker waren dit veengron den, dat men zelfs een hier te lande niet ongewoon verschijnsel dienaan gaande geboekt vindt, het wegdrijven namelijk van den grond en het terug vorderen van hun eigendom, door de ooi'spronkelijlv© eigenaren. Aan de Stichtsche zijde van de Zui derzee was bij een overstrooming in de tweede helft der twaalfde eeuw zoo veel land van de overzijde aans-esooeld, dat er verschil over ontstond tusschen de Utrechtenaren en de Friezen. Dezen verklaarden hun eigendom te willen behouden, al was 't ook van plaats ver anderd; genen erkenden volmondis de deugdelijkheid van dien eisch en wil den gaame den grond weder afstaan, onder beding evenwel, dat de Friezen dien, naar huis zouden me de,nemen. Zoo dreef ook in November 1776. een stuk land van ruim een derde hectare groot, met drie schapen onder Beulak ker weg en landde, drie dagen daar na, met de weidende schapen aan den Zomerdijk tusschen Z war tl suis en Mep- pel. In de eerste eeuwen der Christelijke jaartelling waren de provinciën Noord- Holland, Zuid-Holland en ^edeelten van Friesland Groningen en der Zui derzee met, boschvenen bedekt, dit ~c- lieel wordt het Holland-Zuiderz^e-veen genoemd. Deze boschvenen waren, genoegzaam onbewoond en onbewoonbaar en wat de waarde van den bodem aanging, was er in den grond der zaak weinig aan gelegen of men hier een half milli- oen hectaren moeras dan wel water be zat. Opmerkelijk is het feit, dat door de afsluiting en droogmaking der Zuider zee, de geologische toestand van voor ongeveer twee duizend jaren weder zal worden hersteld, met dit onderscheid evenwel, dat waar toen poelen, moeras sen, eilanden en lage landen waren, I die telkens overstroomd werden om dat ze nog niet door dijken werden be schermd, nu zullen worden verkregen vier groote, goed beveiligde polders van vruchtbare bouw- en. weilanden. De groote waterplas, waarvan het ei land Flevo het middelpunt was, is niet in een^ doch geleidelijk ontstaan. De Nederlandsche geschiedschrijver Wagenaer zegt, dat in 1170 op een hee-1 ten zomer, in het najaar een geweldige storm volgde, die het zeewater hoog over het land joeg. Het lage gedeelte het mijn laatste kans was ik wist dat. nóg zoo'n nacht mij tob den be delstaf zou brengen,. Alles, mijn, geheel e toekomst hing af van d'e, kaarten. Ik zweer u, bij die nage dachtenis van mijn moeder, diat ik toen ik aan de tafel zat niet de .min ste gedachte' had aan een oneerlijke daadi of om een mijner vrienden te vermoorden. Ik speelde op goed- geluk. hopende dat de kans zou keer en. Eerst toen ik duidlelijk zag dat de kans niet keerde en deze nacht een herhaling zou worden van, den vorige, kwam er een soort van waanzin over mij. Toen op een oogenblikO I die spiegel, die noodlottige spiegel I Als ik niet op die plaats had1 gezeten, zou ik er zelfs niet aan gedacht hebben eenig kwaad te doen. Hoe kwam ik er toe valsch te spelen Ik had ge hoord' vani gemerkte kaarten, maar ik had' zelfs nooit het idiée gehad zulk een handeling te plegen en ik zou mij ook direct verraden heb ben bij d'e eerste poging maar de spiegel wees mij deni weg. Ik hield de „Bank", herinner ik mij. Van, het oogenblik af diat ik bemerk te dat ondier het uitdealen do; onderste- der kaarten: in den spiegel te zien was. kon ik mij van Friesland, in de omstreken van1 Stavoren, werd geheel overstroomd. Zóó boog stond het zeewater in liet Sticht van Utrecht, dat men de zeer viseh met groote netten in de stads grachten ving. Dat da Zuiderzee er door ontstaan zou zijn, gelijk latere schrijvers heb ben gegist, strijdt met de oudste he- richtcn, die van ons land bestaan. Waarschijnlijk zijn er de zeegalen al leen door verwijd. In het iaar 1334 le den de Friezen veel