heel dunne schijfjes gesneden. Elk nu werpt van elke soort zooveel in den ketel als hij zelf verlangt,, of wel houdt hij een schijfje aan de stokjes in het kokend nat. In een oogwenk is dat vleesch gaar en wordt dan-gegeten na eene dompeling in het bad van den gember-azijn, Heeft ieder daaraan zijn genoegen gegeten, dan schept men van die bouillon in kommen, en die bouillon is waarlijk uitmuntend. Daarna nieuwe theevisite met am- fioen-schuiverij, nieuwe opreddering der tafel met nieuwe opdissching. Die nieuwe maaltijd bestaat uit harsdroog geroosterde speenvarkens, kinnen, fe zanten. eenden enz., maar dat alles was voor mij onkenbaar, waarschijn lijk omdat ik sinds lang mijn >olle genoegen gegeten had; de anderen schenen thans eerst te beginnen. Het verwonderde mij niet meer dat de Mongoolsche koning verhinderd was wegens onpasselijkheil! Daarna kwam het nagerechteen kom soepl Voorajeeir van tafel weg te gaan werden ons twee kommetjes gebracht, het eene boven het andere, die in el kaar pasten: in het bovenste was lauw water met zout, waarmede de mond werd uitgespoeld, en dat daarna werd uitgespogen in het onderste kommetje. Aan zulk een feestmaal mag over geen zaken worden gesproken; men lacht, scherst, keuvelt over honderd nietigheden, men eet goed, drinkt goed, kortom men vermaakt zich. want het eenigste vermaak van den Chinees bestaat in eten en drinken, doch al les gaat eerbaar en hoffelijk toe. Vrou wen zitten nimmer aan een feestdisch, doch helaas, niet immer daarna. Komt men in Europa thuis van een feest, dan zijn er steedsvan die nieuwsgierige huisgenooten, die haarfijn de recelin van het menu moeten weten. In China vraag men daarnaar niet; men vraagt slechts ..hoe dikwijls de tafel werd opgevaagd", en zegt men driemaal, dan weet de eerste straat jongen. wat de amphytrion zijn gas ten in den balg stopte, want de ge^ rechten zijn overal geijkt dezelfde. Over het snuiven oer Chineezen deelt hij nog het volgende mede: Alles rookt in China, man en vrouw, jong en oud. Zoaals ik vermeen u al reeds geschreven te hebben, heb ik eens een jongen gezien, die de borst zijner moeder verliet om aan eene pijp te trekken. Men werkt, komt en gaat, men zit te paard, men loest of schrijft, men bebouwt den grond, altijd en overal met de pijp in den mond. Onder de maaltijden rust men even, en de rust is wel verdiend om te kunnen rooken; bij het slapen gaan legtmen pijp en tondeldoos naast zich, om het rookgetuig onder de hand te hebben als men eens wakker zou wor den. Hoe straffe roolcer die Chinees ook zij van eeuwen her, de snuif is hem langen tijd onbekend gebleven; de ge woonte van het snuiven werd eerst in China ingevoerd in de 17e eeuw, door de Jesuieten, die verbleven aan het hof van Khang-Si (1662-1722). Enkele mandarijnen, hunne bekenden, namen nu en dan ook eens een snuif ie. vonden dat uitstekend en langzamerhand breidde zich de gewoonte al meer en meer uit; ieder, die wilde blijven op de hoogte van zijn tijd voegde zich naar de nieuwe mode en ten lange laatste was de gewoonte algemeen worden. Vooral de Tataren-Mandsjoes waren hartstochtelijke snuivers. De eerste snuifverkoopers waren christenen, die door hunnen handel fabelachtig rijk werden. De meest gezocht snuif was de Fransche met het merk der Fran- sche lelie; daardoor komt het dat nog heden tendage de Fransche lelie het uithangbord is van een tabak- en snuifwinkel te Peking. Aldus Hue in zijn Christianisme en Chine." De Pest. De pest, de vreeselijke ziekte, die se dert eenige jaren telkens opnieuw Europa bedreigt van het Oosten uit, is op