„DOROTHEA'
Allegro en Largo Rubriek voor Dames.
FEUILLETON.
Licht en Schaduw.
Tabak en vallende ziekte.
Het was wed bekend, dad, tot de
eigenaardige werking van geest
van absinth en ook Aan andere
vluchtige oliën in het algemeen het
vermogen behoort, om aanvallen
van vallende ziekte te doen ont
staan, maar tot dusverre had nooit
iemand er aan gedacht, om uitdruk
kelijk de tabak van het bezitten
van zoodanige eigenschappen te be
schuldigen. Enkele waarnemers
hadden zich wel op bescheiden
wijze in beschuldagendien zin hier
over uitgelaten, maar niet genoeg
nadruk op het feit gelegd en geene
juist en volledig omschreven feiten
ten bewijze aangevoerd.
Sedert zijn in Frankrijk de hee-
ren Gilbert Ballet en Maurice Fau-
re er in geslaagd, hevige epilepti
sche toevallen te doen ontstaan bij
dieren, alleen door hun enkele ku
bieke centimeters aftreksel van
Fransche pruimtabak in te spui-
Weber is voor hem de ven-persoon-j zij iets moet halen; en de meisjes vin-; manswoningen en kantoren, zijn del plaats. Daar klom liij in een hoown
lijking der muziek zelfonder We- den het een natuurlijke zaak, dat j gebouwen, die eenmaal gebruikt wer-1 paal. trok zijn baadje uit. wierp dat op
bers tooverstaf zijn ze tot hem ge- j 'smiddags vaders lievelingsgerechten den ter herein™ van de Fransche krijgs- de scherpe glasscherven, die hoven op
^vondel-voile klank<m,w°rden klaargemaakt, dat zijn courant gevangenen uit den Europeeschen den muur waren aangebracht., en waag
aarvan de bestemming de toen den sprong o™ den inuur van
die hem rust noch duur laten, onder
Weber's directie heeft hij den
Freischütz gehoord.
Nog een poos blijft hij turen in
de richting, waar de kapelmeester
verdwenen is; dan sluit hij, nog
onder den indruk van het zooeven
beleefde, zacht de deur en gaat naar
binnen.
Niemand
Zou hij 't nog niet even probee-
ren. voor straks die afschuwelijke
vingeroefeningen komen?
De knaap schuift een stoel naai
de piano, klimt er op en begint te
spelen.
Vlot gaat het niet. Nu eens is. hij
de melodie kwiU. dan weer schij
nen de bassen niet best te willen
we hooren echter duidelijk wat hij
wil weergeven dë ouverture voor
ten. Deze klaarblijkelijk epileptoge- den Freischütz. Dat is voor hem
nische uitwerking der tabakvergif- alles, dat lijkt hem t ideaal van
tiging is een nieuw feit, waarvan
de kennis niet zondier gewicht is,
want de ongeluklagen, die met den
morbus saoer zijn gekweld, wisten
tot nog toe niet, dat het ~ebrui'k van
tabak in al zijne vormen kan lei
den tot. het vermenigvuldigen hun
ner toevallen en dlie zelfs onmid
dellijk kan te voorschijn roepen.
een gelukkig leven, die ouverture
goed te kunnen spelen moedig
blokt hij verder.
In zijn ijver heeft de jongen niet)
gehoord' dat de buitendeur is
wordt klaargelegd of zijn pantoffels
neergezet.
Door sommige menschen met een
edel gemoed worden dergelijke kleine
deugden met zoo groote minachting
behandeld. Zij beschouwen die als
overbodig en dat zouden zij" ook zeker
zijn, aLs alle menschen sterk in hunne
deugden waren maar hoeveel zwakke
zielen zijn er niet onder ons, die voort
durend voedsel noodig hebben voor het
goede, dat in hen schuilt. Zij worden
juist door die kleine attenties van hun
ne omgeving recht gehouden, die klei
ne hartelijkheidjes vormen een band,
die hen vasthoudt zelfs kan dikwijls
alleen de herinnering er van nog in
vloed uitoefenen.
