hunne verhouding tot den wind be treft, geenszins als vaste en onwrik bare lichamen, maar integendeel als veerkrachtige, slingerende zuilen moe ten worden beschouwd, werden der gelijke metingen ook op kerktorens toegepast. Volgens zorgvuldige te Zurich ge dane waarnemingen nu, zijn ook kerk torens veerkrachtig, maar wat deze in regelmatig slingerende beweging brengt, is, tenminste volgens de tot dusver gedane metingen, niet de wind. doch het zijn de hoog in de torens op gehangen massa's der Mokken. Een 40 meter hooge kerktoren met vijf klokken, die van 425 tot 3430 kilo wegen, werd het eerst aan net onder zoek onderworpen. Bij nauwkeurige waarneming der torenspits bleek, dat indien men de klokken slechts even liet kleppen de spil in eene ellipsvor mig draaiende beweging werd ge bracht, die zeer goed waargenomen kon worden, hoewel zij slechts in mil limeters kon worden uitgedrukt, en waarbij men even regelmatige perio den opmerkte als bij de klokken zelf. Het merkwaardigste was daarbij, dat niet de grootste en zwaarste klokken de sterkste slingeringen veroorzaken, maar de kleinere en sneller bewogene. Het luiden eener klok van 705 kilo ge wicht deed de torenspits ovale slin geringen maken van 3,6 m.M. lengte en 2.4 mM. breedte,, waarvan men er 53 in de minuut telde. Bij gelijktijdig luiden van eenige klokken stoorden de trillingen elkander onderling en hieven elkander gedeeltelijk op, doch namen niettemin in aantal toe. Wan neer al de klokken in beweging wer den gebracht, waarbij de kleinste klok 57 en de grootste 43 slingeringen maakte, beschreef de torenspits per minuut 160 ellipsen, welker groote as bijna 6 en de kleine 4 1/2 m.M. lang was. INGEZONDEN MEDE DEE LINGEN. 30 oents per regel. Eeu niouw product. Al onze lezers kennen de wonder volle eigenschappen van het Vichy- wateir, waarvan do bronnen) dlie aan den Franschen Staat behoorem, zoo bekend gewordlen zijn en zoo aan gewend' worden- onder de namen CéLESTINS, HöPITAL -en GRANDE GRILLE. Welnu-, met de COMPRI- MéS VAN VICHY-ETAT, vervaar digd! met de natuurlijke zoutien ge trokken uit deze wateren, onder de controle van den Staat, het is al dus dat men dit water meti zi-ch draagt, in zijn zak, daar -eenige de zer Comprimés in -een glas water of een flesch met' water gedlaan. veranderen dit water en maken, het in .een oogenhlik, gasac-htig, alca- lünisch en spijsverterend. Daarom de jagers, touri'sten, rei zigersal diegenen die bij hunne verplaatsingen zich het natuurlijke Vichy-water niet kunnen verschaf fen, hebben de COMPRIMéS V^N VICHY-ETAT, aangenomen. Gemengd Nieuws. Vuurwerk! Te Patterson, in de Vereenigde Sta ten, is eene hoeveelheid vuurwerk ontploft, waardoor 20 menschen ge dood en 45 gewond, en bovendien drie huizen vernield werden. Groote braad te St. Peters burg. Over den grooten brand, di-e ver leden week het Galedeneiland bij St. Petersburg beeft verwoest, ko men nu de volgende bijzonderhe den. Het vuur ontstond in den namid dag op een werf, waar het groote eerste-klasse pantserschip ..Vitias" in aanbouw was, waarschijnlijk doordat eenige werklieden een draagbaren soldeeroven hadden om gegooid. Binnen eenige minuten stond de geheele werf, waar 300 ar beiders aan het werk waren, in vlammen. Vele werklieden, werden door het vuur ven-ast, konden niet uit de vuurzee komen en vielen halfgestikt neer, waarna zij eenige minuten later door de vlammen be reikt werden. Andere arbeiders sprongen in hun wanhoop in de Newa, waar velen verdronken, voor