hunne verhouding tot den wind be
treft, geenszins als vaste en onwrik
bare lichamen, maar integendeel als
veerkrachtige, slingerende zuilen moe
ten worden beschouwd, werden der
gelijke metingen ook op kerktorens
toegepast.
Volgens zorgvuldige te Zurich ge
dane waarnemingen nu, zijn ook kerk
torens veerkrachtig, maar wat deze in
regelmatig slingerende beweging
brengt, is, tenminste volgens de tot
dusver gedane metingen, niet de wind.
doch het zijn de hoog in de torens op
gehangen massa's der Mokken.
Een 40 meter hooge kerktoren met
vijf klokken, die van 425 tot 3430 kilo
wegen, werd het eerst aan net onder
zoek onderworpen. Bij nauwkeurige
waarneming der torenspits bleek, dat
indien men de klokken slechts even
liet kleppen de spil in eene ellipsvor
mig draaiende beweging werd ge
bracht, die zeer goed waargenomen
kon worden, hoewel zij slechts in mil
limeters kon worden uitgedrukt, en
waarbij men even regelmatige perio
den opmerkte als bij de klokken zelf.
Het merkwaardigste was daarbij, dat
niet de grootste en zwaarste klokken
de sterkste slingeringen veroorzaken,
maar de kleinere en sneller bewogene.
Het luiden eener klok van 705 kilo ge
wicht deed de torenspits ovale slin
geringen maken van 3,6 m.M. lengte
en 2.4 mM. breedte,, waarvan men er
53 in de minuut telde. Bij gelijktijdig
luiden van eenige klokken stoorden
de trillingen elkander onderling en
hieven elkander gedeeltelijk op, doch
namen niettemin in aantal toe. Wan
neer al de klokken in beweging wer
den gebracht, waarbij de kleinste klok
57 en de grootste 43 slingeringen
maakte, beschreef de torenspits per
minuut 160 ellipsen, welker groote as
bijna 6 en de kleine 4 1/2 m.M. lang
was.
INGEZONDEN MEDE DEE
LINGEN.
30 oents per regel.
Eeu niouw product.
Al onze lezers kennen de wonder
volle eigenschappen van het Vichy-
wateir, waarvan do bronnen) dlie aan
den Franschen Staat behoorem, zoo
bekend gewordlen zijn en zoo aan
gewend' worden- onder de namen
CéLESTINS, HöPITAL -en GRANDE
GRILLE. Welnu-, met de COMPRI-
MéS VAN VICHY-ETAT, vervaar
digd! met de natuurlijke zoutien ge
trokken uit deze wateren, onder de
controle van den Staat, het is al
dus dat men dit water meti zi-ch
draagt, in zijn zak, daar -eenige de
zer Comprimés in -een glas water
of een flesch met' water gedlaan.
veranderen dit water en maken, het
in .een oogenhlik, gasac-htig, alca-
lünisch en spijsverterend.
Daarom de jagers, touri'sten, rei
zigersal diegenen die bij hunne
verplaatsingen zich het natuurlijke
Vichy-water niet kunnen verschaf
fen, hebben de COMPRIMéS V^N
VICHY-ETAT, aangenomen.
Gemengd Nieuws.
Vuurwerk!
Te Patterson, in de Vereenigde Sta
ten, is eene hoeveelheid vuurwerk
ontploft, waardoor 20 menschen ge
dood en 45 gewond, en bovendien drie
huizen vernield werden.
Groote braad te St. Peters
burg.
Over den grooten brand, di-e ver
leden week het Galedeneiland bij
St. Petersburg beeft verwoest, ko
men nu de volgende bijzonderhe
den.
Het vuur ontstond in den namid
dag op een werf, waar het groote
eerste-klasse pantserschip ..Vitias"
in aanbouw was, waarschijnlijk
doordat eenige werklieden een
draagbaren soldeeroven hadden om
gegooid. Binnen eenige minuten
stond de geheele werf, waar 300 ar
beiders aan het werk waren, in
vlammen. Vele werklieden, werden
door het vuur ven-ast, konden niet
uit de vuurzee komen en vielen
halfgestikt neer, waarna zij eenige
minuten later door de vlammen be
reikt werden. Andere arbeiders
sprongen in hun wanhoop in de
Newa, waar velen verdronken, voor
men hun te hulp kon komen.
