PUNT 15.
De heer H. M. Kramer verzoekt
het Oud-Eigen, rustende op zijn per
ceel Lange Raamstraat no. 34, a 1.97
's jaars te mogen afkoopen tegen een
door den Raad te bepalen som.
B. en W. stellen voor dit toe te staan.
Wordit goedgekeurd.
PUNT 16.
Door de vereeniging „de Goéde Ver
wachting" is aan den Raad een verzoek
gericht om den werkman Bax. die
thans sedert één jaar als los werkman
in dienst is, weder vast aan te stellen.
En zoo dit niet mogelijk is, dan ver
zoeken zij den Raad, orn Bax. wanneer
hij door ziekte werd aangetast, hei loon
hij ziekte volgens het reglement der ge
meente-reiniging uit te betalen, daar
hij op heden werkzaamheden verricht,
die hem als 't ware iederen dag op het
ziekbed zouden kunnen werpen, waar
door zijn huisgezin broodeloos zou
worden. Verder wijst de vereeniging
er op, dat Bax. rcak- van 1S93 af is ge
straft en vóór dien tijd. gedurende 15
jaren trouw en eerlijk de gemeente
heeft gediend, zoodat zij thans hopen
op kwijtschelding van die straf. Ten
slotte wordt nog gezegd, dat Verkoren
wel op zijn woord zon zijn teruggeko
men en Bax in 1898 reeds weder in zijn
zelfden dienst zou zijn geplaatst, ware
het niet dat Boerkoel. die Verkoren
door het verzwijgen van de fraude in
zijn macht had, hier geen tusschen-
persoon was geweest.
B. en W. stellen voor dit advies voor
kennisgeving aan te nemen.
Bax is reeds weder in vasten dienst
aangesteld.
Wordt goedeekeurd.
PUNT 17.
B. en W. vragen machtiging tot
het afstaan van een familieportret aan
mr. J. de Vries van Doesburgh in ruil
voor eene schilderij van Egbert van
Heemskerk, voorstellende een boeren
gezin aan den maaltijd.
Wordt aangehouden.
PUNT 18.
B. en W. stellen voor aan de heeren
Dr. A. van Eldik, leeraar aan de Hoo-
gere Burgerscholen met vijf- en drie
jarigen cursus, en G. H. Blits, idem
idem, wegens het vastgestelde getal
dienstjaren, verhooging van jaarwedde
te geven en wel voor ieder met f 200.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 19.
Door Regenten van het Si. Eliza
beth's- of Groote Gasthuis is ter voor
ziening in de vacature in dat college
ontstaan ten gevolge van het aan den
heer C. Druijvesteijn verleende ont
slag, de volgende voordracht opge
maakt: I-I. M. van Bemmelen en H. D.
Tjeenk Willink Jr.
Benoemd: wordt de heer H. M. van
Bemmelen.
PUNT 20.
B. en W. stellen voor
1 voor den cursus 19011902 aan de
Burger-Avondschool te benoemen tot
assistenten bij
a. het rechtlijnig-en bouwkundig tee
kenen A. van der Spek tegen eene be
zoldiging van f 750.'s jaars.
b. het rechtlijnig teekenenJ. A.
Traanberg, P. A. Montauban, en A.
Wensing, tegen eene bezoltR";-- res
pectievelijk van f 450, f 450 en f 150
's jaars.
c. het werktuigkundig teekenen F.
Hage, tegen eene bezoldiging van f 600
's jaars en
d. het vakteekenen J. P. Siriibos en
A. P. Tit tegen eene bezoldigine res
pectievelijk van f 750 en 300 's jaars.
Voorts vragen B. en W. machtiging
tot oproeping van sollicitanten naar de
betrekking van leeraar in het hand- en
vakteekenen aan de Burger-Avond
school op eene bezoldiging van f 750.
per cursus, en wenschen behoudens
nadere financieele regeling alsnog be
schikbaar te stellen een bedrag van
1 350.—.
Besloten als boven, de voorgedrage
nen worden benoemd.
PUNT 21.
Tot onderwijzeressen aan de oplei
dingsschool voor meisjes worden be
noemd de dames H. J. Lugten, J. K.
Vrijdag. J. M. H. Boon.
PUNT 22.
Tot onderwijzeres aan de Eerste Tus-
schenschool wordt benoemd mej. E.
Vermeer.
PUNT 23.
Tot onderwijzer aan de Tweede Tus-
schenschool wordt benoemd de heer
J. Over Az.
PUNT 2-4.
