NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 19e Jaargang Vrijdag 16 Augustus 1901. No. 5561 HAARLEMS DABBLAD ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN Voor Haarlem per 3 maanden.1.20 ilifflnjlnlMirri Van 15 regels 50 Cte.iedere regel meer 10 Cta. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor ie dorpen in den omtrek nar een Agent gevestigd is (kom dsr gsmeente), de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elks regel meer 015. per 3 maanden1-30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door bet geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Reclames 30 Cent per regel Afzonderlijke nummers0.02>£ Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampereingel 70, vlak bq de Turfmarkt. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122, M M -'de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangèr§ Q. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESa Suec.y Parijs 31W» Faubourg Montmgxfre. Dit nummer bestaat uit acht bladzijden. Haarlem's Dagblad van 16 Aug. bevat o.a. Praatjes over moedeloosheid, en de geest in het veld, Uit een Trouwenkamp, Portugal's sympa thie voor Engeland, Transvalia, Het dappere Willemientje. Politiek Overzicht Er is weer een zonderling ver haal in omloop, thans zoo oogen- schijniijk komieodla van die» zijdies der Boenenvriendleni. De Parijschie correspondent van djo Times" seint, dat in een onder houd, 't wedik hij badl met een Franechm Boerlenvriend, die pas uit 's-Gravenhage is teruggekeerd, laatstgenoemde verklaarde, dat hij de Boerenkringen in Nederland, mot inbegrip van dr. LeydS, ten hoogste orrtmoedligdl vond'. Alleen Kruger was onveranderd vastbeslo ten den Boerenkrijg voort te zet ten. Mevrouw Botha zoudle dien President namens haar echtgenoot en andere Boerenaanvoerders zeer nadrukkelijk verteld hebben, diat de zaak der Boeren hopeloos staat en dat zij vrede w.ilden maken. Ziji verzocht den President daarom in het onvermijdeiliike te berusten. Kruger's omgeving steunde het ver zoek van mevrouw Botha. De su bliem standvastige President wlei- gerdle echter mevrouw Botha's be den te verhoeren. Laatstgenoemde schiint sedert dien eenigszins in ongenade te zijn gevallen' en wordt omringd, door zoogenaamde vrien den.. die, naar het heet. in opdracht hebben haar ontboezemingen te genover vreemden te beletten.. Ver der zegt men. dat zij last heeft ge kregen haar miand te houden. De Times" beschouwt ini een hoofdartikel vorenstaande miedle- dieielingem natuurlijk als authentiek en geloofwaardig. Het Mad mieent, dat de tegenwoordige stijfhoofdig heid van Kruger echter alles be halve subliem is. Het zonderlingste in het verhaal van d;en Parijschen ljerichtgever van de Times" is echter wel d'e rol. welke dr. Leyds wordt toege schreven,, van wien gezegd wordt, dat hij1 geheel is bijgedraaid en thans gebeten is op dle Franeche journalisten, die quand-même- voort, gaan dia Boerenzaak te verdedigen. Zoo heel droevig schijnt het toch nog niet gesteld' te zijn met d'e Boe ren-strijders. Van, die Transvaalsohe regeerings- personlen en aanvoerders zijn on langs berichten ingekomien van be- gini Juli', waaruit blijkt dat' allien toen óók d'e staatssecretaris Reitz twee maanden na de be faamde briefwisseling, vol moed en hoop waren en de stemming onder I de. burgers goed was. .,Er is geien sprake van mismoedigheid of neer- gedlruktheid." En van, een dier dap perste en invloedrijkste generaals heet het„J-- is vol grapjes en het leven in het veld bekomt hem goed." En dlaar deze generaal al tijd één Lijn trok, vóór den oorlog ook in de Tranisvaalsche politiek, met dien staatssecretaris, is er geen enkele reden