Vooral ouders, die gezond en levens
lustig zijn. dienen dat in 't oog te
houden. Zij zijn zoo licht geneigd om
toe te geven aan het idéé, dat zij ieder
best voor zich zelf kunnen zorgen. Kin
deren van een ziekelijke moeder lee-
ren vanzelf, dat allerlei kleinigheden
voor haar gedaan moeten worden en
opend evenmin dat even daarna kinderen van een mopperigen vader
iemand de kamer is biimengeto voorkomen hem jn zijn bc2igheden uit
men. De muziekmeester, want de-i
ze is het. luistert een poos naar de
pogingen van zijn leerling, schudt ,r> 07,0 WÊÊ
oorlog, maar
sedert 1850 veranderd was in eene straf j waar b:' zonder in de spitse punten
gevangenis voor veroordeelde
digers.
In den beginne was deze gevange
nis nog zeer primitief en de gebouwen
en het stelsel van bewaking waren nog
lang niet zoo volkomen, dat het on
mogelijk zou zijn geweest om er uit te
ontsnappen. Integendeel, in den tijd.
misda-jvau het glas te vallen, zich naar be
neden liet glijden.
liet was nog volslagen donker en
het - "lukte hem zich te verschuilen
zonder door iemand te worden gezien,
daar al de wachten nog eezcllig b;:
elkaar zaten.
Binnen een uur evenwel werd de
toen de gebeurtenissen uit ons ver- vluchteling vermist en begon terstond
haal plaats vonden, wist menig gevan-
gene er nog zijne boeien te verbreken
en er voorgoed uit te ontvluchten.
Omstreeks het jaar 1850, in den tijd
toen de Dorothea druk geëxploiteerd
werd, kwam een jong, aanvalli" meis-
de alarmklok te luiden. De wachters
zochten hoog en laag. overal rondom
maar ze vonden hem niet.
Daarop werd er eene uremie uitge
loofd van vijf pond voor dengeen,
wiens aanw::zingen zouden leiden tot
je van twaalf dertien jaar naar de 1 aanhouding van den vluchteling. Zijn
mijn wandelen met twee veldketeltjesj signalement werd bekend gemaakt:
- dan het hoofd en treedt'op den hun"« kinderen aan die vriendelijke j
knaap toe. toon *n bu*s wennen en op hun ouden
j ,,Ik heb 't altijd wel gezegd' Ri-1 dag zullen zij met vreugde hun familie-
I chard, er zal nooit een degelijk pia-j kring weer om zich vereenigd zien.
I nist uit je groeien."
waarin het middagmaal v.oor haren
vader en een anderen mijnwerker, die
met hem samenwoonde.
Zooals haar vader, Jozua Westaway.
de man, die er het eerste pik-houweel
in den grond had gestoken, ..de vader
van de mijn" werd genoemd, zoo heet-| gen, ,,ik zeg dan toch maar: vijf nond
te de kleine Dorothea de dochter van is geen kleinigheid: ik wou. dat ik den
de mijn", daar zij toevallig denzelfden schelm te Dakken kon krü"en. ik zou
cUtnaam droee\ Zij was de lieveling van er mij eens netjes voor in de kleeren
flinke ouders moeten stelselmatig J a' de mijnwerkers steken, geloof me dat maar dat het
Een-en-twintig jaar oud, donker haar
donkere oogen en fermen mond. Ge
kleed in gevangenispak."
,,Nu Jack," zei een mijnwerker tegen
een van zijne makkers, toen zij den
volgenden morgen, naar hun. werk gin-
een kranige vent is, dat is zeker, om
zoo als een -roote sneld we" te kun
nen raken; 'I. is of de kerel in den
De goede man heeft gelijk ge
had. Richard Wagner zelf erkent
'teen goed pianist is er niet uit
hem geworden. Maar d'e liefde, die
de negen-jarige knaap reeds den
Freischütz toedroeg, deed! hem., tot
man gerijpt, clei schepper wordlen
van onsterfelijke meesterwerken.
Eene jiijngeschiedenis.
Naar hel Eng e Isch.
van het dak gekropen boven de hoof
den van de bewakers, terwijl dezen bij
het licht van eene olielamp (eras was
er toen nog niet) hun avondeten ge
bruikten. De kap op de lamp verhin-
Hoog in liet Nuordei] van Engeland. de,r.de\ dttt !let Iioht boven te®e" de
in eene bergachtige streek. West-Mo-j Z(? A'ek en de vluchteling was
reland gelieeten. vindt men nu nog de l voorzichtig te werk gegaan, zon.
