NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Msestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Een Man van Adel.
19e Jaargang Dinsdag 6 Augustus 1901. No. 5552
DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN
Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 1—5 regels 50 Cfca.iedere regel meer 10 Cts. Boifcen het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), de prijs der Advertenticn van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 dj Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02}* Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37}* Telefoonnummer der Bedactie «OO. Telefoonnummer dor A<lmini»traitle 182.
M de omstreken en franoo per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks» behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangèro (r. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESj Succ., Parijs 31M* Faubourg MontniS^tre.
Haarlem's Dagblad Tan 6 Ang.
bevat o.a.
Belangrijke verklaringen van
President Kruger, Keizerin Fried
rich, Haagscke Brief, Wedstrijden
Offieieele Berichten.
De BURGEMEESTER van Haarlem,
brengt bij deze ter kennis van de inge
zetenen dezer gemeente, dat het op den
lsten Augustus jL executoir verklaard
voljaarskoliier no. 1 op de bedrijfsbe
lasting dezer gemeente, dienst 1901—
1902, op heden aan den ontvanger der
directe belastingen is ter hand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens her
innerd, dat de belastingschuldigen ver
plicht zijn hunnen aanslag op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem, 3 Aug. 1901.
De Burgemeester voornoemd,
J. NIEUWENHUIJZEN KRUSEMAN.
L. B.
Politiek Overzicht.
E011 correspondent van die „Figar
ro". de heer Henri dies Houx, heeft
met President Kruger een inter-
vie.vv gehad te Sehevemingen. De
belangrijke verklaringen in dit on
derhoud gedaan, maken een eemigs-
ziins uitvoerige vermelding niiet
overbodig.
Bij het binnentreden van het
vertrek, (op villa Nuova van den
heer Woknarans, waar Oom Paul
■te gast was), viel het mij op. zegt
de heer des Houx, die den Presi
dent te Marseille heeft begroet, en
hem later nog een1 bezoek bracht te
Utrecht, dat de President eenigs-
zins veranderd is. Het verdriet
heeft zijn licht gebruind gelaat ver
magerd. Doch zijn oogen zijn ge
heel genezen. Zijn oogopslag is hel
der en bedaard. Zijn houding is
nog steeds indrukwekkend, krach
tig'. beslist.
Wat mijn smart betreft, zeids de
President, ik aanvaard' ze en diraag
ze met gelatenheid. Moge zij God!
gevallte zijn. Ik wil alles offeren
wat mi" dierbaar is indien de Heer
in ruil daarvoor het leven spaart
van een onzer burgers, een traan
droogt van de eebtganooten en moe
ders, dito lijden voor het recht.
Daarna begon het eigenlijke in
terview
Met betrekking tot de verhalen
over Boerenwreedihedieni, zei Oom
Paul ..Ik kan nog niet nagaan of
de getuigen de waarheid hebben
gesproken. Sedert 21 maanden is
dit de eerste maal, dat dergelijke
beschuldigingen zich voordoen. On
ze vijanden hadden tot dusverre on
ze menschldevendheid recht gedaan.
Het schijnt, dat men aldus heeft
willen antwoorden op de vertoo-
gen. door ons gericht tegen de be
wezen wreedheden van onze tegen
standers.
Ongetwijfeld is de oorlog een
wreed iet? en de bursrer? kunnen
zich in den roes der overwinning
aan buitensporigheden overgeven.
Maar Kitchener zelf moet erkennen,
dat onze officieren de gemelde fei
ten hebben tegengegaan. Ik her
haal u echter, zei de President met
de vuist op tafel slaande, dat onze
zaak zal geoordeeld worden dioor
God zelf en ik zou alle hoop laten
varen, indien het waiar was, dat
onze soldaten in dezen oorlog ook
maar het twintigste gedeelte van
de door de EngeLschen gepleegde
misdaden hadden begaan. Als dat
waar was, zouden wij niet waard
zijn de vrijheid te behouden. Maar
ik zeg u h et is niet zoo.