Tot onderwijzer en onderwijzeres
aan de Vijfde Tusschenschool worden
benoemd resp. de heer H. In 't Veld
te Haarlem en Mej. A. Rab te Sant
poort.
PUNT 25.
Tot onderwijzer aan school lett. A
wordt benoemd de heer J. Butker.
PUNT 26.
Tot onderwijzeres aan school lett C
wordt benoemd mej. L. M. Bussema-
ker.
Het rapport van den opzichter over
do gasverlichting over den maand Juni
1901 wordt voor kennisgeving aange
nomen.
Bij de rondvraag zegt de heer v. d.
Berg dat. geklaagd wordt over den on
draaglijke n stank der grachten en
wijst er op dat hei niet zeer gewenscht
is in deze warme dagen te laten bag
geren. Spr. vraagt of er niet gespuid
kan worden.
De heer DE BREUK antwoordt dat
het baggeren voor dezen zomer ge
daan is. Wat het spuien betreft, Rijn
land is steeds zeer welwillend, doch we
hebben pas bericht gekregen, dat de
machines en ketels te Spaarudam wor
den nagezien. Op een verzoek aan
Rijnland gericht, is geantwoord dat
thans nog niet kon worden gespuid,
maar wel a.s. Maandag. Tot zoolang
moeten wij dus wachten.
Oe heer STOLP vraagt of er niets
te doen is tot verbetering van den.
onhoudbaren toestand van het pare
vaccinogène.
De VOORZITTER antwoordt dat dit
reeds een punt v.an bespreking uit
maakt bij het dagclijksch bestuur.
De heer v. a. KAMP zegt dat sedert
1877 aan de reiniging werkzaam is ze
kere De Wit.
Deze is na afloop van den dienst Za
terdag abnormaal aan de reiniging ge
komen en daarom ontslagen. Maar
iemand, die 24 jaar lang trouw en
eerlijk de gemeente gediend heeft,
daarvoor te ontslaan, dit acht spr.
eene te zware straf en zou gaarne den
voorzitter verzoeken zijne bemiddeling
tot. eene geringe straf te geven.
Verder vraagt spr. of het niet moge
lijk is. dat B. an W. een einde maken
aan den onhoudbaren toestand aan de
Lichtfabrieken, spr. bedoelt de werk
staking.
De heer DE BREUK antwoordt, dat
de Wit dronken op de belt kwam; nu
ligt in de reden dat iemand die dron
ken is zijn dienst niet kan doen en vol
gens 't reglement ontslagen is. Bij B.
en W. is thans de zaak in onderzoen
Spr. zal dan verslag doen van zijne
bevinding. Voor den goeden loop van za
ken is het evenwel niet mogelijk dron
ken menschen in de stad ie laten
dienst doen.
De VOORZ. antwoordt, dat hij als
hoofd der politie reeds op het terrein
is geweest, dat hij daar besprekingen
heeft gehad met den lieer v. Rijn, hem
aangeraden onderhandelingen te vee-
ren. Van den kant van de werkstakers
is evenwel nimmer om sprekers bemid
deling gevraagd. Nu is het voor B. en
W. in dit stadium zeer mocuijk in
deze in te grijpen; spr. hoopt hiero\e.
geen wijdloopende discussie te hou
den. hetgeen de zaak ten kwade zou
komen.
De heer v. d. KAMP wenscht de zaak
dan in geheime zitting te behandelen
Verder wijst spr. op art. 85, waarin
staat dat het werk met bek .va oen
spoed moet. worden uitgevoerd en daar
om acht spr. het wel mogelijk, dai E.
en W. dwang uitoefenen."
De VOORZ. zegt. dat die tiid van in-
grijpin? moet worden overgelaten aan
B. en W. in overleg m :t de commissie
der lichtfabrieken (app.aus;.
Daarna w^rdt de vergadering geslo
ten.
dat minder om den dorst tc lcsschen
dan wel om door een kieine reactie,
de wcrkdadigheicï der behandeling te
verhoogen.
Als de middencylinder van den toe
stel op den langen thermometer waar
van hij voorzien is, 80 graden aangeeft,
ondervindt d,9 patient iets eigenaar
digs; zoo iets alsof düizènde warmte-
stroomen zijn lichaam raakten. Dat
zijn dan ook werkelijk warme lucht-
stroomen. die door de iallooze p-a.at.ies
in de circulatie-buis waardoor de na-
tient omgeven is, heendringen.