verschillende plaatsen weer te voor- schbijn getreden. Allereerst zij gemeld, dat Zondag te Marseille met pestziekte aan boord was aangekomen de pakketboot ,,Laos komende uit Tonkin. Nadat te Port Said reeds een Arabische stoker, die lijdende was aan pest, aan land gezet was, kwamen onder de Arabische sto kers op de reis tusschen Port Said en Marseille nog 15 gevallen van pest voor. Bij aankomst to Le Freoul, waar de lazaretten van Marseille gevestigd zijn, werden de zieleen aan land ge bracht Twee hunner zijn al spoe dig overleden. Onder de pas sagiers. 317 in aantal, en de lc- den der equipage zijn geen verdachte gevallen voorgekomen, doch uit vrees voor besmetting, hebben de sanitaire autoriteiten voor hen een quaranlaire van 10 dagen gelast De passagiers hebben in een adres aan den prefect geprotesteerd tegen het gedwongen verblijf in een door pest besmette om geving. Freoul ligt op een eilandje op 5 K. M. ongeveer van de kust en is geheel van gemeenschap met den vasten wal afgesloten. Tot dusver zijn te Konstantinopel vier gevallen van pest voorgekomen, waarvan één met doodelijken afloop. De 3 overige lijders zijn ingespoten met anti-pest-serum. Reizigers uit Turkije, dia Bulgarije willen binnen komen, moeten zich onderwerpen aan een quarantaine van 11 dagen. Te AJexand-ië, PortSaid, Suez en Sagasig zijn in de afgeloopen week pestgevallen voorgekomen, waarvan 26 met doodelijken afloop. De onontwikkelde Egyptenaar be schouwt do pest eenvoudig als een uit vinding tot eigen voordeel van de Europeesche doktoren, die de pestlij ders in de hospitalen willen vergifti gen. Het gevolg is, dat de inboorlingen de ziektegevallen geheim houden en daardoor de voorzorgsmaatregelen der Autoriteiten te niet doen. Te Kaapstad kwamen tot Zondag geen nieuwe gevallen van pest voor; te Port Elizabeth 3. Van de 14 Arabische stokers van de „Laos", die te Frioul in het pestlazaret liggen, is er een gestor ven. 3 Hunner zijn nog ernstig aan- getast. Tengevolge van stanpen, door de Bulgaarsche regeering gedaan, is de quarantaine voor den Oriëntr Express bij Hebïbtschewo opgehe ven. Deze trein loopt sedertWoens- dag weer. Te Konstantinopel zijn geen nieuwe gevallen: van. pest meer voorgekomen. Het beeld moet groeien. In een Duitsch blad schriift een zeke re R. T. K., onder den titel: ..Van den g-rooten weg af in Ervpte". o. a. het volgende aardiee verhaaltje. Zooals gewoonlijk was ook de scheich van Saneta zeer vriendelijk tegenover m'" en ik wenschte hem bij 't afscheid een geschenk te geven. Hij bedankte daarvoor echter en meende, dat hij en zijn dorpelingen zeer verheugd zouden zijn, indien ik zijn portret wilde ma ken, Ik deed dat. omringd door alle inwoners. Terwijl ik nog met de eerste streken zijn gelaatstrekken ontwierp, konden mijn toeschouwers niet nala ten, mijn werk te beoordeelen, en de een zei fluisterend' tot den ander: „Wat doet de bey? Dat is toch onze scheich niet!" Ik draaide mij om en antwoordde: „Toen de 9cheich nog een knaap was zag b'ï er heel anders uit dan de oude man die hij nu is, niet waar?1' „O ja, zeker!" „En ik denk, dat niemand die hem kende, hem nu zou herkennen?"' „Zeker niet, Essendi." Dan," ging ik voort, „moet «e ook bedenken, dat dit beeld jong is en tijd noodig heeft om te groeien. Ge kunt toch niet verlangen dat een portret, dat een half uur oud is, er uit zal zien als een man van 60 jaar." Vroolijkheid en instemming volgden op dit antwoord en toen na een paar uren de trekken meer en meer voor den dag kwamen - v portret begon te ge lijken, kwamen zij al dichter om mij staan en keken