NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
19e Jaargang
Vrijdag 16 Augustus 1901.
No. 5561
HAARLEMS DABBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN
Voor Haarlem per 3 maanden.1.20 ilifflnjlnlMirri Van 15 regels 50 Cte.iedere regel meer 10 Cta. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor ie dorpen in den omtrek nar een Agent gevestigd is (kom dsr gsmeente), de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elks regel meer 015.
per 3 maanden1-30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door bet geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Reclames 30 Cent per regel
Afzonderlijke nummers0.02>£ Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampereingel 70, vlak bq de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122,
M M -'de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangèr§ Q. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESa Suec.y Parijs 31W» Faubourg Montmgxfre.
Dit nummer bestaat uit
acht bladzijden.
Haarlem's Dagblad van 16 Aug.
bevat o.a.
Praatjes over moedeloosheid, en
de geest in het veld, Uit een
Trouwenkamp, Portugal's sympa
thie voor Engeland, Transvalia,
Het dappere Willemientje.
Politiek Overzicht
Er is weer een zonderling ver
haal in omloop, thans zoo oogen-
schijniijk komieodla van die» zijdies
der Boenenvriendleni.
De Parijschie correspondent van
djo Times" seint, dat in een onder
houd, 't wedik hij badl met een
Franechm Boerlenvriend, die pas
uit 's-Gravenhage is teruggekeerd,
laatstgenoemde verklaarde, dat hij
de Boerenkringen in Nederland,
mot inbegrip van dr. LeydS, ten
hoogste orrtmoedligdl vond'. Alleen
Kruger was onveranderd vastbeslo
ten den Boerenkrijg voort te zet
ten. Mevrouw Botha zoudle dien
President namens haar echtgenoot
en andere Boerenaanvoerders zeer
nadrukkelijk verteld hebben, diat
de zaak der Boeren hopeloos staat
en dat zij vrede w.ilden maken. Ziji
verzocht den President daarom in
het onvermijdeiliike te berusten.
Kruger's omgeving steunde het ver
zoek van mevrouw Botha. De su
bliem standvastige President wlei-
gerdle echter mevrouw Botha's be
den te verhoeren. Laatstgenoemde
schiint sedert dien eenigszins in
ongenade te zijn gevallen' en wordt
omringd, door zoogenaamde vrien
den.. die, naar het heet. in opdracht
hebben haar ontboezemingen te
genover vreemden te beletten.. Ver
der zegt men. dat zij last heeft ge
kregen haar miand te houden.
De Times" beschouwt ini een
hoofdartikel vorenstaande miedle-
dieielingem natuurlijk als authentiek
en geloofwaardig. Het Mad mieent,
dat de tegenwoordige stijfhoofdig
heid van Kruger echter alles be
halve subliem is.
Het zonderlingste in het verhaal
van d;en Parijschen ljerichtgever
van de Times" is echter wel d'e
rol. welke dr. Leyds wordt toege
schreven,, van wien gezegd wordt,
dat hij1 geheel is bijgedraaid en
thans gebeten is op dle Franeche
journalisten, die quand-même- voort,
gaan dia Boerenzaak te verdedigen.
Zoo heel droevig schijnt het toch
nog niet gesteld' te zijn met d'e Boe
ren-strijders.
Van, die Transvaalsohe regeerings-
personlen en aanvoerders zijn on
langs berichten ingekomien van be-
gini Juli', waaruit blijkt dat' allien
toen óók d'e staatssecretaris
Reitz twee maanden na de be
faamde briefwisseling, vol moed en
hoop waren en de stemming onder I
de. burgers goed was. .,Er is geien
sprake van mismoedigheid of neer-
gedlruktheid." En van, een dier dap
perste en invloedrijkste generaals
heet het„J-- is vol grapjes en het
leven in het veld bekomt hem
goed." En dlaar deze generaal al
tijd één Lijn trok, vóór den oorlog
ook in de Tranisvaalsche politiek,
met dien staatssecretaris, is er geen
enkele reden om te gelooven, dat
de zaken in Transvaal zoo kritiek
staan, als die Engelschen ons, waar
schijnlijk door een of andere mani
pulatie der brieven van den heer
Reitz, hebben willen wijsmaken.
De toon der berichten zoude in 't
algemeen trouwens dan heel an
ders moeten zijn.
