SCHAAKSPEL. Prijsraadsel. „Raket" genoemd, naar den naam van de eerste door hem gebouwde locomo tief; en Calvani, de beroemde electri- cus, was versierd met den bijnaam van „Kikkertje", een toespeling op de kikvorschan, waarmede hij zijn belang wekkende electrische proeven nam. Benjamin Franklin heette „de Ame- rikaansche Socrates", en de groote Thomas Edison wordt vaak aange duid als „de Toovenaar van Menlo- Park" of de ^'ankee-toovenaar." De groote tooneelspeler David Gar- rick was „Kleine David" voor allen, due hem; kenden en liefhadden. Ed mund Kean werd „de groote kleine man" gnoemd; terwijl de onlangs overleden Engelsche tooneelspeler William Terris bij zijne kunstbroeders bekend stond als „Breezy Bill", en Me juffrouw Nelly Farren door hare vele bewonderaars altijd werd aangeduid met den van hartelijkheid getuigen- den naam van „onze Nel." PUZZLE. □e uitbreiding der Gemeente Haarlem. In aansluiting met hetgeen wij in „Haarlem's Dagblad" van 26 Juni op namen over de verandering der grens regeling van de gemeente Haarlem, zooals die thans door Ged. Staten is ontworpen, geven wij hier een schets van het huidige en (wellicht) toekom stige grondgebied van Haarlem. De witte kern op ons plaatje is Haar lem van thans, de gearceerde rand stalt het nieuwe gedeelte voor Onze gemeente ,zou vergroot worden met een stuk van Bloen'/endaai.een stuk van Heemstede en een stuk van Scho ten. De nieuw ontworpen grens l'oopt langs de Jan Gijzenvaart tot aan de woning „Schoteroog", vandaar recht naar het zuiden tot „Hoevenvreugd" en dan westelijk naar het Spaarne: vervolgens langs de Kraaienestervaart de Koedief- de Emmauslaan, het huis met de beelden naar de Aerdenhouts- laan, (het park Aerdenhout valt er bui ten), langs de Elswoutslaan, vervol gens 400 M. langs de Brouwersvaart, I vervolgens tusschen de woning van den heer Joh. ter Hoffsteede te Overveen en die van den heer L. G. Prins door (deze laatste komt dus bin nen de nieuwe grens) den Overveen schen weg, langs den spoorweg naai- de Jan Gijzenvaart. De gedaante der gemeente wordt daarmee zeer afgerond en maakt gelijk men ziet op de kaart min of meer het effect van een gesloten hand. Als eene zuster. „Neen, Jacques, ik kan je vrouw niet. worden, want mijn hart behoort al aan een ander; maar ik kan als een zuster voor je wezen." „O, 't is hard zoo van je te moeten afzien, Marie, maar toch kan ik je edelmoedig aanbod om eene zuster voor mij te wezen niet afwijzen. Wil je werkelijk zooveel mogelijk als een wezenlijke zuster voor mij zijn?" „Ja. Jacques, daar zal ik mij toe beijveren.' Bijvoorbeeld, zooals de zuster van Henry Steffons? Wil je zoo hartelijk en vol attenties voor pij zijn. als zij •voor hem is?" „Van ganscher harte, Jacques." ..Goed dan, zuster ,ik zal trachten mij waardig te maken je zoo te mo- g.m noemen. Goeden avond, zuster." Den volgenden dag ontving juffrouw Marie een pak. en toen zij het opende, zag zii. dat hei bevatte o, gruwel twee haj 'Cl loenen, zes paar sokken en een dasje. Er viel een briefje uit, en zij las: „Lieve zuster Marie. ik heb van Henry Steffens gehoord, dat zijn zus ter gewoon is al zijn goed te verstel len. Aan onze afspraak denkende, bezon ik mii. dat de hierbij gaande kleedingstukken hoog noodig dienen versteld te worden. Ik heb lang be hoefte gehad aan. een zuster, die voor mijn kleeding zorgde, en daar gij zoo goed geweest zijt de taak van een zuster op u te nemen, kunt gij er da delijk een begin mede maken. Uw liefhebbende broeder, Jacques." Eene hulpe tegenover hen In de levensgeschiedenis van groo te mannen wordt doorgaans wel vluch tig, maar zelden naar waarde, vermeld