NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. I8e Jaargang Woensdag 29 Mei 1901. No. 5493 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 8 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden 1.30 Franco door liet gelieele Rijk, per 3 maanden, f t 1.65 Afzonderlijke nummers0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maandenk 0.01% de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 50 öts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spoarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer'der Administratie 122, Intercommunale aansluiting. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen éh Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Burean A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31b*> Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 29 Mei <6ovat o.a. Humor uit den oorlog, SirMil- ner's ontvangstBresci's zelf moord, In naam van den Yredes- Czaar, Haagsche brief, Rennen te VVoestdnin, De beide Pinkster dagen. I olitiek Overzicht. Wie gewoon is liefst met een luchthartig gemoed de zaken van den pleizierigsten kant te beschou wendie kan zich, wanneer hij zich met den Boerenoorlog bezig houdt, weer vermaken met een paar koste lijke staaltjes vain oorlogshumor. Het eerste is een merkwaardige brief aan die ..Times" van een yeo man uit die koloniën, die beweert, dat de onderlinge naijver der Em- g^lsch© bevelhebbers de bewegioge.ïi der troepen oan de Boeren té ver volgen vruchteloos maakt. Boven dien. zegt hij., volgen de Emgelsoben steeds dezelfde stereotype taktiek, die de Boeren nu eindelijk wel kern ham, en. wat meer zegt, weten te verijdel en. Er moet een reden gezocht wor den voor den weinigen vooruitgang der Emgelsche troepen in Zuid-Afri- ka. want ontkennen dat men niet opschiet, gaat natuurlijk niet meer. Eng ©land's volkomen onmacht be kennen is ook een beetje bar, en daarom wordt de tegenspoed! dus blijkbaar maar geweten aan omder- fin'gen naijver an aan het voortduw fend volgen van een eenmaal aan- genomen taktiek. Pat is kostelijk 1 Die onderlinge naijver is daar een miniatuur-imitatie van denzelfden paijver op groote schaal in China. Het schijnt, dat naijver een onaf scheidelijk element is van het uit- jbeschavem-gaan der groote" mo gendheden in de zeer „barbaar- Icbe" streken, waar ze hun roofpo- rltiiek bedrijven. Niet minder grappig dan die na ijver en dat alle© behalve krijgskun dig volgen van een stereotype tak tiek is het bericht dat Sir Alfred) Miiner tot peer is benoemd en het commentaar dat- de Engelsche bi den daarop leveren. De „Standard" beweert o. a. dat geen enkel staats plan in Afrika er zoozeer op uit was on) die onafhankelijkheid en de Vrijheid der Boeren te handhaven. t>e Boeren zalven echter verspeel den hun recht op een afzonderlijk bestaan, nota bene I Intusschen. de geestdrift, waar mede deze Boeren-kweller is ont vangen, is niet bijster galoot ge weest. De Londeaisch© correspondent van een onzer groote dagbladen, schrijft daaromtrent „De „onstuimigheid^' van het voikswelkom viel mij bepaald mee, maar ik had; ternauwernood iets an ders verwacht, ondanks de op heme- ling van. Milner in. de imperialisti sche kleine pers, ter begeleiding van 's mans portret en levensbizom- derheden, bovenal ruim opgedischt in de „Dai'ly Mail" van heden. Zelfs het welkom ter eere van Lordl Roberts, hoewel toch ook maar matig, was bepaald geest driftvol, vergeleken; bij het ont haal van' Sir Alfred Milner, en