naar eiken streek, dien ik deed. Eindelijk leerde mij hun „Precies, heel precies," dat ik klaar was en ik overhandigde het portret aan mijn gastheer. Nadat allen het nauwkeurig bekeken hadden, werd het in triomf meegenomen en in de dorps moskee gehangeneen eervolle onder scheiding die, geloof ik, nog aan geen kunstenaar in Egypte te beurt is ge vallen. Onze dienstmeisies. Ter oplossing van het dienstboden- vraagstuk is door dames te Manches ter een maatschappij opgericht die alle takken van huishoudelijken dienst verzorgt van buitenshuis, doch zich op het dienstboden houden beperken wiL In 1898 werden daar ter plaatse 337 keukenmeiden verlangd, terwijl slechts 47 zich aanboden. De maat schappij wil op geschikte plaatsen al- gemeene keukens oprichten; deze le veren goed bereid voedsel, van goede kwaliteit, en warm, op een afstand van 5 Engelsche mijlen. Uit Jhet leven van den Czaar. De Czaar staat om halfnegen op, en drinkt onder het aankleeden een kop thee. Om negen uur zoekt hij de ge wichtigste staatstukken uit en be spreekt die met een zijner ministers. Tusschen 10 en 11 uur gebruikt de Kei zer een licht ontbijt en daarna luis tert hij naar het rapport der ministers en teekent de eindelooze reeks van stukken, die hem worden voorgelegd. In deze uren ziet de Czaar ook de rap porten der provinciale gouverneurs door. Ilij maakt graag kantteekeningen, die alle door secretarissen geredigeerd worden en die den provincialen gou verneurs behoorlijk worden overge bracht. Gedurende de paar uren, die hiermede heengaan, drinkt de Czaar het eene glas thee na het ander. Wijn raakt hij zelden aan vóór den avond; bij de thee gebruikt hij somtijds brood en kaviaar. De drie volgende uren tot 4 uur 's middags, wijdt de Keizer aan het leven in zijn gezin en dan is hij onuit puttelijk in het uitdenken van spelle tjes met zijne drie dochters. Ook wor den hem in dien tijd de dagbladen voorgelezen door een zijner adjudan ten. Voornamelijk zijn dit de „Times", de „Figaro" en de „Köln. Ztg." Een boek leest de Czaar zelden of nooit. Niemand heeft ooit een boek in zijn handen gezien zoo beweert een schrijver in „Leisure Hour", aan wiens mededeelingen het bovenstaande ont leend is. Om 4 uur begint het werk op nieuw en duurt tot den maaltijd om 7 uur. Wanneer de Keizerin-Weduwe aan het diner verschijnt, blijft de Czaar tot een uur of tien met haar praten. Dan gaat hij weer in zijn kabinet en aan het werk tot middernacht. De Czaar ziet er tegenwoordig goed uit en heeft sinds zijn jongste ziekte in de Krïm geen der epileptische aan vallen te verduren gehad, die, zegt de schrijver, hem vroeger zoo herhaal delijk plaagden. De zonsverduistering. De Indische bladen bevatten het een en ander over de waarnemingen der zonsverduistering. Zoo schreef Padanger" den 23n Mei: Nadere berichten uit het kamp bij Kar&ng Sago maken melding van het goed' gelukt zijn van enkele opnamen, zoodat de teleurstelling ten slotte min der groot zal zijn, dan men in d <n aanvang dacht, In een schrijven uit Fort-de-Kock wordt bericht, dat de astronomer op de verschillende observatiepostïn al len min of meer teleurstelling hebben ondervonden door den bewolkten he mel op 18 dezer. Alleen Fort-de Koek heeft een gunstige- uitzondering hier op gemaakt, waar de wolken niet bo ven in de lucht dreven, doch zich he neden de heeren observators, in het Karbouwengat, hadden samengetrok ken. Volgens een telegram aan het „Pat. Nbl." was te Karang Sago 's middags de toestand zoo: Schaapjeswolken vóór de zon. De corona was echter goed zichtbaa-. He was niet zeer donker, maar