Teekenend is ook een brief van
eien voorheen groot bewonderaar
der Engeleolien uit Johannesburg,
een ex-Jingo van de venijnigste
soort, die zelfs in de d'agen van Co-
ienso niet wilde gelooven aan een
mogelij'ken triomf der Boeren. Deze
schrijft nu, dlat hij het hopelooze
van den strijd voor Engeland tegen
zulk een leger van helden als de re
publieken nu overal' in 't veld heb
ben, in is gaan, zien. Hoe eerder
Engeland poogt alsnog een eervol
len vrede te sluiten hoe beter het
doet. Doet het dit niet, dan krijgt
het niet alleen niet die repuMieken
maar verliest het er zeker en stel
lig de Kaapkolonie nog bij.
Een Duitscher schrijft uit Uping-
ton in de noordwestelijke Kaapko
lonie, dat alle handel' verloopt en
dat niets den algemieeniem opstand
meer schijnt te kunnen tegenhou
den. Binnen enkele dagen tijds ver
schenen te Keorhardt een 1000-tal
gewapenden. en zoo gaat het over
al. Ieder acht het 't verstandigst
zich maar bij de rebellen- aan te
sLuitera.
Buitenlandsch Nieuws.
Uit oen vrouwenkamp.
Hieronder volgen eenige fragmenten
uit de uittreksels, door den heer Emous
ontvangen omtrent het kamp te Jo
hannesburg.
Slaan van zieke kinde
ren (extract rapport uitvoerende com
missie.))
De heer Noble (hoofd kamp-Ren
baan) was bewust dat dit plaats ge
vonden had, doch niet op zeer ern
stige wijze, en meende bet een goed
effect gehad heeft, doch was van oor
deel dit niet weder moest gebeuren en
zou instructie dienaangaande geven.
(Kinderen bevuilden zich soms en
werden dan met voorkennis van dr. en
hoofd geslagen, soms ie bar.)
VI e e s cli. Klachten zijn: zeer slecht
vleesch. Weekrapport commissie Ren
baan zegt (2 Juli): De commissie ont
moette den heer Noble, deze gaf ons te
kennen, dat hij niet wist, dat er zie
ken bestaan onder de schapen en
bokken. Hij zal den dokter zien, en
dan maar blikkenvleesch laten uit-
deelen. Hij zeide, dat hij een order
uitgezonden had voor 2000 schapen uit
Pretoria. Toen sprak de commissie
zelf met den dokter over het mager
vleesch. Ik zeg hem (den heer Van
Oudshoorn) dat ik 't vleesch heb zien
wegen bij het depót en dat 10 schar
pen 120 lbs. wogen. „Ja," zeide de dok
ter, ,,ik heb zelf een schaap gewogen,
dat 12 lbs. woog, toen heb ik het
vleesch laten afschrappen, en dit woog
6 ibs, en 6 lbs. beenen. ,,Wel dan,
dr.. dan krijgen onze vrouwen toch
niet genoeg en moeten ze maar een
paar dagen in de week gebrek lijden."
Dr. ,,Het zal mijn ernstige aandacht
tot zich nemen."
19 Juli: Menschen weigeren 't vleesch
in ontvangst te nemen.
Een schaap in gewonen tijd geeft
minstens 50 Lbs. vleesch.
Bussenvleesch nog niet uitgege
ven.
Tot een dag of acht geleden mochten
onze verpleegsters 's nachts geen pa
tiënten in 't kamp bezoeken. Uitv. com
missie zag hierover superint van het
kamp, en hij heeft toestemming ge
geven dat, en dan met zijn voorken
nis, de verpleegsters 's nachts dienst
kunnen doen, waar dit gevraagd
word.
Renbaan-commissielicL rapporteert:
Mevr. RandolHarris (kwaker uit
Engeland) heeft speciale permissie van
lord Kitchener ontvangen om vrou
wenkampen in Transvaal te bezoeken.
Zondag 1.1. (30 Juni) bracht ik mevr.
Harris naar de Renbaanik leidde
haar overal rond in de schuren, ten
ten, bij de ovens, warmwatertanks,
ook bij de kokerij van de vrouwen. Zij
zag ook het nare vleesch, en van alles
maakte zij aanteekeningen. Bij de ar
moedige bekrompen tenten, maakte zij
ook nota's in haar boeaje, zoo ook bil
de tenten zonder bedden of ledikan
ten, waar de personen zoo maar op
den grond slapen; verder bij de Zon
dagschool, die haar aangenaam was,
bij de achtermiddagkerk. waar juist
aanneming was van een 50-tal jonge
meisjes dat maakte diepen indruk
op haar, vooral toen zij zag, dat de
jongedames bedroefd waren ik zeide:
„dat moet u liever vragen aan ds.