Juist op dit warmte-punt beginnen
de uiterste ledematen in staat van ver-
dooving te geraken, de voeten bijv.
krijgen een ~evoel alsof ze slapen.
Van 9095 graden verkeert men in
een droomenden toestand en van 95
140 graden krijgt men een gevoel van
bepaald welbehagen. Wel curieus dus:
ofschoon het water kookt hij 100 gra
den. kan de iuensch een zooveel lioo-
ger temperatuur zonder veel bezwaar
verdragen, zelfs heeft men het nuttig
geoordeeld in sommige gevallen tot
175 a 200 graden te gaan.
Bij deze onrustbarende temperatuur
zijn de waarnemingen minder aange
naam, het is nu geen zachikens
stoven meer, doch men voelt het bloed
snel door de aderen vlieten: de hart
slag wordt heftig en daarna bijna on
merkbaar. Er wordt op het hoofd van
den patiënt ijs gelegd en zijn mond
met ijswater gelaafd.
Na de omschreven behandeling
wordt de afgematte lijder duchtig ge
wreven en daarna tot een paar uren
volkomen rust veroordeeld, waarna
hij ontwaakt uit een slaap zonder
droomen, zoo vroolijk en frisch naar
lichaam en geest als hij zich van te
veren nooit gevoelde. De kuur wordt
voornamelijk toegepast bij rheuma-
tiek. jicht, corpulentie en alle nerveu-
se en congestieve aandoeningen.
Moge deze weldadige geneeswijze
spoedig van gene zijde des Oceaans tot
ons overwaaien; zonder twijfel pakt
deze „kook-methode" ook wel in ons
guur landje.
Gemengd Nieuws.
Het uitkoken van dea menscli
in heete lucht.
Daar noch de hygiëne, noch de sport,
in sommige gevallen voldoende is. om
het menschelijk lichaam jn gezonden
staat te houden, moet de wetenschap
zich wel voortdurend belasten met het
zoeken naar middelen om deze schoo-
ne machinerie, waarvan zooveel ge
vergd wordt, zoo nu en dan eens een
verfrisschingskuur te doen ondergaan.
Ofschoon het veld der geneeskundige
behandelingen al zeer uitgebreid is,
komt Amerika ons met het „allernieuw
ste" verrassen en wel met de thans
hoog in aanzien staande methode om
den mensch „levend op te koken," be
schreven in de .Science pratique".
In de Vereenigde Staten, te Chicago,
New-York en Philadelphia, zijn drie
groote ovens in volle werking en bij
den dag neemt deze behandeling in po
pulariteit toe en grooter afmetingen
aan. De meest bekende geneesheeren
aldaar, schrijven heden ten dage de
kook-behandeling voor en doen de me
dicijnen in vele ziekte-gevallen in den
ban.
De mededeelin" dat wij zonder eenig
gevaar, een temperatuur van 200 gra
den Celsius (d. i. 100 graden boven de
temperatuur van kokend water) kun
nen verdragen, zal menigeen verbazen.
De eenige eisch is daarbij, dat droge
lucht gebruikt wordt; natte lucht zou
ons, reeds lang voor deze temperatuur
bereikt was, gekookt hebben als een
hoentje in de pot.
De reeks van gewaarwordingen van
den patient die de Amerikaansche
„kook-kuur" ondergaat, zijn wel inte
ressant om eens na te gaan:
Tot op 70 graden doet zich peen en
kele onaangename gewaarwording bij
den zich in den oven bevindenden pa
tient voor; alleen doet zich eenige dorst
gevoelen; van tijd tot wordt hem
een weinig koud water gegeven en
Instantanés uit den oorlog.
Het Augustusnummer van ,,De
Gids" bevat aardige instantanés uit
den Zuid-Afrikaanschen oorlog van
jhr. C. G. S. Sandberg, waaronder een
getiteld: „Niet militair-juist uitge
drukt," en die hier volgt:
Bij een terugtrekkende beweging
is een arm Boertje, met een krom, stijf
been, niet zoo snel kunnen medeko-
men. Juist wil hij zich uit ziin positie
achter een rotsblok terugtrekken, als
hij een Engelsch officier en twee man
recht op zijn „klip" ziet aankomen.