Men kan zich een denkbeeld ma
ken van de -hitte, die rondom het
pantserschip heerschtei, als men
weet. dat 3 uur na het uitbreken
van den brand van het geheel-sta
len vaartuig niets overbleef dan e^n
vormlooze massa van ha.lfgesmolte'»
platen en staven. De kleederen der
brandweerlieden vlogen in brand,
als zij dicht bij het schip kwamen
en het water der spuiten verging in
stoom. Als de spuitgasten natge
spoten waren, begonnen hun klee-
ren na 10 seconden weer te bram
den.
Inmiddels had de brand zich
meegedeeld aan andere werven, die
eveneens geheel werden vernield,
evenals de kantoren, waardoor
groote bedragen in bankbiljetten
verloren gingen.
Meer dan 100 personen worden
vermist en zijn waarschijnlijk le
vend verbrand of verdronken de
materieel© schade beloopt meer
dan 25 millioen gulden.
Da Duitscha Diogenes.
Toen Koning Friedrich Wilhelm
IV in het jaar 1843 de Rijn-Provinciën
bezocht, vertoefde hij ook te Wezel,
waar hij den oudsten man in zïin rijk,
een grijsaard van 106 jaar, een bezoek
bracht. Hij vond hem op zijn gemak
in een armstoel zittende en zijne pijn
rookende, waarvan hij onafscheidelijk
was. Toen de Koning binnenkwam,
stond hij op en trad hem eenige schre
den te gemoet; maar ziine Majesteit
wenkte hem, dat hij weer moest gaan
zitten, en sprak met de grootste ge
meenzaamheid met hem, terwijl de
oude man zijne pijp bleef rooken.
Op het punt van heen te gaan vroeg
dp Krmins- nf hij ppn of anderen wensch
had, dien het in zijne macht was te
bevredigen.
„Dank u, Uwe Majesteit; ik heb al
les wat ik op deze wereld noodig heb."
.„Waarlijk- Denk eens een oogen
hlik na. Ieder mensch heeft gewoon
lijk toch wel een of ander bijzonder
verlangen of iets, dat hij wel zou wen-
schen."
„Welnu, Sire, nu ik er over denk,
heb ik u eene gunst tevragen. Mijn
dokter is er op gesteld, dat ik eiken
dag een wandeling op de bolwerken
doe. Telkens als ik het kruidmagazijn
voorbij ga, roept de schildwacht mij al
uit de verte toe: „Neem je pr- uit je
mond," en omdat ik heel langzaam
loop, gaat mijne pijp dan uit. Als Uwe
Majesteit nu zoo goed zou willen we
zen order te geven, dat de schildwacht
mij rustig mijne pijp laat rooken, zou
ik dit als de grootste gunst beschou
wen, die Uwe Majesteit mij voor mijne
overige levensdagen kan bewijzen.''
De order werd gegeven, en de oude
man genoot nog meer dan twee jaar
dat privilege, en stierf eindelijk met
zijne pijp in den mond.
Het gewicht der hersenen
en het verstand.
Men schijnt zich een weinig te veel
gehaast te hebben met het aannemen
van zekere verhouding tusschen de
zwaarte der hersenen of den omvang
van den schedel en het verstand. Al
moge deze samenhang in zeker aantal
gevallen kunnen zijn aangetoond,
nieuwe waarnemingen hebben de ab
solute waarde ervan verminderd.
Als beroemde uitzondering op deze
verhoudingwet kende men reeds het
geval van Gambetta, wiens hersenen
nauwelijks 1200 gram wogen, terwijl
het gemiddeld gewicht van dit orgaan,
volgens de schrijvers over dit punt,
zich tusschen 1500 en 1650 gram be
weegt.
Maar daarna heeft eenBritsch anthro.
poloog, Joseph Simms, de uitkomst
zijner nasporingen algemeen bekend
gemaakt en volgens deze zoude het
zwaarste stel hersenen, dat ooit gewo
gen is, toebehoord hebben aan een
jongen dagbladventer te Londen. Die
jonge knaap was wel min of meer
stompzinnig, maar had toch hersenen,
die niet minder dan 2400 gram wogen.
Op ééne lijn met dit hersengewicht
kan men dit stellen van de hersenen
van zekeren Rustan (2340 gr.) een ar
men en onwetenden Scandinavischen
boer.