men hun te hulp kon komen. Men kan zich een denkbeeld ma ken van de -hitte, die rondom het pantserschip heerschtei, als men weet. dat 3 uur na het uitbreken van den brand van het geheel-sta len vaartuig niets overbleef dan e^n vormlooze massa van ha.lfgesmolte'» platen en staven. De kleederen der brandweerlieden vlogen in brand, als zij dicht bij het schip kwamen en het water der spuiten verging in stoom. Als de spuitgasten natge spoten waren, begonnen hun klee- ren na 10 seconden weer te bram den. Inmiddels had de brand zich meegedeeld aan andere werven, die eveneens geheel werden vernield, evenals de kantoren, waardoor groote bedragen in bankbiljetten verloren gingen. Meer dan 100 personen worden vermist en zijn waarschijnlijk le vend verbrand of verdronken de materieel© schade beloopt meer dan 25 millioen gulden. Da Duitscha Diogenes. Toen Koning Friedrich Wilhelm IV in het jaar 1843 de Rijn-Provinciën bezocht, vertoefde hij ook te Wezel, waar hij den oudsten man in zïin rijk, een grijsaard van 106 jaar, een bezoek bracht. Hij vond hem op zijn gemak in een armstoel zittende en zijne pijn rookende, waarvan hij onafscheidelijk was. Toen de Koning binnenkwam, stond hij op en trad hem eenige schre den te gemoet; maar ziine Majesteit wenkte hem, dat hij weer moest gaan zitten, en sprak met de grootste ge meenzaamheid met hem, terwijl de oude man zijne pijp bleef rooken. Op het punt van heen te gaan vroeg dp Krmins- nf hij ppn of anderen wensch had, dien het in zijne macht was te bevredigen. „Dank u, Uwe Majesteit; ik heb al les wat ik op deze wereld noodig heb." .„Waarlijk- Denk eens een oogen hlik na. Ieder mensch heeft gewoon lijk toch wel een of ander bijzonder verlangen of iets, dat hij wel zou wen- schen." „Welnu, Sire, nu ik er over denk, heb ik u eene gunst tevragen. Mijn dokter is er op gesteld, dat ik eiken dag een wandeling op de bolwerken doe. Telkens als ik het kruidmagazijn voorbij ga, roept de schildwacht mij al uit de verte toe: „Neem je pr- uit je mond," en omdat ik heel langzaam loop, gaat mijne pijp dan uit. Als Uwe Majesteit nu zoo goed zou willen we zen order te geven, dat de schildwacht mij rustig mijne pijp laat rooken, zou ik dit als de grootste gunst beschou wen, die Uwe Majesteit mij voor mijne overige levensdagen kan bewijzen.'' De order werd gegeven, en de oude man genoot nog meer dan twee jaar dat privilege, en stierf eindelijk met zijne pijp in den mond. Het gewicht der hersenen en het verstand. Men schijnt zich een weinig te veel gehaast te hebben met het aannemen van zekere verhouding tusschen de zwaarte der hersenen of den omvang van den schedel en het verstand. Al moge deze samenhang in zeker aantal gevallen kunnen zijn aangetoond, nieuwe waarnemingen hebben de ab solute waarde ervan verminderd. Als beroemde uitzondering op deze verhoudingwet kende men reeds het geval van Gambetta, wiens hersenen nauwelijks 1200 gram wogen, terwijl het gemiddeld gewicht van dit orgaan, volgens de schrijvers over dit punt, zich tusschen 1500 en 1650 gram be weegt. Maar daarna heeft eenBritsch anthro. poloog, Joseph Simms, de uitkomst zijner nasporingen algemeen bekend gemaakt en volgens deze zoude het zwaarste stel hersenen, dat ooit gewo gen is, toebehoord hebben aan een jongen dagbladventer te Londen. Die jonge knaap was wel min of meer stompzinnig, maar had toch hersenen, die niet minder dan 2400 gram wogen. Op ééne lijn met dit hersengewicht kan men dit stellen van de hersenen van zekeren Rustan (2340 gr.) een ar men en onwetenden Scandinavischen boer. Dan vermeld Simms nog in zijne aanteekeningen een Indisch dwerg meisje, welker hersenen de zwaarte hadden van 2200 gram, dus nog 70 gr. meer wogen dan die van den beroem den Russischen romanschrijver Tour- gueneff, bij wien zij 2130 gram zwaar waren. Stelt men ten slotte als gemiddeld gewicht. 