Tweede Blad,
Van eene Koningin.
Een Man van Adel.
Vrouwenkampen.
behoorende bij
„Haarlem's Dagblad"
van
Donderdag 22 Augustus 1901.
Mo5566
Zoolang de menscli de Roos kent,
aldus schreef een vakblad, heeft üi]
haar als koningin der bloemen gehul
digd. Toch zijn er tijden geweest,
zegt M—r. in Sempervirens waarin
de heerschappij van de Roos vermin
derde of zij zelfs tijdelijk van de troon
verwijderd werd. Maar zij kwam er al
tijd wederom op terug en droeg de
kroon daarna met des te stralender
glans.
En wie herinnert niet de dagen, toen
de Camellia inderdaad met de Roos
om de kroon wedijverde! De koude
schoone werd met verbazing aangezien
en met groote sommen betaald. zi]
drong door tot de paleizen van de voor
namen, en zelfs eene heerscheres. Kei
zerin Eugenie, verleend hare hulp en
koos haar tot haar lievelingsbloem.
Maar op den duur kon zij de Roos ha
ren roep niet ontnemen; de Camellia
werd hoe langer hoe meer vergeten, en
onze' Roos schittert thans meer
dan ooit in hare volle schoonheid
roep. dat zij met volle recht de koning
in der bloemen heeten moet.
Als er één bloem door de dichtere is
bezongen, dat is het wel de Roos. Zij
hebben haar ter eere de lier getokkeld
als wel voor geen andere van Flora s
dochters en haar a.lle attributen toege
lcend, welke een in verrukking gebracht
poëet zich denken kan.
Maar één ding is nog niet beslist:
moet men-de Roos eeren om hare geur
of om hare schoonheid? Wat daarvan
zij. staat dit vast, dat de fijnste essence,
die wij kennen, is en blijft de rozenolie.
En even kostbaar is ook wel die olie,
als men bedenkt, hoe moeilijk zij te
verzamelen is en hoeveel bloemblade
ren er noodig zijn om slechts enkele
weinige druppels te vergaren.
Die essence zoo zegt de sage
moet op de volgende wijze voor den
dag gekomen zijn:
De gemalin van een Grootmogol ver
ordende een feest, dat in den tuin van
haar paleis plaats hebben zou. Voor
een Gondelvaart werd een kanaal ge
heel met rozenbloemen gevuld. En
toen de echtgenooten op den dag van
het feest gingen wandelen, bemerkten
zij een soort schuim, dat zich op de op
pervlakte van het water gevormd had
en daarop als het ware zwom. Spoedig
bleek het. dat het eene zelfstandigheid
was. die van de rozenbloemen afkom
stig was. De zonnegloed had hier ha
ren invloed doen gevoelen. En zóó werd
het rozenwater bekend, die heerlijkste
van alle odeurs en parfums, die noch
door de Natuur noch door de kunst tot
heden overtroffen werd.
Thans bereidt men rozenwater o.a.
op de volgende manier:
Tien Kilogram rozenbladen, gelijk
A. Blaugar in (le Wiener landwirt-
schaftliche Zëitung meedeelt, met 75
liter water aan de kook gebracht. Daar
na wordt de aldus bereide vloeistof ge
distilleerd, na welke behandeling er
zich aan de oppervlakte een olieachti
ge essence verzamelt. Dat is het rozen
water, waarvan twee Kilogram met
800 a 900 kronen betaald worden! Om
één enkel Kilogram essence te verkrij
gen, heeft men drie duizend Kilogram
bloembladen noodig. En dan nog de
moeite om zooveel bloem te vergaai*en
en om dééruit het voortreffelijke reuk
werk af te zonderen.
In het algemeen beslaat de sase in
de geschiedenis van de Roos een ruime
plaats. De Grieken weten ons aller
hande liefelijke verhalen van deze
bloem te vermelden.
Hoogst eigenaardig is de overlevering
omtrent, de verandering van witte in
roode Rozen. Toen Aphrodite de zee
had verlaten en het eerst met de voe
ten den aardbodem aanraakte, kwam en
ter zelf der plaatse de eerste rozen te
voorschijn. Deze waren oorspronkelijk
wit, zonder bijmenging van eenige
kleur, geheel gelijk het schuim dei-
zee, waaruit de schoonste der Godin
nen in het leven trad. En zoo waren
ian ook voorhands alle overige Rozen
feuilleton.
