NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Primes Fékla
18e .laargang
Dinsdag 11 Juni 1901.
No. 5504
HAARLEM'S DARBLA9
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 ifflMnrPfriluifo. Van 15 regela 50 Cfcs.; iedere regel meer 10 Ota. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0JL5.
per 8 maanden1.30 dr, f Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat.
Franco door bet gebeele Rijk, P®r 8 maanden1.65 Reclames 30 Gent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02 jj-A' rBureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J£ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer dor Administratie 123.
da omstreken en franco per post0.46 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Hanrlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES3 Succ., Parijs 3P>" Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 11 Juni
bevat o.a.
Een scherp oordeel over deEu-
gelsche manier van oorlogvoeren,
Mevr. Botha. Uit Schwerin, Haag-
sche brief, Bond van Onderwijzers,
Verkiezingsvergadering.
Politiek Overzicht.
E.em Fransch schrijver, die heer De
Mérigniac heeft in het ..Journal dies
Débats" een artikel geschreven over
die houding van Engeland! in den
oorlog met die Republieken in Zuidi-
Afrika.
Merkwaardig scherp is de waar
schuwing tegen Engeland!, d!ie de
heer De Mérignac tot die Europ.ee>-
sche mogendheden richt.
Engeland, zegt hij, heeft in lange
jaren geen oorlog gevoerd met een
beschaafd! volk. De uitsluitend kolo
niale oorlogen hebben het steeds in
botsing gebracht met volksstammen^
tegenover wie het meende de be
schaafde oorlogsgebruiken wel ach
terwege te kunnen laten. Vandaar
de moeielijkheid' voor die Emgeil-
schen om met den tegenstander ook
de wijze van oorlogvoeren te ver
anderen.
Biji acht dit begrijpelijk maar
daarom niet minder onverantwoor
delijk. on ziet daarin een gevaar
voor alle beschaafde volken, dlie ooit
in botsing mochten komen met En
geland.
Vandaar dat de heer De Mérignac
het acht in het belang van Engeland
om op deze groote fouten, op deze
tekortkomingen in de wijze van
oorlogvoeinen te wijzen. Hij deed
d!it op volkomen onpartijdige wij
ze hij erkent dat het niet aange
naam is voor een vreemdeling, om
©em naburig volk te moeten wijzen
op schending van het volkenrecht,
doch hij steunt zijn oordeel op de
meening van gezaghebbende Emgel-
sche schrijvers, die hij diesgevor-
derd zal aanhalen, en die in hun
oordeel nog scherper zijn dan hij
was. Hij hoopt dat Engeland' zijn
fout zal inzien,, voordat het te laat
is, en de Boereu-Republieken zal
behandelen als beschaafde oorlog
voerenden.
En als om te bevestigen hetgeen
de heer De- Mérignac schrijft, is een
hoofdartikel in de „Times" ver
schenen.
De „Times" meent, dat dlie tegen
stand gebroken kan en moet won
den. en. geeft den raad een procla
matie af te kond'igen. waarin een
termijn van een maand wordt ge
steld1 om den oorlog te eindigen. In
dien die termijn verstreken is moe
ten alle eigendommen vam Boeren,
die op commando zijn, worden ver
beurd' verklaard, en alle aanvoer
ders, die gevangen genomen wor
den. tot levenslange deportatie
worden veroordeeld. Het blad;
mie ent, dat zul k een proclamatie
een heilzamen invloed hebben zal,
en verschillende commandanten tot
onderwerping zal brengen.
Sprekender illustratie van zijn
betoog had- die heer De Mérignac
niet kunnen wenschen. Engeland
schijnt, voorgelicht door een- chau
vinistische pers, eiken' eerbied voor
bet volkenrecht en voor de daarop
gegronde conventi.es te willen af
schudden, en d'oor barbaarschheid
gedaan pogen te krijgen, wat het
door zijn tienvoudige overmacht
niet vermocht.
En. dat alles om „beschaving" te
brengen naar Zuid-Afrika I
Buitenlandsch Nieuws.
De aankomst van mevrouw
Botha.
Omtrent de aankomst van1 mei
vrouw Botha te Southampton seint
een correspondent der „N. R. Gt."
de volgende bijzonderheden
Reeds vroeg kwam een telegram
van Humt Castle vertellen dat de
Dunrviegan Castle daar te een. uur
na middernacht was "©passeerd, en
te ruim1 drie uur werd het schip
in de dokken aldaar vastgemeerd.
