heel dunne schijfjes gesneden. Elk nu
werpt van elke soort zooveel in den
ketel als hij zelf verlangt,, of wel
houdt hij een schijfje aan de stokjes
in het kokend nat. In een oogwenk is
dat vleesch gaar en wordt dan-gegeten
na eene dompeling in het bad van den
gember-azijn, Heeft ieder daaraan zijn
genoegen gegeten, dan schept men
van die bouillon in kommen, en die
bouillon is waarlijk uitmuntend.
Daarna nieuwe theevisite met am-
fioen-schuiverij, nieuwe opreddering
der tafel met nieuwe opdissching. Die
nieuwe maaltijd bestaat uit harsdroog
geroosterde speenvarkens, kinnen, fe
zanten. eenden enz., maar dat alles
was voor mij onkenbaar, waarschijn
lijk omdat ik sinds lang mijn >olle
genoegen gegeten had; de anderen
schenen thans eerst te beginnen. Het
verwonderde mij niet meer dat de
Mongoolsche koning verhinderd was
wegens onpasselijkheil! Daarna kwam
het nagerechteen kom soepl
Voorajeeir van tafel weg te gaan
werden ons twee kommetjes gebracht,
het eene boven het andere, die in el
kaar pasten: in het bovenste was lauw
water met zout, waarmede de mond
werd uitgespoeld, en dat daarna werd
uitgespogen in het onderste kommetje.
Aan zulk een feestmaal mag over
geen zaken worden gesproken; men
lacht, scherst, keuvelt over honderd
nietigheden, men eet goed, drinkt
goed, kortom men vermaakt zich. want
het eenigste vermaak van den Chinees
bestaat in eten en drinken, doch al
les gaat eerbaar en hoffelijk toe. Vrou
wen zitten nimmer aan een feestdisch,
doch helaas, niet immer daarna. Komt
men in Europa thuis van een feest,
dan zijn er steedsvan die nieuwsgierige
huisgenooten, die haarfijn de recelin
van het menu moeten weten.
In China vraag men daarnaar niet;
men vraagt slechts ..hoe dikwijls de
tafel werd opgevaagd", en zegt men
driemaal, dan weet de eerste straat
jongen. wat de amphytrion zijn gas
ten in den balg stopte, want de ge^
rechten zijn overal geijkt dezelfde.
Over het snuiven oer Chineezen
deelt hij nog het volgende mede:
Alles rookt in China, man en vrouw,
jong en oud. Zoaals ik vermeen u al
reeds geschreven te hebben, heb ik
eens een jongen gezien, die de borst
zijner moeder verliet om aan eene
pijp te trekken. Men werkt, komt en
gaat, men zit te paard, men loest of
schrijft, men bebouwt den grond, altijd
en overal met de pijp in den mond.
Onder de maaltijden rust men even,
en de rust is wel verdiend om te
kunnen rooken; bij het slapen gaan
legtmen pijp en tondeldoos naast zich,
om het rookgetuig onder de hand te
hebben als men eens wakker zou wor
den.
Hoe straffe roolcer die Chinees ook
zij van eeuwen her, de snuif is hem
langen tijd onbekend gebleven; de ge
woonte van het snuiven werd eerst in
China ingevoerd in de 17e eeuw, door
de Jesuieten, die verbleven aan het
hof van Khang-Si (1662-1722). Enkele
mandarijnen, hunne bekenden, namen
nu en dan ook eens een snuif ie. vonden
dat uitstekend en langzamerhand
breidde zich de gewoonte al meer en
meer uit; ieder, die wilde blijven op de
hoogte van zijn tijd voegde zich naar
de nieuwe mode en ten lange laatste
was de gewoonte algemeen worden.
Vooral de Tataren-Mandsjoes waren
hartstochtelijke snuivers. De eerste
snuifverkoopers waren christenen, die
door hunnen handel fabelachtig rijk
werden. De meest gezocht snuif was
de Fransche met het merk der Fran-
sche lelie; daardoor komt het dat nog
heden tendage de Fransche lelie het
uithangbord is van een tabak- en
snuifwinkel te Peking. Aldus Hue in
zijn Christianisme en Chine."
De Pest.
De pest, de vreeselijke ziekte, die se
dert eenige jaren telkens opnieuw
Europa bedreigt van het Oosten uit, is
op verschillende plaatsen weer te voor-
schbijn getreden.