Venus Mercurius waren goed zichtbaar, evenals eenige sten-en. De derde dtr waarnemingen is vermoedelijk ge slaagd. Geen schaduwbeelden. De tem- peratuursverlaging was gering. Verder meldt nog „de Padanger" van IS Mei: Wij beweren zeker niet te veel, wan neer wij zeggen,dat hedenmorgen bij 't opstaan een ieder naar de lucht keek en zich eenigszins teleurgesteld voel de. Velen maakten dadelijk de gevolg trekking, dat het mis was, want de hemel was geheel bewolkt. Meer kal- men van aard berustten in het tegen woordige en hielden hun hoop geves tigd op de bewuste 6 1/2 minuut. En dat was ook eigenlijk de hoofdzaak. Hoe de bewolking gedurende de och tenduren ook al was, het kwam er in hoofdzaak op aan, hoe het zou wezen op het aangegeven kortstondige tijd stip in den loop van den morgen werd de hoop op het welslagen der waar nemingen (ook weer ongemotiveerd) steeds grooter, dewijl de lucht meer en meer helder werd. Bij het begin der verduistering was de zon een oogenblik helder zicht baar. Eerst ruim een kwartier na het begin was eenige vermindering van licht waar te nemen, die daarna echter gestadig toenam. Omstreeks half twaalf was ook reeds duidelijk een temperatuursverminde- rip' waar te nemen. De zon bleef echter steeds achter een lichte bewolkiner die echter voor de vele waarnemers door gekleurde en berookte glaasjes geen beletsel was, om te zien hoe de maan zich langzaam over de zon voortbewoog. Omstreeks 12 uur was de duisternis reeds zoo toegenomen, dat het binnen huis eeheel donker was. Buiten kreeg men echter een geheel anderen indruk; het was niet alleen donkerder ""wor den, doch het was een geheel onge woon licht, ook niet bij maanlicht te vergelijken. Eenige minuten voor dat de totali teit intrad, nam de duisternis snel toe. Eindelijk was het oogenblik daar, en wij zagen de corona. En hoewel er steeds een lichte wolk voor de zon was was het verschijnsel t-och duidelijk waar te nemen. Ook de planeten Venus en Mercurius waren zeer duidelijk zichtbaar. Ook *- - een ster. op een vrij grooten afstand ten oosten, was te zien. Als het anderen als ons is --"aan, die onafgebroken naar het verschiln- sel hebben staan ki'ken, dan zal het ook hun opgevallen zijn, dat 6 1/2 mi nuut een vrij groote tijdsruimte is. Volgens onze waarneming was de ther mometer ruim 3 graden gedaald. Het schoonste moment was echter het oogenblik, dat de totaliteit eindig de een helder rood verlicht punt werd zichtbaav ;nam iets in -rootte toe en scheen daarop een groote schitterende diamant met wit licht, grooter dan eenige ster. Daarna kon men er met het bloote oog niet meer inzien, en het was weder het zichtbare schijfje van de zon, doch nu aan de tegenoverge stelde zijde. Het werd weder licht, en het was alsof zulks sneller toenam dan het was afgenomen. En daarmede behoorde het prachti ge natuurverschijnsel weder tot het verledene. Bootongelukken. Nabij Neuss is op den Rijn een roei bootje omgeslagen, waarin vier werk lieden een pleiziertochtje maakten. Twee hunner verdronken. Vijf kellners en een matroos waren dezer dagen in een licht bootje gaan zeilen in de oorlogshaven te Kiel. Door overlading sloeg het vaartuig om en 3 der opvarenden verdronken. Bij excercitiën op den Rijn is nabij de brug bij Kehl een boot, waarin 14 pionniers zaten, omgeslagen. Een of ficier en 8manschappen verdronken. Een vreeselijk drama is afgespeeld te Epine, een klein dorpje in het Marie-departement (Frankrijk). Tijdens de afwezigheid van de ouders, landbouwers, heeft een 25-jarige knecht de 17-jarige dochter des huizes vermoord en, beducht