Tweede Blad, Prinses Fékia behoorende bij „Haarlem s Dagblad" van Donderdag 4 Juil 1901 No. 5524 Zandvoort. Aangekomen badgasten. Dr. Poland, Den Haag, Grand Hotel. A. Harnxens, A'dam, Grand Hotel. A. Wieke, Bremen. Grandi Hotel. W. Rute, A'dam, Hotel Kurhaus, 2 pers. W. J. Son A'dam, Hotel Kurhaus, 2 pers. L. Pappenlxeim, A'dame Hotel Kur haus, 2 pers. Fam. Tresüng, R'dam, Hotel Kur haus, 2 pers. I. van Marle, Haarlem, Villa Hen- riette, 8 pers. P. A. C. Willeumier, A'dam, Kerk straat No. 8, 2 pers. J. H. Wentholt, A'dam, Villa Bad- lust, 9 pers. H. G. Veltman, A'dam, Villa Amalïa, 11 pers. J. Thors, A'dam, Villa Hortense, 8 pers. Z. Stork, A'dam, Duinweg 6, 4 pers. C. Nollen, s.s. Awold, Villa Amtria, 7 pers, G. Keiler, A'dam, Parkveldstraat No. 26, 5 pers. Fam. Edelman, A'dam, Huize Zomer- zorg, 4 pers. Mej. Egberts, A'dam, Villa Zorg- vliedt, 1 pers. D. Douwes, A'dam, Burgem. Engel- bertsstraat, 4 pers. H. Bachmann Kuipers, Nijmegen, Kerkstraat No. 24. Mej. Boeken, Bodegrave, Kerkstraat No. 24. Mej. van Oorde, A'dam, Kerkstraat No. 24, 2 pers. Joh. F. Broekman, A'dam, Kerk straat No. 8, 3 ne>rs. Freiherr Breitenbach zu Breiden- stein, Wallan a/d Zahn, Villa Mariti- ma, 4 pers. Mej. Huik, A'dam, Villa Maritima. Mevr. Sevenhuizen, A'dam, Idem. F. Bender, Keulen, Hotel l'Oceaan. Jac. Serphas, Enschedé, Hotel l'Oce aan, 5 pers. Fam. Westerveld, Haarlem, Schul- penplein no. 17, 6 pers. Mijnh. Rouffaer, Amsterdam, Kerk straat no. 31. S. H. Binckes, Meerkerk, Pension Quisisana, 2 pers. D. W. Vogelsanger, Bussum, Pen sion Quisisana, 2 pers. Mevr. Holtzapffel, geb. Scalogne, Amsterdam, Pension Quisisana, 2 p. W. C. Ketelaar, Amsterdam, Kerk- dwarspad no. 9, 6 pers. Mr. M. Nauta, Utrecht, Boul Paulus Loot 1, 5 pers. A. de Jong. Amsterdam, Burgem. Engelbertstraat 4, 3 pers. J. Popp, Parijs, Pension Buckman, 4 pers. M. Waltman, Heerenveen, Pension Buckman, 1 pers. deskundigen; alleen d'e onkosten werden door de leerlingen ver goed. Over het algemeen voldeden zij aan de in het programma gestelde eisclien beter dan het vorige jaar. Met enkele uitzonderingen be haalden zij, die reeds in betrekking waren. 14 in getal, in de vakken le opvoedkunde en lie behandeling van het jonge kind', de hoogste cij fers. dames, dl ehunne juffrouwen gele genheid gaven o mde cursussen bij te wonen, mag dus niet onthouden In een vergadering van de commissie van Toezicht, gehouden afloop van het examen gehouden werd naar aanleiding van d'e rap porten der examinatrices besloten, geene wijzigingenn in het program- ma te brengen. Binnenland. Tesselschade. ExamenKinderjuffromo. Te Utrecht werd' op 4. 5, 6 en 7; 10, 11, 12 en 13 Juni ini het lokaal van den Protestantenbond', Booth- straat, het examen ter verkrijging van het Diploma als Kinderjuf frouw afgenomen. Voor dit examen haddien zich 46 kandidaten aangemeld; van deze kon een wegens ziekte het examen niet afleggen en trok eene zich te rug. 44 werden geëxamineerd, waarvan 31 slaagden. Hunne na men zijn: Mej. A. Jager, B. de Groot, B. Lettinga. M. J. Erkelen; en C. H. van Wichem van den Haag. Mej. J. M. B. Determann, G. J. Ferenga, C. van Dijk, A. E. Es- kens, M. G. W. Lamperjee en P. C. van den Toom van Amsterdam. Mej. S. G. C. Joosten, C. H, A. E de Ridders, E. L. de Boer, P. van Ladesteijn, J. M. C. Peterson, J. M Peterson, J. E. Baksteen, S. Vis ser, M. de Jel, J. Groesbeek, J. Vons en M. E. Blankenburg vau Rotterdam. Mej. M. Eggink, A. P. Zwaan, M. J. Hakkenbroek en D. W. M. Mulié van Leiden. Mej. T. Schoonbrood en E. Sebening van Groningen en Mej. H. van der Mey en A. Kerkhoven van