niet deze, noch Salisbury en Chamber- lain, kreeg Maandagmiddag de ova tie te Waterloo, maar „little Bobs", die met Wyndhajm, aan het station was en, dadelijk herkend worden de. te voet achternagezet werd door een joelende volksmassa, tot buiten de hekken van het statlionserf. Gevlagd werd Maandag slechts matig en even matig bleef het ge drang langs de straten, welke op de bruggen van Waterloo en West- minster uitmonden. Alleen ini de groote clubs van Pall Mali kon men ©enige buitengewone beweging waarnemen. Speculatie met balkons en ramen bleef buiten alle kwestie, ien ik was verbluft toen ik, op een bijna geheel ledigen omnibus ge- zobem, tolt vlak bij het Waterloo Station rijden kon. De „geestdrift" voor Milner bij conducteur en koet sier van dien omnibus was van die kracht, dat geen. van beiden mij vertellen kon, wie Milner eigenlijk was. „Who is he", vroeg eerstge noemde aan den laatste. „Leit me see", antwoordde de oude Jeh.u, „was'nt he not Rriliish consul, or sumaniok of that sort, out there?"... Silo transitHet onthaal aan Sir Alfred bereid moge inderdaad koninklijk zijn geweest, het kwam zeker niet van' de burgerijl, zelfs niet uit het volk. En van een impe rialistische betooging kan geen spra ke wezen. Zelfs de sardonisch glim lachende Chamberlain zou dat niet naar waarheid kunnen beweren. In dit opzicht zijn de bordjes dus be paald verhangen en noch Mafek-ing, noch de „Mafficking" geest vallen langer in dien smaak. Gelukkig Alweer een bewijs te meer dus voor de waarheid! der bewering dat het imperialisme verflauwt 1 Duitschland' eni Engeland schij nen uit China zich terug te willen trekken, bedenkende dat het nog wieil 30 jaar duren kan eer d!e scha deloosstelling wordt betaald1. Dat is zéker een wijs besluit, want men behoeft er toch niet aan te denken China tot een overgang tot de Westersche beschaving te brengen. Buitenlandsch Nieuws. Bresci's zelfmoord. De „Mattino", van Napels, geeft nadere bijzonderheden over den zelfmoord van Bresci 's Morgens zag de gevangenbe waarder Bresci een half uurtje in de ce;l op en neer wandelen, en daarna 'rustig zitten lezen. Een paar minuten daarna keek de be waker weer door het gat in de deur en zag hem aan een lange reep doek die aan de tralies van het venster vastgemaakt wa9. hangen. Met be hulp van een anderen bewaker, sneden zij d'en strop af en deden, nog pogingen de Levensgeesten op te wekken', maar geheel vergeefs. Een van de laatste dagen had Bresci een Fransch woordenboek gevraagd 'en gekregen. De directeur- generaal voor de gevangenissen, heeft nu het boek, bladzijde voor bladzijde, onderzocht en moet daar in korte apteakeningen van Bresci gevonden hebben over het anarchis me en den uitroep, dat hij1 den dood verkiest boven het beroofd zijn van zijne vrijheid. De Couriere di Napoli" zegt, dat dei doodstrijd van Bresci zeker niet langer dan een minuut geduurd heeft en dat hij al dood was toen de bewaker de deur van de cel opende. Hetzelfde blad beweert, dat Bresci nooit oproerig is geweest in zijn gevangenschap en dat men evenmin, ooit het dwangbuis heeft moeten aanleggen. Lijnrecht tegen over deze bewering staat het bericht van de, officieus©, ..Agenzia Stefa- ni" het Italiaans,ch Rieuter-bureau, dat van herhaalde aanvallen' van razernij en verzet tegen d.e bewa kers spreekt. De autopsie moet aan. de profes soren van de Na.pelsche universiteit 'toevertrouwd zijn. Uit New-York wordt geseind dat die weduwe van, Bresci. die nog