Allereerst zij gemeld, dat Zondag
te Marseille met pestziekte aan boord
was aangekomen de pakketboot ,,Laos
komende uit Tonkin. Nadat te Port
Said reeds een Arabische stoker, die
lijdende was aan pest, aan land gezet
was, kwamen onder de Arabische sto
kers op de reis tusschen Port Said en
Marseille nog 15 gevallen van pest
voor. Bij aankomst to Le Freoul, waar
de lazaretten van Marseille gevestigd
zijn, werden de zieleen aan land ge
bracht
Twee hunner zijn al spoe
dig overleden. Onder de pas
sagiers. 317 in aantal, en de lc-
den der equipage zijn geen verdachte
gevallen voorgekomen, doch uit vrees
voor besmetting, hebben de sanitaire
autoriteiten voor hen een quaranlaire
van 10 dagen gelast De passagiers
hebben in een adres aan den prefect
geprotesteerd tegen het gedwongen
verblijf in een door pest besmette om
geving.
Freoul ligt op een eilandje op 5 K.
M. ongeveer van de kust en is geheel
van gemeenschap met den vasten wal
afgesloten.
Tot dusver zijn te Konstantinopel
vier gevallen van pest voorgekomen,
waarvan één met doodelijken afloop.
De 3 overige lijders zijn ingespoten met
anti-pest-serum. Reizigers uit Turkije,
dia Bulgarije willen binnen komen,
moeten zich onderwerpen aan een
quarantaine van 11 dagen.
Te AJexand-ië, PortSaid, Suez en
Sagasig zijn in de afgeloopen week
pestgevallen voorgekomen, waarvan
26 met doodelijken afloop.
De onontwikkelde Egyptenaar be
schouwt do pest eenvoudig als een uit
vinding tot eigen voordeel van de
Europeesche doktoren, die de pestlij
ders in de hospitalen willen vergifti
gen. Het gevolg is, dat de inboorlingen
de ziektegevallen geheim houden en
daardoor de voorzorgsmaatregelen der
Autoriteiten te niet doen.
Te Kaapstad kwamen tot Zondag
geen nieuwe gevallen van pest voor;
te Port Elizabeth 3.
Van de 14 Arabische stokers van
de „Laos", die te Frioul in het
pestlazaret liggen, is er een gestor
ven. 3 Hunner zijn nog ernstig aan-
getast.
Tengevolge van stanpen, door de
Bulgaarsche regeering gedaan, is
de quarantaine voor den Oriëntr
Express bij Hebïbtschewo opgehe
ven. Deze trein loopt sedertWoens-
dag weer.
Te Konstantinopel zijn geen
nieuwe gevallen: van. pest meer
voorgekomen.
Het beeld moet groeien.
In een Duitsch blad schriift een zeke
re R. T. K., onder den titel: ..Van den
g-rooten weg af in Ervpte". o. a. het
volgende aardiee verhaaltje.
Zooals gewoonlijk was ook de scheich
van Saneta zeer vriendelijk tegenover
m'" en ik wenschte hem bij 't afscheid
een geschenk te geven. Hij bedankte
daarvoor echter en meende, dat hij en
zijn dorpelingen zeer verheugd zouden
zijn, indien ik zijn portret wilde ma
ken, Ik deed dat. omringd door alle
inwoners. Terwijl ik nog met de eerste
streken zijn gelaatstrekken ontwierp,
konden mijn toeschouwers niet nala
ten, mijn werk te beoordeelen, en de
een zei fluisterend' tot den ander:
„Wat doet de bey? Dat is toch onze
scheich niet!"
Ik draaide mij om en antwoordde:
„Toen de 9cheich nog een knaap was
zag b'ï er heel anders uit dan de oude
man die hij nu is, niet waar?1'
„O ja, zeker!"
„En ik denk, dat niemand die hem
kende, hem nu zou herkennen?"'
„Zeker niet, Essendi."
Dan," ging ik voort, „moet «e ook
bedenken, dat dit beeld jong is en tijd
noodig heeft om te groeien. Ge kunt
toch niet verlangen dat een portret,
dat een half uur oud is, er uit zal zien
als een man van 60 jaar."