voor de gevolgen ,het huis in brand gesto ken. Toen de brand ontdekt werd, stond het geheele gebouw reeds in vlammen en kon geen hulp meer wor den verleend. Later vond men het verkoolde lijk van het meisje ennaast haar dat van den moordenaar. De vermoorde moet wanhopigen tegenstand geboden heb ben: een gouden oorbelletje was met geweld door haar oor getrokken. Een spoorwegavontuur van een circustroep. Met betrekking tot het spoorwegon geluk, waarvan het circus-gezelschap van Barnum en Bailey bij Benthen het slachtoffer geworden is, wordt nog het volgende gemeld: Er was een voorstelling ge geven te Gleiwitz en 's nachts reed de troep in drie extra-treinen naar Benthen. Twee treinen waren reeds in het goederenstation aldaar gelost, toen de derde met sneltreinvaart op den tweeden trein liep, die op dood spoor stond. Drie waggons werden verbrijzeld. Gedood werden een stal meester en een koetsier; gewond1 7 per sonen, van wie 1 sedert is overleden. Tien paarden kwamen oveneens om het leven. Het heet, dat het ongeluk veroor zaakt is door een gebrek aan de lucht- rem. Een bergongeluk wordt uit Innsbrück gemeld. In de Tyroler alpen op de Dulsfluggletscher zijn een geneesheer uit Dresden, Schwarzboch, een professor Maier en diens vrouw in een afgrond gestort. Dokter Schwarzboch werd gedood en de beide anderen werden zwaar ge wond gevonden. De warmte. Woensdag is het in Londien de heetste dbg van.1 dit jaar geweest met 85 gradten irn dien namiddag. De paarden van net ormoemeiijK aantal bussen en trams in die me tropolis hadden hot hard te verant woorden. die Verhitte mienisohheiid zocht koelheid! op riviertochtjes en in die zwembaden. Verscheidene sterf te gevallen zijn zoo niet onmid dellijk veroorzaakt door, toch ze ker vervroegd! door de- buitengewo ne hooge temperatuur. De heete luchtgolf heeft ook Liverpool weer bereikt, waar verscheidene eeval- lien van zonnesteken, gelukkig zon dier ernstige afloop voorkwamen. Uit Chicago komen weer berich ten van een terugkeer van abnor maal hooge warmte 72 graden om 6 uur in den morgen90 giradten om twee uur in den namiddag. In de straten rees de thermometer tot 100 graden. Dientengevolge vielen 6 personen in onmacht meer en 2 dadeli ik dood. Op het eiland Malta is die hitte zoo groot dat paarden, en muil ezels van uitputting neervallen. Al het werk in de dokken' is geschorst tot minder heete dagen.. Vast een begin. 't Is voorzeker merkwaardig, dat er onder da Londensche cab-men 1«»00 bo ven de zestig jaar ouel zijn en 150 bo ven de zeventig, terwijl al tachtig zijD geworden. Dat getuigt niet alleen voor het voordeel van een leven in de open lucht, maar ook, dat het zoo vaak be schimpte Londensche klimaat toch zoo heel ongezond niet moet zijn. Lange levensduur van koet siers. Toen dia hertog De Choiseuil, die zeer nietig voorkomen had, te Londen kwam om over den vrede te handelen, antwoordde Townsend op de vraag, of het Fransche Gouvernement de preli- minairen van een vredesverdrag had overgemaakt: „Dat weet ik niet, maar het heeft in elk geval de schets van een ambassadeur gezonden". Prinses Basta. De Glas Ernogorca, een te Cettinje verschijnend blad, verhaalt een ver makelijke geschiedenis. Korten tijd geleden was er soirée ten paleize en natuurlijk kwam het gesprek op het maar al te rijkelijk met dochters ge zegende huwelijk van het Russische Keizerpaar. „Mij het hidert'id als volgt gegaan," zeide de vorst lachend: „Bij de eerste dochter verheugde ik mij en dacht, voor een jongen is het nog «iet Bij de tweede werd ik een beetje uit den waan cebracht. Bij de derde