Harlingen. De cand'idaten hadden hunne p- leiding ontvangen door het bijwo nen van cursussen gegeven van wege de Afd. van Tesselschade d'en Haag, Amsterdam', Rotterdam, Lei den. Groningen en Nijmegen en te Harlingen gratis door particuliere De Herstemmingen. Wat de bladen zeggen. Vervolg. „Het Centrum" brengt hulde aan de mannen die in de laatste 4 jaar aan het roer van staat stonden. „We hebben het nimmer verheeld en wij willen het nogmaals onomwon den verklaren, dat de heer Pierson en zijn ambtgenooten verdienstelijke mannen zijn, die met bezadigdheid en groot© kunde 's lands zaken hebben bestuurd. Het nieuwe ministerie zal natuurlijk meer cachet dragen, meer karakter (in politieken en priucipieelen zin) vertoonen. Maar voor het overige zijn dè bewindsmannen, die thans op het punt staan af te treden, niet ge makkelijk te overtreffen, wat hun ken nis en werkkracht betreft. En hierop zij men bij de vorming van het toe komstig ministerie wèl bedacht." Over het nieuwe kabinet zegt het blad: „De regeeringstaak kan zonder aar zelen worden aanvaard. De meerderheid moge niet volkomen homogeen zijn, de elementen, waaruit zij bestaat, bieden genoegzame waar borgen voor een stevig en zakelijk be wind. „Het ware ongerijmd nu reeds in bijzonderheden te willen treden en op de gebeurtenissen vooruit te loopen. Maar dit staat vast, dat de nieuwe re- peering werk genoeg voor de hand zal inden en dat het haar plicht zal zijn met bekwamen spoed te arbeiden. „Het vraagstuk der werklieden-pen sioneering komt thans op de eerste plaats in aanmerking. En ook de hulp van andere partijen, dan die der rech terzijde, zal daarbij, naar men veron derstellen mag ,niet ontbreken. „Dit laatste zal trouwens wel bij meer gelegenheden het geval zijn, „De nieuwe regeering zal niet zoo dikwijls naar een meerderheid behoe ven te zoeken, als haar voorgangster. Zij staat veel sterker. Maar bü de behandeling van practische vraagstuk, ken, als in dezen tijd vooral aan de orde zijn, is toch de weg geopend, het pad geëffend voor samenwerking van alle partijen, die den grondslag der bestaande maatschappelijke verhou dingen erkennen. „Geen anti-socialistische politiek in de enge beteekenis van het woord. „Maar wel een politiek, die, door de sociale toestanden te verbeteren, het kwaad wegneemt, de ellende bestrijdt, waaraan het socialisme zijn kracht ontleent, zijn ontwikkeling dankt." Het ministerie-Pierson was feitelijk geen anti-clericaal ministerie. Het kabinet uit de rechterzijde zal geen „clericaal" kabinet zijn. Echter ook niet kleurloos. Zijn christelijke belij denis zal het zich geen oogenblik scha men. En verklaringen ,als die van een tegenwoordigen bewindsman, om trent „tweeërlei zedelijkheid," heeft men van katholieke en anti-revolutio naire ministers niet te verwachten. „De erkenning van Gods wet blijft ook in het Staatsbestuur een onaf wijsbare eisch." Prov. Staten Z.-Holland. In zake de subsidie-aanvrage van de Hollandscho Electrische Spoorweg- Maatschappij voor den aanleg van tramverbindingen Leiden—Haarlem mermeer en AmsterdamAlfen, stel'cn Ged. Staten van Zuid-Holland aan de Staten-vergadering voor aan ds Holl. Electrische Maatschappij med9 te doe len: lo. dat zij op het verzoek om s jbsidie voor een lijn AmsterdamAlfen afwij zend moet beschikken zoolang haar niet is gebleken van de onmogAnkheid der tot standkoming in de toekomst zonder provinciaal subsidie eener spoor verbinding tusschen Amsterdam en Rotterdam over Alfen, door welke te vens in de behoeften van het locaal verkeer der tusschenliggende pia-vtstr voldoende zal worden voorzien; 