Naar het Engelsch.
27)
Maar Marker schrijft toch met
stellige zekerheid, dat ze van plan
zijn. een aanval te wagen. Ik acht
het onzen plicht, d'e lui vani het fort
te waarschuwen.
Ik zal er eerst nog eens kalm
en bedaard1 over nadienken. en dan
eens met Thwaite gaan praten. Hij
zou vanmorgen in Bardur terugko
men.
Toen Lewie bij Thwaite kwam,
zat deze aan 't ontbijt.
Wel Haystouni, hoe gaat het?
Ik had aj_ gehoord, dat je^ hier
waart. Kerel, wat doet het mfj. een
plei zier, je wieer te zien
Ik kom je een paai' vragen
doen. Zou je zoo vriendelijk willen
zijn. mij omtrent eenige punten in
te lichten? Hoe is het' gesteld! met
het kamp te Forza? Als de Bada-
Mawidii weer eens spoedig oproe
rig werden, zouden ze dan het fort
aanvallen9 1
wit. Maar Aphrodite ontvlamde in lief
de voor den sclioonen Adonis en toen
zij dezen inhetbosch opzocht, kwetsten
doornen, die het pad omzoomden, ha
ren tèeren voet ten bloede en bevoch
tigden ook de Rozen, die in den omtrek
stonden. En zoo geschiedde het, dat de
witte Rozen eensklaps in rooden glans
verschenen.
De sage heeft overigens menige ver
andering ondergaan, die ook reeds bij
de oiule Grieken te vinden is. Bij een
maaltijd van de -oden, zou Amor zóó
uitgelaten geweest zijn, als men van
dezen vroolijksten van alle goden toen
nog nooit bijgewoond had. Ten slotte
ging hü zelfs zóó ver, dat hij eene
schaal, die met kostelijk druivennat
gevuld was, omver stootte. De daaruit
gevloeide wijn raakte de Rozen, die
op den Olympus groeiden en kleurde
ze pui-per. Sedert bezitten de Rozen ook
die nuance.
Een niet geringe rol speelden de Ro
zen in de kerk. Zij waren de bloem van
Maria, want in alle hare afbeeldingen
draagt zij eene Roos in de hand. En uit
de schilderkunst is de Roos in de plas
tiek overgenomen, waarin zij als Steen
roos nog heden ten dage een gewaar
deerde versiering van kerkelijke ge
bouwen is.
De reden, waarom de Maria-beelte-
nissen steeds van eene Roos voorzien
zijn, is gemakkelijk te begrijpen. Want
de Roos is het symbool van reinheid,
van deugd. Het volk heeft deze opvat
ting overgenomen en nog heden ten
dage wordt op vele plaatsen het feest
van de bloemenkoningin gevierd. In de
dagen van Juni, als onze bloem in
haren prachtigstén tooi zich vertoont,
zoekt men de schoonste en braafste
maagd' van den omtrek om haar als
bloemenkoningin te huldigen. Een
krans, van Rozen gevlochten, drukt
men haar op de slapen, guirlandes,
sierlijk ineen gezet, slingert men haar
om borst en heupen. Het is een liefelijk
gebruik, dat wel nooit uit het volk ver
dwijnen zal.
Wellicht werd de Roos in de oudheid
nog meer vereerd, dan heden ten dage.
Wij verwonderen ons, als wij de des
betreffende meedeelingen der Hellenen
lezen. Bij de gastmalen bestrooide men
de kussens met Rozen; met Rozen be-
kransde men de bekers, waarmee men
elkander begroette. De Romeinsche
Caesars kenden geen feest zonder Ro
zen.
Eens liet een imperator zoovele Ro
zen op zijne gasten neerregenen, dat
zij er onder stikten!
Maar gelijk de Hellenen heeft ook
wel geen ander volk Rozen verbouwd
en verpleegd. Geheel© scheepsladingen
kwamen van het eiland Chios, de ro
zentuin van de klassieke oudheid, naar
Athene, om daar door schoone meisjes
te koop geboden en voor allerlei ge
bruikt te worden. In Athene bloeide
en geurde het in die dagen van den
rozentijd overal. Men trad als 't ware
in een bosch van Rozen, even verruk
kelijk door bekoorlijkheid als verlei
delijk door adem, als slechts onder de
zen gelukkigen hemel mogelijk is.