al tijd in Patterson, woont, voornemens is, door het Iffflaansch consulaat te laten aanvragen, dat men het lijk van haren man naar Amerika over brengt. Zij zou verder gezegd heb ben dat haar mian niet in samen werking met anderen, maar op ■eigen initiatief, geheel alleen' zijn daad uitvoerde. De anarchisten' in Patterson moe ten een© collecte houden onder hun ne partijgenooten om de weduwe van Bresci en hare kinderen naar Italië terug te zenden. Lord Milner's feestmaal. Aan het dejeuner, door minister Chamberlain aan Sir Alfred Milner aangeboden, hield de. heer Cham berlain een lofrede op het werk door Sir Alfred Milner na zijn ver richt, zeggende dat de taak die hij na zijn terugkeer naar Zuid-Afrika tot een goed 'einde zal hebben te brengen nog zwaarder zal zijn. Maar hij stelt in hem vertrouwen,. En als bij ziin terugkee-r, de smeu lende vonken onder de ascli van dezen oorlog, die sedert lang heeft opgehouden, een oorlog te zijn., zul len zijn gedoofd., zal Milner een nieuwen staat van zaken in het le- v.eni roepen', die weldra gevolgd zal worden door verzoening. De samen- werking der beide rassen is een wezenlijke voorwaarde voor den. op bouw op vaste grondslagen van een vereenigd eni vrij Zuid-Af rika, even voorspoedig en loyaal als de zustea-federaties van Canada en Au stralië. De heer Milner antwoordde met een dankbetuiging voor de ont vangst hem bereid; hij sprak vrij breedvoerig over de aanvallen die tegen hem gericht waren en schreef de verleende eerbewijzen toe aan de behoefte om. aan allen te toonen dat het land zijn dienaren niet ver laat tegenover den vijiand. Ten slot te zeide spreker, dat het belachelijk was te beweren1 dat men den oorlog had kunnen vermijden door meer verzoenend op te treden, maar hij hoopt dat de tijd weldra zal komen, waarop een zachtere en lankmoedi ger staatkunde gevolgd kan wor den in Zuid-Afrilca. In naam van den Vredes- Czaar. In Helsingfors zou onlangs een zekere gravin Mannesbeim een con cert geven ten bate vai'i de volks ontwikkeling. Daar de Finsche voliksontwikkelina- nu evenwel door 't Russische bewind gecenseerd wordt, hoog genoeg te staan, wilde de gouverneur-generaal voor deze openbare' bijeenkomst £reen toestem ming geven. Men herinnert zich, dat sinds 't vorige jaar de Finnen niet meer vrij mogen vergaderen, noch bijeenkomsten op 't gebied van kunst, noch op 't gebied van wetenschappen, worden zonder ex tra daarvoor aangevraagd verl'of, toegelaten. Gravin Mannesheim ■veranderde dus haar programma, en1 richtte een particulieren' muziek avond in. in een der clubgebouwen van Helsingfors maar toen de ge- noodigden. daar 's avonds heen kwa men. vonden zij den toegang door politie versperd' op bevel van den gouverneur. Wat werd' nu gedaan? Den gasten weid verzocht in 't ho tel Societatsbus te komen, en daar dacht men dan ongestoord muziek te kunnen maken. Doch nauwelijks was 't éérst© nummer van 't prei gram gezongen., of in de' zaal ver schenen gouverneur Kaigorodof en de prefect van politie Carlstedt. die graaf Mannesheim meedeelden, dat 't concert moest worden gestaakt op bevel van' den gouverneur-generaal. Graaf Mannesheim als gastheer, verzocht menschen, die hij op zijn soiree niet genoodigd had en onge vraagd kwamen, de zaal oogenbUik- kelijk te verlaten waarop Kaigoro dof en Carlstedt zich ook verwij derden. De aanwezigen in de zaal hebben natuurlijk niet verzuimd hun verontwaardiging lucht te ge ven over 't brutale binnendringen der