Om zes uur werd het publiek van
ter verwelkoming aanwezige fami
lieleden, vrienden en bekenden der
reizigers van over zee. toegelaten op
het schip. Ter begroeting van mie-
vrouw BiothaT waren aanwezig een
aantal Pre tori anen die hier te. lan
de of in Nederland verblijf houden,
waaronder de darmes B.oshoff en Mi
ch elson.en de heereimWeiintbal, oud-
redacteur van „The Press" en
Obrien, oud-redacteur van „Land
en Volk", welke laatste echter spoe
dig vertrok. Ruim een twintigtal
journali&ten; van Engel sche en con
tinentale bladen complimenteerden
de echtgenoot© van. den Transvaal-
schen commandant-generaal en
trachtten tevens hun weetgierigheid
te bevredigen, hetgeen echter jam
merlijk mislukte.
Mevrouw Botha, die elegant ge
kleed was in een donkergrijs reis
kostuum. met witten matelot, doch
wier interessant en vriendelijk ge
laat merkbare sporen van vermoeid*-
heid en overspanning droeg groet
te alle bekenden met een hartelij-
ken handdruk en gaf haar tevreden
heid te kermen over de zeereis en
het verblijf aan boord. Elke vraag
echter omtrent Zuid-Afrika werd
voorkomen door het tusschenbeide
treden van baar secretaris, den. heer
Fischer van Pretoria, die als een
politieke oerberus waakte dat nie
mand zondigde tegen die hem, naar
hij verzekerde, meegegeven zeer uit
drukkelijke instructies. Tegen half
zeven begaf mevrouw Botha zich
met mevrouw Boshoff naar de ont
bijttafel, om te half acht met den
specialen mailtrein waarin een
compartiment voor haar gereser
veerd is. naar Londen te vertrek
ken. Vermoedeliik zal zii daar een.i-
ge dagen vertoeven om dan naar
Holland' te gaan.
Miet ingenomenheid vernam zij
van de nog steeds onverminderde
belangstelling in Nederland voor
haar strijdende landigenooten.
Tegen acht uur verliet mievrouw
Botha, na van verschillende mede
passagiers afscheid genomen te heb
ben. met haar gezelschap de Dunge-
van Castle en begaf zich naar den
maillireiin, waar zij in de voor haar
gereserveerde coupé plaats nam
met mevrouw Michelson, die naar
ik nader verneem, de Hoiiandsche
dame moet voorstellen die volgens
telegrammen uit Durban en Kaap
stad mevrouw BoLha gezelschap
hield, terwijl voorts in hetzelfde
compartiment plaats namen de se
cretaris Fischer, diens broeder,
welke aan het Transvaal sche gezant-
schapschap te Brussel verbonden is,
en ook ter begroeting overgekomen,
was, en ten slotte die heer Michel
son. Talrijke nieuwsgierigen liepen
voor den waggon op en neer, de
scheepsofficieren kwamen de reizig
sters aan' d.e coupé de- hand1 drukken
en even na acht uur zette zich daar
op de tneriin in beweging.
Tot het laatste oogenbli.k bleef
het stilzwijgen over het doel van
mevrouw Botha's reis zorgvuldig
bewaard. Slechts het volgende lean
ik nog mededeelen mevrouw Bo
tha zag dien comimandant-genealaal
het laatst een week voor haar ver
trek, bij welke gelegenheid zij haar
oudsten zoon bij hem achterliet,
Haar jongste zoon is met haar naar
Europa gekomen,, terwijl haar bei
de dtachtertj.es bij familieleden zijn
gelogeerd. Verschillende passagiers
poogden gedurende d'e reis een ge
sprek met mevrouw Botha aan. te
knoopen om haar oordeel over den
toestand te vernemen, doch "zij beeft
gedurende de geheel© reis ook het
strikst stilzwijgen bewaard eni zich
met niemand ingelaten, wat haar
des te gemakkelijker viel daar zij
nc- al wat door zeeziekte gekweld
is. Over den d.uur van het verblijf
,te Landen, waar mevrouw Botha
waarschijnlijk in het Grand Hotel
baar intrek zal nemen, lekte even
eens niets uit. Vast staat evenwel
dat zij van Londen direct naar Hil
versum gaat. Hoe lang het verblijf
in Europa zal duren, hangt van om
standigheden afmaar mevrouw
Botha liet doorschemeren dat zij
wel hoopte binnen niet al te langen
tijd naar Zuid-Afrika terug te zul
len keeren.
