komt, zal zich in 't belang der libe rale partij terug trekken. Binnenland. Hare Majesteit de Koningin met Prins Hendrik en gevolg zullen Maan dag 15 Juli voor ongeveer 14 dagen op Soestdijk komen, logeeren bij H. M. de Koningin-Moeder. Woensdagmiddag is aan het station Apeldoorn aangekomen de Vorst en Vorstin van Bentheim met hunne drie kinderen en gevolg. De vorstelijke gas ten werden begroet door de Koningin en Prins Hendrik, die met de adju danten graaf Schimmeipenninck en luitenant Zegers Rijser, alsmede me- jonkvrouwe Snoeck, ter ontvangst aan wezig waren. Met den trein van 3.21 zijn de gasten weder vertrokken naar Bentheim, de vorstelijke familie deed hen uitgeleide tot aan den trein. Woensdagmiddag is ou het paleis Hot Loo aangekomen een deputatie be staande uit drie hoofdofficieren der marine om H. M. de Koningin een hu welijksgeschenk aan te- bieden. Het nieuwe Ministerie. Men seinde ons gisteren uit Den Haag te laat om nog in ons vorig num mer op te nemen dat in verband met- do vorming van een nieuw Ministerie Woensdag het anti-revolutionaire ka merlid Mr. Ai. baron Mackay door H. M. de Koningin op het Loo werd ont boden. Hulde aan da Ambulance van het Roode Kruis. Een treffende hulde is Woensdag middag in het Zusterhuis van het Roode Kruis gebracht aan de dappere mannen en vrouwen, die daar p:*ids op de slagvelden van Zuid-Afrika rondgingen als engelen der vertroos ting en leniging Ook de Regeering heeft in deze hulde wij mogen het met waar de erin rr vermelden een groot aandeel genomen. Allereerst z" iets vermeld uit de re devoering die de voorzitter van het hoofdcomité, K. J. G. Baron van Har- denbroek van Bergambacht uitsprak. Voornamelijk ontleenen wij er aan wat hij zeïde over het gevangen ne men van eenige leden, der Nederland- sche ambulance. Engeland bedankte niet alleen, maar wees er bij dat bedanken in 't bijzon der op, hoe daardoor het Ned. Roode Kruis volop gelegenheid kreeg al ziin steun te geven aan de slachtoffers des krijgs van de tegenpartij. Aan die vingerwijzing heeft het eerlijk voldaan ep. de grootste roem, de heerlijkste belooning zou het voor ons hoofdcomité zijn geweest, zoo de Roode Kruis-baniier, vastgesnoerd aan onze driekleur, daar ginds te midden van de strijd!ende volken had mogen blijven wapperen tot het laatste schot gevallen, de laatste zieke of gewonde van het slagveld weggedragen en ge- re dl was. Dat heeft niet. zoo mogen zijn; die illusie zag het hoofdcomité tot zijn diep leedwezen zich ontroofd. Aan de rechtbank der humaniteit blijft het oordeel over hen, die aan het Nederl. Roode Kruis die droevige ervaring hebben bereid. Men misduide het den voorzitter niet, zoo hü hier, bij deze ulechtisheid als vertolker van wat er omgaat in dien kring van het hoofdcomité, ui ting geeft aan een leedgevoel, dat, hoe ook ingehouden om hoogst ernstige redenen, zich in zijn drang naar open baring niet totaal bedwingen laat op een moment als dit, waarin in vogel vlucht en bonte mengeling voorbij ons heentrekken, die uren, de dagen en nachten, de maanden van lijden en redding, van ontbering en zelfverloo chening, ook van doodsverachting, doorleefd door U, vrouwen en man nen, die nu in ons midden, als de kern, de uitgelezen kleine schare, vertegenwoordigers van al die trouwe dienaren van. het Roode Kruis wier leven en wier lot op de Züid-Afrikaan- 6cbe slagvelden door het geheele Ne- dierlandsche volk steeds in hoop en vreezen werd gevolgd. Door u als onze kameraden te stem pelen heeft het hoofdcomité getracht U te doen begrijpen hoe innig wij al len opgingen met hart en ziel. als inienech en als Nederlander, in den heiligen arbeid', door u als