om te gelooven, dat de zaken in Transvaal zoo kritiek staan, als die Engelschen ons, waar schijnlijk door een of andere mani pulatie der brieven van den heer Reitz, hebben willen wijsmaken. De toon der berichten zoude in 't algemeen trouwens dan heel an ders moeten zijn. Teekenend is ook een brief van eien voorheen groot bewonderaar der Engeleolien uit Johannesburg, een ex-Jingo van de venijnigste soort, die zelfs in de d'agen van Co- ienso niet wilde gelooven aan een mogelij'ken triomf der Boeren. Deze schrijft nu, dlat hij het hopelooze van den strijd voor Engeland tegen zulk een leger van helden als de re publieken nu overal' in 't veld heb ben, in is gaan, zien. Hoe eerder Engeland poogt alsnog een eervol len vrede te sluiten hoe beter het doet. Doet het dit niet, dan krijgt het niet alleen niet die repuMieken maar verliest het er zeker en stel lig de Kaapkolonie nog bij. Een Duitscher schrijft uit Uping- ton in de noordwestelijke Kaapko lonie, dat alle handel' verloopt en dat niets den algemieeniem opstand meer schijnt te kunnen tegenhou den. Binnen enkele dagen tijds ver schenen te Keorhardt een 1000-tal gewapenden. en zoo gaat het over al. Ieder acht het 't verstandigst zich maar bij de rebellen- aan te sLuitera. Buitenlandsch Nieuws. Uit oen vrouwenkamp. Hieronder volgen eenige fragmenten uit de uittreksels, door den heer Emous ontvangen omtrent het kamp te Jo hannesburg. Slaan van zieke kinde ren (extract rapport uitvoerende com missie.)) De heer Noble (hoofd kamp-Ren baan) was bewust dat dit plaats ge vonden had, doch niet op zeer ern stige wijze, en meende bet een goed effect gehad heeft, doch was van oor deel dit niet weder moest gebeuren en zou instructie dienaangaande geven. (Kinderen bevuilden zich soms en werden dan met voorkennis van dr. en hoofd geslagen, soms ie bar.) VI e e s cli. Klachten zijn: zeer slecht vleesch. Weekrapport commissie Ren baan zegt (2 Juli): De commissie ont moette den heer Noble, deze gaf ons te kennen, dat hij niet wist, dat er zie ken bestaan onder de schapen en bokken. Hij zal den dokter zien, en dan maar blikkenvleesch laten uit- deelen. Hij zeide, dat hij een order uitgezonden had voor 2000 schapen uit Pretoria. Toen sprak de commissie zelf met den dokter over het mager vleesch. Ik zeg hem (den heer Van Oudshoorn) dat ik 't vleesch heb zien wegen bij het depót en dat 10 schar pen 120 lbs. wogen. „Ja," zeide de dok ter, ,,ik heb zelf een schaap gewogen, dat 12 lbs. woog, toen heb ik het vleesch laten afschrappen, en dit woog 6 ibs, en 6 lbs. beenen. ,,Wel dan, dr.. dan krijgen onze vrouwen toch niet genoeg en moeten ze maar een paar dagen in de week gebrek lijden." Dr. ,,Het zal mijn ernstige aandacht tot zich nemen." 19 Juli: Menschen weigeren 't vleesch in ontvangst te nemen. Een schaap in gewonen tijd geeft minstens 50 Lbs. vleesch. Bussenvleesch nog niet uitgege ven. Tot een dag of acht geleden mochten onze verpleegsters 's nachts geen pa tiënten in 't kamp bezoeken. Uitv. com missie zag hierover superint van het kamp, en hij heeft toestemming ge geven dat, en dan met zijn voorken nis, de verpleegsters 's nachts dienst kunnen doen, waar dit gevraagd word. Renbaan-commissielicL rapporteert: Mevr. RandolHarris (kwaker uit Engeland) heeft speciale permissie van lord Kitchener ontvangen om vrou wenkampen in Transvaal te bezoeken. Zondag 1.1. (30 Juni) bracht ik mevr. Harris naar de Renbaanik leidde haar overal rond in de schuren, ten ten, bij de ovens, warmwatertanks, ook bij de kokerij van de vrouwen. Zij zag ook het nare vleesch, en van alles maakte zij aanteekeningen. Bij de ar moedige bekrompen tenten, maakte zij ook nota's in haar boeaje, zoo