Snel werpt hij er zich weer achter, en
als zij vlak bij zijn, schreeuwt hij
plotseling: Hands upl
De drie Engelschen, overbluft, ste
ken de handen op en werpen de wape
nen weg. On Boertje gebiedt hun, zelf
steeds onder dekking blijvend, hun
weg te vervolgen. Op een pas of tien
afsiands van hen volgt hij, totdat hij
bij zijn paard gekomen is, en klau
tert daar met eenige moeite op.
Den officier, nu bemerkend, dat zij
zich aan een halflammen vijand heb
ben overgegeven ontsnapt de verzuch
ting: „Good gracious! to be made pri
soner bij such althing!
Ons Boertje brengt, zijn „buit" bij
den generaal met de woorden:
„Generaal, ek het drie prisoniers ge-
maak; hullie staat hier buitenkant ge
neraal sen tent,"
„Wat! drie prisoniers? En hoeveel
was jullie dan?"
„Net elk alleen, generaal!
„Maar kerel, boe het jij dat dan
rech gekrij, want jij is m's (immers)
gebrekkelijk ook?"
„Ja generaal, ek is; maar ek het hul
lie eerst omsingel, generaal, en toe ge
vat."
Niet onaardig is ook het volgende
kiekje:
Brandwacht II. Bij de water-re
servoirs aan het station New-Castle
zijn schildwachten geplaatst, daar
men voor kwaadwilligen gewaar
schuwd is.
Een der spoorwegambtenaren heeft
zijn woonwagen vlak bij een dezer
tanks, (waterreservoir) e nop reis ge
weest zijnde, weet hij bij zijn terug
komst niets van de pas sinds kort ge
nomen maatregelen.
't Is laat en donker: slechts de hoog-
noodige lichten branden op het station.
Hij wil naar zijn verblijfplaats en is
..daar reeds dichtbij, als een geheel
onverwacht: „Wie is daar?" hem ter
plaatse vastwortelt
„Hé dat lijkt of daar een wacht
staat!"
„Ja en wie is jij?"
„Ik ben de man van de spoor, en ik
woon dédr in dien wagen."
„Gee die woord dan!"
„Het wachtwoord! maar kegel,
dat spijt me, ik weet het niet."
„Dau kan ik jou nie laat passeer nic"
„Maar man, ik woon ddrir in dien
wagen waar dat licht brandt; ik moet
toch naar mijn huis!"
„Kom een bietje nader, aat ek jou
sien kan."
De ander gehoorzaamt.
„Ja jij lijk daarom allright; en is jij
die man van die spoor?"
„Ja ou vriend, ken je mij dan niet?"
„Nee, maar jij lijk daarom allright
en ek sa! jou daarom die woord sé, dat
jc hom weet voor een andere keer.
Maar 't is een groot geheim hoor!
Kijk, als ek jou nou sie, roep ek: Koël
(kogel), en dan weet elk, dat 't rech is."
„Maar neen. ou vriend, nu geloof
ik. dat je verkeert bent; ik denk, jij
moet halt! roepen en dan moet ik ko
gel zeggen.
„Nee maat, jij is fout, ek roep koël
en dan roept jij halt!"
„Maar luister nou: als ik aankom,
dan moet jij mij toch stoppen, niet
waar, en daarom roep jij: halt Dan sta
ik stil en om nu te weten of ik geen
vijand ben, vraag je mij het wacht
woord en dan zeg ik: kogel."
Na een oogenblik nadenken:
Ja ou-neef, ik geloof daarom (toch)
dat jij recht is, Ek si et, jij is alweer
een van die geleerde Hollanders, nè?
Goe'n avend.
Door den bliksem gedcod.
Een landbouwer te Baptaillard in
den Zwitserschen Jura keerde Zater
dag met zijn vrouw en zijn vier kinde
ren van het veld naar huis terug, toen
zij plotseling door een hevig onweder
werden overvallen. Terwijl zij snel
liepen, om een schuilplaats te vinden,
wierp een bliksemstraal hen allen te
gen den grond. Twee kinderen bleken
gedood, terwijl een derde geruimen
tijd' bewusteloos bleef, doch niet het
minste letsel bekwam.
Overstroomingen.
Tengevolge van de hevige onwedërs,
die in de laatste dagen onafgebroken
over het zuiden van Frankrijk hebben
gewoed, zijn de Garonne en haar zij
rivieren belangrijk gewassen. Bij Lu-
clion en Saint-Béat is de Garonne
reeds buiten baar oevers getreden en
heeft zij belangrijke schade aange
richt. Ook de Gers heeft het omlig
gende land onder water gezet.
