komt, zal zich in 't belang der libe
rale partij terug trekken.
Binnenland.
Hare Majesteit de Koningin met
Prins Hendrik en gevolg zullen Maan
dag 15 Juli voor ongeveer 14 dagen
op Soestdijk komen, logeeren bij H. M.
de Koningin-Moeder.
Woensdagmiddag is aan het station
Apeldoorn aangekomen de Vorst en
Vorstin van Bentheim met hunne drie
kinderen en gevolg. De vorstelijke gas
ten werden begroet door de Koningin
en Prins Hendrik, die met de adju
danten graaf Schimmeipenninck en
luitenant Zegers Rijser, alsmede me-
jonkvrouwe Snoeck, ter ontvangst aan
wezig waren.
Met den trein van 3.21 zijn de gasten
weder vertrokken naar Bentheim, de
vorstelijke familie deed hen uitgeleide
tot aan den trein.
Woensdagmiddag is ou het paleis
Hot Loo aangekomen een deputatie be
staande uit drie hoofdofficieren der
marine om H. M. de Koningin een hu
welijksgeschenk aan te- bieden.
Het nieuwe Ministerie.
Men seinde ons gisteren uit Den
Haag te laat om nog in ons vorig num
mer op te nemen dat in verband met-
do vorming van een nieuw Ministerie
Woensdag het anti-revolutionaire ka
merlid Mr. Ai. baron Mackay door H.
M. de Koningin op het Loo werd ont
boden.
Hulde aan da Ambulance
van het Roode Kruis.
Een treffende hulde is Woensdag
middag in het Zusterhuis van het
Roode Kruis gebracht aan de dappere
mannen en vrouwen, die daar p:*ids
op de slagvelden van Zuid-Afrika
rondgingen als engelen der vertroos
ting en leniging Ook de Regeering
heeft in deze hulde wij mogen het
met waar de erin rr vermelden een
groot aandeel genomen.
Allereerst z" iets vermeld uit de re
devoering die de voorzitter van het
hoofdcomité, K. J. G. Baron van Har-
denbroek van Bergambacht uitsprak.
Voornamelijk ontleenen wij er aan
wat hij zeïde over het gevangen ne
men van eenige leden, der Nederland-
sche ambulance.
Engeland bedankte niet alleen, maar
wees er bij dat bedanken in 't bijzon
der op, hoe daardoor het Ned. Roode
Kruis volop gelegenheid kreeg al ziin
steun te geven aan de slachtoffers des
krijgs van de tegenpartij.
Aan die vingerwijzing heeft het
eerlijk voldaan ep. de grootste roem,
de heerlijkste belooning zou het voor
ons hoofdcomité zijn geweest, zoo de
Roode Kruis-baniier, vastgesnoerd aan
onze driekleur, daar ginds te midden
van de strijd!ende volken had mogen
blijven wapperen tot het laatste schot
gevallen, de laatste zieke of gewonde
van het slagveld weggedragen en ge-
re dl was.
Dat heeft niet. zoo mogen zijn; die
illusie zag het hoofdcomité tot zijn
diep leedwezen zich ontroofd.
Aan de rechtbank der humaniteit
blijft het oordeel over hen, die aan
het Nederl. Roode Kruis die droevige
ervaring hebben bereid.
Men misduide het den voorzitter
niet, zoo hü hier, bij deze ulechtisheid
als vertolker van wat er omgaat in
dien kring van het hoofdcomité, ui
ting geeft aan een leedgevoel, dat, hoe
ook ingehouden om hoogst ernstige
redenen, zich in zijn drang naar open
baring niet totaal bedwingen laat op
een moment als dit, waarin in vogel
vlucht en bonte mengeling voorbij ons
heentrekken, die uren, de dagen en
nachten, de maanden van lijden en
redding, van ontbering en zelfverloo
chening, ook van doodsverachting,
doorleefd door U, vrouwen en man
nen, die nu in ons midden, als de
kern, de uitgelezen kleine schare,
vertegenwoordigers van al die trouwe
dienaren van. het Roode Kruis wier
leven en wier lot op de Züid-Afrikaan-
6cbe slagvelden door het geheele Ne-
dierlandsche volk steeds in hoop en
vreezen werd gevolgd.
Door u als onze kameraden te stem
pelen heeft het hoofdcomité getracht
U te doen begrijpen hoe innig wij al
len opgingen met hart en ziel. als
inienech en als Nederlander, in den
heiligen arbeid', door u als zendelingen
van ons volk met moed! en vertrou
wen aanvaardt en met onbezweken
volharding volbracht in dienst van de
humaniteit.