Miss Hobbou'se heeft de waar
heid gezegd, maar niet geheel. Haar
verhaal is verschrikkelijk maar
het is. onvolledig men heeft haar
niet alles laten zien. Zij heeft de
kamoe.n bezocht met officieel ver
lof. Wij zijn beter ingelicht. De
klachten van die slachtoffers komen
tot ons. Wanneer de onpartijdige
geschiedenis deze feiten zal te boek
stellen in hun juiste bijzonderhe
den. zal de wereld van afschuw
beven."
„Wat denkt u van den' brief van
Rertz?
„Zelfs indien de brief authentiek
is, wat valt te betwijfelen", ant
woordde Paul Kruger, „wat be
wijst d!at dan nog? Na zooveel
maanden van strijd, ontberingen
en lijden spreekt het van zelf, dat
er op de duizenden; eenigen zijn,
dio d'en- strijd moede worden. In
dien d'e heer Reitz de tolk geweest
is van deze gevoelens, wordt nog
niet bewezen dat hij ze zelf deelde
en indien hij door zijn brief een
heilzame reactie beoogd heeft, is
hij geslaagd.
Ten-stond na het ontvangen van
dezen brief is er krijgsraad gehou
den en met algameene stemmen
werd bestolen, den strijd voort te
zetten. Sedert is er geen aarzeling
meer opgemerkt. De zwakken zijn
met vernieuwden ijver de élan de
sterken gevolgd. Nooit zijn onze vij
anden hardnekkiger bestreden.
Of van mijn kant onlangs pogin
gen "•edhan zijn met betrekking tot
een tusscbenkomst.
„Niet door mij!" riep de
President uit. „Zeker, ik veailang
vurig naar bemiddeling en indien
zij mogelijk was, zou ik er uit alle
macht toe medewerken. Maai* ik
geloof, d'at de wreedheden, die d'aar
ginds gepleegd worden, de dage-
lijksehe schending van het volken
recht, eerder de beschaafde mogend
heden zullen ontroeren dan de
stem van een grijsaard. De feiten
spreken duidelijker dam ik heit zou
kunnen doen. Als men er niet naar
luistert, wat kan ik dan doen
Ik heb ééns dien vrede den En
gelschen aangeboden op eervolle
voorwaarden. Mijn voorstel bestaal.
Hernieuwen doe ik het niet. Ik
wacht.
De Engelschen hebben den vrede
noodi'g, even goed als wij. Zij kun
nen dezen hebben wanneer z;> wil
len. maar zij weten op welke voor
waarden. Ik heb hun slechts te
zeggen, dat ons besluit onwrikbaar
is. Ik wlemsch. dat zij er genoeg van
krijgen, zich te ruïmeeren om ons
te verdrukken. Maar zij zullen
nooit ophouden weerstand te bie
den aan hunne verdrukking. Zij
strijden voor de verovering, wij
voor de vrijheid. Ons doel is edeler
dan het hunne en meer opofferin
gen waard.
Da.t Botha in d'e Kaapkolonie ge
vallen zou zijn. geloof ik niet. Ik
heb dhar mijn redenen voor. Maar
hij zal er heengaan als het noodig
mocht bl ijken. D e oorlog wordt
trouwens niet meer be
perkt tot de beide Repu
blieken. H ij strekt zie h
over geheel Zuid-Afrik
u 11.
Luister welWanneer iede
re d'uim gron d1 s van de Re-
pu blieken zou zijn in het
bezit van de Engelschen,
wanneer de heer Cham
berlain genoeg soldaten
zond om de Republieken
te bedekken, zou de oor
log nog even hardnekkig
in de Engelsche kolonies
1 n Z u i d-A frika worden
voortgezet. Overal waar een
man van ons ras is, is een burger
gereed die waoems op te nemen voor
de verdediging van de vrijheid.
Het ophangen vami die Afrikaan-
de rs heeft slechts ten gevolge, d:at
er nog veel meer in opstand komen.
Voor onze zaak kan men niets be
ters doen. Uit het bloed der marte
laren worden de wrekers geboren."
De Pres. verklaarde verder op eene
desbetreffende vraag nimmer in 'n
protectoraat te zullen toestemmen.
„Neen, neen," riep hij uit, „geen
touw om onzen hals. Alles wat wij
kunnen toestaan tot het verkrijgen
van den vredie is geld. D e w aar-
borg van onze onafhanke
lijkheid, ons recht om t
leven als v r ij e Staten,
zouden wij niet te duur
kunnen b e t a 1 e n.