Te Ambrières bij Mayenne is een
dijk van de Varenne doorgebroken.
Het geheele dorp staat onder water.
De schade is zeer groot.
Ook de rivieren in Beieren zijn bui
ten haar oevers getreden. Een berg
stroompje, de Ostrach, heeft bijna ge
heel zuidelijk Beieren onder water ge
zet. Van Binswangen tot Sonthofen
staan alle fabrieken onder water en
verscheidene hebben het bedrijf ge
staakt. Het verkeer op den spoorweg
tusschen Kempt-en en Lindau is ge
stremd.
De Iller en de Isar dreigen met over
strooming; de laatste beeft de weiden
in den omtrek van Munchen reeds in
meren doen veranderen. Op de spoor
wegen Sonthofen—Oberstdori, Mur-
nauPartenkirchen en Traunstein
Ruhpolding staat het verkeer geheel
stil.
Ongelukken aan boord.
Op het oogenblik, dat te Kroonstad
een nieuwe kruiser, „Keizer Alexander
II" van stapel zou gelaten worden werd
een mast door een hevigen windstoot
omgeworpen, met het ongelukkig ge
volg, dat een aantal ernstige ongeluk
ken plaats grepen. Twee omstanders
werden gewond, doch gedood werden
de kolonel der gendarmerie Pyrann-
doff, kanitein Popoff, norr twee genie
officieren en twee leerlingen der zee
vaartschool.
De Eifieltoren.
De Maatschappij, welke den Eiffeito
ren te Parijs exploiteert, heeft in 't vo
rige jaar geen goede zaken gemaakt.
In 1889, toen de toren de groote aan
trekkelijkheid was van de tentoonstel
ling, werden 6.700,000 francs, ontvan
gen, ruim genoe- om het "eheele kapi
taal af te lossen. De aandeelhouders
rekenden ook voor 1900 op hooge in
komsten, zoodat de aandeelen tot 550
fres. of 110 stegen, ofschoon er
1.740.000 fres. werden uitgegeven voor
reparatie en verbeteringen. De uitsla"
is echter ongunstig geweest. Er werd
maar 2,300,000 fres. ontvangen en wat
daarvan is overgebleven na aftrek der
exploitatiekosten, is niet voldoende om
de extra-uitgaven te betalen De koers
is dan ook thans tot 50 fr. of 10 X ge
vallen.
De concessie duurt tot 1910; dan wordt
de toren het eigendom van de stad
Parijs en vervallen alle rechten der
aandeelhouders.
De Relg'isebe schutters
Op een Zondag in Juni 1.1. weiger
den een 20tal schutters te Arlon het tot
tweemaal toe gegeven bevel van een
kapitein op te volgen, om naar het
exercitieveld te marcheeren. Zij beweer
den. dat de kapitein niet het recht had.
hen te laten marcheeren, omdat hij
niet door lien gekozen was. Bij de al
gemeen© inspectie weigerden zij no
eens, de bevelen van dien kapitein op
te volgen.
De weerspannig schutters stonden
Zaterdag terecht voor den Raad' van
discipline, die hen in het gelijk stelde
Het zeer talrijke publiek juichte de
schutters luide toe.
Verg ften ia de huishouding
Het Maandblad tegen de verval-
schingen is voornemens eenige artike
len t<T wijden aan huishoudelijke za
ken, die, hoewel schijnbaar onbedui
dend, toch niet nalaten zullen op den
duur' een schadelijken invloed op de
gezondheid uit te oefenen. Het blad
houdt zich voor mededeelingen dien
aangaande ten zeerste aanbevolen.
Een interessant geval van den aard
als hier bedoeld, werd onlangs door
een Fransch geneeskundige te Bor
deaux medegedeeld. Een zijner pa
tiënten had hij een krachtige Syrische
wijnsoort van den Libanon voorge
schreven, en tot zijn niet geringe ver
bazing bleek de lijder in plaats van
baat bij den wijn te vinden, na het
gebruik voortdurend aan ontsteking
van het mondslijmvlies te gaan lijden,
vergezeld van los worden der tanden.
Een nauwkeurig ingesteld chemisch
onderzoek toonde enkele milligrammen
kwikzilver chloried (sublimaat) in de
flesch aan, en bij het nalaten van het
gebruik van den wijn herstelde de pa
tiënt spoedig.
