NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. Primes Fékla 18e .laargang Dinsdag 11 Juni 1901. No. 5504 HAARLEM'S DARBLA9 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 ifflMnrPfriluifo. Van 15 regela 50 Cfcs.; iedere regel meer 10 Ota. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0JL5. per 8 maanden1.30 dr, f Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat. Franco door bet gebeele Rijk, P®r 8 maanden1.65 Reclames 30 Gent per regel. Afzonderlijke nummers0.02 jj-A' rBureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J£ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer dor Administratie 123. da omstreken en franco per post0.46 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Hanrlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES3 Succ., Parijs 3P>" Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 11 Juni bevat o.a. Een scherp oordeel over deEu- gelsche manier van oorlogvoeren, Mevr. Botha. Uit Schwerin, Haag- sche brief, Bond van Onderwijzers, Verkiezingsvergadering. Politiek Overzicht. E.em Fransch schrijver, die heer De Mérigniac heeft in het ..Journal dies Débats" een artikel geschreven over die houding van Engeland! in den oorlog met die Republieken in Zuidi- Afrika. Merkwaardig scherp is de waar schuwing tegen Engeland!, d!ie de heer De Mérignac tot die Europ.ee>- sche mogendheden richt. Engeland, zegt hij, heeft in lange jaren geen oorlog gevoerd met een beschaafd! volk. De uitsluitend kolo niale oorlogen hebben het steeds in botsing gebracht met volksstammen^ tegenover wie het meende de be schaafde oorlogsgebruiken wel ach terwege te kunnen laten. Vandaar de moeielijkheid' voor die Emgeil- schen om met den tegenstander ook de wijze van oorlogvoeren te ver anderen. Biji acht dit begrijpelijk maar daarom niet minder onverantwoor delijk. on ziet daarin een gevaar voor alle beschaafde volken, dlie ooit in botsing mochten komen met En geland. Vandaar dat de heer De Mérignac het acht in het belang van Engeland om op deze groote fouten, op deze tekortkomingen in de wijze van oorlogvoeinen te wijzen. Hij deed d!it op volkomen onpartijdige wij ze hij erkent dat het niet aange naam is voor een vreemdeling, om ©em naburig volk te moeten wijzen op schending van het volkenrecht, doch hij steunt zijn oordeel op de meening van gezaghebbende Emgel- sche schrijvers, die hij diesgevor- derd zal aanhalen, en die in hun oordeel nog scherper zijn dan hij was. Hij hoopt dat Engeland' zijn fout zal inzien,, voordat het te laat is, en de Boereu-Republieken zal behandelen als beschaafde oorlog voerenden. En als om te bevestigen hetgeen de heer De- Mérignac schrijft, is een hoofdartikel in de „Times" ver schenen. De „Times" meent, dat dlie tegen stand gebroken kan en moet won den. en. geeft den raad een procla matie af te kond'igen. waarin een termijn van een maand wordt ge steld1 om den oorlog te eindigen. In dien die termijn verstreken is moe ten alle eigendommen vam Boeren, die op commando zijn, worden ver beurd' verklaard, en alle aanvoer ders, die gevangen genomen wor den. tot levenslange deportatie worden veroordeeld. Het blad; mie ent, dat zul k een proclamatie een heilzamen invloed hebben zal, en verschillende commandanten tot onderwerping zal brengen. Sprekender illustratie van zijn betoog had- die heer De Mérignac niet kunnen wenschen. Engeland schijnt, voorgelicht door een- chau vinistische pers, eiken' eerbied voor bet volkenrecht en voor de daarop gegronde conventi.es te willen af schudden, en d'oor barbaarschheid gedaan pogen te krijgen, wat het door zijn tienvoudige overmacht niet