Ik ben er van overtuigd, dat de
ure zal komen:, waarop d'e Engel
schen zullen .toestaan, hetgeen ons
recht is. Ik haat hen niet*, ik be
klaag hun verblinding., hun trots.
Maar alle darren bid' ik God, hun,
die daar ginds vallen als slachtof
fers van een onrechtvaardige zaak,
hunne regeering. die volhardt in
een vervloekte onderneming, de
oogen te openen, hun geweten wak
ker- te schudden.
Wanneer er eenmaal vrede zal
zijn., willen wij met de Engelschen
als goede buren leven. Wij wilton
met hen eeuwigen wede en vriend
schap sluiten.
Laten zij onze rechten erkennen
en wij zullen d'e hunne, nooh-.aan
randen. Dat onze zaak rechtvaardig
is. bewijst de sympathie der voi-
kerenvan alle punten van de aar
de warden gebeden- opgezonden
voor de zegepraal van ons recht.
Welnu, God is met ons. Hij zal
ons niet verlaten. Meer dan
ooit stel ik vertrouwen
in d'en goeden afloop."
Dat die verwachting van den veel
beproefde n grijsaard niet be
schaamd moge worden.
Buitenlandsch Nieuws.
Joubert Reitz als gevangene
De- tweede- zoon van sbaatsseoreti
ris. Reitz, Joubert Reitz, is eenige
weken geleden door de Engelschen
gevangen genomen met nog 30 an
dere burgers, toen zij 4 dagreizen
benoorden Pietersburg aan de
koorts ziek plagen-. Charles Small-
berger, een 'Afrikaander, die tegen
zijn eigen natie vecht, heeft daar
omtrent het volgende medegedeeld:
,,Wij vonden Jouberf Reii-tz onder
de gevangenen, 4 diagen noordelijk
van Pietersburg. Hij behoorde bij
de Long Tom, die wij onlangs af
namen. Zij hadden daar zoo lang
rondgeloopen tot allen- ziek neerla
gen van koorts. Hun veld'comet liet
liet ons weten, dal wij naar hen
moesten zien. Wij vonden Reitz
zonder dekens en bijna zonder iets
wat naar ktoeren geleek. Kost was
er nog voor een of twee dagen en
geen medicijnen.1. Zeven van zijn
vrienden lasren reeds dood daar
neer. De anderen namen wij naar
Pietersburg. Reitz is zoo bitter te
gen ons, vooral tegen ons Kaapko-
ronisten. Zij waren in een ellendi-
gen toestand en zouden nog slechts
een paar dagen geleefd hebben, als
wij- ni-et gekomen waren.Wij brach
ten te gelijkertijd nog 200 families
in.. Er is hier bij Pietersburg een
zeer groot kamp."
Geen „lankmoedigheid" meer
Chamberlains verkaring -dat het
doodschieten van zwarten een stren
gere houding jegens de Boeren ten ge
volge zal hebben, wordt algemeen toe
gejuicht door de Engelsche Jingo-bla-
den en de ministerieel© organen. De
„Daily Mail" juicht over het feit, dat
de „lankmoedigheid" nu naar de rom
melkamer gaat.
Een brief van Steijn.
Twee Boeren kwamen Zondag te
Kroonstad aan onder beschemiing
van de witte vlag met een brief
van Steym
Keizerin Friedrich.
Over den toestand van Keizerin
Friedrich is Zondagmiddag 2.45 uur
een bulletin versoreid, meldende, dat
de krachten der vorstin zeer afnemen.
Hare Majesteit was op dat oogenblik
bij het volle bewustzijn en zonder piin.
De Keizerin van Duitschlanrt en de
prinsen zijn Zaterdag om 7 uur op het
kasteel Friedrichshof aangekomen en
reden daarna naar Homburg; zij kwa
men om 9 uur aan.
De Keizer, die rechtstreeks naar Hom
burg komt, werd om 3 uur aldaar ver
wacht en zou zich hedenochtend vroeg
naar Friedrichshof begeven.
Algemeens beriohten.
DE OORLOG IN Z.-AFRIKA.