van een geweldigen watervloed, waarvan ook een gedeelte van Holland en Zeeland groote schade had. De overstrooming door het zeewater volgde op een geweldigen storm, die den 23sten November opstak. Vele dor pen werden overstroomd en een «rroote menigte mensclien verloor hel leven. Enkel© uit de vel© geweldige stormen en watervloeden, di© den oever der Zui derzee hebben geteisterd zijn genoemd geworden; doch het algemeen vermoe den is, da.t die binnenzee in haar te- i genwoordigen toestand geleidelijk is ontstaan tijdens de middeleeuwen, toen de centrale regeering nog zeer zwaa was, toen ieder gewest voor zün ei<ren dijken hadi te zorgen, toen het particu larisme zijn hoogtijd vierde en geen krachtig bewind zooals tegenwoordig, de gewesten, kon dwingen hun lande rijen tegen de hooge waterstanden te beschermen. De zaak-De Jongh, Het dagblad „Het Volk" vervolgt de mededeelingen over de revisie-aan- vraag-De Jongh. Het blad schrijft „De Jongh, eindelijk in hechtenis ge nomen, gedroeg zich heel zonderling. Hij deed geen poging te ontkennen welk aandeel hij had in de moordzaak, maar hield vol, dat hij niet zelf cle dader was. Hij zeide aanvankelijk, dat de moor denaar hem alleen bij name bekend was en noemde een verkeerden naam. Gevoelende, dat hij bij voortzetting van het onderzoek den naam van Kets zou laten vallen, besloot hij te sterven door verhongering. Hij weigerde alle hem aangeboden voedsel, zoodat er een dok ter ontboden werd om hem tot eiken prijs in het leven te houden. „Daar kwam op 16 October een brief je uit Amsterdam, gericht, aan De Jonghs moeder bevestigen, dat. een an der den moord had bedreven. Dat brief je luidde aldus: „Mevrouw! ,,Mijn vorig briefje is zeker niet te recht gekomen, daarom schrijf ik u nog eens. Uw zoon is niet schuldig aan de moord, de trouwe jongen moet zijn schuld niet verzwaren. Ik mag niet veel schrijven, maar ik zal het u persoon lijk vertellen. Ik ben in Amsterdam in i betrekking. Schrijf u nu maar aan An na Spiegel post restante. Wanneer u mij in Amsterdam komt spreken en waar, dan zal ik u alles vertellen. Dat die. MusqueUer hem zoo gemeen heeft j verraden, doch hij zal zijn straf ook niet ontloop en. U moet dit briefje niet aan de politie laten lezen, mijn naam is an ders, zij kunnen mij hiermede toch niet vinden. Ik had gehoopt, dat alles goed ar zou loópèn. Ons doel was niet om de jongeheer B. te dooden, dat is in uiterste nood geschied. Ik ben het meis je dat bij den heer Ubbens is geweest, dat wil ik voor u wel weten. Ik deel het u in vertrouwen mede. Als u bij u zoon komt, vertel hem dan maar dat u dit briefje ontvangen hebt.. „Ik heb bij de pastoor gebiegt dus mijn geweten is vrij. Ik heb de moord niet gedaan maar uw zoon ook niet,wie die derde is, za.1 ik u wel zegden, maar niet schrijven. Ze hadden mij er ook in gehaald, om zoo als zij het noemden de Russische daad te volvoeren. Dat uw zoon zwijgt is, dat hij gezworen heeft als de andere, te zwijgen en als ze elkan der ooit verraden, dan zou het des ver raders moeder het leven kosten. Dus uit liefde tot u bewaard hij het stil zwijgen. A. S." „De moeder ging op dit briefje niet in en leverde het aan de justitie, die meende met een mystificatie te doen te hebben. Echter werd het aan De Jongh getoond, om nogmaals te pogen iets; uit hem t.e krijgen. Dit, gelukte ten laat- I ste aan zijn zuster Anna, dezelfde ter wille van wie hij den naam des moor denaars te hebben verzwegen. „We halen weder den brief van 12 Mei 1896 aan „Ge weet verder, hoe ik zeker zijnde van mijn plan om mij te doen doodhon geren, gedurende die poging door allen en op 't laatst zelfs door Anna gehar- zeleerd werd om den moordenaar aan te wijzen. Onder Anna's