De brand te Antwerpen.
Zandlag vóór dien middag heeft Z.
M. de Koning d'e puinhopen van
den brand bezichtigd'.
Hij. verliet te 10 uur Brussel
per extra trein, om tegen den
avond naar Ostende te vertrekken.
Gedurende den nacht, van Don
derdag op Vrijdag heeft de noorden
wind eenigszins in hevigheid toe-
memiemde, de vonkende puinhoopen
hier en daar opnieuw doen ont
vlammen, zoodat de gloed in de
lucht nu en- dan heviger werd.
Aanhoudend verdrong het volk
zich tot laat in den nacht om het
tooneel der ramp. en nauwelijks
rijst het morgenlicht, of andere be
zoekers komen van aille kanten toe
gestroomd.
Het entrepöt, eigendom der stad,
was voor ruim 3 millioen verze
kerd.
Het entrepöt verzekert aan de
stad een jaarlijksch inkomen van
200.000 fres.
Stadsnieuws
Haarlem, 10 Juni 1901.
Bond van Onderwijzers,,
De afd. Haarlem van den Bond van
Ned. Onderwijzers hield Zaterdag in
een, der zalen van „Café Brinkmann"
een buitengewone vergadering, waar
in de heer F. L. Ossendorp en mej.
Carry Smit. beiden van Amsterdam als
sprekers optraden tot uiteenzetting
van de beginselen van den Bond van
Ned. Onderwijzers.
Het eerst sprak de beer Van Ossen-
dorp.
Deze schetste het ontstaan van den
Bond door het besef van den ongun-
stigen toestand van het onderwijs en
van de lage salarissen der onderwij
zers. Op slechts weinig plaatsen be
greep men hoe noodzakelijk het is,
dat de onderwijzer wordt Gehonoreerd
zoo dat eenigszins aan zijn behoeften
kan worden voldaan.
Van veel invloed is het geweest, dat
een tijdlang de behoefte aan onderwij
zers grooter was dan het aantal, waar
door het minimum der jaarwedden
steeg, zelfs vrij aanzienlijk steen-
Vervolgens maakte spr. vergelijkin
gen tusschen de jaarwedden hier en in
Duitschland, waar de onderwijzers
jaarlijksch© verhoogingen ontvangen.
Bv. in Amsterdam bedroegen de sala
rissen voor een onderwijzer 2e kl. f 600
tot f 900, voor een onderwijzer le kl.
f 1000 tot f 1200, terwijl die in Hamburg
bedragen f 1200 tot f 2600. Ook in En
geland zijn de jaarwedden hooger.
In Nederland is het aanvangssalaris
f 450 a f 500, wat door den Minister is
bestendigd.
Doch bij 20-jarige, dus langdurige
werkzaamheid, bedraagt het salaris
f 700.
Spr. betreurde het, dat de minister
geen betere salaris-regeling heeft voor
gesteld, terwijl hij afkeurde dat en de
wijze waarop werden aangevallen de
amendementen der onderwijsmannen
in de Kamer.
De salaris-regeling eischte een uit
gaaf van 1 millioen, wat evenwel met
veel moeite werd toegestaan, terwijl
eenige millioenen Goedgekeurd werden
voor, leger en vloot, waarvan menigeen
het nut niet inziet.
Al is de salarisregeling in groote
plaatsen beter dan op het platteland,
rooskleurig is de toestand niet, toch
meende spreker, dat op den duur be
grepen zou worden dat voor goed on
derwijs goede salarieering noodzake
lijk is. Daarom is het goed, dat de on
derwijzers hun invloed doen gelden bij
de gemeenteraadsverkiezingen. Het
succes kan dan niet achterwege blij
ven. Een tweede eisch der onderwij
zers is meerdere zelfstandigheid.
Spr. wraakte het, dat de hoofden als
de eerste "werden beschouwd, terwijl de
onderwijzers nog altnd als de helpers
worden gerekend. En al is dit nog al
tijd gedeeltelijk de schuld van de on
derwijzers zelf, en al werkt het publiek
nog altijd daartoe mee, beter en an
ders zal en moet het worden.