Nog een oogenblik toeveus voor ik
als woordvoerder van het hoofd-co-
mité overga tot het eigenlijke doel van
die droomt van een. groot genoegen
d'at hij niet genieten mocht. Het
zwakke licht, de zwevende mist
dampen, het vreemde van die woes
te verlatenheid;, brachten het hun
ne daartoe bij. Hij vroeg het oor
deel van den dokter, alsof het ant
woord toch wel niet in ernst zou
zijn.
Welnu, zei deze, en met
welke nieuwe schim vermaken wij
ons nu?
De oucEe Rus had voortdurend' d'e
oogen op de deur van Fékla geves
tigd'.
Die vent is de geschiktste gids
uit den Kaukasus. merkte hij ter
loops op. De weg is duidelijk,
maar gij moogt hem nooit uit. het
oog verliezen., en er is altijd
sneeuw op. Uw pels is te licht, we
zullen, u aan een met een1 sohapen-
huid1 helpen. Gij kunt hem met d!e
paarden terugzenden:. De juffer is
gewoon aan die koude, en zal er op
gewapend zijn. Gij zijt vijf dagen
op den Pass. maar die ^ostein zijn,
goed, en uw papieren beschermen
u tegen onaangenaarnhedeoi. Mag
ik u oen wenk geven? Een man
staat in betere verhouding tot zijn
vrouw, dan tegenover haar die zijn
deze samenkomst. Hoe toch zou het
immers movpiiik kunnen zijn, dat in
een samenkomst als deze onze gedach
ten niet heendwaalden naar het verre
Oosten, naar Cevlon, waar vijf onzer
kameraden in krijgsgevangenschap
moeten boeten voor het misbruik ge
maakt van hun goede trouw, van hun
openlijk aangeboden hulpvaardigheid.
O. wij weten het wel, wij kunnen
hen niet geheel vrijpleiten, waar zij
wat al te toeschietelijk en onbezorgd,
niet denkend aan mogeliikew toeleg
tot verwikkeling, het oor hebben ge
leend aan smeekbeden en toegegeven
aan zoo verklaarbaar medelijden, te
weinig rekenhv- houdende .met de ab
solute neutraliteit- door de Conventie
van Genève aan de dienaren van het
Roode Kruis gewaarborgd, maar te
vens ook aan hen opgelegd.
Diep, zeer diep is het hoofdcomité
door die gebeurtenis gegriefd, terne.'
waar is geconstateerd, dat twee der
gevangenen geen enkel document met
zich voerden. Verwijdering van het
slagveld! met verbod tot terugkeer mo
ge te verdedigen zijn. een gevangen
schap van nu reeds langer dan een
jaar, achten wij een straf onevenredig
aan de overtreding en in droevig con
trast met de nobelei beginselen der hu-
iruanjitefiit, waaraan het Roode Kruis
zijn schepping dankt. Voorwaar, die
mannen boeten wel zwaai' voor hun
wel ondoordachte maar toch eerlijk
bedoelde daad. Die mannen hebben op
het slagveld ook aan den Engelschen
soldaat de hand der lafenis -ereikt,
waar deze hulpeloos neerlag in ellende
Het symbool der menschenlief de op
het slagveld is voor hen geworden een
kruis van bitter leed. Maar daarna
noemde spr. de lichtzijden en wel
de vooral groote belangstelling van
Volk en Regeering, van H. M. de Ko
ningin-Moeder die beschermvrouwe
is der Vereeniging, en ook van H. M.
de Koningin.
Hoe ingenomen onze Vorstin is met
het werk dat ons Nederlandscli Roode
Kruis in Zuid-Afrika heeft gedaan,
blijkt wel uit de volgende onderschei
dingen, die daarop door den secreta
ris van het hoofdcomité, de lieer W. J.
Vervloet, werden voorgelezen
Benoemd zijn:
lo. In de orde van den Ned. Leeuw
tot ridder dr. G. W. S. Lingbeek, arts
en leider dter eerste Nederl. Roode
Kruis ambulance van October 1899 tot
Juni 1900 en gecommitteerde voor de
zaken der ambulances dier vereeni
ging in Zuid-Afrika van October 1900
tot Januari 1901 en dr. C. J. C. Bierens
de Haan, arts en lid van den bovenbe
doelden len ambulancedienst bij de
Boeren.