hoeveel de vrouwen door hare sympa thie en aanmoediging er aan hebben toegebracht om eene glansrijke loop baan mogelijk te maken: en echter zijn er weinig mannen van beteeke- nis die aan de hulpvaardigheid van hunne vrouw niet veel te danken heb ben en geen welverdiende hulde brengen. Weinigen hebben in dit opzicht hire- -zoo ridderlijk de eer ge ar toekwam, als Charles -<ote prediker en schrij- 1,1 het goede, dat hij zi'ne vrouw ver- iens teedere schien het was. tie met 't Hij aan ggen! het 'an de hand; daar (op zijne vrouw wijzen de) mijne inspiratie." Een van de beste karaktertrekken van Lord Beaconsfield was, dat hij altiid even vol lof over züne vrouw als vol attenties voor haar was; en dat j wel, niettegenstaande zij, zooals een onheusch criticus het uitdrukte, even min geboorte, verstand of schoon heid" bezat, om aanspraak o^ de hul de van een man te kunnen maken. Evenwel was het door hare liefde, hare bijna slaafsche toewijdine aan hem. en door haar geld, dat voor h&- r<fti eerzuchtigen echtgenoot eene grootsche loupbaan niet alleen moge lijk, maar ook gemakkelijk gemaakt werd. Een aandoenlijk bewijs van hare zelfverloochening was, dat eens. toen 1 haren echtgenoot naar het Lager huis vergezelde, waar hij eene gewich tige redevoering zou houden, hare hand tusschen het portier van het rij tuig gekneld werd. Hoewel zij hevige pijn leed, zeide de moedige vrouw niets van liet ongeval, uit vrees van haren echtgenoot, te verontrusten; en eerst toen hij in de vergadering was, begaf hare. zelfbeheersching haar en viel zij flauw. Bismarck werd in zijn veelbewogen en eerzuchtig leven door de gehecht heid zijner vrouw gesteund en ver klaarde, dat hij „liever met haar in een hut zou wonen, dan de wereld te be- heerscheri zonder haar." Zelden is er een gelukkiger huwelijks leven geweest dan dat van Brownincr en zijne vrouw, wier vereenigd bestaan poëzie van het begin tot het einde was. Ridderlijkheid van zr - kant en aan- biddre van den haren kenmerkten hunne laatste levensjaren te zamen, evenzeer als toen zii hare „Sonnetten uit het Portugeesch" te zijner eer schreef en hii haar, toen zij zwak op het ziekbed lag, zijne liefde verklaarde. Hoe zij elkaar wederkeerig inspireer den, weet de wereld tot haar voordeel want beider leven was tot één samen- geweven. Keble had eene vrouw, die bijna eve teer van gestel was als Mrs. Browning, en zii was evenzeer de kracht van ha ren echtgenoot. Hij volgde in alles ha ren raad, en zij was niet alleen de in spiratie van zijn leven, maar ir zijne eigene woorden, „zijn geweten, zijn geheugen en zijn gezond verstand. Geen man heeft misschien ooit eene getrouwer en hulpvaardiger vrouw ge had of hare hulp ridderlijker erkend dan Gladstone. Van den dag af sedert h:: haar zestig jaar geleden naar het altaar geleidde tot het laatste droevig afscheid, leefde mevrouw Gladstone in en voor haren echtgenoot; en hij bracht menige treffende schatting aan de zorg, die zij voor hem droeg en den moed. dien zij hem insprak. Aandoenlijk schoon was het, hoe de blinde staatsman Fawcett, zoowel nhv- sisch als moreel op zijne vrouw steun de. Zij was zi'ine raadgeefster, en hii erkende ronduit, dat haar politiek oor deel gezonder was dan het zvine en dat zij hem uit menig politieken val strik, die hem gespannen was, gered '•seft. 