Dan vermeld Simms nog in zijne
aanteekeningen een Indisch dwerg
meisje, welker hersenen de zwaarte
hadden van 2200 gram, dus nog 70 gr.
meer wogen dan die van den beroem
den Russischen romanschrijver Tour-
gueneff, bij wien zij 2130 gram zwaar
waren.
Stelt men ten slotte als gemiddeld
gewicht. 1575 gram, dan heeft Simms
bevonden, dat de hersenen van 60 be
roemde personen een gemiddeld ge
wicht gaven van 1530 gram, dus bene
den de algemeene gemiddelde en ter
nauwernood meer dan het laagste
gemiddelde, onder de schrijvers aan
getroffen. Daarentegen vond men voor
10 stel idiotenhersenen en 5 stel her
senen van kindsche of onnoozele per
sonen de gemiddelde zwaarte van 1776
gram.
Men zal dus, behalve de zwaarte va^
Jigf rrcrpori flor nr.rr rr - ui-
Noord=Amerikaansche spoorwegen.
De geweldige transacties, welke in
de laatste weken de New-Yorksche
beurs hebben doen sidderen, doordat
in een ommezien de koers van sommi
ge spoorwegpapicren tot duizeling
wekkende hoogte werd opgedreven of
weder omlaag - edrukt, hebben de aan
dacht weer gevestigd op het geweldige
Noordamerikaansehe net van rails.
Als overal zijn ook in Noord-Ameri-
ka de spoorwegen de algemeene ver
keerswee-en gevolgd, die zich op hun
beurt weer aangepast hebben aan de
natuurlijke grondsgesteldheid of wil
lekeurig tot het benuttigen van be
paalde voovdeelen van het terrein zijn
aangelegd.
Het oudste gebied van de Noordame
rikaansehe statenvormang, d. i. het
land tusschen de Mississipi en den At-
lantischen Oceaan wordt door het Al-
leghany-gebergte in twee ongelijke
deelen verdeeld. Het gebergte wordt
in zijn geheele lengte gevolgd dooi
den Southem-Pacific-spoorweg, die
eerst de belangrijke handelsmiddel
punten New-York en New-Orleans ver
bindt en zich aansluitend bij den loop
an de Rio Grande en de Rio Gila, ten
slotte de Stille Zuidzee in de nabijheid
van Los Angelos bereikt.
Merkwaardigerwijze beeft de groote
waterweg, de Mississippi, geen aanlei
ding gegeven tot den aanleg van be
duidende spoorwegen. Dit is verklaar
baar, als men in bet oog houdt, dat
het goederenverkeer tusschen he,t bin
nenland met Europa snelle'- van de
Atlantische kust dan van de Golf van
Mexico kan worden bezorgd. Zoo ziet
men dan de hoofdverkeerswegen zich
in west-oostelijke richting ontwikke
len: men streefde altijd naar directe
verbindingen tusschen de beide ocea
nen de zg.n Pacifac-spoorwegen. Ook
deze volgen, zoo mogelijk, de door ri
vieren .en bergpassen aangegeven na
tuurlijke wegen.
De Canada-Pacific-spoorweg verge
zelt de St. Laurensrivier, en slingert
vervolgens langs den noordelijken
rand van het beltken der groote meren.
De Northern-Pacific-spoorwe? die
langs de zuidzijde van het merenbek-
lten loopt, stijgt uit de rivierdalen tot
het Rotsgebergte omhoog, om aan ~e-
ne ziide van dit gebergte, den loop
van de Columbia volgend en door de
dalen van het Randgebergte evenwij
dig aan de Stille zuidzeekust gaande,
te San Francisco.
De Union-Pacific volgt in west-oos
telijke richting de Nebraska, een zij
rivier van de Missouri, om in den
Evan-pas het Rotsgebergte te beklim
men en aan de andere züde in de oa-
senketen van bet Groote Zoutmeer als
Central-Pacific vooif, te gaan.
De in hoofdzaak "in westroostelijke
richting in de Mississipi vloeiende Ar
kansas wordt vergezeld door den At
chison-, Topeka- en Santa-Fé-spoor-
weg; haar eveneens van het westen
naar het oosten stroomende bijrivier
Canadian River wijst den Atlantic-
and Pacific-spoorweg den weg.