Thans zegt het opstel schatten
wij van alle soorten Rozen de Maré-
chal Niel Roos wel het hoogste. Maar
zij tiert helaas niet goed in de open,
lucht, omdat regen voor de knoppen
schadelijk is. Bovendien bloeit zij
eigenlijk slechts eenmaal per jaar.
Maar toch is zij zeker de fraaiste van
alle Rozen, die wij kennen en aan haar
wijden wij in het algemeen dan ook
alle vereering en bewondering waarop
de Koningin der bloemen van wege
ons stervelingen aanspraak maken
mag.
Er zijn weer ergerlijke staaltjes uit
de Johannesburger vrouwenkampen
aan het licht gekomen.
De berichtgever meldt:
„Het komt mij voor dat de heer
Lloyd George M. P. en andere Parle
mentsleden niet volkomen op de
hoogte van zaken zijn. De sterfgeval
len, door mij opgegeven, zijn enkel
van blanken. Met kleurlingen, meen
ik, hebben wij niets te maken, en wan
neer dus minister Brodrick wil bewe
ren dat het aantal sterfgevallen kleur
lingen insluit, dan is zulks een Brit-
sche officieele onwaarheid.
..De toestand in het kamp alhier
laat nog zeer veel te wenschen over.
In vm-band met het sterfgeval van me-
Och, wel® eenDat was altijd
een soort van nachtmerrie voor
Gribton:, toen die nog hier was. Er
zit veel te weinig flirt in die Badia-
Mawidli. Bovendien wonen zij wel
een mijl of twintig daar vandaan
en de bezetting van het fort is
flink en> kranig.
Ik heb zco 't een en ander
hooren mompelen van een opstand
der Bada-Mawid'i.
Och. zulke praatjes zijn hier
schering en inslag. Daar raken wij
al aan gewoon.
Wie voeren het bevel te Forza?
Holm en Andlover. Holm is
niet veel waard, doch Andy wel.
Maar waarom interesseer jij je
zoo sterk voor al die dingen? Ben
je van plan, naar Forza te gaan?
Ik ben hier gekomen, om ie
jagen en mijn geografische studiën
voort te zetten, en dus ligt Forza
ook op mijnt weg. Ik dank je zeer
voor je informaties. Waarschijn
lijk sullen' wij elkaar vanavond' wel
weer ontmoeten bij mevrouw Lo
gan..
Mismoedig en ontstemd keerde
Lewie naar het hotel terug, nog
even besluiteloos als daarstraks.
Toen de beide vrienden dien
avond in de woning van den resi-
vrouw Viljoen op 8 Juni, waarvan ik
de vorige week meer bijzonderheden
zond, kan ik nu met zekerheid mee-
deelen dat zij op Maandag 3 Juni van
het eerste kind beviel; dat dr. Crook
geen de minste poging aanwendde om
de vrouw van het tweede kind te ver
lossen, zoodat de Engelsche genees-
heeren bij het leger, die in verband
met dit geval geraadpleegd zijn, gezegd
hebben: „the man must be a brute."
Toen het sterftecijfer in April en Mei
zoo verbazend hoog was en het aan
tal zieken van 200 tot 250 bedroeg,
heeft de kerkelijke commissie hem
hulp aangeboden, die zij zou bekosti
gen. Die hulp werd aoor hem gewei
gerd. Op alle mogelijke wijze heeft
deze commissie getracht het lijden te
verzachten en het sterven te vermin
deren, maar de dokter wilde er niet
van hooren. Dit kan bewezen worden
door verschillende deputaties die afge-
vaardigdwaren.
„De dokter had 3 verpleegsters en
8 onder-verpleegsters onder zich. die
allen door de kerkelijke commissie
aangesteld en betaald zijn. Een dezer
dezer verpleegsters moest door de com
missie worden ontslagen, maar werd
dadelijk door den dokter aangesteld
als matrone en is sedert den 2en dezer
in Engelsclien dienst. Deze matrone
is veel jonger dan de andere twee ver
pleegsters en heeft bijna geen onder
vinding als verpleegster. En nu ga ik
nog niet eens in op de redenen van
het ontslag der verpleegster. De hou
ding der matrone en van den dokter
tegenover de door de commissie aan
gestelde verpleegsters is ondragelijk
voor dezen, zoodat, als er geen spoe
dige verandering komt, zij tot haar
leedwezen allen genoodzaakt zijn te
bedanken. Alle „medical comforts" en
versterkende middelen en andere be-
noodigde eetwaren voor de herstellen
den, zwakken, kleinen en ouden van
dagen, het eigendom der kerkelijke
commissie, zijn door den dokter en de
matrone in beslag genomen, waardoor
de verpleegsters der commissie belet
zijn zoodanig voedsel, alsmede klee
ding uit te deelen waar zulks het meest
noodig is.