Het transportschip „Canada" met
1300 zieke en gewonde Britsche sol
daten is op weg naar Engeland te
Las Palm as aangekomen.
De „Idaho" is te Queenstown go
ankevd met een regiment Britsche
soldaten, die in niet veel gunstiger
oms i andii gheden verkeeren
Volgens telegrammen in de En
gelscho bladen is generaal Elliot
den 25en Juli te Klerksdorp aange
komen. Hij had vier colonnes on
der zijn bevelendie van generaal
Broad'woodi, van kolonel Delisle,
van kolonel Lowe e-n van kolonel
Bethun-e. Den 22e-n verlieten de co
lonnes Kroonstad -en rukten op Se-
nekal aan; daar vanid'aan ging ha
naar Bethlehem, toen naar Wilgori-
vier, naar Reitz en eindelijk naar
Frankfort. De twee eeretgen x-mde
steden waren verlaten en lagen bij
na geheel in puin. Nu ging het naar
Heilbron, cn op weg daarheen, pas
seerde men boerenplaatsen,, waar
op het land werd gearbeid.
Een telegram van 5 Juli dat tot-
heden door dien censor is aangehou
den. meldt dat Kruger1 s antwoord
op de telegrammen van Botha en
zijn mede-bevelhebbers luidde
.Botha. De Wet-, De la Rey,
Steyn. Gaat voort met vechten
verlicht! ng zal gezonden worden
voor het oogentbli.k genoeg."
Vermoedelijk beeft de censor ge-
duren die de maand diait hij dit tele
gram in- handen heeft gehad er bo-
venstaandlen onzin van- gemaakt
het is niet wel aan te nemen dat
president Kruger 'de aangehaalde
onverklaarbare woorden geseind
zal hebben. Waarschijnlijk heeft
hij den mannen een hart ond^r den
niem gestoken d'oor verwijzing naar
Gods hulp: „De Heer zal verlich
ting zenden als de nood op het
hoogst is" of tets in dien geest.
Reuter seint uit Kroonstad (O.-V.S.)
dd. 3 Aug.:
Daar het bewezen is dat de Boeren
te velde zich van voorraden voorzien
uit de Kafferkraals, is besloten de Kaf
fers op te brengen en hen in bijzon
dere kampen te plaatsen.
In een telegram uit Oost-Londen
wordt erkend dat de verliezen der En
gelschen, in het gevecht van den 14en
Juli bij Jamestown, tusschen de troe
pen van majoor Moore en de Boeren
onder Fouché, zeven dooden en zeven
tien gewonden bedragen hebben.
De verliezen aan Boerenzüde zijn
den Engelschen berichtgever onbekend
gebleven.
De Manila is Vriidaig met 607
krijgsgevangenen. Boeren te Ber
muda aangekomen. De overtocht
was goed'. Twee gevangenen) waren
onderweg aan. longontsteking ge
storven. „De gevangenen spreken
met lof over het personeel aan
boord, dat alles gedaan neeft om
hun lot te verzachten", heet 't ten
slotte. Laat' ons hopen dat het
waar is.
Officieel wordt te Portsmouth be
kend cgmaakt, dat- d'e torpedoboot-
vernieler Viper" op de rotsen bij
Aldarmey geloopen en gezonken is.
Alle opvarenden zijn gered.
Do Viper" was voorzien van,
turbinemac-hines en kom 35 knoo-
pen loopen*.
De toestand van Crispï, den Italiaan-,
sche ex-premier, is hopeloos.
Stadsnieuws.
Haarlem, 5 Aug. 1901.
Vocaal kwartet G. Zalsman.
„De Gelderlander" geeft het vol
gend' waardeer end verslag van eene
uitvoering, door het Vocaal- kwar
tet G. Zalsman in de St. Stevens-
kerk te Nijme-en voor een talrijk
gehoor gegeven.
Blijkbaar was het een zeer dank
baar publiek want in, ademlooze
stilte werd het hceto nrogramma
aangehoord, en ofschoon, man zich,
in do kerk -natuurlijk van. applaus
onthoudt, was zichtbaar het .audi
torium ten zeerste voldlaan.