Hoe was nu deze kwikverbinding in
den wijn gekomen? Na lang vorschen
werd als oorzaak ontdekt, dat een
wijnbouwer op den .Libanon de ge
woonte ha^tL ter reiniging van zijn
werktuigen enz. zich van heit sterk
ontsmettende doch zwaar vergiftige
sublimaat te bedienen, zonder allss
daarna behoorlijk te reinigen of af te
spoelen.
Het Maandblad wees vroeger op de
aanwezigheid van kwikzilver in poets
poeder en waarschuwde daartegen.
Nu onlangs schrijft het werd ons
weder een dergelijk vergiftig poeder
gezonden en ten zeerste dient tegen
het gebruik hiervan gewaakt te wor
den. Het is duidelijk dat wij hier we
der met uiterst kleine hoeveelheden
te doen hebben, doch men vergete
niet dat, bij een dagelijksch gebruik,
zich van de lepels, vorken en andere
zilveren voorwerpen die in directe aan
raking met den mond- komen, genoeg
loslaten kan om een slepende vergif
tiging teweeg te brengen. Het zou
zeer wenschelijk zijn indien dergelijke
poetspoeders van overheidswege uit
den handel geweerd werden.
Een deurwaarder als dief
In een hotel bij Oran (Algerië) werd
in den laatsien tijd herhaaldelijk ta
felzilver vermist. Men kreeg verden
king tegen een deurwaarder, die er da
gelijks at, en toen men zekerheid had
gekregen verzocht de hotelhouder na
den maaltijd allen aanwezigen in een
andere zaal te komen voor een belang
rijke mededoeling. Allen verklaarden
zich bereid, alleen de deurwaarder
werd doodsbleek en verried zich dus
zelf. Hij werd onderzocht en inderd mi
vond men een paar lepels en vovkc-n
bij hem. In zijn woning werden nor
meer dan veertig stuks ontdekt.
haar geld leenen. De straten worden
niet meer gereinigd. het plaveisel
wordt niet meer onderhouden, de brug
gen evenmin. De burgemeester zegt,
dat dit alles de schuld is van de rijke
inwoners, die de belastingen ontduiken
De rijke inwoners zeggen, dat de be
roepspolitici, die het hooge woord in
de stad voeren, de gemeente arm ste
len. De baantjesjagerij moet er ver
schrikkelijk zijn. En deze baantjesja
gers willen alles bij het oude laten,
want anders is het met hun rijx ge
daan. Overigens heeft Chicago sieclits
16 fiiillioen dollars schuld.
Amerikaansche wereldkennis
De Amerikanen willen in 1903 een
wereldtentoonstelling houden, die zij
eigenaardig World's fair noemen. Dit
zou gebeuren te St. Louis om den 100-
jarigen jaardag van den aankoop van
Louisiana, door de V. S. te vieren. Een
lid van het Amerikaansch congres, de
heer Bartholdt, bezoekt nu Europa om
propaganda te maken. Ook heeft hij
in last Keizer Wilhelm uit te noodigen
de feesten bij te wonen. De heer
Bartholdt is Duitscher van geboorte.
Een Engelschman en een Oostenrijker
van geboorte, thans Amerikaansche
burgers, zullen Koning Eduard VII
en Keizer Frans Jozei uitnoodigen.
Een som van 16.000,000 dollar is
reeds bijeengebracht.
Prijsuitdeeling ironie.
Bij de jongste prijsuitdeeling in Bel
gië werd een le prijs voor Engelsch,
in het 6e studiejaar, toegekend aan
den leerlingKruger.
Als de Krugers ook geen verstand
hadden van al wat Engelsch is
Een prettige gevangenis moet op
het oogenblik die van Szegedin in
Hongarije zijn. Althans te oordeelen
naar de afwisseling in het soort van
haar bewoners.
Op het oogenblik zijn daar bijeen 21
heeren, die men heeft opgesloten we
gens duelzaken. Onder die vechtersba
zen zijn: 1 burgemeester, 1 ontvanger,
1 rechter, 1 notaris, 1 rentmeester. 10
journalisten, 3 advocaten, 2 studen
ten, en eist best, 1 gevangenis-direc
teur!
INGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cents per regel.
Een geneesmiddel voor Asthma.
Dr. R. SCHIFFMANN's middel
tegen Asthma geeft onmiddellijke
verlichting zelfs bij de hevigste
aanvallen en geneest waar andere
middelen falen. Verkrijgbaar bij J.
VAN GULIK, Haarlem, in pakjes
van 11. 1.50 en 11. 2.75
Wetenschap.