Sedert de laatste dagen was er on
der de mijnwerkers over niets gespro
ken dan over een misdadiger, die op; grond is weggezakt."
een ongelooflijk behendige :'ze uit de ..Ja," zei een andere *v*e' mijnwer-
gevangenis was ontsnapt. ker, ..en als ik hem vind. koop ik voor
Hij was namelijk langs de gebinten i mijn vrouw een winterpak."
„Och," zei Jozua Westaway. ..ik zou
er mijn Dorothea voor naar school stu
ren, dat ze wat leert."
Later op denzelfden dag meende Jo
zua Westaway, dat hij iets zag bewe
gen in een donkeren hoek aan het
eind van den mijningan- waar hij
overblijfselen van eene vroeger geex-
der zelfs het minste geruisch te maken.
Vroolijke en ernstige voorvallen uit
het leven van groote Toon
kunstenaars
door H. FREIJER.
Goede manieren moeten vooral in
huis in den dagelijkschen familiekring
gehandhaafd worden en toch hoe dik-
- - - C-V.V.»
ploiteerde tinmiin. Dorothea genaamd, i geen der aanzittenden er iets van
Nu wordt er evenwel geen geluid van °emerkt ,iad-
Toen hij halfweg langs den balk was
houweel of ander gereedschap meer j
vernomen; de mijn is sedert lang geslo-j
ten en alles is er tot vroegere rust en
gekropen, zei een van de eters: ..Bah!
daar valt stof van hoven in miin eten";
stilte teruggekeerd. Geen tin wordt er! maar niemand dacht erin de verte aan
Een voorspelling.
wijls wordt er juist daar achteloos mee
1 meer uitgegraven en geen zilver meer
aan werkloonen betaald.
om de kap van de lamp te nemen en
naar boven te zien. in welk geval de
vluchteling terstond ontdekt zou zijn
stond te werken; h:: lichtte bij met de
lantaarn en stond onverwachts tegen
over den weggeloopen gauwdief, die
zich in de mijn had verscholen en daar
al die dacen in het donker was verbor
gen gebleven.
Hij greep den ongelukkige, die niel
de minste tegenweer bood b:" de schou
ders. en schoof hem voor zich uit naai
den ingang.
De man liet zich zonder een woord
I omgesprongen. Kleine Willem weet
best. dat bij op straat voor kennissen i Niet ver van deze vroegere Dorothea. 1 geworden. Alles ging nu goed en hit I te spreken voortduwen. Moeeliik had
van vader en moeder de net af moet met hare vervallen en verlaten werk-, kwam veilig en «el op de binnen-1 hij door honger eu dorst gedreven
i nemen, maar dat hij 's middags moet
„Waar kijk je toch zoo naar, Ri- wachten, tot ieder klaar is om te be-
chard 1 Je staat daar nu zeker al wel "'nnen met zijn maal, daarvan schijnt
een kwartier aan die deur." hij nooit gehoord te hebben. Het „we
„O, weet je dat niet? Mijnheer; zijn toch immers thuis" en „even goed 1
heeft tegenwoordig vreeselijk veel gemeend" of meer dergelijke vergoe-
op met muziek en wacht eiken dag lijkingen van de luiheid dienen dan oin
tot de kapelmeester van de opera i aan allerlei min aangename gewoon-
voorbijkomt ten (0e te geven, waarover men zich
De ..mijnheer heeft niets ver- jn vreemd gezelschap geneeren zou. j
staan van t geen over hem gezegd Ec„ „ecrade 2al bij het blnnenkoIMn
wordt d'oor zijn medescholieren. De f
negenjarige knaap staat met allen !f ^'.ekrmg spoedig mer-
aandacht naar den hoek der straat d® beschaafde toon. die ei
te kijken l heerscht alle leden van het gezin na-
Nog niemand! ze zijn laat van-1 tuurlijk afgaat of dat zij maar als bloe-
daag. men 'n eeri ruiker voor dezen eenen
Eindelijk, daar komen ze. dag «iet ijzerdraadjes rechtop gezet
Eerst wat heeren met vioolkisten, zijn om morgen weer te verwelken,
dan een paar met kleine étuis on-; Die ijzerdraadjes zijn dan in dit geval
der den arm. de houten blaasinstru-i de ernstige raadgevingen van de
menten iets later weer een paar I ouders om nu eens heel netjes te zijn als
met violoncellen in een lederen er bezoek is eu hierom te denlcen en dat i
"t?.™!8: "iet «rgctcn. En on, op dat beeld
Onderzeesehe Mijnverdediging.