De onderwijzers hebben verder niets
te zeggen in de wijze, waarop het on
derwijs zal worden gegeven, hoewel
vaak hun ondervinding, hun ervaring
niet minder is dan die van het hoofd
der school.
Alle krachten der school moeten sa
menwerken, moeten invloed uitoefe
nen in den gang van het onderwijs; de
onderwijzers, de opvoeders, moeten
daartoe allen medewerken.
Het hoofd verschuilt zich aclder zijn
verantwoordelijkeid, wat spreker be
lachelijk achtte „wij", de opvoeders,
die het grootste deel van het onder
wijs geven, dragen de verantwoorde
lijkheid, wij, de mannen, die voor de
klasse staan, (applaus).
Daarop werd besproken wat de Bond
moet doen voor de opvoeding van het
kind zelf.
Daarbij zette spreker uiteen het nood
zakelijke van vr en schoeisel
voor de kinderen, met het oog op de
te geringe verdiensten van de ouders.
Het gebrek aan voedsel, de onbehoor
lijke kleedin"- moet invloed hebben op
de geestelijke ontwikkeling van het
kind.
Daarin moet voorzien worden, doch
niet door particuliere liefdadigheid,
maar van overheidswege.
Verder achtte spreker wenschelijk
schoolbaden, enz.
Spreker drono- er op aan bij alle
voorkomende gevallen mede te werken
met den arbeider, in diens belang en
in dat van den onderwijzer zelf. Van
den arbeider wel, niet van de bezitten
de klasse, die geen belang heeft hij
Goed onderwijs van den arbeider.
Vervolgens sprak mej. Smit, die voor
d'e vrouwelijke collega's het noodza
kelijke aantoonde van organisatie.
De Bond toch zoo zegde zij telt
6000 leden en daarvan niet meer dan
1100 onderwijzeressen; te Haarlem is
slechts het 4/5 deel georganiseerd.
Voor een deel is dat niet georgani
seerd zijn te wijten aan het vroegere
onzelfstandige der vrouw, anderdeels
aan de omstandigheid, dat voor
vele onderwijzeressen het salaris geen
hoofdzaak is.
Na gewezen te hebben op het noo 1-
zakelijke om voor en met elkander sa
men te werken, wees spreekster op de
instellingen van den Bond; herstel
lingsoord te Lunteren, het ondersteu
ningsfonds, de weerstaudskas, inste l
lingen, die bewijzen zijn voor de soli
dariteit van den onderwijzer.
Vervolgens trachtte mej. Smit. t?
weerleggen da mogelijke bezwareu die
de onderwijzeressen hebben tegen aan-
sluiting bij den Bond.
Met klem zette spreekster uiteon het
goede, mooie, het noodzakelijke van
samengaan tot hetzelfde doell
Na debat werd de drukbezochte ver.
gadering gesloten.
V erkiezingsvergadering.
Zondagmorgen te half elf had in
den tuin van café-Staalman in .1e
Saenr,©damstraat, een wijkvergadering,
een openlucht-verkiezingsmeeting, die
zeer druk bezocht was, plaats.
De eerste spreker die optrad was de
heer
F. W. N. HUGENHOLTZ.
candidaat voor de Tweede Kamer, Pro-
vinciale Staten en Gemeenteraad.
De heer Hugenholtz ving aan met
er op te wijzen, hoe thans in tegenstel
ling met vorige verkiezingen, de leuze
niet is: voor of tegen de kerkelijken,
doch hoe sinds de S. D. A. P. zich in
politiek en verkiezingen is gaan men
gen het gaat: voor of tegen arbeiders
belangen en de leuze is voor of tegen
urgentie van grondwetsherziening om
te komen tot algemeen kiesrecht,.
Spreker stipte in het kort aan oen
en ander uit de 3ociaal-deinokrat:jobd
levensbeschouwing, en trok de conclu
sie, dat de arbeiders, de groote klasse
der niet-bezitters thans luide den
eisch van algemeen kiesrecht moeten
doen hooren, niet als eisch vafe recht
vaardigheid alleen, doch in hun eigen
belang, want, waar. zooals tot nog
toe alleen d$ bezittende klasse over-
heerschend is in de Tweede Ka
mer, daar kan het niet anders of de
arbeiders-belangen worden verwaar
loosd.