Vroolijkheid en instemming volgden
op dit antwoord en toen na een paar
uren de trekken meer en meer voor den
dag kwamen - v portret begon te ge
lijken, kwamen zij al dichter om mij
staan en keken naar eiken streek, dien
ik deed. Eindelijk leerde mij hun
„Precies, heel precies," dat ik klaar
was en ik overhandigde het portret
aan mijn gastheer. Nadat allen het
nauwkeurig bekeken hadden, werd het
in triomf meegenomen en in de dorps
moskee gehangeneen eervolle onder
scheiding die, geloof ik, nog aan geen
kunstenaar in Egypte te beurt is ge
vallen.
Onze dienstmeisies.
Ter oplossing van het dienstboden-
vraagstuk is door dames te Manches
ter een maatschappij opgericht die
alle takken van huishoudelijken dienst
verzorgt van buitenshuis, doch zich
op het dienstboden houden beperken
wiL In 1898 werden daar ter plaatse
337 keukenmeiden verlangd, terwijl
slechts 47 zich aanboden. De maat
schappij wil op geschikte plaatsen al-
gemeene keukens oprichten; deze le
veren goed bereid voedsel, van goede
kwaliteit, en warm, op een afstand
van 5 Engelsche mijlen.
Uit Jhet leven van den Czaar.
De Czaar staat om halfnegen op, en
drinkt onder het aankleeden een kop
thee. Om negen uur zoekt hij de ge
wichtigste staatstukken uit en be
spreekt die met een zijner ministers.
Tusschen 10 en 11 uur gebruikt de Kei
zer een licht ontbijt en daarna luis
tert hij naar het rapport der ministers
en teekent de eindelooze reeks van
stukken, die hem worden voorgelegd.
In deze uren ziet de Czaar ook de rap
porten der provinciale gouverneurs
door.
Ilij maakt graag kantteekeningen,
die alle door secretarissen geredigeerd
worden en die den provincialen gou
verneurs behoorlijk worden overge
bracht. Gedurende de paar uren, die
hiermede heengaan, drinkt de Czaar
het eene glas thee na het ander. Wijn
raakt hij zelden aan vóór den avond;
bij de thee gebruikt hij somtijds brood
en kaviaar.
De drie volgende uren tot 4 uur
's middags, wijdt de Keizer aan het
leven in zijn gezin en dan is hij onuit
puttelijk in het uitdenken van spelle
tjes met zijne drie dochters. Ook wor
den hem in dien tijd de dagbladen
voorgelezen door een zijner adjudan
ten. Voornamelijk zijn dit de „Times",
de „Figaro" en de „Köln. Ztg." Een
boek leest de Czaar zelden of nooit.
Niemand heeft ooit een boek in zijn
handen gezien zoo beweert een
schrijver in „Leisure Hour", aan wiens
mededeelingen het bovenstaande ont
leend is. Om 4 uur begint het werk op
nieuw en duurt tot den maaltijd om
7 uur.
Wanneer de Keizerin-Weduwe aan
het diner verschijnt, blijft de Czaar
tot een uur of tien met haar praten.
Dan gaat hij weer in zijn kabinet en
aan het werk tot middernacht.
De Czaar ziet er tegenwoordig goed
uit en heeft sinds zijn jongste ziekte
in de Krïm geen der epileptische aan
vallen te verduren gehad, die, zegt
de schrijver, hem vroeger zoo herhaal
delijk plaagden.
De zonsverduistering.
De Indische bladen bevatten het een
en ander over de waarnemingen der
zonsverduistering. Zoo schreef
Padanger" den 23n Mei:
Nadere berichten uit het kamp bij
Kar&ng Sago maken melding van het
goed' gelukt zijn van enkele opnamen,
zoodat de teleurstelling ten slotte min
der groot zal zijn, dan men in d <n
aanvang dacht,
In een schrijven uit Fort-de-Kock
wordt bericht, dat de astronomer op
de verschillende observatiepostïn al
len min of meer teleurstelling hebben
ondervonden door den bewolkten he
mel op 18 dezer. Alleen Fort-de Koek
heeft een gunstige- uitzondering hier
op gemaakt, waar de wolken niet bo
ven in de lucht dreven, doch zich he
neden de heeren observators, in het
Karbouwengat, hadden samengetrok
ken.
Volgens een telegram aan het „Pat.