I Deze geweldige ranst,rengen worden
j door een dicht net van dwarsspoorwe-
gen met elkaar verbonden; de mazen
van bet net worden naar het westen
telkens breeder. Hier is de voornaam
ste spoorwee- die, welke van Santa.Fê
het dal van de Rio Grande in zuide
lijke richting volgend, naar Mexico
gaat, de oudste, natuurlijke verkeers
weg tusschen de Vereenigde Staten en
de vroegere Spaansche bezittingen.
De voornaamste, naar net noorden
voerende verbindingsweg is die, wel
ke het noordelijk Mississippie-gebied
met de meren, d. i. da enorme ver-
keers-centra Chicago en St. Louis ver
bindt, en door het dal der Red River
naar het noorden een verbinding met
den Canada-Pacific-spoorweg tot stand
brengt.
De Amarikaansche spoorwegen too-
nen in hun geheele organisatie een
groot verschil met de Europeesche.
Terwijl de spoorwegen in Europa groo-
tendeels maatschappijen van vervoer
zijn, dia financieele, politieke, en ook
strategische beteekenig nebben, is
voor de Amerikaansche ondernemin
gen alles op de geldquaestie gebaseerd.
Zoo zijn de spoorwegmaatschappijen
in de Unie in vele gevallen ook bezit
sters van kolen- en andere miinen,
scheepvaart-ondernemingen, scheeps-
bouwwerveu, hotels, fabrieken, hoog
ovens enz.
Groote inkomsten trekken zij voort
uit het rselamewezen.
dere factor moeten aannemen, die be
paald in het weefsel van het orgaan
moet worden gezocht.
Nachtrust.
Vele doktoren zijn van gevoelen,
dat de duur der nachtrust, die men
gewoon is te nemen, zeer veel invloed
heeft op den levensduur, en vrij alge
meen nemen zij aan, dat minstens acht
uren slaap per etmaal eerst voldoende
is.
Nu kan dit theoretisch ten opzichte
van den gemiddelden mensch wel toe
gegeven worden, maar toch is opmer
kelijk, dat de werkzaamste menschen
van vroegeren en lateren tijd nood
acht uren per dag aan den slaap heb
ben besteed.
Zoo wijst men op James Leyge,
professor in de cliineesche taal aan de
universiteit te Oxford, die eiken mor
gen om 3 uur opstond, nooit langer
dan 5 uren sliep en op 82-jarigen leef
tijd stierf.
Brunei, een beroemd ingenieur,
werkte het grootste deel van zijn leven
twintig uren per dag. Hij had de ge
woonte om. na een groot gedeelte
van den nacht aan den arbeid te heb
ben besteed twee of drie uren in zijn
fauteuil te slapen, en als hij dan ont
waakte, was bij dadelijk weer gereed
om zijn werk te hervatten.
Sis George Elliot, die naderhand
Lord Heathfield werd en die het op
perbevel voerde bij bet groote leleg
van Gibraltar, dat niet minder dan
vier jaren duurde, sliep nooit meer dan
4 uren daags, doch dit belette hem
niet om den ouderdom van vier-en-
tachtig jaren te bereiken.
Ook I-Iumboldt sliep, toen hij qud
was. vier uren per eunaal, doch hij
hield staande, dat hij in zijn jongen
tijd niet meer dan twee uren slaap
noodig had.
Het is bekend, hoe Littré leefde. Om
8 uur stond hij op; om 9 uur begon hij
zijne werkzaamheden tot het uur van
het ontbijt; om 1 uur hervatte hij den
arbeid en zond hij zijne bijdragen aan
het Journal des Savants, waaraan hi]
sedert 1855 geregeld medewerkte; van
3 tot 6 uur werkte hij aan zijn woor
denboek, om 6 uur gebruikte bij zijn
middagmaal en om 7 uur zette hij
zich weder aan den arbeid, waarmede
hij bewees, dat niet altijd nadeelig is,
na den maaltijd nog te gaan werken.
Te middernacht hield liij even op, en
nadat zijne vrouw en dochter zien ter
rust hadden begeven, vatte bij het
werk weder op tot 3 uur 's morgens
doch zomers zette hij in den regel zijne
studiën voort, tot de zon opging. Lit
tré is hij, misschien door deze levens
wijze tachtig jaren geworden.
Een evenredig verband tusschen den
levensduur en den duur der dagelijk-
sehe nachtrust schijnt dus niet te be
staan
Hoe een pliotograaf geplaagd
kan worden.