2o. dat zij, mocht door de Moois worden voorzien in eene lijn dia cp Noordhollandsch territoir Haar. >m en Amsterdam verbindt met de Ringvaart van den Haarleramermeerpolder bij Oude Wetering, bereid is voor liet ge lijktijdig aanleggen en in exploitatie brengen van eene lijn, die benooidca den Rijn Oude wetering aan Leiden verbindt, haar een renteloos voorstud ie verleenen van een derde der k' 'sten van aanleg na aftrek van een bedrag van f 114.874, tot een maximum van f 240.000, onder nader door haar te be palen voorwaarden. Brand. De vorige week Vrijdag omstreeks 3 uren, toen de bewoner, de koopman in manufacturen J. Zwaai, een weduw naar met vijf kinderen, in diepe rust lag, brak er een hevige brand uit in zijn woning aan den Katendrechtschen Lagendijk no. 57. Ternauwernood ge kleed kon v. d. Zwaai zich met de zij nen redden. De brand, in het achter huis" ontstaan, breidde zich vandaar naar het voorhuis, waarin een winkel is gevestigd, uit en vervolgens tastte het vuur den zolder aan. Hier vas voor een waarde van ongeveer f 500 a f 6000 aan manuacturen opgeslagen. Wel rukten dadelijk op het brandalarm de spuiten van Charlois en Katendrecht uit doch toen zij ter plaatse gekomen waren, bleek men zeer onvoldoende wa ter te kunnen krijgen, doordat men op dat terrein reeds verschillende slo ten heeft gedempt met 't oog on stra tenaanleg rond de Maashaven. Men moest zich zoo goed mogelijk met wat vuil water behelpen. Het gevolg was dat het geheele huisje met den voor raad manufacturen, daarin aanwezig, totaal afbrandde. Ook een schuurtje daarachter, waarin mede goederen ge borgen waren, ging in de vlammen op en slechts met groote moeite slaagde men er in een aangrenzend huis. door een hoogopgaanden brandgevel van 't brandende perceel gescheiden, te be houden. Onder leiding van den hoofd man den heer Rijkee was de brand te 4 1/2 uur zoo goed als gebluscht en behoefde de te Feijenoord gestation- neerde stoomspuit, die eveneens uitge rukt was, geen hulp meer te verleenen. Van den manufacturier Van der Zwaai is volgens zijn mededeeling ook een bedrag van f 350 aan bankpapier verbrand. Gelegenheid om dit geld U redden ontbrak door de snelle uitbrei ding van den brand. Assurantie dekt de schade. Sport en Wedstrijden. Wielernieuws. Grand Prix de la JRepublique. Dat is een slag geweest voor de Fransche wielersportrenthousiasten in 't algemeen, voor de Parijsche dito's in, 't bijzonder Jacquelin, de populaire, vertroetelde Jacquelin heeft 't afgelegd' in de beslissing van den grooten wielerwedstrijd over 2000 M. om 8000, 2000 en 1000 fres. In de demi-finales beden als winners der afdeelingen van Zon dag 23 JuniEllegaard', Seidl, Jac quelin, Arend Conelli, Momu, Van den Born en Ferrari en als winner van den ,,prix de l'Espérance" Don derdag Grogna. De loop was aldus le demi-finale, le Ellegaard, 2e Seidl, 3e Gonelli. 2e demifinale, le Arend, 2e Van den Born, 3e Momo. 3e demi-finale, le Jacquelin, 2e Grogna, 3e Ferrari. Beslissing le de DuitscherWilly Arend met één wiellengte, 2e de Deen Ellegaard, 3e de Franschman Jacquelin met i wiellengte achter Ellegaard. Tijd 5 uur min. 49 1/5 sec. De winner werd door minister Millerand gelukgewenscht. Roeien, Feest van de Maas. De roeiwedstrijden van de Rotter- damsche Roei- en. Zeilver. „De Maas" ter gelegenheid van haar gouden jubi leum op de Schie bij de Zweth gehou den waren een groot succes. De uitslag was als volgt Tweeriemsgieken: 1. Lava. 2. Maas. Vierriems Juniores: 1. Maas, 2. de Deutscher Turn und Ruderverein. Eenpersoon s-scullingboo- t e n. 1. De Hoop, 2. Njord. Tweeriemsgieken