toespraak kwam de naam van Kets mij reeds bij na op de lippen; de heer Schermbeek, welke- er bij zat., zeide: Ik zie wel, dat met weerhouden hieirvan gebruik te maken. Eerst deed ik hel meer bij wijze van proef. Ik kon, toen mi eb begrijpen, d'at de spelers van deze manoeuvre niets sagen, maar toen ik tot deze ontdekking kwam, scheen mijn, wil mij geheel te ver laten. Denkt u eens, aan mijn eene zijde stond het verderf, r.i-:; slechts zijn schaduw, maar l:o, verderf zelf. aam de andere zijde dv zoo ge makkelijke manier om mi, v, rlïe- zem terug te wirunenliet was als een nieuw soort truc in, het spal en ik voelde er sLeeds grooter belang stelling voor ik speelde groffer en begon hoe langer hoe meer te war gen daar hel. vertrouwen, in mij onbegrensd scheen. Niemand heeft ooit zoo voorspoedig gespeeld!. De omstander en de grofheid van 't spel hadi menigeen naar die tafel ge lokt. verklaarden lachende dat ik meer dan mijn revanche mam. Alleen eens. opwaarts kijkend, zag ik tusschen die toeschouwers een paar oogen op mij gericht, die mij met achterdochtige oplettendheid beschouwden. Dat waren uwe oogen, Graaf, rmaar op d'at oogem- blik van het spel was ik te opgei- wonden om de waarschuwing, d'ie er in lag te begrijpen. Het was liij u iets te zeggen heeft, e.n zal u bei-1 don een oogenblik alléén laten." Toen vermande ik mij en volvoerde wat ik reeds overdacht had, nl. dat ik den moord op mij nam, ten einde zonder verdere plagerij te sterven en door mijn dood! Kets te sparen met 't doel om An na te redden." „Voortdurend bleef De Jongh nogin- gen aanwenden om zelfmoord te ple gen. Toen de hongerkuur niet gelukte, verslond hij met zijn uitgevast lichaam ineens alle spijzen, die hem voorgezet waren om hem tot eten te bewegen. Dit had wel ten gevolge, da.t hij ziek werd, maar hij ging niet dood. Ook een po ging tot zelfmoord door middel van een stuk glas, dat hij uit een drinkglas heet en trachtte in te slikken, mislukte. Met de bekentenis, dat hij den moord gepleegd had, was voor De Jongh de kwellende ondervraging niet nfgeloo- pen. Integendeel werd het verhoor nu nog scherper. De beklaagde had moeite een verhaal bijeen te brengen, dat aan nemelijk maken zou, dat hij alleen den moordi gepleegd! zou hebben. Verschil lende aanwijzingen duidden op een tweeden dader, maar men moest de be kentenis van iemand, die een zoo zware misdaad op zich nam, wel aannemen." Het blad stelt vervolgens de vraag, of het nieuwe verhaal van De Jongh aannemelijk is, wat be.treffc de geloof waardigheid van het verbaal zelf en in verband met den toestand waarin De Jongh zich bevond, en dan komt het blad tot deze conclusie: „Gegeven een man, wiens toekomst gebroken is, die wegens zijn aandeel in do zaak, waarvan men hem beschul digt toch zeker een zwaar vonnis te wachten heeft en die door zijn schuld nog te verzwaren, een zuster, welke hij liefheeft, kan sparen van iets dat hij het ergste vindt wat een, meisje kan overkomen is het dan zoo onbegrij pelijk wat Do Jongh gedaan heeft? Voeg dan daarbij den overprikkelden toestand waarin hij verkeerde, een toe stand, die blijkbaar reeds begonnen is bij het ontwerpen van het plan om aan geld te komen (wat voor een 24jarig man eigenlijk al te zot is) en later blijkt uit bet vergeten op de post te doen van den brief, toch zeker het gewichtigste element in de geschiedenis; voegt daar bij het kwiellende van een voortdurend verhoor en gevraag, het hongerlijden, het verschijnen van zijn. zuster om met nog meer overreding tot hem te spre ken neem ten slotte de onverschillig heid in aanmerking, die ook in deze omstandigheden niet onverklaarbaar is, en het hardnekkig karakter van De Jongh werkel'ik zijn bekentenis van een