Nbl." was te Karang Sago 's middags
de toestand zoo:
Schaapjeswolken vóór de zon. De
corona was echter goed zichtbaa-. He
was niet zeer donker, maar Venus
Mercurius waren goed zichtbaar,
evenals eenige sten-en. De derde dtr
waarnemingen is vermoedelijk ge
slaagd. Geen schaduwbeelden. De tem-
peratuursverlaging was gering.
Verder meldt nog „de Padanger"
van IS Mei:
Wij beweren zeker niet te veel, wan
neer wij zeggen,dat hedenmorgen bij 't
opstaan een ieder naar de lucht keek
en zich eenigszins teleurgesteld voel
de. Velen maakten dadelijk de gevolg
trekking, dat het mis was, want de
hemel was geheel bewolkt. Meer kal-
men van aard berustten in het tegen
woordige en hielden hun hoop geves
tigd op de bewuste 6 1/2 minuut. En
dat was ook eigenlijk de hoofdzaak.
Hoe de bewolking gedurende de och
tenduren ook al was, het kwam er in
hoofdzaak op aan, hoe het zou wezen
op het aangegeven kortstondige tijd
stip in den loop van den morgen werd
de hoop op het welslagen der waar
nemingen (ook weer ongemotiveerd)
steeds grooter, dewijl de lucht meer en
meer helder werd.
Bij het begin der verduistering was
de zon een oogenblik helder zicht
baar. Eerst ruim een kwartier na het
begin was eenige vermindering van
licht waar te nemen, die daarna echter
gestadig toenam.
Omstreeks half twaalf was ook reeds
duidelijk een temperatuursverminde-
rip' waar te nemen.
De zon bleef echter steeds achter
een lichte bewolkiner die echter voor
de vele waarnemers door gekleurde en
berookte glaasjes geen beletsel was,
om te zien hoe de maan zich langzaam
over de zon voortbewoog.
Omstreeks 12 uur was de duisternis
reeds zoo toegenomen, dat het binnen
huis eeheel donker was. Buiten kreeg
men echter een geheel anderen indruk;
het was niet alleen donkerder ""wor
den, doch het was een geheel onge
woon licht, ook niet bij maanlicht te
vergelijken.
Eenige minuten voor dat de totali
teit intrad, nam de duisternis snel toe.
Eindelijk was het oogenblik daar,
en wij zagen de corona.
En hoewel er steeds een lichte wolk
voor de zon was was het verschijnsel
t-och duidelijk waar te nemen. Ook de
planeten Venus en Mercurius waren
zeer duidelijk zichtbaar. Ook *- - een
ster. op een vrij grooten afstand ten
oosten, was te zien.
Als het anderen als ons is --"aan,
die onafgebroken naar het verschiln-
sel hebben staan ki'ken, dan zal het
ook hun opgevallen zijn, dat 6 1/2 mi
nuut een vrij groote tijdsruimte is.
Volgens onze waarneming was de ther
mometer ruim 3 graden gedaald.
Het schoonste moment was echter
het oogenblik, dat de totaliteit eindig
de een helder rood verlicht punt werd
zichtbaav ;nam iets in -rootte toe en
scheen daarop een groote schitterende
diamant met wit licht, grooter dan
eenige ster. Daarna kon men er met het
bloote oog niet meer inzien, en het
was weder het zichtbare schijfje van
de zon, doch nu aan de tegenoverge
stelde zijde.
Het werd weder licht, en het was
alsof zulks sneller toenam dan het
was afgenomen.
En daarmede behoorde het prachti
ge natuurverschijnsel weder tot het
verledene.
Bootongelukken.
Nabij Neuss is op den Rijn een roei
bootje omgeslagen, waarin vier werk
lieden een pleiziertochtje maakten.
Twee hunner verdronken.
Vijf kellners en een matroos waren
dezer dagen in een licht bootje gaan
zeilen in de oorlogshaven te Kiel.
Door overlading sloeg het vaartuig om
en 3 der opvarenden verdronken.
Bij excercitiën op den Rijn is nabij
de brug bij Kehl een boot, waarin 14
pionniers zaten, omgeslagen. Een of
ficier en 8manschappen verdronken.
Een vreeselijk drama
is afgespeeld te Epine, een klein
dorpje in het Marie-departement
(Frankrijk). Tijdens de afwezigheid
van de ouders, landbouwers, heeft een
25-jarige knecht de 17-jarige dochter
des huizes vermoord en, beducht voor
de gevolgen ,het huis in brand gesto
ken. Toen de brand ontdekt werd,
stond het geheele gebouw reeds in
vlammen en kon geen hulp meer wor
den verleend.