Dit blijkt uit deze zittingsperiode,
waarvan de heer Hugenholtz de in be
handeling genomen wetten critisch be
sprak.
Met nadruk wees spreker op de on
gevallenwet, die zooals ze nu aange
nomen is, particuliere verzekering toe
laat naast de rijksverzekeringsbank, en
het ontwerp-pensioenwet, dat een ar
beider, een loon ontvanGend van min
der dan 5 's weeks, als hii 49 jaar
0.20 's weeks heeft bijgedragen, een
pensioen wil toekennen van 133.
Voorts oefende spreker critiek uit
op de leerplichtwet zonder schoolvoe-
ding en kleeding.
De heer Hugenholtz besprak nu nog
eens de candidates der tegenpartijen.
Den heeren. Van Styrum en Ooster-
baan bestreed hij op dezelfde gronden
als in zijn rede, Donderdag gehouden,
wees er op hoe de heer Van Styrum
zich steeds tegen, de arbeidersbelangen
heeft gekant, en in dien geest gestemd
heeft, en hoe de heer Oosterbaan de
candidaat dor anti-revolutionaire par
tij onmogelijk de candidaat der arbei
ders kan zijn.
Wat den heer Van de Kamp betreft,
zei spreker, nog steeds heb ik niet ver
nomen, dat hij van plan is voor zijn
kiezers op te treden, hetgeen zijn
plicht is.
We kennen don heer Van de Kamp
alleen als gemeenteraadslid, zeide de
heer Hugenholtz, en daar heeft hij wel
feuilleton.
Naar het Engelsch
VAN
MAX PEMBERTON,
3)
Hier was althans een vrouw,
met een goed hart, moedig, dat in
beroering bracht wat er nog goeds
,in hem was, zooals nog nooit
©ene hem had getroffen. 'tVerlangen
om de redenen te weten, diie haar
naar Moskou hadden gedreven ter
wijl de geheel© wereld te Peters-
burg was, werd onder ziirn rit al
grooter en grooter. Olga had het een
vreemde geschiedenis genoemd,
maar Olga kon geen bladzijde uit
het leven van haar zuster verkla
ren er was geen band of bond tus
schen hen. Het was vaak onmoge
lijk te gelooven dat zij beiden doch
ters waren van den vermetelem
ouden Paul Dolgorouki, dlie te Plev
na v.iel. De prins had gezegd dat
Fékla, zichzelf wel zou beschermen.
Hij wist. dat zij het wed zeer goed
zou doen.
Het sloeg een uur toen hij einde
lijk het park van het Velikii Paleis
inreed' en het nietige gebouw, dat
wit en eenzaam boven het kleine
pijnboomen bosch en de bevroren
vijvers in den tuin. uitstak, voor
zich zag. De winter had reeds zijn
kleed over d'e plaats verspreid, en
zijn tot doodslaap doemende adem
er overheen laten gaan.
Gelegen buiten de City, bijna aan
den rand" van. de bosschen, op den
versten noordelijken afstand van
Moskou, was Veliki Paleis een
spreekwoord voor alles wat af
schrikkend was en getuigde van
zwartgalligheid. Een krankzinnige.
Czaar had het laten bouwen, zooals'
de overlevering zeide, volgens het
plan van een gekken bouwmeester,
wienis oogen werden uitgestoken, in
de gruwelijke kerkers in de poort
waardoor de jonge kapitein der hu
zaren nu reed. Was het mogelijk
dat Fékla, Fékla de vermetele,
de onweerstaanbare, Fékla de-
schoonste vrouw die hij ooit had
gekend, moest boelen voor datgene,
waarvan de laster haar beschuldig
de? Hij kon aan zoo iets droevigs
met gelooven. Lachende om zijne
eigene gedachten trad hij het huis
binnen. Eir was nog geen kooi ge
maakt die zulk een zangvogeltje, als
dit gevangen kon houden.
Fékla was in het boudoir van het
paleis toen het bericht tot haar
kwam. Zij stond een ooGemblik voor
den spiegel om he-ur haar in ord©
te brengen en de plooien in haar
prachtig kleed glad te strijken.