In de Orde van Oranje Nassau tot
officier dl'. E. G. van Leersum arts,
hoofd en leider der Nederlandsch-
Russische ambulance; tot ridder met.
de zwaarden: L. J. Jansen, arts, offi
cier van gezondheid dei' 1ste klasse bij
het personeel van den geneeskundigen
dienst der zeemacht; tot ridder I. H.
Pameyer, arts, med'icinae-doctorandus
en mejuffrouw G. J. Bevnen, hoofd
der zusters van die eerste Roode Kruis-
ambulance thans directrice van het
Zusterhuis der Vereeniging te 's-Gra-
venhage.
2o. Toegekend zijn: de eeremedaille
der Ordie van Oranje-Nassau, in zilver
me tgekruiste zwaarden aan den zie
kenverpleger jonkheer J. Bowier, kor
poraal bij de le compagnie hospitaal
soldaten; in zilver aan de ziekenver:
pleegsters A. M. Drayton Lee, L. J.
Metele.rkamp, G. van Sevenhoven en
A. E. Schipper, alsmede aan de zie
kenverplegers H. Jeltes en R. C. Leon-
hard;
in brons aan de ziekenverpleegsters
A. M. C. Geenen, M. W. Schreuders,
M. F. Smit, S. G. Smit, A. van Stoc-
kum, H. E. Stoffers en C. Cohen.
Baron Van Hard'enbroek sloot toen
de vergadering met een leve ons
Vorstenhuis", een eeresaluut en harte
lijke gelukwenschen aan de gedeco
reerden, die vervolgens de versierse
len uit zijn handen in ontvangst na
men.
De toespraak werd herhaaldelijk
door applaus onderbroken en aan hel
slot krachtig toegejuicht.
Den aanwezigen werd na deze plech
tigheid de eerewijn aangeboden.
Academische examens.
Aan de universiteit van Amsterdam
is met gunstig «revolg afgelegd het
candidaats-examen in de geneeskun
de door den heer J. F. M. Hommacher;
het theoretisch apothekers-examen
door mej. E. Bak en de heeren P.
Weijer en G. Heijmans ;het 1ste na
tuurkundig examen door de heeren. A.
J. M. Kantera G. H. E. v. Suchtelen,
H. P. Oosterbaan. A. Willemse; het
vrouw niet is. Ondier uw bescher
ming moet mejuffrouw, mevrouw
voor mij zijn voor ik naar Tiflis
ga. Geef den sergeant hier twintig
roebels en hij zal er in voorzien.
Ik wil hem er vijftig geven.
Al's dat geschied is, wat zal d!an die
kapitein doen?
De dokter stond op deni drempel
van het. buis. en antwoordde
Gij zijt vol zwarighedende
kapitein is te Vladikavkaz. Hij
zendt zijn nicht naar Moskou te
rug. Als hij haar daarheen volgde,
zou het mij niet verwonderenEr
zijn verschillende manieren om een
man te winnen. Ik stel die oude
manier er boven, maar 't is waar,
ik ben ook een crude man..
Hij keerde zich om e,n zij trad'en
het huis binnen; de lampen wa
ren reeds aangestoken. In de zaal,
voor een groot vuur van houtblok
ken, stond Fékla, gekleed in een
donker groen kleodje en in een
met bont gevoorden mantel e.n
kap. Zij wachtte beu, als eene die
op het oogenblik een mededeeling
moest aanhooren; iets wat haar
leven betrof. De aangename lach
van den dokter, klonk door het
huis als d'e stem van een kind.
candidaats-examen in d'e rechten door
den heer A. Zeldenrust en J. S. G.
Scheltema.
De heer Dr. J. Boeke, verkreeg
Woensdag bij zijne promotie het prae-
dicaat cum laud ei
Aan de universiteit, van Amsterdam
zijn bevorderd tot doctor in de klas
sieke letterkunde op proefschrift
„Quaestiones Sullanae et Sallustia-
nae." de heer Meyer van den Hoek,
geboren te Leeuwardentot doctor in
de rechtswetenschap op ..Stellingen"
de heer P. Kruseman, arts, gebo
ren. te Primmelen.
De bureaux van Senaat en facultei
ten der Universiteit van Amsterdam
zijn voor den cursus 1901—1902 als
volgt samengesteld:
Rector-magnificus prof. dr. P. K.
Pel; secretaris van den Senaat, prof.
dr. C .Ph. Sluiter; assessoren: prof.
dr. Hugo de Vries, prof. dr. C. M. Kan,
prof. dr. S. Cramer en prof. mr. D.