1575 gram, dan heeft Simms bevonden, dat de hersenen van 60 be roemde personen een gemiddeld ge wicht gaven van 1530 gram, dus bene den de algemeene gemiddelde en ter nauwernood meer dan het laagste gemiddelde, onder de schrijvers aan getroffen. Daarentegen vond men voor 10 stel idiotenhersenen en 5 stel her senen van kindsche of onnoozele per sonen de gemiddelde zwaarte van 1776 gram. Men zal dus, behalve de zwaarte va^ Jigf rrcrpori flor nr.rr rr - ui- Noord=Amerikaansche spoorwegen. De geweldige transacties, welke in de laatste weken de New-Yorksche beurs hebben doen sidderen, doordat in een ommezien de koers van sommi ge spoorwegpapicren tot duizeling wekkende hoogte werd opgedreven of weder omlaag - edrukt, hebben de aan dacht weer gevestigd op het geweldige Noordamerikaansehe net van rails. Als overal zijn ook in Noord-Ameri- ka de spoorwegen de algemeene ver keerswee-en gevolgd, die zich op hun beurt weer aangepast hebben aan de natuurlijke grondsgesteldheid of wil lekeurig tot het benuttigen van be paalde voovdeelen van het terrein zijn aangelegd. Het oudste gebied van de Noordame rikaansehe statenvormang, d. i. het land tusschen de Mississipi en den At- lantischen Oceaan wordt door het Al- leghany-gebergte in twee ongelijke deelen verdeeld. Het gebergte wordt in zijn geheele lengte gevolgd dooi den Southem-Pacific-spoorweg, die eerst de belangrijke handelsmiddel punten New-York en New-Orleans ver bindt en zich aansluitend bij den loop an de Rio Grande en de Rio Gila, ten slotte de Stille Zuidzee in de nabijheid van Los Angelos bereikt. Merkwaardigerwijze beeft de groote waterweg, de Mississippi, geen aanlei ding gegeven tot den aanleg van be duidende spoorwegen. Dit is verklaar baar, als men in bet oog houdt, dat het goederenverkeer tusschen he,t bin nenland met Europa snelle'- van de Atlantische kust dan van de Golf van Mexico kan worden bezorgd. Zoo ziet men dan de hoofdverkeerswegen zich in west-oostelijke richting ontwikke len: men streefde altijd naar directe verbindingen tusschen de beide ocea nen de zg.n Pacifac-spoorwegen. Ook deze volgen, zoo mogelijk, de door ri vieren .en bergpassen aangegeven na tuurlijke wegen. De Canada-Pacific-spoorweg verge zelt de St. Laurensrivier, en slingert vervolgens langs den noordelijken rand van het beltken der groote meren. De Northern-Pacific-spoorwe? die langs de zuidzijde van het merenbek- lten loopt, stijgt uit de rivierdalen tot het Rotsgebergte omhoog, om aan ~e- ne ziide van dit gebergte, den loop van de Columbia volgend en door de dalen van het Randgebergte evenwij dig aan de Stille zuidzeekust gaande, te San Francisco. De Union-Pacific volgt in west-oos telijke richting de Nebraska, een zij rivier van de Missouri, om in den Evan-pas het Rotsgebergte te beklim men en aan de andere züde in de oa- senketen van bet Groote Zoutmeer als Central-Pacific vooif, te gaan. De in hoofdzaak "in westroostelijke richting in de Mississipi vloeiende Ar kansas wordt vergezeld door den At chison-, Topeka- en Santa-Fé-spoor- weg; haar eveneens van het westen naar het oosten stroomende bijrivier