Bewonderenswaardig is dan ook
de welluidendheid) en zuiverheid
van dit kwartet, de onberispelijke
samenzang en vooral het teer weg
smeltende van het geluid aan het
einde van enkele- nummers, zoo
ook het betooverend pianissimo b.
v. in Praetorius' Weill nachlsge-
sang
Das Blümetoin so kleine
Das d'uftet uns so süss.
Deze woorden klonken als een
Engelenrei uit hemel.sehe verte.
Het best voldeden, dunkt ons, de
Latrtnsche gezangen uit het eerste
gedeeltehet plechtige „Adoramus
te" van Gorsi. het diep aangrijpen
de „Teniebrae" van Hay din, het aan
minnige ..O hone Jesu" van- Pales-
trina, het statte liturgische Ave
Verum" van Mozart en het opwek
kende „Veqi Creator" van Cascio
lini.
Behalve onberispelijke techniek
moet hier ook de groote innigheid
van expressie het fijn artistiek ge
voed den* zanders «reroemd worden.
De zin der "ewijde woorden komt
door hun voord'racht tot zijn volle
recht.
Het tweede gedeelte bevatte mi et
minder dan vijf liederen van Bac-h,
waarvan vooral het weemoedig
wegstervende „Komm süsser Tod"
met veel uitdrukking gezongen
werd. Meesleepend was inderdaad
S'euUletun.
Naar het Engelach.
13)
Wie is het? riep hij met on
stuimige heftigheid. Is het Lewie
Haystoun?
Haar blik legde hem onmiddel
lijk het zwijgen op. Zij was zich
zelf een raadsel, want nooit had zij
zooveel sympathie gevoeld voor
Stocks als juist nu. Zij vergaf hun
zijn dwaasheid, znjn onkieschheid'.
Hij had haar liefhij bood haar
aan, wat voor hem de meeste waar
de bezat, zijn politieke vooruitzich
ten, zijn ernstige overtuiging hij
kon het niet helpen, dat zij daar
■niet mee gediend' was. Onwillekeu
rig dwaalden haar gedachten weer
of naar Etterick. Verkeerde zij, wèl
beschouwd, niet in een soortgelijk
geval als haar afgewezen aanbid
der? Gaapte er niet een breede. ro-
ciale kloof tusschen haar en de be
woners van Glenavelin en Ette
rick? Had Albert Stocks, die nu
als het beeld der doffe wanhoop
naast haar zat, niet de waarheid
gesproken Wij zijn) het product
der omstandigheden en een reeks
generaties vol zuinig overleg en
ernstig streven hadden in haar neer
gelegd een zin voor degelijkheid
en somberen eenvoud, die nooit kon
worden uitgeroeid. En toch
terwijl zij zich dut, alles voorhield,
klonk boven de stem van haar ver
stand' het snikken van haar hart
uit, die weeklaagde over het ver
brijzelen van zijn afgoden.
Haystoun's overdenkingen waren
van weinig opwekkenden aard,
toen hij van eene vergadering in
Gled'smuir afkwam en aan 't sta;
Hon d'oor zijn vriend Wratislaw iri
de dogcart van Etterick werd1 afge
haald. Hij was nu al tien diagen, in
den maalstroom der verkiezings-
drukte en had er al meer dan ge
noeg van. Ziin keel deed zeer van
het veto sprekenhij was moe van
het denken over het ondenkbare
en zijn hart was vervuld van bitter
heid. Hij had zijn uiterste best ge
daan op dit punt kon zijn gew
ten volkomen gerust wezen -maar
een armzalig beetje. Het deed hem
goed. Wraitislaw's ruw, verweerd
gelaat te zien.. Tommy had beslist
geweigerd, voor hem te spreken
Lewie moest voor zichzelf strijden,
e-n er zich maar zoo goed mogelijk
doorheen slaan.
Je hebt je allesbehalve kranig
gehouden, ouwe jongen, luidde
Wratislaw's eerste begroeting.
Ik heb er zelf genoeg het land
over, bromde Le-wie.
Er zit geen fut in je, ging Tom
my voort. Je geeft het- zoo gauw
op. Ik heb je vanavond hooren
spreken. Je rede zat keurig net in
elkaar: daar viel niets op aan te
merken maar ze was voor het
doel totaal ongeschikt. Je vergeet,
wat voor slag van man je< tegenstan
der is. Je hebt je eigen partij gen oo-
ten teel ijk in 't nauw gebracht.