Juniores: 1. Laga, 2. De Hoop. Achtriemsgieken Juniores: 1. Laga, 2. Maas. Vierriemsgieken: 1. De Hoop, 2. Deutscher Turn und Ruder-verein. Achtriemsgieken: 1. Maas. 2. Laga. Dit nummer was bijzonder spannend en vormde een waardig besluit van het geheel. Uit de Arbeiderswereld. BINNENLAND. De werkstaking bij de firma L. E. van den Bergh te Tilburg is geëindigd. Door de bemoeiingen van den verzoe- ningsraad, uit de Kamer vau Arbeid voor de wolindustrie, heeft Vrijdag een bespreking plaats gehad van een com missie uit de wevers met de firma. Het resultaat hiervan is, dat de arbeid her vat zal worden op den voet van het oude loontarief, waarbij evenwel de wevers voorbereidende werkzaamhe den mede zullen moeten verrichten, zooals vroeger geschiedde. In den laatsten tijd werden deze be zigheden door speciaal daartoe aan gewezen personeel verricht. Vermel ding verdient, dat een lid-werkgever uit genoemde Kamer van Arbeid gedu rende de staking eenig personeel der firma L. E. van den Bergh voor vast in dienst heeft genomen. Dit personeel was door gebrek aan werk, wegens staking der wevers, onlangs onislagen met de mededeeling echter, dat bij hervatting van werkzaamheden ieder persoonlijk weder in dienst genomen zou worden. Koloniën. E9n bez ek aan N.-Guinea. Het „Bat Nbld". bevat eene be schrijving van de reis, eenigen tijd ge leden door het stoomschip Japara naar de Zuidwest-kust van Nieuw-Guinea gemaakt. De resident van Ternate maakte de reis mede als vertegenwoor diger van het bestuur, terwijl ook een inlandsch vorst, afgevaardigde van den sultan van Tidore, aan wien de vorst jes van Hollandsch-Nieuw-Guinea in naam schatplichtig zijn, zich aanboord bevond. Verder behoorden tot het reis gezelschap de heer van Dissel, ambte naar ter bestudeering der inlandsche talen, wiens standplaats Fak-Fak is en eenige Arabische handelaren van Banda, welke reeds vroeger op een klein gedeelte des kust eenia-en handel gedreven hadden door middel van klei ne zeilvaartuigen. Afgescheiden van mogelijke politieke oogmerken, was het doel der reis om te onderzoeken, of zich op dat ge deelte der kust van Nieuw-Guinea mis schien plaatsjes bevond- geschikt om door een handelsstöomer te worden aangedaan en welke zich misschien zouden leenen om zich langzamerhand te ontwikkelen tot stapelplaatsen van de producten dier streken. De eerste plaats welke na het verla ten van Dobo (Aroe-eilanden), werd aangedaan, was Kaimana, op sommi ge kaarten als Ivaimani aangegeven. Biï aankomst aldaar zegt de schrij ver werden wij verrast door een 12- tal handelsprauwen op de reede te zien liggen, alle met de Hollandsche drie kleur in top, doch niet minder door het feit, hier een Europeaan te vinden, nl. den agent van de Nederlandsch N.- Guinea-Handelmaatschappij. welke de reis daarheen met een inlandsch vhar- tui "emaakt had en daar natuurlijk was om zaken te doen. De bewoners der Kampong waren meerendeels lielen die al eens met de meer beschaafde wereld in aanraking waren geweest, "doch het was om met de echte onvervalschte bewoners van het land in contact te komen dat van de ligplaats van het schin uit verschil lende tochtjes met de stoombarkas wer den ondernomen; Van een dezer excur sies volgt hier eene kleine beschrijving Volgens vgrklaring van een der han delaren van gedeeltelijk Arabischen oorspro»1'" Achmat ,renaamr' bevon den zich een paar echt papoea'sche huisjes even boven de monding van een riviertje, dat in de baai van Kaimana uitmondt. Daarheen werd dus koers ge zet met een sloe^ die getrokken werd door de stoombarkas, welke laatste echter wegens