ongenood© gasten. De sub-prefect, een rechtgeaard Fin. wist later graaf Mannesheim te bewegen, cle soirée toch maar af te breken:, daar 't in 't belang dier r insche zaak ligt alle mogenjiw botsing, die tot daadwerkelijk ver zet kon, voeren te vermijden. Zoo eindigde du9 't concert voor 't uit was. Maar 't doel was toch be reikt, de opbrengst ten bate dier vol'ksontwikkeling was er niet min der om. Het Hufnidstad'sbladj, dat een verslag gaf van deze geschiede nis, werd dien dag door de censuur teruggehouden en verscheen niet. In Abo was de censuur minder streng, zoodat men door de Abo-tid- ning van de zaak gehoord heeft. Algemeene berichten. DE OORLOG IN Z.-AFRIKA. Een Reuter-telegram meldt om trent de oorlogsverrichtingen in de Kaap-Koloni'e De. Boeren com man do's in de Zuur- beigen trokken Maandagmorgen voor het krieken van, den dag naar het Zuiden. Klaarblijkelijk hadden, ze ©enigen tijd' naar een plaats ge- zocht, waar ze konden doorbreken en hun aanval op een patrouille te Pap kloof was zonder twijfel een schijnbeweging oni de aandacht op deze richting te vestigen.. De Boe ren trokken, tusschen Thebus en Stey.nsburg door de Britse he liin.iën en trokken daar, ter sterkte yan 600 man, den spoorweg over. Volgens inlichtingen van de bewoners voert Kreutzinger het bevel en heeft bij Fouehé, Lofter en, Van Reenen bij zich. De overtocht over den spoor weg geschiedde niet zon dei* de aan dacht to trekken. Juist toen de Boe ren den weg overstaken kwam lui tenant Martens opdagen met een gepantserden trein eau opende een krachtig geschutvuur op den vij and. die met de hem' eigen snel heid zich, holderdebolder over de vlakte verspreidde na vele paarden verloren, te hebben. De slof die die verdwijnende Boeren opwierpen, was ternauwernood gezaikt. toen. de colonne Gorringe kwam aanrennen, die hen krachtig achtervolgt. Het gerucht gaat nu dat kolonel Gorringe de Boeren achterhaalde bij Bamboesberg en een uitstekende stelling heeft om hen aan te vallen. Renter's correspondent te Zand- •rivierpoort seint van 22 dezer dat kolonel Wilson, die het bevel voert over een deel van Kitchener's Scouts, beproefde Beyer's comman do te omsingelen bij Nijlstroom bij de Zandrivier. De poging mislukte doordat een colonne die den vijand in den rug was gezonden, te laat kwam. Er ontstond een achterhoe de-gevecht, waarbij 18 Boeren wer den gevangen genomen. 40 wagens, een hoeveelheid munitie en eenig vee werden buitgemaakt. De vijan den waren bijna allen te voet. De Rritsch© verliezen waren één doode en zes gewonden. Uit Middelburg uit Transvaal wordt van den 24en Mei aan' de „Standard" geseind, clat geen enke le vijand erin. geslaagd is d'en spoor weg naar het- Noorden over te ste- ken. Generaal Botha ontsnapte klaarblijkelijk uit het Brttsche cor don, hij trekt nu in evenwijdige richting aan de grens van Swazi land en heeft em talrijk commando maar gee-n kanonnen en zeer wei nig munitie. Hij trekt zeer lang- zaam. Behalve Botha slaagden nog maar enkele kleine troepjes erin door het cordlon te breken.. Van den volgenden dag werd' aan hetzelfde blad geseind dat zestien Boeren medevoerende 12.500 st-uka vee, 12.000 schapen, 30 paarden erï 12 wagens zicli hebben overgege ven. Zij hadden van commandant Oppenheim bevel gekregen, dit con- vooi naar het noorden over den spoorweg te brengen. Een Reuter-telegram van 27 Mei uit Kaapstad' bericht: Zes honderd man van den vijand zijn zeven mijlen ten oosten van Thebus den spoorweg