Josephus Jitta.
Facutleit der godgeleerdheid: Prof.
dr. W. Brandt, voorzitter; prof. dr. D.
E. J. Volter, secrtaris; faculteit dei-
rechtsgeleerdheid: prof. mr. L. de Har-
tog, voorzitter; prof. mr. D. Josephus
Jitta. secretaris; faculteit der genees
kunde: prof. dr. R. H. Saltet, voorzit
ter; prof. L. Bolk, secretaris; faculteit
der wis- en natuurkunde: prof. dr. R.
Sissingh, voorzitter; prof. dr. Eug.
Dubois, secretaris; faculteit der lett. en
wijsbeg.: prof. dr. J. M. J. Valeton,
voorzitter; prof. dr. H. T. Karsten, se
cretaris.
Ean gedwongen ontslag.
Naar werd medegedeeld zou in „Het
Volksdagblad" van Woensdag (gister)
avondi de volgende verklaring' voorko
men:
Aan de lezers van het Volks
dagblad:
De on d erg et e eken de acht zich tot
zijn groot leedwezen verplicht tot de
medledeeling, dat hij en zijne mede
redacteuren na rijp beraad hebben be
sloten den band met „Het Volksdag
blad" te verbreken.
De redenen, welke tot dit besluit
hebben geleid, zijn de volgende:
De heer mr. F. A. van Hall, de groot
ste aandeelhouder en feitelijke eige
naar van „Het Volksdagblad", thans
candidaat voor de Tweede Kamer in
district IV, heeft verlangd, dat in dit
blad zijn candidatuur zou warden ver
dedigd.
Dit is door mij heslist geweigerd,
ook nadat in tegenwoordigheid van
één der commissarissen, die mr. Van
Hali's verzoek ondersteunde, met
schorsing en ontslag van den hoofd
redacteur werd gedreigd.
Zoowel de directeur als de presi
dent-commissaris hebben op aanbeve
ling der candidatuur-Van Hall aange
drongen en niettegenstaande zij bij
herhaling uit mijn mond de verklaring
hebben gehoord, dat ik noch voor hun
aandtrp- noch voor de pressie van
mr. Van Hall zou zwichten, hebben
zij, in overleg met den hierboven be
doelden commissaris, een strooibiljet
doen drukken, waarin werd gezegd,
dat mr. F. A, van Hall de candidaat
is van „Het Volksdagblad". Dit bil
jet zou in ons blad worden inp-evou-
wen en aldus bij de lezers in district
TV worden bezorgd.
Door een toeval heb ik dit bedrog
ontdekt en de verspreiding van dit
biljet weten te verhinderen.
De vrees blijft echter gewettigd, dat
heden of morgein met medewerking
van onzen directeur en van één of
meer commissarissen een nieuwe ma
noeuvre wordt op touw gezet, waar
door de goede naam van „Het Volks
dagblad" ernstig wordt bedreigd.
Nu dus gebleken is, dat dat de di
recteur en een paar commissarissen
niet die mate van onafhankelijkheid
tegenover den grootsten aandeelhou
der bezitten als noodig is voor een de
mocratisch orgaan, dat uit den aard
van zijn bestaan niemand en het aller
minst een financier als mr. Van Hall
naai' de oogen mag zien, meent de re
dactie, ook om allen schijn van mede
plichtigheid te ontgaan, niet langer
de verantwoordelijkheid voor den in
houd van het blad te kunnen dragen.
Wij behoeven onzen lezers niet te
zeggen, dat het besluit om te brekeu
met het blad, waaraan wij van de op
richting af zijn verbonden geweest,
ons veel heeft gekost.
Maar wij mochten het niet gedoo-
gen, dat de eer van ons vaandel, het
welk steeds ongerept is gebleven, werd
besmet.
De hoofdredacteur,
R. SCHWARZ.
Nader deelde de heer Schwarz
i n cd e. dat, dp hierboven bedoelde, ver-
De paarden zijn uit den, stal
gehaald', zei hij. Gij zult een' di
ner en bed' te Kazbek vindien. Kooi'
kinderen, gii moet nu saroeni uw
eigen weg bewandelen-. Als gij
naar mij luistert, is dat er -een dteel
van. Lord Dane en haar ladyschap!
Waarom niet, waarom niet? Er
zijn lange wegen- en kortere.
Slechts een is er die u voert naar
Tiflis.
Dane zag niet naar Fékla. Zij
zag naar het flikkeren- der vlam
men. en hare wangen waren don
kerrood, maar toch bleef zij voor
zichtig.