de geringe diepte der riviermonding, daar buiten moest blij ven wachten. Genoemde handelaar, die eenige woorden van de taal dier streek kende, was medeeegaan als gids en tolk. Toen wü 1 - huisjes aan de ri vier --naderd waro^ v-n Achmat luide te roepen dat wij goedgezinde lie den waren die kwamen om handel te drijven; dat het vaartuig geen oorlo"s- doch een handelsschip was; dat zij niet bang moesten ziin: dat wii allerlei ca- deau's voor hen medegebracht hadden, enz. enz. Geen antwoord volgde. Na nog eenige malen deze verzekeringen herhaald te hebben, ging Achmat aan wal. naar de huisjes, steeds doorroe- pende als te voren. Alles toonde aan dat de huisjes pas een oogenblik te voren verlaten waren, het eten stond nog op het vuur, en het vuur brandde nog, doch geen enkel menschelijk we zen liet zich zien. Later bleek dat al léén vrouwen zich te huis bevonden hadden en zich in den boschrand ver scholen toen zij ons zagen naderen, tenviil de mannen er met de prauwtjes op uit waren. Alle pogingen van Ach mat om hen te voorschijn te doen ko men waren tevergeefsch, zoodat wij besloten den terugtocht te aanvaarden. Nauwelijks de riviermonding weder uit zijnde, zagen wrij eenige prauwen langs de kust voortroeien. Wederom geroep als te voren en weder geen antwoord, doch slechts een versnelde roeibewe ging om te vluchten, zoodra onzerzijds pogïncen aangewend werden om hen te naderen. Eindelijk verstonden zij dat Achmat zich bij ons bevond en toen dit nieuws door roepen hunnerzijds ver der verbreid was, kwamen de prauwen langzamerhand naar ons toe. Nu was het vertrouwen gewonnen en gretig werd door ieder een handvol tabak in ontvangst genomen welke tot dat doel was medegebracht. In triomf ging het nu gezamenlijk terug naar de huisjes, waar wij dadelijk onthaald werden op jonge klappers, terwijl d menschen nu op ondubbelzinnige wiize blijk ga ven van ingenomenheid met ons be zoek en ook de vrouwen er niet meer aan dachten om te vluchter» De heer van Dissel begon natuurlijk dadelijk met het aanleggen van een woorden lijst en moest ervaren dat de taal van Kaimana bijna geen overeenkomst ver toont met die van Fak-Fak zoodat het vermoeden voor de hand li~t dat het aantal verschillende talen of tongval len welke op Nieuw Guinea gesproken worden, niet gering is. Nog des avonds kregen wij een contrabezoek aan boord van eenigen onzer nieuwe vrienden, die natuurlijk niet weinig ongelogen wa ren over al hetgeen zij te zien kregen. Om niet al te uitvoerig te worden, van Kaimana ging de Japara naar Aidoema, waar een oude vrouw het vorstelijk bestuur uitoefent, welke da delijk bij de verschijning van het schip in een prauw met vrouwelijke roeiers naar boord kwam. Zij was getooid met het teeken harer waardigheid, name lijk een zwarte muts met gouden band en kreeg van den resident en een der handelaren een paar armbanden ten geschnke als herinnering aan ons be zoek. Het plaatsje bestaat slechts uit een paar inlandsche huisjes. Van Aidoema ging het naar Dubus- haven in de Tritonbaai, waar de over blijfselen wei-den bezocht van het vroegere fort Dubus. Ook hier slechts een paar huisjes of liever afdaken met eenige menschelijke wezen als bewo ners. Verder werd nog Kajoe-Merah op het eiland van dien naam bezocht, dat we der een weinig meer aanspraak op den naam van kampong mocht raaken en eindelijk Lakahia, een eilandje ten zui den van den ingang der Etnabaai, waar reeds vroeger sporen van steen kolen gevonden zijn, doch van zeer inférieure quaüteit. Op dit eiland.]