misdaad die hij niet begaan heeft, behoort niet tot de psychologische on mogelijkheden." Eep algemeen Spoorboek. Men schrijft ons: Ieder weet hoe lastig het is, vergeefs te moeten zoeken naar kleine vooi-wer- pen van dagelijksch gebruik, die men ergens neerlegt, maar toevallig niet kan vinden juist als mén ze noodig heeft. Wij denken hierbij aan potloo- den, doosjes lucifers, maar vooral aan hot spoorboekje. Weken lang heeft het vóór u op uw schrijftafel gelegen, maar juist als gij op reis moet., is het nergens te vinden, omdat het tegelijk met andere boeken of papieren is ver plaatst. En terwijl men gewoonlijk nog wel een tweede doosje lucifers of potlood in huis heeft, bezit ieder gezin of kantoor in den regel van het spoor boekje maar één exemplaar, en is dus het oogtenblikkelijk ongerief van .de verdwijning zeer groot. Wie zich het thans bij de firma J. H. de Bussy verschenen Algemeen Spoor boek van Nederland aanschaft, vrij waart zich tegen dit ongemak. Het is een boek in flink kwarto-formaat, dat overal in 't oog valt, op grooten af stand kenbaar is en niet gemakkelijk onder andore papieren onzichtbaar wordt, Iterwijl het,1 voldoet» aan den eisch van practische inrichting van den inhoud. De dienstregelingen zi;n met for- sche letters en cijfers gedrukt en dui delijk aangegeven. Een groote kaart van Nederland in kleurendruk, die het spoorboek ver siert, is alleen wel den prijs van het geheele boek waard, want voor een kwartje wordt dit door iederen boek handelaar geleverd. Hulppredikers in Ned-Indjë. Bij Kon. besluit is de volgende wijziging gebracht in art. 2 van het Kon. Besluit van 22 December 1867 („Stbl." No. 154) betrekkelijk hulp predikers in Ned.Indië „De hulppredikers worden mei de meeste zorg gekozen uit hen, eerst, toen. ik u. na dien langen nacht vond wachten voor mijn ho tel, dat ik begreep ontdekt te zijn. Gij wilt mij in staat stellen aLles weer goed te maken, denkende dat het maar een oogenblik kei ijk krank zinnigheid was, on dat het au voor bij is. Ik weet zeker, dat ik nooit meer op. zulk een, slechte manier zal profiteeren, van een ander. Dal gij mij dit aanraaddet was altean om liet mij met mii n geweten weer ;eerif> te laten wordlenik weet dit. Zoowel uw plicht als die mine is, dat alles weer hersteld wordt. Gij zijt geroepen om uw landsbelangen •te verdedigen op een vèr verwij derd slagveld ik zal mijn nartmer. diie zoo geleden heeft door mijn toe- idjoen. zijn verlies weer terug-ge ven. Uw waarschuwing \yordt niet in den wind geslagen, maar ik neem haar aan als een deel van mijn straf. U hemt mijn rechter, ik bon. de misdadiger e.n het vonnis dat u owmii hebt uitgesproken, zal voltrokken worden door een, brief. Heb alleen wat geduid'. De<ze zaak moet tusschen mij en li e- m worden behandeld1, en ik kan het niet mondeling doen. Zoo lang wij in Parijs ziin. ontmoeten wij el kaar (Dagelijks.Ik zal wachten tot van wie blijkt, dat zij tot de uil oefening van het deeraarsam in door de Commissie tot die zaken der Protestantse lie kerken in Ne- derlandsc-h- Oost- en West-Indie of door het bestuur der Protestaibsche kerk Tni NecÜerlanid'soh-Indtè be kwaam en gerechtigd' zijn ver klaard. met diien verstande, dat zen delingen de voorkeur zullen gé- nieten." Donderdag zijn bij de H. U. S. M. twee contrólebeambten, één te eïdlem en één teA mersfoont, in unne betrekking geschorst als verdacht van frauduleuze handelin gen' met plaatsbewijzen'. Sport en Wedstrijden. Wiele nieuws,; Hollandei's te Bntmibijk. Te Brunswijk hebben, naar „de Fiets" meldit, de openingswdestrijden plaats gehad. Onder de deelnemers waren de Hollanders Van der Knoop. Mulder en de amateur Hoorn. Laatstgenoemdé kwam in het Amateurs-nummer