vermocht. En. dat alles om „beschaving" te brengen naar Zuid-Afrika I Buitenlandsch Nieuws. De aankomst van mevrouw Botha. Omtrent de aankomst van1 mei vrouw Botha te Southampton seint een correspondent der „N. R. Gt." de volgende bijzonderheden Reeds vroeg kwam een telegram van Humt Castle vertellen dat de Dunrviegan Castle daar te een. uur na middernacht was "©passeerd, en te ruim1 drie uur werd het schip in de dokken aldaar vastgemeerd. Om zes uur werd het publiek van ter verwelkoming aanwezige fami lieleden, vrienden en bekenden der reizigers van over zee. toegelaten op het schip. Ter begroeting van mie- vrouw BiothaT waren aanwezig een aantal Pre tori anen die hier te. lan de of in Nederland verblijf houden, waaronder de darmes B.oshoff en Mi ch elson.en de heereimWeiintbal, oud- redacteur van „The Press" en Obrien, oud-redacteur van „Land en Volk", welke laatste echter spoe dig vertrok. Ruim een twintigtal journali&ten; van Engel sche en con tinentale bladen complimenteerden de echtgenoot© van. den Transvaal- schen commandant-generaal en trachtten tevens hun weetgierigheid te bevredigen, hetgeen echter jam merlijk mislukte. Mevrouw Botha, die elegant ge kleed was in een donkergrijs reis kostuum. met witten matelot, doch wier interessant en vriendelijk ge laat merkbare sporen van vermoeid*- heid en overspanning droeg groet te alle bekenden met een hartelij- ken handdruk en gaf haar tevreden heid te kermen over de zeereis en het verblijf aan boord. Elke vraag echter omtrent Zuid-Afrika werd voorkomen door het tusschenbeide treden van baar secretaris, den. heer Fischer van Pretoria, die als een politieke oerberus waakte dat nie mand zondigde tegen die hem, naar hij verzekerde, meegegeven zeer uit drukkelijke instructies. Tegen half zeven begaf mevrouw Botha zich met mevrouw Boshoff naar de ont bijttafel, om te half acht met den specialen mailtrein waarin een compartiment voor haar gereser veerd is. naar Londen te vertrek ken. Vermoedeliik zal zii daar een.i- ge dagen vertoeven om dan naar Holland' te gaan. Miet ingenomenheid vernam zij van de nog steeds onverminderde belangstelling in Nederland voor haar strijdende landigenooten. Tegen acht uur verliet mievrouw Botha, na van verschillende mede passagiers afscheid genomen te heb ben. met haar gezelschap de Dunge- van Castle en begaf zich naar den maillireiin, waar zij in de voor haar gereserveerde coupé plaats nam met mevrouw Michelson, die naar ik nader verneem, de Hoiiandsche dame moet voorstellen die volgens telegrammen uit Durban en Kaap stad mevrouw BoLha gezelschap hield, terwijl voorts in hetzelfde compartiment plaats namen de se cretaris Fischer, diens broeder, welke aan het Transvaal sche gezant- schapschap te Brussel verbonden is, en ook ter begroeting overgekomen, was, en ten slotte die heer Michel son. Talrijke nieuwsgierigen liepen voor den waggon op en neer, de scheepsofficieren kwamen de reizig sters aan' d.e coupé de- hand1 drukken en even na acht uur zette zich daar op de tneriin in beweging. Tot het laatste oogenbli.k bleef het stilzwijgen over het doel van mevrouw Botha's reis zorgvuldig bewaard. Slechts het volgende lean ik nog mededeelen mevrouw Bo tha zag dien comimandant-genealaal het laatst een week voor haar ver trek, bij welke gelegenheid zij haar oudsten zoon bij hem achterliet, Haar jongste zoon is met haar naar Europa gekomen,, terwijl haar bei de dtachtertj.es bij familieleden zijn gelogeerd. Verschillende passagiers poogden gedurende d'e reis een ge sprek met mevrouw Botha aan. te knoopen om haar oordeel over den toestand te vernemen, doch "zij beeft gedurende