Nel, hij kan dat beter verklaren."
De dominee vertelde haar toen. dat
hij de aanmerking gemaakt had. dat
misschien meer dan één vaderloos
was. Mevr. Harris„Hoe wreed om
oorlog te maken tusschen twee Chris
tennaties Is dit het zuivere type van
Boers?" „Ja", zei ik, ,,in haar beste
plunje". „Ik moet trachten er een
ander uitzicht op te krr~en en ook
met haar te bidden. Waarom, zijn al
die mannen hier? „Enkelen gaven
zich over, anderen zijn gevangenen,
na hunne wapens afgegeven te heb
ben, anderen werden van Greenpoint
overgebracht, enz." „Is dat zoo Wel,
kijk, daar moet ik nota van nemen."
Sedert vandaag is mevr. Harris met
den pred. Meiring op bezoek van de an
dere kampen in Transvaal, nl. Klerks
dorp, P. C. Stroom, Krugersdorp.
Pretoria en Standerton.
Kleerenu it deeling. Hierover
heeft 'n ander comitélid 'n' verslag inee
stuurd voor de Ned, couranten. Hoe-
wel er zeer veel en veel goeds werd
uitgezonden kreeg toch ieder maar
een bescheiden pakje; het goed, onder
en bovenkleeren, was ook totaal afge
dragen, zoodat elk veel noodig had.
Ontevredenheid is en blijft er altijd be
staan zoo ook hier een vrouw kwam
zelfs het pakje terugbrengen met de
woorden „Dat kan Julle maar zelf
draag". U begrijpt, dat er onder zulk
een groot aantal vrouwen ,,van aller
lei slag" is; er loopt echt bedelvolk
onder, die de tenten wagenwijd open
zetten. opdat de aan- of inkomenden
de ellende zullen zien en de handen
van verre al uitsteken om onderstand;
vrouwen zijn er onder die haar kinde
ren al vroeg opleiden om te bedelen;
maar het gros, d'e kern is de
adel van ons volk, ons beste gedeelte,
waar ieder trotsch op kanzijn; vrou
wen die haar tenten dichthouden, of
bij bezoek haar voeten vanwege het
slechte schoeisel onder op te trekken.
Toen ik tegen Juni in het kamp in een
der schuren werkzaam was om de
schadelijsten op te maken, toen begaf
ik mij tegen het etensuur naar de stad
„Tentville," alwaar ruim 300 tenten in
lange rijen naast elkaar staan. Tent
ville telt ruim 1500 zielen. Als oud-
bekende stapte ik een der linnen wo
ningen binnen. Ik was bij mej. Min
naar van Kroonstad. Juist hielp zij
haar kinderen. Bij buurvrouw mocht
zij koken en braden, en in haar handen
kwam zij met een stuk vleesch binnen,
dat zij nu in vier stukken scheurde en
elk kind) wat gaf, het brood brak zij
door midden, op een schotel was wat
mieliepap, en na het gebed, begon het
diner. „Maar," zeg ik, „mijn lieve
mensch, heb je nu geen messen en vor
ken of lepels?" „Nee, mijnheer, het
treft nu net, dat buurvrouw ook eet,
anders krijg ik ze daar zoolang." Da
delijk gaf .ik haar geld om in den win
kel een en ander te gaan koopen en
den volgenden morgen kreeg ze nog
een stel „ontbijtzilver."
Uit de kisten, waar de kleeren in ge
komen waren, hebben we tafeltjes la
ten maken, zoodat nu ongeveer 100
families een tafel gekregen hebben.
Zielental, bedmagt nu 3887,
maar dit is zeer afwisselend, er ko
men en er gaanMaandag (8 Juli)
zijn er weer 9 kolenwagens vol vrou
wen en kinderen ingekomen van
Springs en Nooitgedacht en 9 Juli kwa
men er omtrent half vijf 11 open wa
gens in van Florida en Roodepoort.