ook bil de tenten zonder bedden of ledikan ten, waar de personen zoo maar op den grond slapen; verder bij de Zon dagschool, die haar aangenaam was, bij de achtermiddagkerk. waar juist aanneming was van een 50-tal jonge meisjes dat maakte diepen indruk op haar, vooral toen zij zag, dat de jongedames bedroefd waren ik zeide: „dat moet u liever vragen aan ds. Nel, hij kan dat beter verklaren." De dominee vertelde haar toen. dat hij de aanmerking gemaakt had. dat misschien meer dan één vaderloos was. Mevr. Harris„Hoe wreed om oorlog te maken tusschen twee Chris tennaties Is dit het zuivere type van Boers?" „Ja", zei ik, ,,in haar beste plunje". „Ik moet trachten er een ander uitzicht op te krr~en en ook met haar te bidden. Waarom, zijn al die mannen hier? „Enkelen gaven zich over, anderen zijn gevangenen, na hunne wapens afgegeven te heb ben, anderen werden van Greenpoint overgebracht, enz." „Is dat zoo Wel, kijk, daar moet ik nota van nemen." Sedert vandaag is mevr. Harris met den pred. Meiring op bezoek van de an dere kampen in Transvaal, nl. Klerks dorp, P. C. Stroom, Krugersdorp. Pretoria en Standerton. Kleerenu it deeling. Hierover heeft 'n ander comitélid 'n' verslag inee stuurd voor de Ned, couranten. Hoe- wel er zeer veel en veel goeds werd uitgezonden kreeg toch ieder maar een bescheiden pakje; het goed, onder en bovenkleeren, was ook totaal afge dragen, zoodat elk veel noodig had. Ontevredenheid is en blijft er altijd be staan zoo ook hier een vrouw kwam zelfs het pakje terugbrengen met de woorden „Dat kan Julle maar zelf draag". U begrijpt, dat er onder zulk een groot aantal vrouwen ,,van aller lei slag" is; er loopt echt bedelvolk onder, die de tenten wagenwijd open zetten. opdat de aan- of inkomenden de ellende zullen zien en de handen van verre al uitsteken om onderstand; vrouwen zijn er onder die haar kinde ren al vroeg opleiden om te bedelen; maar het gros, d'e kern is de adel van ons volk, ons beste gedeelte, waar ieder trotsch op kanzijn; vrou wen die haar tenten dichthouden, of bij bezoek haar voeten vanwege het slechte schoeisel onder op te trekken. Toen ik tegen Juni in het kamp in een der schuren werkzaam was om de schadelijsten op te maken, toen begaf ik mij tegen het etensuur naar de stad „Tentville," alwaar ruim 300 tenten in lange rijen naast elkaar staan. Tent ville telt ruim 1500 zielen. Als oud- bekende stapte ik een der linnen wo ningen binnen. Ik was bij mej. Min naar van Kroonstad. Juist hielp zij haar kinderen. Bij buurvrouw mocht zij koken en braden, en in haar handen kwam zij met een stuk vleesch binnen, dat zij nu in vier stukken scheurde en elk kind) wat gaf, het brood brak zij door midden, op een schotel was wat mieliepap, en na het gebed, begon het diner. „Maar," zeg ik, „mijn lieve mensch, heb je nu geen messen en vor ken of lepels?" „Nee, mijnheer, het treft nu net, dat buurvrouw ook eet, anders krijg ik ze daar zoolang." Da delijk gaf .ik haar geld om in den win kel een en ander te gaan koopen en den volgenden morgen kreeg ze nog een stel „ontbijtzilver." Uit de kisten, waar de kleeren in ge komen waren, hebben we tafeltjes la ten maken, zoodat nu ongeveer 100 families een tafel gekregen hebben. Zielental, bedmagt nu 3887, maar dit is zeer afwisselend, er ko men en er gaanMaandag (8 Juli) zijn er weer 9 kolenwagens vol vrou wen en kinderen ingekomen van Springs en Nooitgedacht en 9 Juli kwa men er omtrent half vijf 11 open wa gens in van Florida en Roodepoort. Ontvangst-commissie had weer haar handen vol met het uitdeelen van brood en koffie bij aankomst aan de kazerne (goederenloodsen). Donderdag 11 Juli: 5 open wagens A50 vrouwen behalve de