Chicago bankroet.
Chicago, de groote Amerikaansche
stad van bijna twee millioen inwoners,
is op de flesch.
De stad kan haar ambtenaren niet
meer betalen, en geen sterveling wil
L?>nge bruggen.
Een technisch tijdschrift bevat
de volgende statistiek over lange
bruggen. De eereplaats komt in dat
opzicht toe aan de Tay-brug in
Schotland, die 9606 voet lang is. De
volgende vindt men eveneens in
Groot-Brittannië; 't is de 5552 voet
lange Firth of Forth-bridge, van
welker afzonderlijke bogen de
grootste spanwijdte 1725 voet be
draagt. Vervolgens kemt de brug
over den Moerdijk, in ons land. met
4S20 voet lengte, en de groote Wol-
ga-brug in Rusland met 4715 voet.
De drie bruggen welke in grootte
daarop volgen bevinden zich in
Duiischland'; 't zijn de twee brug
gen ove.r de Weichsel bij F or don
en Thora, van 4346 en 4172 voet
lengte, en de brug over de Elbe,
die 3580 voet meet. De 52 meter
boven dien waterspiegel zwevende
EastrRiver-bridge in de Vereenigde
Staten, die Brooklyn met New-York
verbindt, heeft eene lengte van 1601
voet.
Faillissementen."
Uitgesproken
's-Gravenhaee. 2 Augustus. Cornelia
Meurs, koffiehuishouder te Wassenaar.
Rechter-Commissaris Jhr. Mr. W. H~
de Savornin Lohman.
Rotterdam, 2 Augustus. J. van Bree,
grossier en winkelier in kruideniers
waren. Rechter-Commissaris Mr. H. R.
A. Boonen.
Geëindigd
B. Nierserr, scheepsbouwer te Maf>
tenshoek.
Opgeheven:
H. A. de Brouwer, koopman en win
kelier in schoenen en laarzen, 's-Gra
venhage.
een der boomstammen losraakte
en naar beneden zwiepte, terwijl
hij nog aan één einde door de lou
wen werd' vastgehouden. Het arme
beest verdween dadelijk in die dliep-
ij6 wij hooiden het in 't watier
van de Abjela neerpdoffear. Een
van die twee mannen deelde hetzelf
de lot, maar de andeine bleef met
zijn beenen tusschen de touwen
en den boom hangen. De arme ke
rel was buiten zichzelf van schrik
en angst. Hij ging to keer als een
bezetene.
En wat deedt u toen? klonk
het Lewie uit meer dan één mond
tegen.
Ik schoot hem dadelijk ter
hulp. Ik moest wel, want ik was
zijn meester en bovendien was ik
destijds een soort van athleet. Ik
riep hem toe. dat hij stil moest blij
ven hangen en vooral niet in de
diepte moest kijken. Ik klauterde
maan1 beneden langs dien heen en.
weer slingerenden boomstam., ter
wijl de andere mannen, die.bij mij
waren, de touwen aan het boven
einde stevig vasthielden. Toen ik
bij Mohammed Dan zoo heette
de man kwam, zag ik, wat er
eigenlijk gebeurd was. Hii haid bii
den val zijn enkels gebroken en
hoewel het hem gelukt was, zijn
voeten uit de touwen los te krijgen.,
hingen ze slap en onbeweeglijk
neer. Ik schoof zoo dicht maar hem
toe als ik maar met mogelijkheid
kion. Ongeveer zeshonderd voet on
der mij, zag ik het blauwe water
van den bergstroom. Een duizeling
beving mij en toen ik hem toe
schreeuwde dat hij zich een beet
je moest optrekken, tot ik hem
grijpen kon, dacht ik, dat hij ver
lamd was van schrik, want hij
bleef stil hangen, zooals hij liing.
Het bleek mij echter weldra, dat
ik hem verkeerd beoordeeld had'.
Hij had rreen kracht in zijn armen.