Een jong pliotograaf, wien gevraagd
werd niet welke soort van opnemin
gen hij de meeste moeite had, ant
woordde zonder een oogenblik te aaw
zelen: .Kleine kinderen. Ik bedoel niet
de kinderen zeiven," liet hij er op vol-
g. ,,'t is zoo moeilijk niet goede ne-
ga tieven van hen te krijgen. Maar
van de familie heb ik zoo'n last.
„Bijvoorbeeld," ging hij voort,
„maakte ik onlangs eene photographie
van een ventje van tien maanden in
zes verschillende posities. Gisteren
zond ik de proeven aan zijn moeder
en vandaag bracht zij ze mij terug.
„Het spijt me," zei ze, zonder dat ik
eenige spijt kon merken, „maar er is
geen een bij, die kan voldoen." „Geen
een van de zes?" vroeg ik, hoewel voor
bereid op wat er volgen zou. „Neen,"
zei ze, „ik vrees van neen. Ziet ge, die
daar bevalt mij wel, ofschoon het niet
het lieve gezichtje van bet ventje is;
maar zijn tante Emily zegt, dat liet
bepaald een caricatuur is; en zijn papa
zegt, dat hij nooit geraden zou hebben
wie het moest voorstellen, want bet
kijkt veel te knorrig, en de Meine is
zoo'n vriendelijk schepseltje!
„Die lachende bevalt hem, maar
daar zou ik geen oogeiiblik aan den
ken, want daar lijkt zijn mond veel
erooter nu dan hij wérkelijk is. Ziina
grootmoeder heeft die gekozen, maar
nicht Fanny zegt, dat er zoo'n rare uit
drukking in zijne oogen is zoo heel
raar! Die, waarop hij bijna huilt,
vindt zij echter wel aardig. Ge hadt
grootpapa eens moeten hooren, toen
ze zei, dat ze die wel aardig vondt! Hij
hakte eigenlijk den knoop door, want
wat hij zei was heel verstandig. Hij
vroeg, of ik niet nog wat meer proeven
zou laten maken, om te zien of er
eindelijk toch niet eene bij was, die
werkelijk op het kind leek.
„Nu, wanneer kan hij weer zitten?
Ik heb er werkelijk niet veel tijd voor,
maar in vredes naam, 't is het eenige
wat er aan te doen isl"
In verlegenheid.
Een Fransche zanger leefde gedu
rende verscheiden jaren in hartelijke
vriendschap met den schatrijken
député van een departement, abonné
van 't theater, waaraan hij verbonden
was.
Toen de tenor op zekeren dag wat. in
geldverlegenheid zat, schreef hij aan
den député-miilionair om hem vijf-en-
twintig louis te willen leenen. De an
der antJwoordde p. o.
„Onmogelijk, goede vriend; ik zit
zelf op t' oogenblik wat in verlegen
heid en kan u tot miin groote spijt
niet den kleinen dienst bewijzen, dien
gij mij vraagt".
Eenige dagen daarna ontving hij
an den tenor liet volgend briefje:
„Waarde vriend!
„Ik heb, bij geluk, vijftig louis te
leen kunnen krijgen, en daar ik ia
geen geval wil, dat gij in verlegenheid
zit, haast ik mij u de helft te zenden
in de hoop dadit u dot van dienst zal
kunnen zijn."
De pest.
Naar uit Alexandrië gemeld wordt,
woed't de pest in verscheidene Egyp
tische havens. Het erg9te heerscht de
ziiekte in Sagasij, waar in Juni, tot
nu toe, 48 gevallen voorkwamen. De
Staat geeft belangrijke sommen om
de ziekte te bekampen.
Sprinkhanen.
Een zwerm sprinkhanen is te Bal
ten in Spanje neergestreken waai
enorme schade aan de olijfboomen is
toegebracht. Eenige velden in de pro-
cie Malaga zijn ook geteisterd Onmid
dellijk is men uitgetogen om de dieren
te vernietigen.
Faillissementen.
Uitgesproken
's-Gravenhage, 18 Juni. Johan An
ton Joseph Kopp, horlogemaker,
wonende te 's-Gravenhage. Rechter-
comm. Jhr. Mr. R. O. van Holthe
tot Echten.
21 Juni. Julius Marten Lind
quist, masseur, te 's-Gravenhage.