kinderen) ingekomen van Heilbron^ (O. V. S.) langdurige reis gehad Juff. Du Toit van Mooirivier, glad ter tale, zoowel Engelsch, als Hol- landsch, werd beschuldigd rapporten te leveren aan de Boeren. Nu werd zij vervoerd naar de Kenbaan, maar mocht zij daar soms kennissen heb ben, dan moest zij onmiddellijk weer naar een ander kamp gebracht wor den. Een onzer comitéleden kende haar en vroeg permit om haar één dag over te hebben. Direct kreeg zij twee khaki's voor haar tent; niemand mocht- haar meer zien en om 2 uur 's mid dags werd zij vervoerd naarWe denken naar Volksrust. Den volgen den morgen klaagde de wacht, die haar vervoerde, dat hij verkleumd was. Hoe dus wel de arme vrouw? Een treffende getuigenis geeft het voormalig hoofd van de la Rey's ambulance in de .Cape Times" over dien Boerengeneraal, van wien beweerdi wordt, dat hij gewonden zou hebben laten doodschieten. Hij beschrijft daarin hoe generaal De la Rey zijn gevangenen behandelt, hoe hij, toen hij drie Britschei officie ren en 50 of 60 man losliet zijn ambu lancewagens ter beschikking stelde om de gevangenen zoover mogelijk het loopen te besparen daar zij geen mid delen van vervoer hadden en zelfs aan de officieren de paarden teruggaf die hij hun, had ontnomen. Hij verhaalt hoe De la Rey zelf steeds naging of wel alle mo^Uike zorg be steed werd aan dia Britsche gewonden die in zijn handen ware-n gevallen. Hij vraagde hun persoonlijk of ze tevre den waren, liij sprak vriendelijk op beurend tot hen en deelde hen van zijn tabak uit. Eien gewonde soldaat van het Lincolnshire-regiment, dien hij had bezocht was verbaasd toen hij hoorde dat zijn bezoeker generaal De la Rey was; hij meende dat een pre dikant aan zijn kribbe was gekomen. Na den slag bij Moselikatsenek gaf De la Rey den dokter last de gesneu velden te begraven „omdat hij de eeni ge was die Lets wist van den Engel schen lijkdienst". De dokter antwoord de dat hij daarvan niet best op de hoog te was. waarop De la Rey hem teleur gesteld aanziende opmerkte: „Dan moest ge u schamen. Ik vertrouw ech ter dat ge er wel genoeg van zult we ten om een paar woorden te zeggen, die hun naastbestaandein goed zouden doen als zij ze hoord'en en die hun vol doening zullen ziin, als zij ze later vernemen. Ook kunt gij den Hemel- schen Vader wel bidden om deze ge vallen helden hun zonden te vergeven.' Op zekeren dag werd Ln De la Rey's tent gesproken over de eer en de on derscheiding die lord Roberts zich in dezen oorlog had verworven. De gene raai liet de menschen wat praten en zeide toen: ,,Gij allen bonijdit lord Ro berts over wat hij gewonnen heeft, maar denkt gij wel aan wat hij heeft verloren? Niemand uwer heeft een zoon in den oorlog verloren, maar hij en ik wel. Ik kan met hem voelen. En ik verzeker u dat hii gaarne alle eer bewijzen, eiken stuiver van ziin ior- tuin zou willen geven, dat hij zou wil len terugkeeren tot de positie van een luitenant, ja van een gewoon soldaat, als hij daardoor zijn zoon kon terug krijgen. Zeker is hij veldmaarschalk, maar hij is ook vader. Ik heb denzelf den bitteren beker moeten drinken als hij, maar zij was voor hem bitterder, want hij verloor zijn eenigen zoon en ik heb nog zoons over... Feuilleton. Het dappere Willemientje. Uit het Duitsch. In overoude tijden leefde er een Boer, met wouw en kind op zijn hof stede. Wijl hij zich jaar uit, jaar in van vroeg tot laat afsloofde, had hij het ten laatste ver gebracht in de we reld. Zijn schoorsteen hing vol wor sten. ellenlang en van een arm dikte en in het kabinet lagen een paar lange kousen, die van den voet tot aan den boord vol blinkende dukaten waren. De Boer had ook een hond die oom Tyras heette, op het