de geheel© reis ook het strikst stilzwijgen bewaard eni zich met niemand ingelaten, wat haar des te gemakkelijker viel daar zij nc- al wat door zeeziekte gekweld is. Over den d.uur van het verblijf ,te Landen, waar mevrouw Botha waarschijnlijk in het Grand Hotel baar intrek zal nemen, lekte even eens niets uit. Vast staat evenwel dat zij van Londen direct naar Hil versum gaat. Hoe lang het verblijf in Europa zal duren, hangt van om standigheden afmaar mevrouw Botha liet doorschemeren dat zij wel hoopte binnen niet al te langen tijd naar Zuid-Afrika terug te zul len keeren. De brand te Antwerpen. Zandlag vóór dien middag heeft Z. M. de Koning d'e puinhopen van den brand bezichtigd'. Hij. verliet te 10 uur Brussel per extra trein, om tegen den avond naar Ostende te vertrekken. Gedurende den nacht, van Don derdag op Vrijdag heeft de noorden wind eenigszins in hevigheid toe- memiemde, de vonkende puinhoopen hier en daar opnieuw doen ont vlammen, zoodat de gloed in de lucht nu en- dan heviger werd. Aanhoudend verdrong het volk zich tot laat in den nacht om het tooneel der ramp. en nauwelijks rijst het morgenlicht, of andere be zoekers komen van aille kanten toe gestroomd. Het entrepöt, eigendom der stad, was voor ruim 3 millioen verze kerd. Het entrepöt verzekert aan de stad een jaarlijksch inkomen van 200.000 fres. Stadsnieuws Haarlem, 10 Juni 1901. Bond van Onderwijzers,, De afd. Haarlem van den Bond van Ned. Onderwijzers hield Zaterdag in een, der zalen van „Café Brinkmann" een buitengewone vergadering, waar in de heer F. L. Ossendorp en mej. Carry Smit. beiden van Amsterdam als sprekers optraden tot uiteenzetting van de beginselen van den Bond van Ned. Onderwijzers. Het eerst sprak de beer Van Ossen- dorp. Deze schetste het ontstaan van den Bond door het besef van den ongun- stigen toestand van het onderwijs en van de lage salarissen der onderwij zers. Op slechts weinig plaatsen be greep men hoe noodzakelijk het is, dat de onderwijzer wordt Gehonoreerd zoo dat eenigszins aan zijn behoeften kan worden voldaan. Van veel invloed is het geweest, dat een tijdlang de behoefte aan onderwij zers grooter was dan het aantal, waar door het minimum der jaarwedden steeg, zelfs vrij aanzienlijk steen- Vervolgens maakte spr. vergelijkin gen tusschen de jaarwedden hier en in Duitschland, waar de onderwijzers jaarlijksch© verhoogingen ontvangen. Bv. in Amsterdam bedroegen de sala rissen voor een onderwijzer 2e kl. f 600 tot f 900, voor een onderwijzer le kl. f 1000 tot f 1200, terwijl die in Hamburg bedragen f 1200 tot f 2600. Ook in En geland zijn de jaarwedden hooger. In Nederland is het aanvangssalaris f 450 a f 500, wat door den Minister is bestendigd. Doch bij 20-jarige, dus langdurige werkzaamheid, bedraagt het salaris f 700. Spr. betreurde het, dat de minister geen betere salaris-regeling heeft voor gesteld, terwijl hij afkeurde dat en de wijze waarop werden aangevallen de amendementen der onderwijsmannen in de Kamer. De salaris-regeling eischte een uit gaaf van 1 millioen, wat evenwel met veel moeite werd toegestaan, terwijl eenige millioenen Goedgekeurd werden voor, leger en vloot, waarvan menigeen het nut niet inziet. Al is de salarisregeling in groote plaatsen beter dan op het platteland, rooskleurig is de toestand niet, toch meende spreker, dat op den duur be grepen zou worden dat voor goed on derwijs goede salarieering noodzake lijk is. Daarom is het goed, dat de on derwijzers hun invloed doen gelden bij de gemeenteraadsverkiezingen. Het succes kan dan niet achterwege blij ven. Een tweede eisch der onderwij zers is meerdere