- - voort te gaan. zijn er altijd wel onder In de toegangen tot de Franschevige draaischroeven zijn vastge- gen wordt een breed, gedeelte van
ae repetitie van de opera is dio bloempjes, die niet genoeg door het havens bevinden zich als middelen maakt dat zü door machinale kracht het vaarwater door deze zwemmen-
rKTwnc h*. 5 ijzerdraadje gesteund worden en dan tot permanente verdediging ook in in voortdurend rondloopende be- de vijanden versperd. Het stelsel
ud.i Wd> ii t waai Op onze jonge zuchten vader en moe(jer en 2ej»gen- vredestijd talrijke onderzeesehe mij- weging gebracht kunnen worden.laat de meest verscheidene cornbi-
V Hf flip kinrifr*>n nnV v,i «en. Al wordt een en ander van Aan deze kettingen zijn op bepaal- naties met betrekking tot uitbrei-
Met schitterende oogen ziet hij 1 Fransche zijde' natuurlijk zooveel i de afstanden tal van vrij zwevende ding. richting van beweging, aan-
ze na, de leden van het orkest, voor n e ns 111 0 10"CJG,?. er bezoek j mogelijk geheim gehouden, zorgenmijnen, in den vorm van vigohtor-1 tal torpedo's enz. toe. zoodat, theo-
hem even zoovele helden in ge- i-s- Het „enfant ternble is daarvan af- Uq^ gebeurtenissen er voor. dat pedo's. verbonden, d'ie. als de ket-iretisch genomen, een haveningang
dachten steil hij zien den klank van komstig. het arme kind moet dan weeraanwezig zijn der mijnen be-'tingen in beweging worden ge-er geheel door verdedigd kan wor-
h ,lnst)rument voor- dal' 'm m6^ ontgelden wat een gevolg is van de kend wordt. Er hebben nl. in den bracht, de beweging meemaken. De den. Het forceeren van zulk een
zich dragen. nalatigheid van de ouders. Wanneer laatsten tijd tijdens de stormentorpedo's zijn voorzien van contact- mijnversperring hierdoor, dat de
Het mooiste moet echter nog ko- vader gewoon is in huis al die kleine die aan de Atlantische kust hebben ontbranders welke de mijnen doen vijand een of meer militair waar-
mu t- v attenties aan zijne vrouw te bewijzen, gewoed, herhaalde malen ontplof- ontploffen, zoodra zij met een vast [dëlooze schepen vooruitzendt, die
Het laat zich ook niet lang wach- (i,e het leven zoo zonnig maken en moe- fingen van dergelijke mijnen plaats voorwerp, als bijv. den romp van de mijnen tot ontploffing brengen,
ten, want ctaar om den noek van daartegenover haar hartelijkheid I gevonden, zoo kort geleden nog te j een schip in aanraking komen. daarbij zelf wel is waar verloren
J Cherbourg waar 7 mijnen achter De plaats dier torpedo's is na-gaan, doch voor dë' volgende1 sche
de straat is een, lange, magere ge-
stalte verschenen. De hoed diep inde diciistl7n lll0nt dan zaI 700'n elkaar in de Lucht sprongen. tuurlijk zoo gekozen, dat zij zich pen een onening maken, is bij dit
r .|Vc^n.-in ?',n vr verliMudiii" door 1p kindprpn ai* PPn De mijnen bestaan uit een zeer, slechts eenige meters onder het op-[systeem niet uitvoerbaar, omdat het
gedoken gaat Larl Ma^ia von We- v, b eigenaardig geconstrueerd samenstepervlak van het water bevinden, rondloopen der torpedo's steeds
snelle schreden voorbij. ve t"u> <md worden aan?eno- vaT1 een aantal beweeglijke torpe- zoodat schepen er niet overheennieuwe mijnen in de plaats van de
Onwillekeurig treedt de knaap 1 men en de jongens leeren eveneens, om Qp den bodem der zee bevindt kunnen varen, zonder ze aan te ra- ontplofte treden.