- hebben zich nu ook enkele Papoea's gevestigd. I-Iier word nog een poging gedaan om de voortzetting van de ko- lenlaag op den vasten wal terug te vinden, doch deze liep op niets uit. Het geheele gedeelte der kust van Kaimama af tot Lakahia toe en mis schien nog veel vorder oost- en west waarts, is, men zou haast kunnen zeg gen bijna onbewoond en bijna overal was de weinige bevolking te vreesach tig om veel aanmerking te verkrijgen. De inwoners zijn er vrij groot van gestalte, doch leelijk van uiterlijk, meestal door poldien en huidziekten ontsierd; de mannen hebbbcn het dikke kroeshaar plat in strengels op hei hoofd gevlochten, dit hierdoor in twee, vier, zes of meer gelijke dcelen scheidend van het midden van het voorhoofd af; de vrouwen dragen ge woonlijk het haar los met doorboorden neus en ooren, van de noodige versier selen voorzien. Overigens gaven sommige dezer Pa poea's, door eenige kleeding. blijkt van reeds aanraking met handelaren te hebben gehad. Dit was niet het geval met de be woners van Pisangbaai, ongeveer zes tien uren stoomen oostelijker dan La kahia gelegen, de laatste en wel de meest interessante plaats welke door de Japara bezocht werd, vóórdat zij weder naar Dobo terugkeerde. Dit gedeelte der kust is zeer sterk bevolkt en reeds mijlen ver in zee kwamen verscheidene prauwen het schip tege- fnoet .evenwel zorg dragende dit niet dichter dan op 400 500 meters t« naderen. Eenige bewoners van La kahia waren medegenomen om als tolken dienst te doen, doch alras bleek hoe hun taal zóóveel van die der Pi- sang-baaiers verschilde dat hun tus- schenkomst weinig of geen nut ople verde. Een eigenaardig schouwspel was het in elk prauwtje (kano of uitge- holden boomstam zonder vlerken) een tien- of twaalftal menschen, rechtop overeind staande, te zien pagaaien. Hun pagaaien zijn daartoe natuurlijk voorzien van "een zeer langen steel en geheel uit één stuk hout vervaar digd, terwijl het blad gewoonlijk met snijwerk versierd is. Toen aan boord gezien werd dat de lieden het schip niet dichter durfden naderen dan tot op bovengenoemden afstand; werd getracht hen door roe pen en wenken en door het toonen van stukjes katoen, daartoe aan le moedi gen, doch. zonder succes; zij bleven waar zij waren. Nu werd de stoom barkas dor Japara te water gevierd, en deze onder bevel van een der scheepsofficieren en met da Arabische handelaren en Papoea'sche tolken als pasagiers. op de prauwen afgezonden, welke eerst wel trachtten te vluchten, doch de onmogelijkheid inziende om aan de stoombarkas le ontloopen en misschien gerustgesteld door het klei ne getal menschen daarin, spoedig deze poging opgaven. Nu was de aanraking spoedig verkregen en toen de lieden stukjes rood en wit katoen kregen en zagen dat het geen kwaad gedaan werd. waren zij letterlijk dol van blijdschap en sprongen uit louter plezier meermalen te water. Onze nieuwe vrienden waren nu ook bereid om mede naar boord te gaan. waar een tiental van hen werd toegelaten, terwijl de overigen in hun prauwen om en bij het schip bleven, dat heel langzaam verder naar wal toestoomde, vooruitgegaan door de stoombarkas, om de diepte te verken nen. Langzamerhand nam het getal prau. wen bij het schip echter toe tot een 25 h 30-tal, terwijl nog verscheidene dicht bij den wal te zien waren, en, ofschoon onze Papoea's geen enkel blijk van minder gunstige gezindheid gaven, vond de gezagvoerder der Ja para het onder die omstandigheden toch raadzaam den wal niet al te dicht te naderen, zoodat op ongeveer vier Engelsche mijltflk afstand daarvan ge ankerd werd, om, zoo dit noodig mocht blijken, elk oogenblik weder zee te kunnen kiezen. Van den aard der