zelfstandigheid. Spr. wraakte het, dat de hoofden als de eerste "werden beschouwd, terwijl de onderwijzers nog altnd als de helpers worden gerekend. En al is dit nog al tijd gedeeltelijk de schuld van de on derwijzers zelf, en al werkt het publiek nog altijd daartoe mee, beter en an ders zal en moet het worden. De onderwijzers hebben verder niets te zeggen in de wijze, waarop het on derwijs zal worden gegeven, hoewel vaak hun ondervinding, hun ervaring niet minder is dan die van het hoofd der school. Alle krachten der school moeten sa menwerken, moeten invloed uitoefe nen in den gang van het onderwijs; de onderwijzers, de opvoeders, moeten daartoe allen medewerken. Het hoofd verschuilt zich aclder zijn verantwoordelijkeid, wat spreker be lachelijk achtte „wij", de opvoeders, die het grootste deel van het onder wijs geven, dragen de verantwoorde lijkheid, wij, de mannen, die voor de klasse staan, (applaus). Daarop werd besproken wat de Bond moet doen voor de opvoeding van het kind zelf. Daarbij zette spreker uiteen het nood zakelijke van vr en schoeisel voor de kinderen, met het oog op de te geringe verdiensten van de ouders. Het gebrek aan voedsel, de onbehoor lijke kleedin"- moet invloed hebben op de geestelijke ontwikkeling van het kind. Daarin moet voorzien worden, doch niet door particuliere liefdadigheid, maar van overheidswege. Verder achtte spreker wenschelijk schoolbaden, enz. Spreker drono- er op aan bij alle voorkomende gevallen mede te werken met den arbeider, in diens belang en in dat van den onderwijzer zelf. Van den arbeider wel, niet van de bezitten de klasse, die geen belang heeft hij Goed onderwijs van den arbeider. Vervolgens sprak mej. Smit, die voor d'e vrouwelijke collega's het noodza kelijke aantoonde van organisatie. De Bond toch zoo zegde zij telt 6000 leden en daarvan niet meer dan 1100 onderwijzeressen; te Haarlem is slechts het 4/5 deel georganiseerd. Voor een deel is dat niet georgani seerd zijn te wijten aan het vroegere onzelfstandige der vrouw, anderdeels aan de omstandigheid, dat voor vele onderwijzeressen het salaris geen hoofdzaak is. Na gewezen te hebben op het noo 1- zakelijke om voor en met elkander sa men te werken, wees spreekster op de instellingen van den Bond; herstel lingsoord te Lunteren, het ondersteu ningsfonds, de weerstaudskas, inste l lingen, die bewijzen zijn voor de soli dariteit van den onderwijzer. Vervolgens trachtte mej. Smit. t? weerleggen da mogelijke bezwareu die de onderwijzeressen hebben tegen aan- sluiting bij den Bond. Met klem zette spreekster uiteon het goede, mooie, het noodzakelijke van samengaan tot hetzelfde doell Na debat werd de drukbezochte ver. gadering gesloten. V erkiezingsvergadering. Zondagmorgen te half elf had in den tuin van café-Staalman in .1e Saenr,©damstraat, een wijkvergadering, een openlucht-verkiezingsmeeting, die zeer druk bezocht was, plaats. De eerste spreker die optrad was de heer F. W. N. HUGENHOLTZ. candidaat voor de Tweede Kamer, Pro- vinciale Staten en Gemeenteraad. De heer Hugenholtz ving aan met er op te wijzen, hoe thans in tegenstel ling met vorige verkiezingen, de leuze niet is: voor of tegen de kerkelijken, doch hoe sinds de S. D. A. P. zich in politiek en verkiezingen is gaan men gen het gaat: voor of tegen arbeiders belangen en de leuze is voor of tegen urgentie van grondwetsherziening om te komen tot algemeen kiesrecht,. Spreker stipte in het kort aan oen en ander uit de 3ociaal-deinokrat:jobd levensbeschouwing, en trok de conclu sie, dat de arbeiders, de groote klasse der niet-bezitters thans luide den eisch van algemeen kiesrecht moeten doen