'bden placht te zeggen, dat hij elk dat hij in het leven had be te danken had aan zijne vrouw, het „onwetende WaUiser meisje", op wie zijne vrienden met zulk een wan trouwen nederzagen als eene onge schikte levenseezellin voor hem. De verbintenis in romaneske onbezon- j nenheid" begonnen, werd beklonken door een lang leven van verdriet en wederwaardigheden, waarin Mrs. Cob- dens 0"~eruimd karakter haren echt genoot, door hem moed in te spreken, boven water wist te houden, totdat zijn naam beroemd werd. Maar de lijst van helpende vrouwen is bijna even. lang als de lijst van man nen van beteekenis. Dezelfde oude •>- schiedenissen komen tegenwoordig ook weer voor op elk arbeidsveld van den man. Lord Salisbury is. meer dan de we reld weet, verschuldigd aan zijne vrouw, die zijn beschermengel geweest is sedert zij te zamen voor de pers schreven, in eene zijstraat van het Strand. Sir William Harcourt vond een for tuin in de begaafde dochter van Mot ley. Mr. Chamberlain heeft, een prikkel voor zijne eerzucht in het „Punt sche meisje, met wie hij getrouwd is. En zijn er ooit edeler en aan haren man meer gehechte vreuwen v dan Koningin Victoria, dan Keizerm I rederik of dan de liefneboende en ongelukkige Prinses Alijy.' Bijnamen van beroemde personen. Wanneer een groot man door het volk bemind wordt, kriigt hij bijna altijd een meer of minder passenden bijnaam. Zoo was Lord Beaconsfield bekend onder den naam van „Dizzy" (een gemeenzame verkorting van Dis- raeliV Gladstone heette: „de groote oude man", en Palmerston was „Pam". Bij een zekere partij heet Lord Roseberry nooit anders dan „Rosy", en Balfour staat bekend als „Kolfje", welke bijnaam slaat op zijn liefheb berij voor het kolfspel. Oliver GoldsmKth heette bij zijne vrienden en bewonderaars: „No 11"; Charles Dickens bleef altijd „Boz" tot het laatst van zijn leven; Edmund Spencer, de beroemde dichter uit den tijd van Koningin Elisabeth, droeg den bijnaam van „Moeder de Gans", terwijl Walter Scott verscheidene na men had, waarvan de titel „Toovenaar van het Noorden", de voornaamste was. Napoleon de Eerste heette: „de klei ne Korporaal;" maarschalk Ney werd bijgenaamd „de Dappere;" terwijl de Hertog van Wellington, behalve den meer eerbiedigen bijnaam van „IJze ren Hertog" soms ook wel „Trunco" werd genoemd. Deze naam duidde minder eerbiedig op zijn ongewoon grooten neus. (Trunk is het Engelsche woord voor snuit, van een olifant bijvoorbeeld.) Onder de groote mannen van de we tenschap vinden wij Sir Isaac Newton met den bijnaam van „President," om dat hij de eerste voorzitter was van de Koninklijke Maatschappij van Natuur wetenschappen. Farady heette onder zijne kameraden en medewerkers „Mi ke", Robert Stephenson, de ingenieur zoon van George Stephenson, werd Adellijke personen op zwart zaad. Overal zijn wel verarmde dragei-s i van een voornamen titel, maar ner- gens zoovele, die er zoo slecht aan toe zijn als in Italië. Meer dan één Itali- aansche Hertog vergenoegt zich met bij een rijken plebejer voor koetsier te spelen; eenigen dienen als portier in een hotel; anderen verdienen schraal den kost als tolk voor vreemdelingen, en -één is bottelier bij een Amerikaan- schen parvenu. Italiaansche Graven bevinden zich, zoo mogelijk in een nog nederiger be trekking, zoo heeft bijv. één den post van bij de lift van een New-Yorsch hotel dienst te doen. Ook den minder armen edellieden van Italië gelukt het slechts door „ver smelting van hunne middelen" den schijn van rijkdom op te houden. Is bijv. niets ongewoons, dat een zes tal adellijke families er gezamenlijk éene equipage op nahouden. Meestal is dat een zeer prach+:' :ituig met vierspan; het eenige persoonlijk eigen dom, dat de vereenigde families er aan hebben, is het met wapens versierde portier, dat elke familie er laat inhan- gen, als zij van het gemeenschappelijk rijtuig gebruik maken. Voor lieden, die op eene adellijke kroon en een grootsch wapen belust zijn, is het