Qfcto Demid'off komt vanavond
terug. Hij zal. noch goed noch af
keuren. Het laatste zal vervolging
uitlokken, hé, dokter?
De dokter antwoordde met onge
duldig gebaar, Wie nooit anders
dan bij zilver rekent, vult zijn zak
ken nooit met goud'. Zullen wij de
paarden weer naar den stal laten
brengen, mijn zoons of zullen wij
tegen den nacht te Kazbek dï nee-
ren,? De Engelsohman en mevrouw,
die de pas van den gouverneur van
Moskou bij zich hebben. Als ik in
uw plaats was, had ik die vraag
niet tweemalen laten doen. Als d'e
klaring betreffende het ontslag der
redactie van „Het Volksdagblad"
Woensdagavond niet in het blad zelf
is verschenen.
De directie heeft in overleg met den
président-commissaris, geweigerd het
stuk in ..Het Volksdagblad" te plaat
sen, niettegenstaande/ het contract van
aanstelling uitdrukkelijk bepaalt, dat
alleen de heer Schwarz over den in
houd van het blad en het al of niet
opnemen van stukken te beslissen
heeft.
Daarentegen heeft de directie van
„Het Volksdagblad" onder de Inge
zonden Med-edeelingen" het volgende
doen plaatsen:
,,De mannen van „Het Volksdag
blad" stemmen nnorgen (Donderdag)
natuurlijk als één man op: mr. F. A.
van Hall.
Hst Ned. Ond. Genootschap.
Aan het jaarverslag,, uitgebracht in
de heden te Enschedé begonnen twee-
daagsche algemeene vergadering, is
het volgende ontleend:
„Hoewel 't aantal algemeene leden
toenam, daalde dat der gewone leden
met 34, waaruit alleen deze gevolgtrek
king is te maken, dat liet afdeelings
leven op vele plaatsen kwijnende is.
Het hoofdbestuur bracht rapporten
uit omtrent schoolgeldheffing, school-
hvgiëne en schoolvergaderingen. Het
rapport over het Zwitsersch onderwijs
verscheen en een programma van
voorkeur met 't oog op wetswijziging
lager onderwijs werd ingediend.
Een enkele maal werd opgetreden
ter verdediging van de bedreigde of
onvoldoend behartigde belangen van
bepaalde personen. Het besluit van
den gemeenteraad van Schinveld
(Limburg), waarbij het hoofd der
school werd ontslagen om redenen
buiten bet onderwijs, wist men door
den minister vernietigd te krijgen.
Minder succes had men in Zwolleker-
spel, waar men den Burgemeester om
een mondeling onderhoud had ver
zocht in zake regeling der salarissen.
De Burgemeester berichtte dat de
Raad, bij het vaststellen van de be
zoldiging der onderwijzers de voor
lichting van 't hoofdbestuur „behoef
de noch begeerde." Wegens politieke
omstandigheden (Transvaal?) bedank
te men voor de uitnooaiging der En-
gelsche „Union of Teachers."
Bij de mutatie onder de leden van
't Rijks-schooltoezicht maakten ver
schillende afdeelingen hare wenschen
aan de regeering kenbaar, hetzij om
een bepaald aangewezen schoolopzie
ner te behouden, 't zij om een „vak
man" benoemd te zien. De afd. Wijm-
britseradeel verzocht -den Gemeente
raad een hooger bedrag voor brand
stoffen uit te trekken; aan dit verzoek
werd voldaan, zoodat de kinderen niet
langer in de kou behoeven te zitten.
„Voeding en kleedïng voor behoef
tige kinderen" werd wederom door en
kele afd. behartigd. In Vlaardingen
wordt de zaak zoo flink gesteund door
particulieren, dat men hoopt art. 35
der Leerplichtwet niet noodig te heb
ben, om de gemeente tot .het toestaan
eener subsidie aan te sporen.
(Art. 35 luidt: Ter bevordering van
't schoolbezoek is de gemeenteraad
bevoegd voeding en kleeding te ver
strekken aan schoolgaande kinderen
voor wie daaraan behoefte bestaat,
of met dat doel subsidie te verleenen,
een en ander volgens regelen bij al-
gemeenen maatregel van bestuur te
stellen. Kinderen van openbare en
bijzondere scholen worden op gelijken
voet behandeld.)
Het aantal aanvragen werd minder
in Vlaardingen, Zutfen en Berlicum;
de welvaart schijnt daar te stijgen.