hooren, niet als eisch vafe recht vaardigheid alleen, doch in hun eigen belang, want, waar. zooals tot nog toe alleen d$ bezittende klasse over- heerschend is in de Tweede Ka mer, daar kan het niet anders of de arbeiders-belangen worden verwaar loosd. Dit blijkt uit deze zittingsperiode, waarvan de heer Hugenholtz de in be handeling genomen wetten critisch be sprak. Met nadruk wees spreker op de on gevallenwet, die zooals ze nu aange nomen is, particuliere verzekering toe laat naast de rijksverzekeringsbank, en het ontwerp-pensioenwet, dat een ar beider, een loon ontvanGend van min der dan 5 's weeks, als hii 49 jaar 0.20 's weeks heeft bijgedragen, een pensioen wil toekennen van 133. Voorts oefende spreker critiek uit op de leerplichtwet zonder schoolvoe- ding en kleeding. De heer Hugenholtz besprak nu nog eens de candidates der tegenpartijen. Den heeren. Van Styrum en Ooster- baan bestreed hij op dezelfde gronden als in zijn rede, Donderdag gehouden, wees er op hoe de heer Van Styrum zich steeds tegen, de arbeidersbelangen heeft gekant, en in dien geest gestemd heeft, en hoe de heer Oosterbaan de candidaat dor anti-revolutionaire par tij onmogelijk de candidaat der arbei ders kan zijn. Wat den heer Van de Kamp betreft, zei spreker, nog steeds heb ik niet ver nomen, dat hij van plan is voor zijn kiezers op te treden, hetgeen zijn plicht is. We kennen don heer Van de Kamp alleen als gemeenteraadslid, zeide de heer Hugenholtz, en daar heeft hij wel feuilleton. Naar het Engelsch VAN MAX PEMBERTON, 3) Hier was althans een vrouw, met een goed hart, moedig, dat in beroering bracht wat er nog goeds ,in hem was, zooals nog nooit ©ene hem had getroffen. 'tVerlangen om de redenen te weten, diie haar naar Moskou hadden gedreven ter wijl de geheel© wereld te Peters- burg was, werd onder ziirn rit al grooter en grooter. Olga had het een vreemde geschiedenis genoemd, maar Olga kon geen bladzijde uit het leven van haar zuster verkla ren er was geen band of bond tus schen hen. Het was vaak onmoge lijk te gelooven dat zij beiden doch ters waren van den vermetelem ouden Paul Dolgorouki, dlie te Plev na v.iel. De prins had gezegd dat Fékla, zichzelf wel zou beschermen. Hij wist. dat zij het wed zeer goed zou doen. Het sloeg een uur toen hij einde lijk het park van het Velikii Paleis inreed' en het nietige gebouw, dat wit en eenzaam boven het kleine pijnboomen bosch en de bevroren vijvers in den tuin. uitstak, voor zich zag. De winter had reeds zijn kleed over d'e plaats verspreid, en zijn tot doodslaap doemende adem er overheen laten gaan. Gelegen buiten de City, bijna aan den rand" van. de bosschen, op den versten noordelijken afstand van Moskou, was Veliki Paleis een spreekwoord voor alles wat af schrikkend was en getuigde van zwartgalligheid. Een krankzinnige. Czaar had het laten bouwen, zooals' de overlevering zeide, volgens het plan van een gekken bouwmeester, wienis oogen werden uitgestoken, in de gruwelijke kerkers in de poort waardoor de jonge kapitein der hu zaren nu reed. Was het mogelijk dat Fékla, Fékla de vermetele, de onweerstaanbare, Fékla de- schoonste vrouw die hij ooit had gekend, moest boelen voor datgene, waarvan de laster haar beschuldig de? Hij kon aan zoo iets droevigs met gelooven. Lachende om zijne eigene gedachten trad hij het huis binnen. Eir was nog geen kooi ge maakt die zulk een zangvogeltje, als dit gevangen kon houden. Fékla was in het boudoir van het paleis toen het bericht tot haar kwam. Zij stond een ooGemblik voor den spiegel om he-ur haar in ord© te brengen en de plooien in haar prachtig kleed glad te strijken. Toen de