„Deze kerkelijke commissie bestaat
nu reeds sedert November 1900 en het
werk is niet gering geweest, terwijl
zij met vele moeilijkheden heeft te
kampen gehad. Door de hulp van lief
dadige menschen is zij in staat ge
weest ruim 3200 p. st. te besteden en
zoowat 60 kisten kleedingstukken enz.
uit te deelen. Als plaatselijke pogingen
van dezen aard dan de goedkeuring
van de Britsclie regeering hebben, zoo
als de heer Brodrick in het Engelsche
Lagerhuis heeft verklaard, laat men
dan zorgen dat er hier althans een be
tere verhouding komt tusschen den
dokter die hier is aangesteld en de
kerkelijke commissie.
„Dat de ongelukkige, krijgsgevan
gen vrouwen en kinderen het kamp
mogen verlaten, wanneer zij verkie
zen om bezoeken aan hun vrienden in
de stad af te leggen, is een Britsche
officieele onwaarheid. Men weigert
dezen ongelukkigen tegenwoordig ab
soluut om uit te gaan. Zelfs belet
men vele personen uit de stad om be
zoeken aan de renbaan te brengen, en
die er wel kunnen komen, mogen
slechts twee dagen per week gaan."
Binnenland.
De Koningin-Moeder in de
residentie.
H. M. d!e Koniingin-Moeder werd
Dinsdagochtend, toen Zij te Ui
uur aankwam in het gebouw der
TeekieniacadJemie, ontvangen, dkx>r
een deputatie uit het comité voor
de ambachtstentoonstedling. Me
juffrouw Hingst bood H. M. een
bloemruiker aan.
Begeleid' door dien voorzitter,
dleed H. M. dien tocht door de1 ver
schillende zalen der tentoonstelling,
welke op uitdrukkelijk verzoek
van Hare Majesteit tijdens Haar
bezoek niet gesloten werd. Geen
zaal bijina bleef onbezocht dOor Ha
re Majesteit, die zich voortdurend
deed inlichten door de.n heer Fok
ker omtrent het ambachteonder-
richt in ons land en omtrent d'e me
thoden van onderwijs enz. In de
zalen waar de industriescholen
voor meisjes en d'e huishoudschool
hare inzendingen hadden ten toon
gespreid, bezichtigde Hare Majes
teit vooral met zeer veel aandacht
de werkstukken der meisjes en
vroeg eenige inlichtingen aan de
daar aanwezige dames-leeraressen.
dent aankwamen, werden zij met
bijzonder groote hartelijkheid1 door
de vrouw dies huizes begroet. Ge
orge, die veel van diansan hield,
kweet zich van zijn plichten als
galant cavalier op een wijze, die
zijn gastvrouw in verrukking
bracht, maar Lewie wist bij de eer
ste de beste gelegenhe 'd' uit de bal
zaal te ontsnappen. om met Thwai
te op de veranda een sigaar te gaan
rooken.
Van de veranda voerde een ter
ras naar den grootlein weg. Thwai
te en Lewie rezen uit hun schom
melstoelen overeind, 'rekten- zich
eens uit en gingen, al pratende,
het terras op en nee-r loopen. Ein
delijk bleven zij stilstaan bii het
hek. turende in de richtin» van de
stad. Het was een heerlijke avond;
een verkwikkend koeltje streek
langs hun slapen en bijna, geen en
kel geluid verbrak de stilte.
Plotseling klonk op den weg het
geratel van wielen.
Dat is een tonga, zeide Thwai
te. Wie kan dat zijn?
Even daarna hield de tonga stil
voor het hek. De persoon, d'ie er
in zat. •Taf O" knorrigen toon zijn
bevelen.
Ik geloof waarachtig, dat het
In de zaal van de industrieschool
te 's-Gravenjhage leidde de direc
trice, mej. BeycLaJs. H. M. rond.
Hare Majesteit bleef tot onge
veer half één ter tentoonstelling.
Bij het vertrek betuigde Hare Ma
jesteit hare groote ingenomenheid
met deze tentoonstelling.