bevolking toch was niets met zekerheid bekend, zoodat de noodige voorzichtigheid bier niet uit het oog mocht worden verloren. Tusschen de equipage der Japara en de bemanning der prauwen ont stond nu zeer spoedig een levendige ruilhandel. Alles was van Papoea's welkom: stukjes katoen, doosjes luci fers, ledige flesschen, ja, zelfs oude nummers van het Bat. Nieuwsblad waren gewilde artikelen, en gaarne gaven zij voor elk voorwerp, onver schillig wat, iets in ruil als pagaaien, steenen bijlen, bogen en pijlen, klap- lïërs en andere vruchten, lichaams sieraden, ja, zelfs een prauw werd in geruild tegen een stuk rood katoen en de lieden betwistten elkander den voorrang om aan de beurt te komen. Opvallend was het dat bij hen geen enkel voorwerp van ijzer of metaal ge zien werd. en ook geweven goed scheen hen totaal onbekend te zijn, zoodat men hieruit cenigszins na kan gaai op welken lagen trap van beschavinj de menschen zich daar nog bevinden Vrouwen hebben wij daar niet ge zien, doch de mannen waren flink gebouwd, groot van stuk, met een mooie, gladde huid, de baard gewoon lijk zwaar, doch zeer kort gehouden en het hoofdhaar gevlochten als bij de bewoners van Kaimana. Tusschen hun woningen aan het strand, ston den een paar hooge gebouwen, welke den indruk maakten van uit twee verdiepingen te bestaan, wel iets wat ind eze onbeschaafde streek de aan dacht moest trekken. De gaande en komende prauwen wisselden elkander voortdurend af en zeker zagen de bewoners dier kust slechts noode de Japara des namid dags te vijf uur vertrekken, waar schijnlijk het eerste stoomschip dat zij in hun leven gezien hebben en dat zeker nog langen tijd niet uit liup her innering verdreven zal zijn. De verschillende medegebrachte voorwerpen zijn aan het museum te Batavia ten geschenke gegeven. feuilleton* Naar het Engelsch VAU MAX PEMBERTON 23) Ik heb het voorrecht uw vader te kennen, zei de minister, terwijl hij stoelen om de kleinie tafel plaat ste. Het zal mij een dubbel ge noegen zijn, nu ik ook zijn zoon •kennen leer. _Ga zitten. Lord Dane. U ten gevalle'heb ik reeds verschei dene telegrammen verzonden, en als u het goed vindt, zullen wij daarover he<t eerst spreken. Dane boog en nam plaats, noc-h angst noch ongeduld' stond! er op zijn onbewegeliik gelaat te lezen. Maar Harry leunde achterover in zijn stoel, en draaide ongeduldig zijn duimen over elkander. De eerste telegram, vervolgde Muravieff, is van mijn ouden vriend generaal Prezhmev. Hij zal niet nood'ig zijn u te herinneren dat hij een bloedverwant van de Dolgorouki's is. Als gouverneur van Moskou is deze ongelukkige zaak geheel in zijne handen. In zulk een zaak gevoel ik mij niet bekwaam genoeg om op hem te kunnen wer ken. Hij bericht mij, gij moogt het lezen, dat er een volledig onderzoek is gedaan naar de omstandigheden van graaf Varso's dbod in Veliki Paleis. Het is duidelijk dat het ver keerd zou zijn dat onderzoek te schorsen. Gij zelf. Lord Dane, zou die eerste ziin die verlangde het voort te zetten. Het antwoord dat deze na eenig zwijgen gaf, was duidelijk genoeg. Ongetwijfeld. Ik ben de eerste geweest die het verlangd heb, maar omdat ik de voornaamste getuige ben. komt het mij ongepast voor dat ik niet ben opgeroepen. Mo. Muravieff glimlachte zoete lijk. Neem mii niet kwalijk, zei hij, ik zelf heb uw getuigenis naar Moskou geseind. Het zou het einde der moeilijkheid zijn als niet en dit is een punt dat gij over het hoofd hebt gezienhet hof in aan merking zal nemen dat gij bij de zaak betrokken zij.t. Betrokken, graaf 1 Op welke wijze zou dat mogelijk kunnen zijn Het was een