In Delft'is men nog zoo ver niet;
daar kunnen te weinig kinderen aan
de kindervoeding deelnemen.
De belangstelling in schoolwande-
lingen neemt langzaam toe. Nieuwe
splitsingen der afdeelingen wegens on-
eenigheid kwamen dit jaar niet voor;
pogingèn om gescheiden afdeelingen
te hereenigen, werden beproefd, doch
mislukten."
Woensdagavond werden alle platte
landers opgeroepen tot een voorver
gadering. Er is nl. een beweging
gaande om in het hoofdbestuur meer
plattelanders te brengen (7 plattelan
ders en 4 Amsterdammers, in plaats
van 6 Amsterdammers en 3 van daar
buiten.
Het hoofdbestuur is hiertegen.
Van vijf koetsiers.
Men leest wel eens, zegt het
„Hhldl." van vergaderingen;, d'ie in
den nacht moeten geschieden, om
dat de belanghebbenden door hun
beroep gedwongen zijn, dien onge
honden blaffen zult gij teTïflis zijn.
Ik denk niet dat zij bijten zullen.
Ik denk er over maar stilwat
zullen d'e gedachten zijn als de
paarden buiten de poort zijn?
Hij nam zijn. snuifdoos uit den
zak en bediende zich goed'. Fékla
staarde nog voortdurend! in het
vuur, toen Dane de kamer door
liep. zich maast haar plaatste en
haar hand in do zijne nam.
Fékla, vroeg hij, zacht,
wemscht gij het?
Ik heb geen anderen wenisch
dan de uwe.
Laat ons dlan samengaan, als
God het' wil.
HOOFDSTUK XXV.
De Maskerade.
Er is een sluitboom in den. Pass,
op een kleinen- afstand van: de post
Lars en tot daartoe verzelde die
dlokter hen. vermaande hen, ter
wijl hij clen' lederen stijgbeugel van
Dane in de hand hield om allen
spoed in acht te mermen, opdat zij
door een tour de farce meesters
van deai toestand zijn zouden.
Gaat heen, mi ine kinderen
wonen: tijd te kiezen. Wanneer zou
den. conducteurs, koetsiers en dier
gelijke, door hun beroep aan een
bepaalden tijd gebonden menschen
moeten' vergaderen Een andere
vraag is het, hoe zulke liedeni eens
in gezelschap met elkaar uit kun
nen gaan, zonder al te veel schade
voor hun zak. Een v Hf tal Amster
dam sche koetsiers- meenden eene
oplossing voor dit vraagstuk ge
vonden, te h,ebben en zij besloten
van den nacht den dag te maken.
Zij zouden- zich nu ook eens ver
maken en zij kozen hiertoe -een rit
je, een, nachtelijk ritje. Een der
rossenbedwingers was zelfs zoo
royaal, d'it ritje geheel -alleen ie
wi Hen bekostigenVermoedielijk
had de> man een goeden dag of een
buitenkansje gehadl.
Onderweg hield men; af -en toe
een-s op om zich te verfrisschien.
Op een van die pleisterplaatsen
kwam een boos opzet die harten via-n
vier van de vijf bestormen eau deze
booze vier besloten, nummer vijf
stil achter te latent in eene dier ge
legenheden, waar hij verfiis-sching
zocht en misschien vond. Nog snoo-
dar wordt dit opzet, als men be
denkt, dat juist het mikpunt van
al die boosaardigheid die man was,
die het ritje had bekostigd.
De vier verdwenen- dus en zoch
ten- als oord hunner wenschen de
landelijke omgeving van Diemier-
brug op. Daar zij-n die, menschen
vroeg wakker en vooral ziin de ca
féhouders daar op Zondag zeer
maxime us. De- vier koetsiers vonden
d'u-s gemakkelijk gelegenheid de
verfrisschingskuur voort te zetten
en te voltooien. In geheel goede har
monie ging alles echter niet. wamt
verschil van meeming kan niet uit
blijven tusschen ©aamgezworenen.
Toen hun ome enigheid op heit punt
stond in handtastelijkheid over te
gaan,, verscheen echter een oude
bekende ten tooneele -en wel
nummer vijf d'e snood verlatene,
die nu moederziel alleen- ini een
aapje kwam aanrijden. Veel praat
werd er niet gemaakt, mien trok
dadelijk van leer en de wapens
ieder in zijn vak waren d'e
spoorstokken, der rijtuigen.
De politie, d'ie ook matimeius kan
zijn, verscheen en op dat gezicht
maakten, de vroegtijdige levenma
kers zich uit de voeten.