zendelingen van ons volk met moed! en vertrou wen aanvaardt en met onbezweken volharding volbracht in dienst van de humaniteit. Nog een oogenblik toeveus voor ik als woordvoerder van het hoofd-co- mité overga tot het eigenlijke doel van die droomt van een. groot genoegen d'at hij niet genieten mocht. Het zwakke licht, de zwevende mist dampen, het vreemde van die woes te verlatenheid;, brachten het hun ne daartoe bij. Hij vroeg het oor deel van den dokter, alsof het ant woord toch wel niet in ernst zou zijn. Welnu, zei deze, en met welke nieuwe schim vermaken wij ons nu? De oucEe Rus had voortdurend' d'e oogen op de deur van Fékla geves tigd'. Die vent is de geschiktste gids uit den Kaukasus. merkte hij ter loops op. De weg is duidelijk, maar gij moogt hem nooit uit. het oog verliezen., en er is altijd sneeuw op. Uw pels is te licht, we zullen, u aan een met een1 sohapen- huid1 helpen. Gij kunt hem met d!e paarden terugzenden:. De juffer is gewoon aan die koude, en zal er op gewapend zijn. Gij zijt vijf dagen op den Pass. maar die ^ostein zijn, goed, en uw papieren beschermen u tegen onaangenaarnhedeoi. Mag ik u oen wenk geven? Een man staat in betere verhouding tot zijn vrouw, dan tegenover haar die zijn deze samenkomst. Hoe toch zou het immers movpiiik kunnen zijn, dat in een samenkomst als deze onze gedach ten niet heendwaalden naar het verre Oosten, naar Cevlon, waar vijf onzer kameraden in krijgsgevangenschap moeten boeten voor het misbruik ge maakt van hun goede trouw, van hun openlijk aangeboden hulpvaardigheid. O. wij weten het wel, wij kunnen hen niet geheel vrijpleiten, waar zij wat al te toeschietelijk en onbezorgd, niet denkend aan mogeliikew toeleg tot verwikkeling, het oor hebben ge leend aan smeekbeden en toegegeven aan zoo verklaarbaar medelijden, te weinig rekenhv- houdende .met de ab solute neutraliteit- door de Conventie van Genève aan de dienaren van het Roode Kruis gewaarborgd, maar te vens ook aan hen opgelegd. Diep, zeer diep is het hoofdcomité door die gebeurtenis gegriefd, terne.' waar is geconstateerd, dat twee der gevangenen geen enkel document met zich voerden. Verwijdering van het slagveld! met verbod tot terugkeer mo ge te verdedigen zijn. een gevangen schap van nu reeds langer dan een jaar, achten wij een straf onevenredig aan de overtreding en in droevig con trast met de nobelei beginselen der hu- iruanjitefiit, waaraan het Roode Kruis zijn schepping dankt. Voorwaar, die mannen boeten wel zwaai' voor hun wel ondoordachte maar toch eerlijk bedoelde daad. Die mannen hebben op het slagveld ook aan den Engelschen soldaat de hand der lafenis -ereikt, waar deze hulpeloos neerlag in ellende Het symbool der menschenlief de op het slagveld is voor hen geworden een kruis van bitter leed. Maar daarna noemde spr. de lichtzijden en wel de vooral groote belangstelling van Volk en Regeering, van H. M. de Ko ningin-Moeder die beschermvrouwe is der Vereeniging, en ook van H. M. de Koningin. Hoe ingenomen onze Vorstin is met het werk dat ons Nederlandscli Roode Kruis in Zuid-Afrika heeft gedaan, blijkt wel uit de volgende onderschei dingen, die daarop door den secreta ris van het hoofdcomité, de lieer W. J. Vervloet, werden voorgelezen Benoemd zijn: lo. In de orde van den Ned. Leeuw tot ridder dr. G. W. S. Lingbeek, arts en leider dter eerste Nederl. Roode Kruis ambulance van October 1899 tot Juni 1900 en gecommitteerde voor de zaken der ambulances dier vereeni ging in Zuid-Afrika van October 1900 tot Januari 1901 en dr. C. J. C. Bierens de Haan, arts en lid van den bovenbe doelden len ambulancedienst bij de Boeren. In de Orde van Oranje Nassau tot officier dl'. E. G. van Leersum arts, hoofd en leider der Nederlandsch- Russische ambulance; tot ridder met. de zwaarden: L. J. Jansen, arts, offi cier van gezondheid dei' 1ste klasse bij het personeel van den geneeskundigen dienst der zeemacht; tot ridder I. H. Pameyer, arts, med'icinae-doctorandus en mejuffrouw G. J. Bevnen, hoofd der zusters van die eerste Roode Kruis- ambulance thans directrice van het Zusterhuis der Vereeniging te 's-Gra- venhage. 