Ontvangst-commissie had weer haar
handen vol met het uitdeelen van
brood en koffie bij aankomst aan de
kazerne (goederenloodsen). Donderdag
11 Juli: 5 open wagens A50 vrouwen
behalve de kinderen) ingekomen van
Heilbron^ (O. V. S.) langdurige reis
gehad
Juff. Du Toit van Mooirivier, glad
ter tale, zoowel Engelsch, als Hol-
landsch, werd beschuldigd rapporten
te leveren aan de Boeren. Nu werd
zij vervoerd naar de Kenbaan, maar
mocht zij daar soms kennissen heb
ben, dan moest zij onmiddellijk weer
naar een ander kamp gebracht wor
den. Een onzer comitéleden kende
haar en vroeg permit om haar één dag
over te hebben. Direct kreeg zij twee
khaki's voor haar tent; niemand mocht-
haar meer zien en om 2 uur 's mid
dags werd zij vervoerd naarWe
denken naar Volksrust. Den volgen
den morgen klaagde de wacht, die
haar vervoerde, dat hij verkleumd was.
Hoe dus wel de arme vrouw?
Een treffende getuigenis
geeft het voormalig hoofd van de la
Rey's ambulance in de .Cape Times"
over dien Boerengeneraal, van wien
beweerdi wordt, dat hij gewonden zou
hebben laten doodschieten.
Hij beschrijft daarin hoe generaal
De la Rey zijn gevangenen behandelt,
hoe hij, toen hij drie Britschei officie
ren en 50 of 60 man losliet zijn ambu
lancewagens ter beschikking stelde
om de gevangenen zoover mogelijk het
loopen te besparen daar zij geen mid
delen van vervoer hadden en zelfs aan
de officieren de paarden teruggaf die
hij hun, had ontnomen.
Hij verhaalt hoe De la Rey zelf steeds
naging of wel alle mo^Uike zorg be
steed werd aan dia Britsche gewonden
die in zijn handen ware-n gevallen. Hij
vraagde hun persoonlijk of ze tevre
den waren, liij sprak vriendelijk op
beurend tot hen en deelde hen van zijn
tabak uit. Eien gewonde soldaat van
het Lincolnshire-regiment, dien hij
had bezocht was verbaasd toen hij
hoorde dat zijn bezoeker generaal De
la Rey was; hij meende dat een pre
dikant aan zijn kribbe was gekomen.
Na den slag bij Moselikatsenek gaf
De la Rey den dokter last de gesneu
velden te begraven „omdat hij de eeni
ge was die Lets wist van den Engel
schen lijkdienst". De dokter antwoord
de dat hij daarvan niet best op de hoog
te was. waarop De la Rey hem teleur
gesteld aanziende opmerkte: „Dan
moest ge u schamen. Ik vertrouw ech
ter dat ge er wel genoeg van zult we
ten om een paar woorden te zeggen,
die hun naastbestaandein goed zouden
doen als zij ze hoord'en en die hun vol
doening zullen ziin, als zij ze later
vernemen. Ook kunt gij den Hemel-
schen Vader wel bidden om deze ge
vallen helden hun zonden te vergeven.'
Op zekeren dag werd Ln De la Rey's
tent gesproken over de eer en de on
derscheiding die lord Roberts zich in
dezen oorlog had verworven. De gene
raai liet de menschen wat praten en
zeide toen: ,,Gij allen bonijdit lord Ro
berts over wat hij gewonnen heeft,
maar denkt gij wel aan wat hij heeft
verloren? Niemand uwer heeft een
zoon in den oorlog verloren, maar hij
en ik wel. Ik kan met hem voelen. En
ik verzeker u dat hii gaarne alle eer
bewijzen, eiken stuiver van ziin ior-
tuin zou willen geven, dat hij zou wil
len terugkeeren tot de positie van een
luitenant, ja van een gewoon soldaat,
als hij daardoor zijn zoon kon terug
krijgen. Zeker is hij veldmaarschalk,
maar hij is ook vader. Ik heb denzelf
den bitteren beker moeten drinken als
hij, maar zij was voor hem bitterder,
want hij verloor zijn eenigen zoon en
ik heb nog zoons over...
Feuilleton.
Het dappere Willemientje.
Uit het Duitsch.
In overoude tijden leefde er een
Boer, met wouw en kind op zijn hof
stede. Wijl hij zich jaar uit, jaar in
van vroeg tot laat afsloofde, had hij
het ten laatste ver gebracht in de we
reld. Zijn schoorsteen hing vol wor
sten. ellenlang en van een arm dikte
en in het kabinet lagen een paar lange
kousen, die van den voet tot aan den
boord vol blinkende dukaten waren.
De Boer had ook een hond die oom
Tyras heette, op het oog een goedig
dier, maar sluw als een advocaat en
waakzaam als een schildwacht.