Na het bezoek aan die tentoon
stelling voor ambachtsondemicht
is H. M. dé Koningin-Moeder reclit-
streeks gereden n'aar de door die ver-
eeniging ..Oost en West" in de Go-
thische Zaal georganiseerde ten
toonstelling van batiks en Indische
weefsels enz. H. M. werd daar ont
vangen eni rondgeleid d'oor "tie pre
sidente mevrouw Van Zuylen
Tromp en door het bestuurslid den
heer Rouffaer. terwijl die overige
leden van het bestuur en van de
commissie voor de tentoonstelling
zich in de zaal bevonden.
Met de meeste aandacht bezich
tigde H. M. het ten toon gestelde
en herhaaldelijk gaf Koningin. Em
ma haire ingenomenheid daarmede
te kénnen. Het vorstelijk, bezoek
duurde ongeveer drie kwartier uur.
Om Hare Majesteit een duidelijk
beeld te geven van die Indische of
fertafel. was te dezer gelegenheid
een zoogenaamde slamatten in ge
reedheid' gebracht.
Donderdag 29 Augustus a. s. zal
de permanente raad! van het inter
nationaal hof van arbitrage te
's-Gravemhage in vergadering bij
eenkomen tot het benoemen van
een secretaris-generaal van de in
stelling. ter vervanging van den
heer Melvil baron van Lynden. die
door zijn benoeming tot minister
van» biu-itenlandsche zaken opge
houden heeft deze functie te ver
vullen.
Ter gelegenheid' van den verjaar
dag der Koningin biedt de minis
ter van buitenlandsche zaken, ba
ron Van Lynden., op 31 dezer het
gala-diner voor de hoofden der bui-
tenlandlsche zendingen en enkele
Nederlandsche autoriteiten aan.
Te 's-Gravenhage is met verlof
aangekomen baron Sweerts de Lan-
das Wyborgh, onze minister-resi
dent in Itumendë te Bucarest.
Dr. Leyds, gezant der Zuid-Afri-
kaansche Republiek, heeft zich
Maandagavond uit Den Haag naar
Brussel begeven.
Verloren moe te
of een brief aan Engeland's
Koning.
De redactie van de „Zierikzeesclie
Nieuwsbode" bevat een open brief aan
Zijne Majesteit Edward VII, Koning
van Engeland. Wat zij er zich van
voorstelt, begrijpen wij niet, en zal
waarschijnlijk ook geen onzer lezers
duidelijk zijn. als zij nader met den
tekst kennis maken. Hij luidt:
Wij allen zijn menschen, zoowel Hij,
die op den Koninklijken Troon geze
ten, millioenen regeert, als hij, d*e> in
een bescheiden werkkring geplaatst,
zijn dagtaak to-t nut van het mensch-
dom in stilte verricht.
Eens zullen wij allen den weg be
wandelen, dien cluizende geslachten
vóór ons zijn gegaan, en treden dan
voor den Troon van den Allerhoogste,
die ons aller Rechter is.
Het niemand sparend lot, dat vroeg
of laat de ziel het lichaam zal ontvlie
den, geeft ondergeteekenden den moed
de stem van hun geweten te volgen,
de zee van afstand tusschen Uw Majes
teit en hen te overschrijden, en tot U,
den Koning van één der grootste Rij
ken van onzen aardbol, een bede le
richten, d'ie ^«s-rond als is op men-
sehelijkheid en gerechtigheid, bij den
in God p*> eeuwigheid -'oovenden Mo
narch niet anders dan een geopend
oor kan vinden.
Veroorloof hun. Sire! alvorens die
bede uit te spreken, d'e volgende voor
afgaande beschouwing over den oorlog
in het algemeen, en over d'ien in Zuid-
Afrika in het bijzander.
De oorlog in het algemeen is een gru
wel voor God en moest dat ook zijn
voor ons menschen, die van God de
aardsche bestemming hebben ontvan
gen ons zelve en anderen zooveel mo
gelijk geestelijk en zedelijk te ver
heffen.
Krachtens deze onze overtuiging is
het streven der potentaten naar mili
taire glorie en naar uitbreiding van
macht of grondgebied door het geweld
der wapenen in flagranten strijd met
de goddelijke bestemming van den
menscli op aarde.
Daar staat geschreven: „Gij zult niet
dooden."