2o. Toegekend zijn: de eeremedaille der Ordie van Oranje-Nassau, in zilver me tgekruiste zwaarden aan den zie kenverpleger jonkheer J. Bowier, kor poraal bij de le compagnie hospitaal soldaten; in zilver aan de ziekenver: pleegsters A. M. Drayton Lee, L. J. Metele.rkamp, G. van Sevenhoven en A. E. Schipper, alsmede aan de zie kenverplegers H. Jeltes en R. C. Leon- hard; in brons aan de ziekenverpleegsters A. M. C. Geenen, M. W. Schreuders, M. F. Smit, S. G. Smit, A. van Stoc- kum, H. E. Stoffers en C. Cohen. Baron Van Hard'enbroek sloot toen de vergadering met een leve ons Vorstenhuis", een eeresaluut en harte lijke gelukwenschen aan de gedeco reerden, die vervolgens de versierse len uit zijn handen in ontvangst na men. De toespraak werd herhaaldelijk door applaus onderbroken en aan hel slot krachtig toegejuicht. Den aanwezigen werd na deze plech tigheid de eerewijn aangeboden. Academische examens. Aan de universiteit van Amsterdam is met gunstig «revolg afgelegd het candidaats-examen in de geneeskun de door den heer J. F. M. Hommacher; het theoretisch apothekers-examen door mej. E. Bak en de heeren P. Weijer en G. Heijmans ;het 1ste na tuurkundig examen door de heeren. A. J. M. Kantera G. H. E. v. Suchtelen, H. P. Oosterbaan. A. Willemse; het vrouw niet is. Ondier uw bescher ming moet mejuffrouw, mevrouw voor mij zijn voor ik naar Tiflis ga. Geef den sergeant hier twintig roebels en hij zal er in voorzien. Ik wil hem er vijftig geven. Al's dat geschied is, wat zal d!an die kapitein doen? De dokter stond op deni drempel van het. buis. en antwoordde Gij zijt vol zwarighedende kapitein is te Vladikavkaz. Hij zendt zijn nicht naar Moskou te rug. Als hij haar daarheen volgde, zou het mij niet verwonderenEr zijn verschillende manieren om een man te winnen. Ik stel die oude manier er boven, maar 't is waar, ik ben ook een crude man.. Hij keerde zich om e,n zij trad'en het huis binnen; de lampen wa ren reeds aangestoken. In de zaal, voor een groot vuur van houtblok ken, stond Fékla, gekleed in een donker groen kleodje en in een met bont gevoorden mantel e.n kap. Zij wachtte beu, als eene die op het oogenblik een mededeeling moest aanhooren; iets wat haar leven betrof. De aangename lach van den dokter, klonk door het huis als d'e stem van een kind. candidaats-examen in d'e rechten door den heer A. Zeldenrust en J. S. G. Scheltema. De heer Dr. J. Boeke, verkreeg Woensdag bij zijne promotie het prae- dicaat cum laud ei Aan de universiteit, van Amsterdam zijn bevorderd tot doctor in de klas sieke letterkunde op proefschrift „Quaestiones Sullanae et Sallustia- nae." de heer Meyer van den Hoek, geboren te Leeuwardentot doctor in de rechtswetenschap op ..Stellingen" de heer P. Kruseman, arts, gebo ren. te Primmelen. De bureaux van Senaat en facultei ten der Universiteit van Amsterdam zijn voor den cursus 1901—1902 als volgt samengesteld: Rector-magnificus prof. dr. P. K. Pel; secretaris van den Senaat, prof. dr. C .Ph. Sluiter; assessoren: prof. dr. Hugo de Vries, prof. dr. C. M. Kan, prof. dr. S. Cramer en prof. mr. D. Josephus Jitta. Facutleit der godgeleerdheid: Prof. dr. W. Brandt, voorzitter; prof. dr. D. E. J. Volter, secrtaris; faculteit dei- rechtsgeleerdheid: prof. mr. L. de Har- tog, voorzitter; prof. mr. D. Josephus Jitta. secretaris; faculteit der genees kunde: prof. dr. R. H. Saltet, voorzit ter; prof. L. Bolk, secretaris; faculteit der wis- en natuurkunde: prof. dr. R. Sissingh, voorzitter; prof. dr. Eug. Dubois, secretaris; faculteit der lett. en wijsbeg.: prof. dr. J. M. J. Valeton, voorzitter; prof. dr. H. T. Karsten, se cretaris. Ean gedwongen ontslag. Naar werd medegedeeld zou in „Het Volksdagblad" van Woensdag (gister) avondi de volgende verklaring' voorko men: Aan de lezers van het Volks dagblad: De on d erg et e eken de acht zich tot zijn groot leedwezen verplicht tot de medledeeling, dat hij en zijne mede redacteuren na rijp beraad hebben be sloten den band met „Het Volksdag blad" te verbreken. De redenen, welke tot dit besluit hebben geleid, zijn de volgende: De heer mr. F. A. van Hall, de groot ste aandeelhouder en feitelijke eige naar van „Het Volksdagblad", thans candidaat voor de Tweede Kamer in district IV, heeft verlangd, dat in dit blad zijn candidatuur zou warden ver dedigd. Dit is door mij heslist geweigerd, ook nadat in tegenwoordigheid van één der commissarissen, die mr. Van Hali's verzoek ondersteunde, met schorsing en ontslag van den hoofd redacteur werd gedreigd. Zoowel de directeur als de presi dent-commissaris hebben op aanbeve ling der candidatuur-Van Hall aange drongen en niettegenstaande zij bij herhaling uit mijn mond de verklaring hebben gehoord, dat ik noch voor hun aandtrp- noch voor de pressie van mr. Van Hall zou zwichten, hebben zij, in overleg met den hierboven be doelden commissaris, een strooibiljet doen drukken, waarin werd gezegd, dat mr. F. A, van Hall de candidaat is van „Het Volksdagblad". Dit bil jet zou in ons blad worden inp-evou- wen en aldus bij de lezers in district TV worden bezorgd. Door een toeval heb ik dit bedrog ontdekt en de verspreiding van dit biljet weten te verhinderen. De vrees blijft echter gewettigd, dat heden of morgein met medewerking van onzen directeur en van één of meer commissarissen een nieuwe ma noeuvre wordt op touw gezet, waar door de goede naam van „Het Volks dagblad" ernstig wordt bedreigd. Nu dus gebleken is, dat dat de di recteur en een paar commissarissen niet die mate van onafhankelijkheid tegenover den grootsten aandeelhou der bezitten als noodig is voor een de mocratisch orgaan, dat uit den aard van zijn bestaan niemand en het aller minst een financier als mr. Van Hall naai' de oogen mag zien, meent de re dactie, ook om allen schijn van mede plichtigheid te ontgaan, niet langer de verantwoordelijkheid voor den in houd van het blad te kunnen dragen. Wij behoeven onzen lezers niet te zeggen, dat het besluit om te brekeu met het blad, waaraan wij van de op richting af zijn verbonden geweest, ons veel heeft gekost. Maar wij mochten het niet gedoo- gen, dat de eer van ons vaandel, het welk steeds ongerept is gebleven, werd besmet. De hoofdredacteur, R. SCHWARZ. Nader deelde de heer Schwarz i n cd e. dat, dp hierboven bedoelde, ver- De paarden zijn uit den, stal gehaald', zei hij. Gij zult een' di ner en bed' te Kazbek vindien. Kooi' kinderen, gii moet nu saroeni uw eigen weg bewandelen-. Als gij naar mij luistert, is dat er -een dteel van. Lord Dane en haar ladyschap! Waarom niet, waarom niet? Er zijn lange wegen- en kortere. Slechts een is er die u voert naar Tiflis. Dane zag niet naar Fékla. Zij zag naar het flikkeren- der vlam men. en hare wangen waren don kerrood, maar toch bleef zij voor zichtig. Qfcto Demid'off komt vanavond terug. Hij zal. noch goed noch af keuren. Het laatste zal vervolging uitlokken, hé, dokter? De dokter antwoordde met onge