in zuidelijke richting overgetrokken den 23on Mei. Zij' splitsten zic-h in twee troe pen, de eerste onder bevel van Kreutzinger trok in de richting van Doornhoek. de tweede onder Mij- bu-rgh trok naar Uytenhoek. De Boerengevangenen tellen thans 18.578 man. De „Petit Bleu" heeft over Rome bericht ontvangen van het vermoor den van 200 Italianen, zendelingen, priesters, kolonisten), in de provin cie Maranhao in, Brazilië. Het tele gram heeft klaarblijkelijk betrek king op een reeds vroeger met och enkel woord vermelde gebeurtenis. De berichtgever zegt dat op het oogenbiik, waarop de Italianen in de kerk geknield lagen., een troep Indianen bet gebouw binnendrong en geweerschoten loste op die me nigte; vervolgens plunderden zij de huizen van' hun slachtoffers. De Brazillaansche regeerinv moot troepen naar Maranhao gezonden hebben, om de Indianen te tuchfcb gen. Stadsnieuws. Haarlem, 28 Mei 1901. Nationale Z mgwedstrijd te Schiedam. In den, Zondag 26 Mei te Sohiedam gehouden Zangwedstrijd voor Man nenkoren, behaalde de I-Iaarlemsche Liedertafel „Haarlem's Zanggenot," directeur de heer N. H. Andriessen, met algemeene stemmen den derden prijs. Ie prijs: Mannenzangvereeniging „Crescendo", den Haag. 2e prijs: Liedert. „Zang en. Vriend schap", Amsterdam. 4e prijs: „Nut en Genoegen" Rot terdam. Jubileum. De heer II. London werd Zondag den 26en j.I., des morgens op zijn kantoor komende, aangenaam verrast; hij vond daar n.l. een inktkoker met zil ver gemonteerd, cn ivoren duimstok, areaiïlietoH. EEW «JAAH Naar het Engehch VAN DOROTHY GERARD. 27) En die reden, voegde zi] eir ver langend bij misschien, is het in discreet de reden te vragen? Het zou zeker indiscreet zijn als ik z§ u zeide,, toeirmam ik, maar ik geloof niet, dat u lang on wetend' zult blijven. En. op dit oogenbiik kwam' Marya zeggen, dat mevrouw Zielinska haar bezoekster ontvangen kon. Ik zag mevrouw Malewicz dien dag niet meer, en wa* dus niet in staat o-m te oordeelen. over die uit werking die de openbaarmaking van het geheim op haar maakte. Ge ziet. zij is een. oude huis- vriendiin. zeide mevrouw Zielinska half verontschuldigend1 tot mij, en haar man wist veel van het spel waar Kazimir zijn geld bij heeft vft,rlo7ieri; Het «©hiinl raii niet on mogelijk. dat zij zich iets herinnert omtrent het geval. Wij mogen, niets nalaten om achter het geheim te kiomen. En herinnerde zij: zich i'eiJs vroeg ik. Niets, zeide mevrouw Zielins ka somber. Malwina heeft een goed hart, maar haar geheugen is als dlat van een kind. Den volgenden dag wa,s ik in het dorp en toevallig weer alleen. Meer dan eens kwam ik in Andrei's hut, want zijn vrouw was nog steed's ziek en had' mijn hulp en raad, hoe gering ook. wel noodig. Ik kon de kleine, donkere, wilgenlaan reeds droom en, en ken die' iederen krom men wilg uit mijn hoofd1. Nooit gi.n.g ik er door zondieir het aar dige uitzicht op den visc-hvijverr te bewonderen' en f.e genieten van dén reuk van het heerlijk frisch bedauw- de groen.. Sinds mijn ontmoeting met Wladiimi'r was ik nooit iemand anders tegengekomen dan een, los gebroken varken, dat zich lag rond te wentelen in het stof van. d'en weg, maar thans stond er plotse- lina- een man voor mii. Mi in' eerste gedachte was dat het Wladlimir weer was die een- laatste wanho pige poging w'ilde wagen door mijn hulp in te roe-pen en daarom ver haastte ik mijn pos, zondier naar hem te zien; maar, Lot mijn ver wondering, bewoog hij zich niet, en onwillekeurig opkijkend