misschien van belang te vernemen, dat men een Italiaan'schen hertogstitel voor 24,000 Mark kan koo- pen. Voor 20,000 Mark is de rang van markies, voor 16,000 clie van graaf, voor 9600 die van baron te verkrijgen, terwijl men voor het gewichtig voor zetsel „Di" of „De" maar 4000 Mark te betalen heeft. Hij liad het al gedaan. De Duitsche postemester-generaal, Von Stephan, was eens met den spoortrein uit Konigsbergen vertrok ken, om eenige dagen op de jacht te gaan. Te Dirschau, eene stad dicht bij de plaats zijner bestemming, stapte hij aan het station af en liep het tele graafkantoor in, om zijne vrouw te Berlijn zijne veilige aankomst te be richten. De telegrafist herkende zijn chef dadelijk en schreef gedienstig het bericht voor hem op. Opeens begon de Morse-telegraaf, die alleen voor diensttelegrammen ge bruikt wordt, te werken en Stephan spitste zijn ooren, want uit het getik herkende liij zijn eigen naam. Een blik op het gelaat van den klerk, die nu doodsbleek werd, bewoog hem ver der te onderzoeken wat dit telegram behelsde, en toen het getik had op gehouden, nam hij het lint en las als volgt: „Pas op. Stephan is ergens op de lijn. Hij zal zijn neus wel overal in steken." De postmeester-generaal glimlachte sarcastisch, trad naar den klerk toe en seinde terug: „Te laat! Hij heeft zijn neus hier al ingestoken. Stephan." Waar is mijn geliefde met mijn mantel „Budissa." in den handel is gebracht. Het is verstelbaar en is -emakkelijk aan te passen aan iedere grootte van den stengel. Als men vriendelijk is. Iemand van een vriendelijken aard, die gaarne een praatje maakt, zat in de tram tegenover een ouden heer van een deftig voorkomen en zei: „Een mooie dag weer, niet waar?" „Hè," zei de oude heer, met de hand; aan zijn oor. „Ik zei dat het mooi weer is." „Wat zei u?" „Ik zei eenvoudig, dat het mooi weer is." „Spreek alsjeblieft wat luider; ik ben een beetje hardhoorig." „Mooi weer!" schreeuwde de ander, met een rood gezicht, want een paar meisjes tegenover hem begonnen al te giegelen. „De trams maken zoo'n geweld, dat ik bijna niets hooren kan. Als u zoo goed wilt zijn wat luider te spreken." „Och, het komt er niet op aan," schreeuwde de ander. „Wat is 't? Waar vroeg u om?" „Niets, niemendal," brulde de ander, waarop de oude heer een paar koper stukken uit zijn zak haalde en hem die aanbood, zeggende: „Ik ben wel niet gewoon wat te ge ven en het komt mij voor, dat een welgekleed man, die er gezond uitziet, zooals u, zich moest schamen om te 1 bedelen, maar misschien ben je onge lukkig geweest en daar heb je dan een kleinigheid." De ander stond op en stapte in mach- telooze woede uit, terwijl het honend gelach van de andere passagiers hem in de gloeiende ooren klonk. Uit den Moppen trom mei MACHT DER GEWOONTE. De beroemde Iersche rechter ron Dowse verhaalde eens het v gende „Ik was onlangs te Cork, wó ik de rechtbank moest pre si die erf Den eersten dag toen die leden v de jury binnenkwamen, zeide deuiwaarder „Heeren van de ry, gaat als 't u blieft op uw gev ne plaats zitten", en ik l:aat r. hangen als 't niet waar isdaar 1 pen ze allemaal achter elkaar na de bank der beschuldigden DE BESTE FIGUUR. Zij „Welke figuur in de qu drille bevalt u het best?" Hij': „De uwe, lïev(e' jufferI" WINKEL-FRANSCH. „Ik zou u deze stof aanraden, d mezegt de winkelier. „Neen. ik zal maarliever bij mij eerste keus blijveh". antwoordt c koopster. „Zooals u wilt, dame Ieder zii chacun", is het oescheid. PROBLEEM No. I ZWART. Van alle tijden. Voor alle tijden, I^Tegen het verzanden van aardbeien. Hoe beter de resultaten van den aardbeienkweeker zijn, hoe grooter en zwaarder de