Toen de prins binnentrad vond hij
haar met een boek in de hand, be
vallig rustend op een met goud en
ivoor belegde sofa, wier helder
blauwe zijden voering contrasteer
de met de blankheid' van haar ge
laat en haar hoog rood kleed. Otto
herinmetrde zich d'at zij altijd in
druk wist te maken, maar het hin
derde hem dat hare ontvangst miin-
der hartelijk was dan die van hare
zuster. Zij ontving hem eerder als
bloedverwant dan in ©enig ander
karakter, en trok hare klein© hand
terug bijna voor hij die had' luim
men aanraken.
Weil zoo I zeide zijhebt gij
mij weten uit te vinden?
Hij zette zijn sjako af, en plaatste
zich op een stoel naast de sofa.
Ja 1 zei hij, ik kom bij u
ontbiiten. Zeker wilde ik u bezoe
ken. Het regiment is vannacht hier
aangekomen. Ik wist niet dat gii
in Moskou waart, voordat ik straks
Olga ontmoettehoe zou ik ook
Iedereen dacht u in Petersburg.
Wat is er die reden van, Fékia, dat
gij hier zijt
Zij legde haar hoofd op het kus
sen en keek hem glimlachend aan,
alsof zij medelijden had met zijn
onkunde.
Als gij Olga ontmoet hebt, dan
zal zij u wel verteld hebben waar
om ik niet in Petersburg ben.
Ik verzeker u dat zij mij niets
verteld heeft.
Ik zou mij veel gelukkiger in
Veliki Paleis gevoelen als Olga hier
niet was. 19 dat niet lief en zus
terlijk?
De prins schudde zijn hoofd.
- Genegenheid tusschen familie
leden .is iets schoons, zei hij, in
derdaad hebben wij nooit getwist
hoewiel het vermogen er is.
Fékla lachte.
Ik zal u vertellen dat wij niet
langer een' vermogen hebben te
deel en. barstte zii uit met een har
den lach, daarom ben ik naar
Moskou verbannen.
De officier schrikte en keek haar
onderzoekend aan.
Verbannenonzin 1 dat wil
de men toch niet.
Men heeft het toch bewerkt,
mijn waarde OttoOom Michael
Dolgorouki. die drie vermogens te
Monte Carlo verloren heeft, klaag
de mij bij den Keizer aan wegens
mijne verkwisting .De Keizer was
zoo goed naar hem te luisteren. Het
is waar, honderd maal waar. Ik kan
niet tot de beschaving terugko'eren
zoolang mijn vrienden het voorzich
tig oordieelen, en gij kunt er over
oordeel en wat cïat zeggen wil.
Zij was nu zeer ernstig gestemd,
en op zijn beurt zweeg de man uit
bevreemding. En het ©eiste woord
dat hij sprak, kwam, uit zijn hart
Mijn arm kind!
Zij' rees op van de sofa. Er waren,
tranen in hare heldere blauwe
oogenmaar zij verdrong ze dlap-
per. ging naar het venster, en zag
naar het besneeuwde park. Zij ge
voelde zich dien morgen eenzaam
en verlaten'.
Winter, winter, winter, zei zij;
is er iets wanhopiger dam de
gedachte dat wij vijf maanden lang
niets dan sneeuw zullen zien?
Hii antwoordde onhandig met een
vraag
Waart gij gepasseerde jaar niet
te Monte Carlo?
Zij keerde zich snel om.
Eene van die redenen die ten
gevolge der beschuldiging van Mi
chael Dolgorouki werden opgege
ven voerde zij aan was dal
mijn ongeluk geen medelijden' ver
diendie. Ik vermoed dat hij boos op
mij was omdat ik negen duizend
roebels won en hij drie duizend
lcruis verloor. Alsof het aam mij lag
dat ik won, maar daarom is hot
niet.
Hij begreep haar en zweeg. Zij
waagde haar fortuin niet om geld
te winnen, dat wist hij wel. Haar
behoeft© aan opwinding, rusteloos,
doorzettend, onverwimnelijk schreef
het geschiedenisboek van haar le
ven. Hij geloofde niet dial er een,
bladizijdle van bevlekt zou zijn.
De oude Michael wordt voor
den grootsten schurk in Rusland ge
houden,, beweerde hij. meenende
haar d'aarmee te troosten. Als ik
te Petersburg kom zal ik van hem
vertellen wat ik weet, en intus-
schen inlichting nemen hier in
Moskou.
Zij zette zich op do sofa.