Later vond men het verkoolde lijk
van het meisje ennaast haar dat van
den moordenaar. De vermoorde moet
wanhopigen tegenstand geboden heb
ben: een gouden oorbelletje was met
geweld door haar oor getrokken.
Een spoorwegavontuur van
een circustroep.
Met betrekking tot het spoorwegon
geluk, waarvan het circus-gezelschap
van Barnum en Bailey bij Benthen
het slachtoffer geworden is, wordt
nog het volgende gemeld:
Er was een voorstelling ge
geven te Gleiwitz en 's nachts reed
de troep in drie extra-treinen naar
Benthen. Twee treinen waren reeds
in het goederenstation aldaar gelost,
toen de derde met sneltreinvaart op
den tweeden trein liep, die op dood
spoor stond. Drie waggons werden
verbrijzeld. Gedood werden een stal
meester en een koetsier; gewond1 7 per
sonen, van wie 1 sedert is overleden.
Tien paarden kwamen oveneens om het
leven.
Het heet, dat het ongeluk veroor
zaakt is door een gebrek aan de lucht-
rem.
Een bergongeluk
wordt uit Innsbrück gemeld. In de
Tyroler alpen op de Dulsfluggletscher
zijn een geneesheer uit Dresden,
Schwarzboch, een professor Maier en
diens vrouw in een afgrond gestort.
Dokter Schwarzboch werd gedood en
de beide anderen werden zwaar ge
wond gevonden.
De warmte.
Woensdag is het in Londien de
heetste dbg van.1 dit jaar geweest
met 85 gradten irn dien namiddag.
De paarden van net ormoemeiijK
aantal bussen en trams in die me
tropolis hadden hot hard te verant
woorden. die Verhitte mienisohheiid
zocht koelheid! op riviertochtjes en
in die zwembaden. Verscheidene
sterf te gevallen zijn zoo niet onmid
dellijk veroorzaakt door, toch ze
ker vervroegd! door de- buitengewo
ne hooge temperatuur. De heete
luchtgolf heeft ook Liverpool weer
bereikt, waar verscheidene eeval-
lien van zonnesteken, gelukkig zon
dier ernstige afloop voorkwamen.
Uit Chicago komen weer berich
ten van een terugkeer van abnor
maal hooge warmte 72 graden om
6 uur in den morgen90 giradten
om twee uur in den namiddag. In
de straten rees de thermometer tot
100 graden. Dientengevolge vielen
6 personen in onmacht meer en 2
dadeli ik dood.
Op het eiland Malta is die hitte
zoo groot dat paarden, en muil
ezels van uitputting neervallen. Al
het werk in de dokken' is geschorst
tot minder heete dagen..
Vast een begin.
't Is voorzeker merkwaardig, dat er
onder da Londensche cab-men 1«»00 bo
ven de zestig jaar ouel zijn en 150 bo
ven de zeventig, terwijl al tachtig zijD
geworden. Dat getuigt niet alleen voor
het voordeel van een leven in de open
lucht, maar ook, dat het zoo vaak be
schimpte Londensche klimaat toch zoo
heel ongezond niet moet zijn.
Lange levensduur van koet
siers.
Toen dia hertog De Choiseuil, die
zeer nietig voorkomen had, te Londen
kwam om over den vrede te handelen,
antwoordde Townsend op de vraag, of
het Fransche Gouvernement de preli-
minairen van een vredesverdrag had
overgemaakt: „Dat weet ik niet, maar
het heeft in elk geval de schets van een
ambassadeur gezonden".
Prinses Basta.
De Glas Ernogorca, een te Cettinje
verschijnend blad, verhaalt een ver
makelijke geschiedenis. Korten tijd
geleden was er soirée ten paleize en
natuurlijk kwam het gesprek op het
maar al te rijkelijk met dochters ge
zegende huwelijk van het Russische
Keizerpaar. „Mij het hidert'id als
volgt gegaan," zeide de vorst lachend:
„Bij de eerste dochter verheugde ik
mij en dacht, voor een jongen is het
nog «iet Bij de tweede werd ik een
beetje uit den waan cebracht. Bij de
derde was ik in angst en vreeze. Bij
de vierde werd het mij te veel. Stani
(genoeg), zeide ik, thans is 't genoeg.