Uit de Arbeiderswereld.
BUITENLAND.
In de fluweelfabrieken van St. Etien-
ne is een werkstaking uitgebroken,
waaraan voorloopig 1000 werklieden
deelnemen. De eisch i9 4 fres. loon per
duizend verwerkte draden, zooals in
de kleine wrkplaatsen wordt betaald,
in plaats van de 3 fr. og 3.50 frc., welke
in de groote fabrieken worden betaald.
Letteren en Kunst.
De Amsterdamsche correspondent
der N. R. Ct. trekt de mededeeling dat
de heer en mevrouw TijssenBrerner-
kamp naar buitenland zullen vertrek
ken, in twijfel, omdat beiden hun con
tract bij de Ned. Opera weer geteekend
hebben..
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubliek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst wordt de kopy niet aan den
inzender teruggegeven
Haarlem, 11 Juli 1901..
KAMERS VAN ARBEID.
Mijnheer de Redacteur.
Mijn laatste woord in deze aan den
heer Kleynenberg kan nog veel korter
zijn dan dat van ZEd., omdat ik eerlijk
erkennen moet, dat hij de geschiede
nis juist weergeeft. Het spijt mij ech
ter te moeten constateeren, dat hij de
hoofdzaak verzuimt te vermelden. Ik
wensch daarom het herinneringsver
mogen van den heer K. een weinig op
te frisschen.
Na ontvangst van de missive van
Z. E. den minister van Waterstaat
ontving ik bezoek van den heer Rei-
nalda, die mij namens den heer K.
kwam vrageai, of ik beireid zoude ziin
mede te werken ter totstandkoming
der Kamer, hetgeen ik natuurlijk toe
stemmend beantwoordde.
Vanaf dien tijd hoorde of zag ik
totaal niets meer van deze zaak, tot
dat plotseling de gewraakte circulaire
door mij werd ontvangen met, het stel
en geef acht op die machtbebben-
den die gij moet passé eren. Als
gij niet te Tiflïs komt. komt dian
terug om mii te vertellen dat ik
een domme oude kerel ben, die
een dwaas plan heeft uitgedacht.
Wil iemand' u tegenhouden,, breng
dam vlug de pas voor van den keizer.
Wij hebben tot nog toe weinig eer
bied voor dien Engelschen edelman.
De sluitboom, gindler gaat 'langzaam
open. Als het voor mij isverder
vindt gij er -"eene. Wordt gij aanL
gevallen, aarzelt niet te schieten.
Bij een partij in de Dariël, weegt
een doodle tegen twintig levendien
op. Ik schoot eens dien aanvoerder
van een Circassisohe benidle door
den- arm, en de anderen benoemden
mij dadelijk in- zijne plaats. Wij
zijn veel zachtzinniger dan wij er
uitzien, en onze pistolen doen niet
veel. Gij zult rechtreeks naar
Londen' gaan en een ouden man
verblijden met. het bericht dat hij
een paar jongeluidjes gelukkig ge
maakt beeft. Auf Wiedersehn. mijn
jongen,, auf Wiedlersehn,. Als ik
binnenkort van u wat verneem,
moet er een Engelsch zegel op den.
brief geplakt zijn.
Zii waren bil die barrière waar-
pasklar gemaakte candidaten. Deze
circulaire gewerd mij slechts eenige
dagen vóór de verkiezing.
De heer K. heeft dus onrecht als hij
mij onverschilligheid in deze wil aan
wrijven. Ik daarentegen kan gerust
deze handelwijze aan het oordeel dei-
publieke opinie overlaten, daar door
Z.Ed. niet is of kan worden weer
sproken, dat door zijn toedoen, de
groote werkgevers in dit vak. n.l. zij,
die tusschen 20 30.000 arbeidsloo-
nen jaarlijks uitbetalen, buitengeslo
ten werden, ofschoon deze in ontwik
keling geenszins behoeven achter te
staan voor de gekozenen, en zeker
niet minder dan deze laatsten op de
hoogte zijn van arbeiderstoestanden.
Ware het destijds den heer K. in
derdaad ernst, zeker wouden de vele
besprakingen met zijne candidaten
onnoodig zijn geweest voor hunne
toestemming tot het aanvaarden eener
candidatuur, indien het slechts niet
zijn doel ware, de door mij op 't oog
hebbenden te ignoreeren.
Met beleefden dank voor de plaat
sing,
Hoogachtend,
M. SCHOOLMEESTER.
Geachte Redactie!