was ik in angst en vreeze. Bij de vierde werd het mij te veel. Stani (genoeg), zeide ik, thans is 't genoeg. En ten teeken, .dat het werkelijk ge noeg was, liet ik haar ook Stana doo- pen, ofschoon dit een geheel nieuwe naam was." „Nu, Hoogheid, en heeft uw middel geholpen?" vroeg de nieuwsgierige vrouw van een resident. „Of het! Als het genoeg is, is het genoeg, en het „volgende" was een jongen, was mijn Danilo. De czaar moet doen zooals ik, „stani". Overi gens ging de vorst voort heb ik in Rome dien raad al gegeven. Nu zal men er zoo lang niet mede wachten. Na de tweede dochter reeds: genoeg: meer dan genoeg." „En zal de tweede prinses in Italië reeds Stana heeten?" „Neen lachte de vorst maar Basta, want daar wordt Italiaansch gesproken. En Prinses Basta klinkt dat niet mooi?" Door brongas gestikt. Op het landgoed van. dm grond bezitter Gantzer in Pawesin (Prui sen) wilde de in Brandenburg wo nende smidsbaas Wilhelm Yoigt met zijn Leerling Albrecht en dien arbeider Zimmerman imi een bron een herstelling aanbrengen. Ten einde het bronbekken te onderzoe ken, daalde Voigt hierin af. Op het midden van de ladder geko men stortte hij, verdoofd door op stijgende vergiftige gassen, niaar beneden. De arbeider Zimmerman en de leerling Albrecht, dachten dat hun mc-ester slechts uitgegleden was en'begaven, zich anmiddeillijk in het bekken om hem te hulp te komen. Beiden deelden het lot van Voigt. Met veel moeite gelukte het de drie personsen uit d!e bron op te halen, doch de ontboden, genees heer kon. slechts den dood van de ongelukkige ri constateer en. Voigt zou over eend-ge dagen in het huwe- Iïjk treden, waarvoor alle toebe reidselen reeds waren gemaakt. Een moedige jonge dame. Maandagavond reed in Malaga de schoone artiste Geraldine naar het zomer-theatre Herman Cortes, waar d'e „ster" van tijd tot tijd schittert-. Een roover drong haar rijtuig binnen -en wilde zich mees ter maken van het .reistaschje, dat op den schoot der kunstenares lag en waarin zich voor 24000 juwee- l'en- bevonden. Terwijl de moeder der jonge dame onmachtig was van schrik, had een w-otrst'eling plaats tusschen den roover en de moedige Geraldine. Deze hield hel tajschja met den kostbaren inhoud dapper vast, riep luidde om hulp, voorbij gangers ijlden toei. die roover achtte het raadzaam zich uit d'e voeten to maken en korten tijd later kon de kunstenares op het too-n-eel het pu bliek door haar schoonheid en haar brillantenj in. verrukking brengen. Aristocraten als vrijwillige deteetieves De aristocraten in Budapest schij nen sterke zenuwen te hebben. Wed rennen, automobiel- en wielrijden, tennis- en croquet-spelen valt niet meer m hun smaak en om wat afwis seling in het eentonig leven van het warme jaargetijde te brengen, beoefe nen zij als nieuwste sporthet deel nemen aan politiedienst. Korten tijd geleden werd er onder persoonlijke leiding van den hoofd commissaris van politie een -eht op valsche spelers gemaakt, bij welke den beambte bij de opsporing van het wild niet slechts hulp werd verleend door beroeps-detectives en politieagen ten. Een geheel gezelschap van aris tocraten stond hem daarin bij en niet alleen heeren, maar ook dames schep ten er behagen in de meest beruchte speelhuizen op te zoeken. Tot het ge zelschap behoorde een der schoonste gravinnen van Budapest, die nog niet zoo lang geleden tot balkoningin van het carnaval te Pest was geprocla meerd en wier broeder een vrouw van koninklijken bloede tot gemalin beeft. Om geen opzien te verwekken hadden de dames zich in heerenkleeding ge stoken. Bijna echter hadden zij