warme besohuldi- gin van den beschuldiger, maar dë minister drukte zijn verrassing al leen uit door het optrekken van zijn wenkbrauwen. Ik veronderstel niets omdat ik niets weet, en sta mij imtusschen toe, dat geneesheeren niet onfeil baar zijn. Als Dr. Whitmore misge tast had. Misgetast, in een eenvoudige zaak van hartverlamming. Ik heb meer dwaze dingen gehoord' Lord Dane. Een vriend van mij leed aan bui kon gesteldheid is kort geleden door een der eerste dokters in Wee- nen behandeld als lijdende aan ziekte der hartsorganen. Zulk een ongerijmdheid is mogelijk. Gij kunt het de autoriteiten te- Moskou toch' niiet kwalijk nemen dat zij verlan gen zoo iets te vermijden. Ik neem hen niets kwalijk. De waarheid bestaat hoe ook. Niets kan mij overtuigen dat Dr. Whitmore dwaalt. Mr. Muravieff glimlachte op nieuw. Dat is natuurlijk, zei hij, maan' tegelijkertijd gelieft gij mij te vergunnen dat ik herhaal dat wij verplicht zijn de beoordeeling van dat verschil aan hun oordeel over te laten. Kunt gij mij dan niet helpen De vraag werd op wanhopigen toon geuit. Was hij dan gekomen om zoo weinig te winnen. Moest hij dan na alles met ledige handen terugkeeren? Ten minste was dit zijn oordeel op het antwoord van den minister. Maar Mr. Muravieff had meer te zeggen. Vergeef me riep hij uit. Ik ben hier om u te helpen. Alhoe wel dat beklagenswaardig voorval een zaak is, van de plaatselijke machthebbend'&nben ik niettemin toch niet onwillig mijn inzichten bloot le leggen. Deze aan hen ge richte brief Hij hield o" en zweeg een poos, alsof hij zich wilde verheugen over den indruk. Dane viel hem' niet in de rede. maar de kapitein, die se dert zijn kom9t nog geen woord be sproken had knikte goedkeurend, en zeiJ Plaatselijke autoriteiten heb ben goede ooren als een minister spreè'kt. Daar kwam Mr. Muravieff te gen op. Als hot gevolg heeft, merkte hij op, maar zij kunnen ook zeer stijfhoofdig zijn, kapitein. En voegde er een weinig spot tend bij Bijna zoo stijfhoofdig als een vrouw. Dane hoorde hen met kwalijk verborgen onverschilligheid aan. Die brief, zeide hii kortaf, wil ik op mij nemen te Moskou to bezorgen. Aan generaal Prezhnev, aan wien hij geadresseerd is. llij bevat de uitdrukkingen mijner inzichten en die van u. Er is nog een andere geadresseerd aan Vorstin Fékla zel ve. Ik denk dat die u ook zal hel pen. Om zekere reden zult gij wel niet onwillig zijn dezo de be zorging op u te nemen. Lord Dane. De kapitein kwam tusschen beide' met een gemeenplaatsZekere pos ten in Rusland zijn niet onfeilbaar. Dane nam de brieven met beven de vingers aan en bergde deze in zijn tas. Ik ben niet in staat mijnen dan kin woorden te uiten, zei hij. Dus ik mag er op vertrouwen dat mijn brieven hun bestemming zullen bereiken Morgenochtend hcop ik in Moskou te zijn, graaf. Mr. Muravieff stak hem de hand toe. -- Het is eon belangwekkende stad. zei hij. De beide heeren verlieten de ka mer met herhaalde verzekeringen hunner erkentelijkheid. Zoodra zij vertrokken waren schelde Mr. Mu ravieff om zijn secretaris. Ik zal zeer verheugd zijn als ik weet dat d'e Engelschman mijn brief aan Fékla Dolgorouki heeft ter hand gesteld, zei ïiijWees zoo goed te zorgen diat ik bericht krijg. De secretaris boog ziin hoofd. Hij wil naar Moskou gaan... maar daarna Gij denkt toch niet dat hij het meent... dan? Als hii het meent, dan zaJ uwer Excellence's brief bezorgd worden. En zoo nietkomt het er niet op aan. Er zijn meer belang wekkende raadsels. Hij stond op en ging naar het venster. In de straat voor hem kon

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5