Alleen zijn drang tot zelfbehoud
was sterk genoeg, om hem te doen
beseffen, dat hij zijn houvast niet
los moest laten. Ik zat er leelijk
mee in. want ik kon niet verder
naar benedien klauteren, zonder
zelf in die diepte te ploffen. Toen
kreeg ik een gelukkigen inval. Ik
pakte het touw beet en liet mij
daarlangs dijden., tot mijn beenen
op de gelijke hoogte waren met zijn
handen. Ik zeide hem, dat hij zijn
best moest doen, om mii bij mijn
enkels to pakken. Dat kreeg hij ge
daan. Toen ik den eersten schok
van zijn gewicht voelde, dacht ik,
dat wi: allebei voor de haaien war
ren. want hii woog bij. de tweehon
derd poind. Met inspanning van al
mijn krachten wist ik mii echter
een eindje omhoog te werken:. Toen
kon ik mii naar hem toe buigen en
hem bij zijn aJflrmen erüpen. Zoo
krabbelden we samen naar boven,
zoo goed en kwaad als 't ging,
maar 't kostte heel wat tiid, en toen
ze ons allebei op den grond' neer
legden en ons brandewijn wilden
ingieten, d'acht ik, dat ik stikken
zou. en had ik ternauwernood! de
kracht, om hun te ze^en, dat ze
daarmee moesten uitscheiden.
In ademlooze spanning hadden
allen naar hem geluisterd. Een der
aanwezigen een vreemdeling
klopte bij wijze van applaus met
zijn leeg en pijpekop op die tafel.
Wat was het voor een man?
vroeg hij. Zei u daareven niet,
dat het een neger was?
Lewie lachte.
Neen, geen' neger, maar hij
had toch wel een bruin gezicht.
Era voor zoo'n zwartje, of een
van dat soort tenminste hebt gij
uw leven gewaagd Hoor eens. u
hebt heel wat voor uw medemen-
schen over. Zoudt u hetzelfde dóen
voor een van ons
NatuurlijkDat spreekt van
zelf Maar het is niet de moeite
waard, om- er zoo'n ophef van te
maken.
Wil ik eens wat zeggen? her
nam de bruingebaarde onbekende.
Ik ben, wat ze een radicaal noe
men, en gisteren heb ik gestemd
voor Stocks. Hij heeft heel mooi
gesproken over de rechten van dien
mensch als mensch en ik was
het heelemaal met hem eens. Maar
u hieht een veel beter begrip van
menscbenliefdle dan diie eigenste
meneer Stocks, en hoewel u niet
tot mijn Tvaitij behoort, dien ik een
motie van vertrouwen in mijnheer
Lewie Haystoun in.
Met groote geestdrift werd er op
zijn gezondheid bedronken en van
deze gunstige gelegenheid maakte
Lewie gebruik om weg te komen.
Zijn mistroostigheid van daarstraks
was geheel verdwenen. Hij voelde
in zich een tintelenden levenslust
en opgewektheid. Hij was toch nog
altijd populair b>B het volk uit zijn
geboortestreek. Wat kon het hem
schelen., of Stocks meer stemmen
had gekregenHij was niet iemand,
die met groote woorden kon scher
men hij was een man van de
daad, een sportman., een avontu
rier. Dat was zijn eigenlijke car
rière.
Het was volle maan en die. heu
veltoppen waren door een zilveren
gloed overstraald. In de verte zag
hij reeds die lichten van Etterick.
Een reactie trad bij hem in na zoo
veel dagen van verveling en span
ning. Hij voelde zich zoo prettig,
zoo jolig gestemd, en vroolijk neu
riënd reed hij verder.
Plotseling werd het voortgaan
hem belet, doordat iemand' zijn
paard bij den teugel greep.
Lewie, kerelriep Wratis-
law. Wat scheelt je? Ben je
dronken
Bij nadere beschouwing werd
Tommy weldra op dit laatste punt
volkomen gerustgesteld. Hij Met
de teugels los en stapte mot zijn.
lange beenen naast zijn vriend
voort.
Neem je de zaak zóó on. ouwe
jongen? zeide hij. Weet je wel,
diat je een smadelijke nederlaag
hebt geleden? En toch vind ik je
hier, fluitend als een schooljongen.
Nu geef ik den moed voor de toe
komst niet verloren, LewieJe
hebt een onuitputteli iike veerkracht
en daarmede komt men alles té
boven Maar je bent veel te laat
voor het diner.
Het nieuws van den uitslag der»
verkiezingen werd o-p Glieinavelira
geheel anders begroet, dan Lewie
zich dit in zijn sombere stemming
had voorgesteld. Alice hooide het
met groote kalmte aam en toen de
zegevierende Stocks een uur later
in eigen persoon kwam. om dien
lof te oogsten, waarop hij recht
meende te hebben:, werd h;: door
haar met een zekere pijnlijke koel
heid en onverschilligheid' bei©-
gend.
(Wordt vervolgd).