zich toch verraden. Een tot nog toe onbe kende wereld doemde voor haas, oogen op, voor de eerste mael stonden zij van aangezicht tot aangezicht met de menschelijke ellende. Onder de indi viduen, die dakloos in de kroegen en speelholen rondzwierven, vonden zij er ook, die meer den indruk van on- gelukkigen dan wel vs i inbrekers op haar maakten. Nu ontwaakte het medelijden in de harten der dames. Zij knoopten met dezen gesprekken aan en hadden hen ook zeker het een of ander geschonken, wanneer de commissaris haar niet te rechter tijd vermaand had niet uit de rol te vallen. Vaische spelers werden eerst !s mor gens om 3 uur ontdekt, toen echter ook zeventien tegelijk, waarvan er verschillenden zich ook nosr voor dief stal met inbraak te verantwoorden hadden. Tot klappen kwam het niet, deson danks zullen d'e aristocratische dames zich nog wel tweemaal bedenken vóór zij deel zullen nemen aan de eerst volgende razzia. De nieuwsgierigheid, is) bevredigd en de politiedienst op den duur toch wel wat zwaar. Een leerrijk verhaal. Een ezel, die door het woud! liep, viel in een diepen kuil, tn ondanks al zijn pogingen kon hij er niet uitkomen. Bijna stervend van honger, zag hij eindelijk een vos. wie-n hij dringend bad he-m en? uit te halen-. „Ik ben te klein om je te hel pen", zei de vos, „maar ik zal je een goeden raad geven. Op een-igen afstand hier vandaan is een groo te sterke olifant. Roep hem en hij zal je er in een oogenblik uithel pen." Nadat de vos weg was gegaan, overlegde die -ezel aldus bij zich zelf „Ik ben zeer zwak door gebrek aan voedsel. Iedere beweging, die ik maak is zooveel verlies van kracht. Als ik mijn stem inspan om den olifant te roepen,, zal ik nog zwakker worden. Neen, ik wil mijn krach-ten zoo niet verspillen. Het is de plicht vaan den olifant om sing willen uitlokken. Ik denk dat ik er mij wel van kan kwijten als ik ons bereid, Fékla Mijn waarde Ivor, denk om de soldaten Zij waarschuwde met behaag ziek gebaar, om te denken aan wat achter hen volgde. Rufuk, de> gids was nu hun Loods, met lan taarn en staf irn do handen, mem- gen vloek schreeuwend tegen zijn goed paard'. Seton volgde be rouwvol als een die het spel be greep en. betreurde. Als het viertal op een platform in den Pass een oogenblik halthiold;. luisterde de gids ingespannen, maar verbelde altijd het zelfde. De honden laten uwe Excel lentie niet vTij. Zij willen to Kaz bek blaffen. Laten wij gaan-. Fékla poogde te lachen, terwijl hij sprak, en Dane haalde zijn muts over d'e ooren. en spoorae zijn gewillig paard tot nieuwe in spanning aan. Toen de avond' viel, klonken' de klaagtonen- van- den nachtwind, van vallei tot vallei, als die stemmen van verborgen: dood in de afgronden rondom. Doordringende koude kwelde de ruiters, en verstijfde hunne ge zichten. De sneeuw lag diik en met bergen, Geen m-enscheLijk wezen was te zien. Maar toen eindelijk de lichten van Kazbek in het ge zicht kwamen en de gastvrije post hare deuren vcor hen opende, wa ren de kozakken nog op hun hie len als belagers hunner vrijheid HOOFDSTUK XXVII. Aan het poststation. Zij dachten den postmeester van d!it station te verrassen, maar de telegraaf was hen voor geweest; en nu werden zij verwelkomd door een klein leger van slaafscbe on- dierhoorigen, die hun kameraden meit de ellebogen1 aanstoottenen- niet ophielden met keeltonem de waarde hunner diensten, en de schurkachtigheid hunner makkers uit te galmen. Mannen met lan taarns kwamen uit het schitterend verlichte huis om de na vodku" te oogsten. Stalknechten maakten' zich dadelijk meester van. d'e paar