En ten teeken, .dat het werkelijk ge
noeg was, liet ik haar ook Stana doo-
pen, ofschoon dit een geheel nieuwe
naam was."
„Nu, Hoogheid, en heeft uw middel
geholpen?" vroeg de nieuwsgierige
vrouw van een resident.
„Of het! Als het genoeg is, is het
genoeg, en het „volgende" was een
jongen, was mijn Danilo. De czaar
moet doen zooals ik, „stani". Overi
gens ging de vorst voort heb ik
in Rome dien raad al gegeven. Nu zal
men er zoo lang niet mede wachten.
Na de tweede dochter reeds: genoeg:
meer dan genoeg."
„En zal de tweede prinses in Italië
reeds Stana heeten?"
„Neen lachte de vorst maar
Basta, want daar wordt Italiaansch
gesproken. En Prinses Basta
klinkt dat niet mooi?"
Door brongas gestikt.
Op het landgoed van. dm grond
bezitter Gantzer in Pawesin (Prui
sen) wilde de in Brandenburg wo
nende smidsbaas Wilhelm Yoigt
met zijn Leerling Albrecht en dien
arbeider Zimmerman imi een bron
een herstelling aanbrengen. Ten
einde het bronbekken te onderzoe
ken, daalde Voigt hierin af. Op
het midden van de ladder geko
men stortte hij, verdoofd door op
stijgende vergiftige gassen, niaar
beneden. De arbeider Zimmerman
en de leerling Albrecht, dachten dat
hun mc-ester slechts uitgegleden
was en'begaven, zich anmiddeillijk
in het bekken om hem te hulp te
komen. Beiden deelden het lot van
Voigt. Met veel moeite gelukte het
de drie personsen uit d!e bron op te
halen, doch de ontboden, genees
heer kon. slechts den dood van de
ongelukkige ri constateer en. Voigt
zou over eend-ge dagen in het huwe-
Iïjk treden, waarvoor alle toebe
reidselen reeds waren gemaakt.
Een moedige jonge dame.
Maandagavond reed in Malaga
de schoone artiste Geraldine naar
het zomer-theatre Herman Cortes,
waar d'e „ster" van tijd tot tijd
schittert-. Een roover drong haar
rijtuig binnen -en wilde zich mees
ter maken van het .reistaschje, dat
op den schoot der kunstenares lag
en waarin zich voor 24000 juwee-
l'en- bevonden. Terwijl de moeder
der jonge dame onmachtig was van
schrik, had een w-otrst'eling plaats
tusschen den roover en de moedige
Geraldine. Deze hield hel tajschja
met den kostbaren inhoud dapper
vast, riep luidde om hulp, voorbij
gangers ijlden toei. die roover achtte
het raadzaam zich uit d'e voeten to
maken en korten tijd later kon de
kunstenares op het too-n-eel het pu
bliek door haar schoonheid en
haar brillantenj in. verrukking
brengen.
Aristocraten als vrijwillige
deteetieves
De aristocraten in Budapest schij
nen sterke zenuwen te hebben. Wed
rennen, automobiel- en wielrijden,
tennis- en croquet-spelen valt niet
meer m hun smaak en om wat afwis
seling in het eentonig leven van het
warme jaargetijde te brengen, beoefe
nen zij als nieuwste sporthet deel
nemen aan politiedienst.
Korten tijd geleden werd er onder
persoonlijke leiding van den hoofd
commissaris van politie een -eht op
valsche spelers gemaakt, bij welke
den beambte bij de opsporing van het
wild niet slechts hulp werd verleend
door beroeps-detectives en politieagen
ten. Een geheel gezelschap van aris
tocraten stond hem daarin bij en niet
alleen heeren, maar ook dames schep
ten er behagen in de meest beruchte
speelhuizen op te zoeken. Tot het ge
zelschap behoorde een der schoonste
gravinnen van Budapest, die nog niet
zoo lang geleden tot balkoningin van
het carnaval te Pest was geprocla
meerd en wier broeder een vrouw van
koninklijken bloede tot gemalin beeft.