Canadian River wijst den Atlantic- and Pacific-spoorweg den weg. I Deze geweldige ranst,rengen worden j door een dicht net van dwarsspoorwe- gen met elkaar verbonden; de mazen van bet net worden naar het westen telkens breeder. Hier is de voornaam ste spoorwee- die, welke van Santa.Fê het dal van de Rio Grande in zuide lijke richting volgend, naar Mexico gaat, de oudste, natuurlijke verkeers weg tusschen de Vereenigde Staten en de vroegere Spaansche bezittingen. De voornaamste, naar net noorden voerende verbindingsweg is die, wel ke het noordelijk Mississippie-gebied met de meren, d. i. da enorme ver- keers-centra Chicago en St. Louis ver bindt, en door het dal der Red River naar het noorden een verbinding met den Canada-Pacific-spoorweg tot stand brengt. De Amarikaansche spoorwegen too- nen in hun geheele organisatie een groot verschil met de Europeesche. Terwijl de spoorwegen in Europa groo- tendeels maatschappijen van vervoer zijn, dia financieele, politieke, en ook strategische beteekenig nebben, is voor de Amerikaansche ondernemin gen alles op de geldquaestie gebaseerd. Zoo zijn de spoorwegmaatschappijen in de Unie in vele gevallen ook bezit sters van kolen- en andere miinen, scheepvaart-ondernemingen, scheeps- bouwwerveu, hotels, fabrieken, hoog ovens enz. Groote inkomsten trekken zij voort uit het rselamewezen. dere factor moeten aannemen, die be paald in het weefsel van het orgaan moet worden gezocht. Nachtrust. Vele doktoren zijn van gevoelen, dat de duur der nachtrust, die men gewoon is te nemen, zeer veel invloed heeft op den levensduur, en vrij alge meen nemen zij aan, dat minstens acht uren slaap per etmaal eerst voldoende is. Nu kan dit theoretisch ten opzichte van den gemiddelden mensch wel toe gegeven worden, maar toch is opmer kelijk, dat de werkzaamste menschen van vroegeren en lateren tijd nood acht uren per dag aan den slaap heb ben besteed. Zoo wijst men op James Leyge, professor in de cliineesche taal aan de universiteit te Oxford, die eiken mor gen om 3 uur opstond, nooit langer dan 5 uren sliep en op 82-jarigen leef tijd stierf. Brunei, een beroemd ingenieur, werkte het grootste deel van zijn leven twintig uren per dag. Hij had de ge woonte om. na een groot gedeelte van den nacht aan den arbeid te heb ben besteed twee of drie uren in zijn fauteuil te slapen, en als hij dan ont waakte, was bij dadelijk weer gereed om zijn werk te hervatten. Sis George Elliot, die naderhand Lord Heathfield werd en die het op perbevel voerde bij bet groote leleg van Gibraltar, dat niet minder dan vier jaren duurde, sliep nooit meer dan 4 uren daags, doch dit belette hem niet om den ouderdom van vier-en- tachtig jaren te bereiken. Ook I-Iumboldt sliep, toen hij qud was. vier uren per eunaal, doch hij hield staande, dat hij in zijn jongen tijd niet meer dan twee uren slaap noodig had. Het is bekend, hoe Littré leefde. Om 8 uur stond hij op; om 9 uur begon hij zijne werkzaamheden tot het uur van het ontbijt; om 1 uur hervatte hij den arbeid en zond hij zijne bijdragen aan het Journal des Savants, waaraan hi] sedert 1855 geregeld medewerkte; van 3 tot 6 uur werkte hij aan zijn woor denboek, om 6 uur gebruikte bij zijn middagmaal en om 7 uur zette hij zich weder aan den arbeid, waarmede hij bewees, dat niet altijd nadeelig is, na den maaltijd nog te gaan werken. Te middernacht hield liij even op, en nadat zijne vrouw en dochter zien ter rust hadden begeven, vatte bij het werk weder op tot 3 uur 's morgens