efD 5aai"u^-P1("""der ste®ds bet eerst de deur uit of J zich een vierhoek van beweeglijkeiken. Door de voortdurende bewe-|
staan hij den kapelmeester na; in te laten, om haar te voorkomen, als j kettingen, die door middel van ste- ging der torpedo's langs de kettin-
zich zelf verraden en mogelijk ook
wist hij te goed, dat tegenweer hem
niet zou baten, waar zooveel men
schen dadelijk bij de hand waren, i
Toen zij builen kwamen, -af Jozua i
Westaway dan ook het gewone sein
voor de overige arbeiders om bii hem
te komen. ]|g
De eerste, die kwam aanloopen, was
Clemo de ploöP'haas van de mijn, en
aan hem deed Jozua het eerst het ver
haal van zijne vangst.
.Dat is vijf pond voor jou," zei Cle
mo, ;.en je kunt ze goed gebruiken
ook, zou ik nieenen."
Meer dan goed." zei Westawav.
Het nieuws, dat de vluchteling ge
vangen wa£, deed als een vuurtje de
ronde bij de mijnwerkers; in een oog
wenk waren zij allen bijeen en ston
den .zij in een kring om den armen
gevangene heen. zoodat hij aan geen
weeloopen behoefde te denken.
Ik zeg maar, Joe", zei een van de
mijnwerkers tegen Jozua, bij verkor
ting Joe eenaamd, „zestig vulden dat
is nog al zoo iets. Je geeft ons zeker
een vroolijken avond in de herberg bij
Warren. We zullen het er eens van ne
men, hè?"
..Ik heb het geld noodig voor mijn
kleine Dorothea." zei Westaway. Kijk
daar komt ze juist aan met het eten."
Al pratende was het "eheele gezel
schap, met den gevangene in het mid
den, tot buiten den ingang gekomen,
allen, no'-.jüluin beslijkt eu bestoven
.werkpak met de lederen pet op, van
voren voorzien van een eind branden
de vetkaars. Zij namen de petten af
en bliezen de kaarsen uit.
De kleine Eforothea stond heel ver
wonderd niet in iedere hand een blik
ken veldketeltje en keek met hare groo
te, heldere .oogen vragend, van den
een naar den ander totdat haar blik
op den gevangene viel.
..Ik zef Doddy," zei een van de
mijnwerkers tegen Dorothea, „je va
der heeft een mooie buitenkans gehad.
Vijf pond! als je blieft, omdat hij dien
daar gevangen heeft."
In een oogwenk begreep zij de ge-
heele zaak en terwijl de mannen door
elkaar praatten, de een om te bewe
ren. dat dit met het veld moest gedaan
worden, en de ander om no" iets be
ters voor te stellen, klonk onverwachts
de lieve, heldere kinderstem van Do
rothea.
„Laat hem spreken," zeide zij, „hij
wil iets zeggen."
Aanstonds hielden allen zich stil en
keken naar den gevangene.
..Geeft mij wat te eten." zeide deze,
„ik heb al dien tijd niets erehad."
..Vaderzei Dorothea, „toe geef
heni wat van uw eten mee!'
.Hij kan 't allemaal kriiven," zei
Westawa^ „dan zal ik mee eten met
Cooker".
Onbeschroomd ging zij naar dem
vluchteling toe en bood hem het eten
aan, dat bii gretig uit hare hand aan
nam en waarmee h;" op een stuk steen
ging zitten, waar hij gulzig den -ehee-
len inhoud van het blikje verslond,
terwijl de mijnwerkers steeds in een
kring om hem heen bleven.
„Roe lang bon je hier al geweest?1'
•oev eindelijk een van de mani-en
den gevangene.
Ik zou het niet met zekerheid kun
nen zeggen." antwoordde deze; „sedert
mijn ontsnapping ben ik uiajd in het
donker geweest. Laat eens zien! Ik
ben hier gekomeu al heel vroeg in den
morgen, de dag begon juist aan te bre
ken."
„En waarom kwam je juist hier
heen?" vroev de ploegbaas Clemo.
..Waarom ik juist hierheen kwam?