Dat verbod ddend voor alle indi-
viduen. welken «-'"id"dienst- ?ii ook mo-
Holm is, sprak Thwaite. op de ton
ga toetredend'. Och, jawel Hij
is hetWel, kerel, wat kom iij
hier uitvoeren?
Ben je dlaar, Thwaite Wil
je mij een handje helpen, bij hot
uitstappen Ik hoop. dat ik van
nacht bij Lo°-an kan loge ere®. Ik
ben er ellendig aan toe.
Wat scheelt ei- aan vroeg
Thwaite.
Ik heb een kogel in mijn been
gekregen, twee diagen geledien,
toen ik op de jacht was. Ik ver
moed. diat ik dit cadeautje te dan
ken heb aan een paar Bad'a-Mawi-
di's. Do kogel zit er nog in. Het is
een verwensebte pijn.
Dat's een vervelende geschie
denis. hernam Thwaite met onge
veinsde deelneming. Mevrouw
Logan geeft vanavond een feest,
maar we zullen toch zorgen, dat
je goed onder dak komt. En hoe
is het te Forza gesteld?
SlechtIk hadl daar willen
blijven, maar And'y drong eir op
aan. dat ik naar Bardur zou trek
ken. Er schijnt daarginds iets te
broeien. De Bada-Mawidi zijn erg
onrustig.
Zoo zeide Thwaite. Dat
zijn ze wel meer. Je kent Haystoun
gen belijden, is ook van kracht voor!
de georganiseerde verzameling van in
dividuen, die gevormd door gelijkheid
van afstamming, éénheid van taal, en
overeenstemming in zeden ,,volk" ge
noemd wordt.
Alleen zelfbehoud, als eigen leven
metterdaad gevaar loopt kan de on-
schadelijkmaking van onzen even-
mensch rechtvaardigen.
Volgens dezen regel mag ook een
natie, wanneer zij aangevallen of in
haar nationale vrijheid en onafhanke
lijkheid ernstig bedreigd wordt, naar
d'e wapenen grijpen en zich tot het ui
terste verdedigen.
De redactie verzoekt wie met den
inhoud en strekking van bovenstaand
adres aan Z. M. den Koning van En
geland instemt, daarvan door het zen
den van een brief- of uaamkaart aan
de redactie bink te geven.
En dan nog?
Schoonschrijvers
worden zeldzaam. De schoolopziener
in het district Assen klaagt er in zijn
verslag over 1900 over. Een onderwij
zer, zoo zegt hij, die het talent heeft
om zijn leerlingen een duidelijke hand
te leeren schrijven en net en ordelijk
te leeren werken, is tegenwoordig een
uitzondering. Het aantal .goede schrij
vers" neemt af. Aan zorgvuldig gelei
de oefeningen bij streng doorgevoerde
methode hapert het in vele scholen. In-
tusschen wordt toegegeven, dat het in
deze ook aan den vereischten tijd ont
breekt. Wat kan er terecht komen van
een onderwijs in niet minder dan 10
12 vakken, waar de onderwijzer staat
voor 50 en meer kinderen, over twee
tot vier leerjaren verdeeld. Zelfs heb
ben de meest praktische mannen van
het onderwijs niet kunnen verhinde
ren, dat de hoofdvakken, lezen, schrij
ven, rekenen, schade lijden daaronder.
En zoo blijft onze lagere school ver-
keeren in een staat van zenuwachtig
zoeken naar den „steen der wijzen",
om in den korst mogelijken tijd de
meest mogelijke vruchten to oogsten
van een meest, maagdelijken bodem.
Vergeten mag men daarenboven niet.
dat 't onzen onderwijzers ontbreken
moet aan de vereischte bekwaamheid
om zoovele in den aard reheel onder
scheidene vakken met vrucht te onder
wijzen. Daartoe wordt een opleiding
vereischt, indien zij mogelijk ware,
veel ernstiger en breeder dan waarop
de onderwijzer van heden aanspraak
maken mag.
Het Boerenhuis.
De Boeren-woning op de Zuid-Afri.
kaansche tentoonstelling te Schevenin.
gen werd tot dusverre r.eeds door ruim
9000 personen bezocht, terwijl de op
brengst der bus reeds pl. m. f 700 be
draagt.
Aangemoedigd door de voldoening,
verwekt door het feit dat in de Boe
renwoning en in de verschillende af-
deelingen der tentoonstelling door ver
schillende heeren (Transvaalsche Bur
gers) de noodige uitlegging gegeven
wordt, heeft het comité, ten einde het
publiek nog meer te gerieven, „een
echte oom" in de Boerenwoning weten
te verkrijgen, die nog uitvoeriger uit
leggingen zal geven.