doch zomers zette hij in den regel zijne studiën voort, tot de zon opging. Lit tré is hij, misschien door deze levens wijze tachtig jaren geworden. Een evenredig verband tusschen den levensduur en den duur der dagelijk- sehe nachtrust schijnt dus niet te be staan Hoe een pliotograaf geplaagd kan worden. Een jong pliotograaf, wien gevraagd werd niet welke soort van opnemin gen hij de meeste moeite had, ant woordde zonder een oogenblik te aaw zelen: .Kleine kinderen. Ik bedoel niet de kinderen zeiven," liet hij er op vol- g. ,,'t is zoo moeilijk niet goede ne- ga tieven van hen te krijgen. Maar van de familie heb ik zoo'n last. „Bijvoorbeeld," ging hij voort, „maakte ik onlangs eene photographie van een ventje van tien maanden in zes verschillende posities. Gisteren zond ik de proeven aan zijn moeder en vandaag bracht zij ze mij terug. „Het spijt me," zei ze, zonder dat ik eenige spijt kon merken, „maar er is geen een bij, die kan voldoen." „Geen een van de zes?" vroeg ik, hoewel voor bereid op wat er volgen zou. „Neen," zei ze, „ik vrees van neen. Ziet ge, die daar bevalt mij wel, ofschoon het niet het lieve gezichtje van bet ventje is; maar zijn tante Emily zegt, dat liet bepaald een caricatuur is; en zijn papa zegt, dat hij nooit geraden zou hebben wie het moest voorstellen, want bet kijkt veel te knorrig, en de Meine is zoo'n vriendelijk schepseltje! „Die lachende bevalt hem, maar daar zou ik geen oogeiiblik aan den ken, want daar lijkt zijn mond veel erooter nu dan hij wérkelijk is. Ziina grootmoeder heeft die gekozen, maar nicht Fanny zegt, dat er zoo'n rare uit drukking in zijne oogen is zoo heel raar! Die, waarop hij bijna huilt, vindt zij echter wel aardig. Ge hadt grootpapa eens moeten hooren, toen ze zei, dat ze die wel aardig vondt! Hij hakte eigenlijk den knoop door, want wat hij zei was heel verstandig. Hij vroeg, of ik niet nog wat meer proeven zou laten maken, om te zien of er eindelijk toch niet eene bij was, die werkelijk op het kind leek. „Nu, wanneer kan hij weer zitten? Ik heb er werkelijk niet veel tijd voor, maar in vredes naam, 't is het eenige wat er aan te doen isl" In verlegenheid. Een Fransche zanger leefde gedu rende verscheiden jaren in hartelijke vriendschap met den schatrijken député van een departement, abonné van 't theater, waaraan hij verbonden was. Toen de tenor op zekeren dag wat. in geldverlegenheid zat, schreef hij aan den député-miilionair om hem vijf-en- twintig louis te willen leenen. De an der antJwoordde p. o. „Onmogelijk, goede vriend; ik zit zelf op t' oogenblik wat in verlegen heid en kan u tot miin groote spijt niet den kleinen dienst bewijzen, dien gij mij vraagt". Eenige dagen daarna ontving hij an den tenor liet volgend briefje: „Waarde vriend! „Ik heb, bij geluk, vijftig louis te leen kunnen krijgen, en daar ik ia geen geval wil, dat gij in verlegenheid zit, haast ik mij u de helft te zenden in de hoop dadit u dot van dienst zal kunnen zijn." De pest. Naar uit Alexandrië gemeld wordt, woed't de pest in verscheidene Egyp tische havens. Het erg9te heerscht de ziiekte in Sagasij, waar in Juni, tot nu toe, 48 gevallen voorkwamen. De Staat geeft belangrijke sommen om de ziekte te bekampen. Sprinkhanen. Een zwerm sprinkhanen is te Bal ten in Spanje neergestreken waai enorme schade aan de olijfboomen is toegebracht. Eenige velden in de pro- cie Malaga zijn ook geteisterd Onmid dellijk is men uitgetogen om de dieren te vernietigen. Faillissementen. Uitgesproken 's-Gravenhage, 18 Juni. Johan An ton Joseph Kopp, horlogemaker, wonende te 's-Gravenhage. Rechter- comm. Jhr. Mr. R. O. van Holthe tot Echten. 