Overdag lag hij voor de hut en liet
de zon op zijn wollig vel branden. Dan
zag hij er uit, of hij ingedut was, maar
als een kwartmiil daarvan af, een ei
kel in het gras viel, dan knipte oom
Tyras met de oogen, en spitste de
o oren.
Op een dag zei de vrouw: Oom Ty
ras is oud geworden en ziet niets
me ei'. Wij zullen hem van de hand
doen." Maar da Boer schudde het
hoofd en antwoordde: ..Oom Tyras,
ziet met de ooren. Wij zullen hem be
houden."
In dien tijd' huiste er in het- naburige
bosch een rooverhoofdman met zijne
bende. Oom Tyras was hem een doorn
in het oog, want zij hadden het op de
worsten en de ducaten van den Boer
begrepen, maar zij waren bang voor
de tandon van den hond.
„Lui!" zei op een dag de rooveav
hoofdman. Oom Tyras is oud en blin-
derig geworden. Wie wil heengaan en
die worsten en ducaten halen?" Daar
trad er een uit de bende naar voren,
ging heen en sloop in den hof van den
Boer. Maar toen hij terugkwam trok
hij een leelijk gezicht, want oom Tyras
had hem een stuk uit zijn broek ge
scheurd, met een lap vleesch er bij.
Een tweedJe ging het niet beter. Toen
werd d'e rooverhoofdman toornig. Hij
riep zijn heele bende te zamen, wapen
de ze met knuppels en -weren, en
trok 's ns»ohts naar de hofstede van den
Boer.
Oom Tyras heet om zich heen, zoo
woest als hij kon ,maar de roovers ta
kelden. hem zoo duchtig toe, dat hij
voor dood bleef liggen.
Daarna stormden zij in het huis,
sloegen den man dood en sleepten de
vrouw en de kinderen uit. De worsten
en de ducaten echter deelden zij onder
elkaar en zetten tot besluit den rooden
haan op het dak.
Oom Tyras was echter niet dood Er
was hem slechts één oog uitgeslagen
en de rechterpoot was kapot. Toen hij
zag, dat geen splinter van het huis
heel bleef, knorde hij vol woede. Daar
op strompelde hij voort, 't Was een
droevig gezicht, zooals hij daar weg-
hinkte, met opgetrokken, poot.
Oom Tyras wou bij een anderen boer
hulp halen. Deze zat als gewoonlijk in
zijn woonkamer. Hij had een blauw-
linnen kiel aan en een broek van de
zelfde stof. Zijne voeten staken in
klompen, groot als schuiten. Tusschen
zijne lippen hing een afgekauwde si
garet. Nu en dan spoog hij in het vuur.
Dat was zijn hoofdbezigheid' en hij
noemde het politiek.
Toen de boer den hond zag, zeide hij
„Bonjour oude Tyras! Waar ga je heen
en wie heeft je zoo toegetakeld?"
„Gij ziet naar de teekeningen van
zijn intocht en gij denkt dat het pret
tig geweest moet zijn in zijn plaats
te zijn, maar ik zeg u dat al dien tüd
zijn hart bloedde en dat hij maar
steeds een graf in dit land voor oogen
had en tot zichzelf zeide: mijn zoon,
mijn zoon, had God mij maar voor u
laten sterven."
En aan het slot van elk dier trekjes
van den man dien. de schrijver noemt,
dien Bayard onder de Boeren stelt hij
de vraag aan den redacteur van het
Jingo-blad:
Denkt gij dat zulk een man het
doodschieten van gewonden zou kun
nen goedkeuren?"
En d'e „Daily News" die het stuk
heeft overgenomen teekent daarbij
aan:
„En dit is het soort menschen dat
de Regeering uit ZuidkAfrika wil ver
bannen om ruimte te maken voor cos-
mopolitische gouddelvers!"
Portugal's sympathie voor
Engeland.
Reeds vroeger wezen wij erop,
dab Portugal's sympathie niet vani
harte was. en dat dia handelingen
dier Portu'gae&chie regeering alleas
minst dien geest yertolktien dlie die
onderdanen van dien staat in Eumo
pa en Zuid-Afrika beheerschtMaar
het blijkt niet mooier, dan uit het
hoofdartikel, dloor de „N. R. Ct."
ontleend aan het voorname blad
,.0 Portugez". Heel het van veront
waardiging tintellende artikel weer
te geven zou ons te ver voeren,
maar er een flink brokje van te
vermelden zie, dit wais een genoe
gen dat wij ons zei ven noch onzen
lezers wilden onthouden.