Goede schutters.
Ook op de schietbaanschrijft men
uit Amsterdam aan het „Utr. Dbl."
heeft prins Hendrik een goed figuur
gemaakt.
Sommigen beweren wel, dat het eer
ste schot van den prins onmiddellijk
een roos was, omdat het bestuur die
roos alvast maar had verordend; maar
afgezien van die mogelijke bestuurs-
beleefdheid zijn de resultaten van
's prinsen schieten zeer reëel geweest;
hij mocht er mee voor den dag ko
men.
Alleen was zijn overwinning op den
heer Koster natuurlijk niet reëel; maar
de hoffelijkheid van dien heer was dan
ook zeer blijkbaar. Deze schoot eerst
een 12 en toen achter elkaar steeds 11
Nu zit voor den heerKoster op een af
stand van 150 meters een 12 zóó vast
aan 't einde van zijn loop. als een pij-
pekop aan den steel, en daarom was
die reeks elven, voorafgegaan door één
twaalf, juist zoo fijn-hoffelijk. Hij
bleef daardoor een pas achter zijn vorst
maar markeerde toch even goed zijn
vaardigheid met elven als hij 't met
twaalven had kunnen doen.
Dit reëel schieten van prins Hendrik
en de kwesties van die eerste roos
brengt mij een dergelijk geval te bin
nen. dat jaren geleden gebeurd is te
Doesburg met generaal Nikolaas Smit.
d.e toen met een Transvaalsche depu
tatie hier te lande was. De Doesburg
sche officieren hadden hein uitgenoo-
nog wel van vroeger, niet waar?
Aangenaam, kennis te maken.,
sprak Holm met een pijnlijk ge
zicht. Komt u ook nog bij ons
in de buurt? Ik miaig lijdlem, diat
mijn been d'an weer beter is.
Thwaite zou u wel vertellen,
dat ik hem al druk om inlichtingen
heb gevraagd bet.roffend'O-i:et kamp
te Forza. Ik ben blij. dal ik u zelf
spreek. Vanmorgen, kreeg ik een
brief van Marker.
En wat had die te zeggen
1-Iij schreef mij', dat hij uil be
trouwbare bron vernomen had. dat
de Bada-Mawidi mongen of over
morgen een. aanval op het kamp
willen wagen.
Het heeft er al den schijn van,
stemdë Holm too.
Thvaite's gelaai vertoonde een
bedenkelijke uitdrukking.
Hij verzocht mij. of ik er u
on die een of andere manier van in
kennis wilde stellen, sprak Lewie
weer.
Waarom heb je mij dit niet
eerder verteld? riep Thwaite.
Als iemand het weten kan:, is het
Marker. Holm had tot eiken prijs
daar moeten, blijven. Nu zal het
wel te laat zijn. voegde hij er bij
met een ruwen vloek.
digd om ook eens te komen schieten.
Het gebeurde, maar vooraf had. mom
den korporaal in den kuil last gegeven,
per se twaalven aan te wijzen als ge
neraal Smit schoot; hoe het schot ook
viel, al was het een poedel twaalf
moest worden gewezen.
Best, luitenant!
Generaal Smit nam het geweer tot
hand op welken afstand werd go-
schoten weet ik niet meer, maar 't was
niet kort en schoot12! En schoot
weer12! En zoo voort, altijd maar
12.
De officieren maakten complimen
tjes/ deden uitroepen van verbazing
ja, die Boeren, daar kon niemand
tegen op maar gaven intusschcn
mekaar knipoogjes. De korporaal in
den kuil paste dan toch ook uitstekend
op.
Na afloop sprak een van de luite
nants den korporaal en zei lachend:
..Je hebt het goed gemaakt hoor. Al
die twaalven!"
„Ja maar. luitenant", antwoordde
de korporaal, „hij heeft ze waarachtig
geschoten!"
E>n vreesolijice geschiedenis.