21 Juni. Julius Marten Lind quist, masseur, te 's-Gravenhage. Rechter-comm.Mr. J. F. van dei- Lek de Clercq. Groningen, 21 Juni. Jan Schu- ringa, bakker te Grijpskerk. Rech- ter-comm.Jhr. Mr. W. Alherda van Ekenstein. Heerenveen, 20 Juni. Koene Koe nen. winkelier te Oudiehorne-. Rech- ter-comm. Mr. D. J. R. Brants. Arnhem, 20 Juni. W. A. Hen driks, winkelier te Velp. Rechter- comm. Mr. H. J. van der Poel Hidd'ingh. Geëindigd' J. E. W. Kriege, timmerman te Haarlem Anna Maria zich noemen de Margaretha, Beckers, koffiehuis houdster te Vaals A. J. Beukering, A. J. B. Paulis en de firma Beuke ring en Paulis, te Amsterdam. Stoomvaartberichten. Het stoomschip Soembing, van Rot terdam naar Java, arriveerde 23 Juni te Padang. Het stoomschip Oengaran, van Rot terdam naar Java, passeerde 22 Juni, des nam., Sagres. Het stoomschip Koning Willem TI, van Batavia naar Amsterdam, av veer de 23 Juni te Genua en zette de rei? voort. Het stoomschip Bali, van Moumain naar Hamburg, passeerde 22 Juni Malta Het stoomschip Koningin Regentes, van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 23 Juni te Southampton. Het stoomschip Polyphemus vertrok 23 Juni van Amsterdam -via Londen naar Java. vlechten over hare schouders en borst. Een korte poos keelt zij hem aan, als verbaasd- eni niet in staat om te begrijpen waarom hij daar was, maar zijn stern bracht haar tot zichzelf en zij kwam uit de kamer in d)e galerij. Fékla, zei hij fluisterend. Ik moet u spreken. Verrast vroeg zij Wat is er? alt dacht d'at gij; kloptet. Is er iemand) daar De salon is gesloten, zei hij, radi sprekende. Ik meencle een briefje aan u te schrijven, maar Varso, de graaf was mij voor. en toon- ik later terugkwam, was de deur gesloten. Zij lachte ongeloovig. Neen, neen betuigde zij-, dat is een vergissing. Ik zal het u toonen. 1-Iij hield de wacht, terwijl zij, op de deur van. de ontvangkamer toeliep, en die zocht te openen. Daar ook zij de deur niet kon ope nen, riep zij zijne hulp in, terwijl de vlam der lamp haar van schrik verbleekt gezichtje bescheen. Wie heeft haar gesloten? vroeg zij. Haar vraag getuigde dat ook zij het/ niet begreep. Hij voegde zich bij haar, en luis terde of hij eenig geluid' in de ka mer vernam, maar er was niets te hooren. Hij dacht dat hij- haar hart haarde kloppen. Gij moet het den graaf vragen. Hij was hier een uur geleden be zig met uw brieven te lezen, al thans ik verbeeldde mij, zulks. Zij poogde te lachen. Hij slaapt daar ginder, zei zij en voegde er toen bij Is het niet zeer vreemd dat hii de deur zou hebben gesloten? Hij beantwoordde de vraag met een ongeduldig gebaar, nam die lamp uit haar hand en ging naar het boudoir. Ik vrees dat hij zijn redenen had; laten wij zien of de andere- kamers niet gesloten zijn. De deur van het boudoir ging bii die eerste aanraking open,. Hij hiel da lamp op en zij volgde hem in de kamerzij stonden naast elkan der, en zagen dat de weinige za ken van gister nog lagen of ston den op dezelfde plaatsen op d'e ta- fe.l en de sofa's, en het was duide lijk dat deze kamer niet bezocht was. Hij had zich daarvan met. een, vluchtigen blik overtuigd, en sloot de deur. Fékla, begon hij op ernsfcigen toon,. Ik moet u spreken. Zij antwoordde verstrooid Als gij dat wenscht, goed. Ga dan zitten en luister naar mij. Ik heb gewichtige zaken met u te bespreken. Zij