Rechter-comm.Mr. J. F. van dei-
Lek de Clercq.
Groningen, 21 Juni. Jan Schu-
ringa, bakker te Grijpskerk. Rech-
ter-comm.Jhr. Mr. W. Alherda
van Ekenstein.
Heerenveen, 20 Juni. Koene Koe
nen. winkelier te Oudiehorne-. Rech-
ter-comm. Mr. D. J. R. Brants.
Arnhem, 20 Juni. W. A. Hen
driks, winkelier te Velp. Rechter-
comm. Mr. H. J. van der Poel
Hidd'ingh.
Geëindigd'
J. E. W. Kriege, timmerman te
Haarlem Anna Maria zich noemen
de Margaretha, Beckers, koffiehuis
houdster te Vaals A. J. Beukering,
A. J. B. Paulis en de firma Beuke
ring en Paulis, te Amsterdam.
Stoomvaartberichten.
Het stoomschip Soembing, van Rot
terdam naar Java, arriveerde 23 Juni
te Padang.
Het stoomschip Oengaran, van Rot
terdam naar Java, passeerde 22 Juni,
des nam., Sagres.
Het stoomschip Koning Willem TI,
van Batavia naar Amsterdam, av veer
de 23 Juni te Genua en zette de rei?
voort.
Het stoomschip Bali, van Moumain
naar Hamburg, passeerde 22 Juni Malta
Het stoomschip Koningin Regentes,
van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 23 Juni te Southampton.
Het stoomschip Polyphemus vertrok
23 Juni van Amsterdam -via Londen
naar Java.
vlechten over hare schouders en
borst. Een korte poos keelt zij hem
aan, als verbaasd- eni niet in staat
om te begrijpen waarom hij daar
was, maar zijn stern bracht haar
tot zichzelf en zij kwam uit de
kamer in d)e galerij.
Fékla, zei hij fluisterend.
Ik moet u spreken.
Verrast vroeg zij Wat is er?
alt dacht d'at gij; kloptet. Is er
iemand) daar
De salon is gesloten, zei hij,
radi sprekende. Ik meencle een
briefje aan u te schrijven, maar
Varso, de graaf was mij voor. en
toon- ik later terugkwam, was de
deur gesloten.
Zij lachte ongeloovig.
Neen, neen betuigde zij-,
dat is een vergissing. Ik zal het u
toonen.
1-Iij hield de wacht, terwijl zij,
op de deur van. de ontvangkamer
toeliep, en die zocht te openen.
Daar ook zij de deur niet kon ope
nen, riep zij zijne hulp in, terwijl
de vlam der lamp haar van schrik
verbleekt gezichtje bescheen.
Wie heeft haar gesloten? vroeg
zij. Haar vraag getuigde dat ook zij
het/ niet begreep.
Hij voegde zich bij haar, en luis
terde of hij eenig geluid' in de ka
mer vernam, maar er was niets te
hooren. Hij dacht dat hij- haar hart
haarde kloppen.
Gij moet het den graaf vragen.
Hij was hier een uur geleden be
zig met uw brieven te lezen, al
thans ik verbeeldde mij, zulks.
Zij poogde te lachen.
Hij slaapt daar ginder, zei zij
en voegde er toen bij
Is het niet zeer vreemd dat hii
de deur zou hebben gesloten?
Hij beantwoordde de vraag met
een ongeduldig gebaar, nam die
lamp uit haar hand en ging naar
het boudoir.
Ik vrees dat hij zijn redenen
had; laten wij zien of de andere-
kamers niet gesloten zijn.
De deur van het boudoir ging bii
die eerste aanraking open,. Hij hiel
da lamp op en zij volgde hem in
de kamerzij stonden naast elkan
der, en zagen dat de weinige za
ken van gister nog lagen of ston
den op dezelfde plaatsen op d'e ta-
fe.l en de sofa's, en het was duide
lijk dat deze kamer niet bezocht
was. Hij had zich daarvan met. een,
vluchtigen blik overtuigd, en sloot
de deur.
Fékla, begon hij op ernsfcigen
toon,. Ik moet u spreken.
Zij antwoordde verstrooid
Als gij dat wenscht, goed.
Ga dan zitten en luister naar
mij. Ik heb gewichtige zaken met
u te bespreken.