duldig gebaar, Wie nooit anders dan bij zilver rekent, vult zijn zak ken nooit met goud'. Zullen wij de paarden weer naar den stal laten brengen, mijn zoons of zullen wij tegen den nacht te Kazbek dï nee- ren,? De Engelsohman en mevrouw, die de pas van den gouverneur van Moskou bij zich hebben. Als ik in uw plaats was, had ik die vraag niet tweemalen laten doen. Als d'e klaring betreffende het ontslag der redactie van „Het Volksdagblad" Woensdagavond niet in het blad zelf is verschenen. De directie heeft in overleg met den président-commissaris, geweigerd het stuk in ..Het Volksdagblad" te plaat sen, niettegenstaande/ het contract van aanstelling uitdrukkelijk bepaalt, dat alleen de heer Schwarz over den in houd van het blad en het al of niet opnemen van stukken te beslissen heeft. Daarentegen heeft de directie van „Het Volksdagblad" onder de Inge zonden Med-edeelingen" het volgende doen plaatsen: ,,De mannen van „Het Volksdag blad" stemmen nnorgen (Donderdag) natuurlijk als één man op: mr. F. A. van Hall. Hst Ned. Ond. Genootschap. Aan het jaarverslag,, uitgebracht in de heden te Enschedé begonnen twee- daagsche algemeene vergadering, is het volgende ontleend: „Hoewel 't aantal algemeene leden toenam, daalde dat der gewone leden met 34, waaruit alleen deze gevolgtrek king is te maken, dat liet afdeelings leven op vele plaatsen kwijnende is. Het hoofdbestuur bracht rapporten uit omtrent schoolgeldheffing, school- hvgiëne en schoolvergaderingen. Het rapport over het Zwitsersch onderwijs verscheen en een programma van voorkeur met 't oog op wetswijziging lager onderwijs werd ingediend. Een enkele maal werd opgetreden ter verdediging van de bedreigde of onvoldoend behartigde belangen van bepaalde personen. Het besluit van den gemeenteraad van Schinveld (Limburg), waarbij het hoofd der school werd ontslagen om redenen buiten bet onderwijs, wist men door den minister vernietigd te krijgen. Minder succes had men in Zwolleker- spel, waar men den Burgemeester om een mondeling onderhoud had ver zocht in zake regeling der salarissen. De Burgemeester berichtte dat de Raad, bij het vaststellen van de be zoldiging der onderwijzers de voor lichting van 't hoofdbestuur „behoef de noch begeerde." Wegens politieke omstandigheden (Transvaal?) bedank te men voor de uitnooaiging der En- gelsche „Union of Teachers." Bij de mutatie onder de leden van 't Rijks-schooltoezicht maakten ver schillende afdeelingen hare wenschen aan de regeering kenbaar, hetzij om een bepaald aangewezen schoolopzie ner te behouden, 't zij om een „vak man" benoemd te zien. De afd. Wijm- britseradeel verzocht -den Gemeente raad een hooger bedrag voor brand stoffen uit te trekken; aan dit verzoek werd voldaan, zoodat de kinderen niet langer in de kou behoeven te zitten. „Voeding en kleedïng voor behoef tige kinderen" werd wederom door en kele afd. behartigd. In Vlaardingen wordt de zaak zoo flink gesteund door particulieren, dat men hoopt art. 35 der Leerplichtwet niet noodig te heb ben, om de gemeente tot .het toestaan eener subsidie aan te sporen. (Art. 35 luidt: Ter bevordering van 't schoolbezoek is de gemeenteraad bevoegd voeding en kleeding te ver strekken aan schoolgaande kinderen voor wie daaraan behoefte bestaat, of met dat doel subsidie te verleenen, een en ander volgens regelen bij al- gemeenen maatregel van bestuur te stellen. Kinderen van openbare en bijzondere scholen worden op gelijken voet behandeld.) Het aantal aanvragen werd minder in Vlaardingen, Zutfen en Berlicum; de welvaart schijnt daar te stijgen. In Delft'is men nog zoo ver niet; daar kunnen te weinig kinderen aan de kindervoeding deelnemen. De