vruchten worden, des te meer gevaar ontstaat er, dat de zwakke plantenstengels het gewicht der vruch ten niet dragen kunnen, deze op den grond zakken en daarop blijven lig gen. Daardoor worden zij zanderig en ook door aanraking met slakken en andere insecten minderwaardig. Dit nadeel wordt verholpen door een aardbeienstut, dat onder den naam Wie onzer heeft niet wel eens den heerlijken invloed ondervonden van het goede woord .dat tot ons werd gesproken; het „Zalig zijn de reinen van harte," hield het ons niet terug van slecht gezelschap kwade be sprekingen, het „Vergeef, en u zal vergeven worden," maakte het ons niet zacht en week tegenover hem, die ons beleedigde. en gingen wij ook niet wel eens in de ure der beproeving tot hem, die zeide: „Komt tot mij, gij, die vermoeid en belast zijt, en ik zal u rust geven?" Hebben wij dan geen rust srekregen en werden wij niet kalm? li. Braun. Duruh das Leben. Tot haar gansche volheid gekomen, scheen de welluidende, heerlijke mu ziek de lucht te vervullen, door het gebladerte te ruischen en van de schitterende sterren neer te dalen. Het statig rollen van het orgel, de zuivere, liefelijke klank der stemmen losten zich op in een harmonie van vrede en rust. Er was smart in, ge heiligde smart. Er was ook blijd schap in, de verheven blijdschap dei- aanbidding. Ernestine. In 't Vondelpark. Het is zoo aangenaam een brief te ontvangen en het kost zoo weinig moeite er een te schrijven. Barilli. Als een droom. Leven is liefhebben. Slechts komt het hem voor, of liefde niet op het1 Wit spelt en geeft in drie zetten mat. Oplossingei worden vóór 8 Juli in gewacht aai het adres van den redac teur dezer rubriek, Jhr. A. E. van FOREEST, Atjehst.raat 134, te 's-Gra- venhage. Oplossiig van Probleem No. 5. l Rb2, Kfö, 2 Tg5f enz. 1)4, 2 Tgö enz. P. speelt, 2 i'öf enz. Goede >plossing ontvangen van i V. te Haarlem. CORRESPONDENTIE. W. v B. Jr. te Haarlem. Op 1 Rg7, Kfö, 2Tgof antwoordt Zwart met KMn het mat is den volgenden zet nie mogelijk. De oplossing van ons vorig Prijs- raadiel is CONTRABANDE. D< onderdeelen zijn: dobber en con- tans, terwijl 6 en 8 ieder gelijk zijn aar a. Iigekomen waren 32 goede oplos- gevoel mag drijven, maar veel dieper gjjgen. Na loting is de prijs ten deel n het --weten van ons menschen zin-1 ge-allen aan no. 28, mejuffrouw ken moet. En verflauwt zij immer in de wereld, het zal altijd wezen om te rug te komen op een breeder voetstuk van gerechtigheid. Hooijcr. Zoo went men aan het alleen zijn, aan het op zichzelf staan. En dit is de ondergang van het samenleven, van het huwelijk. Jonas Lie. Een huwelijksleven. De dood eener moeder is het eerste' verdriet, dat men zonder haar be weent. J. Petit. Senn. Het denken en ook het bidden behoort in zekeren zin tot het denken is een wonderbare macht in de we reld, en de mensch, die altijd eerlijk en waar denkt en wiens denken aan anderen liefde is, die mensch is een zegen voor zijn omgeving Nelly. Ons brievenbusje. N. VAN SERVELLEN. Doelstraat 14. Het uitgeloofde boek ligt Maandag as. tussqhen 2 en 3 uur ter harer be- :chikking aan ons bureau Kamper- ringel 70. Ons nieuwe Prijsraadsel luidt als volgt: Het geheel bestaat uit 17 letters en 2 woorden en is eene groote instelling in ons land. Een engte tusschen de bergen noemt men een 9, 15, 6. De 13, .13, 5 gaat boven alles. Een echt weldoener vraagt niet naar 3, 7, 16, 17. 14, 4. 4, 8 is een lichaamsdeel. Aan bijna elk huis bevindt zich een 10, 11, 12, 2, 6. 1 is gelijk 8. Oplossingen worden ingewacht tot en met Woensdag a.s. Als prijs loven wij uit EEN ZAKSCHAARTJE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6