keek hem aan. alsof zij het ■van zijn gezicht wilde lezen, en. ging toen zitten. Zij was niet in staat om ziin bedoeling of zijn hou ding te doorzien,. Vertel mij, vroeg hij kortaf, waren er in het bureau brieven d'ie gij kunt -issen dat Varso las? Haar antwoord was dadelijk Geene, welke ook. Dc graaf is eon mijner oudiste, vrienden. Zoo denkt gij. Ik wenschtei niet te moeten denken aan de- mo gelijkheid van een misverstand. La-at ik een andere weg volgen. Waren er in uw kabinet brieven die gij' niet zoudt wenschen dat de politie ze las? Hij stond voor haar toen hij de vraag deed en zij hief een- ernstig gezicht op, toen zij hem- antwoord de Er waren geen brieven dan die van mijn vrienden -en de onzin dien Pavel, de dichter schrijft. Hij schuddie zijn hoofd. Is die Pavel in dienst van het gouvernement Zij glimlachte. Hij is ontoere kenbaar, zooals meestal de Russi sche dichters. Hij spreekt van vrijheid en dat soort van dingen Hij praat een massa onzin. En haalt die ook in zijn ge schriften. Hij heeft boeken geschre ven er waren boeken in de ka mer, veronderstel ik Mijne novellen en de bro chures van den oudlen Grigoriiev. Waf soort brochures zijn daf Zij glimlachte opnieuw. Ik heb wel d'e hoedanigheid' van een c-riticus maar niet zijn m.ced'. Grigoriev zou tranen storten als hij wist d'at ik ze nooit heb ge lezen, Schrijft .hij altijd nonsens? Ik denk van j:a Verraderlijke nonsens Waarom vraagt gij dat Omd'at d'ie brieven en boeken nu in handen zijn van Varso. In handen van mijn vriend) Ik wenschte d'at ik er ook zoo over dacht maar ik moet spraken Gister sprak ik de Engelsche, Lu-i cy Alton. Zij gaf mij den maam van j iemand in Rusland' die hier niet komt als vriend.Zij had om- mij ge zonden om mij me.e te deelen daf er een spion hier in huis is. Hij aarzelde. Het mieisje rees op en stond roerloos tegenover hem. De naam, vroeg zij- fluiste rend'. Uw vriend, graaf Varso, Hij had gedacht dat zij zich door een woord of een uitroep verraden zou, maar zij bleef bewegingloos voor lism staan. Toen zij eindelijk sprak, was het met d'e bedoeling om hem van hare onschuld te over tuigen, en ook uit medegevoel mot hemi die haar verraden had'. Ik wil d'en graaf zien-, riep zij uit, hij zal mij. zeggen waarom hij mij d'at heeft aangedaan.. Zij nam de lamp op en ring die kamer uit. Hij bleef en hle'ld' haar in het oog, terwijl zij luide op de deur klopte en geen antwoord kreeg. Toen zij overtuigd was dat er niemand' in die kamer was, ont snapte er een lichte kreet -aan hiare liippen. O, mijn God, mijn God, sprak zij. Het was nu voor het eerst dal d'e aandoening haar overmeesterde'. Het roerende van- d'ien uitroep wek te het hart van den' man een innig medelijden op. Hij greep hare hand toen zij van de deur terugtrad en drukte haar aan zijn. hart. Geef mij het recht om redding voor u te vinden vroeg liij,. Geef mij het recht om met den. dag van morgen uw lot te deelen. Zij zocht zich van hem- los te - maken Dat gaf i-k u reeds nu durf ik het niet ik heb niets meer te geven. Alles kunt gij mij geven uw liefde het recht om tegen over de geheele- wereld' uw vriend! te zijn. Het medelijden in zijn stem over won de vrouw in haar. Hij hield haar in zijn armen en haar h-eete tranen vielen op zijn hand. Hef recht, is aan- mij:, tot hef einde, sprak hij. Met den dag zal ik het ieder meedeelen Varso het eerst. Hij is niet in zijn kamer, sprak zij. Ik zal hem opzoeken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6