Zij keek hem aan. alsof zij het
■van zijn gezicht wilde lezen, en.
ging toen zitten. Zij was niet in
staat om ziin bedoeling of zijn hou
ding te doorzien,.
Vertel mij, vroeg hij kortaf,
waren er in het bureau brieven
d'ie gij kunt -issen dat Varso las?
Haar antwoord was dadelijk
Geene, welke ook. Dc graaf is eon
mijner oudiste, vrienden.
Zoo denkt gij. Ik wenschtei
niet te moeten denken aan de- mo
gelijkheid van een misverstand.
La-at ik een andere weg volgen.
Waren er in uw kabinet brieven
die gij' niet zoudt wenschen dat de
politie ze las?
Hij stond voor haar toen hij de
vraag deed en zij hief een- ernstig
gezicht op, toen zij hem- antwoord
de
Er waren geen brieven dan
die van mijn vrienden -en de onzin
dien Pavel, de dichter schrijft.
Hij schuddie zijn hoofd.
Is die Pavel in dienst van het
gouvernement
Zij glimlachte. Hij is ontoere
kenbaar, zooals meestal de Russi
sche dichters.
Hij spreekt van vrijheid en dat
soort van dingen
Hij praat een massa onzin.
En haalt die ook in zijn ge
schriften. Hij heeft boeken geschre
ven er waren boeken in de ka
mer, veronderstel ik
Mijne novellen en de bro
chures van den oudlen Grigoriiev.
Waf soort brochures zijn daf
Zij glimlachte opnieuw.
Ik heb wel d'e hoedanigheid'
van een c-riticus maar niet zijn
m.ced'. Grigoriev zou tranen storten
als hij wist d'at ik ze nooit heb ge
lezen,
Schrijft .hij altijd nonsens?
Ik denk van j:a
Verraderlijke nonsens
Waarom vraagt gij dat
Omd'at d'ie brieven en boeken
nu in handen zijn van Varso.
In handen van mijn vriend)
Ik wenschte d'at ik er ook zoo
over dacht maar ik moet spraken
Gister sprak ik de Engelsche, Lu-i
cy Alton. Zij gaf mij den maam van j
iemand in Rusland' die hier niet
komt als vriend.Zij had om- mij ge
zonden om mij me.e te deelen daf
er een spion hier in huis is.
Hij aarzelde. Het mieisje rees op
en stond roerloos tegenover hem.
De naam, vroeg zij- fluiste
rend'.
Uw vriend, graaf Varso,
Hij had gedacht dat zij zich door
een woord of een uitroep verraden
zou, maar zij bleef bewegingloos
voor lism staan. Toen zij eindelijk
sprak, was het met d'e bedoeling
om hem van hare onschuld te over
tuigen, en ook uit medegevoel mot
hemi die haar verraden had'.
Ik wil d'en graaf zien-, riep zij
uit, hij zal mij. zeggen waarom
hij mij d'at heeft aangedaan..
Zij nam de lamp op en ring die
kamer uit. Hij bleef en hle'ld' haar
in het oog, terwijl zij luide op de
deur klopte en geen antwoord
kreeg. Toen zij overtuigd was dat
er niemand' in die kamer was, ont
snapte er een lichte kreet -aan hiare
liippen.
O, mijn God, mijn God,
sprak zij.
Het was nu voor het eerst dal d'e
aandoening haar overmeesterde'.
Het roerende van- d'ien uitroep wek
te het hart van den' man een innig
medelijden op. Hij greep hare hand
toen zij van de deur terugtrad en
drukte haar aan zijn. hart.
Geef mij het recht om redding
voor u te vinden vroeg liij,. Geef
mij het recht om met den. dag van
morgen uw lot te deelen.
Zij zocht zich van hem- los te -
maken
Dat gaf i-k u reeds nu durf
ik het niet ik heb niets meer
te geven.
Alles kunt gij mij geven
uw liefde het recht om tegen
over de geheele- wereld' uw vriend!
te zijn.
Het medelijden in zijn stem over
won de vrouw in haar. Hij hield
haar in zijn armen en haar h-eete
tranen vielen op zijn hand.
Hef recht, is aan- mij:, tot hef
einde, sprak hij. Met den dag zal
ik het ieder meedeelen Varso
het eerst.
Hij is niet in zijn kamer,
sprak zij.
Ik zal hem opzoeken.
(Wordt vervolgd).