Ómdat ik zelf ook mijnwerker ben of
tenminste was."
„Des te grooter schande voor je," zei
Weslawaj- een eind van hem afschui
vend; „ik reken ons miinwerkers tot
een eerlijk soort menschen, ten minste
ons tinmijners; maar :ij hebt misschien
gewerkt met zilver of goud?"
..Ik heb in een kolenm";n - ewerkt."
..O kolen! Wat kan je daar anders
van verwachten. Maar het blijft toch
Schetsen van DEKA.
Aan een krant. III.
's Middags was er aan bureau een
hoogst groezelig, vaagbeschreven prop
je papier gearriveerd, houdende
voor zoover nog kon worden nage
gaan de mededeeling dat „die eigen
sten avondt Om klokke half acht pre
cies in de welbekende kafée „den
Wijngaardrank". Lauriergracht al
hier, een feestelijken bijeenkomst Zou
worden gehouden van de Afschaffers-
vereeniging ..Sta Pal!"
Deze regelen werden, na eenjgszins
herzien te zijn. door den redacteur
ter zetterij verwezen. Er was nog juist
een plaatsje voor stadsnieuws, en de
lezers die er bij wilden zijn, zouden
na de thee nog juist gelegenheid heb
ben met een trammetje de vergadering
to bereiken.
De andere verslaggevers gaapten
eens toen zij het bericht even na het
afdrukken, om vier uur. in de krant
lazen. Daar wisten ze alles van Celi-
briteiten zouden wel niet hun verhe-
ven aanschijn laten lichten in dat
I Wijne-aardrankje. dus de volontair
I moest er maar heen. Mooie gelegen-
beid om soberheid te leeren.
Na den hei-gelen zonnedag werd het
een loomzware, doffe avond. De lucht
hing heel laag in zware plooien van
donkere wolken boven de zwarte top
pen der oude huizen, die als dronken
tegen elkaar aanhingen, of vooruit
helden. Nu en dan streek er een ritsel-
wind door de boomtakken. De gracht,
de Lauriergracht waar hij zijn moest,
lag zwaar te odeuren.
Loom liep hij naar de vergadering.
Hij had nl. een heeten dag achter den
rug. De anderen - 'den hem graag
het lichtste hoofdwerk maar het zwaar
ste beenwerk. Zijn voeten gloeiden.
Eerst was hij geweest naar een werk
staking daar heel ver aan het uiteind
der stad, waar alles oogverblindende
zon was; toen had hij een financieele
vergadering bijgewoond met. groote,
wanhopig makende cijfers die telkens
weg wilden loopen als je ze met je
door warmte afgetobde hersens wilde
vasthouden. Even daarna stoof hij
weg naar de nieuwe buurt waar brand
heette te ziju. Maar toen hij er aan
kwam was de gelieele straat al weer
verlaten zelfs de napratei's waren
verdwenen.
„Lauriergracht 71? waren die lui
nou gek; wie- ging er nou in een pak-
I huis vergaderen? Het 'oude huis dat
sarrend het groote cijfer 71 vertoonde
was van boven tot. beneden gesloten,
en achter de ruitjes troonde inktzwar
te duisternis.
„Zou het hier zijn. mijnheer?" zeur-
I de het eensklaps achter hern. Met een J
j ruk keerde hij zich om. Een beverig,
I oud manneke keek hem vragend aan.
,.U moet zeker ook bij de afschaffers-
vergadering zijn. niet waai"? Ook in de
courant gelezen? Maar wat moet dat
I beteekenen; begrijpt u het hier kun-
nen de menschen met den besten wil
van de wereld toch niet vergaderen."
„Neen, dat gaat niet," vond het vo-
lontairtje ook gewichtig en eenigs-
1 zins uit de hoogte, en toen, als een
ifluksche. practische jongeman; „ik zal
eens hier naast hooren. of het daar is."
Niet een of tweemaal maar drie keer
moest hij bellen, voor hem werd open
gedaan. Het groote heerenhuis scheen
uitgestorven, hoewel er in de gang 1
wel licht brandde. Toen kwam er te-
gelijkertijd een geslof en gestap van j
veel zolen; de deur werd geopend, en
de geheele familie vertoonde zich. I
Blijkbaar was men er aan deze stille
gracht niet op voorbereid dat 's avonds.
nè. donker, nog gescheld werd, en was j
de ruime opkomst toe te schrijven aan
den gezamenlijken wensch om niet
bestolen of vermoord1 te worden.