ovefr 2000 meter tweede aan. In den Internationalen wedstrijd mak voorgift over 2000 Meter kwamen Mulder en Van der Knoop,resp. met 70 en 80 M. voorgift. in hunne serie le aan, terwijl de finale tot uitslag had: 1. J^h Mulder (70 M.) in 2 min. 48 2/5 sefc.; 2. Luttermann (20 M.), 3. Dorflinger (50 M.) en 4. Van der Knoop (80 M.) In den wedstrijd over 25 kilom. tusr schen Rijser, Kaeser en Van der Knoop bleef Rijser overwinnaar in 29 min. 21 sec,.. Kaeser 2 met vijf, Van der Knoop 3 met acht ronden. Door het springen van een band van zijn gang- makende tandem was Van der Knoop zestien ronden zonder gangmaking. De Engelsche wielrenner Green, die reeds kort na start zijn deelneming aan den wielerwedstrijd BordeauxParijs (594 kil.) er aan heeft moeten geven door een val. gaat den eersten Juni opnieuw op weg, zonder gangmaking, alleen gevolgd door een automobiel voor niachineverwisseling en verzor ging. Hij denkt 't in 20 uur klaar te spelen. Het record met gangmaking door éénpersoons-tweewielers, staat ten name van Lesna met 21 uur 53 min. 40 sec. Roeien. Kon. Ned. Zeil- en Roei- Vereeniging Het programma voor de Internatio nale Roeiwedstrijden, uitgeschreven door de „Kon. Ned. Zeil- en Roei-Vcr- eeniging," op den Amstel te houden op Vrijdag 14 en Zaterdag 15 Juni a.s., is als volgt: 1. Tweeriems gieken. Prijs een kunstvoorwerp. 2. Vierriems gieken. Juniores. Prijs id'. 3. Tweeriems scullingbooten (skifs). Prijs een bronzen beeld ter waardö van 250. De prijs moet in 3 ach tereenvolgende wedstrijden of vijf maal in het geheel door dezelfde ver- eeniging behaald worden. In 1900 behaald door de Stud. R. V. Ncreus. 4. Achtriems gieken. Juniores. Prij9 de kleine 'gouden medial 11e. der ver. voor den stuurman en iederen roeiet 5. Tweeriemsgiekcn zonder stuurt man. Prijs een kunstvoorwerp. 6. Vierriems-gieken. Twe;öjaarsprijs, aangeboden door oud-bestuurders der A. S. R. V. „Nereus," en een diplo<- ma. De prijs wordt eigendom der ver- ecniging, die hem in twee achtereen volgende wedstrijden behaald zal heb ben. 7. Tweeriemsgiekcn. Juniores. Prijg een kunstvoorwerp, uitgeloofd door den voorzitter van de K. N. Z. en ft. Ver. 8. Tweeriems scullingbooten (skifs). Juniores. Prijs groote zilv. mcd. 9. Achtriemsgieken. Koninginneprijs, kunstvoorwerp uitgeloofd door H. M. de Koningin. Zoo noodig zullen op Donderdag 13 Juni voorwedstrijden gehouden wor den. Lengte der baan pl. m. 2500 meter voor alle nummers. Rechtszaken. De revisieaanvraag van De Janigh in die bekende moordzaak van Ma»- rius Bogaert zal den 28 Mei door den Hoogen, Raad worden behan deld, or Is geen gemachtigde aan gewezen wij van elkaar zijn gegaan, en diani za! ik het hem schrijven. Verwerp dit uitstel niet. Was hij op de een of andere manier geruïneerd door het verlies van vededen week dan zou ik dadelijk spreken, maar zijn zakken zitten nog vol goud on noch hij, noch iemand anders denkt dat zijn verlies iets and'eas is dan do loop van het spel. U cji. ik zijn de oenigste stervelingen die het ge heim weten. Hij zal de volgends week Parijs verlaten wees barm hartig en gun inij deze paar dagen nog voordat ik mijn leven v< n thans, misschien ook de wereld, vaarwel zeg. want wat andere toe komst staat er nog voor mij open? Wat uwe berekening aangaat, dlie is wel goed. Ja, het kan niel an- tr< -• d.- - van Dinsdag nacht moet drie honderd twintig duizend francs zijn.. Vaarwel. Dank zoo goed' moge lijk over mik als een die gevallen is door zwakheid' en niet door on deugd1, en die zoo spoedig mogelijk zijn slecht leven zal eindigen. Kazimir Bielinski. De tweede brief was korter en twee maanden later geschreven van uit Ludniki.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5