zag ik Malewicz. Op het oogenbiik dat ik hem berkendie, begreep ik ook de reden van zijn komst. Het was mij als had ik zoo iets verwacht. Hij zelf versterkte imiji in deze ge dachte. Ge weet wat ik wil vroeg hij op een meer beslisten dlan vragen- den toon. Mijne moeder was gis teren te Ludniki. Als je alles weet, wat je moe der weet begon ik, maar hiji viel miji in dei rede. Ja, jamaar mijn moeder is niet de ware boodschapster die ik noodlig heb. Zij heeft te veel ver beeldingskracht. en misschien ook te veel hart. Ik zou gaarne uw ver- haai hoorem. Over de brieven die uit Parijs kwamen? Neen, neen. zeide hij ongedul dig, niet daarover, maar over Wladimiir. Is het waar dlat hij, haar verlaten heeft? Ik vertelde hem dat dit zoo was. Hij zweeg een: paar minuten, klaarblijkelijk woxstelend! met zijn ontroering. Die hond, zei die hij' ten laatste, deze woorden uitend met smartelij ke stem. Toen scheen opeens zijn tong los te komen. O riep hij:, uit het diepst van zijn ziel, ge weet wat het voor mij was haar te verliezen, ge weet wat mijn hoop was, maar ik zweer u dat ik alles zou doen om dien jongen' terug te brengen naar haar, als zij dat. wilzooveel verdriet doet het- mij te denken dat zij thans lij dit. Hoe draagt ze het? De laatste vraag werd gedaan met buitenge wone belangstelling. Het verlies van haar minnaar? vroeg ik. Ja. Dan kan' ik u zeggen, dab er niets te dragen valt. Zij heeft geen minnaarvan het oogenbiik af dat zij begreep, wie hij is, verdween hij uit haar hart, als lihd hij nim mer bestaan, en. zij zou hem: niet weer terugweuschen. Wat zegt ge? riep Malewicz verbaasd en verheugd. Is zij zoo stierk? God' zij daarvoor gedankt! Haar liefde is dood, zegt go? Dood als had ze nooit bestaan. Hij, kwam op mij' toe, en liep naast mij vcort. Maar haar hart is niet dood, niet waar? vroeg hij. zacht. Zou het nog eens kunnen kloppen voor een ander? We keken elkaar voor een pa.ar seconden diep in de oogen, en toon sprak ik Ik begrijp je Malewicz het is het beste openhartig te zijn. Ge vraagt mij nu de weg weer vrij is, of er eenigo hoop voor jou is? Dat meen ik juist. Wat denkt ge en'an De tijd alleen kan, ons deze vraag beantwoorden op het oogen biik valt er niet aan te denken. Iedere poging vani uw kant zou thans mislukken. Maar zij is jong als ge haar tijd gunt Maar ik kan baar geen tijd' geven, zeide hij, met een onstui migheid die mij trof. Ik dacht dait ik de diepte van zijn liefde voor Jadwiga had1 dloorgrond. maar dit was mij eene nieuwe openbaring. Het moet diad'elijk gebeuren of moolt. Wilt gü mijn hulp zijn Dat wilde ik u eigenlijk vragen. Ge denkt dat ik te haastig ben, dat weet ik, maar het lean niet anders. Geloof mij, dit is het juiste» oogen biik na alles wat gebeurd is, kan het toch nog wel mogelijk zijn, en hij Lachte zenuwachtig. Wilt ge mij helpen, ja of neen Ik vraag u dit niet voor mij, maar voor het geluk van haar, d'ie wij heiden lief hebben. Ik zal het doen zonder uw hulp als ge weigert, maar het is gemakkelijker dat wij het samen cloen. Ik heb altijd veel voor je ge voeld antwoordde ik ontroerd, diep bewogen. maar hoe ik je moet helpen begrijp ik nog niet. Jad wiga is zoo schuw voor de wereld geworden, dal zij zelfs de intiem ste gezichten mijdt. Weet ge dat zij zich sinds de komst der brieven, niet buiten de dieur beeft vertoond? Als ge te Ludniki komt. zult ge mogelijk haar moeder zien, maar niet de dochter. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1