belangstelling in schoolwande- lingen neemt langzaam toe. Nieuwe splitsingen der afdeelingen wegens on- eenigheid kwamen dit jaar niet voor; pogingèn om gescheiden afdeelingen te hereenigen, werden beproefd, doch mislukten." Woensdagavond werden alle platte landers opgeroepen tot een voorver gadering. Er is nl. een beweging gaande om in het hoofdbestuur meer plattelanders te brengen (7 plattelan ders en 4 Amsterdammers, in plaats van 6 Amsterdammers en 3 van daar buiten. Het hoofdbestuur is hiertegen. Van vijf koetsiers. Men leest wel eens, zegt het „Hhldl." van vergaderingen;, d'ie in den nacht moeten geschieden, om dat de belanghebbenden door hun beroep gedwongen zijn, dien onge honden blaffen zult gij teTïflis zijn. Ik denk niet dat zij bijten zullen. Ik denk er over maar stilwat zullen d'e gedachten zijn als de paarden buiten de poort zijn? Hij nam zijn. snuifdoos uit den zak en bediende zich goed'. Fékla staarde nog voortdurend! in het vuur, toen Dane de kamer door liep. zich maast haar plaatste en haar hand in do zijne nam. Fékla, vroeg hij, zacht, wemscht gij het? Ik heb geen anderen wenisch dan de uwe. Laat ons dlan samengaan, als God het' wil. HOOFDSTUK XXV. De Maskerade. Er is een sluitboom in den. Pass, op een kleinen- afstand van: de post Lars en tot daartoe verzelde die dlokter hen. vermaande hen, ter wijl hij clen' lederen stijgbeugel van Dane in de hand hield om allen spoed in acht te mermen, opdat zij door een tour de farce meesters van deai toestand zijn zouden. Gaat heen, mi ine kinderen wonen: tijd te kiezen. Wanneer zou den. conducteurs, koetsiers en dier gelijke, door hun beroep aan een bepaalden tijd gebonden menschen moeten' vergaderen Een andere vraag is het, hoe zulke liedeni eens in gezelschap met elkaar uit kun nen gaan, zonder al te veel schade voor hun zak. Een v Hf tal Amster dam sche koetsiers- meenden eene oplossing voor dit vraagstuk ge vonden, te h,ebben en zij besloten van den nacht den dag te maken. Zij zouden- zich nu ook eens ver maken en zij kozen hiertoe -een rit je, een, nachtelijk ritje. Een der rossenbedwingers was zelfs zoo royaal, d'it ritje geheel -alleen ie wi Hen bekostigenVermoedielijk had de> man een goeden dag of een buitenkansje gehadl. Onderweg hield men; af -en toe een-s op om zich te verfrisschien. Op een van die pleisterplaatsen kwam een boos opzet die harten via-n vier van de vijf bestormen eau deze booze vier besloten, nummer vijf stil achter te latent in eene dier ge legenheden, waar hij verfiis-sching zocht en misschien vond. Nog snoo- dar wordt dit opzet, als men be denkt, dat juist het mikpunt van al die boosaardigheid die man was, die het ritje had bekostigd. De vier verdwenen- dus en zoch ten- als oord hunner wenschen de landelijke omgeving van Diemier- brug op. Daar zij-n die, menschen vroeg wakker en vooral ziin de ca féhouders daar op Zondag zeer maxime us. De- vier koetsiers vonden d'u-s gemakkelijk gelegenheid de verfrisschingskuur voort te zetten en te voltooien. In geheel goede har monie ging alles echter niet. wamt verschil van meeming kan niet uit blijven tusschen ©aamgezworenen. Toen hun ome enigheid op heit punt stond in handtastelijkheid over te gaan,, verscheen echter een oude bekende ten tooneele -en wel nummer vijf d'e snood verlatene, die nu moederziel alleen- ini een aapje kwam aanrijden. Veel praat werd er niet gemaakt, mien trok dadelijk van leer en de wapens ieder in zijn vak waren d'e spoorstokken, der rijtuigen. De politie, d'ie ook matimeius kan zijn, verscheen en op dat gezicht maakten, de vroegtijdige levenma kers zich uit de voeten. Uit de Arbeiderswereld. BUITENLAND. In de fluweelfabrieken van St. Etien- ne is een werkstaking uitgebroken, waaraan voorloopig 1000 werklieden deelnemen. De eisch i9 4 fres. loon per duizend verwerkte draden, zooals in de kleine wrkplaatsen wordt betaald, in plaats van de 3 fr. og 3.50 frc., welke in de groote fabrieken worden betaald. Letteren en Kunst. De Amsterdamsche correspondent der N. R. Ct. trekt de mededeeling dat de heer en mevrouw TijssenBrerner- kamp naar buitenland zullen vertrek ken, in twijfel, omdat beiden hun con tract bij de Ned. Opera weer geteekend hebben.. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubliek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst wordt de kopy niet aan den inzender teruggegeven Haarlem, 11 Juli 1901.. KAMERS VAN ARBEID. Mijnheer de Redacteur. Mijn laatste woord in deze aan den heer Kleynenberg kan nog veel korter zijn dan dat van ZEd., omdat ik eerlijk erkennen moet, dat hij de geschiede nis juist weergeeft. Het spijt mij ech ter te moeten constateeren, dat hij de hoofdzaak verzuimt te vermelden. Ik wensch daarom het herinneringsver mogen van den heer K. een weinig op te frisschen. Na ontvangst van de missive van Z. E. den minister van Waterstaat ontving ik bezoek van den heer Rei- nalda, die mij namens den heer K. kwam vrageai, of ik beireid zoude ziin mede te werken ter totstandkoming der Kamer, hetgeen ik natuurlijk toe stemmend beantwoordde. Vanaf dien tijd hoorde of zag ik totaal niets meer van deze zaak, tot dat plotseling de gewraakte circulaire door mij werd ontvangen met, het stel en geef acht op die machtbebben- den die gij moet passé eren. Als gij niet te Tiflïs komt. komt dian terug om mii te vertellen dat ik een domme oude kerel ben, die een dwaas plan heeft uitgedacht. Wil iemand' u tegenhouden,, breng dam vlug de pas voor van den keizer. Wij hebben tot nog toe weinig eer bied voor dien Engelschen edelman. De sluitboom, gindler gaat 'langzaam open. Als het voor mij isverder vindt gij er -"eene. Wordt gij aanL gevallen, aarzelt niet te schieten. Bij een partij in de Dariël, weegt een doodle tegen twintig levendien op. Ik schoot eens dien aanvoerder van een Circassisohe benidle door den- arm, en de anderen benoemden mij dadelijk in- zijne plaats. Wij zijn veel zachtzinniger dan wij er uitzien, en onze pistolen doen niet veel. Gij zult rechtreeks naar Londen' gaan en een ouden man verblijden met. het bericht dat hij een paar jongeluidjes gelukkig ge maakt beeft. Auf Wiedersehn. mijn jongen,, auf Wiedlersehn,. Als ik binnenkort van u wat verneem, moet er een Engelsch zegel op den. brief geplakt zijn. Zii waren bil die barrière waar- pasklar gemaakte candidaten. Deze circulaire gewerd mij slechts eenige dagen vóór de verkiezing. De heer K. heeft dus onrecht als hij mij onverschilligheid in deze wil aan wrijven. Ik daarentegen kan gerust deze handelwijze aan het oordeel dei- publieke opinie overlaten, daar door Z.Ed. niet is of kan worden weer sproken, dat door zijn toedoen, de groote werkgevers in dit vak. n.l. zij, die tusschen 20 30.000 arbeidsloo- nen jaarlijks uitbetalen, buitengeslo ten werden, ofschoon deze in ontwik keling geenszins behoeven achter te staan voor de gekozenen, en zeker niet minder dan deze laatsten op de hoogte zijn van arbeiderstoestanden. Ware het destijds den heer K. in derdaad ernst, zeker wouden de vele besprakingen met zijne candidaten onnoodig zijn geweest voor hunne toestemming tot het aanvaarden eener candidatuur, indien het slechts niet zijn doel ware, de door mij op 't oog hebbenden te ignoreeren. Met beleefden dank voor de plaat sing, Hoogachtend, M. SCHOOLMEESTER. Geachte Redactie! De heer J. de Jong heeft het noodig geoordeeld in. uw