Om geen opzien te verwekken hadden
de dames zich in heerenkleeding ge
stoken. Bijna echter hadden zij zich
toch verraden. Een tot nog toe onbe
kende wereld doemde voor haas, oogen
op, voor de eerste mael stonden zij
van aangezicht tot aangezicht met de
menschelijke ellende. Onder de indi
viduen, die dakloos in de kroegen en
speelholen rondzwierven, vonden zij
er ook, die meer den indruk van on-
gelukkigen dan wel vs i inbrekers op
haar maakten. Nu ontwaakte het
medelijden in de harten der dames.
Zij knoopten met dezen gesprekken
aan en hadden hen ook zeker het
een of ander geschonken, wanneer de
commissaris haar niet te rechter tijd
vermaand had niet uit de rol te vallen.
Vaische spelers werden eerst !s mor
gens om 3 uur ontdekt, toen echter
ook zeventien tegelijk, waarvan er
verschillenden zich ook nosr voor dief
stal met inbraak te verantwoorden
hadden.
Tot klappen kwam het niet, deson
danks zullen d'e aristocratische dames
zich nog wel tweemaal bedenken vóór
zij deel zullen nemen aan de eerst
volgende razzia. De nieuwsgierigheid,
is) bevredigd en de politiedienst op
den duur toch wel wat zwaar.
Een leerrijk verhaal.
Een ezel, die door het woud!
liep, viel in een diepen kuil, tn
ondanks al zijn pogingen kon hij
er niet uitkomen.
Bijna stervend van honger, zag
hij eindelijk een vos. wie-n hij
dringend bad he-m en? uit te halen-.
„Ik ben te klein om je te hel
pen", zei de vos, „maar ik zal je
een goeden raad geven. Op een-igen
afstand hier vandaan is een groo
te sterke olifant. Roep hem en hij
zal je er in een oogenblik uithel
pen."
Nadat de vos weg was gegaan,
overlegde die -ezel aldus bij zich
zelf
„Ik ben zeer zwak door gebrek
aan voedsel. Iedere beweging, die
ik maak is zooveel verlies van
kracht. Als ik mijn stem inspan
om den olifant te roepen,, zal ik
nog zwakker worden. Neen, ik wil
mijn krach-ten zoo niet verspillen.
Het is de plicht vaan den olifant om
sing willen uitlokken. Ik denk dat
ik er mij wel van kan kwijten als
ik ons bereid, Fékla
Mijn waarde Ivor, denk om de
soldaten
Zij waarschuwde met behaag
ziek gebaar, om te denken aan
wat achter hen volgde. Rufuk, de>
gids was nu hun Loods, met lan
taarn en staf irn do handen, mem-
gen vloek schreeuwend tegen
zijn goed paard'. Seton volgde be
rouwvol als een die het spel be
greep en. betreurde. Als het viertal
op een platform in den Pass een
oogenblik halthiold;. luisterde de
gids ingespannen, maar verbelde
altijd het zelfde.
De honden laten uwe Excel
lentie niet vTij. Zij willen to Kaz
bek blaffen. Laten wij gaan-.
Fékla poogde te lachen, terwijl
hij sprak, en Dane haalde zijn
muts over d'e ooren. en spoorae
zijn gewillig paard tot nieuwe in
spanning aan. Toen de avond' viel,
klonken' de klaagtonen- van- den
nachtwind, van vallei tot vallei,
als die stemmen van verborgen:
dood in de afgronden rondom.
Doordringende koude kwelde de
ruiters, en verstijfde hunne ge
zichten. De sneeuw lag diik en met
bergen, Geen m-enscheLijk wezen
was te zien. Maar toen eindelijk
de lichten van Kazbek in het ge
zicht kwamen en de gastvrije post
hare deuren vcor hen opende, wa
ren de kozakken nog op hun hie
len als belagers hunner vrijheid
HOOFDSTUK XXVII.
Aan het poststation.
Zij dachten den postmeester van
d!it station te verrassen, maar de
telegraaf was hen voor geweest;
en nu werden zij verwelkomd door
een klein leger van slaafscbe on-
dierhoorigen, die hun kameraden
meit de ellebogen1 aanstoottenen-
niet ophielden met keeltonem de
waarde hunner diensten, en de
schurkachtigheid hunner makkers
uit te galmen. Mannen met lan
taarns kwamen uit het schitterend
verlichte huis om de na vodku"
te oogsten. Stalknechten maakten'
zich dadelijk meester van. d'e paar
den en beloofden- morgen betere te
verschaffen. De postmeester zelf,,
d:ie tien woorden En-gel sch en even-
zooveel Fransch verstond, groette
met „Mi-lord1 en Madame". Dane
waagde het niet Fékla aan te zien
toen hij sprak. Hij kon haar vroo-
lijken lach hooren, toen zij vlug
van het paard spron-r en hem in
de gelagkamer volgde.