oog een goedig dier, maar sluw als een advocaat en waakzaam als een schildwacht. Overdag lag hij voor de hut en liet de zon op zijn wollig vel branden. Dan zag hij er uit, of hij ingedut was, maar als een kwartmiil daarvan af, een ei kel in het gras viel, dan knipte oom Tyras met de oogen, en spitste de o oren. Op een dag zei de vrouw: Oom Ty ras is oud geworden en ziet niets me ei'. Wij zullen hem van de hand doen." Maar da Boer schudde het hoofd en antwoordde: ..Oom Tyras, ziet met de ooren. Wij zullen hem be houden." In dien tijd' huiste er in het- naburige bosch een rooverhoofdman met zijne bende. Oom Tyras was hem een doorn in het oog, want zij hadden het op de worsten en de ducaten van den Boer begrepen, maar zij waren bang voor de tandon van den hond. „Lui!" zei op een dag de rooveav hoofdman. Oom Tyras is oud en blin- derig geworden. Wie wil heengaan en die worsten en ducaten halen?" Daar trad er een uit de bende naar voren, ging heen en sloop in den hof van den Boer. Maar toen hij terugkwam trok hij een leelijk gezicht, want oom Tyras had hem een stuk uit zijn broek ge scheurd, met een lap vleesch er bij. Een tweedJe ging het niet beter. Toen werd d'e rooverhoofdman toornig. Hij riep zijn heele bende te zamen, wapen de ze met knuppels en -weren, en trok 's ns»ohts naar de hofstede van den Boer. Oom Tyras heet om zich heen, zoo woest als hij kon ,maar de roovers ta kelden. hem zoo duchtig toe, dat hij voor dood bleef liggen. Daarna stormden zij in het huis, sloegen den man dood en sleepten de vrouw en de kinderen uit. De worsten en de ducaten echter deelden zij onder elkaar en zetten tot besluit den rooden haan op het dak. Oom Tyras was echter niet dood Er was hem slechts één oog uitgeslagen en de rechterpoot was kapot. Toen hij zag, dat geen splinter van het huis heel bleef, knorde hij vol woede. Daar op strompelde hij voort, 't Was een droevig gezicht, zooals hij daar weg- hinkte, met opgetrokken, poot. Oom Tyras wou bij een anderen boer hulp halen. Deze zat als gewoonlijk in zijn woonkamer. Hij had een blauw- linnen kiel aan en een broek van de zelfde stof. Zijne voeten staken in klompen, groot als schuiten. Tusschen zijne lippen hing een afgekauwde si garet. Nu en dan spoog hij in het vuur. Dat was zijn hoofdbezigheid' en hij noemde het politiek. Toen de boer den hond zag, zeide hij „Bonjour oude Tyras! Waar ga je heen en wie heeft je zoo toegetakeld?" „Gij ziet naar de teekeningen van zijn intocht en gij denkt dat het pret tig geweest moet zijn in zijn plaats te zijn, maar ik zeg u dat al dien tüd zijn hart bloedde en dat hij maar steeds een graf in dit land voor oogen had en tot zichzelf zeide: mijn zoon, mijn zoon, had God mij maar voor u laten sterven." En aan het slot van elk dier trekjes van den man dien. de schrijver noemt, dien Bayard onder de Boeren stelt hij de vraag aan den redacteur van het Jingo-blad: Denkt gij dat zulk een man het doodschieten van gewonden zou kun nen goedkeuren?" En d'e „Daily News" die het stuk heeft overgenomen teekent daarbij aan: „En dit is het soort menschen dat de Regeering uit ZuidkAfrika wil ver bannen om ruimte te maken voor cos- mopolitische gouddelvers!" Portugal's sympathie voor Engeland. Reeds vroeger wezen wij erop, dab Portugal's sympathie niet vani harte was. en dat dia handelingen dier Portu'gae&chie regeering alleas minst dien geest yertolktien dlie die onderdanen van dien staat in Eumo pa en Zuid-Afrika beheerschtMaar het blijkt niet mooier, dan uit het hoofdartikel, dloor de „N. R. Ct." ontleend aan het voorname blad ,.0 Portugez". Heel het van veront waardiging tintellende artikel weer te geven zou ons te ver voeren, maar er