No. van gisteren tot de kiezers in distrikt n een extra- aansporing te richten om vooral hij de a.s. herstemming voor twee le den van den Raad, hunne stem uit te brengen op den heer Schürmann Genoemde heer sprak hierbij het ver moeden uit, dat men, door do. bestrij ding der kandidatuur-Schürmann,den kiezers in distrikt II een strik trachtte te spannen om daardoor, door mis leiding der kiezers dus. de kansen voor den heer Hugenholtz te verbete ren. Nu spreekt het vanzelf, dat, zou het vermoeden van den heer De Jong omtrent die strikkenspannerij, juist zijn, de mannen der Volkskiesvereeni gin- en van S. D. A. P., als zijnde m dit geval de belanghebbenden, een dergelijk middel moeten trachten aan te wenden ter bereiking van hun doel Nu spreekt men althans in het open baar gewoonlijk geen dergelijk ver moeden uit of men moet er tenminste eemgen grond voor hebben, en nu vraag ik den heer de Jong, aan eei; man, hehoorende tot een kombinalie van kiesverenigingen in onze ge meente, welke kombinatie gedurende den geheelen verkiezingsstrijd letterlijk alle, ook de meest vieze middelen (men denke slechts aan de verschil lende door de kombinatie uitgegeven blaadjes) heeft aangewend, terwille van het succes: waarop grondt ge uw verdenking als zouden de Vclkskies- vereeniging en de S. D. A. P. een der middelen aanwenden,waarvan eenkom. binatie waartoe eii behoort zich vrii geregeld heeft bediend en, blijkens uw stukje, bedient? Moet men hier denken aan het „Zoo de waard is, enz.?" en: „tegenover d i e lui is a 11 e s geoorloofd?" Zou het niet, en, met meer recht, door mij kunnen worden omgedraaid wanneer ik bijv. ging veronderstellen: de kombinatie hecht er veel aan om de door haai- uitverkorenen gekozen te zien en, waar nu een poging wordt gedaan, één dier uitverkorenen te doen duikelen, tracht men, getrouw aan de gewone wijze van werken, met alle middelen, in dit geval door dreigen m-et het roode spook, zijn doel te herei ken. Ik herhaal, wanneer ik iets dergelijks veronderstelde, deed ik dat met meer grond dan de heer De Jong heeft voor de zijne. Waar de Volks- kiesvereeniging en de S. D. A. P. al- tij d en overal hun kracht hebben gezocht in de grootst mogelijke openbaarheid, en het, gelukkig, immer hebben versmaad, middelen te gebruiken, welke geen daglicht kun nen verdragen daar is die uitgespro ken meening van den heer De Jong niet geheel vrij van het pogen, om op een min of meer geniepige manier te genstanders. waarvoor men blijkbaar doodsbenauwd is, te bekladden en meteen eigen zaakjes te bevoordeelen. Wil de heer De Jong zich inspannen voor de verkiezing van den heesr Schürmann, dan is dat z ij n zaak en zijn recht, natuurlijk, ieder zijn smaak. Maar daarvoor is het dunkt mij niet bepaald noodig dat hij men schen, met wier beginselen hij het niet eens is, bekladt en iets leelijks aanwrijft. Waarlijk, ik taxeerde tot heden den heer De Jong hooger. Dankend voor de opname, L. MODOO. Haarlem, 12 Juli 1901. van hij gesproken: had;, en op eeni ge door hem tot dien kozak gespro ken woorden. wie.rd die laatste dier poorten geooen'di, en was alzoo die weg naar Azië vrij voor hen. Terwijl eien beleef die beambte zijn papieren en paspoort inzag ein stempelde, sprak de dokter zijn laatsten goeden raad dat hij geen nieuwe betuiging van dankbaar heid wilde aanhooren,. Lord Dane gij hebt beiden: een goed' hart en1 een goed. paard). Gaat niet slapen al© gij wakker moet blij ven en stap niét. af, als ge den draf van een paard hoort. Als die kapitein tegen den naoht terug komt. zal ik hem> uw groeten over brengen. En hij, telegrafeert naar Tiflis? (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 2