Het dorp tusschen de heuvels,
5000 voet boven de valleien, met
het ijzeren Kazbek voor zijn- muren.,
en velden, van sneeuw voor zajn.
tuinen dat zulk een afgelegen
nederzetting zulke dteuren der be
schaving kon openzetten voor den
reiziger, was het grootste wonder
van den avond. Dame zag met ver
bazing de gelagkamer rond. Bern
onberispelijk buffel., schitterende
door wit linnen en- kristalslaap"
kamers die menig hotel in Parijs
beschaamden groote vuren in ope-
ne haarden, een reuk van eten die
het beste van alle soupers beloof
de. Hij had- in geheel Rusland ner
gens zoo'n uitlokkende inrichting
gevonden. Ook het spijtige dier ver
rassing bleef niet uit.
Het had wel mogelijk kimmen
zijn, zei hij, dat wij hier op on
ze huwelijksreis waren gekomen.
Men had Fékla reed® zijn vrouw
genoemd. Toch versaagde hij niet
Daar bij d'e tteur waren de kozak
ken door Otito Demidoff afgezon
den om hen tot geleide -te dienen- op
hun dwazen. pelgrimstocht. Mor
gen of den volgenden dag. zouden
die soldaten zich aanmelden en
zeggenHet sped is uit, Me juf
fer beeft ver genoeg gereden." Hij
kan- niet verzinnen welk antwoord'
hij moest geven, op zulk een' bevel.
Dit denkbeeld, van vruchteloos
pogen., vervolgde hem aan. het di
ner, waar Fékla ongeduldig op hem
wachtte. Zij droeg een te Parijs
gemaakte japon, het eenige over
blijfsel van haren tooi die haar uit
Moskou was gevolgd. In de kleur
van haar gelaat vond hij een nieu
we reden om te hoornen, en haar
prachtig haar, glinsterende waar
er de lichtstralen opvielen, was
luisterrijk als gouden zijde, boven,
hare lachende oogen. Hij had) hare
schoonheid' nooit zoo volkomen
verstaan nu deed hij het. Opge
wekt leven was inderdaad' in haar.
Zij leefde nu, ondanks het gevaar
van morgen. Hij zou zich verwon
deren of het altijd zoo zou zijn.
Ik heb eens naar de soldaten
uitgezien, zei hij rustig, terwijl hij
een stoel aan d'e tafel zette, en zijn
glas aan dten bediendb gaf. Zij
zijn i,n het huis hierover ingekwar
tierd,. Ik geloof niet dat wij deizen
avond iets van ben zullen hooren-,
maar ik ben niettemin uw neef
dankbaar voor een idée. Zal ik het
u meedeel-en
Een mensch met een idée is
altijd belangwekkend', zei zij.
Dan- zal .ik het u na het sou
per vertellen, als die kerels ons
veria/ten hebben.
Dat zullen zij zeker doen, Als
een kozak dicht bij een kroeg is,
dan luistert hij niet naar een be
vel. O-nze vrijheid duurt tot Tiflis,
daarvan ben ik zeker.
Tot Tifüs, zeker, daarna in de
stoom-boqt tot Batoum, vervolgens
tot Stamboul en eindelijk de
Adriatisohe zee
Zij glimlachte droevig.
De boot op Batoum zal wel
laat vertrekken als zij wacht op
Fékla Dolgorouki.
Hij antwoordde met afgewend
gelaat
Maar niet als zij mijn
vrouw is.
Een blos gaf nieuw Teven aan1
haar gelaat. Zij ademde «ejaagd1
en dwong zich bijna tot spreken..
De maskerade, barstte zii uit.
Altijd de maskerade.
Mumm vertelt dat er een Rus
sische kerk in Passanur is. D-afl
is iets wat wij nood'ig hebben, Als
daar een priester is
Een meisjesachtige lach brak
zijn woorden af.
Een priester om Milord "rr.
Madame te trouwen-. Nu moet ik
toch de helderziendheid van den
doktor prijzen'.
Hij lachte met haar.
Dat had ik vergeten.
Ik vergeet het nooit.
(Wordt vervolgd).