Wij lezen dan
Nu weten wij weder uit vertrouw
bare bron, dat op order van d'e re
geering te Lissabon n-aar Transvaal
gezonden worden, ten einde dienst
te doen als dragers bij de Engelsche
troepen, 1000 Kaffers, dlie uit de
verschillende administratieve dis
tricten opgeroepen zijn, en waar
van een groot deel die bestemming
reeds gevolgd zijn; zooals het
schijnt zullen zij van het iegerbe-
stuur moeten ontvangen voedsel en
400 reis per d'ag, zoolang zij in
dienst daarvan zijn.
Dit is chis eene nieuwe welwil
lendheid eene nieuwe en belang-
rijiko hulp voor de Engelsche troe
pen. dlie ons aal Mootstlêli&n aan de
afkeuring en d'e beleed! ging van'
de vreemdelingen, zooals het reeds
zoovele malen gebeurd is wegens
dergelijke handelingen en die op
nieuw de verwenschingen op ons
zal laden van het handjevol dappe
ren. dat in eene laatste krachtsin
spanning in hun TLtiaanschen wor
stelstrijd nog blijft volhardenin
den strijd voor de onafhankelijk,
head) van hun vaderland. Welke re
denen hadden of hebben w>om
den colossus te helpen in dezen
gruwelijker* oorlog, dien hij nu
reeds bijna twee jaar lang voert te-
gen dit even heldhaftige als onge-
..Och geef mij kost en inwoning?"
antwoordde oom Tyras. „De roovers
hebben ons huis verbrand en mij zoo
mishandeld."
„De roovers?" zeide de boer en krab
de zich achter de ooren. „Dan kan ik
je niet helpen, hoe graag ik ook zou
willen. De roovers zijn sterker dan ik.
Maak dat je wegkomt!
Oom Tyras strompelde verder en
kwam bij een tweeden boer. Die stond
voor zijn huisdeur en leunde met beide
ellebogen op het hek van den tuin
muur. Hij had een lange slaapmuts op
het hoofd en haalde uit een pijp met
bonten porceleinenkop dikke rookwol
ken te voorschijn.
Dat noemdla hij ook politiek.
Toen de boer den hond zag, reide
hij:
„Guten Tag, oom Tyras! Waar pa
je heen en wie heeft je zoo toegeta
keld?"
„Och, geef mij kost en inwoning."
antwoordde oom Tyras. De roovers
hebben ons huis verbrand en mij zoo
mishandeld'.
„De roovers?" zeide de boer, terwijl
hij een gezicht als een glijbaan trok.
„De roovers zijn sterker dan ik. Maak
dat je wegkomt! Anders kim je een
pak slaag krijgen."
Oom Tyras borg den staart tusschen
de achterpooten en hinkte verder.
Niet veraf lag een derde hofstede. De
Boer had voor jaar en dag het tijde
lijke met het eeuwige verwisseld, en
zijn vrouw als weduwe met een klein
meisje achtergelaten.
Dat kind lueette Willemientje. 't Was
zoo'n allerLiefst meisje, schoon als de
dag en met een paar oogen d'iep en
klaar als vijvers in het bosch. Daar
bij was zij dapper als een man en was
bang voor duivel noch roovers. Daar
om noemde men haar wijd en zijd het
dappere Willemientje.
Daar de moeder oud en zwak werd,
nam het meisje de huishouding op
zich, en daar zij even knap als dapper
was, ging alles voortreffelijk.
Toen het dappere Willemientje den
zieken hond zag aankomen, lien zij
hem tegemoet, viel hem om den hals
en streelde hem het bebloede vel. „Ar
me Oom Tyras!" zeide zij.
„Hoe hebben de roovers jou arme
mishandeld. De duivel zal die bende
halen! Kom binnen, dan zal ik je ge
nezen."
En het meisje wies het uitgeloopen
oog met aangelengd carbolwater en
maakte een anti-septisch verband om
de gekwetste poot. Daarna gaf zij den
hond te vreten en te drinken, en legde
hem op een warm stroobed achter de
kacheil.
Oom Tyras keek het meisje met het
gezonde oog dlankbaar aan, en likte
haar handen.
„God zal het je Ioonen!" zeide hij.
„Over een jaar zul je een fikschea
man krijeen!"
En zoo geschiedde!