De heer J. de Jong heeft het noodig
geoordeeld in. uw No. van gisteren tot
de kiezers in distrikt n een extra-
aansporing te richten om vooral
hij de a.s. herstemming voor twee le
den van den Raad, hunne stem uit
te brengen op den heer Schürmann
Genoemde heer sprak hierbij het ver
moeden uit, dat men, door do. bestrij
ding der kandidatuur-Schürmann,den
kiezers in distrikt II een strik trachtte
te spannen om daardoor, door mis
leiding der kiezers dus. de kansen
voor den heer Hugenholtz te verbete
ren. Nu spreekt het vanzelf, dat, zou
het vermoeden van den heer De Jong
omtrent die strikkenspannerij, juist
zijn, de mannen der Volkskiesvereeni
gin- en van S. D. A. P., als zijnde
m dit geval de belanghebbenden, een
dergelijk middel moeten trachten aan
te wenden ter bereiking van hun doel
Nu spreekt men althans in het open
baar gewoonlijk geen dergelijk ver
moeden uit of men moet er tenminste
eemgen grond voor hebben, en nu
vraag ik den heer de Jong, aan eei;
man, hehoorende tot een kombinalie
van kiesverenigingen in onze ge
meente, welke kombinatie gedurende
den geheelen verkiezingsstrijd letterlijk
alle, ook de meest vieze middelen
(men denke slechts aan de verschil
lende door de kombinatie uitgegeven
blaadjes) heeft aangewend, terwille
van het succes: waarop grondt ge uw
verdenking als zouden de Vclkskies-
vereeniging en de S. D. A. P. een der
middelen aanwenden,waarvan eenkom.
binatie waartoe eii behoort zich vrii
geregeld heeft bediend en, blijkens
uw stukje, bedient? Moet men hier
denken aan het „Zoo de waard is,
enz.?" en: „tegenover d i e lui is a 11 e s
geoorloofd?"
Zou het niet, en, met meer recht,
door mij kunnen worden omgedraaid
wanneer ik bijv. ging veronderstellen:
de kombinatie hecht er veel aan om
de door haai- uitverkorenen gekozen
te zien en, waar nu een poging wordt
gedaan, één dier uitverkorenen te doen
duikelen, tracht men, getrouw aan de
gewone wijze van werken, met alle
middelen, in dit geval door dreigen
m-et het roode spook, zijn doel te herei
ken. Ik herhaal, wanneer ik iets
dergelijks veronderstelde, deed ik dat
met meer grond dan de heer De Jong
heeft voor de zijne. Waar de Volks-
kiesvereeniging en de S. D. A. P. al-
tij d en overal hun kracht hebben
gezocht in de grootst mogelijke
openbaarheid, en het, gelukkig,
immer hebben versmaad, middelen te
gebruiken, welke geen daglicht kun
nen verdragen daar is die uitgespro
ken meening van den heer De Jong
niet geheel vrij van het pogen, om op
een min of meer geniepige manier te
genstanders. waarvoor men blijkbaar
doodsbenauwd is, te bekladden en
meteen eigen zaakjes te bevoordeelen.
Wil de heer De Jong zich inspannen
voor de verkiezing van den heesr
Schürmann, dan is dat z ij n zaak en
zijn recht, natuurlijk, ieder zijn
smaak. Maar daarvoor is het dunkt
mij niet bepaald noodig dat hij men
schen, met wier beginselen hij het
niet eens is, bekladt en iets leelijks
aanwrijft. Waarlijk, ik taxeerde tot
heden den heer De Jong hooger.
Dankend voor de opname,
L. MODOO.
Haarlem, 12 Juli 1901.
van hij gesproken: had;, en op eeni
ge door hem tot dien kozak gespro
ken woorden. wie.rd die laatste dier
poorten geooen'di, en was alzoo die
weg naar Azië vrij voor hen.
Terwijl eien beleef die beambte zijn
papieren en paspoort inzag ein
stempelde, sprak de dokter zijn
laatsten goeden raad dat hij geen
nieuwe betuiging van dankbaar
heid wilde aanhooren,.
Lord Dane gij hebt beiden:
een goed' hart en1 een goed. paard).
Gaat niet slapen al© gij wakker
moet blij ven en stap niét. af, als ge
den draf van een paard hoort. Als
die kapitein tegen den naoht terug
komt. zal ik hem> uw groeten over
brengen.
En hij, telegrafeert naar Tiflis?
(Wordt vervolgd).