Hoezoo?
Ze hebben volstrekt geea hou
vast gekregen. Ze verwachten na
tuurlijk de gewone conservatieve
geloofsbelijdenis een rooskleuri
ge schets van onzo betrekkingen tot
het buitenland,, een heel klein beet
je socialisme van een uiterst goed
aardige soort. En in plaats daarvan
worden ze afgescheept met een op
zichzelf heel vcestige speech, maar
waar ze toch feitelijk niets aan heb
ben. Als ze niiet persoonlijk zooveel
van j,e hielden, zouden, zo stellig
allemaal naar de partij van Stocks
overgeloopen zijn, voegde Wratis-
la-w er aan toe, een paar driftige
halen aan zijn steaar doende.
Dus jij zoudlt willen, dat ik
meedeed aan die banale opschroe-
verij vroeg Haystoun mistroostig.
Ik wou, dat je een beetje han
diger waart. Een man als Stocks
zegt de meest gewone d'ingen., de
meest afgezaagde waarheden op
een toon van gezag, die indruk
maakt, omdat hij er zelf met ge
heel zijn hart aan gelooft. Je moet
het in de gegeven omstandigheden
maar op een akkoordje met jezelf
gooien. Die algemeenheden, waar
tegen je zoo te keer gaat, drukken
in allen gevalle toch ten naastenbij
je politieke opinie uit, voor zoover
de leiders van jou partij die kun
nen bevatten.
Lewie schudde het hoofd.
Dat kan ik nu eenmaal niet
doen. Ik zou een gevoel over me
krijgen-, alsof ik mijzelf voor den
gek hield. Als Stocks zoo doorslaat,
is hij tenminste eerlijk en oprecht
tegenover zichzelf. Laatst,, toen hij
den grootsten nonsens had uitge
kraamd, vroeg ik hem lachend,
hoe het mogelijk was. dat hij zul-
ken onzin kon verkondigen, maar
hij verzekerde mij heel gemoede
lijk. d'at hij het ernstig meende en
zelf alles geloofde.
Je hadt een andere opvoeding
moeten hebben, hernam Wratis-
law. Je hebt het altijd veel te
gemakkelijk gehad. Je kent het
volk niet ik bedoel niet je on
dergeschikten op Etterick maar
de wevers en de werklui uit de
stad. Wat weet je van hen af? Al
je mooie theorieën zijn voor hen
holle klanken, en andore niet. Ze
moeten practische levenswijsheid
hooren verkondigen, Stocks woet,
wat ze noodig hebben. Hij is een
self-made man; hij is uit het wik
voortgesproten en staat nu nog
maar een paar sporten hooger op
de maatschappelijke Ladder. Ilij
begrijpt zijn auditorium. Hij kan
op zijn tijd buld'eren en uitvaren
en een schijn van onafhankelijk
heid aannemen, om zijn werkelijke
gedweeheid! en lijdzaamheid te be
dekken. terwijl jij altijd hoffeLijk
bent en blijft.
Wil ik je eens wat zeggen,
Tommy viel Lewie hem in de re
de. lk ben een lafaard. Ik durf
niet. Als ik al die botte, .onverschil
lige, soms bleeke en uitgeteerde
gezichten vóór mij zie, begin ik
aan hen te wan hopen. Ik kan hun
niet van meet af aan alles gaan uit
leggen. Bovendien zouden zij mij
toch niet begrijpen. Ik voel, dat ik
letterlijk niets met hen gemeen
heb. De meesten hunner lei d'en een
ongezond leven in fabrieken en
werkplaatsen hun geest is ver
stompt. hun lichaam niet tot volle,
krachtige ontwikkeling gekomen.
Ik heb een nameloos medelijden
met hen. maar toch voel ik geen
enkel aanrakingspunt. En dan ge
draag ik mij als een lafaard'ik
durf hun niet vlak in 't gelaat zien
en tot hen spreken als man tegen
man. Ik verkondig mijn banale
theorieën aan het plafond en als
zij heengaan, denken zij en' niet
ten onrechte dat ik gek ben.
(Wordt vervolgd).