„Och, juffrouw," aldus richtte hij
zich maar tot de meest naar voren
staande dienstmaagd. ..kunt u mij ook
zeggen of hier van avond een afschaf
fersvergadering wordt, gehouden. Geen
antwoord; alle oogen bleven hem ang
stig fixeeren, als ware hij een voor
wereldlijk monster, maar de hoofden
schudden allemaal tegelijk van neen.
„Weet u dan misschien waar mo
gelijk hier op de gracht een dergelijke
vergadering wordt gehouden?"
Zelfde geruischlooze halsbeweging.
Groetend ging hij den stoep af. en
hoorde de deur hard en gauw dicht
slaan.
Het mijnheertje van zooeven was er
al van door gegaan, dus zou hij alleen
de onderzoekingen moeten voortzetten.
Wacht, die stalhouder zou het wel
weten.
Maar die nam de vraag niets vrien
delijk op. Zonder te antwoorden ging
hij door met het oppoetsen van het
tuig, terwijl hij den jongen journalist
donker aankeek. Die dacht dat het
om een fooi te doen was. en haalde
een zakje sigaren uit.
Toen kwam de man los. „Neen. daar
was het niet om te doen. Hij wou
mijnheer wel helpen maar 't begon
zoo langzamerhand een bak te wor-
den!"
I ..Een bak?" interpelleerde de volon-
tair vragend-verwonderd, terwijl hij
zijn blik liet gaan langs de breede rij
j hakjes, die in het onzekere licht van
I de stallantaarn, tot heel ver naar
achteren, te zien waren.
„Ja, ik bedoel een mop. Den geheelen
avond heb ik hier al geloop gehad van
I afschaffers. Wat bler is hier geen
afsehaffersvergadering, hier en ner-
i gens anders op de gracht. Die kranten-
lui. ze moesten ze villen, met derlui
flauwe aardigheden in de krant. Zij
J schrijven maar zoo voor het vaderland
j weg, en wij hebben er de lol van. Ik
I ben een door en door goedhartig
j mensch. mijnheer, al zeg ik het zelf,
maai- als ik ooit bij mijn weten zoo'n
kerel moet rijden, dan laat ik 'm te
water vallen.
Alweer bot gevangen! De onvriende
lijke mededeeling en het bewustzijn
te hooren tot het soort waarvoor de be
dreiging bestemd was, deden zijn bee-
nen weer voortstappen. Hij was haast
aan het einde van de gracht. Nog één
uitkomst was mogelijk. Een paar hui
zen van den hoek gaapte een duister
slop. Mogelijk dat dit leidde naar de
plaats van samenkomst 't Was er
heel stil en benauwend eng. Hoog
schoten aap. weerszijden de duffe mu
ren op. Tastend deed hij een paar stap
pen voorwaarts, en stiet tegen een
oude flesch, die rinkelend voortrolde.
Boven werd een venster opengesto
ten: een bundel geel licht, schoot naar
beneden.
„Wat moet dat daar?"
„Och wees zoo goed mijnheer, en
zegt u mij eens even: is hier ergens
een vergadering van afschaffers?"
„Hier?" ben je gek kerel, wij lusten
'm nog veel te graag. Ruk uit, of je
krijgt een puts water op je kop!"
Aangezien uur en plaats, in het
kort de omstandigheden, geen aanlei
ding gaven tot heldhaftig verzet of
twistgesprek, gehoorzaamde het vo-
lontairtje'met groote gezwindheid aan
deze gebiedende wijs, vol woede tegen
de menschheid in het algemeen en de
afschaffers in het bijzonder. Den vol
genden dag kreeg hij gelegenheid de
fiolen zijn tooms meer bepaald uit te
gieten op de hoofden van alle slechte
schrijvers, want 't waren de hane-
pooten geweest, die hem rusteloos en
gejaagd lancs de Laurierg racht had
den doen zwerven, terwijl de meerge
noemde afschaffers zeer genoegelijk
en kalm in de Laurierstraat bijeen
zaten, op numero 71, zich in com
pagnie verwonderend dat de Pers weg
bleef.