een flink brokje van te vermelden zie, dit wais een genoe gen dat wij ons zei ven noch onzen lezers wilden onthouden. Wij lezen dan Nu weten wij weder uit vertrouw bare bron, dat op order van d'e re geering te Lissabon n-aar Transvaal gezonden worden, ten einde dienst te doen als dragers bij de Engelsche troepen, 1000 Kaffers, dlie uit de verschillende administratieve dis tricten opgeroepen zijn, en waar van een groot deel die bestemming reeds gevolgd zijn; zooals het schijnt zullen zij van het iegerbe- stuur moeten ontvangen voedsel en 400 reis per d'ag, zoolang zij in dienst daarvan zijn. Dit is chis eene nieuwe welwil lendheid eene nieuwe en belang- rijiko hulp voor de Engelsche troe pen. dlie ons aal Mootstlêli&n aan de afkeuring en d'e beleed! ging van' de vreemdelingen, zooals het reeds zoovele malen gebeurd is wegens dergelijke handelingen en die op nieuw de verwenschingen op ons zal laden van het handjevol dappe ren. dat in eene laatste krachtsin spanning in hun TLtiaanschen wor stelstrijd nog blijft volhardenin den strijd voor de onafhankelijk, head) van hun vaderland. Welke re denen hadden of hebben w>om den colossus te helpen in dezen gruwelijker* oorlog, dien hij nu reeds bijna twee jaar lang voert te- gen dit even heldhaftige als onge- ..Och geef mij kost en inwoning?" antwoordde oom Tyras. „De roovers hebben ons huis verbrand en mij zoo mishandeld." „De roovers?" zeide de boer en krab de zich achter de ooren. „Dan kan ik je niet helpen, hoe graag ik ook zou willen. De roovers zijn sterker dan ik. Maak dat je wegkomt! Oom Tyras strompelde verder en kwam bij een tweeden boer. Die stond voor zijn huisdeur en leunde met beide ellebogen op het hek van den tuin muur. Hij had een lange slaapmuts op het hoofd en haalde uit een pijp met bonten porceleinenkop dikke rookwol ken te voorschijn. Dat noemdla hij ook politiek. Toen de boer den hond zag, reide hij: „Guten Tag, oom Tyras! Waar pa je heen en wie heeft je zoo toegeta keld?" „Och, geef mij kost en inwoning." antwoordde oom Tyras. De roovers hebben ons huis verbrand en mij zoo mishandeld'. „De roovers?" zeide de boer, terwijl hij een gezicht als een glijbaan trok. „De roovers zijn sterker dan ik. Maak dat je wegkomt! Anders kim je een pak slaag krijgen." Oom Tyras borg den staart tusschen de achterpooten en hinkte verder. Niet veraf lag een derde hofstede. De Boer had voor jaar en dag het tijde lijke met het eeuwige verwisseld, en zijn vrouw als weduwe met een klein meisje achtergelaten. Dat kind lueette Willemientje. 't Was zoo'n allerLiefst meisje, schoon als de dag en met een paar oogen d'iep en klaar als vijvers in het bosch. Daar bij was zij dapper als een man en was bang voor duivel noch roovers. Daar om noemde men haar wijd en zijd het dappere Willemientje. Daar de moeder oud en zwak werd, nam het meisje de huishouding op zich, en daar zij even knap als dapper was, ging alles voortreffelijk. Toen het dappere Willemientje den zieken hond zag aankomen, lien zij hem tegemoet, viel hem om den hals en streelde hem het bebloede vel. „Ar me Oom Tyras!" zeide zij. „Hoe hebben de roovers jou arme mishandeld. De duivel zal die bende halen! Kom binnen, dan zal ik je ge nezen." En het meisje wies het uitgeloopen oog met aangelengd carbolwater en maakte een anti-septisch verband om de gekwetste poot. Daarna gaf zij den hond te vreten en te drinken, en legde hem op een warm stroobed achter de kacheil. Oom Tyras keek het meisje met het gezonde oog dlankbaar aan, en likte haar handen. „God zal het je Ioonen!" zeide hij. „Over een jaar zul je een fikschea man krijeen!" En zoo geschiedde!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1