den en beloofden- morgen betere te verschaffen. De postmeester zelf,, d:ie tien woorden En-gel sch en even- zooveel Fransch verstond, groette met „Mi-lord1 en Madame". Dane waagde het niet Fékla aan te zien toen hij sprak. Hij kon haar vroo- lijken lach hooren, toen zij vlug van het paard spron-r en hem in de gelagkamer volgde. Het dorp tusschen de heuvels, 5000 voet boven de valleien, met het ijzeren Kazbek voor zijn- muren., en velden, van sneeuw voor zajn. tuinen dat zulk een afgelegen nederzetting zulke dteuren der be schaving kon openzetten voor den reiziger, was het grootste wonder van den avond. Dame zag met ver bazing de gelagkamer rond. Bern onberispelijk buffel., schitterende door wit linnen en- kristalslaap" kamers die menig hotel in Parijs beschaamden groote vuren in ope- ne haarden, een reuk van eten die het beste van alle soupers beloof de. Hij had- in geheel Rusland ner gens zoo'n uitlokkende inrichting gevonden. Ook het spijtige dier ver rassing bleef niet uit. Het had wel mogelijk kimmen zijn, zei hij, dat wij hier op on ze huwelijksreis waren gekomen. Men had Fékla reed® zijn vrouw genoemd. Toch versaagde hij niet Daar bij d'e tteur waren de kozak ken door Otito Demidoff afgezon den om hen tot geleide -te dienen- op hun dwazen. pelgrimstocht. Mor gen of den volgenden dag. zouden die soldaten zich aanmelden en zeggenHet sped is uit, Me juf fer beeft ver genoeg gereden." Hij kan- niet verzinnen welk antwoord' hij moest geven, op zulk een' bevel. Dit denkbeeld, van vruchteloos pogen., vervolgde hem aan. het di ner, waar Fékla ongeduldig op hem wachtte. Zij droeg een te Parijs gemaakte japon, het eenige over blijfsel van haren tooi die haar uit Moskou was gevolgd. In de kleur van haar gelaat vond hij een nieu we reden om te hoornen, en haar prachtig haar, glinsterende waar er de lichtstralen opvielen, was luisterrijk als gouden zijde, boven, hare lachende oogen. Hij had) hare schoonheid' nooit zoo volkomen verstaan nu deed hij het. Opge wekt leven was inderdaad' in haar. Zij leefde nu, ondanks het gevaar van morgen. Hij zou zich verwon deren of het altijd zoo zou zijn. Ik heb eens naar de soldaten uitgezien, zei hij rustig, terwijl hij een stoel aan d'e tafel zette, en zijn glas aan dten bediendb gaf. Zij zijn i,n het huis hierover ingekwar tierd,. Ik geloof niet dat wij deizen avond iets van ben zullen hooren-, maar ik ben niettemin uw neef dankbaar voor een idée. Zal ik het u meedeel-en Een mensch met een idée is altijd belangwekkend', zei zij. Dan- zal .ik het u na het sou per vertellen, als die kerels ons veria/ten hebben. Dat zullen zij zeker doen, Als een kozak dicht bij een kroeg is, dan luistert hij niet naar een be vel. O-nze vrijheid duurt tot Tiflis, daarvan ben ik zeker. Tot Tifüs, zeker, daarna in de stoom-boqt tot Batoum, vervolgens tot Stamboul en eindelijk de Adriatisohe zee Zij glimlachte droevig. De boot op Batoum zal wel laat vertrekken als zij wacht op Fékla Dolgorouki. Hij antwoordde met afgewend gelaat Maar niet als zij mijn vrouw is. Een blos gaf nieuw Teven aan1 haar gelaat. Zij ademde «ejaagd1 en dwong zich bijna tot spreken.. De maskerade, barstte zii uit. Altijd de maskerade. Mumm vertelt dat er een Rus sische kerk in Passanur is. D-afl is iets wat wij nood'ig hebben, Als daar een priester is Een meisjesachtige lach brak zijn woorden af. Een priester om Milord "rr. Madame te trouwen-. Nu moet ik toch de helderziendheid van den doktor prijzen'. Hij lachte met haar. Dat had ik vergeten. Ik vergeet het nooit. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6