In een dor buitenwijken van En
schede is de moeder uit een huisgezin
erg verslaafd aan den drank, die haar
dikwijls door haar kinderen moet wor
den gehaald. Voor eenige dagen kwam
liet voor, dat moeder de vrouw reeda
„een heel eind weg was," maar des-
nieletgenstaande wenschte dat haar
11-jarig zoontje nog een potje (1 d.L.)
jenever haalde. De jongen ging met
fleschje en geld weg. dochver
snoepte het laatste en gooide het eer
ste daarna stuk. Moeder moet daar
over dermate in woede zijn geraakt,
dat zij den jongen, toen zij hem in
handen kreegophing. Dit hoor
de gelukkig spoedig een buurvrouw
die het koord doorsneed en den jon
gen redde. Zoo althans luidt het ver
haal, dat te Enschedé de laatste da
gen de ronde doet
Beetgenomen..
Op een grappige manier heeft men
Zaterdag een paar duizend Hagenaars
„gepierd". De luchtballon, die, blij
kens 't aan de bladen gezonden bericht
tegen 4 uur zou opgaan, had een Zon-
dagsche menschenmassa naar de Pier
gelokt maar bleekeen onbedui
dend papieren ballonnetje te zijn, 't
aankijken nauwedijks waard.
De reclame had intusschen doel g&
troffen. Maar of de bladen voortaan
niet voorzichtig zullen worden tegen
over de directie, die hen aldus mede
plichtig maakte aan de beetnemerij?...
vraagt de Haa^scbe Courant
Een zwerver.
In Dantumadeel zwierf een persoon
rond, die 's nachts in de bosschen ver
blijf hielct een pakje onder den arm
droeg en meestal een pijpje rookte. To
Rinsumageest werd hij door een rijks
veldwachter aangehouden wegens
laudlooperij; maar de ambtenaar kon
maar niet gewaar worden, wie de man
was of van waar hij kwam; wel bad
hij papieren hij zich, maar deze gaven
geen de minste opheldering. Uit zijn
meedeelingen kon men zoowat begrij
pen, dat hij ook in Duitschland en Ame
rika had gezworven. Men onderstelt,
dat hij een Pool is. Nadat hem voor
één nacht de wachtkamer in het ge
meentehuis als slaapplaats was ge
gund. is hij den volgenden morgen
door de maréchaussée naar Nieuwe-
schans vervoerd en daar aan de Duit-
sche politie overgeleverd.
Goedkoops liefdadigheid.
Vrijdag circa één uur op de bloe.
menmarkt achteraan. Juffrouw roos
jes uitzoekende, twee kleine zeer ar
moedige kleuters. Verlegen stemmetje
juffrouw krijg ik een roos? Juffr. (met
meer medelijden dan geld) bloemen-
rnan mag zij een roosje? Jawel juf
frouw. Daar dan. Ik ook, toe Juffer?
Mag het bloemenman? Een knikje en
de gelukkige kleinen, verdwenen even
stil als zij gekomen wnren. (De juffr.
was ikzelf.) (N. Arnh. Cour.)
lTit de Arbeiderswereld.
BUITENLAND.
Bij de bekende fabriek van opti
sche instrumenten van Carl Zeiss te
Jena is sedert 1 April van het vorig
jaar de achtuurswerkdag ingevoerd.
De leider der fabriek, professor Abbe,
heeft bevonden dat dientengevolge
nog minder werk is afgeleverd, noch
de verdiensten der arbeiders zijn ver-
Lewie bleef bedaard. Hij had er
niet bij gedacht, welk een groote
mate van populariteit Marker in
Bardur genoot.
Hoe zal hot af loopen! zuchtte
Holm. Hel is daar bij ons zoo'n
laksche boel tegenwoordig. Andy
heeft last van koorts en verscheide
ne® van d'e manschappen hebben
verlof, om te jagen. Ik moet dade
lijk terug.
Dat kan niet dat is een be
sliste onmogelijkheid. En ik kan
ook niet. Mi in plicht houdt mij hier
gebond'en. Het zou in Bardur ook
wel eens mis kunnen worden. Al
les treft ook even ongelukkig. Lo
gan is naar Gilgifc. Ik zie geen kans,
om hier vandaan te komen.
Wil ik gaan stalde Lewie
voor.
Jij sprak Thwaite. Ken
je dan den weg?
Ik ben er vroeger ook al eens
geweest en herinner mij alles nog
best. Bovendien heb ik iets gced
te maken. Ik heb de waarschuwing
gekregen en al te lang den kostba
ren tijd verspild.
Maar de weg is gevaarlijk,
merkte Thwaite hoofdschuddend
aan.
Lewie was thans niet. besluite-