prins binnentrad vond hij haar met een boek in de hand, be vallig rustend op een met goud en ivoor belegde sofa, wier helder blauwe zijden voering contrasteer de met de blankheid' van haar ge laat en haar hoog rood kleed. Otto herinmetrde zich d'at zij altijd in druk wist te maken, maar het hin derde hem dat hare ontvangst miin- der hartelijk was dan die van hare zuster. Zij ontving hem eerder als bloedverwant dan in ©enig ander karakter, en trok hare klein© hand terug bijna voor hij die had' luim men aanraken. Weil zoo I zeide zijhebt gij mij weten uit te vinden? Hij zette zijn sjako af, en plaatste zich op een stoel naast de sofa. Ja 1 zei hij, ik kom bij u ontbiiten. Zeker wilde ik u bezoe ken. Het regiment is vannacht hier aangekomen. Ik wist niet dat gii in Moskou waart, voordat ik straks Olga ontmoettehoe zou ik ook Iedereen dacht u in Petersburg. Wat is er die reden van, Fékia, dat gij hier zijt Zij legde haar hoofd op het kus sen en keek hem glimlachend aan, alsof zij medelijden had met zijn onkunde. Als gij Olga ontmoet hebt, dan zal zij u wel verteld hebben waar om ik niet in Petersburg ben. Ik verzeker u dat zij mij niets verteld heeft. Ik zou mij veel gelukkiger in Veliki Paleis gevoelen als Olga hier niet was. 19 dat niet lief en zus terlijk? De prins schudde zijn hoofd. - Genegenheid tusschen familie leden .is iets schoons, zei hij, in derdaad hebben wij nooit getwist hoewiel het vermogen er is. Fékla lachte. Ik zal u vertellen dat wij niet langer een' vermogen hebben te deel en. barstte zii uit met een har den lach, daarom ben ik naar Moskou verbannen. De officier schrikte en keek haar onderzoekend aan. Verbannenonzin 1 dat wil de men toch niet. Men heeft het toch bewerkt, mijn waarde OttoOom Michael Dolgorouki. die drie vermogens te Monte Carlo verloren heeft, klaag de mij bij den Keizer aan wegens mijne verkwisting .De Keizer was zoo goed naar hem te luisteren. Het is waar, honderd maal waar. Ik kan niet tot de beschaving terugko'eren zoolang mijn vrienden het voorzich tig oordieelen, en gij kunt er over oordeel en wat cïat zeggen wil. Zij was nu zeer ernstig gestemd, en op zijn beurt zweeg de man uit bevreemding. En het ©eiste woord dat hij sprak, kwam, uit zijn hart Mijn arm kind! Zij' rees op van de sofa. Er waren, tranen in hare heldere blauwe oogenmaar zij verdrong ze dlap- per. ging naar het venster, en zag naar het besneeuwde park. Zij ge voelde zich dien morgen eenzaam en verlaten'. Winter, winter, winter, zei zij; is er iets wanhopiger dam de gedachte dat wij vijf maanden lang niets dan sneeuw zullen zien? Hii antwoordde onhandig met een vraag Waart gij gepasseerde jaar niet te Monte Carlo? Zij keerde zich snel om. Eene van die redenen die ten gevolge der beschuldiging van Mi chael Dolgorouki werden opgege ven voerde zij aan was dal mijn ongeluk geen medelijden' ver diendie. Ik vermoed dat hij boos op mij was omdat ik negen duizend roebels won en hij drie duizend lcruis verloor. Alsof het aam mij lag dat ik won, maar daarom is hot niet. Hij begreep haar en zweeg. Zij waagde haar fortuin niet om geld te winnen, dat wist hij wel. Haar behoeft© aan opwinding, rusteloos, doorzettend, onverwimnelijk schreef het geschiedenisboek van haar le ven. Hij geloofde niet dial er een, bladizijdle van bevlekt zou zijn. De oude Michael wordt voor den grootsten schurk in Rusland ge houden,, beweerde hij. meenende haar d'aarmee te troosten. Als ik te Petersburg kom zal ik van hem vertellen wat ik weet, en intus- schen inlichting nemen hier in Moskou. Zij zette zich op do sofa.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1